RERUM NOVARUM EN
QUADRAGESIMO ANNO.
20 UUR. QTOTU'D
Aug
ure
DINSDAG 4 AUGUSTUS Ï93Ï
DE STERRENHEMEL IN AUGUSTUS.
22 AUG:1*
te 11 UT9
23 AüG:
te loi ure
MET DE MOTORFIETS
NAAR HET ZUIDEN.
HERSTEL DER SOCIALE ORDE.
MET VEEL GENOEGEN EN
TOEWIJDING
DE GRUWEL DER BAROMETERS.
R.K. ORGANISTEN- EN DIRECTEUREN
VEREENIGING-
II. (slot.)
ca Hernieuwde beleving van de
Zedenwet.
Evenals zijn voorgangers komt ook Paus
Pius XI tot de slotsom: „Maar als we ons
de moeite geven dieper op de zaak in te
gaan, zullen we helder beseffen, dat die zoo
gewenschte heropbouw van de Maatschap
pij moet voorafgegaan worden door een
vernieuwing van den christelijken geest
waarvan zoovelen, die zich met het econo
misch leven bezighouden, maar al te dik
wijls zijn afgeweken. Anders blijven al die
pogingen zonder vrucht en wordt er een ge
bouw opgetrokken, niet op de rots, maar op
het losse zand".
^Geheel in dezen geest had ook op Zondag
15 Maart 1.1. bij het gouden jubelfeest van
den stillen omgang te Amsterdam zijn Hoog
waardige Excellentie Mgr. J. D. J. Aenge
nent gesproken:
„Wij leven in een moeilijken tijd. Soms
vreezen wij, dat alle grondslagen van deze
wereld worden omgewoeld. Wij hebben andere
wetten moedig, roepen sommigen; wij willen
een andere economische orde, roepen ande
ren; en weer anderen verwachten alleen heil
van een revolutie. God echter zegt, dat de
menschen nieuwe harten noodig hebben die
zullen opvlammen van liefde tot Hem."
Zoo had het ook reeds Paus Leo XIII in
de Rerum Novarum geleerd:
„De Overheid in den Staat moet door wet
ten en instellingen trachten voorziening te
brengen; patroons en met aardsche goederen
gezegenden moeten zich hun plichten herin
neren, de minder bedeelden, om wieT belan
gen Het gaat, moeten redelijke elsohen stel
en, en omdat de godsdienst alleen, zooals
'i. i aanvanS zeiden, het kwaad, tot den
wortel kan uitroeien, moeten allen gedachtig
zijn, dat vóór alles de christelijke zeden moe
ten hersteld worden, zonder welke zelfs de
meest verstandige middelen, die het meest
geschikt worden geacht, weinig verbetering
zullen breien."
En op een andere plaats in dezelfde En
cycliek:
„Wil dus de mensehelijke samenleving ge
nezing vinden, dan zal die alleen gebracht
kunnen worden door terug te keeren naai
een leven volgens de christelijke beginselen"
Men kon onlangs in ons land een katho
liek redenaar hooren beweren, dat een der
gelijke redeneering eigenlijk maar een
smoesje is: als we moeten wachten tot alle
menschen, werkgevers zoowel als arbeiders,
goede Katholieken zijn, die volgens hun be
ginselen leven en handelen, omdat er an
ders toch geen afdoende verbetering noge-
lijk is, dan kunnen wij als Katholieken wel
naar huis gaan en de wereld aan het Kol-
schewisme over laten.
Wie zoo redeneert, miskent de ware be
doelingen van 'den Paus op ve-sch^lende
wijzen. Neen de Paus zegt niet evenmin
als Leo XIII dit gezegd heeft, dat or niets
gedaan» kan worden, tenzij eerst alle men
schen goede Katholieken geworden zijn. Hij
verwijt juist aan den Staat, dat hij met zijn
wetgeving veel te laat is gekomen, en niet
ver genoeg gedaan is. Hij acht het dus wel
degelijk mogelijk en dus ook noodzakelijk
dat door wetgeving en organisaties de toe-
standen verbeterd worden.
Maar voegt hij erbij, in aansluiting bij
de woorden van Leo XIII, dit alles zal
geen afdoende oplossing van de vraagstuk
ken geven, „alle pogingen om de Maat
schappij te hervormen zullen vruchteloos
zijn en geen geneesmiddel zal hier baten,
tenzij de menschen weer openlijk en opréenl
terugkeeren tot de leer van het Evangelie".
Als een der ergste gevolgen van het he-
dendaagsch economisch stelsel ziet de Paus:
de schade aan de zielen. Allereerst aan de
zielen van kapitalisten en werkgevers. Zoo
velen laten zich, ten gevolge van teugel
looze laag-bij-de-grondsche winzucht, zóó
door hun egoïsme meesleepen, dat zij de
voorschriften van den Heer wel hooren,
maar dat hun gedrag daarmee lijnrecht in
strijd is.
