VEILIG
VERKEER
DE VERKEERSDAG.
Drie personen verdronken
DE VRIJWILLIGE VERKEERS-
INSPECTIE IN NEDERLAND.
SLEEPBOOT GEZONKEN.
Door sterken stroom tegen den dam
VERVOER VAN GROOTE
STUKKEN PER SCHIP.
DE CRISIS IN HET VISSCHERIJ-
BEDRIJF TE IJMUIDEN.
VOETGANGERS
WIELRIJDERS
VERBETERING VAN DEN VISCH-
STAND IN DE NOORDZEE.
Tot overeenstemming gekomen
Het resultaat van besprekingen
de uitvoering der TARWEWET.
Drie personen verdronken.
VRIJHEID IN HET LUCHT
VERKEER.
PROVINCIAAL SUBSIDIE V. V. V.
DE MEENING VAN DE NED. VEREEN.
VOOR INTERNATIONAAL RECHT
T>IJ het beschermen van de rechten
_der individuen moet vooral gelet
worden op de lagere klasse en de
armen. {fUarum Novarum)
Te midden van het kruisend
verkeer staat rustig en onaan
doenlijk de leidinggevende
verkeersagent
C. J. ti. Wijngaarden
v. Rees.
Het vraagstuk van het verkeer is beklem
mend in deze tijden. De moderne techniek
drijft haar vindingen door en de stijgende eisch
van de snelheid moedigt haar aan. De vaart
en veelvudigheid van 't verkeer zijn niet meer
te stuiten. Maar wel te ordenen! Wèl kan het
volk er rijp voor worden gemaakt om mede te
werken aan een bevredigende combinatie
vam veiligheid en verkeer. Gelukkig is
dit besef geen kloppende op de deur van een
dooveman. De verkeersdag, dien wij Zaterdag
hielden, levert er het levendigst bewijs voor.
Het is een hoogtepunt in den arbeid van den
„Bond van Vrijwillige Verkeersinspectiën in
Nederland", die hier de zaak der safety'^ die
„first" moet zijn, aan het rollen heeft gebracht,
en getoond heeft, wat reeds belangelooze bur
gerzin presteeren kan, waar het er om gaat
orde te brengen in een groeienden chaos.
Deze dag houdt ons een stopbord voor; en
vraagt onze bijzondere aandacht voor het ver
keer en zijn eisehen. Maar is het thans ook
niet passend en nuttig eens een richtingwijzer
te plaatsen, die wenkt naar de Vrijwillige Ver-
keersinspecitie?
Het was ons
daarom, toen wij
den heer C. J.
van Wijngaarden
van Rees te
Utrecht om een
onderhoud vroe
gen, niet alleen
om een algemeene
belichting van
het verkeers-
vraagstuk te
doen, doch wij
stelden ons ook
voor, eens een
uiteenzetting te
kunnen weer
geven van den
even omvangrij.
ken als heilza.
men arbeid, dien de nationale organisatie,
welke in hem haar actieven secretaris heeft
gevonden, voor onze openbare veiligheid ver
richt.
Het verkeersvraagstukde heer van
Wijngaarden van Rees noemde het een van de
belangrijkste vraagstukken van dezen tijd.
Het doet zich volgens hem zelfs al voor
als een bijna onoplosbaar probleem. „Want
hoe moeilijk is het niet de menschen er toe te
brengen, zich stipt te houden aan de wetten
van den weg! Wanneer iedereen er maar ern
stig naar streefde de voorschriften en adviezen
na te komen, zouden er ongelukken slechts
sporadisch geschieden. Bijna alle ongevallen
immers zijn te wijten aan een persoonlijke over
treding. Steeds meer en meer wordt slordig
heid langs den weg noodlottig.
Het verkeerswezen neemt in ontstellende
mate toe, zoodat het ook steeds grooter eisch
wordt, dat men waakzaam zij en voorzichtig.
Een paar cijfers, die spreken: in 1920 reden
er in Nederland 32.468 motorrijtuigen, terwijl
een telling op 30 Juni 1930 heeft aangetoond,
dat er toen niet minder dan 143.644 de wegen
onveilig maakten. Nu zijn er bijna drie mil-
lioen fietsen* in omloop een getal dat echt
Nederlandsch klinkt, waar, om het zoo eens
te zeggen, iedere landgenoot bij zijn geboorte
reeds een rijwiel krijgt".
