E hd DONDERDAG 23 JULI 1931 ST. JAN IN DEN BOSCH. mmm WISTEN JULLIE DAT Bit ALLERLEI. VOOR KNUTSELAARS. DE REPUBLIEK ANDORRA ENTINA mmm ■MÉM ..£2' De „ongelukkigste moeder van Beieren". KLEINIGHEDEN. RAADSELS. WIE KENT DIT DIERTJE? Oplossing van den vorigen rebus. LETTERRAADSEL. 1 x a NIEUWE PUZZLE! 1 Oplossing der lijntreïwpuzzï©* Oplossing vorig letterraadsel. -v Niobe klemtoon op i was de dochter van den door de goden vervloekten Tantalos en gehuwd met koning Amphion van Thebe. Zij verheugde zich in het bezit van veertien anderen zeggen: 12 kinderen, zeven doch ters en zeven zonen en verhief zich daarop tegenover Leto, de godin-moeder van slechts twee kinderen, Apollo en Diana. Zóó ver ging haar overmoed, dat zij de Thebanen wegjoeg uit Leto's tempel en voor zich de offers eischte, die het vrome volk aan Leto bij de Romei nen: Latona placht te brengen. Om den smaad, hun moeder aangedaan te wreken, doodden nu Apollo en Diana al de zonen en dochteren van Niobe met hunne pijlen, waarna de van smart verstijfde moeder door het Lot in een steen veranderd werd. 'n Wer velwind vatte haar op en voerde haar naar het Sipylos-gebergte, „dat zij zoo lief had in haar jeugd", (dr. E. Koster in zijn prachtige dich ting: Niobe). Haar smarten verlieten haar echter niet en eeuwig vloeien haar tranen, die den ondergang van haar schoon geslacht be- weenen: „Maar hoor ik in de verte kinderstemmen, Dan woelen onverdragelijk mijn smarten, Dan rijten gloênde zagen aan mijn harte, De rots, o wonder!, hijgt onstuimig, niet te temmen! Want, waar de kinderstemmen vroolijk spreken Hoor 'k van de mijnen de geliefde tonen. En, waar zij mij door hunne vreugde hoonen, Zie ik der mijnen oogen stervend breken. Zij zingen als de mijnen, lang verdwenen. Zij spelen vroolijk, als de mijnen waren. En zien niet, dat daar moederoogen staren, En hooren niet mijn hartverscheurend weenen! Een droom is 't woord, waarmee men aan mijn treuren, In steenen rust vergetelheid wou schenken. Daar roepen kinderen: „Moeder!" en 't her denken Kan 't steenen harte nogmaals mij verscheuren. (Fiore della Neve, pseud. voor mr. v. Loghem). De oude Grieksche dichters hebben zich met deze mythe bezig gehouden, en Homeros spreekt over haar in zijn Ilias, vertaald door mr. G. Vo8maer: „Want zes dochteren had zij en zes opwassende zonen, Toornig op Niobe trof met zijn zilveren boog hen Apolloon Artemis was het die, fier op haar pijl, haren dochters den dood gaf, Daar zij zich had vergeleken bij Leto, bekoorlijk van wangen. Slechts twee kinderen had de godin en zij zelve een aantal, Aldus had zij gepraald, maar die twee doodden haar allen, Dezen nu lagen bebloed tot den negenden dage en niemand Kon ze begraven." (zang 24, 605 e.v.) Beeldhouwers hebben het verhaal neergelegd In steen en daarvan is de beroemdste groep die te Florence, welke in 1583 te Rome werd ont dekt en die een nabootsing is van het werk van een kunstenaar uit Klein-Azië. Uit die groep geven wij hier het Niobe-beeld; de houding van haar lichaam drukt tegelijk de warmte der moederliefde en den trots der vorstin uit. Nlioe, hiet middelpunt der Riviêra, werd ge sticht docnr kooplui, 350 v. Chr. Zij noemden hun vestiging Nikaia, d.w.z. stad der over winning. want zij hadden kort te voren de Li- guriërs verslagen. Nice heeft langen tijd tot 't koninkrijk Sar