ALGEMEEN OVERZICHT. DE NIEUWE FRANSCHE PRESIDENT a ■I, De geheimzinnige getuige LUISTERRIJKE PLECHTIGHEDEN BIJ ZIJN AMBTSAANVAARDING. Ontzettende scheepsramp Ii.AANDAG 15 JLi.I 1931 Gevaren van den weg HET AFWIJZEN DER E. V- IN FRANKRIJK. Naar afschaffing der her stemmingen WAT PARIJS TE ZIEN GAF DE OVERDRACHT VAN HET PRESIDENTSCHAP. DE OVERREIKING VAN HET LEGIOEN VAN EER. DOUMER VRAAGT LAVAL AAN TE BLIJVEN. MET EEN GEWOONTE GEBROKEN. DOLLE HOND DE „POSEIDON" WEER VLAMINGEN GESTRAFT. WERD PHILIPPE DAUDET VERMOORD? ^pann'ng te Parijs DE MILITAIRE CREDIETEN IN BELGIE. VERDRAG MET DE EVANGELISCHE KERKEN IN PRUISEN. UT JU SC HE - - jOPHELDERING WAAROM DE NUNTIUS WERD UITGEWEZEN. Ondeugdelijke kaas ERNSTIG VLIEGONGEVAL BIJ DESSAU. De aftredende Fransche president De man, die na zeven jaar „de gevangene van het Elysée-protocol te zijn geweest, heden- namiddag het Elysée mag verlaten zonder hoogen hoed, maar niettemin verzekerd kan zijn van de toejuichingen zijner medeburgers, kan zich vleien zijn taak rustig te hebben vol bracht te midden van buitengewoon zware tijdsomstandigheden. Hij kan nu zijn tijd gaan verdeelen tusschen het verblijf in zijn gehoor, tehuis te Aiges-Vives, dat hij heeft laten res taureeren en vergrooten, en het domein te Tournefeuille, dicht bij Toulouse dat hij heeft gekocht. In het politieke leven zal hij niet te. ru'keeren, want aile pogingen om hem een senaatszetel te doen aanvaarden zijn afgestuit op zijn onverzfcttelijken wil een landelijk leven te gaan leiden in „waardige afzondering", zoo. als. Falliöres en Loubst hebben gedaan. Zonder pensioen vertrekkend zal hij kunnen zeggen, dat zijn langdurige dienst op den eer sten post van den staat hem niet rijk heeft gemaakt, want de heer Doumergue die zonder fortuin het Elysée betrad, zal het ook zonder ander fortuin verlaten dan het kostelijk bezit van de algemeene achting, welke hij heeft we ten te veroveren. Het inktnien van den presi dent van de republiek is eer in staat een rijk man te ruïneeren dan een hoe eenvoudig pre sident ook, een sou te doen opzij leggen. De daden van den president van de republiek zijn niet zoo zichtbaar als die van de verant woordelijke ministers en bepalen zich oogen- schijnlijk slechts tot representaties en consul taties. Maar dat Frankrijk in den aftredenden president een verdienstelijk staatshoofd heeft gevonden, springt in het oog als men terug, denkt aan de buitengewoon zware vraagstuk, ken, welke de jaren van zijn septennaat hebben bewogen en meer nog als men terugdenkt aan den troebelen tijd, waarin hij het presidium aanvaardde. Opvolger van een president, die bij de over winning van het kartel in 1924 zijn waardig heid tot speelbal zag gekozen van een samen spanning der stembusoverwinnaars, had hij de moeilijke taak zich onmiddellijk boven de macht der fanatieke kartellistische meerder heid, boven het partijgewoel waarvan hij de arbiter moest blijven te plaatsen. En het moet gezegd, de wijze waarop hij de constitutioneels verhoudingen wist. te handhaven, de wijsheid waarmee hij het landsbelang wist t.e doen eer biedigen door de ontketende partijen, heeft hem in staat gesteld langzamerhand de zeer delicate aanpassing te volbrengen van de poll. tiek aan de nationale noodwendigheden. Heeft de heer Doumergue het record gesla gen van het verstrekken der opdrachten tot kabinetsformatie (de mislukkingen niet mee geteld bracht hij het tot vijftien), hij heeft door de keuze zijner mannen eenige groote minis, teries doen vormen, en in de parlementaire geschiedenis van Frankrijk zal de opdracht aan Poincaré, tot het herstel van de politiek der nationale eenheid, te midden van de ineen storting van den frank en de verpletterende meerderheid van het kartel, een groot evene. ment blijven. Dat de heer Doumergue geslaagd is moet in de eerste plaats toegeschreven worden aan de volkomen Icyauteit jegens de beide kamers, welker verin udingen hij schroomvallig respec teerde en de forschheid zijner constitutie op vattingen. die door geen partij kon worden ontkend. Zijn persoonlijkheid gaf