K t I i m ■M DOORNIGE WENDINGEN WHISKY-AHOOI VERZAMELWOEDE NU VRAAG IK U.... POLITIE EN HUMOR ips mm- WÉ" WOENSDAG 27 MEI Ï93Ï pfggr'*''WË?' s J> h $4" VLIEGTUIGEN IN BOTSING MET VOGELS —Pr- De Schot. Er hing een nerveuse spanning in de over volle straten en op de weidsehe glazen en be tonnen boulevards van de hoofdstad der Ver- eenigde. Aziatische Republieken. Het was meer dan enkel spanning; er stond angst ia de on rustige oogen en nood en vrees lagen om de scherpe monden. Het wachten was alleen op de uitbarsting. Deze kwam met de „laatste edities". Het publiek overrompelde de luid schreeuwende en gebarende krantenjongens en ontrukte hun al of niet tegen betaling de „Pan-Asla Tribune". Even buiten het gedrang werden de couranten midden op straat openge slagen en la» men elkaar en zichzelf hard-op de indrukwekkende headlines voor. De lieht- oouranten op de daken der zevenverdiepings- huizen flitsten en wentelden de laatste berich ten over de hoofden, de luidsprekers overda- verden het rumoer met half verstaanbare me- dedeelingen; in de café's werd de muziek ge smoord in de opwinding. In de groeiende ver warring .wist eigenlijk niemand meer nauw keurig wat er gaande was en iedere verhouding tusschen dezen chaos en zijn oorzaak was zoek, hetgeen nog geenszins wil zeggen, dat die oor zaak een kleinigheid was. Integendeel! Een zeer groot gedeelte van het publiek was bij het geval meer geïnteresseerd dan enkel met be- langelooze belangstelling. Even voor de ope ning van den officieelen beurstijd had de West- Europeesche Radio het bericht uitgegolfd, dat de spanning van het op niets voorbereide beurspnhliek tot een paniekhoogte had opge jaagd en dat de aandeelen van het Médoc- Gironde en Champagne-Bourgogne concern tot een paniek-laagte had neergedrukt,. Het is in zulke situaties voor een journa list niet gemakkelijk om juiste inlichtingen te geven, daar de meeste berichten tendentieus gekleurd zijn, terwijl de autoriteiten, die het weten kunnen of althans weten moeten, zwijg zaam en ontoegankelijk blijven, misschien wel, omdat zij zelf ook wel weten, dat zij niet weten, wat zij weten moeten/ Toch zou de redactie in Yokohama ons met reden nalatigheid ver- wijten, als wij over deze ook voor ons land hoogst belangrijke gebeurtenis geen betrouw bare berichten doorgaven. Had Japan geen groote wijnondememingen, zoowel in het aan het gebied van den opstand grenzende Alle- mania als in Espan-esië? En het stond vast! er was een opstand uitgebroken in de Euro- peesche koloniën van de Vereenigde Aziatische Republieken eb daar had ik maar rekening mee te houden. „De Pater is op 't oogenblik in de kerk; hij doet het Dof en 't zal zeker nog wel een half uurtje aanloopen voordat ie weer hier is". Maar met dat al was de ftiter de eenige mij bekende deskundige op koloniaal gebied, die in aanmerking kwam, om een oordeel uit te Spreken over den warwinkel van berichten, die nu al zes uren lang over de stad stroom den. Al mijn hoop was op hem gevestigd, want hij leek mij de eenige, die in staat zou zijn geweest zijn kalmte te bewaren; een bank directeur was al opgevischt uit de rivier, maar een pater is bij de koloniën slechts geïnteres seerd met van alle eeuwigheid verzekerde be langen. Om den tijd te korten, ging ik maar achter in de kerk zitten en luisterde naar de preek van den pater. Een vierkante mannelijke gestalte, in de pij van Sint Franciscus en met een paar oogen, die over de kappen heen in de eeuwigheid keken, heklom den preekstoel en begon te spreken. De gestalte sprak over de liefde en om u de waarheid te zeggen gingen zijn uit eenzettingen wel een beetje langs en over mij heen, vant mijn gedachten waren beurtelings In Yokohama en in