E
hd
DONDERDAG 23 JULI 1931
ST. JAN IN DEN BOSCH.
mmm
WISTEN JULLIE DAT
Bit
ALLERLEI.
VOOR KNUTSELAARS.
DE REPUBLIEK ANDORRA
ENTINA
mmm
■MÉM ..£2'
De
„ongelukkigste moeder van
Beieren".
KLEINIGHEDEN.
RAADSELS.
WIE KENT DIT DIERTJE?
Oplossing van den vorigen
rebus.
LETTERRAADSEL.
1 x a
NIEUWE PUZZLE! 1
Oplossing der lijntreïwpuzzï©*
Oplossing vorig letterraadsel.
-v
Niobe klemtoon op i was de dochter
van den door de goden vervloekten Tantalos en
gehuwd met koning Amphion van Thebe. Zij
verheugde zich in het bezit van veertien
anderen zeggen: 12 kinderen, zeven doch
ters en zeven zonen en verhief zich daarop
tegenover Leto, de godin-moeder van slechts
twee kinderen, Apollo en Diana. Zóó ver ging
haar overmoed, dat zij de Thebanen wegjoeg
uit Leto's tempel en voor zich de offers eischte,
die het vrome volk aan Leto bij de Romei
nen: Latona placht te brengen.
Om den smaad, hun moeder aangedaan te
wreken, doodden nu Apollo en Diana al de
zonen en dochteren van Niobe met hunne pijlen,
waarna de van smart verstijfde moeder door
het Lot in een steen veranderd werd. 'n Wer
velwind vatte haar op en voerde haar naar het
Sipylos-gebergte, „dat zij zoo lief had in haar
jeugd", (dr. E. Koster in zijn prachtige dich
ting: Niobe). Haar smarten verlieten haar
echter niet en eeuwig vloeien haar tranen, die
den ondergang van haar schoon geslacht be-
weenen:
„Maar hoor ik in de verte kinderstemmen,
Dan woelen onverdragelijk mijn smarten,
Dan rijten gloênde zagen aan mijn harte,
De rots, o wonder!, hijgt onstuimig, niet te
temmen!
Want, waar de kinderstemmen vroolijk spreken
Hoor 'k van de mijnen de geliefde tonen.
En, waar zij mij door hunne vreugde hoonen,
Zie ik der mijnen oogen stervend breken.
Zij zingen als de mijnen, lang verdwenen.
Zij spelen vroolijk, als de mijnen waren.
En zien niet, dat daar moederoogen staren,
En hooren niet mijn hartverscheurend weenen!
Een droom is 't woord, waarmee men aan mijn
treuren,
In steenen rust vergetelheid wou schenken.
Daar roepen kinderen: „Moeder!" en 't her
denken
Kan 't steenen harte nogmaals mij verscheuren.
(Fiore della Neve,
pseud. voor mr. v. Loghem).
De oude Grieksche dichters hebben zich
met deze mythe bezig gehouden, en Homeros
spreekt over haar in zijn Ilias, vertaald door
mr. G. Vo8maer:
„Want zes dochteren had zij en zes opwassende
zonen,
Toornig op Niobe trof met zijn zilveren boog
hen Apolloon
Artemis was het die, fier op haar pijl, haren
dochters den dood gaf,
Daar zij zich had vergeleken bij Leto, bekoorlijk
van wangen.
Slechts twee kinderen had de godin en zij zelve
een aantal,
Aldus had zij gepraald, maar die twee doodden
haar allen,
Dezen nu lagen bebloed tot den negenden dage
en niemand
Kon ze begraven."
(zang 24, 605 e.v.)
Beeldhouwers hebben het verhaal neergelegd
In steen en daarvan is de beroemdste groep die
te Florence, welke in 1583 te Rome werd ont
dekt en die een nabootsing is van het werk van
een kunstenaar uit Klein-Azië. Uit die groep
geven wij hier het Niobe-beeld; de houding van
haar lichaam drukt tegelijk de warmte der
moederliefde en den trots der vorstin uit.
