DE MOORD IN DEN HAAG OPGEHELDERD i»| 'ÈUSBÊÈ De medeplichtige gearresteerd De „Rerum Novarum herdenking Tegen het v'oeken in het leger en op de vloot DE DRANKWET De „Trlbune"-kwestie WOENSDAG 13 MEI 1931 EEN LIBERAAL PROGRAM BEROOVING EN AFPERSING DE DRIJFVEER EEN MOOI SUCCES DER POLITIE klaarheid verkregen DOOR DEN SENAAT DER HOOGESCHOOL VERPACHTING EN VERGUNNING De [heer C. C. Roos, burgemeester van LeKkerlkerk, beeft een inleiding gehouden over het nieuwe program voor liberale ge- meenteraadsl'ed'en. In üiïq redle ihee t ij, volgens de N. R. C. zeer verstandige dingen gezegd. O.a. dit: „echter bezwijke de liberaal niet voor de verleiding, om al te veel om te zien en zich altijd miaar weer te koesteren in den roem van het liberale verledenIedere dag behoeft zijn eigen maaltijd. "Wij moeten vooruit, meegaan, in den goeden zin van 't woord,,'met den tijdNiet het oude los. laten, omdat het oud is en evenmin het nieuwe aanvaarden op den enkelen grond van zijn nieuwheid Inderdaad, zeer juist gezegd. En., iedereen kan het daarmee wel eens zijn. Doch daar staan ook dingen in die rede, welke niet zoo'n klaar beeld voor den geest brengen „Vóór en boven alles hebben zij (de libe. rale raadsleden) siterk te staan in de liberale beginselen, opdat onder alle omstandigheden van hen uitga kracht ter bevordering van liberaal bestuur. Een liberaal bestuur nu, ook in d'e gemeenten, zal vooruitstrevend zijn, of niet zijn." Even rusten. Dat laatste lijkt op een orakelspreuk. In werkelijkheid beteekent het, dat eein liberaal bestuur vooruitstrevend kan zijn, maar het ook niet kan zijn, ondanks het mooie liberale program. Onder een vooruitstrevend liberaal be stuur verstaat de heer C. C. Roos: „een zoo danig, dat blijk geeft oog en gevoel te heb ben voor hetgeen er gaande is op geestelijk, sociaal en economisch gebied. Een niet-vooruitstrevend liberaal bestuur heeft dus geen oog en geen gevoel voor die dingen. Wij gelooven niet, (jat de liberalen ver weg zullen loop en met zulke geestver wanten. die blind en gevoelloos zijn. Maar ze kunnen er zijn! Veronderstel, dat er eens zoo'n groepje be staat, wordt daardoor dan het liberale ge- meenteprogram belachelijk? Krijgt men dan het recht, om een beetje te sollen met het liberale gemeenteprogram, wijzende op die k reef maturen in het liberale kamp? Natuurlijk niet: zulk 'n achterwaarts stre vend, blind en gevoelloos liberaal bestuur duwt men het liberale program onder den neus en zegt: doe maa.r hetgeen je beginsel inhoudt! Daartoe heeft iedereen het recht! Och ja, we schrijven dit, maar ten. gerieve van de N. R. C., die ook van liberalen huize is vooruitstrevend of niet dat maken we niet uit. Dat blad gnuift zoo heerlijk over de groep Brabantsche boeren, katho- 'ieken, die niet volgens „Rerum Novarum" zouden handelen en spot dan een beetje met het. solidarisme! Niet alleen onbeholpen, doch meer kwaad willig dan dom. Dat ze het dien boeren on der den neus houdt, dat ze misdoen, goed; maar waf heeft dat te maken met „Rerum Novarum?" Ook onder de katholieken worden er ge vonden, die niet vooruitstrevend zijn, hun plichten niet kennen, en zelfs, als zij ze kennen, er niet naar handelen. Ze hebben den geest van het katholicisme nog niet te pakken; en denken vooral maar aan de winst en zich zelf. Waar hebben ze dat toch geleerd? PROP. DR. R. JANSEN De nieuwe rector-magnificus van de R. K. Universiteit Beide daders leggen een volledige bekentenis af Omtrent den moord op den heer Esehauzier kan nog worden medegedeeld, dat gister in het ziekenhuis te 's Hage die confrontatie beeft plaats gehad van K. met het lijk, in tegen woordigheid van commissaris Kramer. Per politieauto werd K. naar het ziekenhuis gebracht en ook laat in den middag naar bet Hoofdbureau van Politie teruggebracht. Nog kan worden medegedeeld, dat het lijk van den heer E. gebonden met een riem van een bagagedrager in de kist werd