HEVEA™®3™ HET CHRISTELIJK GEZIN. DE WERING VAN „DE TRIBUNE". Behandeling van Het paard van een majoor op hol verschillende ivetsontwerpen DONDERDAG 18 JUNI 1931 ■r a cht/oojöena i/zersfer/c INTERN. KATHOLIEKE RADIO COMMISSIE. NOG VEEL GOEDS MEDEDEELING DER REGEERING INZAKE DE TARWEWET. MR. J. VAN ASPEREN DE INDISCHE POSTVLUCHTEN. IN VLIEGENDEN GALOP OVER DEN WAALSDORPERWEG. GEHEIMZINNIGE SMOKKELAUTO. PAARDEN ONDER DOUANE-BEAMBTEN DOODGEREDEN. DE KON. FAMILIE TE PARIJS. HET DINER OP HET GEZANT SCHAPSGEBOUW. UIT DE TEXTIELINDUSTRIE. Twee fabrieken met 2000 arbideres in staking Nu het gezin in het brandpunt staat van onze eenigszms ang. stige belangstelling, geven wij oök gaarne plaatsing aan deze Franciscaansch.optimistische be. schouwingen. Red.) Het gezin heeft de volle theoretische aandacht van ons, katholieken, daarover wordt geregeld gepreekt; daarover worden heel veel redevoeringen gehouden; daaraan hebben we pas in Amsterdam een katholie kendag gewijd; daaraan gaf en geeft ook onze politieke organisatie haar voortdurende aandacht. Niemand onder ons, en laten we niet vergeten, dat buiten onze rijen diezelfde op vattingen bij zeer velen leven, zal de kracht van het gezin onderschatten. De geest, die in het gezin leeft, beheerscht het leven. De richting, daar ingegaan, beslist meestal voor later. Zelfs hebben wij wel eens een klacht gelezen van sociaal-democrati- schen kant, dat er niet genoeg aandacht wordt besteed in hun kringen, om, waar vader en moeder sociaal-democraat zijn, ook een sociaal-democratische opvoeding en vorming te geven. Maar men schijnt het niet te durven nala ten om een klagenden toon aan te slaan. Wie tegenwoordig niet klaagt over de jeugd, waarbij haast niets goeds meer te vinden schijnt te zijn, wie niet meedoet aan hoofd schudden en bedenkelijke handbewegingen maken als het gaat over de tegenwoordige maatschappij, wie niet zuchtend neerziet en zegt te zoeken naar den steen der wijzen om de kwalen van vandaag te kunnen bannen voor goed, telt niet mee. Dat spijt ons, maar overtuigt ons niet! We worden wel doodgegooid met lamen taties over allerhande crisissen, die in bijna alle levens zulke verwoestingen zouden aan richten, maar we vragen, is de toestand wel zóó wanhopig? Het heeft veel weg van een zeer gemakke lijk sport preeken, waarin men maar gere geld blijft beweren, dat er „op den dag van vandaag geen grooter kwaad bestaat, enz.". Jammer, dat we bij heel veel predikanten uit den ouderen en oudsten tijd geregeld de zelfde klachten in dezelfde wendingen terug krijgen. Het is toch immers niet waar, dat er geen tijden en streken bestaan hebben, waar het er niet erger en droeviger naar toeging, dan nu bij ons. Zeker, feit is, dat vele ouderen, en vooral ouders, gemakkelijk een gevoel krijgen, dat het niet gaat, zooals het ging in hun tijd, waarvan ze zich feitelijk weinig meer kunnen voorstellen. We groeien zoo graag vast in onze eigen opvatting. We zien zoo graag de omstandigheden, waarin we zelf leefden, aan als de eenig- mogelijke en ook de eenig-goede. We klagen dan ook zoo gauw en hard, omdat wij zelf geen kijk hebben op de nieuwe toestanden, dus de nieuwe eischen, dus de veranderde verhouding, omdat wij ons voe len als de beroemde kat in het even-beroem de vreemde pakhuis. En dit komt hiervan daan, dat wij van de opvoeding niets anders hebben gesnapt dan het samenstel van ge woonten, van daden, van verboden, die in onzen tijd voor ons hun dienst deden, waar in we ons thuis voelen, maar, helaas, die voor ons werdep een soort wet van Meden en Perzen, het eenig-mogelijke, het altijd- blijvende, het daarom strikt-noodzakelijke. Wat, naar onze bescheiden meening, er naast is. En daarom zouden wij al dadelijk de pertinente vraag willen stellen: Moeten we blijven staan bij het „gezin als van ouds" als het eenig ideaal? Moet dat opvoeden blijven zooals het vroeger was. Is er geen ontwikkeling in dit punt mogelijk? Wij zouden niet graag zooiets beweren. Dan: dat zoo doortrapt-slechte van het ge zinsleven