dinië behoord. In 1S60 stemden er 25.000 vóór aansluiting bij Frankrijk; 159 waren daar tegen. De stad Grasse, in Zuid-Frankrijk, is „de etad der parfums". Uitgestrekte velden met ro zen, oranje-bloesem, jasmijn! Het hangt van de kwaliteit, het seizoen en het weder af, hoe veel rozen er nooddg zijn voor parfum-berei ding, maar lm ieder geval voor 'n klein beetje ongelooflijk veel! De „lies de Lérins" liggen vlak vóór Cannes, Zuidkust van Fr. De bekendste heeten „Salnte Marguerite" en „Saint Honorat", „Lérins" komt van Léro, 'n zeeschuimer uit vroeger tijden. De s in Lérins wordt gezegd). Saint Honorat stichtte hier 'n klooster, waar nooit een vrouw zou mogen binnentreden. Zijn zuster, de heilige Marguerite, vestigde haar woonplaats op een naburig eiland en verkreeg van haar broeder de gelofte, dat h(j haar zou komen bezoeken, wanneer de amandelboom zou bloeien. Op haar gebed verleende de Eeuwige baar de genade, dat veel vroeger dan anders de amandelbloesems begonnen te geuren, en zij flus éérder het bezoek ontving van haar gelief den broer. Op de „tles de Lérins" ligt het fort „Sainte Marguerite", gesticht door cardinaal Richelieu. Hier wijst men de cel van „den man met het ijzeren masker", een geheimZinnigen, konink lijken gevangene, van wien men thans nóg niet weet, wie het eigenlijk geweest is. Ze zeggen •a broer van koning bodewijk XIV De basiliek van Sint Jan, in het hart van „des hertogen bosch" Mis! Het was geen „bosch van den hertog." Waar de stad groeide, hoefde heelemaal geen woud omgehakt te worden! En dat „bosch" dan? Wel, dat was 'n stukje grond zoo onge veer waar tegenwoordig de markt ligt en daar stond wat meer gras en heesters dan elders. „Boschel" heette dat en dat „Bosehel" was van den Brabantsehen hertog. Begrepen? Dan kunnen we verder gaan! De „Sint Jan", waar de zetel van Mgr. Diepen CShhedra in het hoogkoor staat, is tegenwoordig 'n cathedrale basiliek, 'n Basiliek het woord is gemaakt van 'n Grieksch woord, dat „koning" beteekent hoort tot een der drie groote klassen, waarin de godshuizen verdeeld worden: baselieken, kerken, kapellen. Er zijn op de heele wereld maar vier groote.basilieken, en die staan alle vieren, of 'n ander, door Hem gemachtigd. Sint Piefcer zijn daar twee van Er staat 'n pause- lijk altaar in, waaraan alléén de H. Vader mag vieren ,of '<n ander, dus Hem gemachtigd. Sint Jan in Den Bosch is 'n kleine basiliek! Zulks kon je vorigen Zondag ln de stad goed mer ken, met den plechtigen ommegang; vóór de geestelijkheid werd toen een conopaeum ge dragen, een baldakijn in den vorm van een half toegeslagen regenscherm! Dat is nu een eereteeken van een kleine basiliek, haar door den Paus geschonken! De bouwmeester van den Sint Jan was 'n bescheiden mensch, want hij heeft niet eens zijn naam in een stuk steen gegrift, wat de bouwmeesters der cathedralen van Reims en Straatsburg b.v. wèl gedaan hebben! Er heeft al héél wat inkt gestroomd om dien naam te bepalen. Op goede gronden neemt Jan Mos mans, archivaris oudheidkundige de ch g) van St. Jan, in zijn schitterend werk aan, dat het eene Marcilius van Keulen moet zijn geweest, "n Bosschenaar. Deze, 'n Rijnlan der van afkomst, heeft in hoofdzaak gewerkt naar het model van de cathedraal te Amiens. Omstreeks 1280 begonnen ze te bouwen. Waar de centen vandaan moesten komen, wel, daar