STALIN'S REDE ONDER DE L0UPE GENOMEN II Steeds donkerder pessimisme Van communisme tot staatssocialisme jl II Zou het waar zijn? Hoofdpijn en bij Kiespijn „Men heeft het ons onmogelijk gemaakt" ZATERDAG 15 AUGUSTUS 1931 EEN FELLE CRITIEK OP HET WERK VAN REGEERING EN CORTES. IS SPANJE KATHOLIEK DE BüLOWPLATZ-BANDIETEN. Nieuwe moordplannen. COMMUNISTEN PROPAGANDA. ERNSTIGE INCIDENTEN TE VERONA. Tussehen infanterie en fascisten militie. HET FRANSCHE BEZOEK AAN BERLIJN. REGULARISEERING VAN DE PO. Laval stelt zich in verbinding met Briand. HOOGVERRAAD-PROCES TEGEN WOLDEMARAS. Wat hem ten laste wordt gelegd. Mijnhardt's Poeders Gandhi over het besluit van het congres. OPHEFFING VAN COMMUNISTISCHEN LEERGANG. BLANK TEGEN BRUIN AAN DEN LYNCH-DOOD ONTSNAPT. DE „NAUTILUS"-POOLTOCHT. GROOTE OVERSTROOMINGEN IN MEXICO. Zestien dorpen onder water. EXPLOSIE IN EEN WOONHUIS. III. STALINS REDE. (TWEEDE DEEL). HET EINDE VAN ANDREE. Een niemve verklaring der feiten. DE TREINAANSLAG BIJ JUETERBOG. Het voortgezet onderzoek. D-TREIN BAZEL-BERLIJN BESCHOTEN. DE OPSTAND OP CUBA. De rebellen handhaven zich. H In breede Spaansche kringen valt in den laatsten tijd een groote ontstemming waar te nemen over de traagheid, waarmede zoowel de regeering als de cortes de hangende politieke en sociale kwesties oplossen. Dat deze ontstem- miing niet alleen in linksche maar ook in rech-t sche kringen heerscht, blijkt wel ui', een arti kel in „El Mati" van 11 Augustus j.l. onder den kop „geheel en al uit den koers gedreven". Aan dit artikel ontüeenen wij het volgende: Waarlijk zij, die belang hebben bij den "onder gang van het politieke regiem, kunnen zich thans langzamerhand wel voldaan gevoelen, daar het geen twijfel lijdt, of een regiem, waardoor de ondergang van het land met den dag wordt verhaast, is een instelling, die vroeg of laat maar in ieder geval onverbiddelijk ten doode gedoemd is. Eenieder heeft zich hiervan al wel voldoende rekening gegeven, behalve de regeerdng en de cortes, die dit feitelijk toch het eerste hadden moeten inzien. De wankele politieke toestand, de stakingen, de onveiligheid in alle takken van het econo misch en sociale leven, zijn voor ons land, zoo- als ZÜ dit overigens overal zouden zijn, fac toren van groote ontreddering en ellende. Met deze factoren kan men alle denkbare cata- strophen veroorzaken maar nooit een republiek consolideerem Hoe deze toestand in het buitenland wordt beoordeeld, blijkt wel uit de appreciatie van de waaTde van ons geld. Zelfs in den tijd van onze groote koloniale rampen is de peseta niet zoo in waarde gedaald. Hebben wij ooit kun nen denken, dat een eenvoudige wisseling van regeeringsvorm voor Spanje zoo'n geweldige catastrophe zou beteekenen? Wij weten, dat de economische toestand van een land in wezen niets heeft uit te staan met een bepaalden regeeringsvorm. In dit geval echter hebben zij, die de Spaansche republiek regeeren, blijk gegeven van zoo'n groot gebrek aan politdeken zin en van zoo'n bijkans meelij wekkende onbekwaamheid, dat zij in den kor ten tijd, dat zij aan het bewind zijn, werkelijk meer dan genoeg gedaan hebben, om het ver trouwen van de nationale en internationale publieke opinie te verliezen. Eén hoop bleef ons nog over: de consti- tueerende cortes. Zij zouden, zoo dachten wij althans, terstond den chaos, waardoor het land bedreigd wordt, kunnen verhelpen, zij zouden zich weten te verheffen boven alle passies en boven alle sectarisme en zich uit liefde voor het vaderland beijveren, om Spanje in den kortst mogelijken tijd een constitutie te geven, die alle tweedracht onder de burgers zou weg nemen en den grootsten waarborg zou bieden voor den socialen vrede en rechtvaardigheid in alle geledingen van het openbare leven. Wij hebben echter moeten constateeren en de indrukken der laatste weken hebben dit helaas bevestigd dat het parlement dezen weg niet is gegaan. Integendeel, alles doet voorzien, dat de cortes zich in heftige en einde- looze debatten zullen verliezen, tengevolge waarvan de vorming van een nieuwe regeerdng, die meer vertrouwen