aangetroffen. De „Konings-Klompen-Industrie" Een paar jaar geleden werden reeds in de bladen berichten gelanceerd over de nieuwe vinding van den verdachte K. nl. de zooge- Het bestuur der St. Radboudstichting heeft Kioemd tot Rector-Magnifieus aan de R. K. tversiteit te Nymegen voor het studiejaar 1931—1932 prof. dr. R. Jansen O.P. als opvolger Tan prof. dr. E. Drerup. DE TITELS DER BISSCHOPPEN BROEDERSCHAP TER EERE VAN O. L. VROUW VAN HET HEILIG HART. Geen wijziging in Engeland Z. Em. Kardinaal Bourne heeft meegedeeld, dat het Engelsche episcopaat geen wijziging wenscht van de tradit-ioneele titulatuur der Ibisschoppen. Deze blijft in Engeland voor aartsbisschoppen en bisschoppen dezelfde, dus His Grace en Hls Lordship, en wordt niet Ex cellentie. De jaarlijksrhe processie Naar wij vernemen, zal de jaarlijksche pelgri mage voor de „Processie Broederschap" te Ne- derhorst den Berg ter eere van O. L. Vrouw van het Heilig Hart te Sittard op 9, 10 en 11 Juni a.s. plaats hebben. Inlichtingen zijn omtrent dezen bedetocht te verkrijgen bij den Zeereerw. heer G. C. de Wolf, pastoor te Nederhorst den Berg. DE MET ALEE KONINGSKLOMP, een verzool- baie soboenklomp, had als nieuwe uitvinding zeer de belangstelling van d.en heer Esehauzier naamde Konings-klompen. Deze klompen zou den bestaan uit een metalen voetomhulsel met verwisselbare houten zolen. K. deed in 192S en 1929 reeds pogingen om zijn vinding, waarop hij reeds eenige gunstige attesten had weten te verwerven, tot exploi tatie te brengen. Verschillende personen wist hij voor zijn vinding te interesseeren met het gevolg, dat in 1929 de N.V. „Konings-Klompen-Industrie" kon worden opgericht. Blijkens de statuten dezer N.V.. welke in „Stct. no. 75" van 18 April 1929 versehenen. was de Vennootschap gevestigd te 's-Graven. hage. Het maatschappelijk kapitaal zou be dragen 210.000, verdeeld in 10 preferente aan- d-ee-len op naapi en 200 gewone aandeelen aan toonder, elk groot 1000. In het prospectus vau de emissie werden de voordeelen van de Koningsklompen breed uit gemeten. O.a. heette liet daarin, dat het bovendeel der klompen, als zijnde van metaal, onverslijtbaar was en dat een houten zool na het afslijten, gemakkelijk door een andere kan worden vervangen. De uitgave aan klompen voor één persoon zouden door de nieuwe vinding gereduceerd worden tot één maal 1.50 en zes maal 40 ent. per jaar, samen 3.90, hetgeen een besparing aan klompen zou uitmaken per persoon van rond vijf gulden per jaar. Hoe voortreffelijk de eigenschappen van de Koningsklompen ook moesten zijn, liet bleek toch niet mogelijk voldoende geld bij elkaar te krijgen om de exploitatie te beginnen. Verschillende heeren, die zich voor Konings' vinding en ook voor den persoon van K. reeds niet onbelangrijke uitgaven hadden getroost, begonnen hun vertrouwen in de zaak te verlie zen en trokken zich uit de Vennootschap terug. K. probeerde het nu in Engeland. Hij was reeds in liet bezit van ou Engelsch patent voor de bevestiging van de houten zolen aan de metalen schoencil Hij slaagde er in in Engeland een compagnon te vinden. Ieder zou 5000 fourneeren. K zri.da, dat hij dat bedrag bij Burgers Co.'s Bank te 's-Gravenhage had staan. Bij informatie bleek dit echter niet het geval, zoodat ook dit compagnonschap ten slotte op niets uitliep. die geen kwaad vermoedde, met P. naar de kamer van K. Daar aangekomén, werd de heer E. vastgegrepen en werd hem een prop met aether in den mond geduwd Zijn handen en voeten werden met een touw vastgebonden De lieer E., die terstond bewusteloos was, werd op een bed neergelegd. De bedwelming bleek echter zoo sterk te zijn. dat de hee-r Esehauzier niet alleen bewusteloos was, maar spoedig aan de gevolgen daarvan overleed. Terwijl P. niet een gummistok bij het bed, waarop het ontzielde lichaam lag, de wacht bleef houden, men vermoedde, dat bij weer bij zou komen en dan wellicht alarm zou maken ging