De diepste oorzaak van deze afwijking
van de wetten van het Christendom in het
sociale en economische leven, en van den
afval van het Katholieke geloof, die daaruit
voortvloeit, ziet de Paus in „de ongeregelde
hartstochten, het droeve gevolg van de erf
zonde Daardoor is de wondere harmonie
der mensehelijke vermogens verstoord, de
mensch laat zich meetrekken door verderfe
lijke begeerlijkheid, en stelt het verganke
lijke goed dezer aarde boven het onvergan
kelijke van den hemel.
In alle eeuwen ook in dan Gildentijd!
heeft de onverzadelijke dorst naar rijk
dom en tijdelijk goed de menschen aange
zet om inbreuk te maken op de wetten van
God en de rechten van den naaste. Maar
in onzen tijd zijn juist door de inrichting
van het economisch leven de gevaren, die
in dit opzicht de mensehelijke zwakheid be
dreigen, nog veel ernstiger en talrijker ge
worden.
Immers de toestand van het heden-
daagsch economisch leven is onzeker en
vooral gecompliceerd. Het eischt bij voort
during de hoogste krachtsinspanning. De
prikkels van het geweten stompen af. Men
streeft naar winst en naar rijkdom met ge
oorloofde, maar ook met ongeoorloofde mid
delen. Speculatie neemt toe, waardoor de
prijzen der artikelen verhoogd en verlaagd
worden, naar gelang de willekeur en win
zucht der speculanten het ingeeft, waardoor
de beredeneerde berekeningen der" produ
centen onmogelijk worden gemaakt. De wet
geving op de naamlooze vennootschappen
heeft mede aanleiding gegeven tot de afschu
welijkste misbruiken. Op groote schaal
wordt onrecht en bedrog gepleegd, de be
stuurders verzaken hun plicht en plegen
yerraad aan de rechten van hen, die hun
hun geld toevertrouwden. Men is zoo door
trapt, dat men zich niet meer afvraagt, of
hetgeen men produceert werkelijk nuttig is,
zonder schaamte prikkelt men de mensehe
lijke begeerten, om deze dan tot eigen voor
deel uit te buiten.
Een tijdige, krachtige wetgeving had deze
ernstige misbruiken kunnen bedwingen of
zelfs voorkomen Maar men huldigde een
valsche vrijheidsopvatting; de economische
wetenschap week af van de'ware zedenwet.
Zoo werd de mensehelijke begeerlijkheid vrij
gelaten.
Steeds grooter werd daardoor het aantal
menschen, die er op uit zijn hun rijkdom
men te vermeerderen, hoe dan ook. Zelf
zucht onderdrukte gewetensbezwaren. Het
slechte voorbeeld, het groote succes, het pron
ken met elders verworven rijkdom, het spot
ten met de scrupuleuzen, de concurrenten,
verlokten steeds meer menschen, dezen
slechten weg te betreden.
Ook de arbeiders ondergingen de noodlot
tige gevolgen. Vele bedrijfsleiders gebruik
ten hen als machines, zonder zorg voor hun
ziel, voor hun bovenaardsche belangen. De
deugd der werklieden, vooral der jongeren,
en de eerbaarheid van meisjes en vrouwen
waren in de fabrieken aan groote gevaren
blootgesteld. De ellendige woningtoestanden
vormden een beletsel voor het gezinsver
band. De feestdagen .konden vaak niet ge
heiligd worden, de echt christelijke geest
werd verzwakt. Alles werd ook bij de arbei
ders overheerscht door de zorg voor het
dagelijksch levensonderhoud. De arbeid,
door de Voorzienigheid opgelegd tot heil
van het lichaam, maar ook van de ziel, werd
een werktuig ten ondergang. „Want zegt
de Paus de doode stof verlaat het fabrieks
gebouw veredeld, maar de menschen wor
den daar bedorven en verliezen er aan
waarde".
Welnu, zoolang deze beklagenswaardige
toestand, waarin de zielen verkeeren, voort
duurt, zullen ale pogingen om de Maat
schappij te hervormen vruchteloos zijn, en
geen geneesmiddel zal hier baten, tenzij de
menschen weer openlijk en oprecht terug
keeren tot de leer van het Evangelie.
Men wil, terecht, het economisch leven
weer naar een gezonde en juiste orde terug
voeren.
Maar, zegt de Paus:
„Volmaakt noemen Wij slechts die maat
schappelijke orde, welke door de Kerk met
volhardenden ernst verkondigd en door bet
natuurlijk verstand zelf gevorderd wordt. Zij
bestaat hierin, dat alles wordt gericht op
God als het voornaamste en laatste doel van.
alle geschapen activiteit; dat men al het ge
schapene beschouwt als aan God onderge
schikt en als middelen, welke men slechts
moet aanwenden, in zoover ze dienstig zijn
om het hoogste doel te bereiken".