Nlioe, hiet middelpunt der Riviêra, werd ge
sticht docnr kooplui, 350 v. Chr. Zij noemden
hun vestiging Nikaia, d.w.z. stad der over
winning. want zij hadden kort te voren de Li-
guriërs verslagen.
Nice heeft langen tijd tot 't koninkrijk Sar
dinië behoord. In 1S60 stemden er 25.000 vóór
aansluiting bij Frankrijk; 159 waren daar
tegen.
De stad Grasse, in Zuid-Frankrijk, is „de
etad der parfums". Uitgestrekte velden met ro
zen, oranje-bloesem, jasmijn! Het hangt van
de kwaliteit, het seizoen en het weder af, hoe
veel rozen er nooddg zijn voor parfum-berei
ding, maar lm ieder geval voor 'n klein beetje
ongelooflijk veel!
De „lies de Lérins" liggen vlak vóór Cannes,
Zuidkust van Fr. De bekendste heeten „Salnte
Marguerite" en „Saint Honorat", „Lérins" komt
van Léro, 'n zeeschuimer uit vroeger tijden. De
s in Lérins wordt gezegd).
Saint Honorat stichtte hier 'n klooster, waar
nooit een vrouw zou mogen binnentreden. Zijn
zuster, de heilige Marguerite, vestigde haar
woonplaats op een naburig eiland en verkreeg
van haar broeder de gelofte, dat h(j haar zou
komen bezoeken, wanneer de amandelboom zou
bloeien. Op haar gebed verleende de Eeuwige
baar de genade, dat veel vroeger dan anders de
amandelbloesems begonnen te geuren, en zij
flus éérder het bezoek ontving van haar gelief
den broer.
Op de „tles de Lérins" ligt het fort „Sainte
Marguerite", gesticht door cardinaal Richelieu.
Hier wijst men de cel van „den man met het
ijzeren masker", een geheimZinnigen, konink
lijken gevangene, van wien men thans nóg niet
weet, wie het eigenlijk geweest is. Ze zeggen
•a broer van koning bodewijk XIV
De basiliek van Sint Jan, in het hart van
„des hertogen bosch"
Mis! Het was geen „bosch van den hertog."
Waar de stad groeide, hoefde heelemaal geen
woud omgehakt te worden! En dat „bosch"
dan? Wel, dat was 'n stukje grond zoo onge
veer waar tegenwoordig de markt ligt en daar
stond wat meer gras en heesters dan elders.
„Boschel" heette dat en dat „Bosehel" was
van den Brabantsehen hertog. Begrepen? Dan
kunnen we verder gaan!
De „Sint Jan", waar de zetel van Mgr.
Diepen CShhedra in het hoogkoor staat,
is tegenwoordig 'n cathedrale basiliek, 'n
Basiliek het woord is gemaakt van 'n
Grieksch woord, dat „koning" beteekent
hoort tot een der drie groote klassen, waarin
de godshuizen verdeeld worden: baselieken,
kerken, kapellen. Er zijn op de heele wereld
maar vier groote.basilieken, en die staan alle
vieren, of 'n ander, door Hem gemachtigd. Sint
Piefcer zijn daar twee van Er staat 'n pause-
lijk altaar in, waaraan alléén de H. Vader mag
vieren ,of '<n ander, dus Hem gemachtigd. Sint
Jan in Den Bosch is 'n kleine basiliek! Zulks
kon je vorigen Zondag ln de stad goed mer
ken, met den plechtigen ommegang; vóór de
geestelijkheid werd toen een conopaeum ge
dragen, een baldakijn in den vorm van een
half toegeslagen regenscherm! Dat is nu een
eereteeken van een kleine basiliek, haar door
den Paus geschonken!
De bouwmeester van den Sint Jan was 'n
bescheiden mensch, want hij heeft niet eens
zijn naam in een stuk steen gegrift, wat de
bouwmeesters der cathedralen van Reims en
Straatsburg b.v. wèl gedaan hebben! Er heeft
al héél wat inkt gestroomd om dien naam te
bepalen. Op goede gronden neemt Jan Mos
mans, archivaris oudheidkundige de ch
g) van St. Jan, in zijn schitterend werk
aan, dat het eene Marcilius van Keulen moet
zijn geweest, "n Bosschenaar. Deze, 'n Rijnlan
der van afkomst, heeft in hoofdzaak gewerkt
naar het model van de cathedraal te Amiens.
