BIJ DEN GENEESHEER DER
GRIEKSCHE OUDHEID.
m
DINSDAG 25 AUGUSTUS 1931
ZIELZORG TE BERLIJN.
BELANGRIJK ARBEIDSVELD
DER KLOOSTERORDEN.
HET PAS ONTDEKTE ASPLEPIOS-
HEILIGDOM TE KORINTHE.
GEHEIME ORGANISATIES
JOEGO-SLAVIE.
EEN VOORBEELDIGE DAJAK.
Baard
en reclame
Van onzen correspondent.)
B e r 1 ij n, 15 Augustus 1931.
I)e Redemptoristen begonnen dezer dagen
in Marienfelde, eene zuidelijke voorstad van
Berlijn, met den bouw van een klooster en een
kerk. Deze nederzetting ligt in het midden
van een wijk, waar tamelijk veel katholieken
wonen.
Reeds lang werkten er Redemptoristenpaters
in de Duitscke hoofdstad, en wel voornamelijk
als volksmissionarissen. Talrijke „religieus©
welken" werden door hen georganiseerd. Zij
■benutten Berlijn veelal als uitgangspunt voor
uitgestrekte apostolische reizen door de noor.
delijke diaspora en zelfs tot in Scandinavië.
Met de overname van een vaste parochie in
Berlijn volgen de redemptoristen het voorbeeld
van vele andere kloosterorden.
Meer dan zestig jaar geleden werd de aanvang
hiei gemaakt door de Predikheeren, die zich
in Moabit vestigden. Na de opheffing van de
Jesuletenwetten verscheen ook de St. Ignatius'
orde op het appel, die allereerst het St. Kle-
mens gezellenhuis, een onderdeel van de St.
Hedwigparochie, overnam. Tegenwoordig staan
de Jesuieten aan het hoofd van drie groote
katholieke ondernemingen in de rijkshoofd
stad. Zij bouwden de gezellenvereeniging der
mate uit, dat deze nu over twee groote huizen
met 500 hedden elk beschikt en ov|er een
organisatie met 21 omderafdeelingen en 2000
leden. Dagelijks melden zich hier van 40 tot
50 gezellen die twee dagen lang gratis onder-
komst en verpleging ontvangen.
De tweede groote taak, die de Jesuieten op
un schouders namen, was de oprichting van
het katholieke gymnasium aan de Lietzensee
In Chariottemburg. Dit gymnasium is het eenige
wan zijn aard in Berlijn en is verbonden met
e St. Canisiuskerk in de parochie van dien
naam.
Even beteekenisvol is de derde onderneming
der Jesuieten welke zich in Biesdorf, een
Oostelijke voorstad van Berlijn bevindt. Zij
w^!TL»1e!r D'L geduwd, I met"het koninkrijk Servlëlanirsplts/ondlr
waar volgens een grootscheeps opgezet program dynastie der Karadjorjevic tot een rijk te
nee gansche jaar door goed bezochte retraites vereenigen. Zoo ontstond, toen de tegenwoor-
gegeven worden. dige koning en toenmalige regent van Joego-
'--1 diaspora diocees, dat jaarlijks Ptavië, Alexander I, den eersten December
met meer dan 10 priesters aflevert en daardoor 19X8 het voorstel van den nationalen raad aan-
moei'lijkheden 'heeft, zijn priestercorps op peil ram, het koninkrijk der Serven, Kroaten en
te houden. Ten einde hieraan tegemoet te ko- Slowenen.
men, heeft nog 'n gansche reeks van andere or-
Zaterdag beraadslaagden wederom de Engelsche politieke kopstukken, in verband
met den ernstigen crisis-toestand. Boveneen dichte menigte voor het huis van den
minister-president. Onder', (v. I. n. r.) Adamson, Henderson, Greenwood, Lansbury
en Williams bij het verlaten der presidentieele residentie.
DE POLITIEKE EMIGRATIE
Na de ineenstorting der Oostenrijksch-Hon
gaarsohe monarchie maakten zich de verschil
lende Zuid-Slavische landen, Kroatië, Slowe
cië, Dalmatië, Bosnië en Wojwodina (Baos'ka,
Banaat en Baranja) los van Oostenrijk-Hon
garije en vormden tezamen een nationalen
raad met hoofdzetel te Zagreb.
Deze nationale raad, waarin vertegenwoor
digers van alle partijen zitting hadden, besloot
in een manifest, alle Zuid-Slavische landen
den parochies in de hoofdstad overgenomen.
Men vindt er Augustijnen, Camillianen, Sal-
vatorianen, Benedictijnen, Franciscanen, enz.
Sedert eenige jaren wordt in Berlijn de ziel
zorg ook uitgeoefend door congregaties, welker
eigenlijk arbeidsveld in de ovenzeesobe missie
landen Ugt, zooals de SteyLer paters van het
Goddelijk Woord, de Paters van het H. Hart en
sedert kort ook de Oblaten. De ordesgeestelij
ken voorzien ook voor een goed deel in de
huisbezoeken in allerlei gestichten en andere
inrichtingen, welke daarvoor in aanmerlrin..
komen. Deze taak wordt veelal gedragen door
geestelijken, welke voor studiedoeleinden in
Berlijn verwijlen. Het „Orientalisehe Seminar",
waar over de 70 exotische talen onderwe<zen
worden, trekt immers vele jeugdige mlssiona
rissen riaar Berlijn.