Hiermee wil de Paus geenszins gering
schatting te kennen geven van ieder winst
gevend bedrijf. Integendeel. Het is den on
dernemers geenszins verboden hun vermo
gen op eerlijke en rechtschapen wijze te ver
meerderen. Het is zelfs billijk, dat zij, die
de gemeenschap een dienst bewijzen en rij
ker maken, zelf daar ook voordeel van heb
ben, mits: in verschuldigde onderwerping
aan Gods wetten, zonder de rechten van
anderen te schenden, en met het gebruiken
van de stoffelijke goederen volgens de be
ginselen van geloof en rede. Dan zullen de
geproduceerde goederen ook weer verdeeld
worden naar billijkheid en rechtvaardig
heid, en zal de lage hebzucht, die schand
vlek en groote zonde van onzen tijd, weer
gesteld worden onder de wet der christelijke
zelfbeheersching, die den mensefi beveelt,
eerst het rijk Gods te Zoeken en zijn gerech
tigheid, in de vaste zekerheid, dat ook de
tijdelijke goederen hem door de goddelijke
vrijgevigheid zullen worden toegeworpen,
voor zoover hij ze noodig heeft.
Bij dit alles neemt de liefde, de band der
volmaaktheid, de voornaamste plaats in.
Het zijn onbezonnen sociale hervormers,
die alleen maar bedacht zijn op de recht
vaardigheid, en de medewerking der liefde
hoogmoedig afwijzen.
Zeker, de liefde kan niet in de plaats
treden van de rechtvaardigheid. Maar ook
al vond de rechtvaardigheid alom volledige
toepassing, dan nog bleef er een groot ar
beidsveld open voor de liefde. De rechtvaar
digheid, volledig beoefend, zal zeker vele
oorzaken van sociale conflicten kunnen
wegnemen, maar nooit zal zij in staat zijn
de -menschen te vereenigen in hartelijke
eensgezindheid. Alle sociale maatregelen
moeten kracht en steun vinden in het on
derling verband, dat de menschen als broe
ders moet verbinden.
„Dan immers zegt de Paus zullen zij,
die met aardsohe goederen zijn gezegend of
op andere wijze een voorname plaats in
nemen in de Maatschappij, hun vroegere on
verschilligheid jegens hun armere broeders
veranderen in een zorgzame en werkdadige
liefde. Dan zullen zij hun gerechtvaardigde
eischen aanhooren en hun mogelijke fouten
en misslagen vergeven. Van hun kant zullen
de arbeiders aiMe gevoelens van haat en af
gunst, welke de propagandisten van den
klassenstrijd zoo handig misbruiken, oprecht
afleggen, en geen afkeer meer hebben van
de plaats, hun door de Goddelijke Voorzienig
heid aangewezen, maar deze integendeel
hoogschatten. Immers zij zullen begrijpen,
dat ieder van hen door het volbrengen van
zijn taak en het vervullen van zijn plicht,
waarlijk op nuttige en eervolle wijze mee
werkt aan het algemeen welzijn, en dat zij
van meer nabij Hem navolgen, die, ofschoon
Hij God was, werkman onder de menschen
wilde zijn en voor den zoon van een werk
man wilde gehouden worden".
derom in haar geheel worden teruggevoerd
tot Christus, dan moeten juist uit hun eigen
midden uitgelezen hulptroepen voor de Kerk
gevormd worden, daar deze met die men
schen zelf en hun gansche mentaliteit en
strevingen vertrouwd zijn, om aldus met
zachte en broederlijke liefde tot hun hart
door te kunnen dringen. „De allereerste en
naaste apostelen onder de arbeiders moeten
arbeiders zijn; de apostelen onder de indus
trie- en handelskringen echter moeten zelf
tot die kringen behooren".
Deze leeken-apostelen onder de arbeiders
en werkgevers moeten door de Bisschoppen
gezocht en gekozen worden. Ze moeten ge
vormd en onderricht worden door de pries
ters, die allen door een ernstige studie van
het sociale vraagstuk voor hun moeilijke
taak moeten worden klaar gemaakt. Maar
zij, die uit de Priesters voor deze speciale
taak worden uitverkoren, moeten bezield
zijn met een buitengewoon gevoel voor recht
vaardigheid, en zij moeten met echt manne-
lijken moed aan iedereen, die onbillijke
eischen of onrechtvaardige daden stelt,
weerstand bieden. Zij moeten uitmunten
door een voorzichtigheid en gematigdheid,
die ver van alle uitersten blijft, en vooral
doordrongen zijn van de liefde van Christus.
