RERUM NOVARUM EN QUADRAGESIMO ANNO. 20 UUR. QTOTU'D Aug ure DINSDAG 4 AUGUSTUS Ï93Ï DE STERRENHEMEL IN AUGUSTUS. 22 AUG:1* te 11 UT9 23 AüG: te loi ure MET DE MOTORFIETS NAAR HET ZUIDEN. HERSTEL DER SOCIALE ORDE. MET VEEL GENOEGEN EN TOEWIJDING DE GRUWEL DER BAROMETERS. R.K. ORGANISTEN- EN DIRECTEUREN VEREENIGING- II. (slot.) ca Hernieuwde beleving van de Zedenwet. Evenals zijn voorgangers komt ook Paus Pius XI tot de slotsom: „Maar als we ons de moeite geven dieper op de zaak in te gaan, zullen we helder beseffen, dat die zoo gewenschte heropbouw van de Maatschap pij moet voorafgegaan worden door een vernieuwing van den christelijken geest waarvan zoovelen, die zich met het econo misch leven bezighouden, maar al te dik wijls zijn afgeweken. Anders blijven al die pogingen zonder vrucht en wordt er een ge bouw opgetrokken, niet op de rots, maar op het losse zand". ^Geheel in dezen geest had ook op Zondag 15 Maart 1.1. bij het gouden jubelfeest van den stillen omgang te Amsterdam zijn Hoog waardige Excellentie Mgr. J. D. J. Aenge nent gesproken: „Wij leven in een moeilijken tijd. Soms vreezen wij, dat alle grondslagen van deze wereld worden omgewoeld. Wij hebben andere wetten moedig, roepen sommigen; wij willen een andere economische orde, roepen ande ren; en weer anderen verwachten alleen heil van een revolutie. God echter zegt, dat de menschen nieuwe harten noodig hebben die zullen opvlammen van liefde tot Hem." Zoo had het ook reeds Paus Leo XIII in de Rerum Novarum geleerd: „De Overheid in den Staat moet door wet ten en instellingen trachten voorziening te brengen; patroons en met aardsche goederen gezegenden moeten zich hun plichten herin neren, de minder bedeelden, om wieT belan gen Het gaat, moeten redelijke elsohen stel en, en omdat de godsdienst alleen, zooals 'i. i aanvanS zeiden, het kwaad, tot den wortel kan uitroeien, moeten allen gedachtig zijn, dat vóór alles de christelijke zeden moe ten hersteld worden, zonder welke zelfs de meest verstandige middelen, die het meest geschikt worden geacht, weinig verbetering zullen breien." En op een andere plaats in dezelfde En cycliek: „Wil dus de mensehelijke samenleving ge nezing vinden, dan zal die alleen gebracht kunnen worden door terug te keeren naai een leven volgens de christelijke beginselen" Men kon onlangs in ons land een katho liek redenaar hooren beweren, dat een der gelijke redeneering eigenlijk maar een smoesje is: als we moeten wachten tot alle menschen, werkgevers zoowel als arbeiders, goede Katholieken zijn, die volgens hun be ginselen leven en handelen, omdat er an ders toch geen afdoende verbetering noge- lijk is, dan kunnen wij als Katholieken wel naar huis gaan en de wereld aan het Kol- schewisme over laten. Wie zoo redeneert, miskent de ware be doelingen van 'den Paus op ve-sch^lende wijzen. Neen de Paus zegt niet evenmin als Leo XIII dit gezegd heeft, dat or niets gedaan» kan worden, tenzij eerst alle men schen goede Katholieken geworden zijn. Hij verwijt juist aan den Staat, dat hij met zijn wetgeving veel te laat is gekomen, en niet ver genoeg gedaan is. Hij acht het dus wel degelijk mogelijk en dus ook noodzakelijk dat door wetgeving en organisaties de toe- standen verbeterd worden. Maar voegt hij erbij, in aansluiting bij de woorden van Leo XIII, dit alles zal geen afdoende oplossing van de vraagstuk ken geven, „alle pogingen om de Maat schappij te hervormen zullen vruchteloos zijn en geen geneesmiddel zal hier baten, tenzij de menschen weer openlijk en opréenl terugkeeren tot de leer van het Evangelie". Als een der ergste gevolgen van het he- dendaagsch economisch stelsel ziet de Paus: de schade aan de zielen. Allereerst aan de zielen van kapitalisten en werkgevers. Zoo velen laten zich, ten gevolge van teugel looze laag-bij-de-grondsche winzucht, zóó door hun egoïsme meesleepen, dat zij de voorschriften van den Heer wel hooren, maar dat hun gedrag daarmee lijnrecht in strijd is. De diepste oorzaak van deze afwijking van de wetten van het Christendom in het sociale en economische leven, en van den