Groot is in Berlijn ook het aantal van de
gestichten van liefdadigheid welke door or-
demsgeesteüjken gegrondvest werden. Aan de
spits staan hier twaalf groote ziekenhuizen,
waaraan in het najaar nog een dertiende,
speciaal voor kinderen en met een capaciteit
van 100 hedden, toegevoegd wordt. Deze hos-
Door de leden van den nationalen raad werd
een constituante gevormd, waarin alle par
ttien van het land overeenkomstig haar poli
tieke sterkte vertegenwoordigd waren en waar-
In voorbesprekingen over een constitutioneelen
regeerlngsvorm werden gehouden, die daarna
tot de constitutie van 28 Juni 1919 leidden.
Op grond van deze constitutie, rond welke
een heftige strijd ontstond, werden de eerste
verkiezingen uitgeschreven.
Daar de vertegenwoordigers van de Kroa
tisohe boerenpartij in den nationalen raad met
dezen regeeringsvorm echter niet tevreden
waren maar den republikeinschen regeerings
vorm verlangden, ontstond er in hun gelederen
een oppositie, die weliswaar aan de verkiezin
gen deelnam maar zich van deelneming aan
het parlementaire leven onthield.
Nadat de Kroatische boerenpartij gedu
rende vier jaar een passieve houding had aan
genomen, slaagde men er tenslotte toch in
haar vertegenwoordigers voor deelneming aan
het parlementaire leven te winnen. In geheel
het land werd dit feit met vreugde begroet.
.J-Iiormede was echter de strijd tusschen de
politieke partijen niet geëindigd. Integendeel
de voortdurende on-eenigheden namen zulk een
pitalen verheugen rich iu een hooge waar- omvang aan, dat zij niet alleen het politieke
deering van de zijde der 'bevolking. Al deze en economische leven van den jongen staat
hospitalen zijn op de modernste wijze inge- ondermijnden maar ook een steeds groeiende
richt. Vee-lal werd deze oprichting veroor- ontevredenheid zoowel in Servië als ook in
zaakt door den wensoh der betrokken congre- Kroatië ten gevolge hadden en tenslotte leid-
galies, haar verplegend personeel op het niveau
ta brengen van do strengste eischen der ge
neeskundige wetenschap. Daartoe hiledt een
groote stad als Berlijn natuurlijk buitengewoon
den tot corruptie en chaotische toestanden.
Het hoogtepunt werd echter bereikt, toen
een Montegrijnsche afgevaardigde, een lid
van de regeeringspartij, twee leden van de
goede gelegenheid. Aan weeshuizen, aan tehui- Kroatische boerenpartij tijdens een debat in
zen voor kinderen, voor ouden van dagen, enz. het Parlement doodschoot 6n den leider der
enz. heeft Beriijn natuurlijk evenmin gebrek partij doodelijk verwondde.
Volgens een statistiek, die al een beetje ver
ouderd is werkeu op het oogenblik in Berlijn
31 geestelijke genootschappen met 80 huizen,
Men kan van Berlijn, met zijn 450.000 katho
lieken -zeggen dat het de grootste katholieke
stad van Duitsehiand is, zij bet dan al, dat
Dit treurige voorval, dat in alle deelen van
het land een storm van verontwaardiging ver
wekte, verscherpte den toestand dermate, dat
de koning, nadat zijn pogingen, om een parle
mentaire meerderheid te vormen, mislukt
waren, rich den 6 Januari 1929, om een uit-
Kenien at. -nr.ïno-hA-n j tit uit dezen chaotisohen toestand te vinden,
Keulen en Munchen op den voet volgen Wat r
e, gedwongen zag, het parlement te ontbinden en
vtersdheddenhieid wan gjeestelijike n|:d«r.aettin
gen betreft, staat Berlijn verre aan de- spits.
Pater Fulgentius Cap. Miss. van Borneo
schrijft in de „Koerier'' een levensbericht over
den Jtoeroe Stanislaus Ngoedije, die in de
missie te Sanggau aan de Kapoeas, Wester-
afdieeling van Borneo zoo ontzettend veel voor
zijn rasgenooten heeft gedaan. Wij ontleenen
er het volgende aan:
de constitutie op te heffen.
Bij zijn ernstige pogingen om orde te schep
pen in den chaos, riep de koning uit
alle deelen van het land zonder rekening te
houden met hun politieke kleur maar alleen,
met hun bekwaamheid, mannen op, bezield met
den vasten wil, om daadwerkelijk en onver
moeid mede te werken aan de consolideering
van den economischen en poli tl eken toestand
ej, van de eenheid van den staat Hiermede
ging een nieuwe periode voor Joego-Slavië in.
In dien tijd ontstond editor ook de politieke
emigratie.
Leze emigranten zijn hoofdzakelijk leden van
do Kroatische boerenpartij. Terwijl verschillen
de vertegenwoordigers van deze partij, over
Een Dajaksche jongen van niet meer dan
middel-matigen aanleg, verwierf hij door zijn I Umth'dM zij' 'dÓör°krachtdadig medewerking
volhardenden ijver in Febr. 1930 bet diploma rrKH het tegenwoordige regiem hun volk naar
volksonderwijzer en tevens het diploma van
godad'i-eustleeraar op den R. K. Normaal-
cursus te Njaroemkop. Was hij op school reeds
de vriend van iedereen, die hem kende, door
de Kath. Missie als goeroe aangesteld aan de
pas geopende volksschool te Lapé (Distr.