Laten wij deze beschouwingen over de
Encycliek Quadragesimo Anno, die naar wi
hopen voor velen een aansporing mogen
geweest zijn, om nu zelf nog eens de En
cycliek ter hand te nemen en deze te her
lezen en te herlezen men kan 't nooit
genoeg doen! laten yvij deze beschouwin
gen mogen besluiten met de woorden, waar
mee Paus Pius XI zijn Encycliek besluit:
„Voorwaar, iedereen weet, hoevele en hoe
groote ondernemingen de onvermoeide ijver
der Katholieken op touw zet, zoowel op so
ciaal en economisch terrein als op onder
wijs- en godsdienstig gebied. Maar deze
wonderbare en moeitevolle actie levert dik
wijls niet genoeg resultaat op, omdat de
krachten te veel in verschillende richtingen
versplinterd worden. Laten dus alle man
nen, die van goeden wil zijn, zich vereeni
gen, allen die, onder aanvoering van de
herders der Kerk, dezen goeden en vreed
zamen strijd van Christus willen strijden;
laten allen zich moeite geven, ieder naar
zijn talenten, zijn krachten en zijn plaats
in de Maatschappij, iets bij te dragen tot
het christelijk hérstel der mensehelijke sa
menleving, hetwelk Leo XIII door Zijn on
sterfelijke Encycliek Rerum Novarum heeft
ingeluid; niet zichzelf en hun eigen belang
moeten zij daarbij zoeken, maar de belan
gen van Jesus Christus, niet tot eiken prijs
hun eigen meeningen trachten door te zet
ten, maar bereid zijn daarvan af te zien, hoe
goed die ook zijn, wanneer het grooter al
gemeen welzijn dat schijnt te eischen; op
dat in alles en boven alles Christus regeere,
Christus heerschte, aan Wien eer en glorie
en kracht in de eeuwen der eeuwen".
Hoe kan dit bereikt worden?
De Paus ontveinst zich niet, dat dit een
moeilijk werk zal zijn. Aan beide kanten,
zoowel onder de hoogere als onder de lagere
klassen der Maatschappij zijn nog vele
moeilijkheden en hindernissen te overwin
nen.
Willen deze klassen van menschen in
een wereld, die bijna voor het grootste deel
in het heidendom is teruggevallen we-
NEDERL. R. K. BLINDENBOND
„ST. ODILIA".
Algemeene vergadering te Utrecht.
De afgevaardigden der diverse afdeelingen
van den Nederlandschen R. K. Blindenbond
„St. Odilia" kwamen Maandag in 6e algemeene
bondsvergadering te Utrecht bijeen.
In zijn openingswoord wees de voorzitter, de
heer G. J. v. d. Berg uit Rotterdam op het doel
van den Bond, die streeft naar de leerplicht
van het blinde kind, terwijl de vakopleiding
ook voor reeds volwassenen in nieuwe banen
moet worden geleid, zoodat ook de blinden
productief werk in de maatschappij kunnen
verrichten. Ook wenscht de Bond een beteren
steun voor de ouden van dagen, die nu uitslui
tend zijn aangewezen op kerk en particulieren.
Het financieel verslag over het jaar 1930
sloot met een nadeelig saldo van 266.67, ter
wijl het huidige bezit van den Bond nog
122S.56 bedraagt.
Het jaarverslag van den secretaris, den
heer L. J. Cornet uit 's Hertogenbosoh werd
vervolgens goedgekeurd. Het oordeel werd ge
uit, dat de Bond zich in bloeienden toestand
bevindt, alhoewel nog vele vraagstukken zijn
te behandelen. Het ledental bleef ongeveer
stationnair, n.l. 315. Het verslag bevatte een
ernstige opwekking tot propaganda en samen
werking.
Onder de ingekomen stukken was een
schrijven van den minister van Waterstaat,
waarin deze mededeelde dat geen uitbreiding
van vrij vervoerbiljetten voor geleiders van
blinden kon worden gegeven.
Tevens was er nog een schrijven van minis
ter Reymer, waarin afgewezen werd bet ver
zoek van den bond om de herkenningsteekens
van blinden wettelijk voor te schrijven. Ook
over dit teleurstellend schrijven werd breed
gediscussieerd.
Des middags werd, nadat eenige voorstellen
waren behandeld, door den voorzitter een
woord van eerbiedige hulde gesproken tot den
blinden pater Lucianus uit Urmond, die den
19den Augustus a.s. zijn zilveren priesterfeest
hoopt te vieren.
Daarna ging men tot de bestuursverkiezing
over. Vacatures waren ontstaan door de ont
slagname wegens ziekte van den heer van Ges-
sed en het periodiek aftreden van de heeren
Cornet, Den Bosch, Louman, Haarlem en
Beenboer te Amsterdam. Gekozen werden mej.
Esser uit Limburg en de heeren Coppes, Haar-
lem, Schutte (N.-Braban,t en Gelderland) en
herkozen de heer Veenboer.
