DE KATHOLIEKE ARBEIDERS INTER
NATIONALE
„Ons congres
openbaar, wij
verberéen"
hebben niets
GEEST VAN VERWARRING EN
ONGELOOF
I
a
is
te
Maar de Kerk is
paraat
- rj
ITT» d«.-»>• «iri"-
ZATERDAG 5 SEPTEMBER 1931
..PLICHT VAN
SOLIDARITEIT"
OVERDREVEN NAAR DEN
ROODEN KANT
„Quadragesimo Anno" en haar
beteekenis voor de doel
stelling der Arbeiders-
Standsorganisatie.
OP DE EERSTE PLAATS: DE LIEFDE.
gQOjarig bestaan
bestaan der stad.
HERSTEL DER SOCIALE ORDE.
XVe NEDERL. LITURGISCHE
WEEK.
DE LAATSTE DAG.
gejt kapitaal, maar vooral d§ JejdiM B2&;
OVERSTROOMING IN CHINA.
Naar aanleiding van de critiek, door enkele
bladen o.m. door de Maasbode geoefend
op enkele uitlatingen van den heer de Bruyn,
In verhand met a.s. Congres te Utrecht, repli
ceert de voorzitter van het Katholiek Werk
liedenverbond als volgt in de „Volkskrant":
In de persconferentie is op toename van
de vermogens gewezen.
Jawel, dat kan nfet worden ontkend,
doch die vermogens-cijfers zullen er thans
anders uitzien? Best, wij geven die waar
schijnlijkheid toe. Doch beteekent dat, dat
wij tranen met tuiten moeten huilen om
den man of de vrouw die op eenige mil-
l'i oenen enkele tonnen „verliest?" Dat soort
menschen blijft behooren tot de hoogst aan-
geslagenen, d.w.z. dat het o.i. rechtvaardig
is, dat het geld, dat er voor een behoor
lijke ouderdomsvoorziening noodig is, ge
haald worde, althans ten deel waar het
is. Wij gunnen die rijkaards hun luxe
auto's: bet zou intusschen waarlijk geen
ramp zijn, indien een van dezulken inplaats
van over vijf eerste klas auto's gelijk
ons dezer dagen een chauffeur verzekerde, te
beschikken, het voortaan met één of twee
moest doen, doordat hij de waarde van drie
„wagens" ten bate van de oude, moe gew ei -
te arbeiders aan de fiscus zou moeten af
staan. Daarmee zou ook in praotijk worden
gebracht het verlangen van „Quadragesimo
Anno", betrefffende de groote ongelijkheid
Vein bezit
Wij mogen ons niet op de vermogens
beroepen, opperde een katholiek grootin-
dustrieel in de „Maasbode doch dienen naar
de inkomsten te kijken.
Wij zouden niet weten waarom de vermo
gens buiten onze beoordeeling moeten wor
den gesloten, doch de verwijzing naar de in
komsten verandert het beeld niet.
Het spreekt vanzelf, dat de inkomens, ook
in ons betoog, een factor van beteekenis
vormen.
"Wat zeggen nu die cijfers?
Geven zij een vermindering aan van het
aantal grootere inkomens? Geen sprake
van.
Het aantal inkomens van 10.000—20.000
gulden was in 1924/-925: 18.297; in 1927/
1928: 19109; in 1928/1929: 20076.
Het aantal inkomens van 20.000 tot
30 000 gulden liep in dezelfde jaren op van
4094 tot 4699 respectievelijk 5089.
Van 30.000 tot 100.000 gulden: van 4001
tot respectievelijk 4962.
Het aantal inkomens van 100.000 gulden
en hooger steeg van 634 tot 811, respectie
velijk tot 873.
Een verwijzing naar de inkomstenstalis-
tiek helpt derhalve onze vriendelijkste tegen
standers niets. Het is plicht van solidari
teit, dat allen die het betalen kunnen, mee
helpen dat den arbeiders, die immers die
immers de voortbrengers zijn van allen rijk
dom, gelegenheid worde gegeven voldoende
t© kunnen l©ven bij werkloosheid en op hun
ouden dag.
De arbeiders met hoed en pet, dat
zijn zij die minder dan 8.000,— per jaar
verdienen;
dat zijn de 736.729 die van 800,tot
1.400,de *492.730 die van 1.400,— tot
2.000,de 275.834 die van 2.000,tot
3.000 verdienen.
En dan de bedrijfsorganisatie? Die kost
geen geld; die zal, afgescheiden van de
groote sociale voordeelen, de vooritbren
ging ongetwijfeld bevorderen en den rijkdom,
maar dan beter verdeeld, doen toenemen.
Het aftreden van dr. Wibaut als wethouder
van Amsterdam, doet „Het Volk" schrijven
dat de S.D.A.P. behalve afbreken ook bouwen
kan.
