HEVEA™®3™
HET CHRISTELIJK GEZIN.
DE WERING
VAN „DE TRIBUNE".
Behandeling van
Het paard van een majoor
op hol
verschillende ivetsontwerpen
DONDERDAG 18 JUNI 1931
■r a cht/oojöena
i/zersfer/c
INTERN. KATHOLIEKE RADIO
COMMISSIE.
NOG VEEL GOEDS
MEDEDEELING DER REGEERING
INZAKE DE TARWEWET.
MR. J. VAN ASPEREN
DE INDISCHE POSTVLUCHTEN.
IN VLIEGENDEN GALOP OVER
DEN WAALSDORPERWEG.
GEHEIMZINNIGE SMOKKELAUTO.
PAARDEN ONDER DOUANE-BEAMBTEN
DOODGEREDEN.
DE KON. FAMILIE TE
PARIJS.
HET DINER OP HET GEZANT
SCHAPSGEBOUW.
UIT DE TEXTIELINDUSTRIE.
Twee fabrieken met 2000 arbideres
in staking
Nu het gezin in het brandpunt
staat van onze eenigszms ang.
stige belangstelling, geven wij
oök gaarne plaatsing aan deze
Franciscaansch.optimistische be.
schouwingen. Red.)
Het gezin heeft de volle theoretische
aandacht van ons, katholieken, daarover
wordt geregeld gepreekt; daarover worden
heel veel redevoeringen gehouden; daaraan
hebben we pas in Amsterdam een katholie
kendag gewijd; daaraan gaf en geeft ook
onze politieke organisatie haar voortdurende
aandacht.
Niemand onder ons, en laten we niet
vergeten, dat buiten onze rijen diezelfde op
vattingen bij zeer velen leven, zal de
kracht van het gezin onderschatten. De
geest, die in het gezin leeft, beheerscht het
leven. De richting, daar ingegaan, beslist
meestal voor later. Zelfs hebben wij wel eens
een klacht gelezen van sociaal-democrati-
schen kant, dat er niet genoeg aandacht
wordt besteed in hun kringen, om, waar
vader en moeder sociaal-democraat zijn, ook
een sociaal-democratische opvoeding en
vorming te geven.
Maar men schijnt het niet te durven nala
ten om een klagenden toon aan te slaan.
Wie tegenwoordig niet klaagt over de jeugd,
waarbij haast niets goeds meer te vinden
schijnt te zijn, wie niet meedoet aan hoofd
schudden en bedenkelijke handbewegingen
maken als het gaat over de tegenwoordige
maatschappij, wie niet zuchtend neerziet en
zegt te zoeken naar den steen der wijzen om
de kwalen van vandaag te kunnen bannen
voor goed, telt niet mee.
Dat spijt ons, maar overtuigt ons niet!
We worden wel doodgegooid met lamen
taties over allerhande crisissen, die in bijna
alle levens zulke verwoestingen zouden aan
richten, maar we vragen, is de toestand wel
zóó wanhopig?
Het heeft veel weg van een zeer gemakke
lijk sport preeken, waarin men maar gere
geld blijft beweren, dat er „op den dag van
vandaag geen grooter kwaad bestaat, enz.".
Jammer, dat we bij heel veel predikanten
uit den ouderen en oudsten tijd geregeld de
zelfde klachten in dezelfde wendingen terug
krijgen.
Het is toch immers niet waar, dat er geen
tijden en streken bestaan hebben, waar het
er niet erger en droeviger naar toeging,
dan nu bij ons.
Zeker, feit is, dat vele ouderen, en vooral
ouders, gemakkelijk een gevoel krijgen, dat
het niet gaat, zooals het ging in hun tijd,
waarvan ze zich feitelijk weinig meer
kunnen voorstellen. We groeien zoo graag
vast in onze eigen opvatting.
We zien zoo graag de omstandigheden,
waarin we zelf leefden, aan als de eenig-
mogelijke en ook de eenig-goede.
We klagen dan ook zoo gauw en hard,
omdat wij zelf geen kijk hebben op de nieuwe
toestanden, dus de nieuwe eischen, dus de
veranderde verhouding, omdat wij ons voe
len als de beroemde kat in het even-beroem
de vreemde pakhuis. En dit komt hiervan
daan, dat wij van de opvoeding niets anders
hebben gesnapt dan het samenstel van ge
woonten, van daden, van verboden, die in
onzen tijd voor ons hun dienst deden, waar
in we ons thuis voelen, maar, helaas, die
voor ons werdep een soort wet van Meden
en Perzen, het eenig-mogelijke, het altijd-
blijvende, het daarom strikt-noodzakelijke.
Wat, naar onze bescheiden meening, er
naast is.