MULO-ONDERWIJS EN HET
RAPPORT-RUTGERS.
De R. K. Mulobring Rotterdam e.o. heeft in
zijn jongste vergadering de volgende motie aan
genomen:
De R. K. Mulokring Rotterdam e. o. kennis
genomen hebben van het artikel in de Maas
bode van 11 Junii 1931, avondblad, door den
algemeenen voorzitter en van het adires aan Z.
Exc. den Minister van O. K. en W., gepubli
ceerd in het Maandblad voor het R. K. Mulo,
Juli 1931,
overtuigd, dat de leerlingenschalen volgens
rapport Rutgers en volgens stelsel Tilanus een
aanslag zouden beteekenen op het groeiend en
bloeiend mulo-onder wijs, dat opgekomen is uit
den drang en het initiatief van het volk zelf;
betuigt zijn volle instemming met bovenge
noemde publicatie,
spoort het hoofdbestuur aan, tof waakzaam
heid, om deze ramp ett te keeren en
adviseert het hoofdbestuur, de leden van de
R. K. Kamerfractie stelselmatig te bewerken.
^axVOOd
A^-
De Zon staat deze maand in de sterrebeelden
Kreeft en Leeuw. De middaghoogte bedraagt
aan het begin der maand 56 gr. en wordt 6
min. na den middelbaren middag bereikt. Aan
het einde der maand Is de middaghoogte 47 gr.
en vallen ware en middel,bare middag ongeveer
samen. De lengte van den dag varieert van
15 uur 32 min. tot 13 uur 44 min. Daar het
midden van den dag aan het.einde der maand
vroeger valt dan in het begin, is het korten der
dagen 's iets meer merkbaar dan 's morgens.
Maan: L. K. 6 Aug., N. M. 13 Aug.; E. K.
20 Aug.; V. M. 28 Aug.
Planeten: Mercurius, Venus, Mars, Jupiter
en Neptunus zijn onzichtbaar.
Saturnu8 staat laag in het Zuiden in het ster-
rebeeld den Schutter.
Uranus staat ongeveer een halven graad ten
Z. van de ster séta van de Vissdhen.
Vallende sterren. Van 10 tot 13 Augustus zijn
er vallende sterren waar te nemen, de Per-
seïden. De radiant, d.L het snijpunt van de ver
lengden der hanen, ligt in het stenrebeeld Per
seus.
DE PREDIKANT-SCHOOLMEESTER
HERLEEFD.
In St. Michielsgestel geeft de Hervormde
pgedikant aan enkele kinderen uit zijn ge-
meente gratis schoolonderwijs. De openbare
school is daar n.l. sedert 1 Januari opgeheven
en ouders, die er bezwaar tegen maakten hun
kinderen naar de Katholieke school te sturen,
vonden, dat de gemeente hun niet genoeg te
gemoet kwam in de kosten van het vervoer
naar den Bosch en hielden hun kinderen thuis.
De predikant der gemeente besteedt nu reeds
sedert Februari zijn morgenuren aan het
onderwijs geven aan deze kinderen bij zich
aan huis. Hij verricht dit extra-werk met veel
genoegen en toewijding.
De zaak, is intusschen bij Gedeputeerden
van Noord Brabant aanhangig gemaakt.
V oorzorgsmaatregelen.
Te Utrecht, in Hotel „Noord-Brabant", hield
gisteren de R. K. Organisten- en Directeuren-
vereeniging haar jaarlijksche algemeene ver
gadering. Om ruim 11 uur heette de voor
zitter de circa 40 aanwezige leden hartelijk
welkom. Inzonderheid riep praeses C. A. M.
de Rooy het welkom toe tot den Zeereerw.
Zeergel.' heer dr. S. Ramselaar, Geestelijk-
Adviseur der A.K.O.D.V., de E.E.H.H. prof. van
Zuylen en kapelaan Heynen en mej. Betsy
Pielage, het eenige vrouwelijke lid der ver-
eeniging.
Uitvoerig zette de voorzitter nog eens uiteen,
welk nut de R.K.O.D.V. heeft, waartoe de ver-
eeniging noodzakelijk is, welk doel zij nastreeft
en wat zij reeds bereikt heeft, o.a. met haar
jaarlijksche examens, de samenwerking met
de Nederlandsche St. Gregoriusvereeniging en
den R. K. Orgel- en Klokkenraad, etc. Spr.
memoreerde voorts nog jubilea in het afge-
loopen vereenigingsjaar van Broeder Hubertus,
de heeren J. G. Ponten en G. Schellekens.
Na voorlezing der notulen van de vorige
jaarvergadering door den secretaris Jony
Ponten, bracht deze zijn verslag uit. Daaruit
bleek, dat de vereeniging langzaam vooruit
gaat. Op 31 Juli j.l. bedroeg het aantal leden
194 (190) en het aantal begunstigers 50 (47).