West-Europa. Maar op den duur klonken de woorden zóó suggestief, zóó dringend en zóó overtuigend, dat ik gedwongen werd te luisteren. De gestalte in de pij ging uit van de woorden „Deus charitas est" en ont wikkelde deze gedachte zoo verheven, dat het werkelijk onbegonnen werk is te probeeren het weer te geven; maar een feit is het, dat wij in ai onze zenuwen en Vezelen doordrongen wer den van de waarheid der liefde" Gods. Toch dook het spook van den opstand in West- Europa weer in mijn geest op, maar vreemd genoeg, was ieder verband tusschen het pro bleem en de paniek aan de beurs zoek; ik dacht noch aan obligaties noch aan shares, maar alleen aan menschen en aan zielen, voor al aan zielen. En in breede kringen dienden de woorden voort; de mond, die ze sprak vormde nieuwe woorden voor eeuwenoude gedachten. Eeuwen van gedachten en gedachten van eeuwen kwamen en gingen en golfden door de ruimte, die geen kerk meer was. maar de wijde wereld zelf, waarin alles vocht tegen alles en ieder tegen allen en niet het minst tegen zich zelf, om een uitweg te vinden uit den doolhof van de stofWij waren niet meer, die wij waren en hoorden alleen nog het lied van de Liefde, dat zong uit den stren gen kop onder het klankbord met den kleinen, maar machtigen microfoon Het zachte land van Médoc kreunde onder de revolutie. Na eeuwen 'van knechting en overheersching had het volk eindelijk naar zijn hoogste goed, de vrijheid, teruggegrepen. Een bijna onmerkbare "ontevredenheid was na lange jaren van gevaarlijk en taai volhouden door de intellectueele leiders langzaam geor ganiseerd tot die verbijsterende kracht, die nu losgebroken, alles dreigde te verwoesten. De eertijds weinige leiders wagen door de voort schrijdende techniek in de gelegenheid gesteld zich kennis en wetenschap te verwerven en deze hadden hun de overtuiging bijgebracht, dat het volk van Frankrijk, in vroeger eeuwen het middelpunt van wetenschappelijk en kunst zinnig Europa, misbruikt werd, maar tevens was dieper dan ooit de zekerheid geworteld, dat het volk nog over dezelfde krachten be schikte als in den tijd toen zijn beschaving de wereld verbaasde en verlichtte. Die weinige leiders waren langzaam aangegroeid tot velen en hun voorman, Raoul Duclê, had met groote kennis van zaken de organisatie van het volk tor hand genomen. Het contact met het volk, dat een tijdlang door een handig onderwijs, ■yateem opzettelijk verbroken was geweest, DE „AHTO" een 29 voet metende zeilboot, arriveert te New-York, na een kruistocht over den Atlantisch en Oceaan, 7 Augustus 1930 was 't bootje van Reval vertrokken 1 werd langzaam hersteld; het volk kreeg zijn zelfvertrouwen terug. Met diepgezonken hoofd en oogen vol zelf verwijt luisterde Raoul Duclé naar den luid spreker, die hem de woorden overbracht, die ginds ln Midden-Azië van den kansel klonken. Zij waren hem niet vreemd; jaren lang reeds werden zij gesproken in dit land door dezelfde gestalten in de pij van Sint Frans, die er rondgingen, om te trachten deze parel voor de kroon der Moederkerk terug te winnen. Hij had er echter nooit veel aandacht aan ge schonken," want allereerst moest het volk vrij. Deze gedachte had Duclé gehypnotiseerd, zij was zijn hartstocht geworden, waar alles voor moest wijken, waar alles aan werd opgeofferd, zijn jengd en Zijn rijke talenten. Hij had het volk gevangen, het meegesleept met zijn snelle fantasie en hij had de zoete voldoening gekend van de menigte, die de wóórden van zijn lippen las, te beheerschen en in zijn macht te hebben. Den heelen keten, die bet volk gebonden hield, had hij zorgvuldig schakel voor schakel onder zocht, totdat hij eindelijk de zwakke plek ge vonden had, waar de vijl het snelst en het