verdient dan de tegen woordige, voor onbepaalden tijd zal worden uitgesteld en de onrust, die er thans in het land heerscht, zal blijven bestaan en veeleer nog zal toenemen. Zooals vanzelf spreekt, kan een dergelijke toestand den algeheelen ondergang van ons economisch leven niet anders dan verhaasten. En aldus de regeering hoore het en de cortes mogen het niet vergeten werkt men alleen in het voordeel van de vijanden der- republiek, vooral van die vijanden, die dage lijks krachtiger pogingen aanwenden, om een catastrophale Ineenstorting van onze maat schappij te verwezenlijken. Niemand zal het kunnen ontkennen, dat zij de eenigsten zijn, die van het tegenwoordige republdkeinsche regiem profiteeren, om hun doel te bereiken. Zoo Is bet ook verklaarbaar, dat zoowel in Spanje als In bet buitenland een steeds don kerder pessimisme baan breekt niet alleen over het behoud en de consolideering van dit regiem maar ook en vooral over Spanje's toekomst. In „El Mati" van 11 Augustus j.l. troffen wij een uitvoerig artikel aan van den Spaan- sohen abbé Carles Cardo, waarin een nauw keurig antwoord op deze vraag wordt gegeven. Aan dit artikel ontleenen wij het volgende. Een oppervlakkig toeschouwer zou van ons land den indruk krijgen, dat het Katholicisme er is gereduceerd tot een zeer geringe minder, heid, die thans nog geduld wordt, morgen ech ter zal worden vervolgd en later geheel zal worden geëlimineerd, zonder dat zij verder nog eenige kracht heeft, om weerstand te kunnen bieden. Het Katholicisme heeft in ons land wortels in ieder hart, die soms leven, soms dood zijn Men begrijpt echter wel, dat de doode harten op ieder oogenblik kunnen herleven. Onder hen, die levende wortels van godsdienstig le ven in hunne harten dragen, zijn er, die de plant verstikken, die er uit wil opbloeien; anderen laten haar ontkiemen en bloeien temid den van moeilijkheden en verzet, weer anderen schenken haar al den steun van hun goeden wil, opdat zij niet door onkruid verstikt worde en vruchten voorbrengen van godsvrucht, zedig heid en offervaardigheid. Deze laatsten echter zijn een kleine minderheid. He Politieke strijd, die sinds dertig jaar in dit land gevoerd wordt, heeft zich ontwikkeld naast alle godsdienstige belangen en ons volk, dat de gevolgen van den politieken strijd voor den godsdienst niet weet te onderscheiden, reageert niet voldoende op den oproep, om zijn geloof, <3at bedreigd wordt, te verdedigen. Voeg hierbij nog het gloeiend patriottisme, het messianisme, de bedwelming door niet te ver wezenlijken beloften, en ge zult althans een gedeeltelijke verklaring voor dit verschijnsel vinden. Wij moeten ons echter ook hier hoeden voor illusies. De Baskische provincies en Navarre leveren ons het bewijs, dat, wanneer een volk diep en vurig Katholiek is, het vurigste pa triottisme en welke offieieele dwangmaatre gelen dan ook niet in staat zijn, het geweten van een volk te misvormen en het te doen stemmen tegen datgene, waarin het in nor male tijden geloofde. He vurige Katholieken zijn in ons land trots alles nog talrijker dan men denkt en qualltatief vormen zij de geestelijke élite van ons volk. De Katholieken, wier godsdienstig leven verslapt is, zijn zeer talrijk en zij, wier geloof dood is, vormen wellicht de meerder heid. Alle Spanjaarden echter hebben in hun ideeën en in hun moreele leven een Katholie ken inslag en ondergaan nog steeds den wel- dadigen invloed van het Katholicisme. EEN BRIEF MET REVOLVERPATROON BERLIJN, 14 Augustus. (W.B.) De opper wachtmeester van politie, Willig, die bij de onlusten op den Bülowplatz door een revolver schot werd gewond en zich thans in toet staats- ziekenhuis bevindt, heeft, naar de „Berliner Lokalanzeiger" meldt, een dreigbrief ontvan gen, waarin het toeet: „'Het is bewezen, dat kaliber 6.35 voor jou niet voldoende is. Als je eruit kount, zulilen we je met 9 millimeter ontvangen! Bijgaand een memster". Bij dien brief was een revolverpatroon van negen millimeter gevoegd. De chef van politiedistrict 62 in de Pappel- Allee, Sötomedes, heeft eveneens van communis tische