Da tijd is voorbij dat men van haar zeide
dat zij enkel critiseeren kon. De tijd is voor
bij dat de katholieke partij bij de stembus
tot ons zeggen kon; Ziehier onze zieken
huizen, onze weeshuizen, onze gestichten
voor ouden van dagen, wijs ons, gij sociaal,
democraten, wat gij tot stand gebracht hebt.
De tijd is voorbij. De tegenstanders weten
thans, dat de sociaal-democratie bouwen zal.
Niets kan ons meer verheugen dan de lust
bij de S.D.A.P. tot constructief werk, een lust.
welken dr. Wibaut, ondanks de Marxistische
theorie, steeds heeft getoond.
Maar twee opmerkingen moe ten ons hier du
uit de pen
De eerste is, dat de S.D.A.P. nergens alleen
en met eigen kracht iets tot stand bracht.
De tweede is, dat de katholieken nog altijd
Zelf niet alleen een enorm aantal stichtingen
en instellingen oprichten en alleen onder
houden, maar dat zij, dank zij hun beginselen
nog altijd duizenden menschen hebben, die zich
zonder eenig stoffelijk gewin of hoop op men,
schelijk eerbetoon aan de verzorging van armen,
ellendige® en hulpbehoevenden wijden.
Wij zullen de laatsten zijn het werk van an-
derfedenkenden zeker van 'n man als Wibaut
te verkleinen maar de arbeid van socialisten
naast die der katholieken zetten zooals „Het
Volk" dit doet, dat lijkt ons toch een beetje
erg overdreven naar den rooden kant.
Gisterenmiddag om half vier ving te Utrecht
in het Kasteel van Antwerpen het tweede
Internationale Arbeiderscongres aan.
In de met enkele vlaggen versierde zaal
waren ongeveer 150 deelnemers aanwezig
waarvan de meeste uit Nederland en verder
vertegenwoordigers van België, Duitschland,
Luxemburg, Polen, Zwitserland en Joegosla
vië.
Onder de aanwezigen waren ook verscheiden
internationale figuren waarvan wij noemen
■mgr. Waitertoach uit Miinchen, H. Hermans,
min. Hijman (België), mgr. Miiller, Reichs-
verbandpraeses, mgr. dr. Pools, senator Kan.
Broeckx (België), de heer SerrBirens, secreta
ris van het Int. Christ. Vakverbond, de heer
Keuter, burgemeester van Diisseldorf, prof. de
Vries, Rotterdam en Kan. J. G. van Schalk
uit Utrecht.
O peningswoord.
De voorzitter, de heer Jos Joos, lid van den
Duitschen Rijksdag, opende het congres met
een korte rede, waaraan wij het volgende ont-
leenen:
Ik heet de delegaties uit de verschillende
landen, aldus spreker, alsmede de vertegen
woordigers der bevriende organisaties harte
lijk welkom. In het bijzonder verhengt het
mij, die vrienden hier te kunnen begroeten,
waarmede wij reeds zoovele jaren hartelijk
hebben kunnen samenwerken. Heel in het bij
zonder stel ik het op prijs, dat het onzen
vriend Hijman mogelijk is, hier in ons midden
aanwezig te zijn. (Applaus.)
Wat ons congres moet zijn, volgt uit de tijds
omstandigheden. Een economische crisis van
ongehoorde scherpte en duur drukt op de
volken der aarde.' Er treden fouten en tegen
spraken in het huidige economische systeem
Een standbeeld van Karei den Grooten
ontworpen door Jac Maris te Heumen)
aan Nijmegen aangeboden door deV.V. J
Nijmegen vooruit bij gelegenheid van het
Niet alleen lichamelijk, maar ook
l moreel gaat de groote massa der wwcfc
beid gebukt onder de gevolgen van
toestand en in dezelfde mate, waarin
ringen en wanverhoudingen in het hui
economisch leven aan den dag treden, ver
meerdert ook de onrust onder de massa, de
iradicale stroomingen nemen toe in omvang en
in intensiteit, de geest van verwarring en on
geloof grijpt om zich heen. Wie zijn oogen ge
bruikt, kan dat allerwegen zien.