in onzen tijd! Wat beteekent dat: onze tijd? Een 25-tal jaren? Goed. Dus de tijd van de veelvuldige en vroege H. Com munie. Dus de tijd van de organisatie. Dus de tijd van de bemoeiing met de jeugd. Dus de tijd van de liturgische beweging. Dus de tijd van het apostolaat der versterving wat in de drankbestrijding uitkwam. Dus de tijd van de gesloten retraites. Dus de tijd van meer en beter lectuur door onze katholieke pers in den ruimsten zin, van krant tot boek. Dus de tijd, dat onze opleidingsscho len voor priesters zeker vervijfvoudigd zijn en uitgebreid, en de priestercandidaten bij drommen om toelating vragen. Dus de tijd dat Nederland met zijn paters, Zusters en Broeders missionarissen een wereldnaam heeft. Dus Gaat u maar door, maar leert eerst het goede zien, het goede in de jeugd en in de ouderen. Na zoo'n lijstje durven wij vragen: is „dus" het gezin zoo slecht? En we zitten te herha len, dat al die goede dingen eigenlijk terug gaan op het gezin! Dat juist het gezin de eerste uiting van al die goede dingen krijgt! Bijzonder zouden we hier willen wijzen op het vereenigingsleven, het katholieke- bondswezen. Daaraan kan men hooghartig voorbijgaan, dat kan minachtend worden beschouwd als een behartigen van de belan gen van den eigen zak, maar voor ons is die periode van veertig jaren katholiek ♦ereenigingsleven wij hebben die veertig niet ten volle meegemaakt voor ons is die periode een ontroerende, een stilmakende uiting van een buitengewoon sterk gezins leven: dat men zooveel kan verdragen en zooveel wilde opofferen, om dien gewetens plicht in zulke moeilijke omstandigheden zóó na te komen. Dat beseft menigeen in Neder land nog niet voor een honderdste deel. Met zoo'n kern gaan wij gerust de toekomst in; daar moet een haard van geloofsleven onder ons bestaan, die dat mogelijk maakt. Men zegt zelfs, dat er zoo'n prachtige opleving onder on::e jeugd bestaat, dat er zooveel energie, zooveel overtuiging los komt, dat de jeugd zoo radikaal wordt, d.w.z. zoo on- meedoogend recht door wil en niet langs allerhande voorzichtige bochten. Dit is mis schien niet ouderwetsch, dat hebben ze mis schien niet te danken aan het stokstijf vast houden aan uiterlijke omstandigheden van vroeger; de jongelui zijn anders, doch zijn ze slechter? Waren wij niet anders dan onze ouders? Was dat ook niet cle klacht? Begrepen ze ons wel in alle opzichten? In dit verband komt natuurlijk het werk van de jeugdvereenigingen ter sprake en krijgen we dezelfde opwerpingen te hoorén, als bij het begin der „bonden". Zou één dei- strijders voor den nieuwen en nieuwsten vorm van jeugdleiding willen of kunnen beweren, dat die organisaties de opvoeding moeten vervangen, of kunnen vervangen? Dwaasheid: dat kan de katholieke school niet en dat kan niets. Maar het huisgezft alleen, zeker in de steden, is in den regel niet in staat om allen de alzijdige vorming voor onzen tijd te geven. Dat is ook niet noodig. Als we dan zeggen, dat zóo'n jeugdwerk noodzakelijk werk is, dan bedoelên we dat niet alleen voor degenen, die thuis zoo'n beetje verwaarloosd worden. We zouden niet graag adviseéren, een jongen of meisje maar overal buiten te houden, als ze behoo- ren tot de „goede" gezinnen. Vooreerst zul len die juist een kern moeten vormen voor de nadere, en vervolgens zal het hunzelf een maatschappelijke vorming bijbrengen. Dit is een tamelijk vergeten kant in veler opvoeding, dat ze leeren moeten om maat schappelijk te zijn d.w.z. anderen t,e kennen, anderen te verdragen, zich zelf te beheer- schen, met anderen om te gaan, te kunnen leiden en geleid willen worden. Dat de orthodoxe protestanten op dit ter rein wat huiveriger zijn, brengt heel hun opvatting mee; doch dat zegt voor ons katho lieken, nog niets. We zijn nu eenmaal kleu riger, fleuriger, beweeglijker en vrijer van opvatting dan onze protests ntsche broeders. Baron van Wijnbergen wijst in verband met gezin- en jeugdvragen op de Derde Orde door te zeggen: „Veel goeds, onnoeme lijk veel goeds ten bate van het