NEDERLAND EN BELGIË WOENSDAG 5 AUGUSTUS 1931 f 7 mm Voorwaarden der Gratis-Verzekering tegen ongevallen voor de geahon- neerden op „Het Nieuwe Dagblad" „Nieuwe Dordtsche Courant", „Nieuwe Schiedamsche Courant" of „Nieuwe Zuid-Hollander", DE PROPAGANDA VOOR EEN TOLVERBOND. DE GESCHIEDENIS. De actie van Baie. 1 Nieuwe pogingen. HET 3DE INTERN. RADIOLOGEN. CONGRES EN ZIJN TENTOON STELLING- FOTOGRAFIE. Antwerpen, 30 Juli 1931. De overeenkomst van Oslo, welke in zekere overhaasting, maar met nagenoeg algemeene stemmen, door de Belgische Kamér werd aan genomen, is aanleiding geworden voor een nieuwe campagne, ten voordeele van een nau were economische samenwerking tusschen Ne derland en België. De oude idee van een tol- unie tusschen beide landen, wordt thans voor al gepropageerd door enkele socialistische en Vlaamsche bladen. Zij zetten daarmee de pogin gen voort, welke vroeger door verschillende bladen en politieke persoonlijkheden in die rich ting werden gedaan. Het denkbeeld van een douane-unie dateert reeds uit de zeventiger jaren der vorige eeuw. Na de gebeurtenissen van 1870, toen België ternauwernood aan de oorlogscatastrophe ont komen was, en van Frankrijkniet veel kon worden verwacht, werd van Belgiscbo zijde krachtig aangedrongen op een tolunie. Ook in Nederland, waar een scherpe crisis heerschte, gingen tal van stemmen op, om tot een nauwer economische samenwerking te geraken. Vooral in de Zuidelijke provinciën Noord-Brabant en Limburg die natuurlijk op de eerste plaats behoefte gevoelden voor betere samenwerking viel een krachtige beweging in dien zin waar te nemen. De Provinciale Staten van Noord-Bra bant en de gemeenteraad van Maastricht richtten in 1875'n adres aan de Nederlandsche Regeering met het verzoek een tol-verbond met België te sluiten. De Nederlandsche Minister van Financiën, Jhr. Mr. v. d. Heym, maakte aan het streven der Brabanters en Limburgers een einde, door te verklaren, dat hun wenschen niet te verwe zenlijken waren. In België, waar, gelijk ook thans, de nood zakelijkheid meer gevoeld werd, gaf men het denkbeeld niet zoo spoedig op. De toenmalige minister-president Frère Orban had het tot een van zijn lievelings-ideeën gekozen. Hij liet het vraagstuk door een speciale commissie, met baron Lambermont als voorzitter, onderzoe ken. Het resultaat was niet absoluut negatief, doch de commissie verklaarde toch ook, dat er groote hinderpalen bestonden. Een der ernstig ste moeilijkheden lag in het aanzienlijk ver schil van accijnzen; voorts had men rekening te houden met den opkomenden landbouw en veeteelt in België, welke geen vrijhandel kon verdragen, en ten slotte waren er nog beletse len, voortspruitende uit de internationale han delspolitiek. Het besluit was, de zaken op haar beloop te laten tot na de verwezenlijking van het han delsverdrag met Frankrijk, dat op 31 October 1881 tot stand kwam. Het vraagstuk werd ech ter eerst twintig jaar later opnieuw aange pakt. De betrekkingen tusschen Nederland en België waren gedurende de twee laatste de cennia der vorige eeuw veel verbeterd. Bij tal van gelegenheden trad zulks duidelijk aan den <Jag, vooral in 1905, het diamantenjubeljaar van België's onafhankelijkheid, toen Nederland op schitterende wijze deelnam aan de feestelijk heden. Het was in die goede sfeer, dat de Brussel- sche journalist, Eugène Baie plotseling voor den dag kwam met zijn hardnekkige propa ganda voor een Entente Hollande-Belge" mi litair en economisch. De campagne had een buitengewone uitwer king. Dagbladen en tijdschriften hielden zich met de opgeworpen vraagstukken bezig. Baie ging er op uit in beide landen hooggeplaatste politieke en andere persoonlijkheden over de zaak te interviewen. In België werd het streven met veel bijval begroet. Alleen bij sommige Vlamingen bestond er achterdocht, wijl zij in het werk van Baie niets anders zagen dan een poging om België en Nederland in de triple entente te betrekken. De Nederlanders bleven terughoudend. Er waren wel een paar militaire deskundigen, die iets voelden voor het opgeven van Nederlands isolement en voor het sluiten van een mili taire overeenkomst, maar deze behoorden tot de uitzonderingen. Nederland wantrouwde de actie der Belgische propagandisten in dit opzicht. En, afgezien van dit internationaal politiek bezwaar, bestonden nog technische moeilijkhe den, zooals b.v. het hemelsbreed verschil in de verdedigingssystemen van beide landen. Uit Nederland klonk dan ook het algemeen wachtwoord geen militair verbond. Anders was het gesteld met de tol-unie, de oude idee