En daarom zouden wij al dadelijk de
pertinente vraag willen stellen: Moeten we
blijven staan bij het „gezin als van ouds"
als het eenig ideaal? Moet dat opvoeden
blijven zooals het vroeger was. Is er geen
ontwikkeling in dit punt mogelijk?
Wij zouden niet graag zooiets beweren.
Dan: dat zoo doortrapt-slechte van het ge
zinsleven in onzen tijd! Wat beteekent dat:
onze tijd? Een 25-tal jaren? Goed. Dus de
tijd van de veelvuldige en vroege H. Com
munie. Dus de tijd van de organisatie. Dus
de tijd van de bemoeiing met de jeugd. Dus
de tijd van de liturgische beweging. Dus de
tijd van het apostolaat der versterving wat
in de drankbestrijding uitkwam. Dus de tijd
van de gesloten retraites. Dus de tijd van
meer en beter lectuur door onze katholieke
pers in den ruimsten zin, van krant tot
boek. Dus de tijd, dat onze opleidingsscho
len voor priesters zeker vervijfvoudigd zijn
en uitgebreid, en de priestercandidaten bij
drommen om toelating vragen. Dus de tijd
dat Nederland met zijn paters, Zusters en
Broeders missionarissen een wereldnaam
heeft. Dus Gaat u maar door, maar
leert eerst het goede zien, het goede in de
jeugd en in de ouderen.
Na zoo'n lijstje durven wij vragen: is „dus"
het gezin zoo slecht? En we zitten te herha
len, dat al die goede dingen eigenlijk terug
gaan op het gezin! Dat juist het gezin de
eerste uiting van al die goede dingen krijgt!
Bijzonder zouden we hier willen wijzen
op het vereenigingsleven, het katholieke-
bondswezen. Daaraan kan men hooghartig
voorbijgaan, dat kan minachtend worden
beschouwd als een behartigen van de belan
gen van den eigen zak, maar voor ons
is die periode van veertig jaren katholiek
♦ereenigingsleven wij hebben die veertig
niet ten volle meegemaakt voor ons is die
periode een ontroerende, een stilmakende
uiting van een buitengewoon sterk gezins
leven: dat men zooveel kan verdragen en
zooveel wilde opofferen, om dien gewetens
plicht in zulke moeilijke omstandigheden zóó
na te komen. Dat beseft menigeen in Neder
land nog niet voor een honderdste deel. Met
zoo'n kern gaan wij gerust de toekomst in;
daar moet een haard van geloofsleven onder
ons bestaan, die dat mogelijk maakt. Men
zegt zelfs, dat er zoo'n prachtige opleving
onder on::e jeugd bestaat, dat er zooveel
energie, zooveel overtuiging los komt, dat
de jeugd zoo radikaal wordt, d.w.z. zoo on-
meedoogend recht door wil en niet langs
allerhande voorzichtige bochten. Dit is mis
schien niet ouderwetsch, dat hebben ze mis
schien niet te danken aan het stokstijf vast
houden aan uiterlijke omstandigheden van
vroeger; de jongelui zijn anders, doch zijn ze
slechter?
Waren wij niet anders dan onze ouders?
Was dat ook niet cle klacht?
Begrepen ze ons wel in alle opzichten?
In dit verband komt natuurlijk het werk
van de jeugdvereenigingen ter sprake en
krijgen we dezelfde opwerpingen te hoorén,
als bij het begin der „bonden". Zou één dei-
strijders voor den nieuwen en nieuwsten
vorm van jeugdleiding willen of kunnen
beweren, dat die organisaties de opvoeding
moeten vervangen, of kunnen vervangen?
Dwaasheid: dat kan de katholieke school
niet en dat kan niets. Maar het huisgezft
alleen, zeker in de steden, is in den regel
niet in staat om allen de alzijdige vorming
voor onzen tijd te geven.
Dat is ook niet noodig.
Als we dan zeggen, dat zóo'n jeugdwerk
noodzakelijk werk is, dan bedoelên we dat
niet alleen voor degenen, die thuis zoo'n
beetje verwaarloosd worden. We zouden
niet graag adviseéren, een jongen of meisje
maar overal buiten te houden, als ze behoo-
ren tot de „goede" gezinnen. Vooreerst zul
len die juist een kern moeten vormen voor
de nadere, en vervolgens zal het hunzelf
een maatschappelijke vorming bijbrengen.
Dit is een tamelijk vergeten kant in veler
opvoeding, dat ze leeren moeten om maat
schappelijk te zijn d.w.z. anderen t,e kennen,
anderen te verdragen, zich zelf te beheer-
schen, met anderen om te gaan, te kunnen
leiden en geleid willen worden.
Dat de orthodoxe protestanten op dit ter
rein wat huiveriger zijn, brengt heel hun
opvatting mee; doch dat zegt voor ons katho
lieken, nog niets. We zijn nu eenmaal kleu
riger, fleuriger, beweeglijker en vrijer van
opvatting dan onze protests ntsche broeders.