„Men vraagt", zoo ging de heer Rees voort
een wegenpolitie op den buitenweg, omdat de
vrijwillige verkeersinspectie langs den weg
uiteraard slechts half werk kan doen. Ik hecht
echter niet zooveel waarde aan het practische
inspecteeren. Het is veel meer redelijk en
effectief, dat men in dorpen en steden de men
schen tot voorzichtige en deskundige wegver-
bruikers opvoedt, zoodat wat binnen de veste
is geleerd, daarbuiten gedaan wordt! De men
schen weten vaak niet( wat zij hebben te doen
en te laten".
De heer van Rees vestigde vooral de aan
dacht op één groote bron yan veel leed: men
leert rijden op een ouden wagen, waarmee men
praetisch geen groote snelheid bereiken kan,
wil men tenminste door geen oorverdoovend
lawaai worden omgeven; is men dan een vol
leerd chauffeur geworden, dan stapt men in
een splinternieuwen wagen, die maar even een
drukje op het gaspedaal behoeft, om 60 a 70
K.M. te gaan loopen.
,,Acht u het niet noodzakelijk, dat er op de
Wij konden nu vrijelijk graaien
in een stapel briefkaarten, waar
op bezorgde vaders en begrijpende
leerkrachten om toezending vroe
gen. Menig verzoek was „met
redenen omkleed".
Het gesprek kwam vervolgens
op de plichten van de overheid.
Meer eenheid in de signalen vond
de heer van Wijngaarden van
Rees een eisch van den eersten
rang. Men kan het verkeerswezen
niet plaatselijk zien; is het niet
van internationale beteekenis,
zijn strekking is in ieder geval
nationaal. In een wip is men van
de eene gemeente in de andere,
dikwijls zonder het zelf te mer
ken. Is het dan te verwonderen,
dat sommigen de kluts kwijt
raken, wanneer zij telkens weer
met een ander signalen-systeem
rekening hebben te houden? En
hoe weinig respect zal het publiek
voor de verkeersleiders over hou
den, wanneer het eenmaal in de
gaten heeft, dat zij ,,het zelf nog
niet weten".
„Is het niet mogelijk, dat men
de koppen bij elkaar steekt om
de gewenschte uniformiteit te
bereiken?"
,,Het ware beter, dat de staat den gemeentebe
sturen oplegde, zich aan een bepaald systeem
te houden. Niet alleen de doode teekens behoe
ven ordening, maar ook de signalen, die de agen
ten geven, dienen in een algemeen voorschrift
vastgelegd te worden. En laat Nederland ten
opzichte van de reflectoren achter op de fietsen
het voorbeeld van Zweden volgen: daar brengt
de overheid een keur op de in orde bevonden
plaatjes aan. Hier in ons land koopt men vaak
reflectoren, die hun naam allerminst eer aan
doen."
Na deze uiteenzetting vroegen wij onzen
gastheer eens wat van het werk der vrijwillige
verkeersinspectie te vertellen. Dit achtenswaar
dig instituut mag immers niet het lot onder
gaan, dat het beste aangeduid wordt met de
stelling: onbekend maakt onbemind. Niet
dat er nog iemand zal wezen, welke nog nimmer
van dezen keurtroep gehoord heeft, maar zijn
strekking en streven zullen nog voor velen ge
sloten boeken zijn.
De heer van Rees deed duidelijk uitkomen,
dat wat de verkeersinspecties doen, hoofdzake
lijk opvoedend werk is. Het is haar dus ook
niet zoozeer om te doen, verbalen te maken, als
wel de voertuigbestuurders, wielrijders en voet
gangers in te wijden in wetten van den weg,
en hem eventueel op een overtreding of onvoor
zichtigheid opmerkzaam te maken. Onwilligen
worden begrijpelijkerwijze geverbaliseerd. Hier
zorgt eventueel de rijksveldwachter voor, die
met den vrijwilliger-automobilist meerijdt. Deze
laatste mag zich zelfs niet mengen in een ge
sprek tusschen den veldwachter en een per
soon langs den weg. De vrijwillige verkeers
inspectie vervangt ten plattelands, waar lang
niet alle politiebeambten den verkeersknob-
bel hebben, den goed-geinstrueerden agent
van de stad.
„Hoe is dit inspeotiewezen in Nederland
ontstaan?"