K. uit om een kist en een auto te halen om daarin den heer E. te vervoeren. Toen K. met een en ander terugkwam, heb ben zij het lijk in de kist gedaan en naar het pakhuis in de W es t er ba e n s tra a t vervoerd, waar het, zooals men weet, Maandag door den eigenaar van het pakhuis werd ontdekt. Geen moord bedoeld De bedoeling van K. en P. zou, volgens hun verklaring, niet zijn geweest den beer E. te dooden, maar hem te dwingen scliuld bekente nissen te teakenen en hem zoo lang vast te houden totdat deze zouden zijn geïnd. De daders hebben van den heer E. een bedrag van 100, dat deze op zak had, geroofd. K. wordt door de politie als de auotor intel lectualis van dit snoode plan beschouwd, terwijl P. meer een werktuig in zijn hand moet zijn geweest. P. was een vriend van K. met wien hij bij denzelfiden patroon had samengewerkt. Beiden hebben, zooals gezegd, een volledige bekentenis afgelegd, K. reeds gisterenmiddag, P. kort na zijn arrestatie gisterenavond. Het werk der politie Nader vernemen wij, nog: Toen de heer Esehauzier Zaterdagavond niet thuis kwam heeft de familie de politie gewaar schuwd en haar meegedeeld, dat de heer E om half drie in Centraal een onderhoud zou hebben gehad met K. Toen K. Zaterdagavond laat in zwaar beschonken toestand thuis kwam werd hij door de politie gearresteerd en naar het hoofdbureau gebracht. Bij het verhoor gaf hij een alibi op, flat scheen te kloppen, waarop de politie hem weer naar huis liet gaan. Zondagmorgen heeft commissaris Kramer hem opnieuw laten aanhouden, hetgeen een hevig protest van de zijde van K. uitlokte. Commissaris Paré, die het onderzoek in banden had naar het aanbieden van een val schen wissel bij Heldring Pierson vermoed de, dat K. ook daarvan wel iets zou kunnen weten. De jongen, die den wissel van een hem onbekende ter inwisseling zeide ontvangen te hebben werd met K. geconfronteerd en herken de hem als den-gene, die hem den wissel had ter hand gesteld. Ofschoon K. dit niet kon loochenen beweerde hij evenwel met de verdwijning van den beer E. niets uitstaande te hebben. In verband met de wisselvervalsching werd hij evenwel vast gehouden. Toen Maandagavond bet lijk van den heer E was gevonden, werd gedurende den daarop volgenden nacht K. aan een streng verboor onderworpen. Tegen half vier in den nacht begon hij iets meer los te laten, maar hij zeide, dat niet hij doch een paar vreemde kerels uit Amsterdam deu moord hadden bedreven. Hij zou den Zaterdagmiddag ten huize van mej. M. in de buurt van het Hollandsebe Spoorstation heb ben doorgebracht. Op vermoeden van medeplichtigheid werden mej. M. en een vriend van haar in arrest gesteld. Laatstgenoemde bleek echter niets met de zaak te maken te hebben en werd op vrije voeten gelaten. Het meisje werd vastgehouden en laat in den nacht vertelde zij aan de politie, dat het alibi van K.. dat zij eerst had bevestigd, onjuist was, hetgeen weer een be zwarend punt was voor K. Intusschen had de politie de woning van K. doorzocht en daar houtwol en stroo ge vonden, van dezelfde soort als zich nog in de kist bevond, waarin het lijk was verborgen. K. bleef evenwel ontkennen, tot gisteren middag half drie, even voordat hij met het lijk zou worden geconfronteerd. Hij legde nu een" bekentenis af. Vervolgens had de confrontatie plaats, die op K. een grooten indruk maakte. Na de confrontatie werd de sectie op het lijk verricht door dr. Rochat, dr. v. Rijss-el uit Rotterdam, dr. Schirm en prof. dr. Wester. Vervolgens is de politie gaan zoeken naai den tweeden verdachte, die door K. bij zijn bekentenis was genoemd. Om half 7 gisteren avond werd hij aangehouden in de ouderlijke woning aan het Westeinde. Het was de 20-jarige kantoorbediende J. G. W. P. Na een verhoor van een paar uur legde ook hij een volledige bekentenis af. Beiden beweren de bedoeling te hebben ge- bad den beer E. geld af te persen door hem ee-rst te bedwelmen en later in