NIEUWJAAR IN CHINATOWN DE STRIJD OM DE TOLUNIE Kaboutertje l De vrouw met basgeluid ZATERDAG 28 MAART 1931 VAN ON LEONGS, HIP SING EN ANDER„TONGS" NEERGEHAALDE GRENZEN HET SOCIALE LEVEN IN RUSLAND Verschrikkelijke cijfers Voorziet U van goede hulp Houdt steeds 'n bij de hand MOETEN WE IN HET GEVAAR BERUSTEN? -O- Draken, die eigenlijk leeuwen zijn (T an onzen H.-correspondent) New York, Februari 1931. Chinatown is een klein stukje Orient in het aan tegenstellingen zoo rijke New York. Een stukje Orient niet ver van een stukje Levant, gelegen tusschen de oude misdadigers wijk van de Bowery en het grootste finanoieele centrum ter wereld, Wallstree-t. Niet ver van den door jachtende menschen bevolkten Broadway en het nerveuze gedoe in de straten rond Beurs en Morgan, ligt een wijk, waarin bedaarde, en meestal heel te vre- den uitziende Chineezen zioh bedachtzaam langs hun kleurige, met zonderlinge teekens getooide uithangborden 'bewegen, New York 's Obinatown is niet groot. Het bestaat uit en kele blokken, met als hoofdverkeerswegen Mofctstreet en Doyersstreet. Maar in die enkele huizenblokken wonen duizenden en duizenden Ohineezen. En ofschoon de officieele opgave van negen duizend inwoners spreekt, moeten er een massa meer zijn. Het is meestal zeldzaam rustig in Obina town. De Chimeezen blijken in het dagelijksche leven niet op rumoer gesteld. Hun gesprekken voeren ze voor hun huizen op gedempten toon, alsof ze elkander den heelen dag door gehei men vertellen en als ze loopen, dringen ze zich stil en zoo dicht mogelijk tegen de muren aan. Zelfs de kinderen spelen zwijgend. Die kleine, scheefoogiiige jongens en meisjes, met hun soms frappant mooie poppengezichtjes, schijnen nu reeds doordrongen te zijn van de groote, serene kalmte die het zenuwachtige Westen alleen bij wijze en meegeleefde ouden van dagen veron derstelt. Door de weldoende kalmte van groot en klein is Chinatown een oase in het woelige Manhattan en het lijkt, alsof geen stervedin, er iets van doen heeft met business en geld verdienen. Het is net, alsof -heel Chinatown niets anders doet dan eten, drinken, slapen en luieren, alsof alle Óhineesche waschhazeu van New York er hun weekend en vrijen dag ko men doorbrengen en er allemaal broederlijk btjeenleven, genietend van het goed© dezer aarde, dat voor hen hoofdzakelijk uit knoflook en allerlei geheimzinnige kruiden bestaat, die van hun levensmiddelen- en groentenwinkels onbegrijpelijke instellingen maken. Trouwens, wie lang in Chinatown rondneust, ontmoet niets dan onbegrijpelijke dingen en hij komt meermalen in de verzoeking, zich in den een of anderen winkel voor zijn hoofdhaar een van die aardige ivoren handjes op lange stokken aan te schaffen, waarmede de Ohineezen hun heele body 'bewerken. De tallooze onbegrijpelijkheden, waaraan Chinatown zich te buiten gaat, culmineeren in een Confuciustempel, waarin een gezette bonze den vreemdeling, die volgens een op schrift een „welcome visitor" is, maar toch een halven dollar moet betalen, allerlei dingen vertelt, waarvan hij niets 'begrijpt, ten eerste al, omdat het Engelsch van den dienaar van Confucius voor eem Christenmensch eenvoudig onverstaanbaar is. Er is intussdhen nog iets onbegrijpelijks, dat in Chinatown bestaat, doch aan den gewonen bezoeker voorbijgaat, omdat hij het met zijn oogen niet kan zien. Hij kan even voor de loge van de Chineesche vrijmetselaars stilhouden en even voor het hoofdkwartier van den K-oeomin- tang ten terloops trachten, de manifesten en bulletins tie ontcijferen van de „Zon", China town's nationalistische dagblad, van de „tongs" merkt hij niets. En toch vormen de „tongs'' iets heel tastbaars in Chinatown en ze wisten b.V. een oorlog te ontketenen, die eenige jaren geleden het rustige hoekje van Mottsitreet en Doyersstreet in een slagveld veranderde, waar op de zonen van het Hemelsche Rijk bij bosjes vielen, zonder dat de blanken in den omtrek begrepen, waarom het eigenlijk ging. Ver weg in de voorateden werd toen af en toe een Chineesche wiasdhhaas dood in zijn „laundry" gevonden En dan zeiden de men- Bchen dat de „tongs" er meer van wisten. De „tongs" zijn geheime organisaties, zooals China er vele kent en in Chinatown hebben de „tongs"' het een en ander met opiumhandei te doem, alsmede met den smokkel in cocaine en andere verboden verdoovingsmidde-len. Hun leden zijn door een broedereed met elkander- verbonden. Desertie wordt als hoogverraad beschouwd. De oorlogen der „tongs" hebbeu een heele geschiedenis en de New Yorkscho politie heeft er zware karweien aan gehad, sinds