kregen die oude bouwmeesters geen grijze haren over, zooals de arme bouwpastoors van tegen woordig! De bisschop zal wat hebben afge- schoven en de hertog die was anders" niet erg scheutig brave menschen zullen er toe hebben bijgedragen, ei* was immers niks geen haast bij, of zoo'n werk vijftig of honderd jaar duurde! Zoo lang er, geld was, werd gebouwd: was 't geld op, nou, dan werd er maar weer eens bij de geloovigen rond gegaan!! Die ge- loovigen waren soms óók niet erg royaal, bis schop Jan van Zierik, die in 1288 ovar Utrecht den kroonstaf voerde, moest zelfs straffen opleggen aan hen, die de zelateurs voor zijn bisschopskerk niet zouden willeo ontvangen of hen zouden hinderen hij hun vrome taak! De kerk kreeg haar dak in 1312, toen er dus 32 jaar gebouwd was. Toen vonden de men schen het zachtjes aan welletjes! D'r moest nog 'n boel gedaan worden, drie vierden was pas gereed, nou ja, dat moesten anderen dan maar opknappen. Verschillende openingen wer- den met schotjes dicht gemaakt, hier en daar 'n halve-steens muurtje voor afsluiting en ver der: laat de boeren maar dorsohen! (Volgenden keer verder.) Jan Mosmans, „De Sint Jan", zijn levens werk. Wij ontleenen bijzonderheden er aan. De vacantie in aantocht! Voor sommigen alreeds begonnen! 'w Wensch goed weer, niet al te veel warmte en veel pret! Zit je soms met de handen in 't haar, dan ga je dit werkstukje maar eens aanpakken. 6 Imij/s- 'n Boot! Alleen voor de grooteren natuurlijk! Broekemannetjes moeten heelemaal niet in de buurt van het water komen, anders gaat het hun net als mijn arme vriendje van acht jaar in Dm., wiens kameraadjes thuis kwamen melden, „dat hij onder 'n schuit gevallen was en maar niet meer terug wou komen"-. Hoofdzaak is: het bestudeeren van de tee- kening, die voor zichzelf boekdeelen spreekt! De maten in m.M. Alle onderdeelen zijn afzonderlijk genum merd en, volg je de nummers, dan zie je van zelf waar ze moeten zitten. Om nu niet met al die maten en nummers in de war te komen, heb ik onder de cijfers, die nummers voor stellen, 'n streepje gezet. Gesnapt 't Heele geschiedenisje maak je van hout, behalve de zijwanden en, natuurlijk, het zeil. De zijwanden kunnen van blik. 'n Ouë schaar en 'n flink conservenblik pas op, snij je niet! en het zaakje is voor mekaar. Wie zich niet best vertrouwt ermee, loopt even naar den vakman, da's ook veiliger. Het waterdicht-maken gebeurt, door lak in de naden te laten loopen. Opletten en uitkijken Veel succes. „Waait uit banieren voor den grooten dag, Waarop de vrede wordt verkond deez' aard. Nu zij weer wordt een lustwarand, een gaarde Vol gretig leven, wappert, vaan en vlag!" dr. E. KOSTER. De Zwitsersche Alpen hebben hun kruis op den trotschen stierenek van den Matterhorn; de Zuid-Amerikaansche Andes hun Christus beeld, vijftig voeten hoog, op dat punt van de grens tusschen Argentina en Chili, 13.000 voet boven den zeespiegel, waar de bergketens het verst over de aarde wèg-streven. De rechter hand valt zegenend over de indrukwekkende landstreek; de linker houdt het kruis om klemd. Er is 'n opschrift aangebracht: De kleine herdersrepubliek Andorra, in de Pyreneën op de grens van Spanje en Frankrijk gelegen, telt 5200 inwoners. De bisschop van Urgel in Spanje is er, met de Fransche repu- bliek, haas over en draagt den titel van „prins sou verein