ALGEMEEN OVERZICHT.
DE NIEUWE FRANSCHE PRESIDENT
a
■I,
De geheimzinnige
getuige
LUISTERRIJKE PLECHTIGHEDEN BIJ
ZIJN AMBTSAANVAARDING.
Ontzettende scheepsramp
Ii.AANDAG 15 JLi.I 1931
Gevaren van den weg
HET AFWIJZEN DER E. V- IN
FRANKRIJK.
Naar afschaffing der her
stemmingen
WAT PARIJS TE ZIEN GAF
DE OVERDRACHT VAN HET
PRESIDENTSCHAP.
DE OVERREIKING VAN HET
LEGIOEN VAN EER.
DOUMER VRAAGT LAVAL AAN
TE BLIJVEN.
MET EEN GEWOONTE GEBROKEN.
DOLLE HOND
DE „POSEIDON"
WEER VLAMINGEN GESTRAFT.
WERD PHILIPPE DAUDET
VERMOORD?
^pann'ng te Parijs
DE MILITAIRE CREDIETEN IN
BELGIE.
VERDRAG MET DE EVANGELISCHE
KERKEN IN PRUISEN.
UT JU SC HE
- - jOPHELDERING
WAAROM DE NUNTIUS WERD
UITGEWEZEN.
Ondeugdelijke kaas
ERNSTIG VLIEGONGEVAL BIJ
DESSAU.
De aftredende Fransche president
De man, die na zeven jaar „de gevangene
van het Elysée-protocol te zijn geweest, heden-
namiddag het Elysée mag verlaten zonder
hoogen hoed, maar niettemin verzekerd kan
zijn van de toejuichingen zijner medeburgers,
kan zich vleien zijn taak rustig te hebben vol
bracht te midden van buitengewoon zware
tijdsomstandigheden. Hij kan nu zijn tijd gaan
verdeelen tusschen het verblijf in zijn gehoor,
tehuis te Aiges-Vives, dat hij heeft laten res
taureeren en vergrooten, en het domein te
Tournefeuille, dicht bij Toulouse dat hij heeft
gekocht. In het politieke leven zal hij niet te.
ru'keeren, want aile pogingen om hem een
senaatszetel te doen aanvaarden zijn afgestuit
op zijn onverzfcttelijken wil een landelijk leven
te gaan leiden in „waardige afzondering", zoo.
als. Falliöres en Loubst hebben gedaan.
Zonder pensioen vertrekkend zal hij kunnen
zeggen, dat zijn langdurige dienst op den eer
sten post van den staat hem niet rijk heeft
gemaakt, want de heer Doumergue die zonder
fortuin het Elysée betrad, zal het ook zonder
ander fortuin verlaten dan het kostelijk bezit
van de algemeene achting, welke hij heeft we
ten te veroveren. Het inktnien van den presi
dent van de republiek is eer in staat een rijk
man te ruïneeren dan een hoe eenvoudig pre
sident ook, een sou te doen opzij leggen.
De daden van den president van de republiek
zijn niet zoo zichtbaar als die van de verant
woordelijke ministers en bepalen zich oogen-
schijnlijk slechts tot representaties en consul
taties. Maar dat Frankrijk in den aftredenden
president een verdienstelijk staatshoofd heeft
gevonden, springt in het oog als men terug,
denkt aan de buitengewoon zware vraagstuk,
ken, welke de jaren van zijn septennaat hebben
bewogen en meer nog als men terugdenkt aan
den troebelen tijd, waarin hij het presidium
aanvaardde.
Opvolger van een president, die bij de over
winning van het kartel in 1924 zijn waardig
heid tot speelbal zag gekozen van een samen
spanning der stembusoverwinnaars, had hij de
moeilijke taak zich onmiddellijk boven de
macht der fanatieke kartellistische meerder
heid, boven het partijgewoel waarvan hij de
arbiter moest blijven te plaatsen. En het moet
gezegd, de wijze waarop hij de constitutioneels
verhoudingen wist. te handhaven, de wijsheid
waarmee hij het landsbelang wist t.e doen eer
biedigen door de ontketende partijen, heeft
hem in staat gesteld langzamerhand de zeer
delicate aanpassing te volbrengen van de poll.
tiek aan de nationale noodwendigheden.
Heeft de heer Doumergue het record gesla
gen van het verstrekken der opdrachten tot
kabinetsformatie (de mislukkingen niet mee
geteld bracht hij het tot vijftien), hij heeft door
de keuze zijner mannen eenige groote minis,
teries doen vormen, en in de parlementaire
geschiedenis van Frankrijk zal de opdracht aan
Poincaré, tot het herstel van de politiek der
nationale eenheid, te midden van de ineen
storting van den frank en de verpletterende
meerderheid van het kartel, een groot evene.
ment blijven.