Voor ons, leden der katholieke Arbeiders
beweging, is het in zulke tijden een onbeschrij
felijke vreugde, te weten, dat onze Heilige
Kerk paraat is. Juist in dit jaar heeft de
Heilige Vader, Paus Pius XI, ons een nieuwe
sociale encycliek gegeven, een encycliek van
bat allergrootste belang. Deze encycliek geeft
ons hechte grondslagen, een duidelijk doel en
een veiligen weg-
Daarom worden wij, bij het begin van dit
congres, vervuld van een gevoel van groote
dankbaarheid jegens onzen Heiligen Vader in
Rome. Op bijzondere wijze zullen wij in den
loop van diit congres onzen eerbied, onze on-
verbreekbare trouw en onzen oprechten dank
tot uiting brengen. De beste wijze om onze
aanhankelijkheid en onze trouw aan den Hei
ligen Vader te betuigen is echter, wanneer wij
het vaste voornemen maken, om juist in deze
tijden te werken en te streven in den geest
der Kerk en als haar levende ledematen.
Dan wijdde spreker eenige woorden aan de
nagedachtenis van Mgr. Nolens, welke door
de vergadering staande werden aangehoord.
Spr. roemde dr. Nolens als een beschermer
van den arbeid. In verschillende landen, al
dus spr., was hij vertegenwoordiger der re
geering op congressen inzake arbeidsaa.nge-
üegeuheden. Thans Is hij opgeroepen naar het
eeuwig vaderland. Wij zullen hem noode mis
sen, maar wij zullen niet nalaten, onze gebe
den op te zendien voor de eeuwige rust vaD
zijn ziel.
Ons congres is openbaar, aldus ging de voor-
Bitter daarna verder. Wij hebben niets te ver
bergen. Wat wij denken en willen, moet aan
eenieder bekend worden. Wij willen werken
voor het leven en het is voor ons van belang,
dat men onze stem overal hoort.
In dezen geest verklaar ik dit, ons tweede
.congres, voor geopend.
Hierna dieed de voorzitter voorlezing van de
ingekomen heilwenschen; de Aartsbisschop
van Utrecht en de Bisschoppen van Breda.
iHaariem en 's-Hertogenbosch hadden hun
groeten en zegen gezonden.
Toespraak-de Bruijn.
Vervolgens sprak de heer A. C. de Bruijn,
voorzitter van het Ned. R. K. Werklieden,
verband, een woord van begroeting tot die
deelnemers, namens de Katholieke arbeiders
rJS NiedertoL
Spr. schetste de macht, welke de Katholieke
arbeiders te zamen met de Prot. Ghristelijken
kunnen stellen tegenover de sociaal-democra
ten, waarna herinnerd werd aan het groote
demonstratieve congres, dat a.s. Zondag te
Utrecht zal warden gehouden.
Wij kamen bijeen, aldus spr., op de eerste
plaats, om de encycliek „Rerum Novarum"
te herdenken, maar daarnaast ook om enkele
vérstrekkende eisohen naar voren te brengen.
Spr. zeide het zeer op prijs te stollen,
dat de voorzitter M:gr. dr. Nolens had her
dacht, maar tot blijdschap stemt hiet, diat
binnenkort een ander groot internationaal
werker, nl. dr. Poels, zijn veertig-jarig priester
jubileum zaJl vieren.
Bidden we voor de ziélerust van Mgr.
Nolens, we bidden tevens, dat dr. Poels nog
vele jaren voor de nationale en internationale
beweging behouden mag Mij ven (applaus).
Namens het Intern. Christ. Vakverbond be
groette vervolgens de heer P. Serrarens het
congres, waarbij hij nadrukkelijk verklaarde,
dat de samenwerking tusschen Katholieke ©n
Prot. Christelijke arbeiders niet te nauw en
niet te vertrouwensvol kan zijn.
Verslagen der verschillen
de landen.
Vervolgens werd aan enkele vertegenwoor
digers gëiegenheid gegeven nog iets toe te
voegen aan de verslagen over de beweging
in hun respectievelijke landen, nadat de voor-
ziititier enkele mededeelingen had gedaan over
het werk van het bestuur der Katholieke
Internationale. In het bijzonder werd gewezen
op het belang van de jeugdbeweging, die
thans In alle landen in het middelpunt der
belangstelling staat.
Aan de verslagen dier vertegen woordilgers
ontleeinen wij het volgende:
De vertegenwoordiger van Joego-Sfavië deal
de mede, dat er in zijn land ongeveer een
miillioen arbeiders waren, waarondier er echter
velen zijn, <fie niet uitsluitend arbeiders zijn,
maar die er gedeeltelijk ook b.v. een eigen
boerderijtje op na houden.
In Dalmatlë en Slovenië is wat meer in
dustrie, terwijl in Bosnië en Servië nog ze-er
veel anal-phabeten wonen.
Joego-Slavië kenit geen
maar alleen vakbeweging. Door menschen, die
buiten het land gestudeerd hebben, kwam er
voor 1926 een weinig teekening in de beweging,
hetgeen evenwel In '26 weer te niet werd ge
daan. Met veel goeden wil, maar helaas met
weinig ervaring, is men thans met volle
kracht bezig om tot goede organisaties te
komen.