uit de zeventiger jaren, door Baie opnieuw opgevat. Hierin school geen politiek gevaar en Neder land luisterde daarnaar met veel meer welwil lendheid. In beide landen werd het vraagstuk aan een grondige studie onderworpen. In de „Revue Economique internationale" van Februari 1906 publiceerde Graux, die van 1879 tot 1884 minister was in het kabinet van Frère Orban, gelijk gezegd, een der eerste ver dedigers van een economische entente met Ne derland, een artikel over de kwestie. Hij kwam daarbij tot het besluit, dat de moei lijkheden niet meer zoo groot waren als in 1880, maar dat zij nog steeds bestonden. De ern stigste hinderpalen bleven nog de fiscale ver schillen. Graux koesterde in dat opzicht verwachtin gen van Dr. Kuyper. De talrijke studie-reizen van den Nederlandschen Staatsman naar Bel gië, waar hij zich ging documenteeren over het fiscaal stelsel, met het doel de onderhandelin gen te hervatten, gaven alle reden voor een dus danige hoop. Te meer waar het in de bedoeling lag van Dr. Kuyper de Nederlandsche douane tarieven van 5 ad valorem belangrijk te ver- hoogen. Daardoor zouden de douane-regimes zeer tot elkaar komen en een der ernstige be zwaren tegen een tol-unie uit den weg geruimd worden. Er bleven dan echter nog altijd de groote be letselen aan het verschil in accijnzen, die wel niet zoo aanzienlijk waren als in 1880, maar die in elk geval met andere moeilijkheden, zooals de unificatie der tarieven en het gedeeltelijk afzien van de onafhankelijkheid en de vrijheid in handel en financieele aangelegenheden, ern stige hinderpalen voor een oplossing vormden. Be Nederlandsche oud-minister De Marez Oyens, die in hetzelfde numjjier het Neder landsche standpunt belichtte, toonde zich een warm voorstander der douane-unie. Natuurlijk zouden wederzijds offers moeten gebracht wor den om daartoe te geraken, maar zonder pogin gen bereikt men niets en mocht dit streven mis lukken, dan moest men nog niet wanhopen aan een Nederlandsch-Belgische toenadering. Want zoo besloot hij, daar zijn tal van zaken, waarin men toenadering kan zoeken. Tot dezelfde conclusie kwam oud-minister W. H. de Beaufort, in zijn bekend geworden Gids-artikel, waarin hij zeide „Ook zonder douane-unie kan de Belgische industrie steun vinden bij den Nederlandschen handel en haar afzetgebied in Nederland behouden en uitbrei den. Al leiden de. besprekingen niet tot het voorgestelde doel, zij zullen daarom niet zonder vrucht blijven, want beide volkeren kunnen veel van elkaar' leeren." Hoe het ook zij, algemeen had de idee post ge vat, dat er tal van zaken waren, waarop toe nadering kon gezocht worden. De Ned.-Belgische commissie. Het was in die stemming, dat op 4 November 1907 de bekende „Nederlandsch-Belgische com missie ter bestudeering van de economische vraagstukken, rakend de belangen van beide landen" in het senaatsgebouw te Brussel bij eenkwam. Politici, industrieelen, handelslieden, mannen van wetenschap en journalisten hadden zitting In dit nlet-officieele lichaam, waarin A. Beernaert en Th. Heemskerk respectievelijk voor België en Nederland de leiding hadden. Staatsminister Beernaert, die reeds in 1884 door zijn poging tot stichting van een Acade mie voor Noord en Zuid blijken had gegeven van zijn pfo-Nederlandsche gevoelens pogin gen, welke jammer genoeg door de Regeering van Nederland, zoogenaamd om financieele re denen, schipbreuk leden hield een merk waardige rede, waarin hij een overzicht gaf van vroegere onderhandelingen en besprekin gen, om tot een economische toenadering met Nederland te komen. „Door thans!' zoo zeide de Staatsminister, dezelfde vraagstukken aan een nieuwe studie te onderwerpen, doen wij niets andefs dan de afgebroken besprekingen hervatten en wij heb- men, naar ik meen, thans meer kans van slagen." De heer Heemskerk, de leider der Nederland sche afdeeling, sprak in denzelfden geest, doch hij liet niet na de grens der discussies scherp af te bakenen. Geen onderhandelingen van po- litieken aard en geen douane-unie. De commis sie stelt zich meer ten doel, aldus de Neder landsche leider, het vraagsuk der tolunie op te b vVvvï-x i Burgemeester van Cauwelaert hanteert een zilveren troffel, waarmede de eerste kalk in de tunnelgroeve aan de Schelde wordt gestort. lossen. Zij laat slechts de mogelijkheid toe, op een tijdstip en onder omstandigheden, welke thans nog niet te bepalen zijn, wellicht enkele elementen tot oplossing daarvan bij te brengen. De openingsvergadering werd onmiddellijk gevolgd door de aanstelling van sub-commissies, welke zich o.m. met de