Dat de heer Doumergue geslaagd is moet in
de eerste plaats toegeschreven worden aan de
volkomen Icyauteit jegens de beide kamers,
welker verin udingen hij schroomvallig respec
teerde en de forschheid zijner constitutie op
vattingen. die door geen partij kon worden
ontkend. Zijn persoonlijkheid gaf den doorslag,
want heel z!jn natuur was wars van alle in
triges of van den Invloed zijner persoonlijke
wenschen. De staat vond steeds in hem een
voorbeeldig magistraat.
De heer Gaston Doumergue verlaat het
Elysée na de blijken te hebben ontvangen van
een mooie populariteit, die werkelijk de onver,
deelde hoogachting tan heel de natie insluit.
De minister president Laval, die hedenmid
dag om half drie den heer Doumer is gaan af
halen aan het Luxembourg om geëscorteerd
door wee escadrons van de garde républicaine
in gelatenue, den aanstaanden president naar
het Elyséo te voeren, had niet bepaald het
uiterlijk van een demissionna.-• minister. De
dag is oovendien een officieele feestdag, dus
voor de politiek een van wapenstilstand, maar
ook aan elk feest komt een einde, en overeen
konmtig parlementaire traditie, zal de heer
Leval de demissie van het kabinet aan den
nieuwen president moeten aanbieden, teneinde
het staatshoofd de vrije keuze te laten van den
man, aan wien hij do vorming van het uitvoe
rend bewind wil toevertrouwen.
Het zou een donderslag bij helderen hemel
zijn, zoo president Doumer niet aan den heer
Laval en zijn équipe verzocht, de leidsels in
handen te houden, die noch de kamer noch den
senaat uit zijp handen hebben willen nemen.
Het is natuurlijk meer voorgekomen, dat de
nieuwe president het bestaande ministerie niet
handhaafde. Maar in die gevallen speelden de
Politieke omstandigheden een rol. Dezen keer
beeft de overdracht van het bewind echter
plaats onder exceptioneel eenvoudige omstan
digheden. Niet alleen heeft de persoonswisse
ling op het Elysée plaats aan het einde van een
volbracht septennaat, wat sinds het aftreden
van den heer Polncaré niet meer is voorge
komen, maar bovendien heeft de keuze van den
nieuwen president in geen enkel opzicht de
politieke verhoudingen gewijzigd. En waar
het ministerie beantwoordt aan de verhoudin
gen in senaat en kamer, en het ministerie zelf
zijn homogeniteit heeft weten te bewaren, daar
is de terugkeer van het ministerie.Laval waar
schijnlijk.
In dat geval zal het ministerle-Laval toch
maar het zesde zijn tijdens de zestig jaren van
de derde republiek, dat de eer geniet zijn taak
onmiddellijk te kunnen voortzetten, in 1894
handhaafde Casimir-Périer het ministerie
Charles Dupuy; eigenaardige speling van het
lot: het was dezelfde minister-p "sident Char
les Dupuy, die in 1S99 door ijmile Loubet zijn
ministerie gehandhaafd zag. Armand Fallières
handhaafde ln 1906 het ministerie Rouvier; en
president van de republiek geworden in 1913
greep ook de heer Poincaré de eerste de beste
gelegenheid aan om te kunnen zeggen „je
maintiendrai", zoodat het ministerie Briand
aanbleef. Dat voorbeeld werd ook in 1920 ge
volgd door Paul Deschanel, die den minister
president Millerand verzocht zijn taak voort
te zetten.
Maar de beide laatste presidentswisselingen
lieten het handhaven van het ministerie niet
toe om de eenvoudige reden, dat bij het optre
den van den heer Millerand als president van
do republiek de ministerpresident zelf was ge.
kozen, zoodat deze wel genoodzaakt was zijn
vicepresident, de heer Leygues opdracht tot
kabinetsformatie te geven, die alle medewer
kers van den heer Millerand in zijn ministerie
behield, terwijl in 1924 na de verjaging van
den heer Millerand door het kartel, het minis
terie Marshall reeds als demissionnair kon
worden beschouwd op het oogenblik van de
presidentsverkiezing. Het ministerie had geen
andere taak dan de legaliteit hij de vervanging
fan den heer Millerand te redden.
Grévy tot tweemaal toe, Sadi Carnot, Fèlix
Faure hebben een nieuw ministerie doen vor
men, Pciicaré, die op het oogenblik van zijn
verkiezing minister-president was, had slechts
het ministerie te handhaven, dat op den dag
na zijn verkiezing was gevormd, Deschanel,
die als tegencandidaat een minister-president,
Clemeneeau, had gehad, vond ook bij zijn
komst op het Elysée het m-nlsterie, dat de
presidentsverkiezing had doen verrichten, ver
vangen.