afval van het Katholieke geloof, die daaruit voortvloeit, ziet de Paus in „de ongeregelde hartstochten, het droeve gevolg van de erf zonde Daardoor is de wondere harmonie der mensehelijke vermogens verstoord, de mensch laat zich meetrekken door verderfe lijke begeerlijkheid, en stelt het verganke lijke goed dezer aarde boven het onvergan kelijke van den hemel. In alle eeuwen ook in dan Gildentijd! heeft de onverzadelijke dorst naar rijk dom en tijdelijk goed de menschen aange zet om inbreuk te maken op de wetten van God en de rechten van den naaste. Maar in onzen tijd zijn juist door de inrichting van het economisch leven de gevaren, die in dit opzicht de mensehelijke zwakheid be dreigen, nog veel ernstiger en talrijker ge worden. Immers de toestand van het heden- daagsch economisch leven is onzeker en vooral gecompliceerd. Het eischt bij voort during de hoogste krachtsinspanning. De prikkels van het geweten stompen af. Men streeft naar winst en naar rijkdom met ge oorloofde, maar ook met ongeoorloofde mid delen. Speculatie neemt toe, waardoor de prijzen der artikelen verhoogd en verlaagd worden, naar gelang de willekeur en win zucht der speculanten het ingeeft, waardoor de beredeneerde berekeningen der" produ centen onmogelijk worden gemaakt. De wet geving op de naamlooze vennootschappen heeft mede aanleiding gegeven tot de afschu welijkste misbruiken. Op groote schaal wordt onrecht en bedrog gepleegd, de be stuurders verzaken hun plicht en plegen yerraad aan de rechten van hen, die hun hun geld toevertrouwden. Men is zoo door trapt, dat men zich niet meer afvraagt, of hetgeen men produceert werkelijk nuttig is, zonder schaamte prikkelt men de mensehe lijke begeerten, om deze dan tot eigen voor deel uit te buiten. Een tijdige, krachtige wetgeving had deze ernstige misbruiken kunnen bedwingen of zelfs voorkomen Maar men huldigde een valsche vrijheidsopvatting; de economische wetenschap week af van de'ware zedenwet. Zoo werd de mensehelijke begeerlijkheid vrij gelaten. Steeds grooter werd daardoor het aantal menschen, die er op uit zijn hun rijkdom men te vermeerderen, hoe dan ook. Zelf zucht onderdrukte gewetensbezwaren. Het slechte voorbeeld, het groote succes, het pron ken met elders verworven rijkdom, het spot ten met de scrupuleuzen, de concurrenten, verlokten steeds meer menschen, dezen slechten weg te betreden. Ook de arbeiders ondergingen de noodlot tige gevolgen. Vele bedrijfsleiders gebruik ten hen als machines, zonder zorg voor hun ziel, voor hun bovenaardsche belangen. De deugd der werklieden, vooral der jongeren, en de eerbaarheid van meisjes en vrouwen waren in de fabrieken aan groote gevaren blootgesteld. De ellendige woningtoestanden vormden een beletsel voor het gezinsver band. De feestdagen .konden vaak niet ge heiligd worden, de echt christelijke geest werd verzwakt. Alles werd ook bij de arbei ders overheerscht door de zorg voor het dagelijksch levensonderhoud. De arbeid, door de Voorzienigheid opgelegd tot heil van het lichaam, maar ook van de ziel, werd een werktuig ten ondergang. „Want zegt de Paus de doode stof verlaat het fabrieks gebouw veredeld, maar de menschen wor den daar bedorven en verliezen er aan waarde". Welnu, zoolang deze beklagenswaardige toestand, waarin de zielen verkeeren, voort duurt, zullen ale pogingen om de Maat schappij te hervormen vruchteloos zijn, en geen geneesmiddel zal hier baten, tenzij de menschen weer openlijk en oprecht terug keeren tot de leer van het Evangelie. Men wil, terecht, het economisch leven weer naar een gezonde en juiste orde terug voeren. Maar, zegt de Paus: „Volmaakt noemen Wij slechts die maat schappelijke orde, welke door de Kerk met volhardenden ernst verkondigd en door bet natuurlijk verstand zelf gevorderd wordt. Zij bestaat hierin, dat alles wordt gericht op God als het voornaamste en laatste doel van. alle geschapen activiteit; dat men al het ge schapene beschouwt als aan God onderge schikt en als middelen, welke men slechts moet aanwenden, in zoover ze dienstig zijn om het hoogste doel te bereiken". Hiermee