Sanggau) wist hij door zijn eerlijk en zacht
karakter aller harten -tot zich te trekken. Zijn
school wist hij in iy2 jaar bot bloei te brengen.
behooren dienen, actief aan den opbouw van
n staat deelnemen, worden de naar het bui
ten and gevluchte leden der partij tot verraders,
Jle met onwettige en revolutionaire middelen
■de grondslagen van den staat trachten te on
dermijnen, zooals uit eenige processen van den
matsten tijd voldoende blijkt
Door hun vlucht naar het buitenland van
iedere ondersteuning beroofd en losgerukt uit
Eiken Zaterdagmiddag zag men hem den het staatsverband, zijn zij op gelden van bui
moeilijken weg van 2% uur afleggen om
's Zondags de H. diensten te Sanggau bij te wo
nen en hij ging dan ook telkens tot de H. Sa-
oramenten. Bij de grootste hitte of op regen
dagen, eiken Zondag was hij present.
Yan af den beginnen had. hij zoozeer de har
ten gewonnen, dat met alleen zijn scholieren
maar ook oudere menscheu, mannen en vrou
wen (hoewel allen nog heidenen) spontaan met
hem den zwaren weg aflegden om te Sanggau
„Zondag te houden".
Plotseling werd hij ernstig ziek aan zwart-
waterkoarts. Bij goede verpleging in het Land-
sohapsziek-emhuis te Sanggau herstelde hij
Bpoedig zoover, dat hij volgens den dokter de
crisis door was, toen hij plotseling aan een
hartverlamming binnen 2 minuten overleed.
Den volgenden morgen werd hij onder groote
belangstelling der Dajaiks, die 's nachts van
verre kampongs gekomen waren, op 't R. K.
kerkhof begraven beweend in letterlijken zin
door zijne leerlingen- en velen die hem ken
nen. Treffend, was 't te zien, hoe na het ver.
ieniandsohe Instellingen aangewezen Zij mati
gen zich het recht aan, om in de buite-nland-
sche pers als spreekbuizen van de „onder
drukte" Kroaten te fungeeren. Om de wereld te
doen gelooven, dat de Kroaten zeeT ontevreden
zijn over den toestand in loego-Slavië en een
onwenteling wen-schen, schrikken zij er niet
van terug, de waarheid op de grofste wijze te
verdraaien.
De personen in Kroatië, die hun aanvanke
lijk steunden, hebben hen al lang in den steek
gelaten. Zij hebben in Kroatië in het geheel
geen aanhang meer.
De z.g. „Narodna Obrana" waarover in het
artikel, dat 1 Juli j.l. in de Maasbode verscheen
gesproken wordt is een wijdvertakte organisa
tie, wier werkzaamheid den emigranten natuur
lijk niet convenieert. Lasterpraatjes tegen deze
organisatie konden steeds weerlegd worden.
De reeds langen tijd geleden in het buiten
land verspreide geruchten, volgens welke Ser-
visohe officieren, die leden van een tegen den
koning gerichte geheime organisatie, de z.g.
Liga voor vrijheid en recht" zouden zijn,
laten van -het kerkhof, een dajaksj-on-getje van gearresteerd zijn, zijn onwaar gebleken. Een
10 jaar nog eens stiekuim naar 't kerkhof geheime organisatie „Liga voor vrijheid en
•loop om stilletjes te bidden op 't graf van recht" bestaat in Joegi-Slavië niet; het be-
«tja. bemiiwten Goeroe. j richt van haar bestaan is veeleer door de
emigranten verzonnen, om aldus de wereld te
bewijzen, dat niet alleen in Kroatische maar
cok in Servische kringen ontevredenheid
hee-rscht.
Het gepubliceerde manifest is werk van de
emigranten zelf.
Het bericht, volgens hetwelk twee leden van
de „Mlada Jugoslavia' naar Weenen zouden
zijn gereisd, om twee Kroatische Imigré's uit
eten weg te ruimen, is valsch gebleken. De
Weensche politie heeft ontdekt, dat het twee
van valsche passen en revolvers voorziene
smokkelaars betrof.
Zij werden door de Oostenrijksche aan de
Joego-Slavische politie uitgeleverd en door de
laatste als vervalschers en smokkelaars in ver
zekerde bewaring gesteld. Als bewezen was,
dat de beide mannen met het doel een moord
te bedrijven naar Weenen waren gekomen, dan
had men hen in Oostenrijk gevonnist. In zoo
verre dit bericht, dat slechts uit de kringen
der emigranten afkomstig is, in de wereld
pers verschenen is, komt het dus niet met de
feiten overeen.
De „Mlada Jugoslavia" is geen geheime
organisatie, doch een vereeniging van Joego-
Slavische studenten en heeft ten doei alle
krachten, die streven naar de eenheid van den
staat, te vereenigen. Als men deze organisatie
eheime bedoelingen aanwrijft en beweert, dat
zijn beïnvloed wordt door het militairisme, dan
komt dat niet overeen met de waarheid.
Eveneens onwaar is de bewering, dat Joego-
Slavië iets met den aanslag op koning Zogoe
te maken heeft gehad. De daders zijn, zooals
bewezen is, Albaneesche emigranten, met wie
de politieke kringen van Joego-Slavië niet
het minste hebben uit te staan.