den tijd, dat de eerste Ohineezen aan de oevers van den Hudson een k-olbniie stichten en zich niet bleven bepalen tot het vreedzame en eer lijke -beroep van wasohboas. De laatste oorlog ontbrandde, doordat Hung "Wah Hing, de voorzitter van de ,,Tai Look" en de „Ons" door de „On Leongs'' werd vermoord, omdat hij nalatig was geweest, een hem bij een smokkel'partij opgedragen taak uit te voeren. Blanke concurrenten hadden hem met een mes bewerkt, waarna hij wat huiverig was gewor den. Het sipreekit vanzelf, dat de moord op Hung Wah Hing gewroken moest worden. Men had spoedig uitgemaakt, dat één van dé „On Leongs'1 bet had gedaan. Er ontstond een bloedige strijd tusschen de diverse „tongs" waarvan de „Tal Look'' en de „On Leongs" de voornaamste en leidende waren. Menig oogen- blik van den dag kon men in Chinatown een paar oogen om een 'hoek zien gluren, eem hand zien mikken en een Gbineesch zien vallen, met een kogel in zijn rug. Het moorden duurde, tot het Chineesche gouvernement zich in de kwestie mengde en dr. Joung, zaakgelastigde te Mexico, naar New York stuurde, om 'bemiddelend op te treden. Da vredesonderhamdeiimgen duurden lang en pas in Januari kon Li Ching Yat, voorzitter [vam de Chineesche Vereeniging tot Wedex- aajdach Hulpbetoon, openlijk verklaren, dat de vrede op komst was. Maar er schijnt weer Sets tusschen gekomen te zijn. De Chineesche kranten meldden eeniige weken geleden, dat de „On Leongs" honderd verdachte leden hadden uitgeworpen, die daarna weigerden, aan nog (hangende verplichtingen tegenover hun voor- malligen „tong" te voldoen, terwijl de ,,0n Leongs" op het volbrengen van deze verplich- itiingen staan, die vooral van financleelen aard pijn en tegen de twintig duizend dollar loopen. De financieel© kwestie, gepaard aan de foude veten, schijnt weer tot nienwe verwik,ke- Jling-e-n aanleiding te zullen geven en volgens jsommigen in Ohinatwon zullen eerlang de ..boo how doy'', de vechtersbazen, opnieuw Idoor de straten zwerven, loerend met „sndc- jtersnees", messen en revolvers. Zoo ernstig waren die geru-chtem, dat de (Wering van Nieuwjaar aanvankelijk zou wor den uitgesteld. Op 17 Februari was het de eer- gto dag van het jaar 4S84 der Chineesche tijd rekening en de eerste dag van het Chineesche jaar wordt altijd met veel uiterlijk vertoon van optocht-en, vuurweTk en feesten gevierd. Maar men was nu bang dat de „boo how doy" van het geroezemoes gebruik zouden maken, om bij eenige hunner meest gehate tegenstan ders het levenslicht uit te 'blazen. De commissaris van politie meende tenslotte, zich niet te moeten laten ringeloor en en hij be paalde, dat het feest moest doorgaan. Een flinke politiemacht zou op alle gebeurlijkheden voorbereid zijn en een oogje in het zeil houden. Dies werd in Chinatown in den naCht van 16 Februari het nieuwe jaar met een helsoh ka baal ingezet. In het dagelijksche leven houden de Chineezen van rust, maar op een feest kan er blijkbaar geen 'herrie genoeg naar hun zin worden gemaakt. Bij het schemeren van den dag begon de geur van geroosterde speenvarkentjes zic,h door Chinatown te versprei-den, dot wemelde van feestelijk uitgedoste Chineezen, die helaas een weinig Oostersch aspect hadden. Alleen de meisjes en de kinderen vertoonden zich in de lange, kleurige gewaden van het verre vader land. De mannen en de jongens pronkten met vervaarlijke petten en hoogst burgerlijke kaas bolle! jes. Te twaalf uur 's middags gingen de draken van de twee voornaamste tongcombinaties, de „On Leongs" en de „Hip Sings'', door de fees telijk versierde straten van Chinatown, waarin Chineesche banieren In felle kleuren naast stemmige officieele vlaggen wapperden. De sterren en strepen hingen broederlijk tusschen de felroods vlag van de Chineesche republiek met de witte zon in" een diepblauw vlak. Men vreesde, dat de ontmoeting tusschen de twee vijandige draken tot een uitbarsting zou leiden. De waakzame ,oops" (politieagen ten) hielden hun revolvers gereed, speurend in alle richtingen, naar hooge vensters en laag gelagen kelderluiken. Maar er gebeurde niets. De draken maakten hun zonderlingste spron gen, en wellicht hebben ze elkander in het Ohi- neesch stiekum de ergste beleedigingen naar den kop geslingerd, maar de Chineezen in den op tocht zagen met onbewogen gezichten toe. Het was alles pais en vree. Toch zag het er voor een Westerling huive rig wekkend genoeg uit. De draken ziij-n afschu welijke monsters van papier maneké, met kop pen, die elk kind, behalve een Ohineesch, de stulpen op het lijf ja-gen. Een Chinees zat in den