Het feit van het al of niet aanblijven van
het ministerie is dus steeds door andere in
vloeden beheerscht dan door een initiatief van
het nieuwe staatshoofd en het slechts protoco.
laire karakter van het aanbieden der demissie
springt dermate in het oog, dat de aanblijven
de ministeries zich nimmer opnieuw met een
regeeringsverklaring naar de beide kamers
hebben begeven. Een crisis werd dan ook
slechts gedurende de enkeie dagen verwacht
dat het aanblijven van den heer Briand aan
buitenlandsche zaken onzeker was.
Een voorstel van Duitschland
De Fransche ochtendbladen publiceeren een
bericht uit Bazel, volgens hetwelk dr. Brüning
en dr. Curtius, naar op grond van informaties
uit kringen der bank voor internationale be
talingen verzekerd wordt, bij de besprekingen
op Cheqpers aan de Engeisehe ministers voor
gesteld hebben, dat alle schuldeischersstaten
een gemeenscliappelijken stap te Washington
zouden doen, om de Amerikaansflie regeering
tot een soort conversie der oorlogsschulden te
bewegen.
Volgens de details van het iPan door de
Duitsche ministers uiteengezet, zou de hoofd
som der schulden onveranderd blijven, doch
door verlaging van den rentevoet een besparing
van 3 a 4 milliard worden verkregen, dat
dan de vroegere geallieerden geheel aan
Duitschland ten goede zouden laten komen,
teneinde de schadevergoedingslasten te ver
lichten.
Aangezien de Engeisehe ministers te kennen
gaven, dat Engeland alleen de verantwoorde
lijkheid voor een dergelijken stap niet op zich
kan nemen, zullen onderhandelingen met de
overige geallieerden worden gevoerd welke on.
derhandelingen met Mellon en Stïmson bij hun
bezoek aan Europa voortgezet zullen worden.
Teneinde de tegenwerping van de Vereenig-
de Staten, dat deze niet tot een verlaging van
de oorlogsschulden kunnen overgaan wegens de
hooge uitgaven der Europeesche landen voor
do bewapening, haar kracht te ontnemen, heeft
Duitschland verder voorgesteld, nog vóór de
ontwapeningsconferentie een conferentie van
alle groote Europeesche mogendheden bijeen
te roepen, teneinde maximumbedragen voor de
uitgaven voor leger en vloot vast te stellen.
ONGELUK DOOR DRONKENSCHAP.
Terwijl een reiziger uit Hannover en de
zoon van een garagehouder uit Marburg a/d
Lahn aldaar bezig waren bij het licht'van een
lantaarn aan den kant van den weg den auto
van den reiziger, die een panne had gekregen,
met behulp van een monteur uit Marburg te re-
pareeren, reed een koopman uit Marburg met
zijn auto,den stilstaanden wagen met zoo groote
snelheid voorbij dat alle drie de mannen werden
gegrepen en ongeveer twintig meter werden
meegesleurd.
Nadat de chauffeur even gestopt had, reed
hij met groote snelheid verder, zonder zich om
zijn slachtoffers te bekommeren. Twee hunner
werden ernstig gewond, de derde licht.
Het ingestelde onderzoek wees u'.i, dat de
chauffeur van den auto die het ongeluk veroor
zaakte, dronken was geweest.
Onze Parijsehe correspondent schrijft:
Het voorstel van den heer Marin om de «even-
redigo vertegenwoordiging in te voeren en
tevens om de vrouw ook in Frankrijk stem.
recht te geven is, zooals men weet, reeds om
gebracht.
De aanstaande algemeene verkiezingen zul
len dus weer volgens het arrondissements
stelsel plaats hebben. Wel moet toch een kies
wetwijziging plaats hebben, want de jongste
volkstelling maakt voor vele arrondissemen
ten een nieuwe versnijding nooiig Bovendien
is er een flauwe kans, dat men de kieswet
tenminste zoo zal wijzigen, dat <te eerste stem
busgang beslissend zal zijn en de herstemmin
gen dus zullen worden afgeschaft
De slag is voor de voorstanders van de even
redige vertegenwoordiging verloren, alvorens
hij gevoerd kon worden.
De tegenstanders van de evenredige verte
genwoordiging, de radicalen, het kamermidden
en een deel van de rechterzijde zag het mo
ment geschikt om het voorstel van Marin te
kelderen.
De socialisten die ten aanzien van de even
redige een allerzonderlingste rol speler, deden
ook geen moeite om haar te redden en de mort-
sans-phrase werd toegepast.
Met 218 tegen 329 stemmen we-d het verzoek
van Marin afgewezen en daardoor is practisch
de zaak voor zeer geruimen tijd van de haan.
