K
t
I
i
m
■M
DOORNIGE WENDINGEN
WHISKY-AHOOI
VERZAMELWOEDE
NU VRAAG IK U....
POLITIE EN HUMOR
ips
mm- WÉ"
WOENSDAG 27 MEI Ï93Ï
pfggr'*''WË?'
s J>
h $4"
VLIEGTUIGEN IN BOTSING MET
VOGELS
—Pr-
De Schot.
Er hing een nerveuse spanning in de over
volle straten en op de weidsehe glazen en be
tonnen boulevards van de hoofdstad der Ver-
eenigde. Aziatische Republieken. Het was meer
dan enkel spanning; er stond angst ia de on
rustige oogen en nood en vrees lagen om de
scherpe monden. Het wachten was alleen op
de uitbarsting. Deze kwam met de „laatste
edities". Het publiek overrompelde de luid
schreeuwende en gebarende krantenjongens en
ontrukte hun al of niet tegen betaling de
„Pan-Asla Tribune". Even buiten het gedrang
werden de couranten midden op straat openge
slagen en la» men elkaar en zichzelf hard-op
de indrukwekkende headlines voor. De lieht-
oouranten op de daken der zevenverdiepings-
huizen flitsten en wentelden de laatste berich
ten over de hoofden, de luidsprekers overda-
verden het rumoer met half verstaanbare me-
dedeelingen; in de café's werd de muziek ge
smoord in de opwinding. In de groeiende ver
warring .wist eigenlijk niemand meer nauw
keurig wat er gaande was en iedere verhouding
tusschen dezen chaos en zijn oorzaak was zoek,
hetgeen nog geenszins wil zeggen, dat die oor
zaak een kleinigheid was. Integendeel! Een
zeer groot gedeelte van het publiek was bij het
geval meer geïnteresseerd dan enkel met be-
langelooze belangstelling. Even voor de ope
ning van den officieelen beurstijd had de West-
Europeesche Radio het bericht uitgegolfd, dat
de spanning van het op niets voorbereide
beurspnhliek tot een paniekhoogte had opge
jaagd en dat de aandeelen van het Médoc-
Gironde en Champagne-Bourgogne concern tot
een paniek-laagte had neergedrukt,.
Het is in zulke situaties voor een journa
list niet gemakkelijk om juiste inlichtingen
te geven, daar de meeste berichten tendentieus
gekleurd zijn, terwijl de autoriteiten, die het
weten kunnen of althans weten moeten, zwijg
zaam en ontoegankelijk blijven, misschien wel,
omdat zij zelf ook wel weten, dat zij niet weten,
wat zij weten moeten/ Toch zou de redactie in
Yokohama ons met reden nalatigheid ver-
wijten, als wij over deze ook voor ons land
hoogst belangrijke gebeurtenis geen betrouw
bare berichten doorgaven. Had Japan geen
groote wijnondememingen, zoowel in het aan
het gebied van den opstand grenzende Alle-
mania als in Espan-esië? En het stond vast!
er was een opstand uitgebroken in de Euro-
peesche koloniën van de Vereenigde Aziatische
Republieken eb daar had ik maar rekening
mee te houden.
„De Pater is op 't oogenblik in de kerk; hij
doet het Dof en 't zal zeker nog wel een half
uurtje aanloopen voordat ie weer hier is".
Maar met dat al was de ftiter de eenige mij
bekende deskundige op koloniaal gebied, die
in aanmerking kwam, om een oordeel uit te
Spreken over den warwinkel van berichten,
die nu al zes uren lang over de stad stroom
den. Al mijn hoop was op hem gevestigd, want
hij leek mij de eenige, die in staat zou zijn
geweest zijn kalmte te bewaren; een bank
directeur was al opgevischt uit de rivier, maar
een pater is bij de koloniën slechts geïnteres
seerd met van alle eeuwigheid verzekerde be
langen. Om den tijd te korten, ging ik maar
achter in de kerk zitten en luisterde naar de
preek van den pater.