Christelijk gezin zoude ook verricht kunnen worden, in dien in de zoovele parochies, waar het mo gelijk is, werd opgericht een Derde Orde van St. Franciscus". Daarmee zijn we 't even hard oneens als eens. Moet de Derde Orde te hulp komen om den geest van vroeger te brengen, of om het ouderwetsche gezin van een veertig ja ren terug in eere te herstellen, dan ge- looven wij, dat men aan dooveman's deur klopt. De Derde Orde kan daarvoor niet opge roepen worden. Men zou alleen bereiken, dat men de Derde Orde vastkoppelt aan omstandigheden, die haar nog meer den naam en de daad van „buitenwerelds" zou den geven. Dat is de aard der Derde Orde niet. Maar dat kan baron van Wijnbergen ook niet bedoelen. Het karakter der Derde Orde gaat terug op de persoonlijke, evangelische vorming in den geest van den H. Frans van Assisië. En als men iemand niet kan binden aan een tijd of een formule dan wel dien geestelij ken Leider. Hij is persoonlijk, hij heeft een innerlijke en uiterlijke vrijheid, die verbaast en aantrekt. Dat ook moet de eisch zijn voor de Derde Orde: iederen tijd welken ook met haar geest bezielen en uit dien geest verwijderd houden al de niet-noodige vor men, welke wisselen met iederen tijd. Wij zouden niet graag zien, dat de Derde Orde maar werd. opgericht in alle paro chies waar ze nog niet is. Want wij vra gen eerst en vooral de geestdrift voor den geest der Derde Orde; dat men iets voelt voor haar manier van beter worden, welke de manier is van Sint Frans. Dit behoeft strikt genomen niet bij ieder te bestaan, en bestaat feitelijk ook niet. In zoo'n geval een Derde Orde oprichten, blijft een uiterlijke, leege, mooidoenerij. Men moet daartoe ook menschen hebben, die den Derde Orde-kant uitwillen of minstens zich dien kant op wil len laten leiden. Want daartoe wordt gevraagd een komen tot een eenvoudig leven, uit innerlijke vrij heid of onthechtheid, vergezeld van een ge makkelijk zich een-voelen met anderen, vooral met de minderen, Voor het gezin en voor de jeugd liggen hier zeker mooie pers pectieven, voor de toekomst zal het met groote groepen den kant van het Francis- canisme op moeten; wij meenen ook dat er materiaal en neiging genoeg aanwezig is. Doch laat men de Derde Orde toch niet voorstellen als een gemakkelijke uitkomst voor alle mogelijke kwalen en zeker niet als een middel om den ouden tijd terug te roe pen. De leden der Eerste Orde vinden zich heusch niet onbehaaglijk in den nieuwen tijd, de veranderde omstandigheden, in hun losheid van alles kunnen ze erg onbe vangen kijken, wat anderen als een re volutie aanvoelen, vinden ze nog al tame lijk vanzelfsprekend, en wij gelooven niet, dat zij door de Derde Orde den tijd zouden willen terugzetten op het jaar 1880 of daar omtrent. Veel goeds kan en moet er gedaan wor den, door het vele goeds, dat losgekomen is en nog los komt in jongeren en ouderen, te leiden en op te voeren. P. QUIRINU.S, O.M. Cap. ENGELSCHE LETTERKUNDIGEN IN ONS LAND. Het Genootschap Nederland-Engeland te Am. sterdam deelt ons mede dat ter gelegenheid van het Congres van de P.E.N.-club zich ook een aantal Engelsche, Schotsche en Iersohe letterkundigen hier te lande zullen bevinden. Onder meer nemen aan het congres deel John Galsworthy, Herman Ould, Rebecca West, Mrs. C. A. Dawson-Scott, H. W. Moinson, Beatrice Kean Segmour, Dennis Bradley, Elisabeth De. lafleld en een veertigtal anderen. De leden van het Genootschap zullen aan de Engelsche gasten worden voorgesteld en met hen de lunch gebruiken op Donderdag 25 ouni in het gebouw der Roei- en Zeilvereeniging fide Hoop" te Amsterdam. CONGRES TE ZüRICH. De radio in dienst der vredes- gedachte. De Internationale Katholieke Radiio-Ooim- missie, waarin de Katholieke Radio Oomlté's vertegenwoordigd zijn der navolgende landen: België, DuitschlLand, Engeland, Frankrijk, Ne derland, Ierland, Italië, Lithauen, Luxemburg, Oostenrijk, Polen, Hongarije, Ver. Staten van Amerika en Zwitserland, vergaderde zooals gemeld, van 11 tot en met 13 Juni te Zurich, onder