Het is wijlen de heer Wesser, commissaris
van politie, geweest, die in Friesland de eer
ste grondslagen legde van de wijdvertakte
organisatie. Het eerst met een verkeersdag is
de Provinciale Groningsche verkeersbrigade be
gonnen. Het belangrijkste gedeelte van dien
dag was de propagandistische rondtocht. Wij
kunnen wel zeggen, dat van dit werk van Gro
ningen de huidige verkeersdag een gevolg Is
geweest."
Aan het einde van het onderhoud kwamen wij
weer op de algemeene opvoeding buiten den
weg. Die vorming van voorzichtige en zekere
wegverbruikers blijft het voornaamste.
,,En het allerbelangrijkste", zoo zei de heer
van Rees, toen wij al stonden, ,,is de verkeers-
opvoeding van de jeugd."
Wie zou dit willen betwisten? Wie de jeugd
heeft, heeft immers de toekomst. Maar ook:
wie aan het verkeer denkt, denkt ook aan de
De allerveiligste weg. Voor het kruisen v an den drukken Blackfriars Road te Londen heeft het schooltje de hulp van
bobby ingeroepen. Maar niet alleen de Londensche policemen zijn zoo vriendelijk!
een
Verplichting voor den afzender om het
gewicht aan te duiden.
Rijkssubsidie in de kosten eener
steunregeling in uitzicht
gesteld.
toekomst!
v. W.
scholen meer les in verkeerskennis wordt ge
geven?"
„Ja, natuurlijk! Maar het lastige is, dat wij
niet over voldoende eenvoudige en onderhou
dende lectuur beschikken. Als een poging om
in die behoefte te voorzien, heeft de Bond van
Vrijwillige Verkeersinspectiën thans een ge
schriftje voor de jeugd laten verschijnen. De
propaganda hiervoor is een succes geworden.
Reeda duizenden exemplaren zijn aangevraagd".
de rijweg is voor U even gevaarlijk
als de onbewaakte overweg voor den
automobilist; mijdt hem zooveel
mogelijk; kijkt goed uit voor en tij
dens het oversteken; steekt RECHT
over.
rijdt zooveel mogelijk rechts en nim
mer in breede rijen naast elkander;
richt uw electrische lantaarn zoover
omlaag, dat de lichtstraal een tegen-
komer niet hindert; mijdt den rijweg
als er een rijwielpad is.
BESTUURDERS VAN
AUTO'S EN MOTORRIJWIELEN.
rijdt langzaam overal, waar de weg
smal, druk of onoverzichtelijk is;
waagt niets, beperkt uw snelheid
zoo, dat ge steeds en onder alle on
voorziene omstandigheden uw wagen
meester kunt blijven. Te snel en ge
waagd rijden verraadt gewoonlijk
den beginneling. Geeft bij verande
ring van richting een duidelijk tee-
ken buiten den wagen. Onthoudt U
voor en tijdens het rijden van alco
holgebruik. Houdt uw remmen en
signaalgever in prima staat.
BESTUURDERS VAN
VOERTUIGEN.
rijdt zooveel mogelijk rechts, dus
kort bij den zijkant der rijbaan,
blijft ook op den buitenweg steeds
oplettend, rijdt, van een zijweg op
een drukken weg komende, steeds
uiterst voorzichtig, ook al zoudt ge
recht op voorrang hebben. Zorgt
voor behoorlijk licht, zoodat uw
voertuig bij duisternis reeds op ge
ruimen afstand wordt opgemerkt.
Rijdt een zijstraat links met groo
ten boog in.
BESCHERMING TEGEN ONGEVALLEN
BIJ LADEN EN LOSSEN.
Aan de Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer inzake de ontwerpen tot voor
behoud der bevoegdheid tot toetreding tot het
ontwerp verdrag betreffende de aanduiding
van het gewicht op groote stukken vervoerd
per schip en tot het ontwerp-verdrag betrefj
tende de bescherming tegen ongevallen van
arbeiders werkzaam bij het laden en lossen van
schepen wordt ontleend, dat er geen reden is
om aan te nemen, dat Duitschland niet tot het
eerstgenoemde verdrag zal toetreden. Integen
deel werd door het Duitsche gezantschap hier
ie lande onder dagteekening van 12 Mei 1931
aan den Minister van Buitenlandsche /aken
medegedeeld, dat Duitschland het verdrag
wenscht te ratificeeren.