Baron van Wijnbergen wijst in verband
met gezin- en jeugdvragen op de Derde
Orde door te zeggen: „Veel goeds, onnoeme
lijk veel goeds ten bate van het Christelijk
gezin zoude ook verricht kunnen worden, in
dien in de zoovele parochies, waar het mo
gelijk is, werd opgericht een Derde Orde
van St. Franciscus".
Daarmee zijn we 't even hard oneens als
eens.
Moet de Derde Orde te hulp komen om
den geest van vroeger te brengen, of om
het ouderwetsche gezin van een veertig ja
ren terug in eere te herstellen, dan ge-
looven wij, dat men aan dooveman's deur
klopt.
De Derde Orde kan daarvoor niet opge
roepen worden. Men zou alleen bereiken,
dat men de Derde Orde vastkoppelt aan
omstandigheden, die haar nog meer den
naam en de daad van „buitenwerelds" zou
den geven. Dat is de aard der Derde Orde
niet.
Maar dat kan baron van Wijnbergen ook
niet bedoelen.
Het karakter der Derde Orde gaat terug
op de persoonlijke, evangelische vorming in
den geest van den H. Frans van Assisië. En
als men iemand niet kan binden aan een
tijd of een formule dan wel dien geestelij
ken Leider. Hij is persoonlijk, hij heeft een
innerlijke en uiterlijke vrijheid, die verbaast
en aantrekt. Dat ook moet de eisch zijn
voor de Derde Orde: iederen tijd welken ook
met haar geest bezielen en uit dien geest
verwijderd houden al de niet-noodige vor
men, welke wisselen met iederen tijd.
Wij zouden niet graag zien, dat de Derde
Orde maar werd. opgericht in alle paro
chies waar ze nog niet is. Want wij vra
gen eerst en vooral de geestdrift voor den
geest der Derde Orde; dat men iets voelt
voor haar manier van beter worden, welke
de manier is van Sint Frans. Dit behoeft
strikt genomen niet bij ieder te bestaan, en
bestaat feitelijk ook niet. In zoo'n geval een
Derde Orde oprichten, blijft een uiterlijke,
leege, mooidoenerij. Men moet daartoe ook
menschen hebben, die den Derde Orde-kant
uitwillen of minstens zich dien kant op wil
len laten leiden.
Want daartoe wordt gevraagd een komen
tot een eenvoudig leven, uit innerlijke vrij
heid of onthechtheid, vergezeld van een ge
makkelijk zich een-voelen met anderen,
vooral met de minderen, Voor het gezin en
voor de jeugd liggen hier zeker mooie pers
pectieven, voor de toekomst zal het met
groote groepen den kant van het Francis-
canisme op moeten; wij meenen ook dat er
materiaal en neiging genoeg aanwezig is.
Doch laat men de Derde Orde toch niet
voorstellen als een gemakkelijke uitkomst
voor alle mogelijke kwalen en zeker niet als
een middel om den ouden tijd terug te roe
pen.
De leden der Eerste Orde vinden zich
heusch niet onbehaaglijk in den nieuwen
tijd, de veranderde omstandigheden, in
hun losheid van alles kunnen ze erg onbe
vangen kijken, wat anderen als een re
volutie aanvoelen, vinden ze nog al tame
lijk vanzelfsprekend, en wij gelooven niet,
dat zij door de Derde Orde den tijd zouden
willen terugzetten op het jaar 1880 of daar
omtrent.
Veel goeds kan en moet er gedaan wor
den, door het vele goeds, dat losgekomen is
en nog los komt in jongeren en ouderen, te
leiden en op te voeren.
P. QUIRINU.S, O.M. Cap.
ENGELSCHE LETTERKUNDIGEN IN
ONS LAND.
Het Genootschap Nederland-Engeland te Am.
sterdam deelt ons mede dat ter gelegenheid
van het Congres van de P.E.N.-club zich ook
een aantal Engelsche, Schotsche en Iersohe
letterkundigen hier te lande zullen bevinden.
Onder meer nemen aan het congres deel John
Galsworthy, Herman Ould, Rebecca West, Mrs.
C. A. Dawson-Scott, H. W. Moinson, Beatrice
Kean Segmour, Dennis Bradley, Elisabeth De.
lafleld en een veertigtal anderen.
De leden van het Genootschap zullen aan de
Engelsche gasten worden voorgesteld en met
hen de lunch gebruiken op Donderdag 25 ouni
in het gebouw der Roei- en Zeilvereeniging
fide Hoop" te Amsterdam.
CONGRES TE ZüRICH.
De radio in dienst der vredes-
gedachte.