Een vierkante mannelijke gestalte, in de pij
van Sint Franciscus en met een paar oogen,
die over de kappen heen in de eeuwigheid
keken, heklom den preekstoel en begon te
spreken. De gestalte sprak over de liefde en
om u de waarheid te zeggen gingen zijn uit
eenzettingen wel een beetje langs en over mij
heen, vant mijn gedachten waren beurtelings
In Yokohama en in West-Europa. Maar op den
duur klonken de woorden zóó suggestief, zóó
dringend en zóó overtuigend, dat ik gedwongen
werd te luisteren. De gestalte in de pij ging uit
van de woorden „Deus charitas est" en ont
wikkelde deze gedachte zoo verheven, dat het
werkelijk onbegonnen werk is te probeeren het
weer te geven; maar een feit is het, dat wij
in ai onze zenuwen en Vezelen doordrongen wer
den van de waarheid der liefde" Gods. Toch
dook het spook van den opstand in West-
Europa weer in mijn geest op, maar vreemd
genoeg, was ieder verband tusschen het pro
bleem en de paniek aan de beurs zoek; ik
dacht noch aan obligaties noch aan shares,
maar alleen aan menschen en aan zielen, voor
al aan zielen. En in breede kringen dienden de
woorden voort; de mond, die ze sprak vormde
nieuwe woorden voor eeuwenoude gedachten.
Eeuwen van gedachten en gedachten van
eeuwen kwamen en gingen en golfden door
de ruimte, die geen kerk meer was. maar de
wijde wereld zelf, waarin alles vocht tegen
alles en ieder tegen allen en niet het minst
tegen zich zelf, om een uitweg te vinden uit
den doolhof van de stofWij waren niet
meer, die wij waren en hoorden alleen nog
het lied van de Liefde, dat zong uit den stren
gen kop onder het klankbord met den kleinen,
maar machtigen microfoon
Het zachte land van Médoc kreunde onder
de revolutie. Na eeuwen 'van knechting en
overheersching had het volk eindelijk naar
zijn hoogste goed, de vrijheid, teruggegrepen.
Een bijna onmerkbare "ontevredenheid was na
lange jaren van gevaarlijk en taai volhouden
door de intellectueele leiders langzaam geor
ganiseerd tot die verbijsterende kracht, die nu
losgebroken, alles dreigde te verwoesten. De
eertijds weinige leiders wagen door de voort
schrijdende techniek in de gelegenheid gesteld
zich kennis en wetenschap te verwerven en
deze hadden hun de overtuiging bijgebracht,
dat het volk van Frankrijk, in vroeger eeuwen
het middelpunt van wetenschappelijk en kunst
zinnig Europa, misbruikt werd, maar tevens
was dieper dan ooit de zekerheid geworteld,
dat het volk nog over dezelfde krachten be
schikte als in den tijd toen zijn beschaving de
wereld verbaasde en verlichtte. Die weinige
leiders waren langzaam aangegroeid tot velen
en hun voorman, Raoul Duclê, had met groote
kennis van zaken de organisatie van het volk
tor hand genomen. Het contact met het volk,
dat een tijdlang door een handig onderwijs,
■yateem opzettelijk verbroken was geweest,
DE „AHTO" een 29 voet metende zeilboot, arriveert te New-York, na een kruistocht over
den Atlantisch en Oceaan, 7 Augustus 1930 was 't bootje van Reval vertrokken
1
werd langzaam hersteld; het volk kreeg zijn
zelfvertrouwen terug.
Met diepgezonken hoofd en oogen vol zelf
verwijt luisterde Raoul Duclé naar den luid
spreker, die hem de woorden overbracht, die
ginds ln Midden-Azië van den kansel klonken.
Zij waren hem niet vreemd; jaren lang reeds
werden zij gesproken in dit land door dezelfde
gestalten in de pij van Sint Frans, die er
rondgingen, om te trachten deze parel voor
de kroon der Moederkerk terug te winnen.
Hij had er echter nooit veel aandacht aan ge
schonken," want allereerst moest het volk vrij.
Deze gedachte had Duclé gehypnotiseerd, zij
was zijn hartstocht geworden, waar alles voor
moest wijken, waar alles aan werd opgeofferd,
zijn jengd en Zijn rijke talenten. Hij had het
volk gevangen, het meegesleept met zijn snelle
fantasie en hij had de zoete voldoening gekend
van de menigte, die de wóórden van zijn lippen
las, te beheerschen en in zijn macht te hebben.
Den heelen keten, die bet volk gebonden hield,
had hij zorgvuldig schakel voor schakel onder
zocht, totdat hij eindelijk de zwakke plek ge
vonden had, waar de vijl het snelst en het ge
makkelijkst zou doorbijten; zonder aarzelen
was hij begonnen en hij had het volk ont
ketend.