kop, waarvan de ve-rvaarlijk'e 'bek heftig op en neer ging en een andere liet het gekrom de lichaam op en neer dansen. Ter wil le van de waarheid moeten we echter vertellen dat de draken eigenlijk leeuwen zijn. De draken zijn de groote acteurs op den Chineesehen Nieuwjaarsdag doch daar de nauwe straten van Chinatown slechts weinig ruimte bieden kunnen ze er niet naar behoo- ren -optreden. En sinds jaren heeft New York's Chinatown geen echte draken meer gezien. Echte draken vertoonen zich ook niet meer in de straten van Francisco's fameuse, groote Chinatown, eveneens wegens plaatsgebrek en als gevolg van de eisoheu van het verkeer. De laatste draak, die San Francisco heeft gezien, was een paar honderd meter lang en er waren drie honderd man noodi-g, om zijn binnenste op te vullen en hem tegen de geesten op te hitsen. Daarom worden tegenwoordig leeuwen in plaats van draken gebezigd, ofschoon de meeste AVestenlingen niet beter weten, dan dat ze draken voor zdoh zien. Nu, draken of leeuwen, het zijn zonderlinge verschijningen, die geesten bevechtende monsters, met hun mechanisch rollende oogen en hun naar lucht happende gebaarde bekken. En de mannen er in hebben genoeg te doen. Elk kwantier minstens moeten ze worden afgelost. Want de monsters hebben «p Niew- jaarsdag druk weak. Elke Inwoner van China town heeft graag, dat ze de booae geesten uit zijn huis verjagen. Dreunende trommen kondigen de komst van <lem draak" aan en al uit de verte ziet men bonte banieren boven de menigte uitstoken. Het zijn met de Chineesche letterteefcens be schilderde, zijden vlaggen en doeken, van di verse kleuren, met roze en oranje overheer- sohend. Elke „draak" heeft een geleider van fantastisch gekleeds wachters, die met lange stokken ruim baan maken tusschen de door tromgedreun en bekkenslag steeds in getal groeiende kijkers. Achter het vaandel van den „tang" gaan met zwaarden gewapende Ohineezen in hel- roode Garibaldi blouses en kleine jongens dra gen op lange bamboes 'blinkende slachtersmes sen, van het soort, dat men op plaatjes in de handen van Chineesche beulen ziet. Heel dit vervaarlijk vertoon wordt gelukkig, getemperd door de kalme houding van de eenvoudige, blauw geuniformde politieagenten. Telkens houdt de stoet halt .Dan voert de draak" een vreemdsoortigen dans uit. De trommen gaan ais razend te keer, verzachten opeens en roffelen sneller, terwijl de draak vervaarlijk opspringt of als in stervensnood over den grond kronkelt, zoodat omstanders da mannen in zijn lijf voor omvallen moeten behoeden. En zwijgend staren de toeschou wers toe. Tot op een sein van een leider een verkleed® Chlneesah naar voren springt en iets glinsterends, dat aan een rood zijden lint vastzit, voor den draak" op en neer zwaait. Dat schijnt het monster te foetooveren. Het springt op, kronkelt ineen, tracht te bijten, maar de man met het lint wijkt telkens op zijde en danst, danst, tot hij moe en transpi- reerend. door een ander vervangen wordt. En onderwijl weet het primitieve orkest van geen. uitscheiden. De vertooning zou langdradig worden, indien de muziek er niet iets bijzonder fasoineerends aan gaf. De eigenaardige cere monie blijft -boeien en boedt ook de tallooze kij kers, die uit alle ramen van de vele verdie- Pingen hooge huizen puilen en tot op daken toe zitten. Op 'n gegeven oogenbldk nemen ook de toe schouwers hun aandeel in het gebeuren. Tel kens grooit er één z'n jasje uit en danst met uitdagende -bewegingen voor den „draak'', die telkens van een uiterste woede in een kenne lijke onmacht terug zinkt. Sommige dansers binden een halsdoek om hun middel en allen trachten ze elkander te overtreffen Een zacht applaus ls dan hun belooning. Elkeen danst slechts een paar minuten, maar in die paar minuten vertrekken zich de strakke Oostersche gezichten en blaast zich de gele gelaatskleur tot een bleekrood op. Sommigen ver'hoogen de attractie van hun dans met een he-lsch ge- krijsok. Zoo doet ook een heel net Ohineeischje, dat tot dusver een schijnbaar onverschillig Toeschouwer is gebleven. Het is een naar de laatste New Yorksche mode gekleed heertje met een coquet ftlmsnorretje e-n onberispelijke souspieds. Zijn Jasje en zijn vest worden on verwacht op den rug van een rasgenoot gelegd en zijn extatische dans imponeert den „draak" meer dan dien van welken, piraatachtig-en Chinees ook. Maar na vijf minuten is de op-i gewonden, schijnbaar geciviliseerde zoon van het Hemelsche Rijk weder een goedaardig, timide kijkend Chiineesohje, dat net doet, of j j het_nooU rran „tongs" en tooxootiogfitt fcWfti I