Omstreeks 1280 begonnen ze te bouwen. Waar
de centen vandaan moesten komen, wel, daar
kregen die oude bouwmeesters geen grijze haren
over, zooals de arme bouwpastoors van tegen
woordig! De bisschop zal wat hebben afge-
schoven en de hertog die was anders" niet
erg scheutig brave menschen zullen er toe
hebben bijgedragen, ei* was immers niks geen
haast bij, of zoo'n werk vijftig of honderd jaar
duurde! Zoo lang er, geld was, werd gebouwd:
was 't geld op, nou, dan werd er maar weer
eens bij de geloovigen rond gegaan!! Die ge-
loovigen waren soms óók niet erg royaal, bis
schop Jan van Zierik, die in 1288 ovar Utrecht
den kroonstaf voerde, moest zelfs straffen
opleggen aan hen, die de zelateurs voor zijn
bisschopskerk niet zouden willeo ontvangen
of hen zouden hinderen hij hun vrome taak!
De kerk kreeg haar dak in 1312, toen er dus
32 jaar gebouwd was. Toen vonden de men
schen het zachtjes aan welletjes! D'r moest
nog 'n boel gedaan worden, drie vierden was
pas gereed, nou ja, dat moesten anderen dan
maar opknappen. Verschillende openingen wer-
den met schotjes dicht gemaakt, hier en daar
'n halve-steens muurtje voor afsluiting en ver
der: laat de boeren maar dorsohen!
(Volgenden keer verder.)
Jan Mosmans, „De Sint Jan", zijn levens
werk. Wij ontleenen bijzonderheden er aan.
De vacantie in aantocht!
Voor sommigen alreeds begonnen! 'w Wensch
goed weer, niet al te veel warmte en veel pret!
Zit je soms met de handen in 't haar, dan ga
je dit werkstukje maar eens aanpakken.
6 Imij/s-
'n Boot! Alleen voor de grooteren natuurlijk!
Broekemannetjes moeten heelemaal niet in de
buurt van het water komen, anders gaat het
hun net als mijn arme vriendje van acht jaar
in Dm., wiens kameraadjes thuis kwamen
melden, „dat hij onder 'n schuit gevallen was
en maar niet meer terug wou komen"-.
Hoofdzaak is: het bestudeeren van de tee-
kening, die voor zichzelf boekdeelen spreekt!
De maten in m.M.
Alle onderdeelen zijn afzonderlijk genum
merd en, volg je de nummers, dan zie je van
zelf waar ze moeten zitten. Om nu niet met
al die maten en nummers in de war te komen,
heb ik onder de cijfers, die nummers voor
stellen, 'n streepje gezet. Gesnapt 't Heele
geschiedenisje maak je van hout, behalve de
zijwanden en, natuurlijk, het zeil.
De zijwanden kunnen van blik. 'n Ouë schaar
en 'n flink conservenblik pas op, snij je niet!
en het zaakje is voor mekaar. Wie zich niet
best vertrouwt ermee, loopt even naar den
vakman, da's ook veiliger.
Het waterdicht-maken gebeurt, door lak in
de naden te laten loopen.
Opletten en uitkijken Veel succes.
„Waait uit banieren voor den grooten dag,
Waarop de vrede wordt verkond deez' aard.
Nu zij weer wordt een lustwarand, een gaarde
Vol gretig leven, wappert, vaan en vlag!"
dr. E. KOSTER.
De Zwitsersche Alpen hebben hun kruis op
den trotschen stierenek van den Matterhorn;
de Zuid-Amerikaansche Andes hun Christus
beeld, vijftig voeten hoog, op dat punt van de
grens tusschen Argentina en Chili, 13.000 voet
boven den zeespiegel, waar de bergketens het
verst over de aarde wèg-streven. De rechter
hand valt zegenend over de indrukwekkende
landstreek; de linker houdt het kruis om
klemd. Er is 'n opschrift aangebracht:
De kleine herdersrepubliek Andorra, in de
Pyreneën op de grens van Spanje en Frankrijk
gelegen, telt 5200 inwoners. De bisschop van
Urgel in Spanje is er, met de Fransche repu-
bliek, haas over en draagt den titel van „prins
sou verein van Andorra"! Jaarlijks ontvangt
monseigneur een zeker bedrag. Hij benoemt
er een strafrechter en beurtelings met Frank
rijk, 'n héógeren rechter.