Nu hinderden hem die woorden, die van heel
ver kwamen aantrillem en die hem hekend
waren, al had hij er den zin nooit van begre
pen. Ook daartegen had hij gevochten, deze
leer was vreemd aan de cultuur van het volk
en diende slechts, om het onderworpen en
slaafsch te maken in zijn dienstbaarheid. De
woorden uit den luidspreker lieten niet af
zij kregen een wonderlijken nadruk door de
leegte van het vertrek en gedragen als ze wer
den door het rumoer buiten, waar het volk
om zijn vrijheid vocht. Zij vulden de kamer en
drongen met geweld door tot zijn verstand,
dat van nature klaar en helder was en ge
voelig voor logica. Deze leer sprak aannemelijk
tot het verstand en zij ging rechtstreeks ln op
de kern; zij bracht verstand en gevoel tot el
kaar; zij was menschelijk; zij richtte zich
ook tot de natuur. Ieder volgend woord vonkte
helderder dan het voorgaande, totdat eindelijk
de heele ziel doorlicht werd met een gloed.
De zelfde gloed had Frankrijk voor een lange
rij van eeuwen onttrokken aan den greep van
een andere overheersching en het opgestuwd
tot de hoogte van waaruit het de leeraar van
Europa geweest was en van waar het door
hartstocht, liefdeloosheid, kleinheid en zelf
zucht weer omlaag getrokken was, om in een
andere overheersching te vallen, die het ge
louterd had. Dat was de zin der geschiedenis,
dien hij steeds gezocht had.
Nog eenmaal zou hij het volk beheerschen,
het dwingen naar zijn begeesterend woord,
thans om het tot bedaren te brengen en het
den eenigen weg te toonen, dien het gaan
kon. In het centrum van den opstand werd
wild gevochten ;het volk kende in zijn razernij
geen genade meer, het vertrapte, verwoestte,
verbranden, het deed, wat iedere opgezweepte
menigte, beschaafd of onbeschaafd, doet, als
ze wordt losgelaten en het whs losgelaten door
hem, hij alleen kon het weer intoomen: „Houdt
op! Stilte, ik wil spreken, luister!" „Hij wil
spreken neen, wij spreken nu!" „Maar ik heb
Iets te zeggen!" „Wij zeggen en wij doen!"
Een droge knal
Toen ik met zware hoofdpijn wakker werd,
herinnerde ik mij geruststellend, dat de aan
deelen cultures in het avondblad niet lager
genoteerd hadden gestaan dan een dag vroeger.
JULES A.
Snelheid-leugens.
Enkele auto-racers zaten hij elkaar en wissel
den hun heldendaden uit:
De een: „Ik reed de vorige week zoo snel
langs den weg, dat de telegraafpalen als tra-
Hes voor me werden".
„Och, dat beteekent nog niets. Ik reed van de
week zoo snel, dat de kalometersteenen als een
vaste muur voor m'n oogen werden", zei een
tweede.
„Ik reed onlangs zoo snel een landweg rond,
dat Ik het nummer van mijn eigen wagen kon
lezen", vertelde een derde.
„Allemaal niets te beteekenen", zwaaide een
vierde bluffer af, „Ik reed gisteren een weg
af en hoorde telkens wat achter me aansuizelen
en zoemen, en toen ik omkeek, bemerkte ik,
dat 't een geweerkogel was, die mij achterna
was gezonden".
Wanneer men zich bezint op de wijze, waaT-
op de menschheid de deugd van spaarzaamheid
weet te beoefenen, met name, op welke terrei
nen zij met deze deugd manoeuvreert, zal het
niet direct uoodiig blijken, de epaarwoede toe
te schrijven aan een soort kleptomanie, die
zich in het onderbewuste dusdanig roeren zou.
De wijze, waarop de economische mensdh ver
zamelt, blijft hier buiten beschouwing. Van
deze hebbelijkheid hehben we wel eens gezucht
„gemakkelijker te bewonderen dan na te doen!
Het verzamelen van variteiten is misschien
wel geboren uit een onbewusten rijkdomswel
lust, die later meer algemeen en vooral bij de
jeugd verspreid is, door een cadeau-systeem,
dat aan het verzamelen van 'meer gewone din
gen, als chocoladeomslagen en zeepverpakkin-
gen, verbonden werd. Verklaring van 't geval
la moeilijk te geven; alleen weten we, dat er
vooral tegenwoordig danig verzameld
wordt.