De regeering is het voorts eens met de leden,
die van oordeel zijn, dat niets de uitspraak
rechtvaardigt, dat bij aanvaarding van dit ver
drag door België op de uitvoering daar te lande
niet streng zal worden toegezien. Voor een be
nadeeling onzer havens door Duitsche of Bel
gische behoeft dan ook in dit opzicht geen
vrees te bestaan.
De in het voorloopig verslag geschetste be
zwaren inzake het leggen van de verantwoor
delijkheid voor de naleving van de in art. 1
eerste lid van het verdrag bedoelde verplich
ting op stuwadoors of binnenvaartondernemers
acht de regeering bij nadere overweging ge
grond. In verband hiermede wordt bij een nota
van wijziging welke gevoegd is bij de Memorie
van Antwoord inzake het ontwerp tot wijziging,
der Stuwadoorswet voorgesteld den afzender
van het stuk of voorwerp voor de naleving
van deze verplichting verantwoordelijk te, stel
len. In het ontwerp eeener nieuwe Veiligheids
wet, dat in voorbereiding is, zal met betrekking
tot de binnenvaart een soortgelijke bepaling
worden opgenomen.
Wat het tweede verdrag betreft, wordt op-
geinerktf dat omtrent de 'beveiliging tegen
gevaren bij het laden en lossen van binnen
schepen bij ons tot nu toe geenerlei wettelijke
regeling bestaat. Het is zeer noodig, dat op
dit gebied een wettelijke voorziening tot stand
komt; zulks te meer, nu men ook In de binnen
vaart steeds meer gebruik maakt van motoren
en mechanische hulpmiddelen, waardoor het
gevaar voor ongevallen stijgt
Aangezien de voorschriften van het verdrag
in het algemeen niet verder gaan dan voor een
behoorlijke beveiliging bij het laden en lossen
van schepen noodig is te achten, kan derhalve
niet erkend worden dat het verdrag lasten op
het binnenvaartbedrijf zou leggen, waar geen
vermeerdering der veiligheid tegenover staat.
DE C.A.O. IN DE METAAL-INDUSTRIE
Ook contact met de R. K. Werkgevers.
Ook bij de R.K. Werkgeversvereniging zijn
thans door de drie samenwerkende organisaties
de wijzigingsvoorstellen voor een eventueel
nieuw af te sluiten contract ingediend, meldt
„St. Eloy". Zij wijken zoo goed als niet af
van de voorstellen bij den Metaalbond inge
diend. Het verschil zit alleen hierin, dat en
kele dingen, bij de R.K. Werkgeversvereni
ging reeds geregeld, zijn weggelaten, zooals
bijv. het artikel, hetwelk de rechten omschrijft
van doorbetaling van loon op verzuimdagen
wegens familie-sterfgevallen, gezinsvermeerde
ring, huwelijk, plechtige H. Communie, enz.
Voor wat de vacantieregeling betreft is eenig
verschil gemaakt in de toepassing, door den
R.K. werkgever het recht te geven wat ook
in het huidige contract omschreven was de
twee katholieke feestdagen, indien deze. niet
op Zondag vallen, als vacantledagen aan te
merken, mits natuurlijk het eindresultaat va
cantia en doorbetaling twee katholieke feest
dagen te zamen, het aantal uren van een nor.
male werkweek vormt.
Op de vragen van den heer Ipuymaer van
Twist betreffende het nemen van maatregelen
tot verbetering van den vischstand op de
Noordzee en ter tegemoetkoming in den nood
der werklooze visschers, heeft de heer Ruys
de Beerenbrouck, Minister van Staat, Minister
van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, o.m
geantwoord, dat hij kennis heeft genomen van
de moeilijkheden, waarin in hetz bijzonder het
trawlvisscherijbedrijf te Jmuiden meer en meer
gaat verkeeren. Die moeilijkheden zijn echter
slechts voor een deel het gevolg van den ach
teruitgang van den vischstand. Voor het
overige vinden de moeilijkheden haar oor
sprong in de tegenwoordige lage besommingen
der grootere schelvischbooten, welke voorna
melijk „rondvisch" (schelvisch, kabeljauw,
leng, koolvisch, enz.) aanvoeren. De vangsten
van deze booten zijn over het algemeen vrij
ruim, doch door de lage prijzen der rondvisch
zijn de besommingen onvoldoende om het be
drijf loonend te maken.