zijde een dreigbrief ontvangen. Op de gisteren in AVeissensee gearresteerde zeven communisten heeft men aanteekeningen gevonden, die een volledig plan tot vermoor ding van luitenant Baker bevatten. Volgens deze aanteekeningen wilde men den officier naar een bepaalde plaats lokken, waar hij neergeschoten zon worden. De politie 'heeift bovendien verschillende ar restaties gedaan, welke met de communistische woorden op den Bülowplatz in het nauwste ver band staan. Onder de gearresteerden bevindt zich ook een man, blijkbaar een Rus, die er sterk van wordt verdacht, de organisator te zijn van de schietpartijen op de politie. Deze man werd gisteren in een van de buitenwijken van het Noorden der stad opgespoord en ge arresteerd. Een nader Wolff-telegram meldt, dat van de in verhand met het onderzoek naar den moord op den Bülowplatz gearresteerde communisten er vier sterk van verdacht worden, deel te heb ben genomen aan den moord op de politiebe ambten. Het onderzoek wordt voortgezet om de ver denking tegen deze vier, die de daad hardnek kig loochenen, met 'bewijzen te staven. Door kasteelbezitter en zoons. Bij het onderzoek van materiaal, zoo wordt uit AVeenen gemeld, dat bij een indertijd ver moorden oommnnistischen agent Semmelmann werd gevonden, kwam mem op het spoor van een zekeren Dr. Broder, den bezitter van een kasteel bij Linnitz in Stiermarken. Een daar verrichtte huiszoeking bracht een groote hoeveelheid communistisch propaganda materiaal voor den dag. Zijn beide zoons, waar van de oudste te Berlijn studeert, zijn bij deze zaak betrokken. De oudste zoon erkent lid te zijn van de KPD en met Semmelmann in briefwisseling te heb ben gestaan. De jongste zoon schijnt als fcus- schenipersoon te hebben opgetreden. De politie houdt een wakend oog op het slot. Er hebben geen arrestaties plaats gehad. De Berlijnsche politie is van het onderzoek op de hoogte gesteld. De naam Broder is slechts een schuilnaam van den kasteelbezitter. De politie heeft zijn juisten naam nog niet me degedeeld. PARIJS, 1 4Augustus (H.N.) Het te Parijs verschijnende anti-fascistische blad „Italia" maakt melding van ernstige incidenten, die eenigen tijd geleden in Verona hebben plaats gehad ,doch waarvan in de Italiaansche bla den geen melding is gemaakt, terwijl aan de buitenlandisöhe journalisten dringend is ver zocht, hierover niets te pubMceeren. Een soldaat van het te Verona in garnizoen liggende infanterie-regiment had een officier van de militie op straat niet gesalueerd. De miilitie-officier hield den soldaat staande, die beweerde, dat hij den officier niet gezien had, waarop de officier hem In het gezicht sloeg met de woorden: „Dat zal jou en je kameraden lee- ren, om de officieren van de militie te zien en te groeten". Toevallig passeerde juist een kapitein van het regiment, waartoe de soldaat behoorde, die, verontwaardigd over het schouwspel, de opmerking uitte, dat dit niet de manier was om militairen te behandelen De militie-officier antwoordde daarop, dat hij geen opmerkingen verwachtte en dat hij bereid was, den kapitein op dezelfde wijze te behandelen. Inderdaad hief de militie-officier de 'hand op en sloeg den kapitein in het gezicht. Deze trok daarop zijn revolver en vuurde, met het gevolg, dat de zwiarthemd, door twee kogels getroffen, neerviel. Een uur later begonnen groepen van de fas cistische militie door de stad te trekken, waar bij zij alle infanterie-officieren en soldaten, die z4] ontmoetten, smadelijk bejegenden^ De infanterie, door de bevolking aangemoe digd, wist echter de militie naar haar kazerne terug te drijven. Des avonds ondernamen de fascisten echter onder leiding van hun officieren een groote straf-expeddtie. Met geweren gewapend trokken eij naar de St. Zeno-kazerne, waar het infan terie-regiment is ondergebracht, en begonnen daar te schieten. De soldaten in de kazerne beantwoordden het vuur en stelden zelfs machinegeweren op, toen de fascisten de poort van de kazerne trachten de rammeien om binnen te dringen. Eerst toen de machinegeweren begonnen te werken, sloegen de aanvallers op