den doorslag, want heel z!jn natuur was wars van alle in triges of van den Invloed zijner persoonlijke wenschen. De staat vond steeds in hem een voorbeeldig magistraat. De heer Gaston Doumergue verlaat het Elysée na de blijken te hebben ontvangen van een mooie populariteit, die werkelijk de onver, deelde hoogachting tan heel de natie insluit. De minister president Laval, die hedenmid dag om half drie den heer Doumer is gaan af halen aan het Luxembourg om geëscorteerd door wee escadrons van de garde républicaine in gelatenue, den aanstaanden president naar het Elyséo te voeren, had niet bepaald het uiterlijk van een demissionna.-• minister. De dag is oovendien een officieele feestdag, dus voor de politiek een van wapenstilstand, maar ook aan elk feest komt een einde, en overeen konmtig parlementaire traditie, zal de heer Leval de demissie van het kabinet aan den nieuwen president moeten aanbieden, teneinde het staatshoofd de vrije keuze te laten van den man, aan wien hij do vorming van het uitvoe rend bewind wil toevertrouwen. Het zou een donderslag bij helderen hemel zijn, zoo president Doumer niet aan den heer Laval en zijn équipe verzocht, de leidsels in handen te houden, die noch de kamer noch den senaat uit zijp handen hebben willen nemen. Het is natuurlijk meer voorgekomen, dat de nieuwe president het bestaande ministerie niet handhaafde. Maar in die gevallen speelden de Politieke omstandigheden een rol. Dezen keer beeft de overdracht van het bewind echter plaats onder exceptioneel eenvoudige omstan digheden. Niet alleen heeft de persoonswisse ling op het Elysée plaats aan het einde van een volbracht septennaat, wat sinds het aftreden van den heer Polncaré niet meer is voorge komen, maar bovendien heeft de keuze van den nieuwen president in geen enkel opzicht de politieke verhoudingen gewijzigd. En waar het ministerie beantwoordt aan de verhoudin gen in senaat en kamer, en het ministerie zelf zijn homogeniteit heeft weten te bewaren, daar is de terugkeer van het ministerie.Laval waar schijnlijk. In dat geval zal het ministerle-Laval toch maar het zesde zijn tijdens de zestig jaren van de derde republiek, dat de eer geniet zijn taak onmiddellijk te kunnen voortzetten, in 1894 handhaafde Casimir-Périer het ministerie Charles Dupuy; eigenaardige speling van het lot: het was dezelfde minister-p "sident Char les Dupuy, die in 1S99 door ijmile Loubet zijn ministerie gehandhaafd zag. Armand Fallières handhaafde ln 1906 het ministerie Rouvier; en president van de republiek geworden in 1913 greep ook de heer Poincaré de eerste de beste gelegenheid aan om te kunnen zeggen „je maintiendrai", zoodat het ministerie Briand aanbleef. Dat voorbeeld werd ook in 1920 ge volgd door Paul Deschanel, die den minister president Millerand verzocht zijn taak voort te zetten. Maar de beide laatste presidentswisselingen lieten het handhaven van het ministerie niet toe om de eenvoudige reden, dat bij het optre den van den heer Millerand als president van do republiek de ministerpresident zelf was ge. kozen, zoodat deze wel genoodzaakt was zijn vicepresident, de heer Leygues opdracht tot kabinetsformatie te geven, die alle medewer kers van den heer Millerand in zijn ministerie behield, terwijl in 1924 na de verjaging van den heer Millerand door het kartel, het minis terie Marshall reeds als demissionnair kon worden beschouwd op het oogenblik van de presidentsverkiezing. Het ministerie had geen andere taak dan de legaliteit hij de vervanging fan den heer Millerand te redden. Grévy tot tweemaal toe, Sadi Carnot, Fèlix Faure hebben een nieuw ministerie doen vor men, Pciicaré, die op het oogenblik van zijn verkiezing minister-president was, had slechts het ministerie te handhaven, dat op den dag na zijn verkiezing was gevormd, Deschanel, die als tegencandidaat een minister-president, Clemeneeau, had gehad, vond ook bij zijn komst op het Elysée het m-nlsterie, dat de presidentsverkiezing had doen verrichten, ver vangen. Het feit van het al of niet aanblijven van het ministerie is dus steeds door andere in