Dat in andere visscherijplaatsen groote
Werkloosheid in het visscherijbedrijf zou heer-
schen, Is hem niet bekend.
Dat de achteruitgang van den vischstand
in de Noordzee tot nadeelige gevolgen zou lei
den voor de haringvisscherij, wil hem niet
juist voorkomen. Van een achteruitgang van
den haringstand in de Noordzee is, zooals ook
blijkt uit de uitkomsten dier visscherij geen
sprake.
De Minister deelt de vrij algemeen gehul
digde meening, dat de achteruitgang van den
ijkdom aan marktwaardige schol en schar moet
worden toegeschreven aan de scherpe bevis-
sching van de Noordzee en de visscherij op
jonge platvisch, de z.g. „puf". In deze vis
scherij op jonge platvisch kan naar zijn meo-
ning echter niet de oorzaak zijn gelegen van de
slechte vangsten der fijnere platvischsoorten,
als tarbot en tong, aangezien jonge exempla
ren van deze soorten in den regel in de puf
niet in aantallen van eenige beteekenis worden
aangetroffen.
Het treffen van maatregelen ter verbetering
van den vischstand in de Noordzee is uiter
aard een zaak van overleg en samenwerking
van alle bij de visscherij in de Noordzee be
trokken Staten.
Er dient intusschen op gewezen, dat van een
verbod van puf-aanvoer geen spoedige verbe
tering in de tegenwoordige moeilijkheden mag
worden .verwacht; een zoodanig verbod zal
toch eerst na verloop van enkele jaren tot ver
hooging van de vangst van marktwaardige
vlsch kunnen leiden.
HET ARBEIDSCONFLICT TE GOIRLE.
De door den Ned. R. K. Textielarbeidersbond
St. Lambertus aangekondigde staking bij de
firma Van der Ven en de Vries, die Zaterdag
zou ingaan gaat niet door. Na verschillende
besprekingen is men tot overeenstemming ge.
komen. Als bemiddelaar is opgetreden de bur
gemeester van Goirle, de heer H. van Ginneken.
JOH. H. BEEN.
Een aantal ingezetenen van Brielle heeft het
plan opgevat, als blijvende herinnering aan
Jah. H. Been, in de geboortestad van den, ver
leden jaar overleden schrijver, een gedenktee-
ken op te richten.
Voorzitter van de commissie is mr. F. J. D.
C. Egter van Wissekerke, penningmeesters zijn
da heeren J. C. Kruyne en nxr. L. Trouw, op
wier postrekening no. 177180 bijdragen kunnen
worden gestort.
PROV. STATEN VAN ZUID-HOLLAND
Ged. Staten van Zuid-Holland stellen Prov.
Staten voor het rouwgeld voor de dr. mr Wil
lem v. d. Bergh-sitichting te Noordwijk, voor
idioten en achterlijke kinderen, te verhoogen
tot de helft van het verpleeggeld, met inbegrip
van het kleedgeld, zijnde 375 per onbezette
plaats per jaai overeenkomstig de regeling
welke reeds in tal van andere contractueele
gestichten geldt. Deze regeling wordt tevens
voorgesteld voor de St. Willibrordusstichting
te Heiloo en het St. Bavo-gesticht te Noor-
wijkerhout.
Adres van biscuitfabrikanten aan
den minister.
De vereeniging van Bisouitfabrikanten in
Nfederland, de vereeniging van Nederlandsche
Beschu-i'tfabrikanten, de vereeniging van Ne
derlandsche vermioellifabrikanten en de Ne
derlandsche Tarwestijfselfabrikanten hebben
een adres gezonden aan den minister van
Binnenlandsche Zaken en Landbouw, waarin
zij verklaren verontrust te zijn over de plan.
nen omtrent de wijze van uitvoering der
Tarwewet, omtrent het voorgenomen samen,
gaan van de meelfabrikanten en de meel.
importeurs waardoor de prijsregelende factor
van het buitenlandsch meel zou komen te ver
vallen en dus de mogelijkheid van prijsopdrij
ving niet denkbeeldig is en omdat de Neder
landsche meelverwerkende Industrieën haar
grondstof veel -duurder zullen moeten betalen
dan de buitenlandsche ooncurreerende fabrie
ken, ook indien de overwogen uitzonderings
maatregelen worden toegepast.