de vlucht De Italiaansche regeering is voornemens, om ter bestrijding van de werkloosheid in den a.s. winter den middenloop van de Po te laten re- gulariseeren. Daardoor zal het oude plan om een scheep vaartverbinding te scheppen tussehen het in dustriegebied van Milaan en de Adriatische Zee een stap nader tot de verwezenlijking wor den gebracht. PARIJS, 14 Augustus. (V.D.) De „Petit Pa- risien" meent te weten, dat minister-president Laval zich heden in verbinding zal stellen met den minister van buitenlandisöhe zaked, Briand, die zijn vacantie op zijn landgoed doorbrengt, naar aanleiding van de gezamen lijk te maken reis naar Berlijn, waarna Laval den Diuitschen ambassadeur te Parijs, von Hoesoh, het offieieele antwoord op de Duitsche uitnoodigin.g zal geven. Op 25 Augustus zullen de Fransche minis ters des avonds uit Parijs vertrekken om den 26sten te Berlijn te arriveeren, vanwaar zij op 28 Augustus weer naar Parijs terugkeeren. Het bezoek aan Berlijn zal niet langer kun nen duren, omdat onmiddellijk daarna de zit ting van den volkenbondsraad te Genèra be gint. De „Petit Parisien" voegt eraan toe, dat de Fransche ministers te Berlijn zullen worden ontvangen door den Franschen ambassadeur, de Margerie, die dan nog niet officieel zil zijn afgetreden. Op 17 Augustus a.s. zal prof. AVoldemaras, de vroegere dictator van Litauen tezamen met 23 aanhangers, voor den krijgsraad terecht staan wegens hoogverraad. In de aanklacht worden AVoldemaras en zijn rr.edebeklaagden ervan beschuldigd, te hebben behoord tot een geheim verbond, dat ten doel had, door een gewapenden opstand de regeering ten val te brengen. De revolutie zou midden Juli 1930 door het garnizoen van Kowno wor den aangevangen. Tegelijker zou de staatspre sident Smetona op een feest in de Litausche badplaats aan de Oostzee, Polangen, door offi cieren van het garnizoen uit Memel worden ge vangen genomen. Aan de officieren van het garnizoen te Schau- len was de taak toegedacht, AVoldemaras uit zijn verbanningsoord Platellen, waar bij na den val van zijn regeering, door de nieuwe regee ring gevangen gehouden werd, te bevrijden en naar Polangen te brengen. Hier zou de staats president met geweld gedwongen worden, AVol demaras de vorming van een nieuwe regeering op te dragen. Deze plannen kwamen ter kennis van de geheime Litausche politie, die den ^staatspre sident waarschuwde, zoodat deze zijn deelne ming aan de feestelijkheden te Polangen af zegde. Tegelijkertijd greep de regeering in en nam de helpers van AValdemaras gevangen. Verder wordt AVoldemaras beschuldigd, orga nisator te zijn van verschillende aanslagen, in bet bijzonder den aanslag op den chef der ge heime politie Rusteika, waarbij deze zwaar gewond werd. Het proces, dat eenige weken zal duren, zal met gesloten deuren plaats hebben. Prof. AVoldemaras kwam, zooals bekend, na de militaire putsch ln December 1926 aan het noofd der Litausche regeering. In September 1929 werd hij toen, nadat er onoverkomelijke moeilijkheden in zijn kabinet waren gerezen, door zijn eigen partij ten val gebracht. Daar AVoldemaras na zijn val een levendige propaganda tegen de nieuwe regeering ont wikkelde, werd hij in Juli 1930 gearresteerd, en naar het landgoed Platellen in de nabijheid van de Li'tausctoe-Memelsche grens verbannen. Hier heeft bij de plannen voor een omwente ling uitgewerkt. Volgens het strafreolitlboek van Litauen kan aan AVoldemaras en zijn medebeklaagden in dit proces de doodstraf worden opgelegd Doos 45 ct. BU Uw Drogist. Reel. 42-24 DG VS 8 ONDERDRUKKENDE MAATREGELEN LONDEN, 14 Augustus. (V. D.) Na de zit ting van het werkcomité van het Al-Indisch nationaal congres, waarin besloten werd, dat het congres zich niet zal laten vertegenwoor digen bij de tweede Ronde Tafel-conferentie en dat derhalve Gandhi niet naar Londen zal gaan, verklaarde Gandhi: „Ik behoef nauwe lijks te zeggen, dat het een groote slag is, dat. ik niet naar Londen zal gaan. Ik weet wat het beteekent voor Lord Irwin en ik weet ook, dat het een groote teleurstelling is voor mijn vele Engelsohe vrienden. Maar men