Da Fransche verkiezingen blijven dus plaats
hebben in de zelfde vertroebeling van het
Partijleven als voorheen en nok het vrouwen-
stemrecht is met deze nederlaag tegelijkertijd
van de baan.
HEVIGE WINDHOOS BIJ SWINEMÜNDE
SWINEMüNDE, 12 Juli (V.D.) Het dorp
Morgenitz is door een windhoos geteisterd, die
enorme schade aanrichtte Tal van huizen
werden vernield, terwijl vele hoornen ontwor
teld en ook talrijke stuks vee gedood werden.
Op het kerkhof werden vele grafsuenen ver
brijzeld. Het dorp doet denken aan een slagvel!
en de bewoners spannen alle krachten in om
de schade te herstellen.
SMOKKELSCHIP GEZONKEN
NEW-YORK, 13 Juni (V.D.) Het uit Con
necticut afkomstig zijnde kustvaardig. „Arca
dia" dat een lading gesmokkelde rum aan boord
had werd bij New-London door een vaartuig
van de kustwacht aangehouden.
Door verkeerde maneuvres kwamen de twee
schepen met elkaar in botsing, waardoor de
„Arcadia" zonk.
De bemanning bestaande uit tien koppen,
kon aan boord van het politievaartuig worden
genomen.
HISTORISCHE MOMENTEN
PARIJS, 13 Juni. (VAN ONZEN CGItRES-
PONQ,pNT). De plechtige overdracht van het
presidentschap van de republiek is een feest
dag geworden, niet alleen voor de school
kinderen en de ambtenaren, die vrijaf hebben
gekregen, maar ook door het buitengewoon
mooie zomerweer.
Da regeering had order gegeven, de vloot
te pavoiseeren en ook in de garnizoenen werd
het aan het bewind komen van den nieuwen
president met plechtigheden gevierd.
Da omgeving van Luxembourg en Elysée
ademdo vanmorgen de vredige schoonheid
van het seizoen, maar reeds vroeg waren toch
de geheime ordediensten ingesteld.
Da heer Doumer heeft zich naar de gewoon,
te geschikt om als eerste uitoefening van zijn
taak een bezoek te brengen aan het stadhuis,
waar hij de hulde van de hoogste autoriteiten
in ontvangst had te nemen.
Na die ceremonie waaraan de stad den
luister heeft gegeven van haar vorstelijke
ontvangst, had de heer Laval de demissie van
het ministerie aan te bieden.
Omstreeks 2 uur vingen de plechtigheden
aan, niet op, maar tegenover het Elysée, d-oor
de omstandigheid, dat het ministerie van bin
nenlandscbe zaken juist tegenover het Elysée
is gelegen.
Daar waren de kleurrijke ruiters opgesteld
van twee escadrons gardes républicaines, dse
weldra hun saluut trachten aan den mi
nister-president Laval, afgehaald door gene
raal Braconnier, chef van het militaire huis
van het presidentschap.
Door de ruiters geëscorteerd, begaven hei.
den zich naar het Luxembourg, waar om
streeks kwart over twee de nieuwe president,
vergezeld van zijn secretaris-generaal, in éen
stoet plaats nam.
Langs den lcortsten weg, den eindeloozen
boulevard St. Germain bereikend bij het ka
mergebouw den Quai d'Orsay volgend, over de
Pont Alexandre de Seine piasseerend, ïeed
men tusschen het Grand en Petit Palais door
naar het Elysée.
Langs heel den weg, waarlangs dichte rijen
menschen stonden geschaard, werd de nieuwe
president hartelijk toegejuicht.
Kwart voor drie werd het Elysée bereikt,
waar de heer Doumergue zijn laatste minuten
van zijn presidentschap genoot in de voldoe,
ning zijn taak te kunnen overdragen aan één
van zijn intiemste vrienden.
De ministers en eenige hooge staatsdienaren
de leden van het militaire en civiele huis om
ringden den scheidenden president om geza
menlijk den nieuwen, heogsten magistraat te
ontvangen.
Op het oogenblik, dat de minister-president
den nieuwen president binnen het Elysée
leidde, werden door de in het ombouwde voor
plein van het paleis opgestelde troepen voor
de eerste maal aan den heer Doumer de mili
taire honneurs gebracht, op dezelfde wijze, als
bij de ontvangst van vorstelijke personen.
Het groote evenement speelde zich weldra
binnen in de groote receptiezaal af, waar de
beide presidenten, door het geheele ministerie
omgeven, de voorlezing aanhoorden van het
besluit van de nationale vergadering, van de
constitutioneele artikelen betreffende de over
dracht en de installatie van het bewind en de
redevoeringen, waarmede van president Dou
mergue afscheid werd genomen en zijn opvol
ger werd begroet.
