STALIN'S REDE ONDER DE L0UPE GENOMEN
II
Steeds donkerder
pessimisme
Van communisme tot staatssocialisme
jl
II
Zou het waar zijn?
Hoofdpijn
en bij Kiespijn
„Men heeft het ons onmogelijk
gemaakt"
ZATERDAG 15 AUGUSTUS 1931
EEN FELLE CRITIEK OP HET
WERK VAN REGEERING
EN CORTES.
IS SPANJE KATHOLIEK
DE BüLOWPLATZ-BANDIETEN.
Nieuwe moordplannen.
COMMUNISTEN PROPAGANDA.
ERNSTIGE INCIDENTEN TE
VERONA.
Tussehen infanterie en fascisten
militie.
HET FRANSCHE BEZOEK AAN
BERLIJN.
REGULARISEERING VAN DE PO.
Laval stelt zich in verbinding
met Briand.
HOOGVERRAAD-PROCES TEGEN
WOLDEMARAS.
Wat hem ten laste wordt
gelegd.
Mijnhardt's Poeders
Gandhi over het besluit van het
congres.
OPHEFFING VAN COMMUNISTISCHEN
LEERGANG.
BLANK TEGEN BRUIN
AAN DEN LYNCH-DOOD ONTSNAPT.
DE „NAUTILUS"-POOLTOCHT.
GROOTE OVERSTROOMINGEN
IN MEXICO.
Zestien dorpen onder water.
EXPLOSIE IN EEN WOONHUIS.
III. STALINS REDE. (TWEEDE DEEL).
HET EINDE VAN ANDREE.
Een niemve verklaring der
feiten.
DE TREINAANSLAG BIJ
JUETERBOG.
Het voortgezet onderzoek.
D-TREIN BAZEL-BERLIJN
BESCHOTEN.
DE OPSTAND OP CUBA.
De rebellen handhaven zich.
H
In breede Spaansche kringen valt in den
laatsten tijd een groote ontstemming waar te
nemen over de traagheid, waarmede zoowel de
regeering als de cortes de hangende politieke
en sociale kwesties oplossen. Dat deze ontstem-
miing niet alleen in linksche maar ook in rech-t
sche kringen heerscht, blijkt wel ui', een arti
kel in „El Mati" van 11 Augustus j.l. onder den
kop „geheel en al uit den koers gedreven".
Aan dit artikel ontüeenen wij het volgende:
Waarlijk zij, die belang hebben bij den "onder
gang van het politieke regiem, kunnen zich
thans langzamerhand wel voldaan gevoelen,
daar het geen twijfel lijdt, of een regiem,
waardoor de ondergang van het land met den
dag wordt verhaast, is een instelling, die vroeg
of laat maar in ieder geval onverbiddelijk ten
doode gedoemd is. Eenieder heeft zich hiervan
al wel voldoende rekening gegeven, behalve
de regeerdng en de cortes, die dit feitelijk toch
het eerste hadden moeten inzien.
De wankele politieke toestand, de stakingen,
de onveiligheid in alle takken van het econo
misch en sociale leven, zijn voor ons land, zoo-
als ZÜ dit overigens overal zouden zijn, fac
toren van groote ontreddering en ellende. Met
deze factoren kan men alle denkbare cata-
strophen veroorzaken maar nooit een republiek
consolideerem
Hoe deze toestand in het buitenland wordt
beoordeeld, blijkt wel uit de appreciatie van
de waaTde van ons geld. Zelfs in den tijd van
onze groote koloniale rampen is de peseta niet
zoo in waarde gedaald. Hebben wij ooit kun
nen denken, dat een eenvoudige wisseling van
regeeringsvorm voor Spanje zoo'n geweldige
catastrophe zou beteekenen?
Wij weten, dat de economische toestand van
een land in wezen niets heeft uit te staan met
een bepaalden regeeringsvorm. In dit geval
echter hebben zij, die de Spaansche republiek
regeeren, blijk gegeven van zoo'n groot gebrek
aan politdeken zin en van zoo'n bijkans meelij
wekkende onbekwaamheid, dat zij in den kor
ten tijd, dat zij aan het bewind zijn, werkelijk
meer dan genoeg gedaan hebben, om het ver
trouwen van de nationale en internationale
publieke opinie te verliezen.
Eén hoop bleef ons nog over: de consti-
tueerende cortes. Zij zouden, zoo dachten wij
althans, terstond den chaos, waardoor het land
bedreigd wordt, kunnen verhelpen, zij zouden
zich weten te verheffen boven alle passies en
boven alle sectarisme en zich uit liefde voor
het vaderland beijveren, om Spanje in den
kortst mogelijken tijd een constitutie te geven,
die alle tweedracht onder de burgers zou weg
nemen en den grootsten waarborg zou bieden
voor den socialen vrede en rechtvaardigheid
in alle geledingen van het openbare leven.