ge makkelijkst zou doorbijten; zonder aarzelen was hij begonnen en hij had het volk ont ketend. Nu hinderden hem die woorden, die van heel ver kwamen aantrillem en die hem hekend waren, al had hij er den zin nooit van begre pen. Ook daartegen had hij gevochten, deze leer was vreemd aan de cultuur van het volk en diende slechts, om het onderworpen en slaafsch te maken in zijn dienstbaarheid. De woorden uit den luidspreker lieten niet af zij kregen een wonderlijken nadruk door de leegte van het vertrek en gedragen als ze wer den door het rumoer buiten, waar het volk om zijn vrijheid vocht. Zij vulden de kamer en drongen met geweld door tot zijn verstand, dat van nature klaar en helder was en ge voelig voor logica. Deze leer sprak aannemelijk tot het verstand en zij ging rechtstreeks ln op de kern; zij bracht verstand en gevoel tot el kaar; zij was menschelijk; zij richtte zich ook tot de natuur. Ieder volgend woord vonkte helderder dan het voorgaande, totdat eindelijk de heele ziel doorlicht werd met een gloed. De zelfde gloed had Frankrijk voor een lange rij van eeuwen onttrokken aan den greep van een andere overheersching en het opgestuwd tot de hoogte van waaruit het de leeraar van Europa geweest was en van waar het door hartstocht, liefdeloosheid, kleinheid en zelf zucht weer omlaag getrokken was, om in een andere overheersching te vallen, die het ge louterd had. Dat was de zin der geschiedenis, dien hij steeds gezocht had. Nog eenmaal zou hij het volk beheerschen, het dwingen naar zijn begeesterend woord, thans om het tot bedaren te brengen en het den eenigen weg te toonen, dien het gaan kon. In het centrum van den opstand werd wild gevochten ;het volk kende in zijn razernij geen genade meer, het vertrapte, verwoestte, verbranden, het deed, wat iedere opgezweepte menigte, beschaafd of onbeschaafd, doet, als ze wordt losgelaten en het whs losgelaten door hem, hij alleen kon het weer intoomen: „Houdt op! Stilte, ik wil spreken, luister!" „Hij wil spreken neen, wij spreken nu!" „Maar ik heb Iets te zeggen!" „Wij zeggen en wij doen!" Een droge knal Toen ik met zware hoofdpijn wakker werd, herinnerde ik mij geruststellend, dat de aan deelen cultures in het avondblad niet lager genoteerd hadden gestaan dan een dag vroeger. JULES A. Snelheid-leugens. Enkele auto-racers zaten hij elkaar en wissel den hun heldendaden uit: De een: „Ik reed de vorige week zoo snel langs den weg, dat de telegraafpalen als tra- Hes voor me werden". „Och, dat beteekent nog niets. Ik reed van de week zoo snel, dat de kalometersteenen als een vaste muur voor m'n oogen werden", zei een tweede. „Ik reed onlangs zoo snel een landweg rond, dat Ik het nummer van mijn eigen wagen kon lezen", vertelde een derde. „Allemaal niets te beteekenen", zwaaide een vierde bluffer af, „Ik reed gisteren een weg af en hoorde telkens wat achter me aansuizelen en zoemen, en toen ik omkeek, bemerkte ik, dat 't een geweerkogel was, die mij achterna was gezonden". Wanneer men zich bezint op de wijze, waaT- op de menschheid de deugd van spaarzaamheid weet te beoefenen, met name, op welke terrei nen zij met deze deugd manoeuvreert, zal het niet direct uoodiig blijken, de epaarwoede toe te schrijven aan een soort kleptomanie, die zich in het onderbewuste dusdanig roeren zou. De wijze, waarop de economische mensdh ver zamelt, blijft hier buiten beschouwing. Van deze hebbelijkheid hehben we wel eens gezucht „gemakkelijker te bewonderen dan na te doen! Het verzamelen van variteiten is misschien wel geboren uit een onbewusten rijkdomswel lust, die later meer algemeen en vooral bij de jeugd verspreid is, door een cadeau-systeem, dat aan het verzamelen van 'meer gewone din gen, als