De Internationale Katholieke Radiio-Ooim-
missie, waarin de Katholieke Radio Oomlté's
vertegenwoordigd zijn der navolgende landen:
België, DuitschlLand, Engeland, Frankrijk, Ne
derland, Ierland, Italië, Lithauen, Luxemburg,
Oostenrijk, Polen, Hongarije, Ver. Staten van
Amerika en Zwitserland, vergaderde zooals
gemeld, van 11 tot en met 13 Juni te Zurich,
onder voorzitterschap van dien president, Pas
toor L. H. Ferquin O.P. Amsterdam.
Als sprekers traden op de heer P. A. M. Speet,
secretaris van den Katholieken Radio Omroep
Holland, met het onderwerp: „De Internatio
nale samen werking op radio-gebied" en Pater
L. Esoh S.J., Keulen, met het onderwerp: „De
houding der katholieken ten opzichte van niet
en anti - katholieke uitzendingen".
De directeur die heer B. Mansohall te Keulen
d'ie de leiding heeft over het Internationaal
Katholiek Radio Bureau aldaar, gaf een uit
voerig rapport over de actie, welke de katho
lieken in de verschillende landen op raidllo-
gebiad ontplooid hebben na hét congres te Mün-
chen in 1929. Bij. de discussies bleek duidelijk
de unanieme meening van alile gedelegeerden,
dat de Katholieken onder alle omstandigheden
krachtig aan de verdere ontwikkeling van d«
radiio 'hebben mede te werken.
De vertegenwoordigers, die in hun land met
de katholieke radio-belangen belast zijn, be
schouwden het als een plicht, om er voor te
waken, dat de katholieke cultuurgoederen bij
het opmaken dier programma's volledig tot
uiting zullen komen, daar de radio als cultu
reels factor in het volbrengen van haar scihoone
taak hiermede rekening heeft te houden. Daar
om werden aan de verschillende vertegenwoor
digers der landen ook bepaalde richtlijnen ge
geven, waarbij er vooral op gewezen werd, dat
bij de enorme verbreiding van de radiio- die
zich tot allen wendt, de verschillende levens
beschouwingen in zoover deze op positieve,
niet-stootendie en niet-destructieve manier ge
geven worden voor de microfoon tot uiting
komen
De radio moet zoo ontwikkeld worden dot
hij gebruikt kan worden in dien meest uitge-
breiden zin des woords voor religieuss ©n pae-
diaigoigische doeleinden en tevens daartoe bij
dragen om de groote en ernstige sociale tegen
stellingen u'iit den weg te ruimen. Voor onze
katholieke luisteraars schijnt de nadio welke
over de grenzen van alle landen been de ver
schuilende volkeren door wedleirzijdisohe uit
wisseling van hun kostbaarst cultureel bezit,
direct met elkander bekend maakt een der
meeist geschikte middelen voor de verzoening
en wederzijdiscto aObtinig der naties. Daarom
werd ook den gedelegeerden meit klem ver
zocht, met alle middelen te trachten de radio-
arganiiisatieis er toe te bewegen, haar program
ma's ook te stellen in dienst van de gemeen
schappelijke samenwerking der volkeren en den
vrede over de wereld.
Tot slot van het congres weird een telegram
van buide aam Z. H. de Paus gezonden. Tevens
NOGAL GERUSTSTELLEND
EN OP WELKE „MEDEDEELINGEN" WIJ
VOORLOOPIG NOG MAAR MOETEN
WACHTEN
De communist Wijnkoop heeft de onhoffe
lijkheid gehad vragen aan de Regeering te
stellen over de uitvoering der Tarwewet, na
dat daarover reeds een interpellatie was aan
gevraagd door mr. Omd. Dat deze interpellatie
niet is ingetrokken, heeft ons verheugd. Op de
eerste plaats voor den even bekwamen als
ijverigen vrijz. dem. afgevaardigde, die zulke
zaken serieus doet. Op de tweede plaats voor
de Regeering, die nu gelegenheid kreeg uitvoe
rige mededeelingen te doen over de werking
van een bevoegdheidswet, waarbij duizenden
direct en indirect belang hebben en waarover
de meest#malle geruchten zijn verspreid of,
zooals jhr. Ruys dat parlementair uitdrukte:
geruchten, die iederen schijn van grond missen.
Over de vragen en mededeelingen behoeven
wti hier niet te zeer in bizonderheden te tre
den: de belangstellenden vinden die elders in
dit nummer. Een samenvattend oordeel is pas
te geven na de besprekingen, welke worden
voortgezet. Mr. Oud heeft zijn interpellatie
niet praematuur geacht, omdat de Kamer niet
bijeen zou zijn op het oogenblik dat de door
hem zoo fel bestreden wet in uitvoering zou
treden. Juist over deze uitvoering werden in
lichtingen verlangd. De V. D.-afgevaardigde
heeft er bij gezegd, da.t zijn interpellatie beslist
niet bedoelde terug te komen op de eenmaal
gevallen beslissing en met klem gevraagd hem
te gelooven, dat hij aan de boeren den in uit
zicht gestelden steun gaarne g'unde en geen te
genstelling tusschen stad en platteland wilde
zien gebracht in -de discussies. Formeel leek
mr. Oud's interpellatie, vooral door gebruikma
king van bepaalde berichten, heel veel op een
herhaling van zijn bij de behandeling der wet
geuite bezwaren, doch dit bracht het onder
werp voor een deel ook mee.