vloeden beheerscht dan door een initiatief van het nieuwe staatshoofd en het slechts protoco. laire karakter van het aanbieden der demissie springt dermate in het oog, dat de aanblijven de ministeries zich nimmer opnieuw met een regeeringsverklaring naar de beide kamers hebben begeven. Een crisis werd dan ook slechts gedurende de enkeie dagen verwacht dat het aanblijven van den heer Briand aan buitenlandsche zaken onzeker was. Een voorstel van Duitschland De Fransche ochtendbladen publiceeren een bericht uit Bazel, volgens hetwelk dr. Brüning en dr. Curtius, naar op grond van informaties uit kringen der bank voor internationale be talingen verzekerd wordt, bij de besprekingen op Cheqpers aan de Engeisehe ministers voor gesteld hebben, dat alle schuldeischersstaten een gemeenscliappelijken stap te Washington zouden doen, om de Amerikaansflie regeering tot een soort conversie der oorlogsschulden te bewegen. Volgens de details van het iPan door de Duitsche ministers uiteengezet, zou de hoofd som der schulden onveranderd blijven, doch door verlaging van den rentevoet een besparing van 3 a 4 milliard worden verkregen, dat dan de vroegere geallieerden geheel aan Duitschland ten goede zouden laten komen, teneinde de schadevergoedingslasten te ver lichten. Aangezien de Engeisehe ministers te kennen gaven, dat Engeland alleen de verantwoorde lijkheid voor een dergelijken stap niet op zich kan nemen, zullen onderhandelingen met de overige geallieerden worden gevoerd welke on. derhandelingen met Mellon en Stïmson bij hun bezoek aan Europa voortgezet zullen worden. Teneinde de tegenwerping van de Vereenig- de Staten, dat deze niet tot een verlaging van de oorlogsschulden kunnen overgaan wegens de hooge uitgaven der Europeesche landen voor do bewapening, haar kracht te ontnemen, heeft Duitschland verder voorgesteld, nog vóór de ontwapeningsconferentie een conferentie van alle groote Europeesche mogendheden bijeen te roepen, teneinde maximumbedragen voor de uitgaven voor leger en vloot vast te stellen. ONGELUK DOOR DRONKENSCHAP. Terwijl een reiziger uit Hannover en de zoon van een garagehouder uit Marburg a/d Lahn aldaar bezig waren bij het licht'van een lantaarn aan den kant van den weg den auto van den reiziger, die een panne had gekregen, met behulp van een monteur uit Marburg te re- pareeren, reed een koopman uit Marburg met zijn auto,den stilstaanden wagen met zoo groote snelheid voorbij dat alle drie de mannen werden gegrepen en ongeveer twintig meter werden meegesleurd. Nadat de chauffeur even gestopt had, reed hij met groote snelheid verder, zonder zich om zijn slachtoffers te bekommeren. Twee hunner werden ernstig gewond, de derde licht. Het ingestelde onderzoek wees u'.i, dat de chauffeur van den auto die het ongeluk veroor zaakte, dronken was geweest. Onze Parijsehe correspondent schrijft: Het voorstel van den heer Marin om de «even- redigo vertegenwoordiging in te voeren en tevens om de vrouw ook in Frankrijk stem. recht te geven is, zooals men weet, reeds om gebracht. De aanstaande algemeene verkiezingen zul len dus weer volgens het arrondissements stelsel plaats hebben. Wel moet toch een kies wetwijziging plaats hebben, want de jongste volkstelling maakt voor vele arrondissemen ten een nieuwe versnijding nooiig Bovendien is er een flauwe kans, dat men de kieswet tenminste zoo zal wijzigen, dat <te eerste stem busgang beslissend zal zijn en de herstemmin gen dus zullen worden afgeschaft De slag is voor de voorstanders van de even redige vertegenwoordiging verloren, alvorens hij gevoerd kon worden. De tegenstanders van de evenredige verte genwoordiging, de radicalen, het kamermidden en een deel van de rechterzijde zag het mo ment geschikt om het voorstel van Marin te kelderen. De socialisten die ten aanzien van de even redige een allerzonderlingste rol speler, deden ook geen moeite om haar te redden en de mort- sans-phrase werd toegepast. Met 218 tegen 329 stemmen we-d het verzoek van Marin afgewezen en daardoor is practisch de zaak voor zeer geruimen tijd van de haan. Da