Wij hebben echter moeten constateeren
en de indrukken der laatste weken hebben dit
helaas bevestigd dat het parlement dezen
weg niet is gegaan. Integendeel, alles doet
voorzien, dat de cortes zich in heftige en einde-
looze debatten zullen verliezen, tengevolge
waarvan de vorming van een nieuwe regeerdng,
die meer vertrouwen verdient dan de tegen
woordige, voor onbepaalden tijd zal worden
uitgesteld en de onrust, die er thans in het
land heerscht, zal blijven bestaan en veeleer
nog zal toenemen.
Zooals vanzelf spreekt, kan een dergelijke
toestand den algeheelen ondergang van ons
economisch leven niet anders dan verhaasten.
En aldus de regeering hoore het en de
cortes mogen het niet vergeten werkt men
alleen in het voordeel van de vijanden der-
republiek, vooral van die vijanden, die dage
lijks krachtiger pogingen aanwenden, om een
catastrophale Ineenstorting van onze maat
schappij te verwezenlijken. Niemand zal het
kunnen ontkennen, dat zij de eenigsten zijn,
die van het tegenwoordige republdkeinsche
regiem profiteeren, om hun doel te bereiken.
Zoo Is bet ook verklaarbaar, dat zoowel in
Spanje als In bet buitenland een steeds don
kerder pessimisme baan breekt niet alleen over
het behoud en de consolideering van dit regiem
maar ook en vooral over Spanje's toekomst.
In „El Mati" van 11 Augustus j.l. troffen
wij een uitvoerig artikel aan van den Spaan-
sohen abbé Carles Cardo, waarin een nauw
keurig antwoord op deze vraag wordt gegeven.
Aan dit artikel ontleenen wij het volgende.
Een oppervlakkig toeschouwer zou van ons
land den indruk krijgen, dat het Katholicisme
er is gereduceerd tot een zeer geringe minder,
heid, die thans nog geduld wordt, morgen ech
ter zal worden vervolgd en later geheel zal
worden geëlimineerd, zonder dat zij verder nog
eenige kracht heeft, om weerstand te kunnen
bieden.
Het Katholicisme heeft in ons land wortels
in ieder hart, die soms leven, soms dood zijn
Men begrijpt echter wel, dat de doode harten
op ieder oogenblik kunnen herleven. Onder
hen, die levende wortels van godsdienstig le
ven in hunne harten dragen, zijn er, die de
plant verstikken, die er uit wil opbloeien;
anderen laten haar ontkiemen en bloeien temid
den van moeilijkheden en verzet, weer anderen
schenken haar al den steun van hun goeden
wil, opdat zij niet door onkruid verstikt worde
en vruchten voorbrengen van godsvrucht, zedig
heid en offervaardigheid. Deze laatsten echter
zijn een kleine minderheid.
He Politieke strijd, die sinds dertig jaar in
dit land gevoerd wordt, heeft zich ontwikkeld
naast alle godsdienstige belangen en ons volk,
dat de gevolgen van den politieken strijd voor
den godsdienst niet weet te onderscheiden,
reageert niet voldoende op den oproep, om zijn
geloof, <3at bedreigd wordt, te verdedigen.
Voeg hierbij nog het gloeiend patriottisme, het
messianisme, de bedwelming door niet te ver
wezenlijken beloften, en ge zult althans een
gedeeltelijke verklaring voor dit verschijnsel
vinden.
Wij moeten ons echter ook hier hoeden voor
illusies. De Baskische provincies en Navarre
leveren ons het bewijs, dat, wanneer een volk
diep en vurig Katholiek is, het vurigste pa
triottisme en welke offieieele dwangmaatre
gelen dan ook niet in staat zijn, het geweten
van een volk te misvormen en het te doen
stemmen tegen datgene, waarin het in nor
male tijden geloofde.
He vurige Katholieken zijn in ons land
trots alles nog talrijker dan men denkt en
qualltatief vormen zij de geestelijke élite van
ons volk. De Katholieken, wier godsdienstig
leven verslapt is, zijn zeer talrijk en zij, wier
geloof dood is, vormen wellicht de meerder
heid. Alle Spanjaarden echter hebben in hun
ideeën en in hun moreele leven een Katholie
ken inslag en ondergaan nog steeds den wel-
dadigen invloed van het Katholicisme.
EEN BRIEF MET REVOLVERPATROON
BERLIJN, 14 Augustus. (W.B.) De opper
wachtmeester van politie, Willig, die bij de
onlusten op den Bülowplatz door een revolver
schot werd gewond en zich thans in toet staats-
ziekenhuis bevindt, heeft, naar de „Berliner
Lokalanzeiger" meldt, een dreigbrief ontvan
gen, waarin het toeet:
„'Het is bewezen, dat kaliber 6.35 voor jou
niet voldoende is. Als je eruit kount, zulilen we
je met 9 millimeter ontvangen! Bijgaand een
memster".