wil de Paus geenszins gering schatting te kennen geven van ieder winst gevend bedrijf. Integendeel. Het is den on dernemers geenszins verboden hun vermo gen op eerlijke en rechtschapen wijze te ver meerderen. Het is zelfs billijk, dat zij, die de gemeenschap een dienst bewijzen en rij ker maken, zelf daar ook voordeel van heb ben, mits: in verschuldigde onderwerping aan Gods wetten, zonder de rechten van anderen te schenden, en met het gebruiken van de stoffelijke goederen volgens de be ginselen van geloof en rede. Dan zullen de geproduceerde goederen ook weer verdeeld worden naar billijkheid en rechtvaardig heid, en zal de lage hebzucht, die schand vlek en groote zonde van onzen tijd, weer gesteld worden onder de wet der christelijke zelfbeheersching, die den mensefi beveelt, eerst het rijk Gods te Zoeken en zijn gerech tigheid, in de vaste zekerheid, dat ook de tijdelijke goederen hem door de goddelijke vrijgevigheid zullen worden toegeworpen, voor zoover hij ze noodig heeft. Bij dit alles neemt de liefde, de band der volmaaktheid, de voornaamste plaats in. Het zijn onbezonnen sociale hervormers, die alleen maar bedacht zijn op de recht vaardigheid, en de medewerking der liefde hoogmoedig afwijzen. Zeker, de liefde kan niet in de plaats treden van de rechtvaardigheid. Maar ook al vond de rechtvaardigheid alom volledige toepassing, dan nog bleef er een groot ar beidsveld open voor de liefde. De rechtvaar digheid, volledig beoefend, zal zeker vele oorzaken van sociale conflicten kunnen wegnemen, maar nooit zal zij in staat zijn de -menschen te vereenigen in hartelijke eensgezindheid. Alle sociale maatregelen moeten kracht en steun vinden in het on derling verband, dat de menschen als broe ders moet verbinden. „Dan immers zegt de Paus zullen zij, die met aardsohe goederen zijn gezegend of op andere wijze een voorname plaats in nemen in de Maatschappij, hun vroegere on verschilligheid jegens hun armere broeders veranderen in een zorgzame en werkdadige liefde. Dan zullen zij hun gerechtvaardigde eischen aanhooren en hun mogelijke fouten en misslagen vergeven. Van hun kant zullen de arbeiders aiMe gevoelens van haat en af gunst, welke de propagandisten van den klassenstrijd zoo handig misbruiken, oprecht afleggen, en geen afkeer meer hebben van de plaats, hun door de Goddelijke Voorzienig heid aangewezen, maar deze integendeel hoogschatten. Immers zij zullen begrijpen, dat ieder van hen door het volbrengen van zijn taak en het vervullen van zijn plicht, waarlijk op nuttige en eervolle wijze mee werkt aan het algemeen welzijn, en dat zij van meer nabij Hem navolgen, die, ofschoon Hij God was, werkman onder de menschen wilde zijn en voor den zoon van een werk man wilde gehouden worden". derom in haar geheel worden teruggevoerd tot Christus, dan moeten juist uit hun eigen midden uitgelezen hulptroepen voor de Kerk gevormd worden, daar deze met die men schen zelf en hun gansche mentaliteit en strevingen vertrouwd zijn, om aldus met zachte en broederlijke liefde tot hun hart door te kunnen dringen. „De allereerste en naaste apostelen onder de arbeiders moeten arbeiders zijn; de apostelen onder de indus trie- en handelskringen echter moeten zelf tot die kringen behooren". Deze leeken-apostelen onder de arbeiders en werkgevers moeten door de Bisschoppen gezocht en gekozen worden. Ze moeten ge vormd en onderricht worden door de pries ters, die allen door een ernstige studie van het sociale vraagstuk voor hun moeilijke taak moeten worden klaar gemaakt. Maar zij, die uit de Priesters voor deze speciale taak worden uitverkoren, moeten bezield zijn met een buitengewoon gevoel voor recht vaardigheid, en zij moeten met echt manne- lijken moed aan iedereen, die onbillijke eischen of onrechtvaardige daden stelt, weerstand bieden. Zij moeten uitmunten door een voorzichtigheid en gematigdheid, die ver van alle uitersten blijft, en vooral doordrongen zijn van de liefde van Christus. Laten wij deze beschouwingen over de Encycliek Quadragesimo Anno, die naar wi hopen voor velen een aansporing