In onize jeugd nog niet zoo lang geleden,
Deo gratflas! hadden we een blauw oog over
voor een nieuw lucifersmerk en handig sjacher
den we in zwaluwen, panters, molentjes en wat
dies meer zij.
Een kostbaarder manie, die we eerst later,
onder de veilige ausplcieën van een grooten
broer, mochten botvieren, was de postzegelver.
zameling. We werden ouder en wijzer en na de
vele phasen van planten-, vlinder-, vlaggen-,
prentbriefkaarten- en voetballers-verzamjelaar
doorloopen te hebben, spaarden we naarstig
biereartons. En op het psychologisch moment
we waren juist ben van onzen voorraad film
sterren, grepen we weer terug naar de manie
van jaren her en spaarden weer vlinders, nu
van linnen, en vogeltjes met heusohe veren, die
we vonden in de sigaretten-verpakking. Er is
nog zoo iets van een „kringloop der bescha
ving".
De na-oorlogsellende bracht ln DuitscMand
een 'bonte mengeling van noodgeld in omloop en
ln minder dan geen tijd telden we onze marken
met zes cijfers. Er was sprake van menschen,
die gouden tientjes verzamelden; we water
tandden en probeerden het met dubbeltjes
wat mislukte. Nu glijden dagelijks eenige kope
ren centen ln een primitief spaarpotje. Tot ook
d'it mislukt!
De 'boven vermelde verzamel-ultspattingen
opereerden nog meestal op zeer persoonlijk ter
rein. Er bestaan echter variteiten-verzamelin
gen, waaruit niet alleen de geestelijke vader
ervan, maar ook de maatschappij, haar voor
deel trekken kan. Wie reizen wil en zich op de
hoogte wenscht te stellen van wat de keukens
brengen zullen, wende zich vol vertrouwen tot
den hekenden cellist, prof. Grünfeld, die be
schikt over een verzameling van eenige dui
zenden menue-kaarten. Voorzien van ultvoeri-
gen commentaar, is het een zeldzame gids voor
hen, die van de eene culinaire verrukking naar
de andere willen reizen.
Een verzameling van heel andere soort, niet
minder zeldzaam maaT van meer algemeen be
lang, is het internationale kranten museum ln
Aken, het grootste couranten-museum der ge-
heele wereld. Onder de 150.000 verschillende
exemplaren bevinden zich tallooze curiositei
ten uit d'e meest uiteenloopende gebieden. Aflle
talen zijn er vertegenwoordigd, mn de Chinee-
sche krant tot het Eskimo-dagblad toe. Er zijn
geschreven exemplaren van een oerwoud-kran-
tje uit het midden der vorige eeuw en van een
dito van eenige Dultsche eremieten. Er ligt
een spiritistisch blad, wit op zwart gedrukt;
een der eerste socialistische bladen uit 1849,
gedrukt op donkerrood papier en een exem
plaar van de Kölnlscbe Volkszeitung van 1849,
waarin een verslag over het eerste eeuwfeest
van een groote firma met gouden letters is ge
drukt
Een „Kitsch-museum" is het unicum, waar
op professor Pazaurek uit Stuttgart de vader-
reehten heeft. Zijn museum is de meest bizarre
verzameling van mislukkingen op artistiek en
technisch gebied. Hij beschikt over materiaal,
dat sprekende waarschuwingen bevat tegen al
les, wat men in de kunst maar kan misdoen.
Keizer Wilhelm II gebruikt men niet als nacht
pitje, dus ook zijn borstbeeld niet. Een bloemen-
vaas, die van 't groote hengel geen bloemen
kan bevatten, mist haar doel, dus „Kitsch", 't
museum in. Een inktpot van leder is binnen
drie dagen lek, „Kitsch" 't museum in. Een
stoel, waarvan de leuning zoo scherp is, dat
men er een moord mee zou kunnen doen, mist
ieder comfort, dus „Kitsch", het ding wordt
„bijgezet".
Tenslotte is deze laatste verzamelziekte
misaoMen nog de meeat interessante.
Het is al jaren geleden, dat 't fashionable
Engelsche jacht „Gladys", komende uit de
Zwarte Zee. bij Pressburg zijn anker uitwierp.