HET „BRUINE PALEIS", het nieuwe hoofd kwartier d'er Hitlerianen te München, is dezer dagen in gebruik genomen Ondanks het heertje en verschillende jonge snaken zijn het todh vooral grijsharige Chi neezen, diie aan geesten bezweren doen. De groote massa, ziet -bij-na onverschillig toe. Ze vertegenwoordigt het moderne China. Na de woede der dansera krijgt de „draak" een paar gelukkige uren. Uit vele huizen wordt aan touwen een eigenaardige combinatie neergelaten, bestaande uit een kropsla, een to maat en een sinaasappel, waart usschen een enveloppe steekt. In de enveloppe zitten dollar biljetten en die zijn bet loon voor een geesten- dans, die d© „draak'' in d-e huisdeur ten beste geeft. Als hij maar tevredenheid heeft gedanst, zakt het touw net genoeg, dat de draak", door een paar Chineezen geholpen, met z'n ver vaarlijken muil kan toehappen. Dan buigt hij een paar maal en huppelt ooge-nrolilend en trekkebekkend naar een ander huis, om daar den boazen geesten te gaan ver-tellen, dat ze het den bewoners in het jaar 4884 niet lastig mogen maken De agenten en detectives, die den heelen dag door Chinatown hebben gepatrouilleerd, acht gevend op elk verdacht te-eken, wisten een ge vreesd uitbreken der vijandelijkheden te ver hinderen. Het was een bijna beklemmend ge- zioht, die stemmige vreugde van het gele volkje en de ernstige gezichten van tersluiks rondspiedende politiemannen. Men kon voelen, dat daar in die smalle straten iets broeide. En toch, alles zag er zoo goedaardig uit. En som mige bezoekers hebben hun schouders opge haald, omdat Chinatown zoo rustig en vredig leek. De politie wist echter en weet, dat een tong oorlog altijd plotseling uitbreekt, als niemand er op verdacht is. En op het Chineesche con sulaat wordt het betreurd, dot de vred-9 tus schen de partijen nog steeds niet geteekend is. Chinatown heeft daardoor nog steeds kans op ■n tongoorlog Tarieven-politiek (Van onzen correspondent.) Lezing van mr. H. van Son Donderdagavond heeft mr. H. J. A. van Son over „het sociale leven in Rusland" gesproken voor „Geloof en Wetenschap'!, te Utrecht. Vóór en tijdens den wereldoorlog heeft mr Van Son jarenlang in Rusland gewoond en enkele maanden terug ondernam hij een studie reis door het hervormde land. Zijn ervaringen op dezen tocht opgedaan, vormden de belang wekkend» stof van zijn betoog, dat nog aan waarde won door zijn streven, om boven alles zakelijk en objectief te blijven. Mr. Van Sou vond in de leden van G. en W. te Utrecht een gehoor, dat zijn uiteenzettingen over do staatsinrichting, het woningvraagstuk, het vijf-jaren-plan, den toestand ten platte- lande, de opvoeding en den godsdienststrijd in het nisuwe Rusland aandachtig en dankbaar volgde. Aan het eind van zijn voordracht zei de in leider, dat men een positie tegenover het sovjet-systeem moest innemen, zoowel op poli tiek, cultureel als economisch gebied. Moet men de Russische goedkoop geproduceerde waren weren Spr. gaf hier geen antwoord op, maar wees er wel op, dat dit eventueel internationaal en universeel moet geschieden, om effect te kunnen hebben. „Men moet positief werk doen, opdat liet ln ons kamp beter en gelukkiger zU dan in het kamp dédr, in het Oosten". INTERN. BIBLIOGRAFISCH INSTITUUT. De conferentie van het Internationaal Biblio grafische Instituut 1931 zal op 25 en 26 Augus tus te 's-Gravenhage worden gehouden. Zij zal worden voorafgegaan door een inleidingsbijeen. komst op 24 Augustus te Brussel in liet een- traal bureau van het Instituut in het Palais Mondial. Tijdens de Bibliografische Conferentie zal in Den Haag ook worden gehouden de bijeenkomst van de Internationale Commissie voor admi nistratieve documentatie van de Internationale Sted onver eeniging. Zij zal hebben vast te stellen de invoering ran d© decimale classificatie volgens de voor. stellen van de Vereeniging van Nederlandsche Gemeente. Een commissie voor de documen tatie der medische wetenschappen is in voor bereiding. B er 1 ij n, 25 Maart 1931 De bekende lieer Duisburg, de voorzitter van den bond der Duitsclie groot-nij veraars, heeft gisteren een rede te Miinchen gehouden en daar lang en breed gesproken over de di verse middelen, met behulp waarvan Duitsch land uit het moeras, in hetwelk het tot aan de ooren ondergedompeld zit, getrokken kan worden. In deze rede is één ding opvallend en wel dit, dat de heer Duisburg met geen woord op het toch zoo actueele Duitsch-Oostenrijksch- tolverbond inging. Deze strenge onthouding heeft echter het nut, dat zij de situatie hier goed kenschetst want niet alleen de heer Duis