De plechtigheid werd besloten met het uit
reiken van het groot-cordon van het legioen
van eer, als symbool van de magistrale waar
digheid, aan den nieuwen bewoner van het
Elysée.
Da plechtigheid vorderde drie kwartier. Na
afloop begaf Doumer, door de ministers en de
dignitarissen van het Elysée vergezeld, zich
naar het stadhuis door de Champs Elysées,
over de Place de la Concorde door de Rue de
Rlvoll, kortom langs den langen en prachtigen
weg, die aan de Parijzenaars zoo ruimschoots
gelegenheid gaf, den nieuwen president te be
groeten, wat trouwens ook gebeurde door het
garnizoen, dat de salvoschoten deed daveren.
De redevoeringen bij de overdracht van het
presidentschap zijn zeer kort geweest.
De aftredende president zoowel als de nieu
we dignitaris, hebben slechts enkele minuten
gesproken.
Een bijzonder plechtig oogenblik was het
overreiken van het gouden halssnoer van het
legioen van eer, dat van president tot presi
dent telkens door het bewindvoerend staats
hoofd Is gedragen en uit zestien aaneenge
schakelde medailles bestaat, de zestien cohor-
tes voorstellend waarin Napoleon het legioen
heeft verdeeld.
Op de keerzijde van de medailles wordt tel
kens de naam van den nieuwen president bij
gegrift, zoodat de vijfde opvolger van den
heer Doumergue voor den zijne geen plaats
meer zal vinden.
Dit halssnoer is volkomen gelijk aan dat van
den keizer, hetwelk thans in de crypte van de
Invalides berust.
't Werd in 1880 vervaardigd en is het teeken
van het grootmeesterschap over het legioen
van eer.
Da uitreiking had plaats door den kanselier
der orde, generaal Dubail, na degensaluut en
accolade en met de woorden:
„Mijnheer de president, wij erkennen u als
den grootmeester der orde van het legioen
van eer".
Onmiddellijk daarop had de uitreiking plaats
van het groot-cordon der orde, de bekende
roode sjerp, die de president bij zijn aftreden
niet zal behoeven af te geven, aangezien do
presidenten dragers van het groot-cordon ln
de orde blijven.
Na deze uitreiking werd de president naar
de gewone ontvangzaal geleid, waar de eerste
audiëntie aanving.
De president ontving den minister-president
Laval, die de demissie van het kabinet aan
bood.
De heer Doumer verzocht den heer Laval
zijn ministerie in functie te doen blijven, een
boodschap voor de kamer toezeggend.
De heer Laval verklaarde zichzelf en zijn
medewerkers bereid tot aanblijven, waarop de
president de decreten toekende, waarbij de be
noeming van het ministerie werd bekrachtigd.
Om kwart voor vier werd in prachtigen
stoet naar het stadhuis gereden, dat zeer
schoon versierd was en waar de plechtigheid
cok werd bijgewoond in een loge van de
groote eerezaal door de familie van den presi
dent.
De redevoeringen hier waren beduidend
langer.
Het mooie moment was het oogenblik, waar
op de heer de Castelaine, voorzitter van de
Parijsehe municipaliteit, den president de
gouden medaille der stad aanbood.
De terugkeer naar het Luxembourg had om
ruim vijf uur plaats.
Het eerste bezoek, dat de president ging af
leggen om half zeven, geschiedde aan het
graf van den onbekenden soldaat, waar de
president de herinneringsvlam ging ontsteken.
Oud-president Doumergue heeft met de ge
woonte, bij de vijf voorgaanue president-in
stallaties gevolgd, gebroken en den nieuwen
president niet vergezeld bij zijn bezoek aan
het stadhuis.
Do heer Doumergue heeft willen voorkomen,
dat zijn groote populariteit den tocht tot een
zegetocht voor hem, in plaats van voor den
nieuwen president zou maken, ondanks alle
sympathie, die de heer Doumer heeft gevon
den.
Na afloop der plechtigheid van de overdracht
is de heer Doumergue in het Elysée gebleven
tot om kwart over vier, toen een van zijn
vrienden met zijn auto hem kwam afhalen.
Op dat oogenblik had de omgeving van het
Elyséo reeds haar kalmte hervonden en het
vertrek van den oud-president werd dan ook
niet opgemerkt.
Hij vertrok hedenavond half tien met den
trein naar Toulouse, aan het station begroet
door den chef van het protocol en een ver
tegenwoordiger van zijn opvolger.
500 Menschen verdronken
PLEZIERVAARTUIG OMGESLAGEN
Bij Saint-Nazaire aan de Fransohe West
kust, heeft zich gisteren een ontzettende
scheepsramp afgespeeld.