Zij meenen, -dat door dit alles de toekom
stige bestaanszekerheid hunner bedrijven ln
gevaar wordt gebracht en verzoeken den mi
nister maatregelen te nemen, waardoor de
Tarwewet zoodanig wordt aangevuld, dat het
mogelijk zal worden de buitenlandsche fabri
katen, waarin tarwebloem verwerkt is, bij in.
voer evenveel te laten bijdragen als de over
eenkomstige industrieën hier te lande hebben
te betalen ten behoeve der Nederlandsche
tarwecultuuT.
CONFLICT BIJ DE N.V. KRISTAL-UNIE
TE MAASTRICHT VOORKOMEN.
Vrijdagavond heeft opnieuw een bespreking
plaats gehad tusschen de directie der N. V,
Kristal-Unie te Maastricht en de hoofdbestu
ren van de Ned. Vereeniging van fabrieksarbei
ders en den R. K. fabrieksarbeiders-bond over
de voorstellen der directie tot loonsverlaging.
Het resultaat der besprekingen is geweest dat
de directie zich bereid verklaarde de loonsver
laging voor de blazers te bepalen op 1 cent per
uur terwijl de verlaging voor glasslijpers en
andere groepen werd teruggebracht tot 5 pro
cent.
De werknemers-bonden hebben Vrijdagnacht
met de beide ploegen blazers en slijpers ver
gaderd in welke vergadering de arbeiders be
sloten met het compromis-voorstel der directie
accoord te gaan zoodat dus een conflict is voor
komen.
Het oorspronkelijke voorstel der directie hield
een loonsverlaging van 1 tat Zy2 ct. per uur. in.
Men meldt ons uit Wieringen:
Te 5 uur Zaterdagmorgen geraakte de sleep
boot „Het Scheergat", varende in den dienst
van de Maatschappij tot uitvoering van Zui
derzeewerken, vast op den Keileemdam bij
Breezand.
Door den sterken stroom kwam de boot dwars
tegen den dam te zitten. Er werd met de ma
chine gewerkt om haar los te krijgen. Kort
daarna geraakte de kop van de boot los van
den dam. Het voorschip ging voor den wind
en daar het achterschip bleef vastzitten, ging
de sleepboot overzij.
De stoker, die het gevaar had zien aanko
men, sprong over boord en wist zich zwemmen
de te redden. Zijn vader, de 52-jarige machi
nist, de kapitein en de stuurman, werden in
de diepte gesleurd en verdronken jammerlijk.
De namen der slachtoffers, die bij het onge
val met de sleepboot „Scheergat" om het
leven zijn gekomen zijn als volgt: De kapitein
A. Bakker, uit Rotterdam, de matroos-stuur
man A. J. Broere uit Rotterdam, en de machi
nist A. Visser uit Hansweert. Gered is de sto
ker A. Visser Jr. De „Scheergat" was van den
Nederl. Stoomsleepdienst vil. P. Smit Jr. te
Rotterdam.
Noodzakelijk voor de ontwikkeling van
de internationale luchtvaartdiensten-
CREDITEUREN IN HET VISSCHERIJ
BEDRIJF.
Tot nauwe samenwerking besloten.
Dinsdag j.l. vond een vergadering plaats van
vrijwel alle crediteuren in het visscherijbedrijf.
Aanwezig waren ongeveer 35 personen, allen le
veranciers van ijs, steenkool, stores-artllcelen
enz.
Na langdurige besprekingen werd besloten,
een commissie in het leven te roepen, welke de
opdracht kreeg zich een accountant van een
groot accountantskantoor in den lande te assu-
nieeren. Aan dezen accountant zullen alle vorde
ringen der crediteuren op de reederijen worden
opgegeven, met opdracht van geheimhouding. Uit
de door den accountant verzamelde gegevens zal
beoordeeld worden, welke schulden en den aard
daarvan op iederen trawler afzonderlek rusten,
als hypotheek, crediet-hypotheek, schulden voor
leveranties enz., met splitsing tusschen concur
rente en preferente vorderingen. Daarna zal de
levensvatbaarheid van eiken trawler afzonderlek
aan de hand van deze gegevens beoordeeld wor
den.
Afwijzende beslissing Ged. Staten van
Zuid-Holland.