SA'sGO
Buetii
„Eer zullen deze bergen Ineenstorten en tot
stof vergaan, dan dat de volken van Chili en
Argentina hun plechtige gelofte zullen bre
ken, aan de voeten van den Christus bezworen."
Aan den anderen kant leest men:
„Hij is onze vrede, die beide tot één
maakte".
Waarom dat kruisbeeld juist daér staat?
Wel, ln Zuid-Amerika raakt het bloed nogal
eens makkelijk aan het gisten en koken en ver
schillende republieken zaten elkaar dan ook
onophoudelijk dwars.
Chili en Argentina hadden het altijd nogal
goed met mekaar kunnen vinden, maar om
trent Paschen 1899 raakten de Chilenen en Ar
gentijnen óók van den kook! De ruzie liep
over 'n grensstrook, aan wie die nu eigenlijk
precies toebehoorde? Nou, en toen gingen me
daar twee landen over zoo'n hoekje aarde de
grootste ruzie maken, net als twee jongens,
die kiften over 'n paar knikkers! De jassen
werden d'r bij uitgegooid, oorlogsschepen wer
den getimmerd, de sabels geslepen en de legers
tegen elkaar opgehitst net als boere-Jongens
vroeger op de kermis. Heel de wereld dacht,
dat het op oorlog zou uitdraaien, maar: zóóver
kwam het gelukkig niet! Het gezond verstand
won het van 't al te bruisende bloed!
Bisschop Benaventey 'n Argentijnsch prelaat,
preekte net ln die uiterst gespannen dagen van
de zoo bewogen Paaschweek te Buenos-Ayres,
de hoofdstad van Argentinië, die „goede luch
ten" beteekent! Nu, goed was de lucht er wel,
want monseigneur hield den geloovigen den
vrede-wensch van Christus voor, overal waar
hij optrad en probeerde, in naam van de „goede
boodschap" van het Evangelie, de verhitte
hoofden tot matiging en inschikkelijkheid te
bewegen. Zoo hoog waren de gebergten der
Andes niet, of aan de overzijde, in Chili, werd
die roepstem eveneens vernomen en doorgege
ven door een Chileenschen bisschop. De beide
kerkvorsten reisden, als weleer de apostelen,
stad en land af om tot vrede en overleg aan
te sporen. In het eerst vonden zij weinig an
ders gehoor dan bij wat ouë vrouwtjes en de
geestelijkheid; maar allengs breidde hun ver
manend woord* zich ook uit over hoofd en hart
der groote menigte, welke tenslotte zóó 'n ge
weldig protest tegen een oorlog ging uiten, dat
de regeering in beide landen wel moest luiste
ren, of zij wou of niet! De oorzaak der ruzie
werd aan koning Edward van Engeland voor
gelegd, om uit to maken wie gelijk had; de
landstreek werd door dezen vorst onder beide
republieken verdeeld en in 1902 sloten zij een
„tractaat van arbitrage", waarhij zij zich ver
plichtten om voor een tijdperk van vijf jaar
al hun oneenigheden door „arbitrage" (scheids
rechterlijke uitspraak; 'n arbiter Is 'n scheids
rechter) te laten bezwichtigen. 'n Heeleboel
soldaten werden naar huls gestuurd; oorlogs
schepen omgebouwd tot handelsschepen; de wa
pen-magazijnen arsenalen van Chili wer
den ingericht tot scholen. De beide republieken,
die eerst nog tegen mekaar hadden staan
blazen als twee kijvende katten, werden zelfs
de beste maatjes 1 En gaven daarmede aaa
andere staten een lesje, dat toen al heenwees
naar onzen Volkenbond, die immers óók als
arbiter tusschen de Staten wenscht op te
treden.