Senator Kan. Broeckx wees er op, dat de
beweging in België door twee oorzaken vele
successen heeft bereikt. Op de eerste plaats
Ir alles onder een centrale leiding gekomen,
terwij-l daarnaast het feilt, dat d-e voorzitter
der beweging, de heer Hij-man, tot minister
van nijverheid en arbeid is benoemd, een groot
succes is gebleken. Er is la-ng over gesproken
of m-en dezen laatsten stap wel zou doen, maar
thans, aldus spr., kunnen wij G-od loven, dat
deze stap is gezet.
De vertegenwoordiger van Duitschland zeide
het te betreuren, dat zijn land nog niet zoo'n
centralisatie kent als België, terwijl er tevens
gewezen werd op de groote ellende, die in
sommige streken heerscht, door dat er 60 k
80 pet. van de arbeiders werkloos zijn.
De vertegenwoordiger van Hongarije wees
er op, dat men in Hongarije naar 't voorbeeld
va-n Oostenrijk te werk is gegaan, maar dat
de kwestie van de landarbeiders thans veel
ernstiger geacht moet worden.
Thans kwam in behandeling het eerste on
derwerp van het congres: De Encycliek „Qua
dragesimo Anno" en haar beteekenis yoor de
doelstelling der Arbeiders-Standsarganiisatie'
Het woord werd verleend aa.n den heer Hentri
Hermans als eerste spreker.
Op den laatsten dag dezer XVe Ned. Litur
gische week gaf de heer Remy Schelstraete
Practische ervaringen uit de scholen van Sint
Odo te Winssen (Nijmegen), waarna de laatste
redenaar, ir. P. Gilbertus Lohuis O.F.M., sprak
over
Inleiding Henri Hermans,
In „Quadragesimo anno" wordt eene leven
dige beschrijving gegeven van de tegenwoor
dige toestanden op sociaal, economisch en
staatkundig gebied, en wordt tevens aange
toond hoe deze toestanden moeten hervormd
worden èn door verandering van bestaande
instellingen èn door hernieuwde beleving van
de zedenwet. Dit laatste onderwerp, n.l. de
christelijke zedenwet, ook tegenover de dwa
lingen van het liberalisme en socialisme, zal
afzonderlijk worden behandeld. Hier zal eene
poging worden gedaan, om de verandering van
bestaande instellingen in den geest van „Qua
dragesimo anno" samen te vatten in een afge
rond hervormingsstelsel.
De scheiding tusschen de productiefactoren
arbeid en kapitaal, waaruit het looncontract
is ontstaan, heeft aanvankelijk toen er voor
de arbeiders nog groote kans bestond op het
bereiken eener zelfstandige positie in hun be
drijf geen of weinig sociaal nadeel veroor
zaakt. In toenemende mate werd dit echter het
geval na het ontstaan en de verdere ontwik
keling van het grootbedrijf.
Het kapitaal, aanvankelijk geheel in handen
van den ondernemer-eigenaar, kwam toen in
het spel als een derde macht en werd in groote
ondernemingen, voor vooral in de internatio
nale volkshuishouding, de overheerschende
macht. Ondanks alle constructies van samen
werking (collectieve arbeidsovereenkomsten,
ondernemingsraden, bedrijfsraden enz.) werd
toen genoemde scheiding voortdurend grooter.
het kapitaal, werd meer en meer geconcen
treerd in weinige handen en het aantal pro e-
tariërs of niets-bezitters (loonarbeiders en met
hen gelijk te stellen personen) steeg met groote
snelheid tot 65 75 pet. der bevolking van de
industrieele staten der wereld. Deze ontwik
keling gaat voort in het geheele economische
leven, ook in landbouw en handel. Men kan
ze aanduiden als de sociale structuur van het
kapitalisme.
De opeenhooping van het kapitaal in wei
nige handen, vooral bevorderd door het valsche
beginsel der vrije concurrentie, dat nationale
ordening al langer hoe moeilijker, zoo niet
onmogelijk heeft gemaakt, heeft het eigenlijke
doel der productie: redelijke behoeftebevre
diging bijna geheel verdrongen door een louter
streven naar winst. De zoo geschapen moge
lijkheid van zeer snelle verrijking versterkte in
hooge mate het speculatieve element op econo
misch gebied, dat minder op het dekken dan
op het wekken van behoeften berekend is en
telkens het evenwicht tusschen voortbrenging
en verbruik verstoort met de noodlottige ge
volgen van toenemende bestaansonzekerheüd
bij het overgroots deel van de bevolking. Men
kan dit noemen de economische structuur van
het kapitalisme.