voorzitterschap van dien president, Pas toor L. H. Ferquin O.P. Amsterdam. Als sprekers traden op de heer P. A. M. Speet, secretaris van den Katholieken Radio Omroep Holland, met het onderwerp: „De Internatio nale samen werking op radio-gebied" en Pater L. Esoh S.J., Keulen, met het onderwerp: „De houding der katholieken ten opzichte van niet en anti - katholieke uitzendingen". De directeur die heer B. Mansohall te Keulen d'ie de leiding heeft over het Internationaal Katholiek Radio Bureau aldaar, gaf een uit voerig rapport over de actie, welke de katho lieken in de verschillende landen op raidllo- gebiad ontplooid hebben na hét congres te Mün- chen in 1929. Bij. de discussies bleek duidelijk de unanieme meening van alile gedelegeerden, dat de Katholieken onder alle omstandigheden krachtig aan de verdere ontwikkeling van d« radiio 'hebben mede te werken. De vertegenwoordigers, die in hun land met de katholieke radio-belangen belast zijn, be schouwden het als een plicht, om er voor te waken, dat de katholieke cultuurgoederen bij het opmaken dier programma's volledig tot uiting zullen komen, daar de radio als cultu reels factor in het volbrengen van haar scihoone taak hiermede rekening heeft te houden. Daar om werden aan de verschillende vertegenwoor digers der landen ook bepaalde richtlijnen ge geven, waarbij er vooral op gewezen werd, dat bij de enorme verbreiding van de radiio- die zich tot allen wendt, de verschillende levens beschouwingen in zoover deze op positieve, niet-stootendie en niet-destructieve manier ge geven worden voor de microfoon tot uiting komen De radio moet zoo ontwikkeld worden dot hij gebruikt kan worden in dien meest uitge- breiden zin des woords voor religieuss ©n pae- diaigoigische doeleinden en tevens daartoe bij dragen om de groote en ernstige sociale tegen stellingen u'iit den weg te ruimen. Voor onze katholieke luisteraars schijnt de nadio welke over de grenzen van alle landen been de ver schuilende volkeren door wedleirzijdisohe uit wisseling van hun kostbaarst cultureel bezit, direct met elkander bekend maakt een der meeist geschikte middelen voor de verzoening en wederzijdiscto aObtinig der naties. Daarom werd ook den gedelegeerden meit klem ver zocht, met alle middelen te trachten de radio- arganiiisatieis er toe te bewegen, haar program ma's ook te stellen in dienst van de gemeen schappelijke samenwerking der volkeren en den vrede over de wereld. Tot slot van het congres weird een telegram van buide aam Z. H. de Paus gezonden. Tevens NOGAL GERUSTSTELLEND EN OP WELKE „MEDEDEELINGEN" WIJ VOORLOOPIG NOG MAAR MOETEN WACHTEN De communist Wijnkoop heeft de onhoffe lijkheid gehad vragen aan de Regeering te stellen over de uitvoering der Tarwewet, na dat daarover reeds een interpellatie was aan gevraagd door mr. Omd. Dat deze interpellatie niet is ingetrokken, heeft ons verheugd. Op de eerste plaats voor den even bekwamen als ijverigen vrijz. dem. afgevaardigde, die zulke zaken serieus doet. Op de tweede plaats voor de Regeering, die nu gelegenheid kreeg uitvoe rige mededeelingen te doen over de werking van een bevoegdheidswet, waarbij duizenden direct en indirect belang hebben en waarover de meest#malle geruchten zijn verspreid of, zooals jhr. Ruys dat parlementair uitdrukte: geruchten, die iederen schijn van grond missen. Over de vragen en mededeelingen behoeven wti hier niet te zeer in bizonderheden te tre den: de belangstellenden vinden die elders in dit nummer. Een samenvattend oordeel is pas te geven na de besprekingen, welke worden voortgezet. Mr. Oud heeft zijn interpellatie niet praematuur geacht, omdat de Kamer niet bijeen zou zijn op het oogenblik dat de door hem zoo fel bestreden wet in uitvoering zou treden. Juist over deze uitvoering werden in lichtingen verlangd. De V. D.