Het stoomschip ,,St. Philbert", dat met 500
passagiers van Nantes was vertrokken, is op
eeniige K.M. afstand van St. Nazaire door een
hevigen storm overvallen en gekapseisd. Slechts
eenige opvarenden konden worden gered, zoo
dat gevreesd moeit worden, dat bij de ramp de
overige passagiers het leven lieten.
Onmiiddeliijk voeren sleepbooten uit, oim zoo
mogelijk nog hulp te kurnen bieden. Een der
booten keerde slechts terug met 8 of 10 over
levenden aan boord.
Kapper en zijn vrouw gebeten
Naar het W.B. uit Berlijn meidl zijn in de
Jungstrasse in het Oosten van Berlijn Vrijdag
middag de daar wonende kapper Ibisch en zijn
vrouw door hun dol geworden hond gebeten.
De kapper had het dier, naar „Tempo" mede
deelt, een grooten herdershond, slechts acht
dagen geleden voor de bewaking van zijn zaak
gekocht.
Toen hij Vrijdagmiddag met 't beest op straat
ging wandelen, viel de hond hem plotseling aan
en beet hem zóó verschrikkelijk dat hij be
wusteloos en met bloed bedekt in elkaar zakte.
De vrouw, die haar man te hulp snelde, werd
eveneens gebeten
Daarna liep de hond met het schuim op den
bek door de straat, waar politiebeambten er
eindelijk in slaagden, hem neer te schieten.
Ibisch en zijn vrouw zullen tegen hondsdol,
heid ingeënt moeten worden. De vrouw is
slechts licht gewond, de man daarentegen
moest met levensgevaarlijke kwetsuren in het
ziekenhuis worden opgenomen.
Het bergingswerk vlot slecht.
Men meldt uit Weihaiwei, dat de pogingen
om den gezonken onderzeeër „Poseidon" te
lichten, worden voortgezet, doch de hoop op
een onmiddellijk succes vermindert, daar de
werkzaamheden der duikers herhaaldelijk
worden onderbroken door het stormachtige
weer.
Onze Brusselsche correspondent meldt ons:
Enkele rechtbanken van Groot Brussel heb
ben verschillende Vlamingen veroordeeld, die
tijdens de bekende relletjes van den Vlaamseken
nationalistischen landdag van Wemmel-bij
Brussel waarheen zij zich begeven hadden, om
er op pacifieke wijze voor hun Vlaamscb
ideaal te manifesteeren, gearresteerd waren.
Na de veroordeeling gisteren, van Gentsche
studenten inzake de incidenten Hulün de Lot
na het besluit, eergisteren getroffen, van de
rechtbank van Luik, dat daar niet in het
Vlaamsch mag gepleit worden, vandaag weer
de veronrdeeling van jeugdige Vlaamsche" idea
listen, voorwaar, men laat hier geen gelegen
heid voorbijgaan om te demonstreeren hoezeer
het officieele België den Vlamingen gene
gen is!
DE WIJNREKENINGEN DER
AMERIKAANSCHE GEZANTEN
WASHINGTON, 13 Juni (V.D.) President
Hoover heeft een besluit uitgevaardigd, in
houdende, dat Amerikaansche ambtenaren in
het buitenland voortaan in hun declaraties
geen onkosten meer mogen opnemen voor
alcoholhoudende dranken.
Ook de legaties en ambassades in het buiten
land zouden dus voortaan geen wijnrekeningen
meer mogen declareeren.
ONTHULLINGEN IN EEN PROCES
WEGENS LASTER
Onze correspondent te Parijs meldt ons:
Er heerscht nieuwe spanning te Parijs. De
zoo geruchtmakende vraag, hoe de jeugdige
Philippe Daudet, zeven jaren geleden den dood
vond.
Men zal zich de opzienbarende beschuldi
gingen van den vader van het slachtoffer her
inneren en de groote processen, die bij velen
de overtuiging hebben gevestigd, dat Philippe
in een hinderlaag van politieke tegenstanders
werd omgebrheht.
Hoewel de justitie zelfmoord is blijven aan
nemen en, in het bekende proces-Bajot (de
taxi-chauffeur), Léon Daudet, den vader, in het
ongelijk stelde, heeft de procureur-generaal
thans, blijkens een mededeeling van den ad
vocaat van Bajot, besloten een getuige te doen
opsporen, die blijkens de buitengewoon opzien
barende mededeelingen van een politiek te
genstander van den vader, ooggetuige zou zijn
geweest van den dood van den jongen Daudet.