Fransche verkiezingen blijven dus plaats hebben in de zelfde vertroebeling van het Partijleven als voorheen en nok het vrouwen- stemrecht is met deze nederlaag tegelijkertijd van de baan. HEVIGE WINDHOOS BIJ SWINEMÜNDE SWINEMüNDE, 12 Juli (V.D.) Het dorp Morgenitz is door een windhoos geteisterd, die enorme schade aanrichtte Tal van huizen werden vernield, terwijl vele hoornen ontwor teld en ook talrijke stuks vee gedood werden. Op het kerkhof werden vele grafsuenen ver brijzeld. Het dorp doet denken aan een slagvel! en de bewoners spannen alle krachten in om de schade te herstellen. SMOKKELSCHIP GEZONKEN NEW-YORK, 13 Juni (V.D.) Het uit Con necticut afkomstig zijnde kustvaardig. „Arca dia" dat een lading gesmokkelde rum aan boord had werd bij New-London door een vaartuig van de kustwacht aangehouden. Door verkeerde maneuvres kwamen de twee schepen met elkaar in botsing, waardoor de „Arcadia" zonk. De bemanning bestaande uit tien koppen, kon aan boord van het politievaartuig worden genomen. HISTORISCHE MOMENTEN PARIJS, 13 Juni. (VAN ONZEN CGItRES- PONQ,pNT). De plechtige overdracht van het presidentschap van de republiek is een feest dag geworden, niet alleen voor de school kinderen en de ambtenaren, die vrijaf hebben gekregen, maar ook door het buitengewoon mooie zomerweer. Da regeering had order gegeven, de vloot te pavoiseeren en ook in de garnizoenen werd het aan het bewind komen van den nieuwen president met plechtigheden gevierd. Da omgeving van Luxembourg en Elysée ademdo vanmorgen de vredige schoonheid van het seizoen, maar reeds vroeg waren toch de geheime ordediensten ingesteld. Da heer Doumer heeft zich naar de gewoon, te geschikt om als eerste uitoefening van zijn taak een bezoek te brengen aan het stadhuis, waar hij de hulde van de hoogste autoriteiten in ontvangst had te nemen. Na die ceremonie waaraan de stad den luister heeft gegeven van haar vorstelijke ontvangst, had de heer Laval de demissie van het ministerie aan te bieden. Omstreeks 2 uur vingen de plechtigheden aan, niet op, maar tegenover het Elysée, d-oor de omstandigheid, dat het ministerie van bin nenlandscbe zaken juist tegenover het Elysée is gelegen. Daar waren de kleurrijke ruiters opgesteld van twee escadrons gardes républicaines, dse weldra hun saluut trachten aan den mi nister-president Laval, afgehaald door gene raal Braconnier, chef van het militaire huis van het presidentschap. Door de ruiters geëscorteerd, begaven hei. den zich naar het Luxembourg, waar om streeks kwart over twee de nieuwe president, vergezeld van zijn secretaris-generaal, in éen stoet plaats nam. Langs den lcortsten weg, den eindeloozen boulevard St. Germain bereikend bij het ka mergebouw den Quai d'Orsay volgend, over de Pont Alexandre de Seine piasseerend, ïeed men tusschen het Grand en Petit Palais door naar het Elysée. Langs heel den weg, waarlangs dichte rijen menschen stonden geschaard, werd de nieuwe president hartelijk toegejuicht. Kwart voor drie werd het Elysée bereikt, waar de heer Doumergue zijn laatste minuten van zijn presidentschap genoot in de voldoe, ning zijn taak te kunnen overdragen aan één van zijn intiemste vrienden. De ministers en eenige hooge staatsdienaren de leden van het militaire en civiele huis om ringden den scheidenden president om geza menlijk den nieuwen, heogsten magistraat te ontvangen. Op het oogenblik, dat de minister-president den nieuwen president binnen het Elysée leidde, werden door de in het ombouwde voor plein van het paleis opgestelde troepen voor de eerste maal aan den heer Doumer de mili taire honneurs gebracht, op dezelfde wijze, als bij de ontvangst van vorstelijke personen. Het groote evenement speelde zich weldra binnen in de groote receptiezaal af, waar de beide presidenten, door het geheele ministerie omgeven, de voorlezing aanhoorden van het besluit van de nationale vergadering, van de constitutioneele artikelen betreffende de over dracht en de installatie van het bewind en de redevoeringen, waarmede van president Dou mergue afscheid werd genomen en zijn opvol ger werd