burg zweeg over de aangelegenheid als een mof, zooals de term dat hebben wil, maar met hem zwijgen alle andere economisten. De han delskamers zwijgen, de industriokamers doen hetzelfde, de vakorganisaties eveneens en zelfs ae mannen van de pers zijn sprakeloos, voor zooverre ze tenminste de economische en de financieels rubrieken te beheeren hebben. AL leen het „Berliner Tageblatt" komt dezen mor gen schuchter met eenige bedenkingen om den hoek, maar voor de rest verklaart eenlegelijk, die als vakman aangezien wil worden, dat de draagkracht der overeenkomst nog niet te overzien is. De regeering zwijgt in dit concert mede en dat mag men wel als een fout aanwrijven in zooverre de discussies over de aangelegenheid zich in een richting bewegen, waarvoor zij zoo bang als de dood is. Wanneer zij fluks eenige concrete kwesties van economischen aard in het debat wist te werpen, zou zij daarmede de aandacht kunnen afleiden en de zaak op een ander spoor brengen. Zij verzuimt dat echter en het is dus alleen aan haar zelf of aan haar persafdeeling te wijten, wanneer de meeningsverschlllen zich meer en meer ver starren rondom het punt, dat zij zoo graag uit den weg wilde gaan, te weten het punt van de politiek. Maar de politieke zij.de van de aangelegen, heid schijnt haar zoodanig in beslag te nemen, dat zij voor andere zaken geen aandacht meer in reserve heeft. Erkend moet worden, dat zij op dit punt sterk staat, maar erkend moet ook wo-rden.dat zij hier met verontschuldigingen zóó in het ronde haspelt, dat men onwillekeu rig aan de aanwezigheid van een kwaad gewe ten begint te denken. Voor Oostenrijk staan de zaken er ietwat on gunstiger voor. Oostenrijk zit vast aan het Geneefsche protocol van 1922, waarbij het art. 88 van het verdrag van St." Germain en Laye nog eens erkent en bovendien nóg waarborgt, dat het aan geen enkelen staat uitzonderlijke voordeelen zal toestaan, welke geëigend zijn zijn onafhankelijkheid in gevaar te brengen. Hier heeft men dus met een paragraaf te doen, waaruit een jurist van een beetje kaliber on geveer alles brouwen kan, wat hem op een gegeven oogenblik wenschelijk schijnt. Oosten rijk probeert die klip te omzeilen door al zijn buren uit te noodigen zich direct bij de nieuwe tol.unie aan te sluiten, maar wanneer die buren daarvoor passen, is de zaak minstens rijp om door chikaneurs voor het Hof in Den Haag gebracht te worden. Over dit vooruit zicht maakt meu zich aan beide zijden van de grens ernstige zorgen, terwijl men er ook voor de rest niet erg o.p verzot is uit een half dozijn hoofdsteden met klachten en verwijten overla den te worden. Om deze verwijten voorbatelijk te ontzenu. wen schermt men nu een beetje al te wild met verontschuldigingen om zich heen, welke verontschuldigingen logisch genoeg zijn om voor zich zelf te spreken, zoodra de eerste schrik maar voorbij is en de voor een oogenblik hoog opslaande golven van internationale ver ontwaardiging zich wat gelegd zullen hebben. Hoezeer do klachten, welke men allerwegen slaakt, wel van zelf in elkaar storten, wanneer men haar den tijd daartoe maar laat, heeft Benes gisteren nog aangetoond. In Parijs werpt men Duitschland een zekere perfidlo voor de voeten, wijl het tot parafeertng van de unie overgegaan Is zonder daarvan de andere mo gendheden eerst op de hoogte te stellen. Maar nu verklaarde Benes gisteren ln een onbehol pen oogenblik, dat hij van de voorgenomen tol- unie allang op de hoogte was. En over hetgeen men in Praag wist, zal men te Londen en Parijs ook wel niet in het duister getast heb ben Overigens kan men zich de woede, welke rond en om het Hradschin heerscht, makkelijk voorstellen. Benes heeft sedert jaar en dag ge. probeerd een economische Donan-federatie tot stand te brengen en zich daarmee onsterfelijk te maken in de historie van Europa. Dit plan is nu niet alleen vernietigd; Benes heeft niet alleen een kans op wereldberoemdheid misge- loopen maar hij moet nu vaststellen, dat het land, welke buitenlandsche betrekkingen hij te behartigen heeft, aan drie zijden door een ver. bonden vijand omkneld gaat worden. Geen wonder, dat hij zich gebaart als hadde hij een demon ingeslikt. Wat den gewonen mensch betreft, deze kan zich slechts moeilijk aan de gedachte wennen, dat hij in de naaste toekomst zoo maar van den eenen staat in den anderen zal sporen zon der daarbij door douaneformaliteiten lastig ge vallen te worden. Wij zijn aan deze formalitei ten dermate gewoon geraakt, dat de verbeet dingskracht van geen onzer sterk genoeg is om zich zulk een staat van zaken voor te