Gelijk met deze sociale en economische ont
wikkeling en ten deele als gevolg daarvan,
nam de technische wetenschap een hooge
vlucht. Onder de geschetste omstandigheden
versterkte dit op buitengewone wijze de macht
der kapitaalbezitters, die nu het middel be
zaten, om het productievermogen tot onge
kende hoogte op te voeren, den kleinen kapi-
taalzwakken ondernemer nog meer te verdrin
gen en, ondanks de aanzienlijke verhooging
der loonen en verkorting van den arbeidstijd,
hunne totaalwinsten te vermeerderen, waar
door de afstand tusschen bezitters en niet-
bezit-te-rs almeer werd vergroot.
Zoogenaamde rationalisatie bevorderde deze
irrationeele verhouding in het bedrijfsleven en
maatschappij. Het is de technische structuur
van het kapitalisme.
Ligt de grondfout bij de scheiding tusschen
arbeid en kapitaal, waardoor het kapitaal zich
ook tusschen werkgevers en arbeiders als een
derde overheerschende macht kon ontwikkelen,
dan moet het looncontract worden aangevuld
- „getemperd" volgens Quadragesimo anno"
door een contract van maatschap (hetgeen
meer beteekent dan aandeel van loonarbeiders
in de winst!
De noodzakelijke vorming van nieuw kapi
taal waarvan het bezit nu geschreven wordt
op naam van hen, die het juist niet hebben ge
vormd dient zoo te geschieden, dat eener-
zijds rechtvaardige loonen en winsten worden
betaald, anderzijds de arbeiders geleidelijk
worden gemaakt tot mede-eigenaars van de
onderneming, waarin zij werkzaam zijn. In
het aldus verkregen mede-beschikkingsrecht
zitten alle vormen van medezeggenschap, en
dit systeem moet gedragen worden door eene
sociaal-economische bedrijfsorganisatie, die alle
gelijksoortige ondernemingen geleidelijk ver
bindt en die door bedrijfsbanken, wier kapitaal
wordt gevormd door de overschatten van win
sten en loonen, uitstoot het kapitaal als derde
en overheerschende macht.
In de plaats van vrije concurrentie kome
geregelde concurrentie gebaseerd op nationale
ordening, en invoering van bedrijfsorganisaties
als natuurlijke organen van den staat en ge
richt op eene volkshuishouding, welke het
algemeen welzijn dient, dus redelijke behoeften-
bevrediging op den voorgrond stelt, en waakt
voor eene rustige, ongestoorde ontwikkeling
van de productieve organen, de bestaansbron-
nen der maatschappij.
Alle technische hulpmiddelen moeten aan dit
doel aan de rationeele organisatie van de
maatschappij zelve, dienstbaar worden ge
maakt (mede langs den weg der bedrijfsorga
nisatie, die b.v. laboratoria dienstbaar aan
alle ondernemingen kan inrichten). Van zelf
ontwikkelt zich dan de toestand, dat zoqwel
sociaal als economisch niet voordeelige onder
nemingen (hetgeen te kleine, maar zeker ook
te groote ondernemingen kunnen zijn!) ver
dwijnen, de algemeene welvaart dus ook hier
door wordt bevorderd, alle natuurlijke bestaans-
bronnen van een land worden aangeboord en
ontwikkeld, en uit de arbeidsverhoudingen,
dan op rechtvaardigheid gebaseerd, de militai-
ristische faotor, de factor van den klassen
strijd, wordt weggenomen, hetgeen, behalve
sociaal, ook economisch als een groot gemeen
schapsbelang en als voorwaarde eener goede
bedrijfsorganisatie moet worden beschouwd.
Niet alleen de vakorganisatie, maar ook de
standsorganisatie moet krachtig medewerken
aan deze hervorming, welke niet alleen de
arbeidsvoorwaarden, maar alle maatschappe
lijke verhoudingen en vooral de geestesgesteld
heid betreft.
De gedachten van deze hervorming, welke
ook in „Quadragesimo anno" worden verde
digd, en vooral de leer der kerk op sociaal
en economisch terrein, moeten overmi door
dringen. Een zoo groot mogelijke eenheid onder
de katholieke arbeiders van alle landen is
hiertoe noodzakelijk. Deze eenheid door middel
der standsorganisatie te bevorderen, is het doel
der Katholieke Arbeiders-Internationale.
den anderen kant wellicht in 't geheel niet
geweten is, heeft de individualistische maat
schappijleer dit karakter geheel vernietigd.
Hiermede wordt de vrije concurrentie als zoo
danig niet veroordeeld Integendeel, wanneer
zij binnen, zekere grenzen gehouden wordt,
dan is zij niet alleen te rechtvaardigen, maar
dan moet zij zelfs ook zeer nuttig kunnen zijn.