Het is toen voor een groot deel aan mevrouw
Angela de Coste, voorzitter der Zuid-Ameri
kaansche vredesvereeniging te danken geweest,
dat, ter herinnering aan deze gelukkige ver
mijding van een heilloozen oorlog, het Christus
beeld der Andes op het hoogste punt der grens
werd gdïntroniseerd. Te Buenos Aires wer
den de kanonnen der grensforten gesmolten en
van dat metaal een bronzen corpus gegoten.
Eerst ging het, op rijkskosten, per trein zoo
ver mogelijk den Andes-kant uit; toen werd
het door muildieren getrokken en tenslotte
door matrozen en soldaten van belde landen
gesleept naar het ongenaakbare punt, waar
het thans, als een stille vredes-prediking, rijst.
Den 13en Maart 1904 werd het beeld onthuld
ln het hijzijn van drommen Chilenen en Argen
tijnen, verzoend aan de voeten van hun
Heiland. De soldaten van Argentinië kampeer
den op Chileenschen grond, die van Chili
waren de gasten van den Argentijnschen staal.
Het was dood-stil, toen de laatste doeken weg
vielen van den „Christus der Andes"; met
zonsondergang baden beide landen voor het ver
krijgen van den wereldvrede.
Ludwig II, koning van Beieren, werd 1845
geboren en in 1864 Koning. Zijn leven eindigde
in waanzin, 10 Juni 1886 werd hij als koning
afgezet en onder regentschap van zijn oom
geplaatst.
Zijn laatste wandeling maakte de arme vorst
met zijn lijfarts, dr. Gudden. Zij liepen langs
de oevers van het Stamberger-meer; de beide
dienaars die het gevolg vormden, behoefden
voor dr. Gudden niet verder mee te gaan, daar
de koning zich zeer rustig gedroeg. Deze kende
de gesteldheid van het meer al van zijn jeugd
af aan en was met ai zijn diepten en ondiepten
vertrouwd.
Ten palelze had de arts de boodschap achter
gelaten dat hij 's avonds om 8 uur met zijn
patiënt zou terug zijn; het werd half 9, 9 uur
maar wie er kwam, géén dr. Gudden. Ze be
gonnen nu ongerust to worden, want men
vreesde voor een ongeluk in het donkere slot
park; deoonderdokter liet nu de naaste om
geving afzoeken, maar dit leidde tot geen
resultaat, want niemand dacht zoo gauw aan
liet StarnlbergeT-meer.
Ten slotte vond men dialit bij een bank,
waar de koning en zijn lijfarts 's morgens reeds
hadden gezeten, de paraplules van hen beiden;
een vissöher werd geroepen en met zijn boot
stak men van wal. Het duurde niet lang of
men vond het lijk van dr. Gudden den rug
licht gebogen, onder water.
'n Paar meter vender den koning het gelaat
naar beneden, de armen voorover gebogen
Het meer was hier niet zóó diep, of de vorst
had ziCh nog best kunnen redden als hij ge
wild had. Wat er precies gebeurd is? Het zal
altijd wel een raadsel blijven, getuigen waren
er niet en het water zwijgt. Men heeft alles,
voetsporen en 200, precies nagegaan en denkt
dit:
De koning liep rechts, dr. Gudden links van
den weg, tot zij de bank bereikt hadden. Daar
wierp Ludwig zijn parapluie weg en liep naar
het lokkende water want men kon dat nog
duidelijk aan de indruksels in het moeras
merken. De dokter spronk zijn patiënt onmid
dellijk na en pakte hem stevig vast in zijn
jaskraag, een nagel aan een zijner vingers
scheurde ervan. De koning rende verder en
liet zijn jas, daarna nag een jas, in handen
van zijn achtervolger, gaf hem een slag in
het gezicht, dat bewees 'n blauwe plek, die de
dokter aan het rechteroog had opgeloopen, en
worstelde totdat zij den grond onder hun voe
ten verloren.
Dr. Müller deed zijn uiterste best de levens
geesten van den vorst weer op te wekken
de dood had nochtans aan diens geesteslijden
een eind gemaakt.