stel len. Maar alles went, en onze groot-ouders hebben zich in hun tijd ook met een derge lijk fenomeen vertrouwd moeten maken. Want zoo heel lang ls het nog niet geleden, dat men, in Duitschland rondreizend, per elke vijf en twintig K.M. ongeveer voor een barrière kwam te staan. En dat daarmede ernst gemeend was hebben wij indertijd aangetoond, toen we over de eerste stoombooten op den Wezer schreven. Deze kleine vloed was toen nog door kettingen versperd en waar geen kettingen waren, ston den forten hun kanonnen af te vuren en schoot do artillerie tekort, dan mobiliseerde een of andere vorst zijn eenigen huzaar met op dracht de binnendringende stoomboot gevangen te nemen. Tenzij dat de schippers, die zich in hun bestaan bedreigd zagen, het ding reeds kart en klein hadden geslagen. Dat alles ge schiedde honderd jaar geleden, maar intus- schen hebben de menschen zich met de idee verzoend, dat men van Frankfort naar Mainz kan tuffen zonder daarbij door douanebeamb ten lastig gevallen te worden. Op grond daar van kan men aannemen, dat binnen- en buiten landers zich ook wel eens met de idee verzoe nen zullen van een onbelemmerd verkeer tus schen Weenen en Berlijn. Voor de binnenlanders is dat natuurlijk erg prettig, maar of de buitenlanders reden hebben met dit vooruitzicht te dwepen is een vraag, (ito slechts door do ontwikkeling der dingen ln do naaste toekomst beantwoord kan worden. Tol-unies hebben n.l. volstrekt niet de tendens om douanetarieven te verlagen. Het tegen overgestelde is veeleer waar. Zij gaan veeleer in de richting van de autarchie en de zelf genoegzaamheid, zooals dat duidelijk vast te stellen is in die groote en samenhangende ge bieden, welke door geen tol-barrière3 in stuk ken en brokken gesplitst zijn. Europa wordt op deze wijze al gehinderd door Amerika en Rusland. En er zal eenige staatsmanswijsheid noodig zijn om te voorkomen, dat zich dwars door Europa een nieuwe autarchie gaat neer vlijen, welke ziek uit den aard der zaak als een stekelvarken zal trachten te handhaven en wel door al zijn pennen naar buiten te steken. Het buitenland kan dit gevaar voorkomen door de tol-unie niet met behulp van onhandig verzet tot een louter Duitsch onderonsje te verstijven, maar door veeleer naar aansluiting en beïnvloeding te streven. Duitschland kan echter ook veel tot geruststelling bijdragen en wel door een deel van zijn tarief tegen het Oostenrjj-ksche om te wisselen. Voor een groot aantal artikelen zijn de Dultsche tarieven veel hooger, soms een paar honderd percent liooger, dan de Oostenrijksche. Wanneer Duitschland nu eenige offers brengt en zich naar Oostenrijk voegt in stede van Oostenrijk te nopen de hoogere Dultsche tarieven in te voeren, dan kan het daarmede enorm veel tot geruststel, ling van de buitenwacht bij dragen. Hetzelfde kan van de vrachtpolitlek gezegd worden. Wat op dit gebied geschieden zal. is nog vol komen duister, maar zeker is toch, dat de be trokken spoorwegmaatschappijen het ln de hand hebben door den uitbouw van haar voor keurstarieven veel.kwaad bloed bij de bnren te zetten, maar omgekeerd zijn zij ook bij machte zulke prikkelende maatregelen achterwege te laten. Zielenood, liefdekommer of vrees voor ziekten Daar gaaf de poëzie! EEN NIEUW HEMELLICHAAM. NEW-YORK, 26 Maart. (V.D.) Het Harvard- observatorium te Cambridge in den staat Mas- sasucchets deelt mede, een nieuw hemellichaam te hebben ontdekt in den vorm van een eigen aardige asteroïde, van het type van Eros, welke asteroïde zich snel in de richting van de Aarde beweegt. BERLIJNSCHE OPERA GESLOTEN. De Pruisische landdag heeft besloten, dat de Kroll-opera na afloop van het seizoen gesloten zal worden. We weten niet, of U het ook bemerkt hebt, dat langzaam doch feilloos zeker alle poëzie uit ons leven gaat verdwijnen. Nu, eens is het een oud stadshoekje of de laatste paardentram, dan weer een Hollandsclie molen of een aardig geveltje en zoo zelden komt er iets mooiers voor in de plaats. Het eene geval maakt meer indmk dan hot andere, en steeds worden we armer en prozaïscher. Maar zoo nu en dan krijgen we in ons ge voel van „wat doe je er tegen" een schok, wanneer onze aandacht valt op een nieuwe be dreiging van het kleine restje levenspoëzie. Dan worden we weer opstandig en ballen den vuist en roepen: ,Maar dat zal niet gebeuren Ziet geachte lezeres en lezer, een dergelijke opstandige geest bezielde ons, toen we het vol gende bericht lazen: ,,De muziekleeraar van een groote Ameri- kaansche meisjesschool is onlangs op grond van het onderzoek van een groot aantal stem