volgende vraagstukken zouden bezighouden lo. post-, telegraaf-, telefoon- en spoorweg tarieven. Instelling van een grens-zóne. Douaneformaliteiten 2o. handelswetgeving (wetten betreffende maatschappijen gelijkstelling van fiscale las ten voor ondernemingen, welke in beide landen werkzaam zijn) 3o. arbeidswetgeving 4o. vraagstukken betreffende den midden stand 5o. auteursrechten patenten 6o. wederzijdsche erkenning van diploma's en onderwijs-certificaten 7o. exequatur der vonnissen 8o. scheepvaart-kwestiesregime der ha vens scheepshypotheken 9o. landbouw-aangelegenheden lOo. handelspolitiek. Voorloopig werden slechts enkele punten van dit uitvoerig program onder het mes genomen en de werkzaamheden der onder-commissies vlotten niet al te best. De tweede algemeene vergadering, welke in 1908 in Den Haag moest plaats hebben, kwam eerst in Mei 1909 bijeen. Mr. Tijdeman, de op volger van Mr. Heemskerk, die in 1908 Minis ter was geworden, sprak de openingsrede, waar uit reeds bleek, met welke moeilijkheden en teleurstellingen men te kampen had. De sub commissies hadden flink werk geleverd en zeer interessante rapporten opgesteld over lo. de verbetering der posttarieven 2o. exequatur van rechterlijke uitspraken 3o. auteursrechten 4o. scheepsverbonden 5o. de veterinairie politie aan de grenzen 6o. de afwatering van Belgisch-Vlaanderen. Het volgend jaar, in 1910, vond te Brussel de derde algemeene vergadering der Neder landsch-Belgische commissie plaats. Het was de laatste. Uit de openings-redevoeringen bleek voldoende de ontgoocheling. De regeeringen van beide landen namen de wenschen, door de commissie uitgedrukt, niet in overweging. De heer Beernaerts en Cooreman waren van oordeel, dat om die reden nieuwe bijeenkomsten als onnuttig achterwege konden blijven. En zoo stierf de Nederlandsch-Belgische com missie. Het zou verkeerd zijn, te meenen, dat al deze besprekingen nutteloos zijn geweest. Zij hebben een buitengewoon gunstigen invloed uitgeoefend op de ontwikkeling van handelsbetrekkingen tusschen beide landen. Het zaken-cijfer steeg in drie jaren met bijna 10 per jaar, en dat niet tegenstaande het feit, dat gedurende de laatste 10 jaren 18981908 de handel tusschen beide landen reeds met ongeveer 60 was toege nomen. De pogingen zijn ook dezen keer wederom uitgegaan van Belgische zijde. Doch om daar uit te besluiten, dat dit nieuwe trachten een Fransche politieke zet zou zijn, is wel al te enggeestig. Zeker, in het verleden waren er tee kenen, dat sommige der vroegere pogingen door Frankrijk werden beïnvloed met politieke ne venbedoelingen. Het was de voorlooper der Vlaamsche nationalisten H. Meert, die zulks 25 jaar geleden reeds als een krachtige waarschu wing verkondigde. Maar het zou in strijd zijn met de historische waarheid, wanneer men alles slechts zou schrijven op rekening van Frank- rijks machts-politiek. Immers, de geschiedenis heeft ons geleerd, dat groote groepen in België verscheidene ma len voor een economische toenadering met Ne derland hebben geijverd, juist op oogenblikken, dat de economische betrekkingen met Frank rijk minder gunstig waren. De eerste pogingen van Frère Orban vonden b.v. haar oorsprong in de moeilijkheden met Frankrijk, aangaande het handelsverdrag. Nadien zien wij de gedachte van een tolunie of vernauwing der betrekkin gen steeds meer opkomen, wanneer de zaken met Frankrijk niet naar wensch gaan. Cate gorisch alles op politieke bedoelingen van den grooten Zuiderbuur schuiven, gelijk de heer Goedhuis op het congres der Nederlandsche Unie deed, getuigt dus op z'n minst genomen van groote eenzijdigheid. De nieuwe pogingen, welke zijn uitgegaan in het bijzonder van de Vlamingen, behoeven en mogen niet verdacht worden gemaakt. Wij ge- looven, dat zij eerlijk zijn en veel meer be oogen een zich losmaken van den Franschen invloed. De Vlamingen hebben sedert den oorlog daar steeds tegen gestreden. Was het niet Minister Vandevijvere, die aan het drijven van een ze kere groep in België naar een Fransch-Belgisch tolverbond, een einde stelde En heeft Minis ter Helleputte z.g. ons in de eerste jaren na den oorlog niet verklaard: het streven voor een tolunie met Frankrijk moeten wij afwijzen, om dat het uiterst gevaarlijk is. Daarentegen kun nen en willen wij werken en krachtig werken voor een economische toenadering met Neder land. De Vlamingen, die deze zaak propageeren, mogen zoo maar niet zonder meer worden zwart gemaakt. Zij vechten voor een eerlijk doel. Of zij zullen slagen, is een andere kwestie. De bezwaren, in het geschiedkundig over