Ook de secretaris vermeldde jubilea, het over
lijden van één lid en het bedanken van enkele
leden. Tenslotte wees de secretaris erop, dat
de R.K.O.D.V. op weg is naar haar derde
lustrum.
De penningmeester, 01. Koop, zorgde voor
een sluitende begrooting voor het nieuwe
vereenigingsjaar.
Uit het jaarverslag van den bibliothecaris,
J. A. F. Vergroesen, bleek, dat het aantal
muziekwerken gestegen is van 440 tot 459,
maar dat de leden een grootere activiteit
moeten toonen door schenkingen en het aan-
vraven van muziek ter uitleening.
De voorzitter en de bibliothecaris waren
periodiek aan de beurt van aftreden. Beide
heeren werden opnieuw in het bestuur
gekozen met 30 en 29 stemmen. In de
vacature van den heer P. Kallenbach (onder
voorzitter), die bedankt had, werd voorzien
door de verkiezing van den heer W. v. Kalmt-
hout met 21 stemmen. Op de eerstvolgende
bestuursvergadering worden enkele functies
nader verdeeld en gewijzigd.
Bij de mededeelingen en rondvraag ontspon
zich een levendige gedachtenwisseling over een
Concept-examenprogramma, dat in vernieuw
den en meer uitgebreiden vorm vermoedelijk
in October a.s. reeds van kracht zal worden.
Er werden bij de rondvraag bovendien nog
enkele brandende vereenigings-aangelegen-
heden besproken, waaromtrent momenteel ech
ter nog geen publicatie kan worden gedaan.
Door de voortreffelijke zorgen van den heer
01. Koop, wiens boeken door de kas-commissie,
de heeren F. Pielage, J. Nelissen en J. Nieland
wederom in de beste orde waren bevonden,
werd na afloop der vergadering een demon
stratie gehouden met een keurcollectie gramo-
foonplaten.
Van onzen Berlijnschen correspondent
Horlogemakers kan men nog verdragen,
maar ook bij aldlen men de Inlborst hadde een»
lams, zou men toch van tijd tot tijd geneigd
zijn andere instruimentenmakeTiS den hals om
te draaien. Ik toen hier nu tegen vieren in den
middag vast geloopen in een stad. Hoe zij heet,
weet ik niet en toet kan me ook niet sctoelen. Ik
ben daarvooT te veel gepreoccupeerd met de
wasch. Met drijfnatte pyamas, met doorweekte
jassen, met schoenen, waarin men een visctocul-
tuur zou kunnen beginnen. Volgens een legen
de heeft In diit land hier verleden week
de zon geschenen en de (herbergiers hebben
daarin aanleiding gevonden hun centrale ver
warming tot 21 uur uit te draaien. Zoodat ik
voor het vraagstuk sta, hoe in een ijskoude
kamer de wasoh te drogen. Natuurlijk door het
warmwaterkraantje te openen en rondom de
betreffende buis guirlandes aan te brengen van
voorwerpen, welker naam men decentelijk
pleegt te verzwijgen.
Maar onder die operaties door sta ik er toch
verbaasd van, dat de boel zóó nat kan worden.
Er is nergens meer een droge draad te vinden
en tot zelfs in de meegenomen boeken is geen
solaas voor het droevige geval te vinden, want
deze zijn door het bondgenootschap tusschen
water en vibratie tot pap verwerkt, en men zou
ze theelepelgewijze moeten genieten.
Eergisteren heeft het geplasregend, uren ach
ter elkaar door. Gisteren heeft het gestortre
gend uren achter elkaar door en vandaag, enfin
vandaag heb ik den strijd tegen de elementen
om vier uur moeten opgeven, want er was een
voudig geen doorkomen meer aan; geen door
komen door dat gordijn van regen met natte
sneeuw vermengd. De wind kwam uit het Zui
den en daar ik juist die richting uittufte, kreeg
ik de volle benificie van het geval en daar ik
natuurlijk alle snelheid uit mijn motorfiets
haalde, die erin zat om zoo spoedig mogelijk
door den rijstebrij berg heen te komen werd het
geweld van den neerstriemenden regen nog ge-
douhleerd door dat, ontwikkeld door een gange
tje van 60 K.M. in het uur. Daar is natuurlijk
op den duur niets tegen toestand, geen
koffertje.
En dan die kou! De duimen zijn na e€n wijle
al zoo stijf, dat men geen signaal meer kan ge-
■ven, en af en toe moet men zijn gang matigen
om daardoor wat warm te worden en de macht
over de machines, welke men dreigt te verlie
zen, -weer terug te krijgen. En dan die hagel,
die af en toe naar beneden komt! Op den te
rugweg had ik het mooiste weer van de wereld,
hetgeen voor de meikevers aanleiding was naar
buiten te fladderen en wanneer men, alweer
met een goed gangetje, tegen zoo'n dier op
botste, was het alsof men u een steen in het
gezicht Wierp. Maar die hagel gaf een gevoel
alsof men met messen in het verkleurde
vleesch gekerfd werd.