Bij dien brief was een revolverpatroon van
negen millimeter gevoegd.
De chef van politiedistrict 62 in de Pappel-
Allee, Sötomedes, heeft eveneens van communis
tische zijde een dreigbrief ontvangen.
Op de gisteren in AVeissensee gearresteerde
zeven communisten heeft men aanteekeningen
gevonden, die een volledig plan tot vermoor
ding van luitenant Baker bevatten.
Volgens deze aanteekeningen wilde men den
officier naar een bepaalde plaats lokken,
waar hij neergeschoten zon worden.
De politie 'heeift bovendien verschillende ar
restaties gedaan, welke met de communistische
woorden op den Bülowplatz in het nauwste ver
band staan. Onder de gearresteerden bevindt
zich ook een man, blijkbaar een Rus, die er
sterk van wordt verdacht, de organisator te
zijn van de schietpartijen op de politie. Deze
man werd gisteren in een van de buitenwijken
van het Noorden der stad opgespoord en ge
arresteerd.
Een nader Wolff-telegram meldt, dat van de
in verhand met het onderzoek naar den moord
op den Bülowplatz gearresteerde communisten
er vier sterk van verdacht worden, deel te heb
ben genomen aan den moord op de politiebe
ambten.
Het onderzoek wordt voortgezet om de ver
denking tegen deze vier, die de daad hardnek
kig loochenen, met 'bewijzen te staven.
Door kasteelbezitter en zoons.
Bij het onderzoek van materiaal, zoo wordt
uit AVeenen gemeld, dat bij een indertijd ver
moorden oommnnistischen agent Semmelmann
werd gevonden, kwam mem op het spoor van
een zekeren Dr. Broder, den bezitter van een
kasteel bij Linnitz in Stiermarken.
Een daar verrichtte huiszoeking bracht een
groote hoeveelheid communistisch propaganda
materiaal voor den dag. Zijn beide zoons, waar
van de oudste te Berlijn studeert, zijn bij deze
zaak betrokken.
De oudste zoon erkent lid te zijn van de KPD
en met Semmelmann in briefwisseling te heb
ben gestaan. De jongste zoon schijnt als fcus-
schenipersoon te hebben opgetreden.
De politie houdt een wakend oog op het slot.
Er hebben geen arrestaties plaats gehad.
De Berlijnsche politie is van het onderzoek
op de hoogte gesteld. De naam Broder is
slechts een schuilnaam van den kasteelbezitter.
De politie heeft zijn juisten naam nog niet me
degedeeld.
PARIJS, 1 4Augustus (H.N.) Het te Parijs
verschijnende anti-fascistische blad „Italia"
maakt melding van ernstige incidenten, die
eenigen tijd geleden in Verona hebben plaats
gehad ,doch waarvan in de Italiaansche bla
den geen melding is gemaakt, terwijl aan de
buitenlandisöhe journalisten dringend is ver
zocht, hierover niets te pubMceeren.
Een soldaat van het te Verona in garnizoen
liggende infanterie-regiment had een officier
van de militie op straat niet gesalueerd. De
miilitie-officier hield den soldaat staande, die
beweerde, dat hij den officier niet gezien had,
waarop de officier hem In het gezicht sloeg met
de woorden: „Dat zal jou en je kameraden lee-
ren, om de officieren van de militie te zien en
te groeten".
Toevallig passeerde juist een kapitein van
het regiment, waartoe de soldaat behoorde,
die, verontwaardigd over het schouwspel, de
opmerking uitte, dat dit niet de manier was
om militairen te behandelen
De militie-officier antwoordde daarop, dat
hij geen opmerkingen verwachtte en dat hij
bereid was, den kapitein op dezelfde wijze te
behandelen.
Inderdaad hief de militie-officier de 'hand op
en sloeg den kapitein in het gezicht. Deze
trok daarop zijn revolver en vuurde, met het
gevolg, dat de zwiarthemd, door twee kogels
getroffen, neerviel.
Een uur later begonnen groepen van de fas
cistische militie door de stad te trekken, waar
bij zij alle infanterie-officieren en soldaten, die
z4] ontmoetten, smadelijk bejegenden^
De infanterie, door de bevolking aangemoe
digd, wist echter de militie naar haar kazerne
terug te drijven.
Des avonds ondernamen de fascisten echter
onder leiding van hun officieren een groote
straf-expeddtie. Met geweren gewapend trokken
eij naar de St. Zeno-kazerne, waar het infan
terie-regiment is ondergebracht, en begonnen
daar te schieten.
De soldaten in de kazerne beantwoordden het
vuur en stelden zelfs machinegeweren op, toen
de fascisten de poort van de kazerne trachten
de rammeien om binnen te dringen.