-afgevaardigde heeft er bij gezegd, da.t zijn interpellatie beslist niet bedoelde terug te komen op de eenmaal gevallen beslissing en met klem gevraagd hem te gelooven, dat hij aan de boeren den in uit zicht gestelden steun gaarne g'unde en geen te genstelling tusschen stad en platteland wilde zien gebracht in -de discussies. Formeel leek mr. Oud's interpellatie, vooral door gebruikma king van bepaalde berichten, heel veel op een herhaling van zijn bij de behandeling der wet geuite bezwaren, doch dit bracht het onder werp voor een deel ook mee. Minister Ruys heeft hieraan meegewerkt door zich van het antwoord niet met den Fran- schen slag af te maken, maar het psychologisch moment te hegrijpen en zeer uitvoerige inlich tingen te verschaffen. Wij weten nu, dat de wet begin Juli in werking treedt en dat de grootst mogelijke meerderheid der commissie-Lovink het door mr. Oud verafschuwde maal- en meng- gebod het doeltreffendst acht. Verder, dat een „Meelcentrale" van belanghebbenden zal zor gen voor de nood.ige onvermengde grondstof, welke bepaalde bedrijven noodig hebben en dat deze centrale zal controleerem, maar zelf geen handel drijven. Haar kosten zullen beneden den rijksdaalder per elke 100 K.G. bloem blijven en de meelimporteurs zullen, voor zoover de Tarwewet hen benadeelt, een schadevergoeding kunnen krijgen. De inventarisatie der tarwe zal De opening van het 9e Internationale Con gres van R. K. Meisjesbescherming te Boedapest. V. I. n. r. de presidente, baro nesse de Montenach, mgr. Besson, bisschop van Genève en mgr. dr. Knebel. wend de Kardinaal-staatssecretaris Pacelld tele grafisch van tot verloop van heit congres in kennis gesteld. In een dank-telegraim sprak de kardinaal-staatssecretaris den wensoh uit, dat de werkzaamheden van het Internationaal Ka tholiek Radio Comité in dien geest van H. Stoel rijke vruchten zouden mogen dragen. Het volgend jaar zal het congres waarschijn lijk te Weênen worden gehouden. Op 53-jarigen leeftijd is gisteren te 's-Graven- hage overleden mr. J. A. F. van Asperen, raads heer in het Gerechtshof aldaar. Het 18de retour-postvliegtuig is gisteren om 6.15 uur uit Kara.tsji vertrokken en na een tusSchenlanding te Gwadar om 13.30 uur te Djask aangekomen TOETREDING TOT VERDRAGEN. Blijkens mededeeling van de Fransche Re geering is Groot-Brittannië op 10 April toege treden tot de verdragen van 18 Mei 1904 en 4 Mei 1910 in zake de bestrijding van den han del in vrouwen en meisjes, voor wat betreft de kolonie en het protectoraat Gambia, het pro tectoraat Oeganda en het mandaatgebied Tan ganyika. A. C. v. d. WILDE f Op 70-jarigen leeftijd is te 's Griavenhage over leden d© heer A. C. van der Wilde, directeur van dé Landbouw Maatschappij Bangak en van de Rotterdams oh© Cultuur Maatschappij. TWEEDE KAMER door middel der groote landbouworganisaties gewestelijk geschieden. Hun „Centrale Tarwe- organisatie" zal als verkoopster optreden. Landbouwers en tarwehandelaars moeten hier dus de handen ineenslaan. De prijs is be rekend op 12.50 per?00 kilo tarwe: monopo liseering noch prijsopdrijving wordt gevreesd in de proef-periode van een half jaar en geen sterkere verhooging van den broodprijs dan één cent per brood van acht ons. De bizondere administratiekosten worden het eerste jaar be rekend op een maximum van 25 cent per 100 kilo, door de tarwekoopers aan de „Tarwecen- trale" te betalen. Zekerheid over de voordeelen, welke de wet zal brengen aan de boeren en de lasten, welke zij zal leggen op de broodverbrui kers, kan de Regeering niet geven; vast staat de uitkeering van 12.50 per 100 kilo aan de leveranciers en berekend is een gemiddelde prijsverhooging van 6 a 7 de 100 kilo terwijl de uitvoering der wet 3 pet. zal bedragen van het door de boeren te ontvangen bedrag van 12.50. Dit is een korte samenvatting van het door de Regeering meegedeelde. Onze eerste indruk is, dat deze mededeelingen nog al gerust stellend klinken na veel opgeblazen berichten over mislukking. Indien 'het door de Commis sie-Lovink uitgebroede systeem inderdaad het beste is dient toegegeven, dat het in de practijk heter werken kan dan op 't eerste gezicht lijkt. Toch doen zich nog wel vragen op en wij zul len die ook nog wel hooren, maar het lijkt