mogen geweest zijn, om nu zelf nog eens de En cycliek ter hand te nemen en deze te her lezen en te herlezen men kan 't nooit genoeg doen! laten yvij deze beschouwin gen mogen besluiten met de woorden, waar mee Paus Pius XI zijn Encycliek besluit: „Voorwaar, iedereen weet, hoevele en hoe groote ondernemingen de onvermoeide ijver der Katholieken op touw zet, zoowel op so ciaal en economisch terrein als op onder wijs- en godsdienstig gebied. Maar deze wonderbare en moeitevolle actie levert dik wijls niet genoeg resultaat op, omdat de krachten te veel in verschillende richtingen versplinterd worden. Laten dus alle man nen, die van goeden wil zijn, zich vereeni gen, allen die, onder aanvoering van de herders der Kerk, dezen goeden en vreed zamen strijd van Christus willen strijden; laten allen zich moeite geven, ieder naar zijn talenten, zijn krachten en zijn plaats in de Maatschappij, iets bij te dragen tot het christelijk hérstel der mensehelijke sa menleving, hetwelk Leo XIII door Zijn on sterfelijke Encycliek Rerum Novarum heeft ingeluid; niet zichzelf en hun eigen belang moeten zij daarbij zoeken, maar de belan gen van Jesus Christus, niet tot eiken prijs hun eigen meeningen trachten door te zet ten, maar bereid zijn daarvan af te zien, hoe goed die ook zijn, wanneer het grooter al gemeen welzijn dat schijnt te eischen; op dat in alles en boven alles Christus regeere, Christus heerschte, aan Wien eer en glorie en kracht in de eeuwen der eeuwen". Hoe kan dit bereikt worden? De Paus ontveinst zich niet, dat dit een moeilijk werk zal zijn. Aan beide kanten, zoowel onder de hoogere als onder de lagere klassen der Maatschappij zijn nog vele moeilijkheden en hindernissen te overwin nen. Willen deze klassen van menschen in een wereld, die bijna voor het grootste deel in het heidendom is teruggevallen we- NEDERL. R. K. BLINDENBOND „ST. ODILIA". Algemeene vergadering te Utrecht. De afgevaardigden der diverse afdeelingen van den Nederlandschen R. K. Blindenbond „St. Odilia" kwamen Maandag in 6e algemeene bondsvergadering te Utrecht bijeen. In zijn openingswoord wees de voorzitter, de heer G. J. v. d. Berg uit Rotterdam op het doel van den Bond, die streeft naar de leerplicht van het blinde kind, terwijl de vakopleiding ook voor reeds volwassenen in nieuwe banen moet worden geleid, zoodat ook de blinden productief werk in de maatschappij kunnen verrichten. Ook wenscht de Bond een beteren steun voor de ouden van dagen, die nu uitslui tend zijn aangewezen op kerk en particulieren. Het financieel verslag over het jaar 1930 sloot met een nadeelig saldo van 266.67, ter wijl het huidige bezit van den Bond nog 122S.56 bedraagt. Het jaarverslag van den secretaris, den heer L. J. Cornet uit 's Hertogenbosoh werd vervolgens goedgekeurd. Het oordeel werd ge uit, dat de Bond zich in bloeienden toestand bevindt, alhoewel nog vele vraagstukken zijn te behandelen. Het ledental bleef ongeveer stationnair, n.l. 315. Het verslag bevatte een ernstige opwekking tot propaganda en samen werking. Onder de ingekomen stukken was een schrijven van den minister van Waterstaat, waarin deze mededeelde dat geen uitbreiding van vrij vervoerbiljetten voor geleiders van blinden kon worden gegeven. Tevens was er nog een schrijven van minis ter Reymer, waarin afgewezen werd bet ver zoek van den bond om de herkenningsteekens van blinden wettelijk voor te schrijven. Ook over dit teleurstellend schrijven werd breed gediscussieerd. Des middags werd, nadat eenige voorstellen waren behandeld, door den voorzitter een woord van eerbiedige hulde gesproken tot den blinden pater Lucianus uit Urmond, die den 19den Augustus a.s. zijn zilveren priesterfeest hoopt te vieren. Daarna ging men tot de bestuursverkiezing over. Vacatures waren ontstaan door de ont slagname wegens ziekte van den heer van Ges- sed en het periodiek aftreden van de heeren Cornet, Den Bosch, Louman, Haarlem en Beenboer te Amsterdam. Gekozen werden mej. Esser uit Limburg en de heeren Coppes, Haar- lem, Schutte (N.