begroet. De plechtigheid werd besloten met het uit reiken van het groot-cordon van het legioen van eer, als symbool van de magistrale waar digheid, aan den nieuwen bewoner van het Elysée. Da plechtigheid vorderde drie kwartier. Na afloop begaf Doumer, door de ministers en de dignitarissen van het Elysée vergezeld, zich naar het stadhuis door de Champs Elysées, over de Place de la Concorde door de Rue de Rlvoll, kortom langs den langen en prachtigen weg, die aan de Parijzenaars zoo ruimschoots gelegenheid gaf, den nieuwen president te be groeten, wat trouwens ook gebeurde door het garnizoen, dat de salvoschoten deed daveren. De redevoeringen bij de overdracht van het presidentschap zijn zeer kort geweest. De aftredende president zoowel als de nieu we dignitaris, hebben slechts enkele minuten gesproken. Een bijzonder plechtig oogenblik was het overreiken van het gouden halssnoer van het legioen van eer, dat van president tot presi dent telkens door het bewindvoerend staats hoofd Is gedragen en uit zestien aaneenge schakelde medailles bestaat, de zestien cohor- tes voorstellend waarin Napoleon het legioen heeft verdeeld. Op de keerzijde van de medailles wordt tel kens de naam van den nieuwen president bij gegrift, zoodat de vijfde opvolger van den heer Doumergue voor den zijne geen plaats meer zal vinden. Dit halssnoer is volkomen gelijk aan dat van den keizer, hetwelk thans in de crypte van de Invalides berust. 't Werd in 1880 vervaardigd en is het teeken van het grootmeesterschap over het legioen van eer. Da uitreiking had plaats door den kanselier der orde, generaal Dubail, na degensaluut en accolade en met de woorden: „Mijnheer de president, wij erkennen u als den grootmeester der orde van het legioen van eer". Onmiddellijk daarop had de uitreiking plaats van het groot-cordon der orde, de bekende roode sjerp, die de president bij zijn aftreden niet zal behoeven af te geven, aangezien do presidenten dragers van het groot-cordon ln de orde blijven. Na deze uitreiking werd de president naar de gewone ontvangzaal geleid, waar de eerste audiëntie aanving. De president ontving den minister-president Laval, die de demissie van het kabinet aan bood. De heer Doumer verzocht den heer Laval zijn ministerie in functie te doen blijven, een boodschap voor de kamer toezeggend. De heer Laval verklaarde zichzelf en zijn medewerkers bereid tot aanblijven, waarop de president de decreten toekende, waarbij de be noeming van het ministerie werd bekrachtigd. Om kwart voor vier werd in prachtigen stoet naar het stadhuis gereden, dat zeer schoon versierd was en waar de plechtigheid cok werd bijgewoond in een loge van de groote eerezaal door de familie van den presi dent. De redevoeringen hier waren beduidend langer. Het mooie moment was het oogenblik, waar op de heer de Castelaine, voorzitter van de Parijsehe municipaliteit, den president de gouden medaille der stad aanbood. De terugkeer naar het Luxembourg had om ruim vijf uur plaats. Het eerste bezoek, dat de president ging af leggen om half zeven, geschiedde aan het graf van den onbekenden soldaat, waar de president de herinneringsvlam ging ontsteken. Oud-president Doumergue heeft met de ge woonte, bij de vijf voorgaanue president-in stallaties gevolgd, gebroken en den nieuwen president niet vergezeld bij zijn bezoek aan het stadhuis. Do heer Doumergue heeft willen voorkomen, dat zijn groote populariteit den tocht tot een zegetocht voor hem, in plaats van voor den nieuwen president zou maken, ondanks alle sympathie, die de heer Doumer heeft gevon den. Na afloop der plechtigheid van de overdracht is de heer Doumergue in het Elysée gebleven tot om kwart over vier, toen een van zijn vrienden met zijn auto hem kwam afhalen. Op dat oogenblik had de omgeving van het Elyséo reeds haar kalmte hervonden en het vertrek van den oud-president werd dan ook niet opgemerkt. Hij vertrok hedenavond half tien met den trein naar Toulouse, aan het station begroet door den chef van het protocol en een ver tegenwoordiger van zijn opvolger. 