Eerst toen de machinegeweren begonnen te
werken, sloegen de aanvallers op de vlucht
De Italiaansche regeering is voornemens, om
ter bestrijding van de werkloosheid in den a.s.
winter den middenloop van de Po te laten re-
gulariseeren.
Daardoor zal het oude plan om een scheep
vaartverbinding te scheppen tussehen het in
dustriegebied van Milaan en de Adriatische
Zee een stap nader tot de verwezenlijking wor
den gebracht.
PARIJS, 14 Augustus. (V.D.) De „Petit Pa-
risien" meent te weten, dat minister-president
Laval zich heden in verbinding zal stellen
met den minister van buitenlandisöhe zaked,
Briand, die zijn vacantie op zijn landgoed
doorbrengt, naar aanleiding van de gezamen
lijk te maken reis naar Berlijn, waarna Laval
den Diuitschen ambassadeur te Parijs, von
Hoesoh, het offieieele antwoord op de Duitsche
uitnoodigin.g zal geven.
Op 25 Augustus zullen de Fransche minis
ters des avonds uit Parijs vertrekken om den
26sten te Berlijn te arriveeren, vanwaar zij
op 28 Augustus weer naar Parijs terugkeeren.
Het bezoek aan Berlijn zal niet langer kun
nen duren, omdat onmiddellijk daarna de zit
ting van den volkenbondsraad te Genèra be
gint.
De „Petit Parisien" voegt eraan toe, dat de
Fransche ministers te Berlijn zullen worden
ontvangen door den Franschen ambassadeur,
de Margerie, die dan nog niet officieel zil zijn
afgetreden.
Op 17 Augustus a.s. zal prof. AVoldemaras,
de vroegere dictator van Litauen tezamen met
23 aanhangers, voor den krijgsraad terecht
staan wegens hoogverraad.
In de aanklacht worden AVoldemaras en zijn
rr.edebeklaagden ervan beschuldigd, te hebben
behoord tot een geheim verbond, dat ten doel
had, door een gewapenden opstand de regeering
ten val te brengen. De revolutie zou midden
Juli 1930 door het garnizoen van Kowno wor
den aangevangen. Tegelijker zou de staatspre
sident Smetona op een feest in de Litausche
badplaats aan de Oostzee, Polangen, door offi
cieren van het garnizoen uit Memel worden ge
vangen genomen.
Aan de officieren van het garnizoen te Schau-
len was de taak toegedacht, AVoldemaras uit
zijn verbanningsoord Platellen, waar bij na den
val van zijn regeering, door de nieuwe regee
ring gevangen gehouden werd, te bevrijden en
naar Polangen te brengen. Hier zou de staats
president met geweld gedwongen worden, AVol
demaras de vorming van een nieuwe regeering
op te dragen.
Deze plannen kwamen ter kennis van de
geheime Litausche politie, die den ^staatspre
sident waarschuwde, zoodat deze zijn deelne
ming aan de feestelijkheden te Polangen af
zegde. Tegelijkertijd greep de regeering in en
nam de helpers van AValdemaras gevangen.
Verder wordt AVoldemaras beschuldigd, orga
nisator te zijn van verschillende aanslagen, in
bet bijzonder den aanslag op den chef der ge
heime politie Rusteika, waarbij deze zwaar
gewond werd. Het proces, dat eenige weken zal
duren, zal met gesloten deuren plaats hebben.
Prof. AVoldemaras kwam, zooals bekend, na de
militaire putsch ln December 1926 aan het
noofd der Litausche regeering. In September
1929 werd hij toen, nadat er onoverkomelijke
moeilijkheden in zijn kabinet waren gerezen,
door zijn eigen partij ten val gebracht.
Daar AVoldemaras na zijn val een levendige
propaganda tegen de nieuwe regeering ont
wikkelde, werd hij in Juli 1930 gearresteerd, en
naar het landgoed Platellen in de nabijheid van
de Li'tausctoe-Memelsche grens verbannen.
Hier heeft bij de plannen voor een omwente
ling uitgewerkt.
Volgens het strafreolitlboek van Litauen kan
aan AVoldemaras en zijn medebeklaagden in dit
proces de doodstraf worden opgelegd
Doos 45 ct. BU Uw Drogist.
Reel. 42-24 DG VS 8
ONDERDRUKKENDE MAATREGELEN
LONDEN, 14 Augustus. (V. D.) Na de zit
ting van het werkcomité van het Al-Indisch
nationaal congres, waarin besloten werd, dat
het congres zich niet zal laten vertegenwoor
digen bij de tweede Ronde Tafel-conferentie en
dat derhalve Gandhi niet naar Londen zal
gaan, verklaarde Gandhi: „Ik behoef nauwe
lijks te zeggen, dat het een groote slag is, dat.
ik niet naar Londen zal gaan. Ik weet wat het
beteekent voor Lord Irwin en ik weet ook, dat
het een groote teleurstelling is voor mijn vele
Engelsohe vrienden. Maar men heeft het ons
onmogelijk gemaakt en deze beslissing was
onvermijdelijk.