Een deelname van Joego-Slavië aan den aan
slag wordt eveneens tegengesproken door de
hartelijkheid, waarmee koning Zogoe den Joego-
Piavisehen gezant ontving, die hem de geluk-
wenschen van Joego-Slavië wegens het mis
lukken van den aanslag overbracllt.
Op hetzelfde oogenblik, dat alarmeerende be
richten over op handen zijnde onlusten in
Joego-Slavië de ronde deden in de pers, bereis
den de koning en de koningin in een open auto
het land, overal met vreugde door de bevolking
begroet.
Te Zagreb, den zoogenaamden haard van de
grootste ontevredenheid, begaf de koning zich
te voet door de stad, om maar te zwijgen van
de wandelingen, welke de monarch dagelijks
door Belgrado maakte, den zoogenaamden
hoofdzetel van de tegen hem gerichte „Liga
voor vrijheid en recht".
Ook de deelname van het vorstenpaar aan
alle mogelijke openbare festiviteiten, wat zeker
niet gebeurd zou zijn, als men rekening te
houden had met een heerséhende sterke onte
vredenheid, mag niet vergeten worden.
Vermeld zij verder nog, dat de boeren in
alle deelen van het land massa-betoogingen
hebben gehouden, waarbij zij blijk gaven van
hun trouw aan den koning, hem hun steun
aanboden, hetgeen zij door een manifest he
kend maakten. Tegelijkertijd hebben de Servi
sche boeren in grooten getale de Kroatische
boeren bezocht, terwijl van hun kant de Kroa
tische boeren de gasten zijn geweest van hun
Servische broeders.
Op deze wijze wordt de toenadering tusschen
de Servische en Kroatische boeren bewerkt en
orden de verschillen uitgevaagd, een doel,
at ook de groote leider der boeren, Radic,
voor oogen had. Deze toenaderingspogingen
zijn in het oog der emigranten slechts maak-
werek. Doch saxa loquntur
Als de huidige regeering met het oog op haar
doel: de consolideering van den staat en zijn
economische en politieke verheffing, haar toe
vlucht heeft genomen tot maatregelen, die
streng en onbuigzaam zijn, dan is dat tenslotte
niets anders dan dat, wat ook Nederland in
Indië doet, waar tegen elementen, als ook de
Kroatische emigranten zijn, tot handhaving
cier orde en tot bescherming van de souverei-
niteit met even groote strengheid en onbuig
zaamheid wordt opgetreden.
Wat beteekent het voor een staat van veertien
millioen inwoners, dat eenlgen in het land
ontevreden zijn en In emigratie moeten leven,
of dat eenigen zich hebben teruggetrokken of
tot stilzwijgen zij]' gebracht?
Ongetwijfeld zal koning Alexander, overeen
komstig zijn belofte, een gerijpt volk vrijwillig
het recht terugschenken, om zijn politieke en
economische toekomst zelf in handen te nemen,
als de politieke stabiliseering van Joego-Slavië
zoo ver gevorderd is, dat zonder schade naar
het normale parlementaire systeem kan worden
overgegaan, een oogenblik, dat misschien niet
ver meer is.
Zonder onderscheid en in alle deelen van het
land, koestert men in economische kringen den
venscli. dat de huidige politiek, daar zij vrucht-
laar is, wordt voortgezet ook onder een parle
mentair regiem.
In de korte spanne tijds van twee jaar
zijn in Joego-Slavië vele instellingen gesticht,
die de belangen der landbouwkringen op iedere
wijze krachtig behartigen en beschermen. Men
kan gerust zeggen, dat het huidige regiem een
economische revalor'isatle van den verloren tijd
van een tienjarigen politieken strijd is.
CHRISTIAN GüNTHER,
lid van de buitenlandsche
persvereeniging, Den Haag.
De Avro-verzoening.
P. G-assus dicht in het Utrechtsoh Dagblad:
„Nu de regen valt bij stroomen
Waar je dezer dagen gaat,
Moest ook het contact wel komen,
TusschenVogt en Waterstaat".
door
Prof. Dr. F. J. DE WAELE.
Bij ondervinding weet ik, dat men een
opgraver wel eens als een soort mijnwerker be
schouwt, en dat het opgraven omschreven wordt
door: tientallen meters verder in een half ver
stopte waterleiding voortkruipen, krabben en
tasten naar kap-tte scherven onder een of
anderen bouwvalligen muur, meters diep in den
schoot van moeder aarde afdalen, waar „geen
zonnetje lacht iu die donkere mijn".
Zeker gebeurt dat vrij vaak, maar daarnaast
gebeurt het ook, dat antieke resten zeer dicht
bij de oppervlakte van het veld liggen en dat
een heerlijke natuur en een warme zon de
werkuren vroolijk en lekker maken. Van dit
laatste kreeg ik een ruim aandeel bij het bloot-
loggen van den Korinthischen tempel, gewijd
aan den heelgod Asklepios.
Uit de beschrijving van Pausanias, een reizi
ger uit de tweede eeuw na Ohr., wisten we.
dat die tempel bestaan heeft en dat hij ergens
ten noorden van de antieke stad moest liggen.
Maar, al hadden we door het ontdekken van
de groote theaterstraat de ligging wel iets na
der kunnen bepalen, het was niet mogelijk, pr
ei es-er gegeven te vinden.