Op den 3en Pinksterdag 1886 kwam het
stoffelijk overschot te Miinchen aan. Duizenden
hoeren volgden den stoet. Nooit hadden zij
willen gelooven dat hun koning, eens de trots
van alle Beieren en de groote beschermer van
Richard Wagner „umnachtet" krankzinnig
was geweest. De regeering kreeg er nog
veel last mee en tenslotte werd het pas rus
tig, toen beroemde zenuw-artsen kwamen ver
klaren dat dat toch heusch wèl het geval was
geweest.
Drie jaar later stierf de moedeT van Ludwig
„de ongelukkigste moeder van Beieren". Haar
laatste woorden waren; „God behoede Beieren
en Pruisen''.
De herinnering aan den „Romanticus op den
troon" leeft nog heden voort, vooral in den
omtrek van de wereldberoemde, door Ludwig
gebouwde koningspaleizen in Zuid-Beieren.
Kleine drupjes water,
Kleine korrels zand,
Maken den grooten oceaan
En het schoone land!
En de «ogenblikjes
Hoe nederig ze ook zijn,
Vormen alle samen
De lange eeuwigheid!
Michel Angelo, de bouwer van den koepel der
Sint Pieterskerk, liet eens aan 'n bezoeker zien
wat hij sinds diens laatste visite aan een stand
beeld had gearbeid: „Kijk, dit heb ik wat bij
gewerkt, hier wat afgeslepen, die spieren daar
wat duidelijker doen uitkomen en aan -de oogen
iets -meer ziel gegeven!"
Zijn gast haalde de schouders op.
„Dat zij-n maar kleinigheden" zei- hij ge
ringschattend.
„Zeker, maar juist die kleinigheden vormen
de volmaaktheid en dat is géén kleinigheid!,"
KAZUIFEL.
Wat 'n kazuifel is, nou, dat hoef 'k jullie niet
te vertellen, dat is bekend genoeg
In de eerste eeuwen der kerk heette dit ge
waad niet „casula", maar „planeta".
Dat „casula" was 'n verkleinwoord van
„casa", hut, en beteekende dus niet anders
dan „huisje"! Dat kwam natuurlijk, omdat
de geheele persoon er zoo te zeggen in of
onder kwam te staan!
Eerst tegen de 8e eeuw raakte het woord
„planeta" ln onbruik en werd verdrongen door
ons „kazuifel", uit casula".
Pater Koemders zegt
„Teneinde het den priester makkelijker te
maken, begon men later aan de casula te knip.
pen en te snijden, totdat men tenslotte doch
gelukkig niet overal den nietszeggenden vorm
kreeg onzer tegenwoordige kazuifels".
Bij de" priester-wijding, wanneer hij het
kazuifel overreikt, zegt de Bisschop
„Ontvang het priesterlijk gewaad, waardoor
de liefde wordt verzinnebeeld".
MIJTER.
Het woord komt van het Latijnsoh „mitra",
dat „hoofdband", „hoofddeksel" beteekent.
De twee punten beduiden het Oude en het
Nieuwe Testament, „de hoornen der beide
Testamenten".
Bisschoppen en gemijterde abten dragen dit
hoofdsieraad, de bisschoppen der Engelsche
staatskerk gaan óók weer tot dit gebruik over.
Er zijn drie soorten van mijters
a. eenvoudige mijter; wit linnen; rood
franje aan het uiteinde der heide achterbanden
b. met goud bestikte mijter; deze is van
zilver -of goudbrocaat, 'n soort zware, zijden
stof;
c. kostbare mijter; deze is bovendien nog
kunstig met kostbare steenen versierd.
De prelaten moeten precies weten, wanneer
zij deze verschillende mijters mogen dragen;
dat is alles héél nauwkeurig voorgeschreven!
Het Pauselijk hoofddeksel heet tiara, drie
gouden kronen boven elkaar, verzinnebeeldend
den H. Vader als leeraar, priester en koning.
Klagen past den sterke niet; in den strijd
met ijzeren machten overwint alleen de kalme
daad; woorden zijn een prooi van den storm.
'n Naam is geen kleinigheid. Terwllle van
'n grooten naam heeft Napoleon de halve we
reld aan stukken geslagen!