SIMLA, 14 Augustus (R.O.) De inhoud van
de correspondentie, gevoerd tussehen den on
der-koning en Gandhi, is gepubliceerd.
De mahatma zegt o.a. dat de onderkoning
of zijn ondergeschikte, niet alleen dwingende,
doOh zelfs onderdrukkende maatregelen ten
opzichte van de arme dorpsbewoners neemt,
welke hen om zoo te zeggen pressen te be
talen.
In een stad aan het Miehiganmeer is het
bot een botsing gekomen tussehen de politie
en de bevolking, die drie negers wilde lynchen,
die vier schooljongens vermoord hadden.
Toen het bericht van den moord in de stad
hekend werd, kwam een groote menigte voor
de gevangenis bijeen, waar de dirie negers op
gesloten waren.
Slechts door geweld van wapenen gelukte
het de politie, de negers voor het hun toege
dachte lot te bewaren en ze voor de rechtbank
te begeleiden, die hen, nadat zij den moord
bekend hadden, tot levenslange gevangenis
straf veroordeelde. De doodstraf is in dezen
staat opgeheven.
Zonder RECLAME geen
omzet, geen winst; de
DRUKINKT is do kracht
van 't huidige zakenleven
Verdenking van hoogverraad.
Door de afdeeling Groot Thüringen van de
K.P.D. is van 9 tot 15 Augustus in de Jeugd
herberg te Pfingsterbergen een cursus georga
niseerd ter vorming van propagandisten.
Aangezien verdenking gerezen was, dat de
strafwet werd overtreden, is het gebouw door
de politie doorzocht en allen aanwezigen een
verhoor afgenomen.
De leeraar en de deelnemers, totaal 42 per
sonen, hebben proces verbaal tegen zich zien
opmaken wegens ernstige verdenking van voor
bereiding van hoogverraad.
De voortzetting van den cursus is door de
politie verboden.
OSLO, 14 Augustus. (AV.B.) Een uit Spits
bergen terugkeerende walvischvaarder heeft
radiotelegrafisch medegedeeld, dat kapitein
Wilkins met zijn duikboot „Nautilus" het Be-
renedland bij zware zee in snelle vaart is ge
passeerd. Alles is wel aan boord.
NEW-YORK, 14 Augustus. (H.N.) Uit Mexico
worden groote overstroomingen gemeld. Zes
tien dorpen staan geheel onder water, Tot nu
toe zijn twintig lijken geborgen, doch men
vreest, dat het aantal slechtoffers nog zal
stijgen. De meeste bewoners van hgt over
stroomde gebied hebben zich op heuvels kun
nen redden, doch thans begint zich het ge
brek aan levensmiddelen te doen gevoelen.
Tot nu toe vijf dooden en elf
gewonden.
HET REDDINGSWERK IN VOLLEN GANf
PARIJS, 14 Augustus. (V.D.) In het plaatsje
Viiieurbanne, ongeveer 5 K.M. ten Oosten
van Lyon, is in den afgeloopen nacht een
woonhuis ingestort tengevolge van een explo
sie, waarvan de oovzaak nog niet kon worden
vastgesteld.
Het ingestorte huis werd voornamelijk be
woond door Algerijnen en Spanjaarden, die in
het algemeen allen zeer veel kinderen hadden.
De politie te Lyon deelde hedenmorgen
mede, dat tegen zeven uur vanmorgen in to
taal vijf dooden en elf zwaar gewonden uit de
puintooopen konden wonden geborgen.
Men vermoedt, dat nog ongeveer twintig
personen onder het puin bedolven liggen.
Het reddingswerk wordt in koortsachtig
tempo voortgezet.
Het ongeluk geschiedde tegen twee uur in
den afgeloopen nacht. De bevolking van het
voorstadje werd toen door een hevige explosie
uit den slaap gewekt. Politie en brandweer
verschenen reeds korten tijd later ter plaatse.
Uit de puintooopen van het ingestorte huis
hoorde men het steunen en jammeren van de
slachtoffers, die in bed door toet ongeluk
werden verrast.
Bij toet licht van schijnwerpers werd met het
reddingswerk onmiddellijk een aanvang ge
maakt.
De technische leiding der bedrijven.
Ook op dit gebied constateert Stalin een
overweldigend tekort. Vroeger lag het zwaarte
punt der Russische industrie in de Oekraine
met hare kolenmijnen en staalfabrieken. Im
mers van de Oekraine uit werden al onze
nijverheidscentra, zoowel in het Zuiden als
te Moskou en te Leningrad, van steenkool en
metaal voorzien. En bij de betrekkelijk trage
ontwikkeling van deze centra konden wij vol
staan met het minimum aan technische krach
ten, dat destijds tot onze beschikking stond.