van Andorra"! Jaarlijks ontvangt monseigneur een zeker bedrag. Hij benoemt er een strafrechter en beurtelings met Frank rijk, 'n héógeren rechter. SA'sGO Buetii „Eer zullen deze bergen Ineenstorten en tot stof vergaan, dan dat de volken van Chili en Argentina hun plechtige gelofte zullen bre ken, aan de voeten van den Christus bezworen." Aan den anderen kant leest men: „Hij is onze vrede, die beide tot één maakte". Waarom dat kruisbeeld juist daér staat? Wel, ln Zuid-Amerika raakt het bloed nogal eens makkelijk aan het gisten en koken en ver schillende republieken zaten elkaar dan ook onophoudelijk dwars. Chili en Argentina hadden het altijd nogal goed met mekaar kunnen vinden, maar om trent Paschen 1899 raakten de Chilenen en Ar gentijnen óók van den kook! De ruzie liep over 'n grensstrook, aan wie die nu eigenlijk precies toebehoorde? Nou, en toen gingen me daar twee landen over zoo'n hoekje aarde de grootste ruzie maken, net als twee jongens, die kiften over 'n paar knikkers! De jassen werden d'r bij uitgegooid, oorlogsschepen wer den getimmerd, de sabels geslepen en de legers tegen elkaar opgehitst net als boere-Jongens vroeger op de kermis. Heel de wereld dacht, dat het op oorlog zou uitdraaien, maar: zóóver kwam het gelukkig niet! Het gezond verstand won het van 't al te bruisende bloed! Bisschop Benaventey 'n Argentijnsch prelaat, preekte net ln die uiterst gespannen dagen van de zoo bewogen Paaschweek te Buenos-Ayres, de hoofdstad van Argentinië, die „goede luch ten" beteekent! Nu, goed was de lucht er wel, want monseigneur hield den geloovigen den vrede-wensch van Christus voor, overal waar hij optrad en probeerde, in naam van de „goede boodschap" van het Evangelie, de verhitte hoofden tot matiging en inschikkelijkheid te bewegen. Zoo hoog waren de gebergten der Andes niet, of aan de overzijde, in Chili, werd die roepstem eveneens vernomen en doorgege ven door een Chileenschen bisschop. De beide kerkvorsten reisden, als weleer de apostelen, stad en land af om tot vrede en overleg aan te sporen. In het eerst vonden zij weinig an ders gehoor dan bij wat ouë vrouwtjes en de geestelijkheid; maar allengs breidde hun ver manend woord* zich ook uit over hoofd en hart der groote menigte, welke tenslotte zóó 'n ge weldig protest tegen een oorlog ging uiten, dat de regeering in beide landen wel moest luiste ren, of zij wou of niet! De oorzaak der ruzie werd aan koning Edward van Engeland voor gelegd, om uit to maken wie gelijk had; de landstreek werd door dezen vorst onder beide republieken verdeeld en in 1902 sloten zij een „tractaat van arbitrage", waarhij zij zich ver plichtten om voor een tijdperk van vijf jaar al hun oneenigheden door „arbitrage" (scheids rechterlijke uitspraak; 'n arbiter Is 'n scheids rechter) te laten bezwichtigen. 'n Heeleboel soldaten werden naar huls gestuurd; oorlogs schepen omgebouwd tot handelsschepen; de wa pen-magazijnen arsenalen van Chili wer den ingericht tot scholen. De beide republieken, die eerst nog tegen mekaar hadden staan blazen als twee kijvende katten, werden zelfs de beste maatjes 1 En gaven daarmede aaa andere staten een lesje, dat toen al heenwees naar onzen Volkenbond, die immers óók als arbiter tusschen de Staten wenscht op te treden. Het is toen voor een groot deel aan mevrouw Angela de Coste, voorzitter der