chocoladeomslagen en zeepverpakkin- gen, verbonden werd. Verklaring van 't geval la moeilijk te geven; alleen weten we, dat er vooral tegenwoordig danig verzameld wordt. In onize jeugd nog niet zoo lang geleden, Deo gratflas! hadden we een blauw oog over voor een nieuw lucifersmerk en handig sjacher den we in zwaluwen, panters, molentjes en wat dies meer zij. Een kostbaarder manie, die we eerst later, onder de veilige ausplcieën van een grooten broer, mochten botvieren, was de postzegelver. zameling. We werden ouder en wijzer en na de vele phasen van planten-, vlinder-, vlaggen-, prentbriefkaarten- en voetballers-verzamjelaar doorloopen te hebben, spaarden we naarstig biereartons. En op het psychologisch moment we waren juist ben van onzen voorraad film sterren, grepen we weer terug naar de manie van jaren her en spaarden weer vlinders, nu van linnen, en vogeltjes met heusohe veren, die we vonden in de sigaretten-verpakking. Er is nog zoo iets van een „kringloop der bescha ving". De na-oorlogsellende bracht ln DuitscMand een 'bonte mengeling van noodgeld in omloop en ln minder dan geen tijd telden we onze marken met zes cijfers. Er was sprake van menschen, die gouden tientjes verzamelden; we water tandden en probeerden het met dubbeltjes wat mislukte. Nu glijden dagelijks eenige kope ren centen ln een primitief spaarpotje. Tot ook d'it mislukt! De 'boven vermelde verzamel-ultspattingen opereerden nog meestal op zeer persoonlijk ter rein. Er bestaan echter variteiten-verzamelin gen, waaruit niet alleen de geestelijke vader ervan, maar ook de maatschappij, haar voor deel trekken kan. Wie reizen wil en zich op de hoogte wenscht te stellen van wat de keukens brengen zullen, wende zich vol vertrouwen tot den hekenden cellist, prof. Grünfeld, die be schikt over een verzameling van eenige dui zenden menue-kaarten. Voorzien van ultvoeri- gen commentaar, is het een zeldzame gids voor hen, die van de eene culinaire verrukking naar de andere willen reizen. Een verzameling van heel andere soort, niet minder zeldzaam maaT van meer algemeen be lang, is het internationale kranten museum ln Aken, het grootste couranten-museum der ge- heele wereld. Onder de 150.000 verschillende exemplaren bevinden zich tallooze curiositei ten uit d'e meest uiteenloopende gebieden. Aflle talen zijn er vertegenwoordigd, mn de Chinee- sche krant tot het Eskimo-dagblad toe. Er zijn geschreven exemplaren van een oerwoud-kran- tje uit het midden der vorige eeuw en van een dito van eenige Dultsche eremieten. Er ligt een spiritistisch blad, wit op zwart gedrukt; een der eerste socialistische bladen uit 1849, gedrukt op donkerrood papier en een exem plaar van de Kölnlscbe Volkszeitung van 1849, waarin een verslag over het eerste eeuwfeest van een groote firma met gouden letters is ge drukt Een „Kitsch-museum" is het unicum, waar op professor Pazaurek uit Stuttgart de vader- reehten heeft. Zijn museum is de meest bizarre verzameling van mislukkingen op artistiek en technisch gebied. Hij beschikt over materiaal, dat sprekende waarschuwingen bevat tegen al les, wat men in de kunst maar kan misdoen. Keizer Wilhelm II gebruikt men niet als nacht pitje, dus ook zijn borstbeeld niet. Een bloemen- vaas, die van 't groote hengel geen bloemen kan bevatten, mist haar doel, dus „Kitsch", 't museum in. Een inktpot van leder is binnen drie dagen lek, „Kitsch" 't museum in. Een stoel, waarvan de leuning zoo scherp is, dat men er een moord mee zou kunnen doen, mist ieder comfort, dus „Kitsch", het ding wordt „bijgezet". Tenslotte is deze laatste verzamelziekte misaoMen nog de meeat interessante. Het is al jaren geleden, dat 't fashionable Engelsche jacht „Gladys", komende uit de Zwarte