Maar thans is de toestand geheel gewijzigd.
Bij het huidige ontwikkelingstempo is het niet
meer doenlijk alleen te steunen op de kolen-
en staai-productie der Oekraine. Wij worden
gedwongen in het Oeralgebied en het Koes-
netzki-bekken nieuwe sleutelindustrieën te
scheppen.
Maar wij moeten nog verder gaan. Ook in
Siberië, in Kasakstan en Turkestan moeten
wij nieuwe nijverheidscentra vestigen.
En ten slotte moeten wij ons spoorwegnet
in al deze streken uitbreiden, in het belang
niet alleen van de randstaten, maar van de
toeele Sovjet-unie.
Daaruit volgt, dat de oude bronnen, waaruit
de technische krachten tot dusverre werden
geput, niet meer voldoende zijn, en dat een
net van nieuwe bronnen moet worden ver
spreid over heel het land.
AVant als we het program der industrialisa
tie van de Sovjet-unie willen uitvoeren, dan
moeten we het huidige aantal ingenieurs en
technici niet slechts verdubbelen, maar ver
vier- en vijfvoudigen.
Intusschen kunnen we niet alle technische
krachten gebruiken, slechts dezulke kunnen
ons van dienst zijn, die de politiek der arbei
dersklasse huldigen.
Dit beteekent, dat uit de arbeidersklasse zelf
de leidende krachten moeten voortkomen. AVant
nooit is een klasse erin geslaagd de heerschap,
pij te voeren en te behouden zonder een in-
tellectueele élite. Gij weet, kameraden, dat wij
bezig zijn deze élite te vormen. Reeds studee-
ren tienduizenden jonge arbeiders en land-
bouwers aan onze hoogescholen, en reeds heb
ben duizenden hunner als ingenieur! hun in
trede gedaan in het bedrijfsleven.
Maar dit is niet voldoende. Ook rit de er
varen vakarbeiders dienen wij eei élite te
vormen, welke te zamen met onzi partijge-
nooten, die den ingenieursgraad hebben be
haald, leiding zal kunnen geven aan de massa,
ten einde een regelmatige stijging der pro
ductie te waarborgen.
Om dit doel te bereiken moeten vij, zonder
kosten te schuwen, het initiatief de: vakarbei
ders prikkelen, hun passende arbekkvoorwaar-
den verzekeren ein hen in de gelegenheid stel
len zich verder te ontwikkelen.
Onder deze bekwame werklieder zijn vele
partijloozen. Maar dit mag geen reden zijn
om hen terug te dringen en onbekvame partij-
genooten met de technische leiding der bedrij
ven te belasten.
AVant niets ware dommer en me»r reaction-
nair dan zulk een averechtsche „poïtiek". Een
verstandige staatkunde zal zich no'U ten doel
stellen van onze partij een geslot«n kaste te
maken. Integendeel, zij zal er seeds naar
streven tussehen onze partijgenoten en de
partyiooze arbeiders een sfeer v»n weder-
zijdsch vertrouwen te scheppen. Ei alleen in
dien en voor zoover onze partij ee' onbekrom
pen politiek voert, kan zij groeien n macht en
aanzien. Zöö alleen kan zij haar <l<el bereiken:
het vormen eener eigen élite uit en door de
arbeidersklasse.
De elite van het oude r'gime.
Tot vöör korten tijd was deze élite nog be
hept met de kwaal der sabotage, die zelfs tot
een soort mode was geworden.
Eenigen saboteerden metterdiad, anderen
poogden de saboteurs te dekken of hun han
den in onschuld te wasschen, tervijl nog ande
ren weifelden tussehen den dietot der Sovjet
republiek en dien van haar vijaiden.
De verscherping van den klas.estrijd, de op-
marsch der Sovjetmacht tegen ïe kapitalisti
sche elementen in stad en land.de tegenstand
dezer elementen en de moeilijkleden, die bij
de oprichting der kolchozen en sovkozen wer
den ondervonden, dit alles wercte de stelsel
matige tegenwerking der vroegre élite in de
hand.
En de vijandige stemming wtfd gaande ge
houden door de beuzelpraatjes der Trotskis
ten en Mensjewiki, die overal rondstrooiden,
dat uit de kolchozen en sovkozen niets goeds
kon groeien, dat de sovjet-regeering weldra
zou worden omgeworpen, dat de bolsjewiki door
hun domme politiek de buitenlandsche inter
ventie uitlokten, enz. enz. enz.
Tegenover deze verkapte of openlijke vij
andschap was voor de sovjets geen andere
politiek mogelijk dan de vernietiging der sabo
teurs en de onderdrukking van hun mede
plichtigen.