zicht opgesomd, blijven nog steeds dezelfde. Wel zijn enkele scherpe kanten wat afgerond, doch de ingewijden zullen met veel verbazing bijvoorbeeld in de „Volksgazet" gelezen heb ben, dat de douanestelsels van beide landen niet meer zooveel verschillen, al zijn de bases totaal anders. Dit is geheel en al onjuist. In Nederland is het stelsel vrijhandel, in België protectionisme. Nederland belast naar de waarde, België naar gewicht en soort met niet minder dan 1200 varianten. Tot welke onmogelijkheden het Belgisch sys teem leidt, diene het volgende Enkele dagen geleden wenschte een onzer kennissen uit Antwerpen, te Bergen-op-Zoom, een tweede hands auto-vrachtwagen te koopen. Men vroeg hem 7000 franken. Toen de man aan het Belgisch douanekantoor ging informeeren betreffende de invoerrechten, kreeg hij ten ant woord: 8 franks per kilo, dat is dus voor den auto 1000 X 8 fr. 8000 franks. De tolrechten waren dus hooger dan de koop som en de zaak werd natuurlijk niet gedaan. Naast deze fundamenteele beletselen zijn er nog groepsbezwaren. Zoo staan de boeren meer daii ooit antipathiek tegenover de gedachte hun vertegenwoordigers in de kamer hebben zich reeds verzet tegen Oslo en ook al doen hoo- ren, dat van een tolunie met Nederland niets kan komen. En zoo is het. In Belgische regeeringskringen is men trou wens ten volle overtuigd, dat een douane-unie thans nog niet tot de mogelijkheid behoort. Zij denkt er niet aan, de propaganda in deze te gaan leiden. Een der groote voormannen van de hui dige regeeringspolitiek verklaarde ons dienaan gaande „Van een tolunie met Nederland kan nog niets komen; daarvoor moeten de stelsels geheel wor den omgewerkt. Is de propaganda verkeerd of nutteloos 7 Ik geloof van niet. De aandacht wordt immers gevestigd op de economische ver houdingen tusschen Nederland en België, waar aan nog tal van verbeteringen kunnen worden aangebracht. Behalve deze douanezaken zijn er nog tal van andere aangelegenheden, waarin Nederland en België door samenwerking en overleg tot be langrijke besluiten zouden kunnen komen. Zoo bijvoorbeeld op het gebied van post-, telegraaf- en telefoon-tarieven, inzake de haven-vraagstuk ken en vele andere. Het werk der Nederlandsch- Belgische commissie van 1907 dient te worden voortgezet." Een prachtfiguur der Nederlandsche industrie. (Van onzen correspondent) Te Parijs is de afgeloopen week het Derde Internationaal congres voor radiologie gehou den onder voorzitterschap van den bekenden radioloog Dr. Antoine Béolère. Er waren verte genwoordigers van 23 verschillende landen. Ook een dertigtal Nederlandsche radiologen hadden zioh naai' Parijs begeven onder leiding van dr. H. A. M. M. Lammere, voorzitter der Ne der!. Radiologen-veireeniging, dir. J. W. F. Henkensfeld Jansen, secretaris en. porof. J. O. Ebbenhorst Tengbergen. Aan de opening van het congres ging vooraf de opening van de tentoonstelling der radio logische instrumenten en toestellen, wier be langrijkheid natuurlijk buitengewoon groot is omdat de medici, die zich.in de Röntgenologie gespecialiseerd hebben, in hooge mate afhan kelijk zijn van de toestellen, die tot hunne be schikking staan. Het congres was in zes secties verdeeld: radiodiagnostiek, Röntgentkérapie en curie-therapie, rr.dlophigiica, radio-bilogie, elec- trologie, en natuurlijtoe en kunstmatige helio- théparie. Uit den aard der zaak is het verhandelde in de verschillende secties slechts bestemd voor deskundigen, De ontzaglijke vooruitgang der radiologie bleek echter eiken dag weer. Van de belangrijk- ste inleidingen dienen vermeld: de voordracht van Prof. Forsell over de sociale bestrijding van kanker, een voordracht, eveneens de kanker behandeling betreffende, van den engelscben specialist Dr. Lynliam, voorts de conferenties van dr. Cole (Amerika), prof. Haenisch, (Duitschland) en prof. Milani (Italië) versdhil- temde takken van de radiotherapie betreffende. Een buitengewoon aantal congressisten heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt'mededee- lingen in de sectievergaderingen te doen, zoo dat de tijd slechts zeer beperkt kou worden toe gemeten. Voor de tentoonstelling van toestellen waren bepaalde dagen gereserveerd, waarop alle an dere congreswerkaaamiheden stil lagen. Zij vond plaats in de ruime hallen van de tentoonstel lingsgebouwen der stad Parijs aan de Porte de Versailles. Alle fabrikanten van toestellen van de heele wereld hadden natuurlijk het groote belang dezer tentoonstelling begrepen, daar de radiologen gewoon zijn op deze tentoonstellin gen de nieuwe constructies