Zee. bij Pressburg zijn anker uitwierp. Het scheen John Gerburry, den eigenaar van het mooie schip in de Donau-stad van Tsjeeho- Slowakije uitstekend te bevallen, de „Gladys" stoomde tenminste niet meer weg van „Bratis lava" zoo heet Pressburg thans maar ligt daar nog altijd. Mister Gerburry was al spoedig zeer bemind in de stad, hij was zeer gastvrij, in de nachte lijke uren bevatte de „Gladys" in haar comfor- tabele vertrekken haast voortdurend leden van de Pressburger haute-volóe. Niet, dat men zich het woord „Scheepvaart is noodig" tot lijfspreuk gekozen had. O neen, de delicate Schotsche Whisky dien de vrijge vige kapitein zijn gasten voorzette, was de oor zaak, dat men het jacht zoo gaarne met een bezoek vereerde. Nadat de charmante John Gerburry eenige vaten van zijn heerlijken drank geschonken had, 'begon hij de voorliefde der Pressburgers voor Schotsche whisky te exploiteeren. Hij ver grootte de lokalen der „Gladys" en tooverde die om ln een elegante bar, die tengevolge, van haar soliede prijzen dan ook uitstekend flo reerde. Want de whisky werd immers op En- gelschen 'bodem, geschonken. Invoerrechten en belastingen, de voornaamste lasten van ieder gastronomisch bedrijf waren daar uit uitge schakeld: 4/5 van den verkoopprijs waren dus zuivere winst voor den charmanten zeeman. Jarenlang ging de zaak ongestoord voort, tot vreugde van John Gerburry en alle geïnteres seerden. Alleen de hotelhouders van Pressburg waren gepikeerd op deze drijvende bar, zij waren n.l. de gedupeerden bij deze affaire. Geen wonder dus, dat de hotelhouders voortdurend actie voerden tegen deze oneerlijke concurren tie en alle zeilen bijzetten, om hier verande- ring in te brengen. Het eerste departement dat zich met de „Gladys" bemoeide, was natuurlijk dat der belastingen. Zij taxeerde den whisky omzet van 1923 tot '30 op de Gladys en niet schraal en zond Gerburry een aanslag, die zesmaal zoo groot was als de aanslag van één jaar. De whisky-kapitein liet zich echter door deze scherpe actie niet van de wijs brengen, hij beduidde de belasting-directie, dat hij zijn dranken absoluut niet verkocht in Tsjecho- Slowakije maar op Engelsohen bodem. Hij be taalde zijn liggeld maar geen rooden cent meer. Wat nu? De Engelschman kan vol gens internationaal Bonau-reeht op zijn schip doen en laten wat hij wil; dat begrepen ook na eenig nadenken de beambten. Maar het ging nu om de nationale belangen! Het vroolijke bedrijf op de Gladys, dat de zaken in het land zelf zoo benadeelde, moest dus op de een of andere manier onschadelijk gemaakt worden. Op zekeren avond, toen de Pressburgers het jacht wilden betreden, om hun gewoon glas whisky te gaan drinken, trof fen zij voor de loopplank van het schip politie- en douane-beambten aan, die beleefd, maar be slist naar de passen der bezoekers vroegen. Men beduidde de verbaasde menschen, dat zon- der een geviseerden buitenlandscben pas het betreden van den Engelschea bodem verboden was en stuurden de teleurgestelden weer naar de stad terug. Vanaf dit oogenblik is de zaak op de „Gladys" merkbaar achteruitgegaan. Want het aantal Pressburgers, dat ln het be zit is van een geviseerden bultenlandschen pas is gering en het Engelsche consulaat ls merk- waardig terughoudend geworden met het ver strekken van visums. Kapitein Gerburry zal dus eerstdaags weer moeten vertrekken. Mis schien ls echter de whisky-affaire van Press burg aan den Beneden-Donau nog niet afge- loopen, zoodat een landing der drijvende bar in een Hongaarsche of Roemeensche haven •tot later niet uitgesloten is. 