Thans is evenwei in dezen toestand een al
geheel® verandering ingetreden. Thans hebben
wij de kapitalistische elementen in stad en
land vernietigd en de moeilijkheden op agra
risch gebied overwonnen.
Onze graanuitvoer is zelfs zóó gestegen, dat
er sinds de Revolutie (1917) nooit méér koren
is uitgevoerd dan thans. En dit glansrijk suc
ces is vooral te danken aan de kolchozen en de
sovkozen, die alom hun zegenrijke werking
doen gevoelen.
Ook van de buitenlandsche interventie, waar
mee zes jaar lang werd geschermd, is niets te
rechtgekomen. En zoo mogen wij constateeren,
dat onze bourgeoisie, ondanks haar veelgepre
zen „intellect", zich leelijk bij den neus heeft
laten nemen.
Natuurlijk heeft deze verijdeling van alle ge
wekte verwachtingen haar uitwerking op de
beste onzer burgerlijke technici niet gemist. En
zoo nemen wij in den laatsten tijd dnidelyke
teekenen waar van een ommekeer bij deze ele
menten, die vroeger met de saboteurs sympa
thiseerden, maar zich thans meer e,n meer tot
die sovjets wenden. Dit beteekent niet, dat er
geen tegenwerking meer bestaat. Integendeel,
zoolang de ons omringende wereld kapitalistisch
gezind blijft, zal er ook ten onzent steeds een
vijandige minderheid blijven. Maar haar aantal
is sterk geslonken en zal nog verder slinken,
mits onzerzijds een tegemoetkomende houding
wordt aangenomen, mits wij een politiek van
verzoening en bevrediging volgen.
AVij moeten de vaklieden en ingenieurs der
oude school niet langer als los'loopende misda
digers beschouwen, maar ons toegankelijk too-
nen voor hun noodien en behoeften; wij moeten
hun een levensdoel verschaffen en een passen
den werkkring geven in onze grootbedrijven.
De comraercieele bedrijfsleiding.
Als laatste der zes punten behandelde Sta
lin de kapitaalvorming ten dienste deT nijver
heid in verband met de versnelling van het
productie-tempo.
Ronduit gaf hy toe, dat de vroegere bron
nen van kapitaal-voorziening beginnen op te
drogen, en dat er dus nieuwe zullen moeten
aangeboord, om het ontwikkeldngstempo vol te
toonden en zoo mogelijk hooger op te voeren.
Nooit, zoo zeide hij, is het in kapitalistische
■landen gelukt de nijverheid vooruit te bren
gen, zonder hulp uit het buitenland, in den
vorm van crediieten en leeningen op langen ter
mijn.
Juist daarom hebben de kapitalisten van
West-Europa ons alle crediet en elke leening
geweigerd, wijl zij meenden, dat dit gemis onze
Industrialisatie zou verhinderen.
Hiermede hebben zij zich vergist. Wij zijn
in staat geweest dozijnen millïarden roebels
in onze industrie te steken. Deze miüliarden
kwamen voort uit de opbrengst van de be
staande fabrieken, van den landbouw en van
de belastingen.
Maar op het oogenblik schieten deze drie
bronnen van inkomsten tekort, omdat thans
niet meer de reorganisatie der oude,
maar de organisatie van een geheel
nieuwe nijverheid op het program staat: in den
Oeral, in Siberië, in Kassakstan en Turkestan.
Bovendien valt het niet te ontkennen, dat
ten gevolge van een economische werkwijze de
grondslagen van de commercieele bedrijfslei
ding in tal van ondernemingen worden onder
mijnd.
Sinds lang heeft men in deze bedrijven op
gehouden te rekenen de productiekosten uit te
cijferen en een sluitende balans van inkomsten
en uitgaven op te maken. Het is een feit dat
de leiders van deze bedrijven de begrippen:
zuinigheid, beperking der improductieve uit
gaven, rationalisatie der productie enz. enz.
sinds lang over boord hebben geworpen.
Blijkbaar rekenen zij erop, dat de Staats
bank hun onverantwoordelijke spilzucht zal
blijven dekken.
Het is een feit, dat in een reeks bedrijven
ondank® de voorschriften, de productiekosten
stijgen in plaats van dalen.
Als men weet, dat ieder uitgespaard pro
cent, over heel onze industrie berekend, een
bezuiniging beteekent van 150 a 200 millioen
roebels, dan begrijpt men, dat iedere ver
meerdering der nnttelooze kosten den Staat op
een verlies van honderden mill'ioenen te staan
komt.
Het spreekt vanzelf, dat zoodoende de drie
normale bronnen van inkomsten tekortschie
ten. Want geen van drieën zijn ze onbeperkt.
Integendeel, de landbouw vergt in zijn huidig
ontwikkelingsstadium nog steeds steun van
regeeringswege.