en de verbeteringen van de bestaande toestellen te komen bestu- deeren. De tentoonstelling bood dan ook een goed overzdcht van wat op dit gebied wordt ge bod-en, alleen zagen zich enkele Dnitsohe fir ma's op het laatste oogenbllk door de tijdsom standigheden genoopt van deelneming af te zien, terwijl de Engelsche firma's in het geheel niet aan de tentoonstelling meededen, niette genstaande het aantal engelsche geneesheeren, dat aan het congres deelnam zeer belangrijk was. Daarentegen hadden de Amerikanen hun deelneming zeer groot opgezet en men kreeg dan ook een uitstekenden Indruk van de vorde ringen in Amerika op het stuk van de vervaar diging van nieuwe toestellen en het aanpassen hij de nieuwe vindingen. De Amerikanen hebben zelfs hun beste beentje voor gezet om een be langrijk deel van de Europeesche markt te be reiken. Intusseben maakt ook de Nederlandsche industrie een prachtfiguur op deze tentoonstel ling, dank zij de N.V. Philips Gloeilampenfa brieken, die in de radiologenwereld zulk een grooten naam verworven hebben door de in voering van de volledige bescherming tegen de gevaarlijke stralen door de Metalixbuis. Thans bleek, wel, dat alle fabrieken van beteekenis haar voorbeeld volgen, evenwel niet alle met hetzelfde succes. Voor de instrumenten heeft de vinding een nieuw tijdperk geopend waarbij de bescherming niet meer gezocht behoeft te worden in de primitieve logge, om de buizen gemonteerde kasten van lood of van andere de stralen absor beer end e materialen. Het werk dergenen, die zich van de toestellen moeten be dienen is daardoor niet alleen vergemakkelijkt, doch ook is een graad van veiligheid bereikt, als nooit voorheen. Met het draagbare Metallx-toestel had Philips reeds een enorm succes op het congres van Stockholm, drie jaren geleden, waarop het debu teerde, vooral ook om de oogapanningszeker- heid; d.w.z., dat het, hoe wel het met een spanning van 45000 V. werkte, toch tijdens de behandeling zonder gevaar kon worden aan geraakt bij ieder onderdeel. Duitsohers en Amerikanen hebben nu wel de Pbilipsmndingeo toegepast, maar Philips heeft zijn voorsprong behouden en is verder gegaan en heeft de vol- Te Hamburg werd een gedenkteeken ont huld voor de 40.000 inwoners der stad, die gedurende den wereldoorlog sneuvelden. ledige bescherming tegen stralen ©n tegen hoogspanning, ook toegepast op de MetaJix- buizen voor de hoogene en de allerhoogste span ningen. De firma exposeerde nu een buis voor diepte- therapie met hard© Röntgenstralen, waarvoor een spanning van 180.000 volt noodig is. On- noodlig te zeggen dat dit toestel de algemeene aandacht had. De gering© ruimte, die het ge- (hieele Röntgentoestel met in alle richtingen verstelbaar statief en met de geheel© hoog- spannings-generatie inneemt, is afgezien nog van de volmaakt© beveiliging, een groot voor deel bij het gebruik. In het algemeen vereischen de toestellen voor diep te-therapie, met vrij liggende geleiders voor de hoogspanning, bui tengewoon veel plaats, die soms maar moeilijk te verkrijgen is. De demonstratie met de drie modellen voor spanningen van 45000 V, 90.000 V en ISO.OOO V, trokken niet alleen de aandacht van hen, die eventueel zulke toestellen zouden moeten gebruiken, doch niet minder van de constructeurs. En zoo gaf ook thans weer de Philipsstand de richting aan. Philips streeft echter niet alleen naar de vereenvoudiging der toestellen en de hoogere bevelling, de bijna automatische bedoening, de verbetering van de beeld scherpte der Röntgen foto's opent natuurlijk nieuwe wegen voor de Röntgenstralenpractijk en voor het wetenschap pelijk onderzoek. Zeer bijzonder is ook het „Rotalix"-toestei voor momentopnamen van long- en liifurtfofco'e. Dat toestel is Wei- op <J« tentoonstelling een unicum. Geen der andere constructeurs heeft zoo iets kunnen laten zien, en toch maakt ook hunne deelneming den in druk, alsof die prachtige toestellen bet laatste woord op bet punt van vooruitgang hebben ge sproken. Intern. Congres. DRESDEN, 4 Augustus. (WOLFF). Het acht ste internationale congres voor fotografie is gisteren begonnen. Aan het congres is een ten toonstelling van fototoestellen en van de nieuwste resultaten van het wetenschappelijk fotografisch onderzoek verbonden. De bespre kingen zullen tot Zaterdag a.s. voortduren. Vertegenwoordigers van verschillende landen zullen een reeks voordrachten houden. EMIL WARBURG f MUNCHEN, 4 Augustus (H.N.) Op zijn land goed bij Bayreufch is de Nestor van de Dutt- sclie pliysici, Emil Warburg, in den ouderdom van 86 jaar gestorven. Zijn