Minister Ruys heeft hieraan meegewerkt
door zich van het antwoord niet met den Fran-
schen slag af te maken, maar het psychologisch
moment te hegrijpen en zeer uitvoerige inlich
tingen te verschaffen. Wij weten nu, dat de wet
begin Juli in werking treedt en dat de grootst
mogelijke meerderheid der commissie-Lovink
het door mr. Oud verafschuwde maal- en meng-
gebod het doeltreffendst acht. Verder, dat een
„Meelcentrale" van belanghebbenden zal zor
gen voor de nood.ige onvermengde grondstof,
welke bepaalde bedrijven noodig hebben en dat
deze centrale zal controleerem, maar zelf geen
handel drijven. Haar kosten zullen beneden den
rijksdaalder per elke 100 K.G. bloem blijven
en de meelimporteurs zullen, voor zoover de
Tarwewet hen benadeelt, een schadevergoeding
kunnen krijgen. De inventarisatie der tarwe zal
De opening van het 9e Internationale Con
gres van R. K. Meisjesbescherming te
Boedapest. V. I. n. r. de presidente, baro
nesse de Montenach, mgr. Besson, bisschop
van Genève en mgr. dr. Knebel.
wend de Kardinaal-staatssecretaris Pacelld tele
grafisch van tot verloop van heit congres in
kennis gesteld. In een dank-telegraim sprak de
kardinaal-staatssecretaris den wensoh uit, dat
de werkzaamheden van het Internationaal Ka
tholiek Radio Comité in dien geest van H. Stoel
rijke vruchten zouden mogen dragen.
Het volgend jaar zal het congres waarschijn
lijk te Weênen worden gehouden.
Op 53-jarigen leeftijd is gisteren te 's-Graven-
hage overleden mr. J. A. F. van Asperen, raads
heer in het Gerechtshof aldaar.
Het 18de retour-postvliegtuig is gisteren om
6.15 uur uit Kara.tsji vertrokken en na een
tusSchenlanding te Gwadar om 13.30 uur te
Djask aangekomen
TOETREDING TOT VERDRAGEN.
Blijkens mededeeling van de Fransche Re
geering is Groot-Brittannië op 10 April toege
treden tot de verdragen van 18 Mei 1904 en
4 Mei 1910 in zake de bestrijding van den han
del in vrouwen en meisjes, voor wat betreft de
kolonie en het protectoraat Gambia, het pro
tectoraat Oeganda en het mandaatgebied Tan
ganyika.
A. C. v. d. WILDE f
Op 70-jarigen leeftijd is te 's Griavenhage over
leden d© heer A. C. van der Wilde, directeur
van dé Landbouw Maatschappij Bangak en van
de Rotterdams oh© Cultuur Maatschappij.
TWEEDE KAMER
door middel der groote landbouworganisaties
gewestelijk geschieden. Hun „Centrale Tarwe-
organisatie" zal als verkoopster optreden.
Landbouwers en tarwehandelaars moeten
hier dus de handen ineenslaan. De prijs is be
rekend op 12.50 per?00 kilo tarwe: monopo
liseering noch prijsopdrijving wordt gevreesd
in de proef-periode van een half jaar en geen
sterkere verhooging van den broodprijs dan
één cent per brood van acht ons. De bizondere
administratiekosten worden het eerste jaar be
rekend op een maximum van 25 cent per 100
kilo, door de tarwekoopers aan de „Tarwecen-
trale" te betalen. Zekerheid over de voordeelen,
welke de wet zal brengen aan de boeren en de
lasten, welke zij zal leggen op de broodverbrui
kers, kan de Regeering niet geven; vast staat
de uitkeering van 12.50 per 100 kilo aan de
leveranciers en berekend is een gemiddelde
prijsverhooging van 6 a 7 de 100 kilo terwijl
de uitvoering der wet 3 pet. zal bedragen van
het door de boeren te ontvangen bedrag van
12.50.
Dit is een korte samenvatting van het door
de Regeering meegedeelde. Onze eerste indruk
is, dat deze mededeelingen nog al gerust
stellend klinken na veel opgeblazen berichten
over mislukking. Indien 'het door de Commis
sie-Lovink uitgebroede systeem inderdaad het
beste is dient toegegeven, dat het in de practijk
heter werken kan dan op 't eerste gezicht lijkt.