Ged. Staten van Zuid-Holland stellen aan
de Prov. Staten voor, ook thans weder een af
wijzende beslissing te nemen op het verzoek
van de Alg. Ned. Vereeniging voor Vreemde
lingenverkeer om een provinciaal subsidie van
2500.
EERSTE HULP BIJ VERKEERS
ONGEVALLEN.
Hulpposten langs den weg.
Naar ons wordt medegedeeld, zijn de werk
zaamheden der commissie, welke door het Ne-
derüamdscihe Roode Kruis, met medewerking yam
de Reigeering, anderhalf jaar geleden in het
loven werd geroepen thans zoover gevorderd,
dat voor het einde der volgende week twee
nieuwe postenketens voor de veirleening yan
eerste hulp bij verkeersongevallen zullen zijn
Ingericht, ©n wel langs de wegen Amsterdam
AmersfoortEdeArnhem en Amsterdam
UtrechtArnhem. Daarbij is -hetzelfde systeem
gevolgd, volgens hetwelk de hulpposten jaiJ1gg
den grootten verkeersader AmsterdamRotter
damBredaBelgisch® grens werden lngoriaht.
Dit werk kwam, zooals men zich herinnert,
in den afigeioopen winter tot stand.
EXAMENS VOOR RADIOZENDAMATEURS.
Op 1 Juli a.s. en eventueel daarop volgende
dagen, telkens te 19 uur zal wederom examen
worden afgenomen voor het verkrijgen van een
zendmachtiging voor radio-amateur of van een
verklaring van bevoegdheid voor het bedienen
van een amateuTzender.
Het examen zal gehouden worden te 's-Gra-
venhage.
Zij die aan dit examen wenschen deel te
nemen, moeten hun verzoek om een zendvergun.
ning aan den Minister van Waterstaat, of, om
een verklaring van bevoegdheid aan den Direc
teur-Generaal der P. T. T. richten, uiterlijk
24 Juni a.s.
STAKING OPGEHEVEN
De staking in de steenfabriek te Angeren
is geëindigd. De arbeid is Zaterdag weer be
gonnen.
INBRAKEN TE GOOR EN OMGEVING
Door de marechaussee te Goor werd in den
nacht van Vrijdag op Zaterdag een zwervende
Duitscher aangehouden, die niet in het bezit
van papieren was en later bleek te zijn zekere
H. Bij overbrenging naar de kazerne zagen de
politiemannen, dat H. een voorwerp wegwierp;
later bleek het een portemonnaie te zijn.
Zaterdagmorgen werd de marechaussee ge
waarschuwd door den heer J. Terpstra, direc
teur der coöp. Zuivelfabriek Weddehoén, dat
er bij hem was ingebroken en hij o.m. een
portemonnaie vermiste.
Daar den laatsten tijd te Goor en omstreken
herhaaldelijk werd ingebroken, zal no-g moeten
worden onderzocht of H. de dader is.
IN KOKENDE RABARBER
Te Franeker is het driejarig zoontje van J.
A. bij het spelen in huis gestruikeld en in een
pot met kokende rabarber gevallen. Het kind
kreeg zulke ernstige verwondingen, dat het
aan de gevolgen daarvan is overleden.
Vrijdag vergaderde in het gebouw van het
Ned. Roode Kruis aan de Princessegracht te
's Gravenhage de Nederlandsche Vereeniging
voor Internationaal Recht, onder voorzitter
schap van mr. B. C. J. Loder.
Het jaarverslag dat eenigen teruggang in
ledental constateerde, werd goedgekeurd, even
als de rekening en verantwoording.
De voorzitter memoreerde het overlijden van
twee bestuursleden, mr. Bik en mr. van Leeu
wen. In hun plaats werden benoemd de heeren
v. Lynden van Sandenburg, vice-president van
den Raad van State en mr. Coert te Rotterdam.
De aftredende bestuursleden werden herkozen.
Aan de orde was hierna de discussie over
het onderwerp „vrijheid van luchtvaart en
vaste internationale vliegdiensten", waarvoor
prof. mr. J. A. van Hamel een inleiding heeft
geschreven.
Hierin betoogt prof. van Hamel, dat het
stellig op den weg van Nederland ligt mede op
te komen voor vrijheid in het luchtverkeer.
Wij willen ditvliegen; naar de overzeesche
gewesten; over de grenzen; over de zee. Wij
willen overal doorgaand verkeer.