Goethe.
De goede naam is bij man en vronw het
eigenlijk juweel dei- ziel. Wde mijn beurs steelt,
neemt weinig, ietsen niets Het was
van mij, nu werd het 't zijne en is de slaaf van
duizenden geweest. Maar wie mij ln m'n goeden
naam neemt, neemt Iets, wat hem niet rijker
maakt, mij echter bltter-arm.
Shakespeare.
Alleen hij ia dood, die geen goeden naam
nalaat.
•n Gek spreekt; 'n wijze denkt.
Waar raad niet wordt gehoord,
Waar raad niet wordt gevolgd,
Aldaar is héél geen raad,
De allerbeste raad!
God heeft den wij'zen zórg gegeven den dwa
zen echter 'n rustig leven.
Men kan sluwer zijn dan 'n ander; niet slu
wer dan alle anderen!
Wie alles naar omlaag trekt, moet zelf wel
héél laag staan.
De sterke man en de waterval graven 'n
Weg voor zichzelf.
Men sterft niet, wanneer men voortleeft in
de harten van hen, die men verlaten moet.
Dat volk is geen edel volk, dat zijn dooden
niet eerbiedigt.
Het ls lastiger één traan te drogen, dan er
duizend te schreien.
door Wim B„ Hoogstraat Rotterdam.
Plaats de cijfers van 1 tot en met 9 zoodanig
in de figuur, dat je, horizontaal of verticaal
lezend, altijd 15 krijgt.
1.
'n Serie van vijf in 't wild levende dieren,
die in ons land voorkomen. Volgende week no.
II enz. Direct na afloop, na no. V dus, de op
lossing inzenden aan ons adres. Plaatjes hoe
ven er niet bij.
Onder de goede oplossers wordt "n mooi
boek verloot.
Al wat aan liefde is opgeborgen ln 's harten
schatvertrek, dat blijft.
Lós X op uit de onderstaande vergelijking
X is de naam van het bekendste R. K. dagblad:
(a—1) -f (b—d) (c—b) -f (d—n)
a dwaas,
b 'n kleedingstuk,
c slede,
d naaldboom.
(Oplossingen den volgenden keer).
Van
1:
2:
3:
4:
5:
6:
7:
8:
9:
X
X
1 x
1 1 x I I a
i X
a X
X
X
19: naam van een bekend kardinaal.
5.
danspartij:
'n muziekinstrument, met snaren,
venster in een dak.
naam van een bijtend gas, uit chloor, t
naam van een beroemd Fransch prediker.
puike.
60 minuten.
1000.
In Duitsohlaud zag ik onlangs een gezel
schapsspel waar de spelers hun gedachten wèl
bij moesten hebben6 kaarten van bijgaand
model werden uitgegeven, terwijl 24 schijven
ln het midden op tafel worden gelegd. Van
elke soort schijven waren er 6. Deze schijven
moeten op de open plaatsen op de kaart wor
den gelegd met dien verstande, dat de lijn
van A naar B loopt zonder onderbreking of
kruising langs 1, 2, 3 enz. Op de kaarten waren
dat plaatsnamen terwijl A en B groote steden
voorstelden.
't Doel is, zoo vlug mogelijk de lijn aaneen
gesloten te hebben. De schijven kunnen wor
den genomen en weggelegd. Maar 't is
pèe-werk!
Vorigen Zondag dronk ik heel argeloos 'a
kopje koffie, zoo tegen half één, in 'n hoek.
restaurant, bij het station te B. en zat aan de
zelfde tafel waar 'n meisje, ln gezelschap van
haar vader wellicht, aan de lijntrek-puzzle zat
te zwoegen! Ik hllald me dood-leuk natuurlijk,
maar gaf m'n oogen den kost!
Wat zij vond, geef ik hier wééT. 't Was de
goeie oplossing, die Ik van hoax af keek!
Met 't potlood van 1 naar 234564
1—5—4-6—2. i
19 Jaarbeurs.
1: Jan; 2: kar; 3: klaar; 4; Nooroen-_ 6;]
stalbezem; 6; Nijmegen; 7'. beurs; 8- a'
S., voor Simon.