half versuften toestand blanco chèques te laten teekenen Zij hadden hem na hem een met aether gedrenkte prop in den mond te hebben geduwd, nog een doek om den mond gebonden. Verder hadden zij handen en voeten met touwen gekne veld. Terwijl P. bij den heer E., van wien ze meenden dat hij slechts bedwelmd was, de wacht hield, ging K. een kist halen en een auto huren zonder chauffeur. Zij hebben toen het lichaam van den heer E. in de kist gestopt en met den auto naar het pakhuis gebracht. Met auto en al waren, zij daar binnengereden, zoodat in de buurt weinig van het geval bemerkt werd. p. is vervolgens naar huis gegaan en K. zóu de rest wel opknappen, maar hij heeft zich verder niet meer om het lichaam van den heer E. bekommerd, doch is aan den rol gegaan, totdat hij 's nachts werd gearresteerd. K. schijnt P. tot medewerking te hebben overgehaald. Nadat P. Zaterdagmiddag het briefje van IC. aan den heer E. had overhandigd, hebben zij bet Buitenhof een daar stationneerende taxi genomen en zijn hiermee naar ds kamer van K. gereden. IC. heeft een bedrag van honderd gulden uit den zak van den heer E. gehaald en dit aan P. ter hand gesteld. Toen deze vernomen had, dat het lijk was gevonden, heeft hij, naar hij zegt, het geld verbrand. De tweede verdachte gevat Men seinde ons hedennacht uit Den Haag: De politie is er thans in geslaagd volledige klaarheid te brengen in den moord. Behalve den 30-jarigen K., die, zooals men weet, reeds in bewaring was. is gisteravond ook gearresteerd een tweede verdachte, de 20-jarige P., die woonde aan het Westeinde te 's Gravenhage. Beiden hebben na een langdurig verhoor een volledige bekentenis afgelegd. De toedracht De zaak blijkt zich als volgt te hebben toe gedragen: Zooals reeds is meegedeeld, zou de heer E Zaterdagmiddag in hotel Central met K een bespreking hebben over een door laatstge noemde gedane uitvinding. Toen de heer E. van de „Witte" naar Centraal ging, werd hij op gewacht door P., die hem een brief van K. overhandigde. In dien brief deelde K. mede, dat hij zijn voet verstuikt had en niet naar Central kon komen. Hij verzocht den heer Esehauzier op zijn kamer in de Prins Hendrik straat te komen om aldaar de bespreking te voeren. Met een taxi reed de heer Esehauzier, Een mededeeling van Burgers en Co.'s Bank Burgers Co.'s Bank verzoekt ons mede te dee'en, dat zij destijds niet de leening voor Konings Klompenindustrie, waarva n sprake was in 't onderhoud met mr. v. Vel zen over den moord op den heer Esehauzier, heeft geëmit teerd, dloch alleen haar lcflcetten beeft be schikbaar gesteld voor de inschrijving op die leening. Richtsnoer voor het sociale leven HANDHAVING VAN DE GOEDE ZEDEN Het Reglement Krijgstucht met een nieuw artikel aangevuld Afgekondigd is Staatsblad no. 174, bevatten, de het besluit van 27 April j.l., waarbij het reglement betreffende de krijgstucht wordt aangevuld met een nieuw artikel 1 a luidende als volgt: „Daar de godsdienst de bron^ is van alle geluk, deugd en waren moed, behoort ook in den krijgsstand een ieder zich tot het hoog houden daarvan en tot een zedige levenswijze te bevlijtigen; de godslasteringen, het vloeken en zweren moeten worden nagelaten en zullen de meerdelen hierin en in al wat de hand having der goed© zeden kan bevorderen, hun nen minderen met een goed voorbeeld voor. gaan, en alle buitensporigheden algemeen vermeden moeten worden". HET HOOGTEPUNT IN LEO'S LEVENSWERK De R. K. Handelshoog-eschool te Tilburg heeft gisteren avond in de groote zaal der Kon. Liedertafel „Souvenir des Montagnards" een plechtige Senaatsziiting gehouden ter herden king van de uitvaardiging der Encycliek Re rum Novarum Te midden van laurieren en palmen was op het podium de buste van Z. H. Paus Leo XIII opgesteld. De zaal was geheel bezet door vei- tegenwoordigers uit alle standen w.o. vele geestelijke en wereldlijke autoriteiten waren op te merken. Toen de senaat