-Braban,t en Gelderland) en herkozen de heer Veenboer. MULO-ONDERWIJS EN HET RAPPORT-RUTGERS. De R. K. Mulobring Rotterdam e.o. heeft in zijn jongste vergadering de volgende motie aan genomen: De R. K. Mulokring Rotterdam e. o. kennis genomen hebben van het artikel in de Maas bode van 11 Junii 1931, avondblad, door den algemeenen voorzitter en van het adires aan Z. Exc. den Minister van O. K. en W., gepubli ceerd in het Maandblad voor het R. K. Mulo, Juli 1931, overtuigd, dat de leerlingenschalen volgens rapport Rutgers en volgens stelsel Tilanus een aanslag zouden beteekenen op het groeiend en bloeiend mulo-onder wijs, dat opgekomen is uit den drang en het initiatief van het volk zelf; betuigt zijn volle instemming met bovenge noemde publicatie, spoort het hoofdbestuur aan, tof waakzaam heid, om deze ramp ett te keeren en adviseert het hoofdbestuur, de leden van de R. K. Kamerfractie stelselmatig te bewerken. ^axVOOd A^- De Zon staat deze maand in de sterrebeelden Kreeft en Leeuw. De middaghoogte bedraagt aan het begin der maand 56 gr. en wordt 6 min. na den middelbaren middag bereikt. Aan het einde der maand Is de middaghoogte 47 gr. en vallen ware en middel,bare middag ongeveer samen. De lengte van den dag varieert van 15 uur 32 min. tot 13 uur 44 min. Daar het midden van den dag aan het.einde der maand vroeger valt dan in het begin, is het korten der dagen 's iets meer merkbaar dan 's morgens. Maan: L. K. 6 Aug., N. M. 13 Aug.; E. K. 20 Aug.; V. M. 28 Aug. Planeten: Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en Neptunus zijn onzichtbaar. Saturnu8 staat laag in het Zuiden in het ster- rebeeld den Schutter. Uranus staat ongeveer een halven graad ten Z. van de ster séta van de Vissdhen. Vallende sterren. Van 10 tot 13 Augustus zijn er vallende sterren waar te nemen, de Per- seïden. De radiant, d.L het snijpunt van de ver lengden der hanen, ligt in het stenrebeeld Per seus. DE PREDIKANT-SCHOOLMEESTER HERLEEFD. In St. Michielsgestel geeft de Hervormde pgedikant aan enkele kinderen uit zijn ge- meente gratis schoolonderwijs. De openbare school is daar n.l. sedert 1 Januari opgeheven en ouders, die er bezwaar tegen maakten hun kinderen naar de Katholieke school te sturen, vonden, dat de gemeente hun niet genoeg te gemoet kwam in de kosten van het vervoer naar den Bosch en hielden hun kinderen thuis. De predikant der gemeente besteedt nu reeds sedert Februari zijn morgenuren aan het onderwijs geven aan deze kinderen bij zich aan huis. Hij verricht dit extra-werk met veel genoegen en toewijding. De zaak, is intusschen bij Gedeputeerden van Noord Brabant aanhangig gemaakt. V oorzorgsmaatregelen. Te Utrecht, in Hotel „Noord-Brabant", hield gisteren de R. K. Organisten- en Directeuren- vereeniging haar jaarlijksche algemeene ver gadering. Om ruim 11 uur heette de voor zitter de circa 40 aanwezige leden hartelijk welkom. Inzonderheid riep praeses C. A. M. de Rooy het welkom toe tot den Zeereerw. Zeergel.' heer dr. S. Ramselaar, Geestelijk- Adviseur der A.K.O.D.V., de E.E.H.H. prof. van Zuylen en kapelaan Heynen en mej. Betsy Pielage, het eenige vrouwelijke lid der ver- eeniging. Uitvoerig zette de voorzitter nog eens uiteen, welk nut de R.K.O.D.V. heeft, waartoe de ver- eeniging noodzakelijk is, welk doel zij nastreeft en wat zij reeds bereikt heeft, o.a. met haar jaarlijksche examens, de samenwerking met de Nederlandsche St. Gregoriusvereeniging en den R. K. Orgel- en Klokkenraad, etc. Spr. memoreerde voorts nog jubilea in het afge- loopen vereenigingsjaar van Broeder Hubertus, de heeren J. G. Ponten en G. Schellekens. Na voorlezing der notulen van de vorige jaarvergadering door den secretaris Jony Ponten, bracht deze zijn verslag uit. Daaruit bleek, dat de vereeniging langzaam vooruit gaat. Op 31 Juli j.l. bedroeg het aantal leden 194 (190) en het aantal begunstigers 50 (47). Ook de secretaris vermeldde jubilea, het over lijden van één lid en het bedanken van enkele leden. Tenslotte wees de secretaris erop, dat de R.K.O.D.V. op weg is naar haar derde lustrum. De penningmeester, 01. Koop, zorgde voor een sluitende begrooting voor