500 Menschen verdronken PLEZIERVAARTUIG OMGESLAGEN Bij Saint-Nazaire aan de Fransohe West kust, heeft zich gisteren een ontzettende scheepsramp afgespeeld. Het stoomschip ,,St. Philbert", dat met 500 passagiers van Nantes was vertrokken, is op eeniige K.M. afstand van St. Nazaire door een hevigen storm overvallen en gekapseisd. Slechts eenige opvarenden konden worden gered, zoo dat gevreesd moeit worden, dat bij de ramp de overige passagiers het leven lieten. Onmiiddeliijk voeren sleepbooten uit, oim zoo mogelijk nog hulp te kurnen bieden. Een der booten keerde slechts terug met 8 of 10 over levenden aan boord. Kapper en zijn vrouw gebeten Naar het W.B. uit Berlijn meidl zijn in de Jungstrasse in het Oosten van Berlijn Vrijdag middag de daar wonende kapper Ibisch en zijn vrouw door hun dol geworden hond gebeten. De kapper had het dier, naar „Tempo" mede deelt, een grooten herdershond, slechts acht dagen geleden voor de bewaking van zijn zaak gekocht. Toen hij Vrijdagmiddag met 't beest op straat ging wandelen, viel de hond hem plotseling aan en beet hem zóó verschrikkelijk dat hij be wusteloos en met bloed bedekt in elkaar zakte. De vrouw, die haar man te hulp snelde, werd eveneens gebeten Daarna liep de hond met het schuim op den bek door de straat, waar politiebeambten er eindelijk in slaagden, hem neer te schieten. Ibisch en zijn vrouw zullen tegen hondsdol, heid ingeënt moeten worden. De vrouw is slechts licht gewond, de man daarentegen moest met levensgevaarlijke kwetsuren in het ziekenhuis worden opgenomen. Het bergingswerk vlot slecht. Men meldt uit Weihaiwei, dat de pogingen om den gezonken onderzeeër „Poseidon" te lichten, worden voortgezet, doch de hoop op een onmiddellijk succes vermindert, daar de werkzaamheden der duikers herhaaldelijk worden onderbroken door het stormachtige weer. Onze Brusselsche correspondent meldt ons: Enkele rechtbanken van Groot Brussel heb ben verschillende Vlamingen veroordeeld, die tijdens de bekende relletjes van den Vlaamseken nationalistischen landdag van Wemmel-bij Brussel waarheen zij zich begeven hadden, om er op pacifieke wijze voor hun Vlaamscb ideaal te manifesteeren, gearresteerd waren. Na de veroordeeling gisteren, van Gentsche studenten inzake de incidenten Hulün de Lot na het besluit, eergisteren getroffen, van de rechtbank van Luik, dat daar niet in het Vlaamsch mag gepleit worden, vandaag weer de veronrdeeling van jeugdige Vlaamsche" idea listen, voorwaar, men laat hier geen gelegen heid voorbijgaan om te demonstreeren hoezeer het officieele België den Vlamingen gene gen is! DE WIJNREKENINGEN DER AMERIKAANSCHE GEZANTEN WASHINGTON, 13 Juni (V.D.) President Hoover heeft een besluit uitgevaardigd, in houdende, dat Amerikaansche ambtenaren in het buitenland voortaan in hun declaraties geen onkosten meer mogen opnemen voor alcoholhoudende dranken. Ook de legaties en ambassades in het buiten land zouden dus voortaan geen wijnrekeningen meer mogen declareeren. ONTHULLINGEN IN EEN PROCES WEGENS LASTER Onze correspondent te Parijs meldt ons: Er heerscht nieuwe spanning te Parijs. De zoo geruchtmakende vraag, hoe de jeugdige Philippe Daudet, zeven jaren geleden den dood vond. Men zal zich de opzienbarende beschuldi gingen van den vader van het slachtoffer her inneren en de groote processen, die bij velen de overtuiging hebben gevestigd, dat Philippe in een hinderlaag van politieke tegenstanders werd omgebrheht. Hoewel de justitie zelfmoord is blijven aan nemen en, in het bekende proces-Bajot (de taxi-chauffeur), Léon Daudet, den vader, in het ongelijk stelde, heeft de procureur-generaal thans, blijkens een mededeeling van den ad vocaat van Bajot, besloten een getuige te doen opsporen, die blijkens de buitengewoon opzien barende mededeelingen van een politiek te genstander van den vader, ooggetuige zou zijn geweest van den dood van den jongen Daudet. Blijkt deze formidabele coup de theatre op goede gronden te berusten, dan zou dus niet alleen de stelling der justitie, dat Philippe Daudet zelfmoord zou hebben gepleegd, af doende weerlegd zijn, doch bovendien de