der professoren voorafgegaan door den pedel, de zaal binnentrad, klonk er geestdriftig Io Vivat; nadat door de „souvenir des Montagnards" het „Tu en Petrus" van Halier was uitgevoerd, opende de rector magni ficus de academische senaatszitting met het uitspreken van een rede over de groote betee- kenis van de Encycliek Rerum Novarum. Rede prof. F, Weve O.P. Spreker beg-on met uiteen te zetten dat de Rerum Novarum-herdenking bij uitstek de R. K. Handelshoogeschool aangaat. Deze im mers gaat van het standpunt uit, dat er vast- ...svs-ii» A n TWEEDE KAMER VIA PLAATSELIJKE KEUZE NAAR ALGEHEELE DROOGLEGGING? HET BLAD NIET VERVOLGBAAR? Een zonderlinge ervaring DE HEER W. G. J. ESGHAUZIER, het slacht offer van den moord te 'e Gravenhage HET GELDT HIER VOOR ALLES DE VERDEDIGING VAN 'T OPENBAAR FATSOEN Onlangs is tegen het Communistenblad, dat zich mede tot taak stelt, de bedienaren van den godsdienst te vervolgen, door een belasterden priester een aanklacht ingediend. Daar van het geval niets meer gehoord werd, ging ,.de Tijd" op kondschap uit. En wat is onzen Amste-rdamschen confrater gebleken „Tot dusver dus lezen wij heeft de Amsterdamsche politie vergeefs getracht, een voor het geïncrimineerde artikel verantwoor delijken persoon op te sporen. Bij een door de recherche ter redactie van de „Tribune inge steld onderzoek, veinsden de heeren volkomen onschuldig te zijn aan de zaak. Niemand wilde den naam van den lasterschrijver noemen. Op de vraag, wie dan de verantwoordelijke hoofd redacteur was werd geantwoord, dat men een communistiseh-democratische redactie vormde en geen redacteur de leiding had van de cou rant. Ook op de navraag, wie het artikel dan gezet of gedrukt had, werden uitvluchtjes ver zonnen, want daar wist niemand van, en de krant werd nu eens door dezen, dan door genen gezet of gedrukt. Maar wie was dart de eigenaar van het zaakje? Ja, de Com munistische Partij Holland, maar die had geen rechtspersoonlijkheid. En natuurlijk wisten ook de heeren D. Wijnkoop en L. de Visser die pas in de Kamer zoo hebben uitgepakt tegen de onoprechtheid en lafheid van de bourgeoisie, eenvoudig van niets. Het bleek ons, dat de Amsterdamsche Justi tie reeds vroeger en de jongste maanden her haalde aanklachten ontving, maar ds Officier meent, dat hij niets tegen het blad kan uit richten. Ten einde raad heeft hij zich tot den Minister van Justitie gericht, om van dezen een beslissing uit te lokken. De heeren van „De Tribune", die in hun blad plegen te paradeeren als helden, blijken dus eclite lafaards te zijn. Zij durven wel in het donker te lasteren, maar niet iu het li "lit der openbaarheid de gevolgen voor hun Lster te aanvaarden. In zooverre verschilt hun han ding weinig van die uit de achtetho: a dor criminaliteit, waar lichtschuwe flcsvchcn r kers en chantage-plegers zich ook ou pogen te maken. Wij doen bij dezen een bercep op d e raeening van alle partijen en der be volking om haar aandacht ts v; u a u ds onstrafbaarheid, die zich eenig: communi ii sehe drijvers in ons land toe! ~n, can on strafbaar beid, die hier zoo ver jij berend is ge bleken. Er worden wettelijke maatregelen voor bereid om de openbare vervloekingen van het Opperwezen tegen te gaan. Hst b ijkt the us, dat ook moet worden gezonnen op vu regelen tegen lasteraars, die door de mazen tail hot net den kop steken, om fatsoenlijke burgers te be- leedigen. Wat vandaag een der meest achtens waardige leden van den Katholieken clerus in Nederland gebeurde, kan morgen eiken gods dienstbedienaar, ja, eiken burger overkomen. Zelfs indien „De Tribune" het Hoofd van den Staat zou belasteren, schijnt op het oogenblik de Officier van bet recht machteloos te staan, om den schurk, die den laster uitbraakt voor de rechtbank te dagen. Het geldt hier voor allen de verdediging van het openbaar fatsoen, dat niet kan berusten in de straffeloosheid van één groep internatio nale propagandisten, die