naam is vooral beroemd geworden door zijn leerboek dier expertmenteele physiek, dat in 1893 verscheen en waarvan de 22ste druk nog onlangs van de pers is gekomen. Dazen druk heeft Warburg zelf nog doorgezien. De geabonneerde op „Het Nieuwe Dagblad", „De Nieuwe Dordtsche Courant". „Nieuwe Schiedamsche Courant" of „Nieuwe Zuid- Hollander" zoolang zijn abonnement duurt en dit blad verschijnt, ia verzekerd tegen de geldelijke gevolgen van ongevallen, op de volgende voor waarden: ARTIKEL L Ala verzekerden worden beschouwd alle be talende geabonneerden, die aan de volgende vereiachten voldoen: a. gedurende minstens twee weken ala ge abonneerde in de register» van „Het Nieuwe Dagblad" „Nieuwe Dordtsche Courant", „Nieuwe Schiedamsche Courant" of „Nieuwe Zuid Hollan der" zijn Ingeschreven, met vermelding van naam voornaam, leeftijd, beroep en woonplaats, h. tusschen 16 en 60 jaar oud zijn; c. niet iijden aan ziekten of gebreken, welke voor hen het gevaar voor ongevallen vergroo- ten, en volkomen het gebruik hebben van hunne ledematen en zintuigen. ARTIKEL 2. Onder ongeluk, als In de verzekeringsvoor- waarden bedoeld, wordt verstaan de uitsluitende en rechtstreeksche oorzaak van een Uchamellik letsel (waaronder ook te water geraken verstaan wordt), den verzekerde, onafhankelijk van zijn eigen wil overkomen, en waarvan bet bewijs ge leverd wordt dat zulks door van buiten af toe gebracht geweid werd veroorzaakt, met het ge volg hierna In Artikel 8 aangeduid. ARTIKEL 3. De uitkeerlngen bedragen: 600 GULDEN Indien bet ongeluk (vallende binnen de grenzen van de verzekeringsvoorwaar- den) de eenlge en rechtstreeksche oorzaak ls van den dood van den verzekerden geabonneerde, hetzij onmiddellijk of uiterlijk binnen een maand na den dag, van bet ongeluk. 500 GULDEN, Indien het ongeluk (vallende Hanen de grenzen van da verzekeringsvoorwaar- den) de eenige en rechtstreeksche oorzaak is van de amputatie van twee ledematen, hetzij beide voeten of beide handen, dan wel één voet en één hand. boven den enkel of den pols, of onher stelbaar gezichtsverlies uit beide oogen (totale blindheid), een en ander binnen 360 dagen na den datura van het ongeval. 250 GULDEN, Indien bet ongeluk (vallende oinnen de grenzen der verzekeringsvoorwaarden) de eenlge en rechtstreeksche oorzaak ls van de amputatie van één hand of één voet boven den pols of enkel, of van het onherstelbare gezichts verlies uit één oog (totale blindheid van dat oog), een en ander binnen 360 dagen na den datum van het ongevaL 150 GULDEN Indien het ongeluk (vallende binnen de grenzen der verzekeringsvoorwaarden) de eenlge en rechtstreeksche oorzaak is van de amputatie van BEIDE LEDEN van een duim, binnen 360 dagen na den datum van het ongeval. 75 GULDEN. Indien het ongeluk (vallende oinnen de grenzen der verzekeringsvoorwaarden) de eenlge en rechtstreeksche oorzaak ls van de amputatie van ALLE LEDEN van een wijsvin ger, binnen 360 dagen na den datum van hei ongeval. 50 GULDEN Indien net ongeluk (vallende binnen de grenzen der verzekeringsvoorwaarden) de eenlge en rechtstreeksche oorzaak ls van de amputatie van de TWEE voorste ledematen van ALLE vingers van een hand binnen 860 dagen na het ongevaL 25 GULDEN. Indien bet ongeluk (vallende binnen de grenzen der verzekeringsvoorwaarden) de eenige en rechtstreeksche oorzaak ls van de amputatie van ALLE LEDEN van een anderen vinger, binnen 360 dagen na den datum van het ongevaL Onder bepaling dat, ingeval reeds by het plaats grijpen van het ongeluk de bovengenoem de ledematen van net lichaam mochten worden gescheiden, door snUding, wringing, scheuring, knelling als anderszins, dat verlies met ampu- tatie zal worden gelijkgesteld. Verder onder bepaling, dat bet verlies van vóör bet ongeluk reeds onbruikbare, gebrekkige, verminkte of niet aanwezige ledematen geen aanspraak geeft op, en niet ln aanmerking komt bp uitkeering Heeft het ongeval bet verlies van meerdere vingers aan een band tengevolge, dan gaat de volle te verleenen uitkeering ln geen geval hei bedrag te boven dat voor het verlies van de ge heele hand is vastgesteld. Eén ongeval geeft nimmer recht op meer dan êéne uitkeering. Aan denzelfden abonné zal voor verschillende ongevallen geen hooger bedrag dan 500 kun nen worden uitgekeerd. ARTIKEL 4. De uitkeering Ingeval van overlijden ge schiedt aan de echtgenoote, of by ontstentenis daarvan aan de erfgenamen van den gedooden abonné. Uitkeerlngen wegens verlies van ledematen, vingers of oogen geschieden aan den abonné zeiven. In geval recht op schadevergoeding ontstaat, zal de