ons verbazend moeilijk zich een definitief oordeel over het stelsel te vorjnen, vooraleer het prac- tisch gewerkt heeft. In elk geval verdient den interpellant dank, die de inlichtingen los kreeg en mag van minister Ruys worden gezegd, dat hij hij de moeilijke uitvoering van de groote bevoegdheid, welke de Tarwewet hem schonk, de zeer gelukkige gedachte heeft gehad zich van zoo breed mogelijk advies te voorzien en tevens een onverwachte samenwerking van or ganisaties der belanghebbenden te hebben ver kregen. Van de kleine wetsontwerpen komen er vooral twee in aanmerking voor een korte be spreking: goedkeuring van het gewijzigd lucht- vaartverdrag-1919, dat in 1929 werd herzien en een aanvulling va^ de Leerplichtwet. Bezwaren tegen de herziening van het ver drag van Parijs had de K.L.M.; aanvaarding van het nieuwe verdrag werd echter bepleit door de „Commissie van advies voor volken rechtelijke vraagstukken". Vooral het nieuwe vierde lid van art. 15 van het verdrag, dat de erkenning inhoudt van het recht voor eiken Staat om in de lucht boven eigen gebied ge regelde vliegdiensten te verbieden werd als een sterke inbreuk op het vrije luchtverkeer gevreesd. Doch nu wijziging toch niet mogelijk bleek en practische medewerking van vreemde landen, b.v. voor onze Indië-lijnen toch noodig zal zijn, heeft de Kamer maar over haar be zwaar heengestapt. De huidige leerplichtwet houdt de mogelijk- heid in, dat een kind, bij het ontbreken van een achtste leerjaar op de lagere school, het zevende leerjaar twee keer moet maken, voor- De berijder aan zijn bekomen verwon dingen overleden. Gisitereinochtenid, omstreeks 10 uur is op de WaaJlsidorparvlakte een ernstig ongeluk ge beurd. De majoor van het regiment Jageirs, jhr. E. L. H. Goldman reed te paard door de vlakte, toen zijn paard plotseling op hol sloeg. In Vliegenden galop ging heit door de vlakte en den Waaflsdtorperweg op Daar wierp het hollende 'beest zijn berijder af. Majoor Goldman kwam met zijn hoofd tiegen een ijzeren paal terecht en werd ernstig gewond. De Geneeskundige Dienst vervoerde hem naar het R. K. Ziekenhuis, waar hij in den loop van den ochtend aan zijn verwondingen is overleden. Een sterk stukje smokkelaars- brutaliteit. Op den gnooten weg even achter Straelen heeft zioh een zeldzaam brutale en zeer ge waagde smiokkelseèn© afgespeeld, meldt de Venl. Crt. Terwijl de Zodl-Inspector van het Stnaelsche grenskantoor en nog een beambte te paard even den weg patrouilleerden, naderde met razende vaart een smokkelauto. Beide beambten tracht ten door midden op den weg te gaan rijden den auto tot stilstand te brengen. De chauffeur dacht er echter absoluut niet over. Zonder eeniige vaart t« verminderen, reed hij op beide beambten in en voor dat dezie zich in veiligheid konden stellen werden de ruiters links en rechts van den weg neergeworpen. Hun paarden waren op slag gedood. De dieren hadden den nek gebroken. De berijders mogen nog van geluk spreken, want alleen de Zoll- Inspector liep een lichte verwonding op. De auto was ondertussohen reeds lang uit het ge zicht verdwenen. Waarschijnlijk heeft men hier te doen met den speciaal geconstrueerden smokkelauto, waarin, volgens beweringen, een vliegtuigmo tor zou zijn geplaatst en waarvoor die Duitsohe douane reeds meerdere nachten hebben opge offerd. Men kan zeer goed 'begrijpen, dat dooi' dier gelijk misdadig optreden van smokkelaars, de douane steeds meer verbitterd wordt eu zij naast strenger toezicht ook, zooals in dit geval voor eigen veiligheid, van haar vuurwapens gaat gebruik maken. aleer het vrij van leerplicht is. Vooral de plat telandsbevolking wemschte deze bepaling al dus gewijzigd, dat zulke kinderen van het nog maals volgen van het zevende jaar zouden worden vrijgesteld, bijaldien zij het onderwijs volgen op een lagere land- of tuinbouwschool. Om aan dit redelijk verlangen te voldoen en tevens het land- en tuinbouwonderwijs te be vorderen, heeft Minister Terpstra een wets wijziging aangebracht, welke de Ij^Ioelde kin