heeft het ons onmogelijk gemaakt en deze beslissing was onvermijdelijk. SIMLA, 14 Augustus (R.O.) De inhoud van de correspondentie, gevoerd tussehen den on der-koning en Gandhi, is gepubliceerd. De mahatma zegt o.a. dat de onderkoning of zijn ondergeschikte, niet alleen dwingende, doOh zelfs onderdrukkende maatregelen ten opzichte van de arme dorpsbewoners neemt, welke hen om zoo te zeggen pressen te be talen. In een stad aan het Miehiganmeer is het bot een botsing gekomen tussehen de politie en de bevolking, die drie negers wilde lynchen, die vier schooljongens vermoord hadden. Toen het bericht van den moord in de stad hekend werd, kwam een groote menigte voor de gevangenis bijeen, waar de dirie negers op gesloten waren. Slechts door geweld van wapenen gelukte het de politie, de negers voor het hun toege dachte lot te bewaren en ze voor de rechtbank te begeleiden, die hen, nadat zij den moord bekend hadden, tot levenslange gevangenis straf veroordeelde. De doodstraf is in dezen staat opgeheven. Zonder RECLAME geen omzet, geen winst; de DRUKINKT is do kracht van 't huidige zakenleven Verdenking van hoogverraad. Door de afdeeling Groot Thüringen van de K.P.D. is van 9 tot 15 Augustus in de Jeugd herberg te Pfingsterbergen een cursus georga niseerd ter vorming van propagandisten. Aangezien verdenking gerezen was, dat de strafwet werd overtreden, is het gebouw door de politie doorzocht en allen aanwezigen een verhoor afgenomen. De leeraar en de deelnemers, totaal 42 per sonen, hebben proces verbaal tegen zich zien opmaken wegens ernstige verdenking van voor bereiding van hoogverraad. De voortzetting van den cursus is door de politie verboden. OSLO, 14 Augustus. (AV.B.) Een uit Spits bergen terugkeerende walvischvaarder heeft radiotelegrafisch medegedeeld, dat kapitein Wilkins met zijn duikboot „Nautilus" het Be- renedland bij zware zee in snelle vaart is ge passeerd. Alles is wel aan boord. NEW-YORK, 14 Augustus. (H.N.) Uit Mexico worden groote overstroomingen gemeld. Zes tien dorpen staan geheel onder water, Tot nu toe zijn twintig lijken geborgen, doch men vreest, dat het aantal slechtoffers nog zal stijgen. De meeste bewoners van hgt over stroomde gebied hebben zich op heuvels kun nen redden, doch thans begint zich het ge brek aan levensmiddelen te doen gevoelen. Tot nu toe vijf dooden en elf gewonden. HET REDDINGSWERK IN VOLLEN GANf PARIJS, 14 Augustus. (V.D.) In het plaatsje Viiieurbanne, ongeveer 5 K.M. ten Oosten van Lyon, is in den afgeloopen nacht een woonhuis ingestort tengevolge van een explo sie, waarvan de oovzaak nog niet kon worden vastgesteld. Het ingestorte huis werd voornamelijk be woond door Algerijnen en Spanjaarden, die in het algemeen allen zeer veel kinderen hadden. De politie te Lyon deelde hedenmorgen mede, dat tegen zeven uur vanmorgen in to taal vijf dooden en elf zwaar gewonden uit de puintooopen konden wonden geborgen. Men vermoedt, dat nog ongeveer twintig personen onder het puin bedolven liggen. Het reddingswerk wordt in koortsachtig tempo voortgezet. Het ongeluk geschiedde tegen twee uur in den afgeloopen nacht. De bevolking van het voorstadje werd toen door een hevige explosie uit den slaap gewekt. Politie en brandweer verschenen reeds korten tijd later ter plaatse. Uit de puintooopen van het ingestorte huis hoorde men het steunen en jammeren van de slachtoffers, die in bed door toet ongeluk werden verrast. Bij toet licht van schijnwerpers werd met het reddingswerk onmiddellijk een aanvang ge maakt. De technische leiding der bedrijven. Ook op dit gebied constateert Stalin een overweldigend tekort. Vroeger lag het zwaarte punt der Russische industrie in de Oekraine met hare kolenmijnen en staalfabrieken. Im mers van de Oekraine uit werden al onze nijverheidscentra, zoowel in het Zuiden als te Moskou en te Leningrad, van steenkool en metaal voorzien. En bij de betrekkelijk trage ontwikkeling van deze centra konden wij vol staan met het minimum aan technische krach ten, dat destijds tot onze beschikking stond. Maar thans is de toestand geheel gewijzigd. Bij