Toch doen zich nog wel vragen op en wij zul
len die ook nog wel hooren, maar het lijkt ons
verbazend moeilijk zich een definitief oordeel
over het stelsel te vorjnen, vooraleer het prac-
tisch gewerkt heeft. In elk geval verdient den
interpellant dank, die de inlichtingen los kreeg
en mag van minister Ruys worden gezegd, dat
hij hij de moeilijke uitvoering van de groote
bevoegdheid, welke de Tarwewet hem schonk,
de zeer gelukkige gedachte heeft gehad zich
van zoo breed mogelijk advies te voorzien en
tevens een onverwachte samenwerking van or
ganisaties der belanghebbenden te hebben ver
kregen.
Van de kleine wetsontwerpen komen er
vooral twee in aanmerking voor een korte be
spreking: goedkeuring van het gewijzigd lucht-
vaartverdrag-1919, dat in 1929 werd herzien
en een aanvulling va^ de Leerplichtwet.
Bezwaren tegen de herziening van het ver
drag van Parijs had de K.L.M.; aanvaarding
van het nieuwe verdrag werd echter bepleit
door de „Commissie van advies voor volken
rechtelijke vraagstukken". Vooral het nieuwe
vierde lid van art. 15 van het verdrag, dat de
erkenning inhoudt van het recht voor eiken
Staat om in de lucht boven eigen gebied ge
regelde vliegdiensten te verbieden werd als
een sterke inbreuk op het vrije luchtverkeer
gevreesd. Doch nu wijziging toch niet mogelijk
bleek en practische medewerking van vreemde
landen, b.v. voor onze Indië-lijnen toch noodig
zal zijn, heeft de Kamer maar over haar be
zwaar heengestapt.
De huidige leerplichtwet houdt de mogelijk-
heid in, dat een kind, bij het ontbreken van
een achtste leerjaar op de lagere school, het
zevende leerjaar twee keer moet maken, voor-
De berijder aan zijn bekomen verwon
dingen overleden.
Gisitereinochtenid, omstreeks 10 uur is op de
WaaJlsidorparvlakte een ernstig ongeluk ge
beurd.
De majoor van het regiment Jageirs, jhr.
E. L. H. Goldman reed te paard door de vlakte,
toen zijn paard plotseling op hol sloeg. In
Vliegenden galop ging heit door de vlakte en den
Waaflsdtorperweg op Daar wierp het hollende
'beest zijn berijder af. Majoor Goldman kwam
met zijn hoofd tiegen een ijzeren paal terecht
en werd ernstig gewond.
De Geneeskundige Dienst vervoerde hem
naar het R. K. Ziekenhuis, waar hij in den
loop van den ochtend aan zijn verwondingen
is overleden.
Een sterk stukje smokkelaars-
brutaliteit.
Op den gnooten weg even achter Straelen
heeft zioh een zeldzaam brutale en zeer ge
waagde smiokkelseèn© afgespeeld, meldt de
Venl. Crt.
Terwijl de Zodl-Inspector van het Stnaelsche
grenskantoor en nog een beambte te paard even
den weg patrouilleerden, naderde met razende
vaart een smokkelauto. Beide beambten tracht
ten door midden op den weg te gaan rijden den
auto tot stilstand te brengen. De chauffeur
dacht er echter absoluut niet over.
Zonder eeniige vaart t« verminderen, reed hij
op beide beambten in en voor dat dezie zich in
veiligheid konden stellen werden de ruiters
links en rechts van den weg neergeworpen.
Hun paarden waren op slag gedood. De dieren
hadden den nek gebroken. De berijders mogen
nog van geluk spreken, want alleen de Zoll-
Inspector liep een lichte verwonding op. De
auto was ondertussohen reeds lang uit het ge
zicht verdwenen.
Waarschijnlijk heeft men hier te doen met
den speciaal geconstrueerden smokkelauto,
waarin, volgens beweringen, een vliegtuigmo
tor zou zijn geplaatst en waarvoor die Duitsohe
douane reeds meerdere nachten hebben opge
offerd.
Men kan zeer goed 'begrijpen, dat dooi' dier
gelijk misdadig optreden van smokkelaars, de
douane steeds meer verbitterd wordt eu zij
naast strenger toezicht ook, zooals in dit geval
voor eigen veiligheid, van haar vuurwapens
gaat gebruik maken.
aleer het vrij van leerplicht is. Vooral de plat
telandsbevolking wemschte deze bepaling al
dus gewijzigd, dat zulke kinderen van het nog
maals volgen van het zevende jaar zouden
worden vrijgesteld, bijaldien zij het onderwijs
volgen op een lagere land- of tuinbouwschool.