Echter, ik zit nu in mijn hotel te bibberen
en ontwaar als overbuur een instrumentenima-
ker. De winkel van deze booswicht heeft twee
ramen en voor het eene raam hangen, welge
teld, negen en voor het andere dertien barome
ters ter opvroolijking van de voorbijgangers
uitgestald. Negen plus dertien maakt juist
twee en twintig. En aldus schouw ilk, na drie
dagen hondenweer getrotseerd te hebben in
mijn doorweekt harnas gezeten, oip twee en
twintig 'barometers neer, die allemaal en ge
lijkelijk zoo slecht mogelijk staan. Deze aanblik
is schier onverdraaglijk, maar hij werkt tege
lijk toch als een magneet. Elke twee minuten
kijk ik naar beneden of er misschien verande
ring in het geval gekomen is, maar onvermurw
baar blijft mijn vonnis voor morgen luiden:
nog meer regen; nog meer kou; nog meer mi
sère. Was er tenminste nu maar één barometer,
die uit de rij danste of door den geest van te
genspraak was aangegrepen, dan kon men daar
zijn hoop op stellen. Maar nu, mu kijkt men na
een half uur al in zijn (kamer rond of er niet
toevallig ergens een losse steen ligt en na eea
uur begint de lust op te komen een instrume»
tenmaker te vermoorden.
In de Zwitsersche hotels worden de barom»
ters op mooi weer vastgeplakt om de elientè#
niet te ontstemmen, den moed er bij de rei*
gers in te houden en aldus een nadeeligen i»
vloed op toet fooien geven te verijdelen. Maaf
in een winkelstraat behoorde een gezelschap
van twee en twintig barometers achterste vo
ren opgehangen te worden. Om moord en dood
slag te voorkomen.
Wij hebben bij dit punt wat langer stil ge
staan om liefhebbers voor reizen per motor
fiets te waarschuwen. Loopt alles mee, dan is
deze manier van reizen bijna ideaal te noemen,
maar men vergete niet, dat men op zulk een
reis van drie factoren zeer afhankelijk is. Eer
stens van het weer. Wij hebben dat hooger aan
getoond. Zes of achthonderd K.M. tegen zwie
pende nattigheid in te tornen hoort niet zoo
verschrikkelijk aan, maar het is werkelijk een.
manier om een bloeddorstige hyena van eea
lam te maken.
Het tweede punt zijn de wegen. Men is pet
motorfiets veel meer van de kwaliteit der we
gen afhankelijk dan per auto. Met het kiezen
van een reisdoel heeft men daarmee rekening
te houden. Men moet per motorfiets niet naar
een mooi en aantrekkelijk land heen tijgen,
maar desnoods naar een miserabel land, Indien,
de wegen er tenminste maar deugen. En dan is
er als derde punt de fiets zelf. Deze instrumen
ten zijn veel gevoeliger dan een auto en er ls
dus eiken dag wat aan kapot, hetgeen gewoon
lijk niet veel te beteekenen heeft voor een rij
der, die genoeg mechanische kennis bezit, om ails
eigen operateur op te kunnen .treden. Blijft dan
nog het vraagstuk van de reservedeelen. Deze
zijn lang niet overal te krijgen wil men de
grenzen overgaan, dan is het daarom zaak dat
alleen op een fiets te doen met zekere interna
tionale vermaardheid. AndeTS loopt men vast
en verliest men veel tij;d en geld om een even
tueel noodig reeervedeel van elders te betrek
ken. Ik zelf heb do reis op een „Indian" ge
maakt. De Indian is als machine uitmuntend
en .boven allen lof verheven, maar Ik moet toch
leder Taden geen Europeesche reizen op haar
te ondernemen. Het merk staat in dit deel der
wereld n.l. op het randje van de uitroeiing. Een
enkel land hier én daar uitgezonderd, is de or
ganisatie veelal slecht en leder weet wat daar
het gévolg van is; men loopt bij de geringste
kleinigheid vast en moet zich misschien twee,
drie dagen verbijten in een gat, waar men nog
niet begraven zou willen zijn.