Twee jaar geleden nu kwam een boer me
vertellen, dat hij op zijn akker vlak by den
rand van het tafelland, waarop eens d-e antieke
stad lag, enkele Grieksclie scherven gevonden
had.
Veel beteekende dat niet, maar er was een
complex gegevens: De scherven bleken een af
valhoop te vormen, bovendien lag de akker
vlak bij de zware kleilagen, open voor alle
winden en in de buurt van een waterbron
Een pottenbakkerij? Immer-s dat vraagt een
pottenbakker aan moeder Natuur: klei, wind
en water.
Het vclgend jaar werden twintig proefgrep-
pels gegraven: sommige sleuven bevatten stuk
ken van Grieksche muren, andere weer niets
zeggende muurfundamenten, andere slechts in-
snydingen in de rots: en dat waren de voor
naamste.
Er was dus iets. Was het de moeite waard
den akker te koopen en tot een systematisch
onderzoek over te gaan? De optimisten zeg'
den: ja. De bedekkende aardmassa schoen
vrij gering te zijn: 4400 m3 of 9000 spoorwagen,
tjes. Dan werd onderhandeld, de spoorlijn
aangelegd, een oplossing gezocht en gevonden
v:or de altijd netelige kwestie: waar blijven
we met de bedekkende aarde?
Toen begon een campagne van veertien we
kenMei levert de heerlijkste weken: in
April valt nog wel eens regen, en in Juni
wordt het zonnetje warm. Vooral hier aan
den stadsrand, 50 m. boven den zeespiegel, is
het een Mei-landjuweel van kleuren en mu
ziek In de urenwijde Korintische vlakte van
het Iistmische heiligdom tot aan het oude
Sikuoon. Een oneindigheid van vlakte, lucht
en licht met den blauwen zeeboezem, als een
schelle hiailsdas over dat natuurkleed met h-on
derden kleurige kleerstukken.
Op de verre toppen van Farnasses en Kyl-
lene, de Grieksahe Alpen, liggen nog de witte,
gescheurde lappen van de sneeuwen slaapmuts.
Beneden: grauwgroene olijfplantages, zilver
grijze vijgeboomen, korenvelden en wijngaarden
in een malsohe lentek-leur en overal in dat
kleurenstaalboek, lidht-grijze, bijna kleur-
looze boerenhuizen, of de zwarte spook-
vl-ek van een cypressengroep van een ka
pelletje. In dien poel, vlak voor de bron, do
avon-d-jazz der kikkers; hier en daar bellen-
gerinkell van de kudde, die de schuilplaats
opzoeken, en voor wie blijft nadroomen, het
zonnevaarwel achter d>e bergen van Sikuoon.
Een hartelijk en „kalisperas" (goeden avond)
van mijn vriend den geitenhoeder Evangelos,
abonné van „gindsche groene wei", die graag
wat verkoopt of toont: een scherf of een munt,
die hij toevallig vond, of eenmaal het geitje
dat een oogenblik geleden in dit tranendal van
onverbiddelijke herders en slagers aanlandde,
ais dat broertje uit Virgilius' onvergetelijken
herderskout „spes gre-gis, a, silice in nuda
Zoo kwam wel een of andere antieke herder,
twee duizend jaar geleden, naar het heiligdom
van Asklepios en offerde de paar kleiaarden
geitepooten. die ik in een afvalkuil vond, als
exvoto's voor genezing van kwalen, die kudden
van alie tijden teisteren.
Iedere opgraving heeft haar dagen van
hopeloos niets. Aarde van alle kleuren: vette
kleiaarde, roode rotsaarde, wit gruis en afval,
maar vondsten nul. De twee eerste weken zelfs
kwam quasi niets te voorschijn. D£n maakt
iedere kleine vondst gelukkig. Die eerste kleine
vondst was een kleiaarden menschenvoet, meer
dan levensgroot. Meteen vingen de discussies
aan. Een groot terracotta standbeeld, in den
tramt van den'Etruskischen Apolloon van Veii?
Het was al te onwaarschijnlijk. Toen schoot
me te binnen, dat ergens in een klein lokaal
Grieksch museum een relief hangt met de
voorstelling van een man, die een heen en
een voet offert. Dus: een voet als ex-voto voor
een pelgrim met een voetkwaal?
Meer stukken kwamen te voorschijn: we had
den dus met een „favissa", een afvalkuil vau
dergelijke wijgeschenken te doen. Zilveren wij
geschenken gooide men niet weg, werden ze
te talrijk, dan smolt men ze om -tot een groot
wijgeschenk, maar kleiaarden ex-votos' waren
natuurlijk van geen waarde. We moesten hier
dus in de buurt van een heel heiligdom zijn
en het lag voor de hand, dat we in dit geval
het Asklepieion zouden vinden.
Twaalf weken zijn daar over heen gegaan,
en al vrij spoedig vonden we het gezochte com
plex, de schamele resten van een groot
sanctuarium met portieken, standbeelden en
offerblok binnen het tempelgebied, met water
putten en waterbronhuis, met zijn overdekte
straat, met zijn slaaphal, waar de patiënten
den god-heelmeester verwachtten, met hetzelf
de vertrouwen op genezing als de vromen van
Galilea een paar eeuwen later zouden opkijken
naar dien Man, die wonderkracht had in de
toppen van Zijn vingers en den zoom van Zijn
kleed.