deren van den leerplicht voor de l.s. bevrijdt. De Minister heeft er geen bezwaar in gezien de bepaling uit te strekken tot kinderen van alle land- en tuinbouwscholen, die gelijkwaar. dig zijn aan de gesubsidieerde. Hij deed dit door overneming van een zeer redelijk amen dement der anti-rev. fractie. Vooral door baron van Voorst tot Voorst, die een enthousiast verdediger van het land en tuinbouw onderwijs is, werd de wijziging toegejuicht. Natuurlijk maakte de katholieke afgevaardigde gretig gebruik van de gelegen heid om weer eens te wijzen op de stief moederlijke behandeling, welke dit onderwijs ondergaat vergeleken met het nijverheidson derwijs. Maar had Minister Ruys, toen even daarvoor bij de herziening der landarbeiders- wet een herschatting der plaatsjes ter sprake kwam, al niet over „berooide" schatkisten ge sproken? De laatste middelenstaat bindt ook den goed willenden mr. Terpstra en zij scheen dit ook den heer Ter Laan te doen, die een achtste leerjaar vroeg, doch zich voor- zichtigheidshalve per interruptie ook reeds met voorbereidingsmaatregelen daartoe tevreden wilde stellen. Minister Terpstra ging daar niet op in, ook niet op 's heeren Tilanus' verzoek om, na volbrachte zes jaren van de l.s., den leerplicht in elk geval te laten eindigen. „Dat ligt toch in uw lijn", zei de C.H. afgevaardigde, Maar de Minister, die zich 'een verworpen amen dement herinnerde van die strekking, ant woordde even ondeugend als raak: „Ja, subsidie aanvragen voor de katholieke Handels, hoogeschool ligt ook in mijn lijn, maar ik zal 't voorloopig toch maar niet doen." In elk geval staat de Minister van Onder wijs zijn man. Het antwoord, dat hij heden gaf betreffende de wering van de commu nistische „Tribune" uit de leeszalen was duide lijk en flink. Mr. Terpstra verdient hulde voor het feit, dat hij den inspecteur der leeszalen, die zelfs geen semi-ambtenaar is, gewezen heeft op de aanwezigheid van een blad, dat de reglementair geëischte mentaliteit der lees- zalen schromelijk overschreed. Hij wilde niet meedoen aan de halfheid om de „Tribune" in een gifkastje te plaatsen en terecht stelde hij zich op het standpunt, dat op de basis van den bestaanden toestand niet alle communistische lectuur kan worden geweerd. Aan ds. Kersten, die dit wèl wou, stelde de Minister laconiek de tot groote vroolijkheid aanleiding gevende vraag: „Wat zou u doen als u achter de groene tafel stond?" De staatsmansdaden, welke de staatkundig-gereformeerde leider beraamt, heb ben wij niet vernomen. Ds Kersten brandde van verlangen ze ons te openbaren maar pre sident van Schaik, die geen journalist is, was niet nieuwsgierig en vond dat Nederland op deze mededeelingen maar moet wachten tot een latere gelegenheid. Het communistisch dagblad blijft uit de leeszalen en uit de stations. De vrijheidslieven de Russische heeren kregen alleen de stem men van socialisten en vrijzinnig-democraten. Hun motie tot toelating werd verworpen met 45 tegen 23 stemmen! Verworpen werd ook de gemitigeerde motie-Knottenbelt die elke subsidie-afwijzing voor leeszalen vergezeld wil de laten gaan met publicatie van het advies der „Centrale Vereeniging van leeszalen en bibliotheken". 1 De Franschen verrukt over de innemendheid der vorstelijke personen. H. M. INSPECTEERT DE EERE- WACHT. Onze Piarijscto oanrespou'denit seint ons d.d. 17 Junii: Het déjeuner dat de president van die re publiek en mevrouw Doumer hadden aange boden aan de Koninklijke familie, heeft zich' niet alleen door grooten luister, maar ook door groote hortelijkiheiid. gekenmerkt. Het Fransche staatshoofd was omringd door de hoogste die naren van den staait, voorzoo ver getouwd, van hun egjals vergezeld. De tijdvieirdeelling was zoodanig geschikt, dat een ruime conversatie kon plaats hebben tusschen de persoonlijkheden die gastheer en gasten vergezelden. Toen dan ook na den maaltijd' H. M. de Ko ningin en de Pr inses de gastvrouw vergezelden maar de salons en de gastheer dien Prins naar het rooksaitou leidde, hebben onze