'n Verhaaltje uit de Nieuwe Wereld moet al bijzonder frappant zijn, wil het den, altijd ietwat twijfelzuchtig aangelegden, Europeaan nog een akte van verbazing zien stellen. Amerika is nu eenmaal het land, dat, tengevolge van zijn onbegrensde mogelijkheden, met haast onbe grensde maat gemeten wordt. En wil worden, want de Yankee is business-man genoeg, oan van onze groote oogen pienter partij te trekken voor eigen reclame. Zijn verschillende toren gebouwen volgen we uit allerlei illustraties haast dagelijks in al hu~ aspecten. De heele De vlieger van Veenendaal van de K. L. M., die onlangs in de lucht in botsing kwam met een meeuw, is de vorige week in „aanvaring" ge weest met een postduif. De duif week eenigszins onhandig uit en sloeg tegen het triplex van den vleugel van het Fokkervliegtuig te pletter. De eenig schade was een gat in het hout. Botsingen tusschen vliegtuigen en vogels komen betrekkelijk veelvuldig voor. De vlieger Sillevis van de K. L. M. heeft enkele jaren geleden een botsing gehad met een kleine vlucht duiven, waarvan er een door de metalen schroef werd stuk geslagen, terwijl een ander ln den dunnen houten voorrand van den vleugel sloeg en daarin bleef steken. Totaal verbrijzeld natuurlijk. Dat dergelijke botsingen ook noodlottige ge volgen kunnen hebben, bleek in Maart 1928 te Esteli in Nicaragua, waar een Amerikaansch marinevliegtuig, dat Juist gestart was, in zjjn vliegbaan gekruist werd door een groote gier. Het zware beest kwam in aanraking met een der vleugelstijlen die door midden brak. De vliegers, Byrd en Frankfurter geheeten, poogden zich door middel van hun parachutes het leven te redden, doch daar het vliegtuig zich op het moment der botsing op geringe hoogte bevond, hadden de parachutes geen hoogte genoeg zich te ontplooien, zoodat beide vliegers den dood vonden. Een zeer recent geval van een botsing tusschen een vliegtuig en vogels met voor de vliegtuig- bemanning ernstigen afloop, ls dat van het drie- motorig Ford vliegtuig „Comte de la Vaulx", waarmede de Roemeensche prins Bibeaco, presi dent van de Internationale Luchtvaart Federatie een vlucht naar Fransch Indo China maakte. In den morgen van 17 April j.l. 'kwam dit vliegtuig vóór Allahabad in botsing met een gier, die de bekapping van een der motoren beschadigde. Nadat men te Allahabad de schade had her steld, werd de tocht voortgezet naar Calcutta. Een uur na het vertrek vloog weer een gier ln de machine ,nu tegen den vleugel, die ernstig beschadigd werd. De bestuurder, de Roemeen sche majoor Burdelodu, was gedwongen een nood landing te maken op een gecultiveerd stuk ter rein by Mihinia, maar zette het groote toestel met teveel snelheid op den grond, zoodat het aan het einde van het veld over een obstakel capo- teerde en in brand vloog De vier Inzittenden werden ernstig gewond, doch konden zich uit het brandende toestel redden. De tweede be stuurder, ltn. Beller, overleed echter spoedig aan zyn verwondingen in het militaire hospitaal te Benares. De groote vogels in Britsch-Indië zijn een ta- melyk ernstige bedreiging voor de luchtvaart. Naar aanleiding van het ongeluk overkomen aan prins Bibesco, berichten de Engelsche bladen, dat kort te voren een Engelsch jachtvliegtuig, het snelste toestel waarover de Britsche lucht macht in Indië beschikte, eveneens in botsing met een roofvogel kwam, zoodat de machine ln de lucht brak. De bestuurder redde zich door met zyn parachute at te apringen, Bij 't kamermeisje op den honden daktuin. ploeg arbeider» aan het Empire State Building hebben we haast man voor mam zien luaohen op den hoogsten top van den sky-krape-r. Den groei van den luchtsohip-ankermasit op dat gebouw hebben we in al zijn stadia haast pijnlijk nauwkeurig bestudeerd. En om nu maar Ineens naar de diepste diepten af te daieu - van de New-Yorker onderwereld weten we voor onzen doen