Om aan dit redelijk verlangen te voldoen en
tevens het land- en tuinbouwonderwijs te be
vorderen, heeft Minister Terpstra een wets
wijziging aangebracht, welke de Ij^Ioelde kin
deren van den leerplicht voor de l.s. bevrijdt.
De Minister heeft er geen bezwaar in gezien
de bepaling uit te strekken tot kinderen van
alle land- en tuinbouwscholen, die gelijkwaar.
dig zijn aan de gesubsidieerde. Hij deed dit
door overneming van een zeer redelijk amen
dement der anti-rev. fractie.
Vooral door baron van Voorst tot Voorst,
die een enthousiast verdediger van het land
en tuinbouw onderwijs is, werd de wijziging
toegejuicht. Natuurlijk maakte de katholieke
afgevaardigde gretig gebruik van de gelegen
heid om weer eens te wijzen op de stief
moederlijke behandeling, welke dit onderwijs
ondergaat vergeleken met het nijverheidson
derwijs. Maar had Minister Ruys, toen even
daarvoor bij de herziening der landarbeiders-
wet een herschatting der plaatsjes ter sprake
kwam, al niet over „berooide" schatkisten ge
sproken? De laatste middelenstaat bindt ook
den goed willenden mr. Terpstra en zij
scheen dit ook den heer Ter Laan te doen, die
een achtste leerjaar vroeg, doch zich voor-
zichtigheidshalve per interruptie ook reeds met
voorbereidingsmaatregelen daartoe tevreden
wilde stellen. Minister Terpstra ging daar niet
op in, ook niet op 's heeren Tilanus' verzoek
om, na volbrachte zes jaren van de l.s., den
leerplicht in elk geval te laten eindigen. „Dat
ligt toch in uw lijn", zei de C.H. afgevaardigde,
Maar de Minister, die zich 'een verworpen amen
dement herinnerde van die strekking, ant
woordde even ondeugend als raak: „Ja,
subsidie aanvragen voor de katholieke Handels,
hoogeschool ligt ook in mijn lijn, maar ik
zal 't voorloopig toch maar niet doen."
In elk geval staat de Minister van Onder
wijs zijn man. Het antwoord, dat hij heden
gaf betreffende de wering van de commu
nistische „Tribune" uit de leeszalen was duide
lijk en flink. Mr. Terpstra verdient hulde voor
het feit, dat hij den inspecteur der leeszalen,
die zelfs geen semi-ambtenaar is, gewezen
heeft op de aanwezigheid van een blad, dat
de reglementair geëischte mentaliteit der lees-
zalen schromelijk overschreed. Hij wilde niet
meedoen aan de halfheid om de „Tribune" in
een gifkastje te plaatsen en terecht stelde hij
zich op het standpunt, dat op de basis van den
bestaanden toestand niet alle communistische
lectuur kan worden geweerd. Aan ds. Kersten,
die dit wèl wou, stelde de Minister laconiek
de tot groote vroolijkheid aanleiding gevende
vraag: „Wat zou u doen als u achter de groene
tafel stond?" De staatsmansdaden, welke de
staatkundig-gereformeerde leider beraamt, heb
ben wij niet vernomen. Ds Kersten brandde
van verlangen ze ons te openbaren maar pre
sident van Schaik, die geen journalist is, was
niet nieuwsgierig en vond dat Nederland op
deze mededeelingen maar moet wachten tot
een latere gelegenheid.
Het communistisch dagblad blijft uit de
leeszalen en uit de stations. De vrijheidslieven
de Russische heeren kregen alleen de stem
men van socialisten en vrijzinnig-democraten.
Hun motie tot toelating werd verworpen met
45 tegen 23 stemmen! Verworpen werd ook
de gemitigeerde motie-Knottenbelt die elke
subsidie-afwijzing voor leeszalen vergezeld wil
de laten gaan met publicatie van het advies
der „Centrale Vereeniging van leeszalen en
bibliotheken".
1
De Franschen verrukt over de
innemendheid der vorstelijke
personen.
H. M. INSPECTEERT DE EERE-
WACHT.
Onze Piarijscto oanrespou'denit seint ons d.d.
17 Junii:
Het déjeuner dat de president van die re
publiek en mevrouw Doumer hadden aange
boden aan de Koninklijke familie, heeft zich'
niet alleen door grooten luister, maar ook door
groote hortelijkiheiid. gekenmerkt. Het Fransche
staatshoofd was omringd door de hoogste die
naren van den staait, voorzoo ver getouwd, van
hun egjals vergezeld. De tijdvieirdeelling was
zoodanig geschikt, dat een ruime conversatie
kon plaats hebben tusschen de persoonlijkheden
die gastheer en gasten vergezelden.
Toen dan ook na den maaltijd' H. M. de Ko
ningin en de Pr inses de gastvrouw vergezelden
maar de salons en de gastheer dien Prins naar
het rooksaitou leidde, hebben onze vorstelijke
ptersnnen zioh, langdurig met velen hiunmer
onderhouden.