Tegenover deze vrije concurrentie staat een
ander uiterste n.l. de economische dictatuur,
welke, als leidend beginsel der economie even
wel nog veel funester geacht moet worden. De
economie heeft een krachtige beteugeling en
een wijze leiding noodig, die zij zich zelf niet
kan geven. Men zal dus genoodzaakt zijn te
zoeken naar hooger en meer edeler krachten,
die het economisch leven op de eerste plaats
streng maar ook volkomen kunnen regeeren en
deze machten zijn: sociale rechtvaardigheid
en sociale liefde.
Deze rechtvaardigheid moet de instellingen,
ia het geheele sociale leven doordringen, maar
voor alles is het noodig, dat ztl in daden tot
uiting komen, dat wil zeggen, een sociale en
juridische orde tot stand brengt, die op geheel
het economische leven als het ware haar stem
pel drukt. En daarnaast behoort ^e sociale
liefde de ziel van deze orde te zijn. De Staat be-
hoort met vreugde de krachtdadige bescher-
ming en verdediging daarvan op zich te ne
men, wat hij des te gemakkelijker zal kunnen
doen. indien hij de lasten, welke op hem druk
ken, maar die niet bij hem thuis hooren van
zich afschudt. Meer nog: wegens hun
economische afhankelijkheid en om e ei
dat zij zich zoozeer op elkaar zien aangeweze
moeten de verschillende volkeren één van n
en met vereende krachten er naar streven door
verstandige verdragen en instellingen een
vruchtbare en heilzame internationale samen
werking op economisch gebied te bevorderen.
Na aldus de kern van de naak te hebben
uiteengezet, besprak Pater Perqui den toe
stand, zooals die zich thans iaat aanzien. In
onze dagen, aldus spr. is het sociale en eco
nomische leven zoo ingericht, dat het voor een
zeer groot aantal menschen een zeer ernstige
hindernis vormt om zorg te dragen voor het
ééne noodzakelijke: het eeuwig heil. Wat haat
het per Slot van rekening den menschen de
meest betrouwbare beginselen aangaande het
economisch leven voor te houden, als hij ten
gevolge van een teugellooze laag-bij-de-grond-
sche winzucht zich zoo laat meeslepen door
zijn egoïsme, dat „ofschoon hij de voorschriften
van den Heer hoort, heel zijn gedrag daarmede
in strijd is?"
Als de diepste oorzaak van dit teugellooze
egoisme noemde spr. de ongeregelde hartstoch
ten, die een onverzadigbaar verlangen naar
tijdelijke goederen te voorschijn roepen. En
juist dit is de oorzaak van het feit, dat er in
breuk wordt gemaakt op de wetten van God
en dat de rechten van den naaste met voeten
worden getreden.
Intusschen dient er thans wel speciaal de
aandacht op gevestigd te woTden, dat in den
modernen tijd deze kwestie zich nog van een
geheel bijzondere zijde laat zien. Immers, door
dat het economische leven momenteel zoo'n
voortdurende en hooge inspanning vraagt, zijn
sommigen zoo ongevoelig geworden voor den
prikkel van het geweten, dat zij hun winsten
mogen vermeerderen op welke manier dan
ook. Dat zij hun rijkdommen zelfs met onge
oorloofde middelen tegen de onvoorziene wis
selingen van het fortuin mogen veilig 6tellen,
lïet zonder veel inspanning verwerven van
voordeelen, die iedereen bij een ongeregelde
mate kunnen ten deel vallen, lokt zeer velen
aan tot ruil- of koophandel. Veel meer dan
vroeger zijn er menschen, die geen andere zorg
meer kennen dan hun rijkdom te vermeerde
ren, op welke wijze dan ook. Ze zoeken zich
zelf boven alles en maken zich geen gewetens
bezwaren, zelfs niet bij de ergste vergrijpen
tegenover dePanderen.
Het ligt voor de hand, dat als de leiders van
het economische leven afdwalen van den rech
ten weg, ook de massa van de arbeiders aller-
wege in den zelfden afgrond stort..
Als geneesmiddel noemde spr. op de eerste
plaats de vernieuwing van den Christelijken
geest, welke (het economische leven opnieuw
moet doortrekken, maar daarnaast blijft het
bezielen met den geest der sterkte een nood
zakelijke, maar moeilijke taak.
Hoe zal men daarbij te werk moeten gaan?
Vooreerst door het rationaliseeren van het
zedelijk leven en door een zuiverder bepalen
en trouwer volbrengen van al de bijzondere
beroepsplichten. En dan zal verkregen moeten
worden een meer algemeene en betere stands
organisatie, door een ieders plichten ten op
zichte van de gemeenschap juister vast te
stellen en gewetensvoller te doen volbrengen.
Kerkzang en Kerkzanger.