het huidige ontwikkelingstempo is het niet meer doenlijk alleen te steunen op de kolen- en staai-productie der Oekraine. Wij worden gedwongen in het Oeralgebied en het Koes- netzki-bekken nieuwe sleutelindustrieën te scheppen. Maar wij moeten nog verder gaan. Ook in Siberië, in Kasakstan en Turkestan moeten wij nieuwe nijverheidscentra vestigen. En ten slotte moeten wij ons spoorwegnet in al deze streken uitbreiden, in het belang niet alleen van de randstaten, maar van de toeele Sovjet-unie. Daaruit volgt, dat de oude bronnen, waaruit de technische krachten tot dusverre werden geput, niet meer voldoende zijn, en dat een net van nieuwe bronnen moet worden ver spreid over heel het land. AVant als we het program der industrialisa tie van de Sovjet-unie willen uitvoeren, dan moeten we het huidige aantal ingenieurs en technici niet slechts verdubbelen, maar ver vier- en vijfvoudigen. Intusschen kunnen we niet alle technische krachten gebruiken, slechts dezulke kunnen ons van dienst zijn, die de politiek der arbei dersklasse huldigen. Dit beteekent, dat uit de arbeidersklasse zelf de leidende krachten moeten voortkomen. AVant nooit is een klasse erin geslaagd de heerschap, pij te voeren en te behouden zonder een in- tellectueele élite. Gij weet, kameraden, dat wij bezig zijn deze élite te vormen. Reeds studee- ren tienduizenden jonge arbeiders en land- bouwers aan onze hoogescholen, en reeds heb ben duizenden hunner als ingenieur! hun in trede gedaan in het bedrijfsleven. Maar dit is niet voldoende. Ook rit de er varen vakarbeiders dienen wij eei élite te vormen, welke te zamen met onzi partijge- nooten, die den ingenieursgraad hebben be haald, leiding zal kunnen geven aan de massa, ten einde een regelmatige stijging der pro ductie te waarborgen. Om dit doel te bereiken moeten vij, zonder kosten te schuwen, het initiatief de: vakarbei ders prikkelen, hun passende arbekkvoorwaar- den verzekeren ein hen in de gelegenheid stel len zich verder te ontwikkelen. Onder deze bekwame werklieder zijn vele partijloozen. Maar dit mag geen reden zijn om hen terug te dringen en onbekvame partij- genooten met de technische leiding der bedrij ven te belasten. AVant niets ware dommer en me»r reaction- nair dan zulk een averechtsche „poïtiek". Een verstandige staatkunde zal zich no'U ten doel stellen van onze partij een geslot«n kaste te maken. Integendeel, zij zal er seeds naar streven tussehen onze partijgenoten en de partyiooze arbeiders een sfeer v»n weder- zijdsch vertrouwen te scheppen. Ei alleen in dien en voor zoover onze partij ee' onbekrom pen politiek voert, kan zij groeien n macht en aanzien. Zöö alleen kan zij haar <l<el bereiken: het vormen eener eigen élite uit en door de arbeidersklasse. De elite van het oude r'gime. Tot vöör korten tijd was deze élite nog be hept met de kwaal der sabotage, die zelfs tot een soort mode was geworden. Eenigen saboteerden metterdiad, anderen poogden de saboteurs te dekken of hun han den in onschuld te wasschen, tervijl nog ande ren weifelden tussehen den dietot der Sovjet republiek en dien van haar vijaiden. De verscherping van den klas.estrijd, de op- marsch der Sovjetmacht tegen ïe kapitalisti sche elementen in stad en land.de tegenstand dezer elementen en de moeilijkleden, die bij de oprichting der kolchozen en sovkozen wer den ondervonden, dit alles wercte de stelsel matige tegenwerking der vroegre élite in de hand. En de vijandige stemming wtfd gaande ge houden door de beuzelpraatjes der Trotskis ten en Mensjewiki, die overal rondstrooiden, dat uit de kolchozen en sovkozen niets goeds kon groeien, dat de sovjet-regeering weldra zou worden omgeworpen, dat de bolsjewiki door hun domme politiek de buitenlandsche inter ventie uitlokten, enz. enz. enz. Tegenover deze verkapte of openlijke vij andschap was voor de sovjets geen andere politiek mogelijk dan de vernietiging der sabo teurs en de onderdrukking van hun mede plichtigen. Thans is evenwei in dezen toestand een al geheel® verandering ingetreden. Thans hebben wij de kapitalistische elementen in stad en land