Het scheen John Gerburry, den eigenaar van
het mooie schip in de Donau-stad van Tsjeeho-
Slowakije uitstekend te bevallen, de „Gladys"
stoomde tenminste niet meer weg van „Bratis
lava" zoo heet Pressburg thans maar
ligt daar nog altijd.
Mister Gerburry was al spoedig zeer bemind
in de stad, hij was zeer gastvrij, in de nachte
lijke uren bevatte de „Gladys" in haar comfor-
tabele vertrekken haast voortdurend leden van
de Pressburger haute-volóe.
Niet, dat men zich het woord „Scheepvaart
is noodig" tot lijfspreuk gekozen had. O neen,
de delicate Schotsche Whisky dien de vrijge
vige kapitein zijn gasten voorzette, was de oor
zaak, dat men het jacht zoo gaarne met een
bezoek vereerde.
Nadat de charmante John Gerburry eenige
vaten van zijn heerlijken drank geschonken
had, 'begon hij de voorliefde der Pressburgers
voor Schotsche whisky te exploiteeren. Hij ver
grootte de lokalen der „Gladys" en tooverde
die om ln een elegante bar, die tengevolge, van
haar soliede prijzen dan ook uitstekend flo
reerde. Want de whisky werd immers op En-
gelschen 'bodem, geschonken. Invoerrechten en
belastingen, de voornaamste lasten van ieder
gastronomisch bedrijf waren daar uit uitge
schakeld: 4/5 van den verkoopprijs waren dus
zuivere winst voor den charmanten zeeman.
Jarenlang ging de zaak ongestoord voort, tot
vreugde van John Gerburry en alle geïnteres
seerden. Alleen de hotelhouders van Pressburg
waren gepikeerd op deze drijvende bar, zij
waren n.l. de gedupeerden bij deze affaire. Geen
wonder dus, dat de hotelhouders voortdurend
actie voerden tegen deze oneerlijke concurren
tie en alle zeilen bijzetten, om hier verande-
ring in te brengen. Het eerste departement dat
zich met de „Gladys" bemoeide, was natuurlijk
dat der belastingen. Zij taxeerde den whisky
omzet van 1923 tot '30 op de Gladys en niet
schraal en zond Gerburry een aanslag, die
zesmaal zoo groot was als de aanslag van één
jaar. De whisky-kapitein liet zich echter door
deze scherpe actie niet van de wijs brengen,
hij beduidde de belasting-directie, dat hij zijn
dranken absoluut niet verkocht in Tsjecho-
Slowakije maar op Engelsohen bodem. Hij be
taalde zijn liggeld maar geen rooden cent meer.
Wat nu? De Engelschman kan vol
gens internationaal Bonau-reeht op zijn
schip doen en laten wat hij wil; dat begrepen
ook na eenig nadenken de beambten.
Maar het ging nu om de nationale belangen!
Het vroolijke bedrijf op de Gladys, dat de
zaken in het land zelf zoo benadeelde, moest
dus op de een of andere manier onschadelijk
gemaakt worden. Op zekeren avond, toen de
Pressburgers het jacht wilden betreden, om
hun gewoon glas whisky te gaan drinken, trof
fen zij voor de loopplank van het schip politie-
en douane-beambten aan, die beleefd, maar be
slist naar de passen der bezoekers vroegen.
Men beduidde de verbaasde menschen, dat zon-
der een geviseerden buitenlandscben pas het
betreden van den Engelschea bodem verboden
was en stuurden de teleurgestelden weer naar
de stad terug. Vanaf dit oogenblik is de zaak
op de „Gladys" merkbaar achteruitgegaan.
Want het aantal Pressburgers, dat ln het be
zit is van een geviseerden bultenlandschen pas
is gering en het Engelsche consulaat ls merk-
waardig terughoudend geworden met het ver
strekken van visums. Kapitein Gerburry zal
dus eerstdaags weer moeten vertrekken. Mis
schien ls echter de whisky-affaire van Press
burg aan den Beneden-Donau nog niet afge-
loopen, zoodat een landing der drijvende bar
in een Hongaarsche of Roemeensche haven
•tot later niet uitgesloten is.