Hier speelde zich een periode der lijdende
menschheid der Grieken af en de gedachte
daaraan is ontroerend, evenzeer als de gedach
te aan het menschelijk leed, dat den hemel ge
weld aandoet door zijn eenvoud en zijn over.
tuiging, dat zelfs daar genezing mogelijk is,
waar de dragers der wetenschap den patient
hebben opgegeven.
Verwacht echter niet, aanzienlijke stukken
van muren of zuilen te vinden: van het heele
heiligdom de straat en de in de diepte lig.
gende gedeelten uitgezonderd is in letter,
lijken rin „geen enkele steen op oen ander ge
bleven". Juist dit feit en het observeeren van
munten en scherven, vooral van de brandlagen
Im het afhouwsel der steenen, heeft me in
■Laat gesteld, een nieuwe bladzijde U schrijven
in de geschiedenis van het eerste Korinthisehe
christendom.
Omstreeks 370 namelijk waren te Korinlhe
de Christenen reeds zoo sterk, dat ze ertoe
konden overgaan, op een systematische wijze
de heidensche tempels in de eerste plaats
natuurlijk die van den god. die wonderen wrocht
„met de hulp der booze geesten" te vernie-
tigen en volkomen te doen verdwijnen.
Hetzelfde lot ondergingen omstreeks dezen
tijd de groote tempel van Antiochië, en te
Alexandrië hielden de heidenen hun hart vast.
toen de eerste monnik den eersten mokerslag
aan het beeld van den groote-n Sararpis toe
diende. Zou de god den heiligschenner me
een bliksemstraal neersmakken, zooals de
eeuwenoude traditie beweerde? Inderdaad kwam
er beweging in het beeld, maar de eenige paniek
werd veroorzaakt door een bende ratten, die
hun penaten in het holle beeld hadden opge
slagen.
Zoo verdween dus de Korinthisehe Askle
pios: de steenen werden ter plaatse tot nieuwe
bouwsteenen omgehakt, alles werd geroofd en
toen er niets meer te rooven viel, werd de
heele afvalhoop, steenafval, stukken hout, bal
ken, splinters en schavelingen eenvoudig in
brand gestoken.
Ongetwijfeld werd dé plaats als een ver
vloekte plaats beschouwd, want de Christe
nen, die kort daarop een begraafplaats aan
legden aan het tafelland, vermeden het zorg
vuldig, hun rotsgraven uit te hakken in het
vroegere Asklepieion-gebied.
Wie in een antieke stad graaft, houdt na
tuurlijk altijd bepaalde historische feiten in
het oog. Die feiten zijn hier: de Romeinsche
verwoesting in 146 v. C. ©n de eeuw van „deso-
latie", de wig, die de stadsgeschiedenis splijt
in een Grieksche en Romeinsche helft. In 44
v. C. werd Korinthe als Romeinsche stad weer
opgebouwd; het jaar 395, dus iets meer dan
vier eeuwen later, beschouwen we als het eind
tier oudheid, maar deze verwoesting van Ala-
rik heeft geen uitstaans met hot Asklepieion,
dat reeds meer dan 20 jaar van het aanschijn
der aarde weggevaagd was, toen de Westgoten,
de Isthmisclie stad te vuur en te zwaard ver
woestten.
Heeft de Romeinsche soldate3ka van Mum-
mlus zijn woede botgevierd op het heiligdom
in 146 v. C.? Is het in dien storm verdwenen?
Ja en neen. De hallen rondom den tempel,
waarin de wijgeschenken Opgehangen en ten
toon gesteld werden, verbrandden en stort
ten in.
Het bevreemdend feit, dat we uit den tijd
onmiddellijk voor die verwoesting geen ex
voto's gevonden hebben, kan er op wyzen, dat
de wijgeschenken uit metaal vervaardigd va-
era en dat die exvoto's hun weg gevonden heb
ben naar de smeltkroes van den opkooper.
De tempel zelf werd niet afgebroken, maar
was zeker zoo deerlijk gehavend, dat hij bij
den heropbouw der stad flink moest gerestau
reerd worden. Een van de weinige steenblok
ken, die de laatste verwoesters niet „ver-
werld" hebben, het ligt vlak naast den in
gang van tien tempel is een stuk van het
balkwerk (architraaf) boven de zuilen en daar
op vonden we onder een laag stucco liet be
gin van een namenreëlts van personen, mèt
voor- en familienaam M. Antonius.
Vrije loop aan de natuur
INSPIRATIE VOOR DEN
MOPPENTROMMEL
In heel veel landen en streken maakt op den
huidigen dag de verschijning van een baard
ongeveer 'n opschudding even groot als een
Volendammer broek op Broadway of een
Schotsch rokje in de Goudsbloemdwarsstraat.
Er ontstaat, althans wanneer de baarddrager
geen geestelijk kleed verraadt, een volks
toeloop, terwijl de aanleidende oorzaak van
zulk een verkeersstagnatie gevaar loopt op
den koop toe met huid en haar te worden
ingerekend.