le zing, door den heer Daudet steeds gegeven, dat het kind getroffen zou zijn door een re volverschot van den inspecteur Colombo in den kelder van Flaouter als juist moeten worden erkend. Aangezien de onthullingen zijn gedaan in een proces wegens laster, dat tusschen Bajot en Daudet loopt en van dergelijke processen in den regel door de pers geea nota wordt geno men, heeft men eerst aan de onthullingen, die Woensdag zijn gedaan, weinig aandacht ge geven doc.h heden toont de geheele pers plot seling aan die onthullingen groot belang toe te kennen. De zaken hebben zich als volgt toegedragen: Als getuige opgeroepen in dit nieuwe proces Bajot-Daudet, dat de chauffeur voert, omdat Léon Daudet voortgaat, hem van valsche ge tuigenis te beschuldigen, heeft een zeer ernstig tegenstander van Daudet, de bekende Golsky, van wien zooveel sprake is geweest in de defaitistische en verraadzaken tijdens dén oor log en die de vriend was van Almareyda, die door Daudet aan den krijgsraad was overge leverd en slechts een fusillade van Vincennes is ontkomen, doordat hij In de gevangenis op gehangen werd gevonden, verklaarde dat hij, hoe groote tegenstander van Daudet ook, toch aan de waarheid verschuldigd was te zeggen, dat nog een ander persoon dan de in het groote proces genoemden aanwezig was geweest bij den Inval van de politie en dat die in den kelder had gezien, dat Colombo, vreezend met een gevaarlijk anarchist te doen te hebben, zoo als hem gezegd was, op het oogenblik dat het kind uit vrees zijn hand ophief, zijn revolver heeft afgeschoten, waarop het kind doodelijk getroffen neerviel. Die getuige is naar zijn zeggen een vrouw, die de vriendin was van Le Flaouter en door hem geterroriseerd werd, doch die bereid moet zijn, te komen getuigen, zoo haar vrijgeleide wordt gewaarborgd. Nu beide partijen bij den procureur-generaal hebben aangedrongen, dat de getuige, door Golsky aangewezen, gezocht zal worden, is een confrontatie in het zicht van Le Flaouter, diens vrouw en een zekeren Duval, de eenige drie personen, die op het bepaalde uur van 23 November 1923 in den winkel van Flaouter aanwezig zijn geweest, met de gezochte ge tuige, ds vriendin van le Flaouter. Men kan zich voorstellen dat waar een der gelijke confrontatie beslissend kan zijn voor de revisie van de processen, de komende be slissingen met spanning worden tegemoet ge ziea. Concessie van de Vlaamsche rechterzijde Onze Brusselsche correspondent meldt ons: Naar verluidt, zou de nieuwe minister van defensie, Dens, aan het parlement 210 millioen fr. vragen voor de vestingwerken. Dit zou dus een concessie van 10 millioen zijn aan de Vlaamsche rechterzijde. Van deze 210 millioen zouden er dan 200 ge bruikt worden voor de vestingwerken van de Maas en van de grens en de 10 resteerende voor het bestudeeren van de defensie van Vlaande ren, langs Schelde, Dender en Leije. Het betreft hier het vervolledigen van het overstrcomingsnet door sommige versterkings- werken op bepaalde tusschenruimten, die niet onder water kunnen gezet worden. Men zal zich herinneren, dat het een van katholieke Vlaamsche zijde voorgelegd amen dement, om deze credieten van 220 tot 175 millioen te verlagen de aanleiding was, dat de regeering Jaspar ten val bracht door het pot sierlijke optreden van minister Bovesse. Door den Pmisischen landdag aanvaard. BERLIJN, 13 Juni (W.B.) De Pruisische landdag heeft het staatsverdrag met de Evan gelische kerken en de wet ter salarieering van protestantsche geestelijken aangenomen, terwijl de motie van wantrouwen en het voorstel tot bewerking van de opheffing der nieuwe nood verordening werden verworpen. FAMILIEDRAMA. NEUMÜNSTER, 12 Juni. (W.B.) Om tot nog toe onbekende redenen heeft de handelsreiziger Miiller heden zijn moeder, neergeschoten Hier op heeft hij zijn vader opgewacht en ook de zen door een schot in den hals gedood. Ten slotte richtte hij het wapen tegen zichzelf en schoot zich voor het hoofd. De zwaar gewonde moeder kon nog levend in een ziekenhuis worden opgenomen doch baar toestand is hopeloos. Men schrijft van de