uitkeering geschieden binnen tien dagen nadat de noodige Inlichtingen verkregen ztjn en het persoonlijk letsel en de oorzaak en het gevolg daarvan bewezen zön ten genoege van de Direc tie van „Het Nieuwe Dagblad", „Nieuwe Dordt sche Courant", „Nieuwe Schiedamsche Courant" of „Nieuwe Zuid-Hollander". Ingeval wegens een en hetzelfde ongeval, dat den dood van meer dan éèn abomné tengevolge heeft, meer dan één aanspraak op uitkeering wordt gemaakt, zijn degenen die tot deze aan spraak gerechtigd zyn, verplicht om zich onmid dellijk te wenden tot de General Accident Fire and Life Assurance Corporation, Limited, kan toor houdende te Amsterdam, zoodra de directie van „Het Nieuwe Dagblad", „Nieuwe Dordtsche Courant". „Nieuwe Schiedamsche Courant" of „nieuwe Zuid-Hollander" hun dit te kennen ge geven heeft. De Directie ls ln dit geval niet verplicht om eenige uitkeering te doen wegens die ongeval len, welker uitkeering als bovenvermeld naar de General Accident Fire and Life Assurance Corporation Ltd. ls verwezen, zoolang laatst genoemde de uitkeering welke zij tegenover de Directie gewaarborgd heeft, niet heeft voldaan ARTIKEL 5. De abonné ls niet verzekerd tegen dood of verlies van ledematen of oogen, direct of Indi rect veroorzaakt: a. door eenige ziekte, kwaal of voorbeschikt- heid van den verzekerde; b. door eene heekundige operatie of door uit putting als gevolg daarvan (tenzij die operatie noodzakeiyk was wegens letsel, waartegen ver zekerd ls): e. door eene bevalling of zwangerschap, ook al mocht de dood verhaast zijn door een ongeluk; d. door zonnesteek, of terwijl de verzekerde onder den Invloed van overprlkkellng of som nambulisme was, of door bedwelmende dranken of krankzinnigheid minder ln staat dan gewoon- iyk om zorg voor zich zeiven te dragen; e. door zelfverminking, zelfmoord of poging daartoe, hetzij willekeurig of niet, onverschil lig of de geabonneerde ai dan niet goed by zin nen was; t, in duel, of gedurende de voorbereiding tot of de deelname aan wedstrijden, of by iucht- vaarttocbten, of by baden, zwemmen of by het ryden met een automobiel, motorrywiel of ge woon rywiel; g. door grove nalatigheid of grove onvoorzich tigheid, of door vechten en aanvallen tegen den persoon van verzekerde, of in buitenlandschen oorlog of blnnenlandsche beroerten; h. Indien de verzekerde op bet oogenbllk dat hem het ongeval trof ln staat van dronken schap verkeerde. De abonné ls echter wel verzekerd tegen ge vallen waarby het ongeluk veroorzaakt werd tengevolge van rechtmatige zelfverdediging, of tot afwending van dreigende gevaren. Onder bepaling, dat Indien een abonné Ie een staat van krankzinnigheid of verstandsver- bystering zal geraken, of zich buiten Europa mocht begeven (behalve Indien hy van eene Europeesche haven naar eene andere Europee sche haven reist ln een schip met vast dek ln tyd van vrede) of indien hy zich ln krygsdienst te land of te water begeeft, en evenzeer indien het verschuldigde abonnementsgeld over den tijdens het ongeval loopenden termyn, aan dengene die met de ontvangst is belast, by eerste aanbieding der kwitantie niet werd voldaan of deze courant ophoudt te verschynen, alsdan deze verzekering voor hem geheel zal vervallen en krachteloos worden. De verzekering eindigt eveneens zoodra de Directie de verzekering opzegt, öf de voorwaar den wyzigrt, öf haar voornemen om niet langer te verzekeren öf op dezelfde wyze te verzekeren, door publicatie ln hare -courant kenbaar maakt: dit heeft echter geen Invloed op uitkeerlngen tengevolge van een ongeval dat dan reeds heeft plaats gehad. Van de verzekering zyn ultdrukkeiyk uitge sloten allen die zich met de bereiding, het ver werken of vervoeren van of proefnemingen mei buskruit, schietkatoen, nitroglycerine, dyna miet, naphta, acetyleengas, of andere licht-ont- plofbare of Ucht-ontvlambare stoffen bezig hou den, of daarby desbewust tegenwoordigzUn. Evenmin geldt deze verzekering voor mynwar- kers, acrobaten, circusryders en dergeiyken. Zeevlsschers, zeevarenden en personeel van den Loodsdienst zijn ln de verzekering begrepen, met dien verstande, dat ongevallen, die verdrin ken tengevolge hebben, zyn uitgesloten. Indien de gevolgen van een ongeluk door ziekelijke omstandigheden, waarin de verze kerde verkeerde op het oogenbllk van het on geval plaats had, vergroot worden, wordt even tueel geen hoogere schadeloosstelling betaald dan die, welke volgens bet oordeel van een door de -Irectle geneeekKndé-e moeter «yn uitgekeerd aan een normaal per soon, door hetzelfde ongeluk getroffen. Gedurende den