'n Verhaaltje uit de Nieuwe Wereld moet al
bijzonder frappant zijn, wil het den, altijd ietwat
twijfelzuchtig aangelegden, Europeaan nog een
akte van verbazing zien stellen. Amerika is nu
eenmaal het land, dat, tengevolge van zijn
onbegrensde mogelijkheden, met haast onbe
grensde maat gemeten wordt. En wil worden,
want de Yankee is business-man genoeg, oan
van onze groote oogen pienter partij te trekken
voor eigen reclame. Zijn verschillende toren
gebouwen volgen we uit allerlei illustraties
haast dagelijks in al hu~ aspecten. De heele
De vlieger van Veenendaal van de K. L. M.,
die onlangs in de lucht in botsing kwam met een
meeuw, is de vorige week in „aanvaring" ge
weest met een postduif. De duif week eenigszins
onhandig uit en sloeg tegen het triplex van den
vleugel van het Fokkervliegtuig te pletter. De
eenig schade was een gat in het hout.
Botsingen tusschen vliegtuigen en vogels komen
betrekkelijk veelvuldig voor. De vlieger Sillevis
van de K. L. M. heeft enkele jaren geleden een
botsing gehad met een kleine vlucht duiven,
waarvan er een door de metalen schroef werd
stuk geslagen, terwijl een ander ln den dunnen
houten voorrand van den vleugel sloeg en daarin
bleef steken. Totaal verbrijzeld natuurlijk.
Dat dergelijke botsingen ook noodlottige ge
volgen kunnen hebben, bleek in Maart 1928 te
Esteli in Nicaragua, waar een Amerikaansch
marinevliegtuig, dat Juist gestart was, in zjjn
vliegbaan gekruist werd door een groote gier.
Het zware beest kwam in aanraking met een der
vleugelstijlen die door midden brak. De vliegers,
Byrd en Frankfurter geheeten, poogden zich
door middel van hun parachutes het leven te
redden, doch daar het vliegtuig zich op het
moment der botsing op geringe hoogte bevond,
hadden de parachutes geen hoogte genoeg zich
te ontplooien, zoodat beide vliegers den dood
vonden.
Een zeer recent geval van een botsing tusschen
een vliegtuig en vogels met voor de vliegtuig-
bemanning ernstigen afloop, ls dat van het drie-
motorig Ford vliegtuig „Comte de la Vaulx",
waarmede de Roemeensche prins Bibeaco, presi
dent van de Internationale Luchtvaart Federatie
een vlucht naar Fransch Indo China maakte. In
den morgen van 17 April j.l. 'kwam dit vliegtuig
vóór Allahabad in botsing met een gier, die de
bekapping van een der motoren beschadigde.
Nadat men te Allahabad de schade had her
steld, werd de tocht voortgezet naar Calcutta.
Een uur na het vertrek vloog weer een gier ln
de machine ,nu tegen den vleugel, die ernstig
beschadigd werd. De bestuurder, de Roemeen
sche majoor Burdelodu, was gedwongen een nood
landing te maken op een gecultiveerd stuk ter
rein by Mihinia, maar zette het groote toestel
met teveel snelheid op den grond, zoodat het aan
het einde van het veld over een obstakel capo-
teerde en in brand vloog De vier Inzittenden
werden ernstig gewond, doch konden zich uit
het brandende toestel redden. De tweede be
stuurder, ltn. Beller, overleed echter spoedig
aan zyn verwondingen in het militaire hospitaal
te Benares.
De groote vogels in Britsch-Indië zijn een ta-
melyk ernstige bedreiging voor de luchtvaart.
Naar aanleiding van het ongeluk overkomen aan
prins Bibesco, berichten de Engelsche bladen,
dat kort te voren een Engelsch jachtvliegtuig,
het snelste toestel waarover de Britsche lucht
macht in Indië beschikte, eveneens in botsing
met een roofvogel kwam, zoodat de machine
ln de lucht brak. De bestuurder redde zich door
met zyn parachute at te apringen,
Bij 't kamermeisje op den honden
daktuin.
ploeg arbeider» aan het Empire State Building
hebben we haast man voor mam zien luaohen
op den hoogsten top van den sky-krape-r. Den
groei van den luchtsohip-ankermasit op dat
gebouw hebben we in al zijn stadia haast pijnlijk
nauwkeurig bestudeerd. En om nu maar
Ineens naar de diepste diepten af te daieu -
van de New-Yorker onderwereld weten we voor
onzen doen aardig wat. Het dad an-reglster
van de gangsters, de andere boeven en de burge
meesters dor wereldstad Chicago kennen we
met een nauwkeurigheid, een betere zaak
waardig.