De menschen, zeide hij, mogen niet langer
„stomme toehoorders" zijn; de Paus zelf wil het
niet. En al kan de noodige hervorming erg las
tig zijn, de leiders mogen „voor geen moeilijk
heden wijken", want ook dat heeft Pius XI ge
zegd. Doch wij zelf die de hand aan den ploeg
slaan, moeten ook kijk hebben op doel en mid
delen. Er moet een schola zijn voor het pro
prium en het volk moet het ordinarium kunnen
zingen.
Het volk moet natuurlijk iets te zingen krij
gen wat eenvoudig en licht verstaanbaar is. Ook
dan is er maar één middel om tot een dragelij-
ken toestand te komen: de gezamenlijke repe
titie. In Delft heeft spr. zulke repetities meer
malen zelfs geleid en het resultaat is werkelijk
bevredigend. Artisticiteit mag men daarbij niet
eischen, en nooit mag men vergeten dat men
schen steeds menschen zijn.
Na over kerkzang te hebben gehandeld, wil
spr. ook nog het een en ander zeggen over den
kerkzanger. In den ruimen zin is ieder katho
liek kerk-zanger, en zoo mocht dan ook Prof.
Gerard Brom eens een voordracht beginnen met
Mgr. de Aartsbischop en alle andere kerkzan
gers van Nederland". Maar in den engen zin
verstaat men onder het woord „kerkzanger" een
lid der schola cantorum. Wat moet men nu van
deze menschen eischen? Pius X zegt het duide
lijk' ,Als leden van een kerkkoor worden geen
andere toegelaten dan mannen van erkende
vroomheid en deugdzamen levenswandel". Is do
koorzanger lid van een geestelijke vereeniging,
welke zich de christelijke volmaaktheid ten doel
stelt, dan is het principe wel zeker gehandhaafd.
Mgr. Callewaert sluit met God dank te bren
gen voor het goede verloop, deze XVe Ned. Li
turgische week.
Mgr. had ook een goed woord over voor de
Katholieke Nederlandsche Pers, die zoo goad
haar eigen cultuurtaak blijft verstaan. Spijtig
genoeg was geen Vlaamsche krant vertegen
woordigd, en toch was er misschien nog geen
Nederl Liturgische Week zoo overwegend
Vlaamsch èn door den aard der behandelde on-
derwerpen èn door de klank en de ziel van het-
geen werd voorgedragen.
Naar aanleiding van deze inleidingen werd
geen discussie meer gehouden.
De voorzitter, de heer Jos. Joos bedamkite
de inleiders en zeide in verband meit de rede
van pater Perquy dat hij een nieuw woord in
de arbeidersbeweging had gebracht, n.l.: de
sociale liefde, Wij spreken zooveel over recht,
maar in de gemeenschap moeten wij op de
eerste plaats kennen: de liefde.
Des avonds had er in een van de zalen van
het Jaarbenrsrestaurant een begroeting plaats
van de deelnemers, waarbij het K.R.O.-sextet,
onder leiding van Piet Lustenhouwer en de
mannenzangvereeniging Sint Cecilia, onderafd.
der weirkliedenvereeniging te Utrecht, onder
leiding van Jan van Isselt, voor de noodige
afwisseling zorg droegen.
Inleiding Pater Perquy O.P
Vervolgens was aan het woord Pater Per
quy O.P., directeur der Sociale Hoogeschool
voor arbeiders, te Heverlee—Leuven.
Spr. begon met uit de encycliek „Quadra
gesimo Anno" den tekst te citeeren: Gelijk de
eenheid der menschelijke samenleving niet
steunen kan op de tegenstelling der klassen,
zoo kan de juiste ordening van het economische
leven niet aan de vrije cumcurrentie worden
overgelaten.
Uit dit beginsel der vrije concurrentie zijn
alle dwalingen eener individualistische maat
schappijleer, voortgekomen. Immers, het eco
nomische leven draagt zeer zeker een sociaal
en moreel karakter en waar dit aan de eene
zijde uit het oog werd verloren, terwijl MS
Het hoofdbestuur van het Roode kruis heeft
gisteren van de ingekomen giften 2000.—
kunnen overmaken aan het Internationaal
Roode Kruis te Genève voor de slachtoffers
van de overstroomingen in China
Verdere bijdragen worden nog gaarne ont
vangen onder het motto s „Overstrooming
China" per aangeteekend couvert, postwissel
of door overschrijving op postrekening No.
22120.
NEDERLAND'S VOLKSKRACHT.
Tweede congres van het Alg. Ned.
Verbond.
Gisterenoohtend half elf is in ^Kurhaua
te Scheveningeu het Tweede c<mfre®
Neerland's Volkskracht, georganiseerd door
het Alg Nederlandsoh Verbond, geopend.