Die personen, die de tempel restauratie op
eigen kosten hebben uitgevoerd, waren hoogst
waarschijnlijk de vrijgelatenen van den trium
vir M. Antonius, die de groote tegenstander
van Augustus was en te Korinthe zeer in aan
zien stond. Nadat hy in 31 v. C. den genade
slag had gekregen in den zeeslag bij Actium,
kraste men zooveel mogelijk zijn naam uit op
alle publieke monumenten. Dat gebeurde ook
hier. Boven de met roode verf geschilderde na
men werd een laag witsel gepleisterd. We
krabden die „reformatie"-laag af en vonden
de deerlijk gehavende inscriptie.
De „Romeinsche" tempel van Asklepios
Aesculapius in de taal der meesters leefde
een viertal eeuwen. Hij was evenals de
Grieksche tempel, uit poreuze steen gebouwd,
maar met kleurige marmerplaten bekleed,
waarvan we hoopen fragmenten vonden In de
afvallagen. Wijgeschenken kleine marmeren
votiefbeeldjes en opschriften - waren alle,
op een paar stukken na, verdwenen. Eén van
die stukken was een eere-deereet voor een
geneesheer.
De belangrijkste bydrage voor or ze kennis
van de Grieksche periode, leveren de klei
aarden exvoto's der lickaamsdeelen en het te
gelijkertijd gevonden vaatwerk. Meer dan 10
kubieke meter van dit materiaal kwam uit de
waterputten, waterreservoirs en afvoerkanalen
te voorschijn en we besluiten eruit dat het
heiligdom in de tweede helft der 4e eeuw naar
een vooropgezet plan vernietigd werd: 'n werk
van vroomheid, daar men aan den heelgod 'n
grooter en waardiger tempel wi'de bouwen.
Van den allereersten tempel hebben we dus
alleen rotsinsnijdingen, en die ztin gedeeltelijk
oversneden en weggehakt toen men den
nieuwen tempel bouwde, waarvan de groote
plattegronds-rechthoek nog duidelijk te zien is.
De eerste tempel was vry klein (s tegen 6
meter)daarin stonden, onder een baldakijn,
het beeld van den goddelijken geneesheer en
zijn vrouwelijke partner, de godin Geztndheid
(Hygeia).
Van het baldakijn is niets andris meer over
gebleven, dan de vier holen, waarin de houten
zuilen vastzaten. Voor het dubbele kultusbeeld
stond eenmaal een altaar en een offertafel en
vlak bij het altaar begint een groeve in de
rots, waarin water en wyn der plengoffers
naar een afvoerkanaal wegvloeien.
Twee waterputten en twee flink gecementeer
de waterbassins leverden het heilige water voor
den eeredienst. Het bouwmateriaal voor den
eersten tempel Is verhuisd in de 4e eeuw v.
ender den rotsmuur, van de overdekte
straat, waar we door nauwkeurige opmeting
in staat zijn, vloer- en muursteenen te onder
scheiden.
In de 4e eeuw dan hield men de groote
opruiming, vooral van wij-geschenken. Gouden
en zilveren exvoto's kan men tot één stuk
samensmelten; kleiaarde stukken niet.
Het is de eerste maal, dat men in Grieken
land dergelijke wij-geschenken van mensche-
lijke iichaamsdeelen vindt en men mag zioli
afvragen, of het voorkomen van dergelijke
terracotta-votieven in Etrurlë er niet op wijst,
dat Grieksche invloed ook hier in het spel is,
en meer concreet de invloed van de Korin
thisehe kunstsfeer. Handen met geweldige
zweren erop, zieke oogen, doove ooren, handen
met kromme vingers, voeten met onregel
matige teenen, armen en beenen van rheuma-
tieklijders, gezwel in den rug, koppen, die
wyzen op hoofdpijn, ongedierte en kaalheid,
allerlei exvoto's van kranke vrouwen.
Kortom, de opgravingen van 't Asklepieion
te Korinthe hebben ons de illustratie geleverd
in terracotta-beelden van wat de wonderver
halen van Epidauros ons schriftelijk ver
tellen. Of dergelijke „heelwonderen' ook te
U schokschoudert natuurlijk weer, en meent,
kleingeloovig, dat wij weer overdrijven. Ga het
experimenteeren; steek u in nationaal-Schot-
sche dracht en maak een wandeling door de
Amsterdamsche Goudsbloemdwarsstraat. In
middels houden wij de aandacht gevestigd op
het eerste part onzer vergelijking en blijven
wij halsstarrig beweren, dat u het eerder
moet wagen, om in een Volendammer broek
dan met een baard op Broadway te gaan
loopen. De baard is nu eenmaal iets on-
Amerlkaansch, en alles wat niet Amerikaansch
is, is in de omgeving van Broadway een gruwel.
Edoch; dan te weten, dat dit baardlooze
tydperk in Amerika nauwelijks een halve eeuw
oud is, en amper vijftig jaren geleden werd
ingeluid. Wanneer men zich zoet houdt met
het zien van oude plaatjes, en men komt
illustraties uit den burgeroorlog tegen, dan
valt liet op, hoe gewoon soldaat en generaal
versierd zyn met de volgroeide teekenen
van hun manneiyken haargroei, cn hoe jongere
en oudere steunpilaren van het burgerlijke
leven In die dagen ook in het minst niet deden
vermoeden, dat Gillette eenmaal 't haar van
alle kinnen zou wegstrijken.