het nieuwe vereenigingsjaar. Uit het jaarverslag van den bibliothecaris, J. A. F. Vergroesen, bleek, dat het aantal muziekwerken gestegen is van 440 tot 459, maar dat de leden een grootere activiteit moeten toonen door schenkingen en het aan- vraven van muziek ter uitleening. De voorzitter en de bibliothecaris waren periodiek aan de beurt van aftreden. Beide heeren werden opnieuw in het bestuur gekozen met 30 en 29 stemmen. In de vacature van den heer P. Kallenbach (onder voorzitter), die bedankt had, werd voorzien door de verkiezing van den heer W. v. Kalmt- hout met 21 stemmen. Op de eerstvolgende bestuursvergadering worden enkele functies nader verdeeld en gewijzigd. Bij de mededeelingen en rondvraag ontspon zich een levendige gedachtenwisseling over een Concept-examenprogramma, dat in vernieuw den en meer uitgebreiden vorm vermoedelijk in October a.s. reeds van kracht zal worden. Er werden bij de rondvraag bovendien nog enkele brandende vereenigings-aangelegen- heden besproken, waaromtrent momenteel ech ter nog geen publicatie kan worden gedaan. Door de voortreffelijke zorgen van den heer 01. Koop, wiens boeken door de kas-commissie, de heeren F. Pielage, J. Nelissen en J. Nieland wederom in de beste orde waren bevonden, werd na afloop der vergadering een demon stratie gehouden met een keurcollectie gramo- foonplaten. Van onzen Berlijnschen correspondent Horlogemakers kan men nog verdragen, maar ook bij aldlen men de Inlborst hadde een» lams, zou men toch van tijd tot tijd geneigd zijn andere instruimentenmakeTiS den hals om te draaien. Ik toen hier nu tegen vieren in den middag vast geloopen in een stad. Hoe zij heet, weet ik niet en toet kan me ook niet sctoelen. Ik ben daarvooT te veel gepreoccupeerd met de wasch. Met drijfnatte pyamas, met doorweekte jassen, met schoenen, waarin men een visctocul- tuur zou kunnen beginnen. Volgens een legen de heeft In diit land hier verleden week de zon geschenen en de (herbergiers hebben daarin aanleiding gevonden hun centrale ver warming tot 21 uur uit te draaien. Zoodat ik voor het vraagstuk sta, hoe in een ijskoude kamer de wasoh te drogen. Natuurlijk door het warmwaterkraantje te openen en rondom de betreffende buis guirlandes aan te brengen van voorwerpen, welker naam men decentelijk pleegt te verzwijgen. Maar onder die operaties door sta ik er toch verbaasd van, dat de boel zóó nat kan worden. Er is nergens meer een droge draad te vinden en tot zelfs in de meegenomen boeken is geen solaas voor het droevige geval te vinden, want deze zijn door het bondgenootschap tusschen water en vibratie tot pap verwerkt, en men zou ze theelepelgewijze moeten genieten. Eergisteren heeft het geplasregend, uren ach ter elkaar door. Gisteren heeft het gestortre gend uren achter elkaar door en vandaag, enfin vandaag heb ik den strijd tegen de elementen om vier uur moeten opgeven, want er was een voudig geen doorkomen meer aan; geen door komen door dat gordijn van regen met natte sneeuw vermengd. De wind kwam uit het Zui den en daar ik juist die richting uittufte, kreeg ik de volle benificie van het geval en daar ik natuurlijk alle snelheid uit mijn motorfiets haalde, die erin zat om zoo spoedig mogelijk door den rijstebrij berg heen te komen werd het geweld van den neerstriemenden regen nog ge- douhleerd door dat, ontwikkeld door een gange tje van 60 K.M. in het uur. Daar is natuurlijk op den duur niets tegen toestand, geen koffertje. En dan die kou! De duimen zijn na e€n wijle al zoo stijf, dat men geen signaal meer kan ge- ■ven, en af en toe moet men zijn gang matigen om daardoor wat warm te worden en de macht over de machines, welke men dreigt te verlie zen, -weer terug te krijgen. En dan die hagel, die af en toe naar beneden komt! Op den te rugweg had ik het mooiste weer van de wereld, hetgeen voor de meikevers aanleiding was naar buiten te fladderen en wanneer men, alweer met een goed gangetje, tegen zoo'n dier op botste, was het alsof men u een steen in het gezicht Wierp. Maar die hagel gaf een gevoel alsof men met messen in het verkleurde