uit Moskou hun ant woord halen, om eerlijken lieden in Nederland in het gezicht te spuwen". GOUDEN PROFESSIEFEEST. De eerw. zuster Pia (in de wereld mej. M. v. Roosendaal) vierde heden haar gouden pa'ofes- siefeeg* staande algemeen© normen te geven zijn voor de ontwikkeling van het sociale leven; zij erkent d© objectieve waarde van de practische we tenschap en dus ook van de sociologie in P'^c- tisdheu zin. De Scholastiek-Thomistische wijs begeerte kent een werkelijke scientia prac tica, die de prac-tijk regelt naast die weten schap, die de dingen beoordeelt zooals zij zonder ons toedoen zijn. Van dit standpunt uitgaande tracht de R. K. H. H. S. naast het onderricht der „zuive re" economie, der technische economische en der juridische vakken ook een wetenschappe lijke, practisch-sociale vorming aan haar stu denten te geven. De Rerum Novarum nu be vat de groote lessen d-er katholieke levens- en wereldbeschouwing omtrent het sociale leven; het zijn deze verheven richtsnoeren die wij in eerbied en dankbaarheid aanvaarden en erkennen als de normen van welker inachtne- ming het geluk der menschheid afhangt. Na vervolgens de aanwezigen welkom te hebben geheeten begon spreker met een ex posé in groote lijnen van den toestand der arbeidsbevolking gedurende de laatste decen nia, die aan de Encycliek voorafgingen en be sprak vervolgens in den breede de grondstel lingen van de liberale economie. Na te hebben aangetoond dat de wetenschappelijke metho des van dit stelsel aan geheel andere takken van kennis waren ontleend n.l. de mechanica en de natuurwetenschappen, wees hij erop in welken be-trekkelijken zin men van economische wetten en regelmatigheden kan spreken. Daar de liberale economie, mede schuldig was aan bet kwaad vond het socialisme een open terrein. Het had echter al de grondfouten van bet liberale stelsel overgenomen. De natuurweten schappelijke methode beheerseh-t ook het Mar xistische stelsel. Het socialisme werd atheïs tisch en materialistisch tot op den bodem. Van daar zijn determinisme en zijn evolutionisme, maar toch openbaart zich in het socialisme van d© massa nog iets anders. Het socialisme streefde in zijn materialisme naar iets ideëels; in zijn strijd tegen het privaat beeit kwam het natuurlijk verlangen van de massa naar het privaat-bezit -tot uiting en zoo ook bestaat in zijn klassenstrijdsleer de -hoop naar een maat schappij zonder strijd, den toekomststaat; in al ■het streven naar 'het kwaad ligt iets goeds. Aan dit verlangen nu der natuur komt de Encycliek Reruim Novarum tegemoet. Spre ker zag haar onvergankelijke, en wereld-histo rische beteekenis in twee dingen. Vooreerst hierin dat dit document doet zien hoe de Kerk en de christelijke wijsheid datgene voor den mensch opeiscben waarheen bet verlangen van nature gaat, de aardsche verzorgdheid, ten tweede hierin dat de Kerk die bevrediging slechts te bereiken acht langs den weg van vasttaande en onveranderlijke normen om trent datgene wat recht en rechtvaardig is. Spreker deed nu zien hoe de stellingen van de Encycliek al'.e zijn terug te voeren op de specifieke geestelijke grootheid des menschen en hoe zich daaruit geheel een levensbeschou wing Iaat ontwikkelen die het socialisme ont beert. De Encycliek is dan ook de krachtigste reactie tegen het naturalisme en materialisme van wetenschap en levensbeschouwing der voorafgaande eeuw. Deze lessen blijven ten hoogste actueel, zij bohooren iu haar rijkdom en dienen beter te worden doorvorscht nu het wordt toegepast. Spreker eindigde met het prachtige woord van Lacordaire: Het volk heeft niets groots dan zich zelf en God, die het beschermt. Die grootheid Gods straalt terug op ieder, die de zaak van het volk lief heeft. Na deze rede zong de Kon. Liedertafel het .Groot is Jehova", waarna de feestrede werd gehouden door prof. Triebels. Rede prof. Triebeis Er valt, zoo ving de hor-gleenaar aan, in het