Zuid-Ameri kaansche vredesvereeniging te danken geweest, dat, ter herinnering aan deze gelukkige ver mijding van een heilloozen oorlog, het Christus beeld der Andes op het hoogste punt der grens werd gdïntroniseerd. Te Buenos Aires wer den de kanonnen der grensforten gesmolten en van dat metaal een bronzen corpus gegoten. Eerst ging het, op rijkskosten, per trein zoo ver mogelijk den Andes-kant uit; toen werd het door muildieren getrokken en tenslotte door matrozen en soldaten van belde landen gesleept naar het ongenaakbare punt, waar het thans, als een stille vredes-prediking, rijst. Den 13en Maart 1904 werd het beeld onthuld ln het hijzijn van drommen Chilenen en Argen tijnen, verzoend aan de voeten van hun Heiland. De soldaten van Argentinië kampeer den op Chileenschen grond, die van Chili waren de gasten van den Argentijnschen staal. Het was dood-stil, toen de laatste doeken weg vielen van den „Christus der Andes"; met zonsondergang baden beide landen voor het ver krijgen van den wereldvrede. Ludwig II, koning van Beieren, werd 1845 geboren en in 1864 Koning. Zijn leven eindigde in waanzin, 10 Juni 1886 werd hij als koning afgezet en onder regentschap van zijn oom geplaatst. Zijn laatste wandeling maakte de arme vorst met zijn lijfarts, dr. Gudden. Zij liepen langs de oevers van het Stamberger-meer; de beide dienaars die het gevolg vormden, behoefden voor dr. Gudden niet verder mee te gaan, daar de koning zich zeer rustig gedroeg. Deze kende de gesteldheid van het meer al van zijn jeugd af aan en was met ai zijn diepten en ondiepten vertrouwd. Ten palelze had de arts de boodschap achter gelaten dat hij 's avonds om 8 uur met zijn patiënt zou terug zijn; het werd half 9, 9 uur maar wie er kwam, géén dr. Gudden. Ze be gonnen nu ongerust to worden, want men vreesde voor een ongeluk in het donkere slot park; deoonderdokter liet nu de naaste om geving afzoeken, maar dit leidde tot geen resultaat, want niemand dacht zoo gauw aan liet StarnlbergeT-meer. Ten slotte vond men dialit bij een bank, waar de koning en zijn lijfarts 's morgens reeds hadden gezeten, de paraplules van hen beiden; een vissöher werd geroepen en met zijn boot stak men van wal. Het duurde niet lang of men vond het lijk van dr. Gudden den rug licht gebogen, onder water. 'n Paar meter vender den koning het gelaat naar beneden, de armen voorover gebogen Het meer was hier niet zóó diep, of de vorst had ziCh nog best kunnen redden als hij ge wild had. Wat er precies gebeurd is? Het zal altijd wel een raadsel blijven, getuigen waren er niet en het water zwijgt. Men heeft alles, voetsporen en 200, precies nagegaan en denkt dit: De koning liep rechts, dr. Gudden links van den weg, tot zij de bank bereikt hadden. Daar wierp Ludwig zijn parapluie weg en liep naar het lokkende water want men kon dat nog duidelijk aan de indruksels in het moeras merken. De dokter spronk zijn patiënt onmid dellijk na en pakte hem stevig vast in zijn jaskraag, een nagel aan een zijner vingers scheurde ervan. De koning rende verder en liet zijn jas, daarna nag een jas, in handen van zijn achtervolger, gaf hem een slag in het gezicht, dat bewees 'n blauwe plek, die de dokter aan het rechteroog had opgeloopen, en worstelde totdat zij den grond onder hun voe ten verloren. Dr. Müller deed zijn uiterste best de levens geesten van