aardig wat. Het dad an-reglster van de gangsters, de andere boeven en de burge meesters dor wereldstad Chicago kennen we met een nauwkeurigheid, een betere zaak waardig. En waarachtig, we verwonderen ons niet zoo licht meer. Tot we dezer dagen het relaas lezen van de opening van een nieuw hotel, uitvoerig, en tot in de kleinste onderdeelen nauwkeurig. Maar, beste Amerikaansche vrinden, wat kan het ons goed beschouwd nog scheien, dat dat hotel zooveel vierkante meters bibliotheek bevat dat men, bij de twintigste verdieping te beginnen, zonder omwegen, direct op den daktuin kan belanden, als we vernemen, wat voor comfort uw vindingrijke breinen hebben uitgedacht voor de hondenPlaagt ons ln vredesnaam niet meer met de hoogte, die ls hoog, we weten hetVermoeit ons niet meer met het aantal verdiepingen dat is ln ver houding, natuurlijk, we gelooven 'het direct. Beweert ons maar niets meer over het optel sommetje van kellners, portiers, liftjongens en kamermeisjes, 't is een heele natiemaar die honden Daar hebben nu die Yankee's ergens in de -zooveelste straat een hotel neergezet. Komt vaker voor, natuurlijk 't Gebouwtje is honderd en twintig meters hoog. In orde. Daar hebben ze twee en dertig verdiepingen in weten op te stapelen. Goed, dat 's „navenant". Maar nu vraag ik U Tusschen de negentiende en de twee en twin tigste verdieping heeft men een volledig hotel- bedrijf voor honden in het leven geroepen. De „gasten" mogen van het dolste ras zijn, gedres seerd en met fijne maniertjes, of recht van het lorrenwagentje gedeserteerd wanneer ze kun nen wijzen op een kapltaal-kraohtigen meester of meesteres, gaan de liftdeuren open en worden ze direct naar het dorado van de negentiende verdieping geheven. En daar wacht een bedieningDag en nacht staat een dierenarts ter beschikking van de gasten. Er is een kok, die de uitgezochtete hondenspljzen met gediplomeerde vaardigheid voor hen bereidt. Er zijn oppassers voor de groote, gevaarlijke brommers er zijn kamer- meisjes „tusschen 40 en 70", die de verwende diertjes voor een kleine vergoeding gaarne ver troetelenDe logé's kunnen gebruik maken van een speciaal voor hen ingerichien daktuin, waar zij in de zon kunnen droomen over de schoonheid des hondenlevens en haar vergankelijkheid en in de schaduw van he-u- schelijke palmen, wier stam gedeeltelijk in blik is verpakt, kunnen zij uitrusten van hun dolle capriolen temidden van al die hondenweelde. En daar een hond een hond blijft, zelfs wanneer hij als mensdh behandeld wordt, beschikken zij nog over een groot, afzonderlijk vertrek, voor zien van de meeat-moderne waterspoeling. Dan is er ©en bad-lnrlchting, een automatische bor stelmachine, een E. H. B. O. voor stukgeheten ooren en hij aJlle deuren bewegen de matten, die de pootjes vegen van hen, die 't zelf niet hebben geleerd. Laten we 't maar eerlijk bekennen, de heele beschaafde wereld van hutten en paleizen heeft zoo'n hondsche weelde nog niet aanschouwd. Nu vraag Ik U Het moeilijke probleem. Duitsch dienstmeisje: „Mijnheer, kunt u mij ook zeggen waar hier visavis is?" n „Hier vlak tegenover, lieve juffrouw „Maar daar kom ik juist vandaan, en daar heeft men mij gezegd, dat 't aan dezen kant moet zijn", Een Schot was een hartstochtelijk lezer van boeken, die hij in een leesbibliotheek leende. Maar daar hij alleen 's avonds kon lezen, leerde hij om licht uit te sparen het braille schrift der blinden en las van dien tijd af in 't donker. De eene stad in het land zus munt uit door 'n geperfectionneerden reinigingsdienst, waar door niet één bacterie noch één baccil ont vlucht uit datgene, wat ons en onzen buurman te veel overbUjft'-t de andere stad in het land zoo gaat prat op een geperfectionneerden