levenswerk van Leo XIII een olimax waar ;e nemen, een steeds hooger stijgen naar den '.op, vanwaar hij de geheele wereld overstraalt met toet licht van zijn geleerdheid. Dat hoogte punt bereikt hij in Rerum Novarum, de laatste en omvangrijkste der groote encyclieken, waar in hij de belangrijkste vraagstukken van Kerk, staat en maatschappij behandelt. Na een korte schets van zijn leven vóór de verheffing tot het pontificaat, waarin hij wordt beschreven als een man van actie en van we tenschap tegelijk, wees spr. erop, dat Leo XIII, die het langdurig pontificaat van Pius IX van nabij heeft medegeleefd, gedurende die vele jaren de aan de Kerk vijandelijke stroomingeu zich heeft zien ontwikkelen in twee beddingen, die welke de christelijke grondslagen van deu Staat bedreigde, en die welke de geheele maat schappelijke orde dreigde te verzwelgen: de verkeerde staatstheorieën en de leer van het socialisme in zijn verschillende schakeeringen. Tegen deze twee stroom-ingen richtte Leo XIII zich in zijn beide eerste encyclieken, zoo als spr., nader aantoonde. De beteekenis der encyclieken van Leo XIII in liet algemeen, is deze, dat zij het werk van bet door den oorlog onderbroken Vaticaansehe concilie hebben voortgezet; die van de Rerum Novaram in het bijzonder, dat zij orde heefl gesticht, waar verdeeldheid dreigde en ten deele reeds bestond, dat zij de traditie der Kerk ■heeft vo rtgezet en de sociale actie tot een mondiale actie heeft verbreed. Rerum Novarum is niet ontsproten uit een opwelling van meewarigheid. Reeds jaren te Voorloopig is de strijd over de al of niet- invoering van de Plaatselijke Keuze beslecht. Men weet wat het systeem beoogt: de openbare gelegenheden om sterken drank te gebruiken en te koopen, dus de tapperijen en slijterijen, uit een gemeente te weren. Toegelaten wordt in huis sterken drank te gebruiken, welken men van elders betrokken heeft. Deze „droog legging" zou de kroon kunnen goedkeuren na een° volksstemming, waarbij drie vierden zich voor de sluiting van genoemde gelegenheden zou hebben uitgesproken. Het was bij de algemeene beschouwingen reeds duidelijk gebleken, dat Minister Ver schuur in deze zaak van geen wijken wilde weten. Plaatselijke Keuze leek hem verwerpe lijk: lo, omdat zij het drankgebruik kan ver plaatsen naar het gezin; 2o. omdat zij een beperking aan het openbaar leven oplegt, die wegens particuliere ontduikingen nutteloos is- 3o. omdat zij aan velen antipathiek is; 4o. omdat zij van geen beteekenis is in een land zoo dicht bewoond als bet onze. De Minister beeft gistermiddag de mogelijke ontduikingen nog geïllustreerd met de les der tapverboden, die verre van geslaagd genoemd kunnen worden. De Plaatselijke Keuze zal de neiging krijgen zoo hard te knijpen, dat men drinkb-eboefte op onwettige wijzen zal bevre digen. Met mr. M-archant vreesde de Minister ook den periodieken vijf-jaarlijkschen strijd om al- of niet handhaving van het stelsel met al de ellendige gevolgen van dien in de gemeenten. Tenslotte had de Minister, met den a.r mr. Beumer. een constitutioneel bezwaar. De Re geering zegt niet, dat bet stelsel met de grond wet strijdt, omdat dit er niet in staat, maar het verdraagt zich niet met de Constitutie. En iet algemeen belang, dat voor mr. Verschuur een ernstig motief is om met een wet door te tasten, ook al schijnt deze strijdig met de -rondwet, bestaat hier zeker niet. Het stelsel der Plaatselijke Keuze is trouwens met noodig om tot het door de vo rstanders verlangde re sultaat te komen, want de huidige wet geeft gelegenheid tot sluiting van tapperijen en slij terijen. Doch deze bevoegdheid beeft de Raad krachtens art. 6, 3o. niet de burgerij. Maar de Raden, zegt mr. Merchant durven de arieheele sluiting niet aan, ook met als er een "meerderheid is van sociaal-democraten, die de Plaatselijke Keuze- tooh op hu"Jf£ -ram hebben staan. De v.d.deider werd bestie- den door den a.