Na dien oorlog is het vervaltijdperk van den
baard evenwel ingetreden, en alle Ameri-
kaansche baarden sneefden zoo r.rdikaal onder
het mes, de Amerikaansche baard is sedert
zoo in discrediet geraakt, dat hij, die zich
nog met dit klnnebaks-aanhangsel durft ver-
toonen, inspiratie geeft voor den moppen
trommel, en zich als mikpunt stelt voor alle
mogelijke onheusche grappenmakerij.
Wie de onvoorzichtigheid zou hebben om een
weddenschap aan te gaan die hem zou nopen,
binnen vijf minuten een paar Amerikaansche
hooge oomes, en persoonlijkheden uit het
openbare leven, te noemen, die gebaard of,
duidelijker is het wellicht, bebaard zijn, dan
verliest hij die weddenschap beslist, tenzij
hü zich nog mocht herinneren Hughes, den
president van het opperste gerechtshof, en den
senator uit Chicago Jim Ham Lewis.
n Jaar of tien, vijftien geloden probeerde
de studentenwereld het dons van de bovenlip
wat te toucheeren; wat men misschien be
schouwen kan als den schuchteren aanloop tot
een uiteindelijke baardmode, maar deze poging
is eveneens radikaal „de lip afgerukt".
En toch maakt momenteel de baard in
Amerika het gesprek van den dag uit, om het
een beetje Amerikaansch-overdreven uit te
drukken. Buiten, ver in het wilde Westen,
aan de kust van den Stillen Oreaan in den
staat Washington, ligt de stad Centralia, die
7549 inwoners telt. Zooals Iedere stad. houdt
ook Centralia er een typische eigenaardigheid
op na, waardoor het waardig gekeurd kan
worden, om in Baedeker en alle andere gidsen
te verschijnen. In Centralia dan werd telken
jare een Amerikaansche pic-nic georganiseerd
door de Zuid-West-Washington Pioniers, waar
de slager en de kruidenier van haar 7549
inwoners wel hij voeren.
Laeie, begon de toeloop tot dezen openlucht
maaltijd de laatste jaren danig te tanen, zoo
dat de pioniers dier pionieren de clean-shaven
koppen bij elkander staken om middelen te
beramen, om in den vervolge niet met aan
gesneden haas en half-versneden koek te moeten
blijven zitten. Toen viel het een scherpzinnig-
aard op, dat de vergaderden toch nog maar zoo
weinig geleken op die oude voortrekkers in
Zuid-West-Washington vau vlak voor den
burgeroorlog, die rabauwige kerels met ruig-
behaarde koppen, en men besloot daarop een
Oberammergauscli decreet uit te vaardigen en
een algemeen sclieerverbod aan de pui van het
stadhuis te hangen.
Zoo wordt de haard in Centralia in dienst
gesteld van de reclame.
Eu dat Centralia toont te weten, dat de
malais© bestreden moet worden met radikale
middelen, is (je reclame geen radikaal
middel? blijkt wel uit die paragraaf van
liet Centraliaansch baard-decreet, waardoor
een ieder verplicht wordt, hem, wiens over
treding van de wet op het gladde aangezicht
ligt, onmiddellijk voor den rechter te voeren.
Bovendien staat er met duidelijke woorden in
de wet aangegeven, dat een zware knevel, of
een ouderwetsche dragonder snorrebaard geens
zins aan de wettelijke verplichting voldoen,
en dat men wel degelijk de natuur den vrijen
loop moet geven, gelijk de voorvaderen zulks
deden, en in 'n omlijsting van haar ver-
schynen moet. Wanpeer de gebaarde dame In
het circus van Barnum and Bailay al zoo'n
aantrekkingskracht blijkt te hebben, en voor
zoo'n kasstuk geldt, hoe moeiten een paar
honderd haardeiyke kerels de gemeentekas en
de toonbankladen van Centralia dan niet
vullen.
Ongetwijfeld zal de pic-nic van Centralia
een pendant blijken van den sla? van Valmy,
waarvan Goethe beweerde, dat „van daar en
van toen" een nieuwe tijd aanving; hat tijd
perk van den baard zal zich van u" Centralia
in Washington, van de kust van den Stillen
Oceaan af, baanbreken, bet tijdperk van den
baard, dat door de binnenkomst van den
democraat Gnover
Cleveland in het witte
Huis, in den jare 1SS.® .^00 smadelijk, 200
onmannelijk en zoo ontijdig afg3broicen werd.
Korinthe opgeteekend werden, weet men niet,
maar zeker is het' dat hier rp een unieke
wijze door het wijden van lavensgroote en
meer dan levensgroote Iichaamsdeelen de
lijdenden en goheelden hun dankbaarheid voor
d-e genezing uitdiukten.
Bovendien ■ll®e£t een heelheiligdom gewoon
lijk een rijk otfeiblok. Hier stond het aan den
ingang wan het heiligdom; een vierkant steen
blok met een bolvormige uitholling in bet
bovenvlak. Het tweede steenblok dat eenmaal
het eerste bedekte en waarin zich de gleuf
bevond, was verdwenen. De laatste inhoud
van bet offerblok bleek in 146 v. C. niet heele-
maal geledigd te zijn; we vonden erin nog
5 Spartaaasche, 2 Kerkyrische en 3 Elische
munten.
Ik hen meer dan steenen en scherven, mun
ten en exvoto's gevonden. Ik heb in den geest
een film gezien van de menschelijke miserie
in Griekschen ea Romeinschen tijd, troost ea
genezing zoekend bij (een hoogere kracht.