vernietigd en de moeilijkheden op agra risch gebied overwonnen. Onze graanuitvoer is zelfs zóó gestegen, dat er sinds de Revolutie (1917) nooit méér koren is uitgevoerd dan thans. En dit glansrijk suc ces is vooral te danken aan de kolchozen en de sovkozen, die alom hun zegenrijke werking doen gevoelen. Ook van de buitenlandsche interventie, waar mee zes jaar lang werd geschermd, is niets te rechtgekomen. En zoo mogen wij constateeren, dat onze bourgeoisie, ondanks haar veelgepre zen „intellect", zich leelijk bij den neus heeft laten nemen. Natuurlijk heeft deze verijdeling van alle ge wekte verwachtingen haar uitwerking op de beste onzer burgerlijke technici niet gemist. En zoo nemen wij in den laatsten tijd dnidelyke teekenen waar van een ommekeer bij deze ele menten, die vroeger met de saboteurs sympa thiseerden, maar zich thans meer e,n meer tot die sovjets wenden. Dit beteekent niet, dat er geen tegenwerking meer bestaat. Integendeel, zoolang de ons omringende wereld kapitalistisch gezind blijft, zal er ook ten onzent steeds een vijandige minderheid blijven. Maar haar aantal is sterk geslonken en zal nog verder slinken, mits onzerzijds een tegemoetkomende houding wordt aangenomen, mits wij een politiek van verzoening en bevrediging volgen. AVij moeten de vaklieden en ingenieurs der oude school niet langer als los'loopende misda digers beschouwen, maar ons toegankelijk too- nen voor hun noodien en behoeften; wij moeten hun een levensdoel verschaffen en een passen den werkkring geven in onze grootbedrijven. De comraercieele bedrijfsleiding. Als laatste der zes punten behandelde Sta lin de kapitaalvorming ten dienste deT nijver heid in verband met de versnelling van het productie-tempo. Ronduit gaf hy toe, dat de vroegere bron nen van kapitaal-voorziening beginnen op te drogen, en dat er dus nieuwe zullen moeten aangeboord, om het ontwikkeldngstempo vol te toonden en zoo mogelijk hooger op te voeren. Nooit, zoo zeide hij, is het in kapitalistische ■landen gelukt de nijverheid vooruit te bren gen, zonder hulp uit het buitenland, in den vorm van crediieten en leeningen op langen ter mijn. Juist daarom hebben de kapitalisten van West-Europa ons alle crediet en elke leening geweigerd, wijl zij meenden, dat dit gemis onze Industrialisatie zou verhinderen. Hiermede hebben zij zich vergist. Wij zijn in staat geweest dozijnen millïarden roebels in onze industrie te steken. Deze miüliarden kwamen voort uit de opbrengst van de be staande fabrieken, van den landbouw en van de belastingen. Maar op het oogenblik schieten deze drie bronnen van inkomsten tekort, omdat thans niet meer de reorganisatie der oude, maar de organisatie van een geheel nieuwe nijverheid op het program staat: in den Oeral, in Siberië, in Kassakstan en Turkestan. Bovendien valt het niet te ontkennen, dat ten gevolge van een economische werkwijze de grondslagen van de commercieele bedrijfslei ding in tal van ondernemingen worden onder mijnd. Sinds lang heeft men in deze bedrijven op gehouden te rekenen de productiekosten uit te cijferen en een sluitende balans van inkomsten en uitgaven op te maken. Het is een feit dat de leiders van deze bedrijven de begrippen: zuinigheid, beperking der improductieve uit gaven, rationalisatie der productie enz. enz. sinds lang over boord hebben geworpen. Blijkbaar rekenen zij erop, dat de Staats bank hun onverantwoordelijke spilzucht zal blijven dekken. Het is een feit, dat in een reeks bedrijven ondank® de voorschriften, de productiekosten stijgen in plaats van dalen. Als men weet, dat ieder uitgespaard pro cent, over heel onze industrie berekend, een bezuiniging beteekent van 150 a 200 millioen roebels, dan begrijpt men, dat iedere ver meerdering der nnttelooze kosten den Staat op een verlies van honderden mill'ioenen te staan komt. Het spreekt vanzelf, dat zoodoende de drie normale bronnen van inkomsten tekortschie ten. Want geen van drieën zijn ze onbeperkt. Integendeel, de landbouw vergt in zijn huidig ontwikkelingsstadium nog steeds steun van regeeringswege. Alleen de grootindustrie kan in