men tot de conclusie gekomen, dat de Ameri- kaansahe meisjes thans altstemmen hebben. De professor is van meeningi dat de alge- meene verlaging van het register moet worden toegeschreven aan het overmatige rookem van sigaretten en aan de vermoeienis der stem organen tijdens de voetbalwedstrijden". Misschien vindt U het niet erg en echt Ame- rikaansch. Maar dan willen wij U wel zeggen, dat we het eenvoudig vreeselijk vinden! Weet U wel, wat daar in die paar eenvoudige regels te lezen staat? De nuchtere en rouwe realiteit, dat do vrouw een basgeluid krijgt! Zeker nu hebben die meisjes nog een altstem, maar het verwordingsproces gaat voort, gelei delijk wordt ze voller en dieper en over enkele jaren zal de vrouw een zwaar basgeluid bezit ten. Ein we vragen we U, wat is er dan nog aan poëzie in het leven over. De vrouw volgde den man toch reeds in alles na; alleen haar stem gaf haar nog een eigen karakter. En nu dreigt zelfs dat laatste origineele bezit verloeren te gaan. Nog kunt U zich wellicht niet duidelijk voor stellen, wat de gevolgen zijn, indien de stem I van. de vrouw verbasterd wordt. JVe zullen "aar best vermogen met onze zwakke krachten hier van een beeld trachten te geven. Wat zal het leven dhn dor en kaal worden want geen liefelijke sopraan of melodieuze alt zal nog hemelzoete woorden fluisteren. Een mineur-stemming zal het nieuwe tijdperk ken merken. Op haar trouwdag zal geen bedeesde bruid het nu soms nauwelijks hoorbare „Ja" stame len maar tot de ooren van belangstellende, nieuwsgierige en critlseerende vriendinnen zal met forsch en krachtig basgeluid ,,Ja" door dringen. En dan niet te vergeten die verrukkelijk» vrouwenstemmen, die hoog en schel oplaaien en weer terugkaatsen tegen de daken, wanneer twee vrouwen in welgekozen bewoordingen, te. midden van een enthousiast publiek elkanders doopceel lichten, aldus in verstoorde har monie demonstreer end, dat een goede buur niet altijd beter is dan een verre vriend (in). Dat alles zullen we moeten missen, want bij een der gelijke gedachtenwisseling tusschen twee ^bas sende" vrouwen gaat alle poëzie verloren. Nimmer zullen we meer genieten, wanneer Gretchen in de keuken haar minnesmarten uit- jammert door middel van de nieuwste Schlagers van radio of graxnofoon, want Gretchen als bas is geen Gretchen meer. Waarom dat alles? Waarom moeten de jonge meisjes haar stem en onze stemming bederven door het overmatig rooken van sigaretten en door het vervullen van den rol van supporter bij voetbalwedstrijden? Is de vrouw nog niet te vreden met haar stemrecht, of is ze misschien bang, dat haar stem in het kapittel niet vol doende wordt gehoord? Zal de waarschuwende stem van den Amerikaanschen prof haar nog tijdig bekeeren, of zal die blijven klinken als de stem eens roepende in de woestijn? Moeten we in het dreigende gevaar kalm be rusten? Daar is misschien een militante lezer, die uitroept: Hier is een Mussolini noodig! Maar dan zouden we hem in alle bescheidenheid er op willen wijzen, dat men vrouwen evenals vlie gen, beter vangt met honing dan met azijn. Geen. hardheid, maar overredingskracht en liet listig sipeculeeren c de vrouwelijke ijdel- heid, door als tegenstelling van de sigaret-teu- inhaleerende en haar longen ui tsc'hreeu wende- jonge meisjes, tactvol te wijzen op, zooals De Genestet zegt: ONZEKERE EN IN GEHEIMZINNIGHEDEN GEHULDE MOTIEVEN De Volkenbond te Genève houdt zich allerlei nuttige.en andere dingen onledig, zotV als b.v. ook met zelfmoord. Over dit drt4' vige kapittel is zij bezig cijfers te verz®1^. len maar daar de poging om dit probleem s'a tistisch en tegelijk universeel te behande1®0 geen ééndags werk is, zijn de gegevens, voorloopig gepubliceerd werden nog voor vef' aanvulling vatbaar. Eigenlijk is alleen nog Europa behandeld geworden maar hier blti'il toch al, dat in ons werelddeel elk jaar ro»" 50.000 menschen de hand aan zich zelf slaar' om door 'n gewelddaad uit 'n tranendal verl"6' te worden, waarin voor hen geen straal van boJi' flikkert. Het zijn in onze samenleving de HongM£" en do Tsjechen, die een ouderlingen strijd o*eT de vraag voeren, welk volk in Europa het eert1 den brui aan het leven geeft want deze be'^ volken boeken ieder 26 zelfmoordenaars op 100.000 inwoners. Daarna komt Duitschlafljj met 23; Oostenrijk met 22; Frankrijk met I' en Estland met 14. Hoe het vergelijkerider wijze in andere v/e' relddeelen op dit gebied geschapen staat lS moeilijk te gissen. In een land als JaPa" b.v. staat zelfmoord in den vorm van hara kiri hoog aangeschreven maar het is tocl1 niet zeker