Litausche grens: Nadat ook de „Osservatore R'iuano" zooals men weet, ten opzichte van de uitwijzing van den pauselijken nuntius Bartoloni uit Litauen stelling heeft genomen en er op heeft ge wezen, dat de Litausche regeering geen en kele reden heeft aangegeven, waarom de nun tius tot „persona ingrata" was verklaard, heeft eindelijk het Litausche rsgeeringsorgaan „Lie- tuvos Aidas" een verklaring trachten te geven van de redenen, waarom ds nuntius is uit gewezen. De Litausche regeering, aldus genoemd Dlad, heef het Vaticaan herhaalde.ijk mondeling verklaard, dat zij den nuntius ais „persona ingrata" beschouwde en heeft den eisch van den H. Stoel, dat zij schriftelijk de redenen daarvan moest aangeven, als een poging om de zaak op de lange baan te schuiven ter zijde gelegd. Zonder acht te slaan op het volledige af breken van de betrekkingen met den nuntius van de zijde der regeering, heeft de nuntius geen rekening met haar standpunt gehouden, „doch hield het voor mogelijk zich zoo te gedragen, als een diplomatiek vertegenwoor diger met regelmatige betrekkingen en trof zelfs maatregelen om aan verschillende con gressen deel te nemen". Dit alles heeft de regeering gedwongen den nuntius te verzoeken Litauen te verlaten. Als de Litausche regeering het Vaticaan geen afdoende redenen wilde opgeven waarom zij den nuntius tot „persona ingrata" verklaarde, doch meende zich liever te moeten beroepen op haar „vertrouwelijke" mededeelingen, zou het dan niet heter zijn geweest, dat de Litau- sche regeering en haar minister van buiten, landsche zaken den H. Vader, de Litausche katholieken en de geheel katholieke wereld niet op zulk een wijze hadden beleedigd. Kon de nuntius Litauen veriaten, voordat hij van het Vaticaan daartoe een oproep kreeg? Kon hij zijn diplomatieke verplichtingen te genover het land en als deken van het corps diplomatique, dat hem tot op den dag van zijn vertrek als zijn leider erkende, zonder meer opgeven, zoolang het Vaticaan hem niet van deze plichten ontheven had? Of behoort soms de deelneming van een nuntius aan de Eucharistische Congressen van de aan hem toevertrouwde katholieken niet tot de plichten van den nuntius? Uit de verklaring van het regteringsorgaan blijkt duidelijk, dat men den nuntius voor namelijk wegens zijn voornemen om aan het Eucharistisch Congres deel te nemen, het land uitzette. De verklaringen van de dictatuurregeering worden in Litauen dcor de katholieke bevol king met des te meer verontwaardiging ver nomen, daar de regeering bovendien notabene nog verklaart, dat zij van plan is „het con cordaat ook verder na te leven" EEN BATALJON ROEMEENSCHE INFANTERIE VERGIFTIGD BOEKAREST, 13 Juni (V.D.) Gedurende een afstandsmarsch toonde een geheele bataljon Roemeensclie infanterie, de officieren inbegre pen, ernstige vergiftigingsverschijnselen. Het was zóó erg, dat ongeveer het geheele bataljon aan den weg moest gaan liggen. Tegen den avond wisten de meeste officieren en sol daten te voet de kazerne te hereiken, maar een 200-tal achterblijvers moesten met wagens wor den gehaald en ten deele naar het hospitaal worden vervoerd. Een onderzoek heefl uitge wezen, dat het heele bataljon ondeugdelijke kaas heeft gegeten. Uit één en ander meent men hier te moeten afleiden te doen te heb ben met een misdadigen opzet. Twee dooden. DESSAÜ, 13 Juni. (V.D.) Hedenmiddag te 17.50 uur is het schoolvliegtuig van de An. haltsche Luchtvaartvereenlging in de nabij heid van het vliegveld neergestort. De ben zinetank ontplofte en de beide vliegers kwa men om het leven. De machine werd vernield. SALARISVERLAGING Naar uit Saarbrücken wordt gemeld, heeft de regeer in gscommissie van het Saargebied be sloten, met ingang van 1 Juli, voor den duur van het loopende begrootingsjaar, de ambte naarssalarissen met 6 percent te verlagen en de verloven met 25 dagen te bekorten. De aldus bezuinigde gelden komen ten goede aan de werkloozenzorg. Senor Azana, minister van oorlog ln Spanje, woont de eerste republikeinsche manoeuvres bij.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 9