den vorst weer op te wekken de dood had nochtans aan diens geesteslijden een eind gemaakt. Op den 3en Pinksterdag 1886 kwam het stoffelijk overschot te Miinchen aan. Duizenden hoeren volgden den stoet. Nooit hadden zij willen gelooven dat hun koning, eens de trots van alle Beieren en de groote beschermer van Richard Wagner „umnachtet" krankzinnig was geweest. De regeering kreeg er nog veel last mee en tenslotte werd het pas rus tig, toen beroemde zenuw-artsen kwamen ver klaren dat dat toch heusch wèl het geval was geweest. Drie jaar later stierf de moedeT van Ludwig „de ongelukkigste moeder van Beieren". Haar laatste woorden waren; „God behoede Beieren en Pruisen''. De herinnering aan den „Romanticus op den troon" leeft nog heden voort, vooral in den omtrek van de wereldberoemde, door Ludwig gebouwde koningspaleizen in Zuid-Beieren. Kleine drupjes water, Kleine korrels zand, Maken den grooten oceaan En het schoone land! En de «ogenblikjes Hoe nederig ze ook zijn, Vormen alle samen De lange eeuwigheid! Michel Angelo, de bouwer van den koepel der Sint Pieterskerk, liet eens aan 'n bezoeker zien wat hij sinds diens laatste visite aan een stand beeld had gearbeid: „Kijk, dit heb ik wat bij gewerkt, hier wat afgeslepen, die spieren daar wat duidelijker doen uitkomen en aan -de oogen iets -meer ziel gegeven!" Zijn gast haalde de schouders op. „Dat zij-n maar kleinigheden" zei- hij ge ringschattend. „Zeker, maar juist die kleinigheden vormen de volmaaktheid en dat is géén kleinigheid!," KAZUIFEL. Wat 'n kazuifel is, nou, dat hoef 'k jullie niet te vertellen, dat is bekend genoeg In de eerste eeuwen der kerk heette dit ge waad niet „casula", maar „planeta". Dat „casula" was 'n verkleinwoord van „casa", hut, en beteekende dus niet anders dan „huisje"! Dat kwam natuurlijk, omdat de geheele persoon er zoo te zeggen in of onder kwam te staan! Eerst tegen de 8e eeuw raakte het woord „planeta" ln onbruik en werd verdrongen door ons „kazuifel", uit casula". Pater Koemders zegt „Teneinde het den priester makkelijker te maken, begon men later aan de casula te knip. pen en te snijden, totdat men tenslotte doch gelukkig niet overal den nietszeggenden vorm kreeg onzer tegenwoordige kazuifels". Bij de" priester-wijding, wanneer hij het kazuifel overreikt, zegt de Bisschop „Ontvang het priesterlijk gewaad, waardoor de liefde wordt verzinnebeeld". MIJTER. Het woord komt van het Latijnsoh „mitra", dat „hoofdband", „hoofddeksel" beteekent. De twee punten beduiden het Oude en het Nieuwe Testament, „de hoornen der beide Testamenten". Bisschoppen en gemijterde abten dragen dit hoofdsieraad, de bisschoppen der Engelsche staatskerk gaan óók weer tot dit gebruik over. Er zijn drie soorten van mijters a. eenvoudige mijter; wit linnen; rood franje aan het uiteinde der heide achterbanden b. met goud bestikte mijter; deze is van zilver -of goudbrocaat, 'n soort zware, zijden stof; c. kostbare mijter; deze is bovendien nog kunstig met kostbare steenen versierd. De prelaten moeten precies weten, wanneer zij deze verschillende mijters mogen dragen; dat is alles héél nauwkeurig voorgeschreven! Het Pauselijk hoofddeksel heet tiara, drie gouden kronen boven elkaar, verzinnebeeldend den H. Vader als leeraar, priester en koning. Klagen past den sterke niet; in den strijd met ijzeren machten overwint alleen de kalme daad; woorden zijn een prooi van den storm. 