vleesch gekerfd werd. Echter, ik zit nu in mijn hotel te bibberen en ontwaar als overbuur een instrumentenima- ker. De winkel van deze booswicht heeft twee ramen en voor het eene raam hangen, welge teld, negen en voor het andere dertien barome ters ter opvroolijking van de voorbijgangers uitgestald. Negen plus dertien maakt juist twee en twintig. En aldus schouw ilk, na drie dagen hondenweer getrotseerd te hebben in mijn doorweekt harnas gezeten, oip twee en twintig 'barometers neer, die allemaal en ge lijkelijk zoo slecht mogelijk staan. Deze aanblik is schier onverdraaglijk, maar hij werkt tege lijk toch als een magneet. Elke twee minuten kijk ik naar beneden of er misschien verande ring in het geval gekomen is, maar onvermurw baar blijft mijn vonnis voor morgen luiden: nog meer regen; nog meer kou; nog meer mi sère. Was er tenminste nu maar één barometer, die uit de rij danste of door den geest van te genspraak was aangegrepen, dan kon men daar zijn hoop op stellen. Maar nu, mu kijkt men na een half uur al in zijn (kamer rond of er niet toevallig ergens een losse steen ligt en na eea uur begint de lust op te komen een instrume» tenmaker te vermoorden. In de Zwitsersche hotels worden de barom» ters op mooi weer vastgeplakt om de elientè# niet te ontstemmen, den moed er bij de rei* gers in te houden en aldus een nadeeligen i» vloed op toet fooien geven te verijdelen. Maaf in een winkelstraat behoorde een gezelschap van twee en twintig barometers achterste vo ren opgehangen te worden. Om moord en dood slag te voorkomen. Wij hebben bij dit punt wat langer stil ge staan om liefhebbers voor reizen per motor fiets te waarschuwen. Loopt alles mee, dan is deze manier van reizen bijna ideaal te noemen, maar men vergete niet, dat men op zulk een reis van drie factoren zeer afhankelijk is. Eer stens van het weer. Wij hebben dat hooger aan getoond. Zes of achthonderd K.M. tegen zwie pende nattigheid in te tornen hoort niet zoo verschrikkelijk aan, maar het is werkelijk een. manier om een bloeddorstige hyena van eea lam te maken. Het tweede punt zijn de wegen. Men is pet motorfiets veel meer van de kwaliteit der we gen afhankelijk dan per auto. Met het kiezen van een reisdoel heeft men daarmee rekening te houden. Men moet per motorfiets niet naar een mooi en aantrekkelijk land heen tijgen, maar desnoods naar een miserabel land, Indien, de wegen er tenminste maar deugen. En dan is er als derde punt de fiets zelf. Deze instrumen ten zijn veel gevoeliger dan een auto en er ls dus eiken dag wat aan kapot, hetgeen gewoon lijk niet veel te beteekenen heeft voor een rij der, die genoeg mechanische kennis bezit, om ails eigen operateur op te kunnen .treden. Blijft dan nog het vraagstuk van de reservedeelen. Deze zijn lang niet overal te krijgen wil men de grenzen overgaan, dan is het daarom zaak dat alleen op een fiets te doen met zekere interna tionale vermaardheid. AndeTS loopt men vast en verliest men veel tij;d en geld om een even tueel noodig reeervedeel van elders te betrek ken. Ik zelf heb do reis op een „Indian" ge maakt. De Indian is als machine uitmuntend en .boven allen lof verheven, maar Ik moet toch leder Taden geen Europeesche reizen op haar te ondernemen. Het merk staat in dit deel der wereld n.l. op het randje van de uitroeiing. Een enkel land hier én daar uitgezonderd, is de or ganisatie veelal slecht en leder weet wat daar het gévolg van is; men loopt bij de geringste kleinigheid vast en moet zich misschien twee, drie dagen verbijten in een gat, waar men nog niet begraven zou willen zijn. Miindhen. Ik zit in de hall van het hotel met twee automobilisten te praten, die naar Inns- brück hadden willen gaan, maar terug moesten keeren omdat ze niet over den Brenner konden komen. Deze pas, die in gewone omstandighe den schier het gansche jaar open is, Week toe- gesneeuwd. En dat notabene in April! De baro meter staat zóó laag, dat ze niet meer lager kan en de weerberichten in de kranten zijn bijna lyrisch van akeligheid. Er zit dus niets anders op dan van vertwijfeling maar naar bed