Miindhen. Ik zit in de hall van het hotel met
twee automobilisten te praten, die naar Inns-
brück hadden willen gaan, maar terug moesten
keeren omdat ze niet over den Brenner konden
komen. Deze pas, die in gewone omstandighe
den schier het gansche jaar open is, Week toe-
gesneeuwd. En dat notabene in April! De baro
meter staat zóó laag, dat ze niet meer lager kan
en de weerberichten in de kranten zijn bijna
lyrisch van akeligheid. Er zit dus niets anders
op dan van vertwijfeling maar naar bed te
gaan, maar dat resulteert weer daarin, dat men
s anderen morgens met het eerste morgen grau
wen al ontwaakt. De goot lekt niet en bij nader
onderzoek van dit vreemde geval ziet de hemel
er smetteloos blauw uit. Dat garandeert toch
zeker een paar uur droogte en ik stuif dus in
mijn natte kleeren, spring in het zadel en dan
voort! Nog terwijl men door de stille straten
van de Beiersche hoofdstad rijdt, kan men hier
en daar een eind van zich afzien en daarbij
ontwaart men dan vóór zich uit do vlekkeloos
witte Alpenketen, roerloos uitgespannen onder
een hemel, evensirak als vein en blauw. Het is
een schouwspel om aan het Juichen te slaan,
maar de koude ls zóó intens, dat alle extrava
ganties direct bevriezen, en men de c^gtaak du3
maar zwijgend entameert.
Echter ls het een voordeel naar het Zuiden
te rijden. De Alpenketen, die den weg naar
voren verspert, ligt veel meer dan 100 K.M.
weg, maar met elke wieledraal komt men haar
nader en kan men haar duidelijker onderschel
den en nieuwe ontdekkingen doen. Maar zoo
schoon ais ze zijn mag, zoo zal ze de aandacht
toch niet blijven 'boeien, want ook het land,
waar men direct door henen rijdt, kan er toe
ristisch wezem! De weg is prima en deze baart
dus geen zorgen, en dat is alvast een onwaar
deerbaar buitenkansje. En dan die afwisseling
onderweg. Die aardige Beiersche dorpen, waar
men door henen komt; die magnifieke bos-
schen; die sappige weiden met haar eerste voor
jaarsbloemen. Hier zijn we bereids aan da
Starnbergeraee, aan den oever waarvan zich eea
kapelletje verheft ter eere vaa koning Lodewijb
en zijn aTts' ^ie in '86 zoo sensationeel aan
hiun einde kwamen. Dan komt de Kochelsee ea
vervolgens de Walohensee, waarin men zich. zoó
kou kunnen verlieven. Maar het schijnt zake
lijker te zijn eerst te ontbijten en dan een kuier
in de omgeving te maken en inlichtingen te
verzamelen over den verderen weg. "Wij zijn
hier ai op 802 M. hoogte gevorderd maar on
danks alle barometers en krantenberichten
schijnt de zon, dat het een. lust is en begint het
zelfs lekker warm te worden. Dat neemt niet
weg, dat de berichten over het verder© stuk van
de heirbaan allesbehalve bemoedigend luiden.
Over de Brennerpas zelf weet men hier niets
maar over do Mittelwaldpas, die eerst komt,
vertelt men niets dan booze dingen.
Inmiddels heeft men al geleerd, dat men be
richten over den weg even ijverlg.moet verza
melen als ze vervolgens sceptisch verder ver
werken. Wat hotelportiers betreft, behoort men
per sé altijd het tegengestelde te gelooven van
hetgeen deze heeren, vaak met een aplomp, dat
meesleepend werkt, plegen op te disschen. Ho
telportiers zouden, bij eenige organisatie, voor
het auto-reizend publiek prima bronnen van in
formatie kunnen wezen, maar voorloopiS zijn
ze dat nog niet en staan ze veeleer 111 et de
waarheid ten opzichte van het vraagstuk „Weg"
op voet van chronische veete. Maak °°k voor
andere lieden, zelfs voor automobi ïstan, be-
M&nrt men op zijn hoede te zijn. Het 18 b.v. eea
geijkt gebruik de wegen in Italic te roemen net
als in u in Jnsulinde rond reizend niets dan
goed behoort te n van de boot&n <jnr k.P
M. hoe ellendig uit :i s, !S °°k mogen zijn.
Overigens beoordeelt, gei'jk 1 gezegd, een
automobilist een weg ook anders dan e n mo
torrijder, die op dit gebied niet zoo. gauw te-
vreden kan wezen. In a'Ie seval ig j^gj. zj;l^ met
de noodige voorlichtingen toegerust altijd zelf
maar eens te gaan kijken en dan is men meteen
gewoonlijk ook al do"r de misère, die eventueel
op de loer moötot HSSen> heen.
BRIEFTELEGRAMMEN VOOR KENYA EN!
OEGANDA.
Met inganS van 16 Augustus a.s. kunnen in
het verkeer met Kenya en Oeganda via Eastern
brief telegrammen worden verzonden tegen den
prijs van 3S% cent per woord met een minimum
van (voor 20 woorden.)
Deze telegrammen moeten gesteld zijn in
het Nederlandsch, Fransch, Duitsch of En-
gelschaflevering geschiedt 2 X 24 uur na
toet tijdstip van aanbieding. Overigens zijn in
het algemeen de bepalingen voor uitgestelde
telegrammen van toepassing.