-r. heer Smeenk, die depinnige opmerking plaatste, dat mr. Maichan.t me. „ioesV denken, dat de geheelonthouders hu* propaganda zoo agitatorisch zouden als de voorstanders der ee:rz>jd:1 Vt ew ning het deden met bun ideaal „Dat k'wajongensargument zei de -ou - laar toos, maar de bemerking was vaak. al mocht zij dan -geen argument heeten in ei=en IijDenhtnr Marchant werd ook bestookt door de soc.-dem. fractie, niet bet minst door mej. Groeneweg, die hem „ouderwetsch ™emd8; Deze soc.dem. afgevaardigde verdedigde he- amendement nog het best, maar haar ïee ten slotte de duidelijkste -bevestiging van - nister Verschuur's vrees, n.l. dat men Plaatselijke Keuze wel degelijk naar tota.e drooglegging wil. Voor mej. Groeneweg toch staat bet vast, dat de huidige samenlev g met haar snelverkeer geen alcohol meer ve - draagt en dat deze dus moet worden verban nen uit de gemeenschap. Het zal wel goe doeld zijn, maar eilieve, gebeuren droog gelegde landen geen ongelukken - Dunkt de jeugd, die mej. Groeneweg zeer terecht van den drank wil afhouden, soms niet - De meerderheid der Kamer dacht er anders over dan prof. Slotemaker c.s. Mr. van Hellenberg Hubar heeft het nog eens opgenomen voor de verpachters van ver gunningen en enkele amendementen inge diend om het vervangen te vergemakkelijken. Da Katholieke afgevaardigde verdedigde de stelling, dat -hetgeen nu met de vergunningen als winst-objecten geschiedt, eigenlijk vo =en de bedoeling der wet is. Hetzelfde standpunt namen de heeren van v uu- ren en Oud in, maar beiden wilden mi. v. Hellenberg Hubar in zoover tegemoet dat hunnerzijds geen bezwaar bestond voor liet treffen van een modus vivendi voor de nu le venden. Toen trok mr. van Hellenberg Hubar zijn amendementen in, na beloofd te hebben naar overgangsbepalingen zoeken ter oplossing van bestaand© verhoudingen. Mr. Kortenhorst is niet zoo gauw tevreden ais de Rijswijksche wethouder. Want hij kwam met een reeks amendementen, waarvan de on derlinge samenhang duidelijk bleek in de be strijding van den Minister, die er een geducht© aantasting in zag van het maximum-stelsel der vergunningen. Bedenkt men, dat het maximum der verloven reeds een essentieel punt is, voor den Minister, dan begrijpt men ook, dat diens verdediging van de „eerstgeborene", d. w. z. van het vergunningen-maximum, zoo sterk mogelijk werd gevoerd. Mr. Kortenhorst die zijn amendementen met kracht en klem ontraden zag, nam dat op art. 8, strekkende tot schrapping der eerste twee leden terug. Maa.r hij handhaafde het amen dement op art. 12, Dit amendement is reeds door den Minister op hevige wijze onder vuur genomen, maar de kanonade gaalt voort. Artikel 9 is nog z.h.s. goedgekeurd. De ver- geefsche redevoeringen bij ingetrokken amen dementen hebben de vergadering tot half ze ven doen duren. voren had Leo XIII die encycliek toegezegd, herhaaldelijk heeft hij zich over de onderwer pen, in die encycliek behandeld, uitgesproken, en ook reeds ais bisschop heeft hij het sociaal werken bevorderd. Hij kende de nooden der arbeidende klasse en heeft van het begin van zijn pontificaat, wanneer hij zich in zijn ver schillende encyclieken uitsprak over de chris telijke grondslagen van den Staat en van de maatschappij, aan de arbeiders gedacht, ge lijk hij zelf uitdrukkelijk heeft gezegd. Daarom mag Rerum Novarum het hoogtepunt in Leo's levenswerk worden genoemd. DaaTom ook. kon' hij, -in een betrekkelijk kort bestek het sociaJle vraagstuk zóó meesterlijk behandelen als hij het deed. In die encycliek ligt een geheel program opgesloten. Zij is niet van voorbijgaan den aard, zij blijft haar waarde behouden. Met een peroratie over de schoonheid der encycliek eindigde prof. Triebeis zijn met groote aandacht gevolgde rede. De plechtige zitting werd besloten met een gro" tsche uitvoering door de Kon. Liedertafel van het Te Deum van Verhuist.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 5