termyn, waarin de verzekerde tydende is aan de gevolgen van een ongeluk, zal de verzekering ttjdeiyk bulten kracht zyn met betrekking tot elk nieuw ongeluk, dat den verzekerde mocht treffen. ARTIKEL 6. Ingeval een geabonneerde een ongeluk over komt, moeten in alle gevallen alle bijzonder heden daaromtrent en omtrent het bekomen letsel zoo spoedig mogelijk schriftelijk gemeld worden aan de Directie van „Het Nieuwe Dagblad", „Nieuwe Dordtsche Courant", „Nieu we Schiedamsche Courant" of „Nieuwe Zuid-Hol lander" EN INDIEN ZOODANIGE KENNISGE VING NIET BINNEN DRIEMAAL 24 UUR NA HET ONGELUK IS GESCHIED DAN ZULLEN GEEN GELDEN O!' DE VERZEKERING BETAALD WORDEN. Op het couvert duldeiyk te vermelden: „Aangifte van een ongeval". Indien de getroffene zeevarende la, moet de kennisgeving van het overiyden geschieden binnen drie dagen na het bekend worden van het ongeluk aan de belanghebbenden. Zoo spoedig mogelijk na het ongeluk moet de hulp van een bevoegd geneeskundige wor den Ingeroepen, en de verzekerde is gehouden onder geneeskundige behandeling te blijven en de voorschriften van den geneesheer onafge broken op te volgen, totdat het volkomen her steld ia In leder geval moet een geneesheer toege staan worden den verwonde te onderzoeken, wanneer en zoo dikwijls zulks biliykerwüze ge- elscht kan worden en de directie beeft even eens vrqheid om zoodanige genees- en heel kundige hulp te verstrekken als zy noodig acht. En elk bewijs hetwelk de Directie van tyd tot tyd zou kunnen eischen betreffende eenig ongeluk of verwonding op grond waarvan een elsch werd Ingesteld, zal haar zoo spoedig rao- geiyk nadat hiertoe het schrlfteiyk verzoek gedaan werd, worden gegeven. Ingeval van eenlg ongeluk met doodeiyken afloop moet hiervan aan de Directie van „Het Nieuwe Dagblad". „Nieuwe Dordtsche Courant" „Nieuwe Schiedamsche Courant" of „Nieuwe Zuid-Hollander" schrifteiyk worden kennis gege ven. onmiddellijk nadat het ongeluk aan belanghebbenden bekend zal zyn geworden. Het niet nakomen van een of meerdere der ln dit artikel genoemde verplichtingen, zal elke aanspraak op uitkeering voor belanghebbenden verloren doen gaan. Alleen na overlegging van net nauwkeurig Aaar fe£zn an den behandelenden geneesheer ingevulde aanvrage-formulier tot uitkeering, en Ingeval van overlijden, van de doodakte, kan de belanghebbende aanspraak maken op de behandeling zyner vordering. De overge legde stukken biyven het eigendom der Directie- De kosten der geëischte verklaringen komen ten laste van dengene, die de uitkeering aan vraagt. Alle bedragen, die krachtens deze verzekering verschuldigd zijn. zullen betaalbaar ztjn ten kantore van „Het Nieuwe Dagblad". „Nieuwe Dordtsche Courant", „Nieuwe Schiedamsche Courant" of „Nieuwe Zuid Hollander" slechts na ontvangst van eene door den rechthebbende grteekende quitantie. Van geen som, die verschuldigd ls zal Interest betaald worden, ook niet ln gevallen, waarin die anders volgens de wet verschuldigd zou zyn; terwyi de aansprakelijkheid voor uitbetaling van eenlg bedrag ophoudt, wanneer bet niet binnen een maand, nadat het ia toegestaan geworden, is ingevorderd. ARTIKEL T. Alle geschillen uit de verzekeringsvoorwaar den voortvloeiende, zullen beslist worden lnor een onpartijdig, en by gemeen overleg aan te wyzen scheidsman, dan wel door drie scheids lieden waarvan door elk der partyen een >ian te wyzen, welke twee scheidslieden gezameri.dk er.: derden tot hun voorzitter kiezen. BU weigering of bit gebreke van overe- a- stemmlng geschiedt de benoeming der scheids lieden door den bevoegden rechter te Rotterdam, Belde partiien zullen ln handen van den scheids man of van den voorzitter der scheidslieden, een bedrag van t 1 "0. resp. f 200 storten, om daar uit de kosten van de procedure te kunnen vol doen. Partyen zl1n aan de uitspraak van den scheids man of der scheidslieden onderworpen als aan een uitspraak ln het hoogste ressort De kosten worden geheel gedragen door de party die ln het ongelijk wordt gesteld. ARTIKEL S. 1 Het ontvangbewys van den verzekerde of van de erfgenamen van den verzekerde zal ln leder geval volledige kwytlng tengevolge hebben. Met het oog op de vaststelling der Identiteit van den verzekerde 'moet deze by elke veran- detng van woonplaats, beroep of naam, betzij door huwelijk of anderszins daarvan ten spoe digste opgave doen voor het aanbrengen van wyzigingen in de registers van „Het Nieuw* Dagblad", „Nieuwe Dordtsche Coufant" „Nieuwe Schiedamsche Courant" of Nieuwe Zuid-Hoi» lander'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 10