of deze daar te lande met zoove?' vlijt gepleegd wordt, dat zij het record vaU Hongarije en Tsjechië slaat. Maar in allf gevallen kan Japan mee doen want van tijd b" tijd wordt dit land door een ware zelfmoord' epidemie aangegrepen, zooals nog maar weinté tijd geleden toen 60 menschen zich achter kaar in den krater van den Asoso wierpen. AVelk een complex van innerlijke spanning?11 er noodig is om zich vrijwillig en bij levende11 Ujve in den gapenden muil van een vuurspuwrt1- den berg te werpen is een vraagstuk op zl<$ zelf, maar het peinzen er over doet allen lus4- verdampen om ongelukkige of verdwaasd® zelfmoordenaars nog steenen achterna te wet' pen, zooals dat nog wel eens geschiedt, wanneet men hun daad met lafheid, met vrees voor het leven en andere motieven van minde* allooi, in de hechtst mogelijke verbinding brengt- Trouwens sommige zelfmoordenaars kiezen nog veel vreeselijker middelen uit om zich deh levensdraad door te snijden. Nog maar luttel maanden geleden nam eene jonge vrouw ih ijzige kalmte een biljet voor een der verkeers vliegtuigen van de Lufthansa, liet zich W den fauteuil neer, die het dichtst bij de deu* geplaatst is en spiedde daarna met geconcen- treerdo opmerkzaamheid uit de vensters ort nauwkeurig de plek vaat te stellen, waar haai" man korten tijd tevoren den vliegdood gevonden had. En toen opende ze op het geeigende oogenblik de deur en sprong resoluut de ver plettering harer ledematen op de onbarmhar tige keien heneden, tegemoet, Nog een beetje wreeder met zich zelf sprong een Spanjaard om, die in de Madrid- sche1 Art is in de leeuwenkooi wist te kruipen en zulks met de bedoeling zich door de be woners daarvan uit elkaar te laten scheuren. De beesten hadden echter geen honger maar wel vrees en kropen bij het „entree de salon" van dezen vreemden gast angstig in een hoek bij elkaar. De man liad echter een~stok mee genomen en ranselde1 nu op de dieren los in de hoop hun appetijt daardoor te prikkelen maar dat lukte niet. Geheel teleurgesteld nam hij toen een revolver uit zijn zak en schoot zich daarmee dood. Iii Duitschland zelf wordt ook een statistiek van der zelfmoorden bijgehouden maar daar statistische bureaux maar in bedaard tempo werken is men met het rangschikken van de cijfers nog mllet verder dan het jaar 1928 ge komen. Deze cijfers zijn overigens al ver schrikkelijk genoeg want ze leeren ons dat in genoemd jaar, toen alles in Duitschland, ver geleken met nu, nog „couleur de roses" was el- ken dag rond 44 menschen de hand aan zich zelf sloegen. In elk toch zoo kort tijdsverloop van maar een half uurtje maakt één DuitsckeT in doffe wanhoop of gillende vertwijfeling een einde aan zijn aardsch bestaan. Precies ge teld, bedroeg het cijfer van deze rampzaligen 16.036, waaronder 11.239 mannen en 4.797 vrouwen. De statistiek houdt bij dit gegeven niet stil maar verdiept zich ook in de gruwzame bij komstigheden en daaruit valt te leeren, dat 49.9 pet. van de mannen den dood door ver hanging zochten; van de vrouwen echter maar 28,7 pet.; 20,1 pet. van de mannen grepen naar de revolver en van de vrouwen maar 3,5 pet. Maar een kwart van de vrouwen doodde zich door inademen van gas en bijna evenveel door een sprong in het water. Slechts 9,2 pet. maak te door middel van gif een einde aan haar leven. De motieven, welke tot zelfmoord voerden, zijn vaak zoo onzeker en zoo in geheimzinnig heden gehuld, dat de statistiek hier niet veel meer kan doen dan er maar een slag naar slaan. Van de 16.000 bovengenoemde zelfmoor denaars hebben rond 12.000 uit materieele ellen de den grooten stap gedaan, 't Aantal menschen, dat uit zielennood den eigen levensdraad door knipt, of uit liefdekommer, of uit vrees voor on, geneeslijke ziekten schijnt geleidelijk te vermin deren. Is dat inderdaad waar, dan moet de statistiek van de zelfmoorden, in het loopendo jaar begaan wel schrikbarende cijfers opleveren want men begrijpt welk een som van schier ondraaglijk lijden door een volk getorscht wordt waar vijf millioen menschen zonder verdiensten en zonder eenige geestelijke of lichamelijke afleiding op de keien staan. Wat Berlijn betreft hebben zich te dezer stede in de eerste helft van 1930 over de 1000 men schen het leven benomen, terwijl <lat cijfer voor het heele jaar 1928 op 1659 staat. Die duizend kleinigheden Die zoo lief staan in een vrouw. W. S. „Groc heeft de dokter nog uitdrukkelijk ge zegd, maar niet te sterk. Ik zal dus nog maar eerst flink wat cognac eruit drinken, voor ik er water bij doe".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 10