vorstelijke ptersnnen zioh, langdurig met velen hiunmer onderhouden. H. M. en mevrouw Douimer hadden daarbij op een sofa plaatsgenomen in hot prachtige salon en zoowel die Pramscto pensocmlijlkhedea als de diames wanen zeer getroffen door de innemendheid onzer koningin. Ook de prinses heeft sympathie en bewondering weten te wekken, waarvan opgetogen werd getuigd. Het samenzijn overschreed dan ook het pro gram en het vertrek op 2.10 uiur vastgesteld had eerst even 3 uur plaats. Redevoeringen zijn niet uitgesproken. Alleen bij het dessert heeft de heer Douanier zijn glas opgeheven om een dronk in te stellen op hot welzijn von H. M. de Koningin. Diie dronk werd door H. M. beantwoord met een toast tot den heer Douanier. De tafel, een enkele ovale tafel diiie hieed het centrum van de immense receptiezaal van het Elyisiee in beslag nam, 'gaf een prachtigen aan blik. Zij was versierd in het breed» midden met een weelde van rijk bloedende rozelaars en langs de couverts, met een gracieuze ectoitkikding van zacihtkleurige lotyrussem, die het oude Sè- vreapotnseüein omringden. In een ant'i-chnmbre 'bevond zich de staf- muziek vain tot 5e regiment infanterie, die werken van klassieke Fransche mieesters en van jongeren uitvoerde. Voor dlit eerste feestmaal op het Blysee, dat onder toet presidentschap van den heer Douimer plaats heeft, was een zeer typisch Pnansv.h menu samengesteld. Bij hun aankomst waren op het Blysee de vorstelijke gasten met militaire eerbewijzen ontvangen. Ook bij het vertrek stonden troepen opge steld doch dezen keeT werd niA alleen het „Aux Chants" geblazen en hét Wilhelmus ge speeld, doch H. M. daalde van heit bordes af om door den gouverneur van Parijs verge zeld de troepen te inspeoteeren en 'het vaandel te groetten. Hierop werd rechtstreeks naar de vallei van Chevrenise 'gereden. Even voor acht uur in den avond keerde de Koninklijke famiJie ©n gevolg naar Parijs terug om zioh naar ons mooie gezautschapsgebouw in de Rue de Grenelle te begeven .alwaar H. M. de Koningin den Fransctoen president en mevrouw Doumer en een aantal Fransche per soonlijkheden, had genoodigd tot een diner ter eere van het Fransche staatshoofd gegeven, H. M. de Koningin, haar gemaal en de Prinses werden op het bordes van het legatiegebou >v door Jhr. Loudon ontvangen. Op dat oogen- 'bldk werd de Koninklijke standaard gelhesohem en bevond H. M. zioh dus op Nederlandsch - territorium. Even later arriveerde de Presi dent van de Fransche Republiek en mevrouw Doumer. Ook het Fransche staatshoofd werd op het bordes door onzen gezant ontvangen, di9 den hoogen gast in de vestibule leidde, waar hij door H. K. H. de Prinses wend opgewacht en verwelkomd en vervolgens naar de biblio theekzaal geleid, waar H. M. haar hooge gasten begroette. Uit den aard der zaak kon het hoewel ruime gezantsehapsigetoouw, toch. geen plaats bieden aa.n een zoo talrijk gezel schap als zich om de tafel in het Elysee had verzameld. Bij het aan tafel gaan liep President Doumer rechts en senaatspnesiideiHt Lebrun links van H. M. In het geheel waren er een veertigtal aanzit- -tenden Dreigende staking te Helmond. In aansluiting op het vorig bericht kan thans worden gemeld, dat bij de N. V. van Vlissin- gens katoenfabrieken te Helmond door de textielarbeiders organisaties St. Lambertus, de Eendracht en Unitas de staking is aangekon digd. Op Maandag 29 Juni zal bet werk niet worden hervat indien voor dien datum geen overeenstemming is verkregen. De staking zal circa 600 arbeiders omvatten. De Rijksbemiddelaar prof. mr. Aalberse heeft thans partijen, ter conferentie bijeengeroepen in 'het Gebouw der Tweede Kamer op Vrijdag a.s. te half twee. HET DREIGEND CONFLICT IN DE CARTON-INDUSTRIE De Rijksbemiddelaar in het le district heeft telegrafisch inlichtingen gevraagd aan partijen, betrokken bij het dreigend conflict in de carton- industrie, waarbij een 10-tal fabrieken in da Groninger Veenkoloniën met 2000 arbeiders ba* trokken zijn.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 5