te gaan, maar dat resulteert weer daarin, dat men s anderen morgens met het eerste morgen grau wen al ontwaakt. De goot lekt niet en bij nader onderzoek van dit vreemde geval ziet de hemel er smetteloos blauw uit. Dat garandeert toch zeker een paar uur droogte en ik stuif dus in mijn natte kleeren, spring in het zadel en dan voort! Nog terwijl men door de stille straten van de Beiersche hoofdstad rijdt, kan men hier en daar een eind van zich afzien en daarbij ontwaart men dan vóór zich uit do vlekkeloos witte Alpenketen, roerloos uitgespannen onder een hemel, evensirak als vein en blauw. Het is een schouwspel om aan het Juichen te slaan, maar de koude ls zóó intens, dat alle extrava ganties direct bevriezen, en men de c^gtaak du3 maar zwijgend entameert. Echter ls het een voordeel naar het Zuiden te rijden. De Alpenketen, die den weg naar voren verspert, ligt veel meer dan 100 K.M. weg, maar met elke wieledraal komt men haar nader en kan men haar duidelijker onderschel den en nieuwe ontdekkingen doen. Maar zoo schoon ais ze zijn mag, zoo zal ze de aandacht toch niet blijven 'boeien, want ook het land, waar men direct door henen rijdt, kan er toe ristisch wezem! De weg is prima en deze baart dus geen zorgen, en dat is alvast een onwaar deerbaar buitenkansje. En dan die afwisseling onderweg. Die aardige Beiersche dorpen, waar men door henen komt; die magnifieke bos- schen; die sappige weiden met haar eerste voor jaarsbloemen. Hier zijn we bereids aan da Starnbergeraee, aan den oever waarvan zich eea kapelletje verheft ter eere vaa koning Lodewijb en zijn aTts' ^ie in '86 zoo sensationeel aan hiun einde kwamen. Dan komt de Kochelsee ea vervolgens de Walohensee, waarin men zich. zoó kou kunnen verlieven. Maar het schijnt zake lijker te zijn eerst te ontbijten en dan een kuier in de omgeving te maken en inlichtingen te verzamelen over den verderen weg. "Wij zijn hier ai op 802 M. hoogte gevorderd maar on danks alle barometers en krantenberichten schijnt de zon, dat het een. lust is en begint het zelfs lekker warm te worden. Dat neemt niet weg, dat de berichten over het verder© stuk van de heirbaan allesbehalve bemoedigend luiden. Over de Brennerpas zelf weet men hier niets maar over do Mittelwaldpas, die eerst komt, vertelt men niets dan booze dingen. Inmiddels heeft men al geleerd, dat men be richten over den weg even ijverlg.moet verza melen als ze vervolgens sceptisch verder ver werken. Wat hotelportiers betreft, behoort men per sé altijd het tegengestelde te gelooven van hetgeen deze heeren, vaak met een aplomp, dat meesleepend werkt, plegen op te disschen. Ho telportiers zouden, bij eenige organisatie, voor het auto-reizend publiek prima bronnen van in formatie kunnen wezen, maar voorloopiS zijn ze dat nog niet en staan ze veeleer 111 et de waarheid ten opzichte van het vraagstuk „Weg" op voet van chronische veete. Maak °°k voor andere lieden, zelfs voor automobi ïstan, be- M&nrt men op zijn hoede te zijn. Het 18 b.v. eea geijkt gebruik de wegen in Italic te roemen net als in u in Jnsulinde rond reizend niets dan goed behoort te n van de boot&n <jnr k.P M. hoe ellendig uit :i s, !S °°k mogen zijn. Overigens beoordeelt, gei'jk 1 gezegd, een automobilist een weg ook anders dan e n mo torrijder, die op dit gebied niet zoo. gauw te- vreden kan wezen. In a'Ie seval ig j^gj. zj;l^ met de noodige voorlichtingen toegerust altijd zelf maar eens te gaan kijken en dan is men meteen gewoonlijk ook al do"r de misère, die eventueel op de loer moötot HSSen> heen. BRIEFTELEGRAMMEN VOOR KENYA EN! OEGANDA. Met inganS van 16 Augustus a.s. kunnen in het verkeer met Kenya en Oeganda via Eastern brief telegrammen worden verzonden tegen den prijs van 3S% cent per woord met een minimum van (voor 20 woorden.) Deze telegrammen moeten gesteld zijn in het Nederlandsch, Fransch, Duitsch of En- gelschaflevering geschiedt 2 X 24 uur na toet tijdstip van aanbieding. Overigens zijn in het algemeen de bepalingen voor uitgestelde telegrammen van toepassing.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 10