brandweerdienst, en de derde stad in het derde land beroemt zich op een geperfectionneerd politiecorps. Onze steden in ons land gaan grootseli zoo wel o-p de -geperfectionn-eer-de brandweer-, als op de geperfectioneerde politie- en reinigings diensten. Maar, al mag onze brandweer nog zoo po pulair wezen, en al ls onze vuilnisman nog zoon gentleman, en al zijn de handschoenen van onzen agent nog zoo 'hageilwit, al wijst hij nog zoo vriendelijk den weg van het eene eind naar het andere der stad, in functie 'n grap verkoopen, in functie laöh-en, dat heel het offi cieels a-gantenlidhaam meelacht, en corps een politioneele aardigheid uithalen, dat kunnen wij ons toch bezwaarlijk van onze beschermers van wet en orde voorstellen. Het is ons volmaakt onbekend, of die (brand weer van Mauniheim die van Amsterdam, of wel die van Rotterdam ©venaart; wü zijn evenmin op de hoogte van de wijze, waarop het Man-n- helmsohe vuil verwerkt woTdt, maar van de politie weten wij, dat zij in haar corps-vaandel de leus geschreven heeft: men vangt meer vliegen met honing dan met azijn.... Door 'n groote stad vol straatjongens en (bel hamels gescholden en geplaagd te worden, ach, dat is nog het ergste niet; de agent kan troost en huilpe en medelijden zoeken -bij dien schoolmeester. Een fiksche knokpartij uit vechten met bewoners van buurten, waarin alleen agenten gestuurd worden, och, dat vinden „wij" nog niet zóó erg brrrr. Maar om te 'midden van fordjes en rolds-royees, van mer eed es-benzen en si naasappelen karren, van slagersfiets-en en motorzijspanwagens doodbe daard te blijven staan, en wenken en met d© armen -zwaaien, en in 'n voortdurenden stort-» vloed lieflijkheden toegestier-d te krijgen van dame achter het stuur van een two-sitter, van den slagersjongen, van den vrachtrijder op den mercedas-benz en van den rijkaard in den lu>:-a auto, en van moederlief adliter de kinderwa gen en dan vriendelijk te blijven, monkelend, opgewekt, ja zelfs den zin voor hu-mor te hou den, dót is 'heldhaftig! En dia hoogte van heldhaftigheid heeft ie politie van Mannheim bereikt. De Mannihel-mseh© burgerij werkt zooals overall -ook hier niet mee. Zij -hou-rl-t van het diagonaal oversteken van een kruispunt .van wegen, (wat men in Amerika notatoene „D-utch crossing" noemt), zij loopt niet graag gedwon gen links of rechts, zij oversehreidt met liefde de maximumsnelheid, en wat 't eigenaardige ia De politie van Mannheim -heeft al een prijs vraag uitgeschreven. 160.000 plaatjes zijn rond gedeeld, waarop afgebeeld staat, hoe de fa milie Nurks op den wandel ia, en hoe zij alle mogelijke (d-e vraag luidt: welke mogelijke) verkeersregelen overtreedt. Dit tusschen haak jes. - Maar wat 't eigenaardige is, dat de Mannheimers een buiten-gewone voorliefde voor verkeersverstoppingen aan den dag leggen. Er -bestaat 'blijkbaar een oeroud gewoonte recht, waar-door vooral op het kruispunt van de Bummelstrasze, de Wasse-rturm en de Para-deplatz voortdurend vijf, ti-on tot vijftien dicht op elkaar gedrongen menschen. praten, delibereeren en diacussieeren. Dezer dagen rukte'de politie plotseling aan op een groote wagen vol caféterrasstoelen. Vrie-ndelijk-e, wit-gemanchett© agenten boden het vergaderde volk even hoffelijk als vrien delijk een stoel aan. „Da die Herrschaften eicherlich noch langer hier zu verweilen belieban, gestalten Sie giitigst, dasz die Polizle für Beetuih-ldng sorgt Het resultaat feun-t u zich makkelijk verheelI- den, wanneer u zich een stoel aangeboden denkt op die Buimimelstratze te Mannheim. f? S«IS:;«3;S V, *M- as I PROEFPARADE voor den verjaardag dea kwnings op de Horsie Gutands Parade te Londen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 10