Nadat' mevr. Mien Bouwmeeste,
Vleugel begeleid door Jules WcM, een ge
liederen had gezongen, heett» - afdee-
Oudendijk, voorzitter van het Haagscti
hngsbestuur, de aanwezigen, en
zonder den eere-voorzitter van ^et congres,
burgemeester mr. ^osch
Rosenthal en dr. J. Th. de vis*»,
minister van Onderwijs, Kans en
sohappen en eere-lid van het A. N.
Dr J. Th. de Visser hield daarop de
openingsrede.
In deze ned© heefit de maniste
gewezen op de gevaarlijke tegensrteïïlngen,
welke er in den tegenwoordigen tij n
minst bestaan op het gebied van zie e t)
bedrieglijk internationalisme en verscnerpi
nationalisme. Daartusschen in en^ evens
tegenover staat het echte nationaliteitsgevoel,
dat de natuurlijkheid zelf is en de bron ran
allerlei zegen voor individu en gemeeusc aip.
De heer C. J. P. Zaalberg, directeur-generaal
van den Arbeid, sprak vervolgens over „Neder
land en de economische toestand.'
Wat we ons thans hebben af te vragen, a us
spr., is, hoe zal de toekomst van dit volk zijn
te midden van de vele vraagteekens, lie ons
omringen. Economisch zijn wij zeer afhanke ij
van andere landen voor den ruil van onze voo -
brengselen tegen goederen, die wij noodig üe
ben. Een zeer bijzondere beteekenis voor onzen
eoonomischen toestand heeft wat wij tegen
woordig noemen „het Rijk huiten Europa
De statistiek leert, dat in de laatste decennia
in de nijverheid een sterke toeneming heeft
plaats gehad, terwijl de landbouw, waarin n
1900 nog meer personen werkzaam waren dan
in de industrie, ten opzichte van deze laatste
er thans minder dan de helft telt. Het is
wens onvermijdelijk, dat hij toeneming der be
volking op eenzelfde oppervlakte die bevol
kingsaanwas zijn bestaan moet vinden buiten
den landbouw.
Bij een indexcijfer der werkloosheid van 10
boven het normale zooals we al gewoon be
ginnen te vinden vermindert ons jaarlijksch
inkomen, volgens spr., met 50 gemiddeld per
persoon, welke moeten worden gevonden in het
elastische deel der uitgaven voor gezin, ge
meente en Rijk, zoodat in een jaar als 1931 een
bezuiniging van 15 k 20 pet. op de elastische
uitgaven onvermijdelijk is; een groot deel van
de totale consumptie is n.l. constant.
Over de geheele aarde zal héél veel moeten
veranderen (waar helaas heel veel tijd voor
noodig zal zijn) vóór weer een toestand van
evenwicht tusschen productie en economie zal
zijn verkregen.
Primair is het bevorderen van de mogelijk
heid om de bedrijven weer loonend te laten
werken.
De hoogste eischen worden thans gesteld
aan de ondernemers, eischen van kennis, van
moed, van Idealisme.
De millioenen werkloozen op aarde en de
1% 2 honderd duizend werkloozen in Neder
land zijn niet noemenswaard te helpen met
werkverschaffingen.
We gaan een winter van diepe ellende tege
moet, aldus spr., en meer dan ooit is noodig,
dat groote eendracht heerscht In dezen zwaren
tijd.
Hierna werd pauze gehouden.
In de namiddagzitting van het congres hield
prof. G. Gonggrijp, hoogleeraar aan de Nederl.
Handelshoogeschool te Rotterdam, economische
beschouwingen over Nederlandsch-Indië, terwijl
Ir. E. van Konijnenburg, hoofdingenieur van
Waterstaat, sprak over: Nederland op het ge
bied van den Waterstaat.
DE KANKERDIAGNOSE VAN BENDIEN
Reuter seint ons uit Londen
De contróte van de methode van Bendien in
het Kankerhospitaal zou vanavond of morgen
ochtend gereed komen, maar de resultaten
kunnen niet meegedeeld worden, voor de com
missie van onderzoek van de British Cancer
Campaign Empire, die 14 dezer bijeen, komt,
toestemming hoeft gegeven,
TWEE MEISJES VERMIST.
Sinds Maandag worden te Reeuwijk vermist
twee meisjes, n.l. de 17-jarige T. de K. en de
15-jarige A. O. Zij hebben op den avond van
Koninginnedag de ouderlijke woning verlaten
en zijn daarin tot dusverre niet teruggekeerd.
Hoewel het niet onmogelijk is, dat den meisjes
een ongeluk is overkomen, wordt daaraan niet
onmiddellijk gedacht, daar zij velschillend»
MetólngstnMtaB MfeMS mods»»®*».