'n Naam is geen kleinigheid. Terwllle van 'n grooten naam heeft Napoleon de halve we reld aan stukken geslagen! Goethe. De goede naam is bij man en vronw het eigenlijk juweel dei- ziel. Wde mijn beurs steelt, neemt weinig, ietsen niets Het was van mij, nu werd het 't zijne en is de slaaf van duizenden geweest. Maar wie mij ln m'n goeden naam neemt, neemt Iets, wat hem niet rijker maakt, mij echter bltter-arm. Shakespeare. Alleen hij ia dood, die geen goeden naam nalaat. •n Gek spreekt; 'n wijze denkt. Waar raad niet wordt gehoord, Waar raad niet wordt gevolgd, Aldaar is héél geen raad, De allerbeste raad! God heeft den wij'zen zórg gegeven den dwa zen echter 'n rustig leven. Men kan sluwer zijn dan 'n ander; niet slu wer dan alle anderen! Wie alles naar omlaag trekt, moet zelf wel héél laag staan. De sterke man en de waterval graven 'n Weg voor zichzelf. Men sterft niet, wanneer men voortleeft in de harten van hen, die men verlaten moet. Dat volk is geen edel volk, dat zijn dooden niet eerbiedigt. Het ls lastiger één traan te drogen, dan er duizend te schreien. door Wim B„ Hoogstraat Rotterdam. Plaats de cijfers van 1 tot en met 9 zoodanig in de figuur, dat je, horizontaal of verticaal lezend, altijd 15 krijgt. 1. 'n Serie van vijf in 't wild levende dieren, die in ons land voorkomen. Volgende week no. II enz. Direct na afloop, na no. V dus, de op lossing inzenden aan ons adres. Plaatjes hoe ven er niet bij. Onder de goede oplossers wordt "n mooi boek verloot. Al wat aan liefde is opgeborgen ln 's harten schatvertrek, dat blijft. Lós X op uit de onderstaande vergelijking X is de naam van het bekendste R. K. dagblad: (a—1) -f (b—d) (c—b) -f (d—n) a dwaas, b 'n kleedingstuk, c slede, d naaldboom. (Oplossingen den volgenden keer). Van 1: 2: 3: 4: 5: 6: 7: 8: 9: X X 1 x 1 1 x I I a i X a X X X 19: naam van een bekend kardinaal. 5. danspartij: 'n muziekinstrument, met snaren, venster in een dak. naam van een bijtend gas, uit chloor, t naam van een beroemd Fransch prediker. puike. 60 minuten. 1000. In Duitsohlaud zag ik onlangs een gezel schapsspel waar de spelers hun gedachten wèl bij moesten hebben6 kaarten van bijgaand model werden uitgegeven, terwijl 24 schijven ln het midden op tafel worden gelegd. Van elke soort schijven waren er 6. Deze schijven moeten op de open plaatsen op de kaart wor den gelegd met dien verstande, dat de lijn van A naar B loopt zonder onderbreking of kruising langs 1, 2, 3 enz. Op de kaarten waren dat plaatsnamen terwijl A en B groote steden voorstelden. 't Doel is, zoo vlug mogelijk de lijn aaneen gesloten te hebben. De schijven kunnen wor den genomen en weggelegd. Maar 't is pèe-werk! Vorigen Zondag dronk ik heel argeloos 'a kopje koffie, zoo tegen half één, in 'n hoek. restaurant, bij het station te B. en zat aan de zelfde tafel waar 'n meisje, ln gezelschap van haar vader wellicht, aan de lijntrek-puzzle zat te zwoegen! Ik hllald me dood-leuk natuurlijk, maar gaf m'n oogen den kost! Wat zij vond, geef ik hier wééT. 't Was de goeie oplossing, die Ik van hoax af keek! Met 't potlood van 1 naar 234564 1—5—4-6—2. i 19 Jaarbeurs. 1: Jan; 2: kar; 3: klaar; 4; Nooroen-_ 6;] stalbezem; 6; Nijmegen; 7'. beurs; 8- a' S., voor Simon.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 6