H. M. en mevrouw Douimer hadden daarbij
op een sofa plaatsgenomen in hot prachtige
salon en zoowel die Pramscto pensocmlijlkhedea
als de diames wanen zeer getroffen door de
innemendheid onzer koningin. Ook de prinses
heeft sympathie en bewondering weten te
wekken, waarvan opgetogen werd getuigd.
Het samenzijn overschreed dan ook het pro
gram en het vertrek op 2.10 uiur vastgesteld
had eerst even 3 uur plaats.
Redevoeringen zijn niet uitgesproken. Alleen
bij het dessert heeft de heer Douanier zijn glas
opgeheven om een dronk in te stellen op hot
welzijn von H. M. de Koningin. Diie dronk werd
door H. M. beantwoord met een toast tot den
heer Douanier.
De tafel, een enkele ovale tafel diiie hieed het
centrum van de immense receptiezaal van het
Elyisiee in beslag nam, 'gaf een prachtigen aan
blik. Zij was versierd in het breed» midden
met een weelde van rijk bloedende rozelaars en
langs de couverts, met een gracieuze ectoitkikding
van zacihtkleurige lotyrussem, die het oude Sè-
vreapotnseüein omringden.
In een ant'i-chnmbre 'bevond zich de staf-
muziek vain tot 5e regiment infanterie, die
werken van klassieke Fransche mieesters en
van jongeren uitvoerde.
Voor dlit eerste feestmaal op het Blysee, dat
onder toet presidentschap van den heer Douimer
plaats heeft, was een zeer typisch Pnansv.h
menu samengesteld.
Bij hun aankomst waren op het Blysee de
vorstelijke gasten met militaire eerbewijzen
ontvangen.
Ook bij het vertrek stonden troepen opge
steld doch dezen keeT werd niA alleen het
„Aux Chants" geblazen en hét Wilhelmus ge
speeld, doch H. M. daalde van heit bordes af
om door den gouverneur van Parijs verge
zeld de troepen te inspeoteeren en 'het vaandel
te groetten.
Hierop werd rechtstreeks naar de vallei van
Chevrenise 'gereden.
Even voor acht uur in den avond keerde de
Koninklijke famiJie ©n gevolg naar Parijs terug
om zioh naar ons mooie gezautschapsgebouw
in de Rue de Grenelle te begeven .alwaar H.
M. de Koningin den Fransctoen president en
mevrouw Doumer en een aantal Fransche per
soonlijkheden, had genoodigd tot een diner ter
eere van het Fransche staatshoofd gegeven,
H. M. de Koningin, haar gemaal en de Prinses
werden op het bordes van het legatiegebou >v
door Jhr. Loudon ontvangen. Op dat oogen-
'bldk werd de Koninklijke standaard gelhesohem
en bevond H. M. zioh dus op Nederlandsch -
territorium. Even later arriveerde de Presi
dent van de Fransche Republiek en mevrouw
Doumer. Ook het Fransche staatshoofd werd op
het bordes door onzen gezant ontvangen, di9
den hoogen gast in de vestibule leidde, waar
hij door H. K. H. de Prinses wend opgewacht
en verwelkomd en vervolgens naar de biblio
theekzaal geleid, waar H. M. haar hooge gasten
begroette. Uit den aard der zaak kon het
hoewel ruime gezantsehapsigetoouw, toch.
geen plaats bieden aa.n een zoo talrijk gezel
schap als zich om de tafel in het Elysee had
verzameld.
Bij het aan tafel gaan liep President Doumer
rechts en senaatspnesiideiHt Lebrun links van
H. M.
In het geheel waren er een veertigtal aanzit-
-tenden
Dreigende staking te Helmond.
In aansluiting op het vorig bericht kan thans
worden gemeld, dat bij de N. V. van Vlissin-
gens katoenfabrieken te Helmond door de
textielarbeiders organisaties St. Lambertus, de
Eendracht en Unitas de staking is aangekon
digd. Op Maandag 29 Juni zal bet werk niet
worden hervat indien voor dien datum geen
overeenstemming is verkregen.
De staking zal circa 600 arbeiders omvatten.
De Rijksbemiddelaar prof. mr. Aalberse heeft
thans partijen, ter conferentie bijeengeroepen
in 'het Gebouw der Tweede Kamer op Vrijdag
a.s. te half twee.
HET DREIGEND CONFLICT IN DE
CARTON-INDUSTRIE
De Rijksbemiddelaar in het le district heeft
telegrafisch inlichtingen gevraagd aan partijen,
betrokken bij het dreigend conflict in de carton-
industrie, waarbij een 10-tal fabrieken in da
Groninger Veenkoloniën met 2000 arbeiders ba*
trokken zijn.