Blijkt deze formidabele coup de theatre op
goede gronden te berusten, dan zou dus niet
alleen de stelling der justitie, dat Philippe
Daudet zelfmoord zou hebben gepleegd, af
doende weerlegd zijn, doch bovendien de le
zing, door den heer Daudet steeds gegeven,
dat het kind getroffen zou zijn door een re
volverschot van den inspecteur Colombo in den
kelder van Flaouter als juist moeten worden
erkend.
Aangezien de onthullingen zijn gedaan in een
proces wegens laster, dat tusschen Bajot en
Daudet loopt en van dergelijke processen in
den regel door de pers geea nota wordt geno
men, heeft men eerst aan de onthullingen, die
Woensdag zijn gedaan, weinig aandacht ge
geven doc.h heden toont de geheele pers plot
seling aan die onthullingen groot belang toe te
kennen.
De zaken hebben zich als volgt toegedragen:
Als getuige opgeroepen in dit nieuwe proces
Bajot-Daudet, dat de chauffeur voert, omdat
Léon Daudet voortgaat, hem van valsche ge
tuigenis te beschuldigen, heeft een zeer ernstig
tegenstander van Daudet, de bekende Golsky,
van wien zooveel sprake is geweest in de
defaitistische en verraadzaken tijdens dén oor
log en die de vriend was van Almareyda, die
door Daudet aan den krijgsraad was overge
leverd en slechts een fusillade van Vincennes
is ontkomen, doordat hij In de gevangenis op
gehangen werd gevonden, verklaarde dat hij, hoe
groote tegenstander van Daudet ook, toch aan
de waarheid verschuldigd was te zeggen, dat
nog een ander persoon dan de in het groote
proces genoemden aanwezig was geweest bij
den Inval van de politie en dat die in den
kelder had gezien, dat Colombo, vreezend met
een gevaarlijk anarchist te doen te hebben, zoo
als hem gezegd was, op het oogenblik dat het
kind uit vrees zijn hand ophief, zijn revolver
heeft afgeschoten, waarop het kind doodelijk
getroffen neerviel.
Die getuige is naar zijn zeggen een vrouw,
die de vriendin was van Le Flaouter en door
hem geterroriseerd werd, doch die bereid moet
zijn, te komen getuigen, zoo haar vrijgeleide
wordt gewaarborgd.
Nu beide partijen bij den procureur-generaal
hebben aangedrongen, dat de getuige, door
Golsky aangewezen, gezocht zal worden, is
een confrontatie in het zicht van Le Flaouter,
diens vrouw en een zekeren Duval, de eenige
drie personen, die op het bepaalde uur van 23
November 1923 in den winkel van Flaouter
aanwezig zijn geweest, met de gezochte ge
tuige, ds vriendin van le Flaouter.
Men kan zich voorstellen dat waar een der
gelijke confrontatie beslissend kan zijn voor
de revisie van de processen, de komende be
slissingen met spanning worden tegemoet ge
ziea.
Concessie van de Vlaamsche rechterzijde
Onze Brusselsche correspondent meldt ons:
Naar verluidt, zou de nieuwe minister van
defensie, Dens, aan het parlement 210 millioen
fr. vragen voor de vestingwerken. Dit zou dus
een concessie van 10 millioen zijn aan de
Vlaamsche rechterzijde.
Van deze 210 millioen zouden er dan 200 ge
bruikt worden voor de vestingwerken van de
Maas en van de grens en de 10 resteerende voor
het bestudeeren van de defensie van Vlaande
ren, langs Schelde, Dender en Leije.
Het betreft hier het vervolledigen van het
overstrcomingsnet door sommige versterkings-
werken op bepaalde tusschenruimten, die niet
onder water kunnen gezet worden.
Men zal zich herinneren, dat het een van
katholieke Vlaamsche zijde voorgelegd amen
dement, om deze credieten van 220 tot 175
millioen te verlagen de aanleiding was, dat de
regeering Jaspar ten val bracht door het pot
sierlijke optreden van minister Bovesse.
Door den Pmisischen landdag
aanvaard.
BERLIJN, 13 Juni (W.B.) De Pruisische
landdag heeft het staatsverdrag met de Evan
gelische kerken en de wet ter salarieering van
protestantsche geestelijken aangenomen, terwijl
de motie van wantrouwen en het voorstel tot
bewerking van de opheffing der nieuwe nood
verordening werden verworpen.
FAMILIEDRAMA.
NEUMÜNSTER, 12 Juni. (W.B.) Om tot nog
toe onbekende redenen heeft de handelsreiziger
Miiller heden zijn moeder, neergeschoten Hier
op heeft hij zijn vader opgewacht en ook de
zen door een schot in den hals gedood. Ten
slotte richtte hij het wapen tegen zichzelf en
schoot zich voor het hoofd.
De zwaar gewonde moeder kon nog levend
in een ziekenhuis worden opgenomen doch baar
toestand is hopeloos.