En waarachtig, we verwonderen ons niet zoo
licht meer.
Tot we dezer dagen het relaas lezen van de
opening van een nieuw hotel, uitvoerig, en tot
in de kleinste onderdeelen nauwkeurig.
Maar, beste Amerikaansche vrinden, wat kan
het ons goed beschouwd nog scheien, dat
dat hotel zooveel vierkante meters bibliotheek
bevat dat men, bij de twintigste verdieping
te beginnen, zonder omwegen, direct op den
daktuin kan belanden, als we vernemen, wat
voor comfort uw vindingrijke breinen hebben
uitgedacht voor de hondenPlaagt ons ln
vredesnaam niet meer met de hoogte, die ls
hoog, we weten hetVermoeit ons niet meer
met het aantal verdiepingen dat is ln ver
houding, natuurlijk, we gelooven 'het direct.
Beweert ons maar niets meer over het optel
sommetje van kellners, portiers, liftjongens en
kamermeisjes, 't is een heele natiemaar
die honden
Daar hebben nu die Yankee's ergens in de
-zooveelste straat een hotel neergezet. Komt
vaker voor, natuurlijk 't Gebouwtje is honderd
en twintig meters hoog. In orde. Daar hebben
ze twee en dertig verdiepingen in weten op te
stapelen. Goed, dat 's „navenant". Maar
nu vraag ik U
Tusschen de negentiende en de twee en twin
tigste verdieping heeft men een volledig hotel-
bedrijf voor honden in het leven geroepen. De
„gasten" mogen van het dolste ras zijn, gedres
seerd en met fijne maniertjes, of recht van het
lorrenwagentje gedeserteerd wanneer ze kun
nen wijzen op een kapltaal-kraohtigen meester
of meesteres, gaan de liftdeuren open en worden
ze direct naar het dorado van de negentiende
verdieping geheven.
En daar wacht een bedieningDag en nacht
staat een dierenarts ter beschikking van de
gasten. Er is een kok, die de uitgezochtete
hondenspljzen met gediplomeerde vaardigheid
voor hen bereidt. Er zijn oppassers voor de
groote, gevaarlijke brommers er zijn kamer-
meisjes „tusschen 40 en 70", die de verwende
diertjes voor een kleine vergoeding gaarne ver
troetelenDe logé's kunnen gebruik
maken van een speciaal voor hen ingerichien
daktuin, waar zij in de zon kunnen droomen
over de schoonheid des hondenlevens en haar
vergankelijkheid en in de schaduw van he-u-
schelijke palmen, wier stam gedeeltelijk in blik
is verpakt, kunnen zij uitrusten van hun dolle
capriolen temidden van al die hondenweelde.
En daar een hond een hond blijft, zelfs wanneer
hij als mensdh behandeld wordt, beschikken zij
nog over een groot, afzonderlijk vertrek, voor
zien van de meeat-moderne waterspoeling. Dan
is er ©en bad-lnrlchting, een automatische bor
stelmachine, een E. H. B. O. voor stukgeheten
ooren en hij aJlle deuren bewegen de matten,
die de pootjes vegen van hen, die 't zelf niet
hebben geleerd.
Laten we 't maar eerlijk bekennen, de heele
beschaafde wereld van hutten en paleizen heeft
zoo'n hondsche weelde nog niet aanschouwd.
Nu vraag Ik U
Het moeilijke probleem.
Duitsch dienstmeisje: „Mijnheer, kunt u mij
ook zeggen waar hier visavis is?" n
„Hier vlak tegenover, lieve juffrouw
„Maar daar kom ik juist vandaan, en daar
heeft men mij gezegd, dat 't aan dezen kant
moet zijn",
Een Schot was een hartstochtelijk lezer van
boeken, die hij in een leesbibliotheek leende.
Maar daar hij alleen 's avonds kon lezen,
leerde hij om licht uit te sparen het braille
schrift der blinden en las van dien tijd af
in 't donker.
De eene stad in het land zus munt uit door
'n geperfectionneerden reinigingsdienst, waar
door niet één bacterie noch één baccil ont
vlucht uit datgene, wat ons en onzen buurman
te veel overbUjft'-t de andere stad in het
land zoo gaat prat op een geperfectionneerden
brandweerdienst, en de derde stad in het derde
land beroemt zich op een geperfectionneerd
politiecorps.