Alleen de grootindustrie kan in deze om
standigheden het tekort aanvullen. Daarom
moet zij met a.l hare takken, maar speciaal
met den machinebouw tot de kapitaalvorming
bijdragen. Zij moet overschotten leveren, in
stedie van verliezen: ddar ligt de oplossing.
En daarom moet het uit zijn met alle slor
digheid en alle spilzucht: daarom moet een
doeltreffende boekhouding worden ingevoerd
in al onze bedrijven, daarom moet worden
aan gestuurd op een stelselmatige verminde
ring der productiekosten, zoodat voortaan alle
nijverheidstakken zonder uitzondering tot de
kapitaalvorming zullen bijdragen.
Mr. L. S.
HEBBEN ZIJ EEN VISIOEN GEHAD?
STOCKHOLM, 14 Augustus (H. N.). In een
brief van het stoomschip „Quest", gedateerd
van Vitoen, de plaats, waar Andree en zijn met
gezellen om het leven zijn gekomen, wordt een
nieuwe verklaring gegeven omtrent het tra
gische einde van de Andree-expeditie.
Vitoen, het afgelegen en barre eiland in de
Poolzee, waar de overblijfselen van de Pool-
helden werden gevonden, is meestal door zwa-
ren nevel en mist omgeven, doch onlangs za
gen de leden van de expeditie aan boord van
de „Quest", die thans in de Poolzee naar ver
dere overblijfselen van de Andree-expeditie
zoekt, als in een visioen een langen witten, glin-
sterenden band van licht, de kust van het
Noord-Oostelijke gedeelte van het eiland.
Toen werd het plotseling allen leden van
de expeditie duidelijk, dat Andree en zijn met
gezellen een dergelijk visioen moeten hebben
gehad, waardoor zij er toe gedreven werden,
om deze kust in hun kleine booten te bereiken,
welke poging alleen tot gevolg had, dat zy,
radwongen waren, geheel uitgeput en aan alle
kanten in het nauw gebracht door het meedoo-
genlooze ijs en den storm, terug te keeren
Zoo is het te verklaren, dat de overblijfse
len van Andree en zijn metgezellen 43 jaar la
ter teruggevonden werden op de meest onher
bergzame plaats van het eiland, in plaats van
meer naar het binnenland, waar zij met zoo
zeer aan den verschrikkelijken wind en de
ijzige koude blootgesteld zouden zijn geweest.
Zoo is het ook te verklaren, dat de leden van
de Andree-expeditie er niet in geslaagd zijn, een
veilige plaats voor hun winterkamp te vinden.
NIEUW SPOOR GEVONDEN?
BERLIJN, 14 Augustus (W.B.) De com
missie van onderzoek naar den spoorwegaanslag
bij Jüterbog volgt thans, naar wij vernemen,
een geheei nieuw spoor, dat uit den chaos
van materiaal te voorschijn is gekomen.
In het belang van de werkzaamheid der com
missie wordt echter thans nog niets naders
over dit spoor medegedeeld.
Volgens de meening der commissie staat het
echter vast, dat het hier niet gaat om een po
litieken aanslag, althans wat betreft zekere
politieke persoonlijkheden.
Het onderzoek naar de bij den aanslag ge
bezigde springstof Is nog niet beëindigd. Er
moet evenwel geen twijfel over bestaan, of
men heeft bij den aanslag gebruik gemaakt
van een tamelijk versche springstof en men
neemt aan, dat zij kort geleden ergens gestolen
is. Ook in deze richting wordt thans het onder
zoek ingesteld.
ERFURT, 14 Augustus (W.B.) Naar uit Er
furt wordt gemeld, Is de D-trein Bazel-Beriijn
hedenmorgen nabij Neud'ietendorf-Biscbllëben
door een onbekende beschoten.
Het laatste venster bij den doorgang van den
eersten personenwagen vertoonde twee kogel
gaten.
De bewakingsdienst van dien spoorweg en de
crimlneele politie te Erfurt en Gotha stellen
een onderzoek in.
HAVANNA, 14 Augustus (V.D.) Reeds lan
ger dan aoht uur achter elkaar wordt in da
omgeving van Cienfuegos gevochten tussehen
regeeringstroepein en opstandelingen en het
gevecht duurt nog steeds voort.
Het aantal dooden en gewonden aan weers
kanten is onbekend.
Inmiddels schijnen de opstandelingen er in
geslaagd te zijn, zich op verschillende plaatsen
bij de gevechten met de regeeriugstroepen t«
handhaven.
In 49 steden, verdeeld over zes provincies,
hebben zij hun strijdmacht weten te concen-
treeren, zoodat zij ter plaatse den toestand
meester zijn.
In het algemeen schijnt de revolutionaire
beweging zich uit te breiden.
S0ctpe
Reel. 562 DGVS 10.