deze om standigheden het tekort aanvullen. Daarom moet zij met a.l hare takken, maar speciaal met den machinebouw tot de kapitaalvorming bijdragen. Zij moet overschotten leveren, in stedie van verliezen: ddar ligt de oplossing. En daarom moet het uit zijn met alle slor digheid en alle spilzucht: daarom moet een doeltreffende boekhouding worden ingevoerd in al onze bedrijven, daarom moet worden aan gestuurd op een stelselmatige verminde ring der productiekosten, zoodat voortaan alle nijverheidstakken zonder uitzondering tot de kapitaalvorming zullen bijdragen. Mr. L. S. HEBBEN ZIJ EEN VISIOEN GEHAD? STOCKHOLM, 14 Augustus (H. N.). In een brief van het stoomschip „Quest", gedateerd van Vitoen, de plaats, waar Andree en zijn met gezellen om het leven zijn gekomen, wordt een nieuwe verklaring gegeven omtrent het tra gische einde van de Andree-expeditie. Vitoen, het afgelegen en barre eiland in de Poolzee, waar de overblijfselen van de Pool- helden werden gevonden, is meestal door zwa- ren nevel en mist omgeven, doch onlangs za gen de leden van de expeditie aan boord van de „Quest", die thans in de Poolzee naar ver dere overblijfselen van de Andree-expeditie zoekt, als in een visioen een langen witten, glin- sterenden band van licht, de kust van het Noord-Oostelijke gedeelte van het eiland. Toen werd het plotseling allen leden van de expeditie duidelijk, dat Andree en zijn met gezellen een dergelijk visioen moeten hebben gehad, waardoor zij er toe gedreven werden, om deze kust in hun kleine booten te bereiken, welke poging alleen tot gevolg had, dat zy, radwongen waren, geheel uitgeput en aan alle kanten in het nauw gebracht door het meedoo- genlooze ijs en den storm, terug te keeren Zoo is het te verklaren, dat de overblijfse len van Andree en zijn metgezellen 43 jaar la ter teruggevonden werden op de meest onher bergzame plaats van het eiland, in plaats van meer naar het binnenland, waar zij met zoo zeer aan den verschrikkelijken wind en de ijzige koude blootgesteld zouden zijn geweest. Zoo is het ook te verklaren, dat de leden van de Andree-expeditie er niet in geslaagd zijn, een veilige plaats voor hun winterkamp te vinden. NIEUW SPOOR GEVONDEN? BERLIJN, 14 Augustus (W.B.) De com missie van onderzoek naar den spoorwegaanslag bij Jüterbog volgt thans, naar wij vernemen, een geheei nieuw spoor, dat uit den chaos van materiaal te voorschijn is gekomen. In het belang van de werkzaamheid der com missie wordt echter thans nog niets naders over dit spoor medegedeeld. Volgens de meening der commissie staat het echter vast, dat het hier niet gaat om een po litieken aanslag, althans wat betreft zekere politieke persoonlijkheden. Het onderzoek naar de bij den aanslag ge bezigde springstof Is nog niet beëindigd. Er moet evenwel geen twijfel over bestaan, of men heeft bij den aanslag gebruik gemaakt van een tamelijk versche springstof en men neemt aan, dat zij kort geleden ergens gestolen is. Ook in deze richting wordt thans het onder zoek ingesteld. ERFURT, 14 Augustus (W.B.) Naar uit Er furt wordt gemeld, Is de D-trein Bazel-Beriijn hedenmorgen nabij Neud'ietendorf-Biscbllëben door een onbekende beschoten. Het laatste venster bij den doorgang van den eersten personenwagen vertoonde twee kogel gaten. De bewakingsdienst van dien spoorweg en de crimlneele politie te Erfurt en Gotha stellen een onderzoek in. HAVANNA, 14 Augustus (V.D.) Reeds lan ger dan aoht uur achter elkaar wordt in da omgeving van Cienfuegos gevochten tussehen regeeringstroepein en opstandelingen en het gevecht duurt nog steeds voort. Het aantal dooden en gewonden aan weers kanten is onbekend. Inmiddels schijnen de opstandelingen er in geslaagd te zijn, zich op verschillende plaatsen bij de gevechten met de regeeriugstroepen t« handhaven. In 49 steden, verdeeld over zes provincies, hebben zij hun strijdmacht weten te concen- treeren, zoodat zij ter plaatse den toestand meester zijn. In het algemeen schijnt de revolutionaire beweging zich uit te breiden. S0ctpe Reel. 562 DGVS 10.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 9