Men schrijft van de Litausche grens:
Nadat ook de „Osservatore R'iuano" zooals
men weet, ten opzichte van de uitwijzing van
den pauselijken nuntius Bartoloni uit Litauen
stelling heeft genomen en er op heeft ge
wezen, dat de Litausche regeering geen en
kele reden heeft aangegeven, waarom de nun
tius tot „persona ingrata" was verklaard, heeft
eindelijk het Litausche rsgeeringsorgaan „Lie-
tuvos Aidas" een verklaring trachten te geven
van de redenen, waarom ds nuntius is uit
gewezen.
De Litausche regeering, aldus genoemd Dlad,
heef het Vaticaan herhaalde.ijk mondeling
verklaard, dat zij den nuntius ais „persona
ingrata" beschouwde en heeft den eisch van
den H. Stoel, dat zij schriftelijk de redenen
daarvan moest aangeven, als een poging om
de zaak op de lange baan te schuiven ter zijde
gelegd.
Zonder acht te slaan op het volledige af
breken van de betrekkingen met den nuntius
van de zijde der regeering, heeft de nuntius
geen rekening met haar standpunt gehouden,
„doch hield het voor mogelijk zich zoo te
gedragen, als een diplomatiek vertegenwoor
diger met regelmatige betrekkingen en trof
zelfs maatregelen om aan verschillende con
gressen deel te nemen".
Dit alles heeft de regeering gedwongen den
nuntius te verzoeken Litauen te verlaten.
Als de Litausche regeering het Vaticaan geen
afdoende redenen wilde opgeven waarom zij
den nuntius tot „persona ingrata" verklaarde,
doch meende zich liever te moeten beroepen
op haar „vertrouwelijke" mededeelingen, zou
het dan niet heter zijn geweest, dat de Litau-
sche regeering en haar minister van buiten,
landsche zaken den H. Vader, de Litausche
katholieken en de geheel katholieke wereld
niet op zulk een wijze hadden beleedigd.
Kon de nuntius Litauen veriaten, voordat
hij van het Vaticaan daartoe een oproep kreeg?
Kon hij zijn diplomatieke verplichtingen te
genover het land en als deken van het corps
diplomatique, dat hem tot op den dag van
zijn vertrek als zijn leider erkende, zonder
meer opgeven, zoolang het Vaticaan hem niet
van deze plichten ontheven had?
Of behoort soms de deelneming van een
nuntius aan de Eucharistische Congressen van
de aan hem toevertrouwde katholieken niet
tot de plichten van den nuntius?
Uit de verklaring van het regteringsorgaan
blijkt duidelijk, dat men den nuntius voor
namelijk wegens zijn voornemen om aan het
Eucharistisch Congres deel te nemen, het land
uitzette.
De verklaringen van de dictatuurregeering
worden in Litauen dcor de katholieke bevol
king met des te meer verontwaardiging ver
nomen, daar de regeering bovendien notabene
nog verklaart, dat zij van plan is „het con
cordaat ook verder na te leven"
EEN BATALJON ROEMEENSCHE
INFANTERIE VERGIFTIGD
BOEKAREST, 13 Juni (V.D.) Gedurende een
afstandsmarsch toonde een geheele bataljon
Roemeensclie infanterie, de officieren inbegre
pen, ernstige vergiftigingsverschijnselen.
Het was zóó erg, dat ongeveer het geheele
bataljon aan den weg moest gaan liggen. Tegen
den avond wisten de meeste officieren en sol
daten te voet de kazerne te hereiken, maar een
200-tal achterblijvers moesten met wagens wor
den gehaald en ten deele naar het hospitaal
worden vervoerd. Een onderzoek heefl uitge
wezen, dat het heele bataljon ondeugdelijke
kaas heeft gegeten. Uit één en ander meent
men hier te moeten afleiden te doen te heb
ben met een misdadigen opzet.
Twee dooden.
DESSAÜ, 13 Juni. (V.D.) Hedenmiddag te
17.50 uur is het schoolvliegtuig van de An.
haltsche Luchtvaartvereenlging in de nabij
heid van het vliegveld neergestort. De ben
zinetank ontplofte en de beide vliegers kwa
men om het leven. De machine werd vernield.
SALARISVERLAGING
Naar uit Saarbrücken wordt gemeld, heeft
de regeer in gscommissie van het Saargebied be
sloten, met ingang van 1 Juli, voor den duur
van het loopende begrootingsjaar, de ambte
naarssalarissen met 6 percent te verlagen en
de verloven met 25 dagen te bekorten. De
aldus bezuinigde gelden komen ten goede aan
de werkloozenzorg.
Senor Azana, minister van oorlog ln
Spanje, woont de eerste republikeinsche
manoeuvres bij.