Onze steden in ons land gaan grootseli zoo
wel o-p de -geperfectionn-eer-de brandweer-, als
op de geperfectioneerde politie- en reinigings
diensten.
Maar, al mag onze brandweer nog zoo po
pulair wezen, en al ls onze vuilnisman nog
zoon gentleman, en al zijn de handschoenen
van onzen agent nog zoo 'hageilwit, al wijst hij
nog zoo vriendelijk den weg van het eene eind
naar het andere der stad, in functie 'n grap
verkoopen, in functie laöh-en, dat heel het offi
cieels a-gantenlidhaam meelacht, en corps een
politioneele aardigheid uithalen, dat kunnen
wij ons toch bezwaarlijk van onze beschermers
van wet en orde voorstellen.
Het is ons volmaakt onbekend, of die (brand
weer van Mauniheim die van Amsterdam, of wel
die van Rotterdam ©venaart; wü zijn evenmin
op de hoogte van de wijze, waarop het Man-n-
helmsohe vuil verwerkt woTdt, maar van de
politie weten wij, dat zij in haar corps-vaandel
de leus geschreven heeft: men vangt meer
vliegen met honing dan met azijn....
Door 'n groote stad vol straatjongens en (bel
hamels gescholden en geplaagd te worden,
ach, dat is nog het ergste niet; de agent kan
troost en huilpe en medelijden zoeken -bij dien
schoolmeester. Een fiksche knokpartij uit
vechten met bewoners van buurten, waarin
alleen agenten gestuurd worden, och, dat
vinden „wij" nog niet zóó erg brrrr. Maar
om te 'midden van fordjes en rolds-royees, van
mer eed es-benzen en si naasappelen karren, van
slagersfiets-en en motorzijspanwagens doodbe
daard te blijven staan, en wenken en met d©
armen -zwaaien, en in 'n voortdurenden stort-»
vloed lieflijkheden toegestier-d te krijgen van
dame achter het stuur van een two-sitter, van
den slagersjongen, van den vrachtrijder op den
mercedas-benz en van den rijkaard in den lu>:-a
auto, en van moederlief adliter de kinderwa
gen en dan vriendelijk te blijven, monkelend,
opgewekt, ja zelfs den zin voor hu-mor te hou
den, dót is 'heldhaftig!
En dia hoogte van heldhaftigheid heeft ie
politie van Mannheim bereikt.
De Mannihel-mseh© burgerij werkt zooals
overall -ook hier niet mee. Zij -hou-rl-t van het
diagonaal oversteken van een kruispunt .van
wegen, (wat men in Amerika notatoene „D-utch
crossing" noemt), zij loopt niet graag gedwon
gen links of rechts, zij oversehreidt met liefde
de maximumsnelheid, en wat 't eigenaardige
ia
De politie van Mannheim -heeft al een prijs
vraag uitgeschreven. 160.000 plaatjes zijn rond
gedeeld, waarop afgebeeld staat, hoe de fa
milie Nurks op den wandel ia, en hoe zij alle
mogelijke (d-e vraag luidt: welke mogelijke)
verkeersregelen overtreedt. Dit tusschen haak
jes. - Maar wat 't eigenaardige is, dat de
Mannheimers een buiten-gewone voorliefde voor
verkeersverstoppingen aan den dag leggen.
Er -bestaat 'blijkbaar een oeroud gewoonte
recht, waar-door vooral op het kruispunt van
de Bummelstrasze, de Wasse-rturm en de
Para-deplatz voortdurend vijf, ti-on tot vijftien
dicht op elkaar gedrongen menschen. praten,
delibereeren en diacussieeren.
Dezer dagen rukte'de politie plotseling aan
op een groote wagen vol caféterrasstoelen.
Vrie-ndelijk-e, wit-gemanchett© agenten boden
het vergaderde volk even hoffelijk als vrien
delijk een stoel aan.
„Da die Herrschaften eicherlich noch langer
hier zu verweilen belieban, gestalten Sie
giitigst, dasz die Polizle für Beetuih-ldng
sorgt
Het resultaat feun-t u zich makkelijk verheelI-
den, wanneer u zich een stoel aangeboden
denkt op die Buimimelstratze te Mannheim.
f?
S«IS:;«3;S
V,
*M- as I
PROEFPARADE voor den verjaardag dea
kwnings op de Horsie Gutands Parade te
Londen