Het internationale luchtrecht maakt het on
derwerp uit van een conventie van 13 October
1919, *te Parijs opgetrokken geheel onder lei
ding der groote overwinnende mogendheden.
Na een officieus tijdschriftartikel, waarin
de punten werden kenbaar gemaakt, waarin
voor Duitschlands bereidwilligheid tot toetre
ding voorzien worden moet, werd een wijzi
gingsprotocol van 15 Juni 1929 door de ge
zamenlijke in de Int. Luchtvaartcommissie ver-
eenigde mogendheden onderteekend, waarin
de gewenschte wijzigingen werden aangebracht.
Het is door ons land nog niet geratificeerd,
hetgeen vooral samenhangt met de vraag <5#r
vrijheid. De meening bestaat, dat het wijziglngn-
ontwerp een stap in de verkeerde richting zou
zijn. n.l. in die van verdere beperking van de
vrijheid van het luchtruim.
Eén ding staat wel duidelijk vast: dat de
overgroote meerderheid der oontracteerende
staten nog in geen geval geneigd is, het too
volledig mogelijk vrijlaten van vreemde lucht-
diensten over hun grondgebied, te aanvaarden.
Steeds blijft voorop staan, dat men daartegen
over een zeker recht van vete wenscht te be
houden.
De onderhandelaars van 1929 hebben echter
bereikt, dat de gelieele zaak in een aangename
sfeer van eensfemmig overleg is behouden ge
bleven.
De geheele verdere ontwikkeling van de
praktijk van het Internationaal luchtvaart-
recht Is door de conventie gelegd in handen
eener oommissie, de C. I. N. A. (Commission
Internationale de Navigation Aérienne), waar
in .alle regeeringen vertegenwoordigd zijn, en
wier leden, veelal de chefs der luchtvaartdien
sten, telkens bijeen komen om onderling de
belangrijke gerezen vragen te bespreken. Dit
opent dus te gereedelijker een terrein van over
leg waar nevens, misschien vóór het juridisch-
bindende, het moreel-politieke gezichtspunt kan
gelden, 't Is dus de vraag of daar niet een ter
rein ligt waar de gewenschte meerdere waar
borgen voor de redelijke vrijheid van inter
nationale luchtvaartdiensten, geleidelijk ver
dedigd en versterkt kunnen worden.
De heer Slotemaker betoogde, dat de K. L. M.
tegen ratificatie is, omdat men zich daardoor
voor vele jaren zou binden. De K. L. M. bad
zich voorgesteld dat bij weigering der ratificatie
tevens een voorstel in de C. I. N. A. zóu wor
den gedaan om de gronden van weigering aan
te geven. Dit is echter door de regeeiing niet
overgenomen. Wel is bereikt, dat e kwestie
van het vrije luchtverkeer, nogeens m de C.
N. A. ter sprake zal worden gebracht.
Prof. van Hamel beantwoordde de sprekers.
De ervaring leert, dat de organisatie in het
net van luchtlijnen, In belangrijke mate lijdt
onder de omstandigheid, dat ieder land baas
Is in de luchtkolom daarboven. De vergelijking
met de zeevaart komt op omdat wij daarbij
hetzelfde hebben gezien; de onvrijheid van de
zee is door sommige landen verdedigd omdat
zij sommige gedeelten van de zee beheerschten.
In tal van gevallen ziet men gelijke moeilijk
heden als daarbij zijn voorgekomen, bij het
luchtverkeer.
Eenige bijzondere punten besprekende, zette
spr. uiteen dat de douane geregeld is In een
der annexen en dat men slechts mag opstijgen
van en neerdalen op bepaalde aangewezen
vliegvelden.
Als resultaat der besprekingen wilde spr.,
samenvattend, constateeren, dat de vergadering
tegen chartered monopolies is en voor vrijheid
in het luchtverkeer.
Ten slotte werd op voorstel van mr. Harts-
feld een motie geredigeerd door den inleider,
van den volgenden inhoud:
De vergadering spreekt den wensch uit, dat
bij de ontwikkeling van de internationale lucht
vaartdiensten het beginsel der vrijheid zoo
veel mogelijk op den voorgrond zal worden
gesteld en dat de verschillende regeeringen
de te. verleenen vergunningen slechts afhanke
lijk zullen maken van motieven, die uitslui
tend op het belang van het luchtverkeer zelf
berusten en eventueele belemmeringen tot de
onvermijdelijke zul'len beperken.