DE KATHOLIEKE ARBEIDERS INTER NATIONALE „Ons congres openbaar, wij verberéen" hebben niets GEEST VAN VERWARRING EN ONGELOOF I a is te Maar de Kerk is paraat - rj ITT» d«.-»>• «iri"- ZATERDAG 5 SEPTEMBER 1931 ..PLICHT VAN SOLIDARITEIT" OVERDREVEN NAAR DEN ROODEN KANT „Quadragesimo Anno" en haar beteekenis voor de doel stelling der Arbeiders- Standsorganisatie. OP DE EERSTE PLAATS: DE LIEFDE. gQOjarig bestaan bestaan der stad. HERSTEL DER SOCIALE ORDE. XVe NEDERL. LITURGISCHE WEEK. DE LAATSTE DAG. gejt kapitaal, maar vooral d§ JejdiM B2&; OVERSTROOMING IN CHINA. Naar aanleiding van de critiek, door enkele bladen o.m. door de Maasbode geoefend op enkele uitlatingen van den heer de Bruyn, In verhand met a.s. Congres te Utrecht, repli ceert de voorzitter van het Katholiek Werk liedenverbond als volgt in de „Volkskrant": In de persconferentie is op toename van de vermogens gewezen. Jawel, dat kan nfet worden ontkend, doch die vermogens-cijfers zullen er thans anders uitzien? Best, wij geven die waar schijnlijkheid toe. Doch beteekent dat, dat wij tranen met tuiten moeten huilen om den man of de vrouw die op eenige mil- l'i oenen enkele tonnen „verliest?" Dat soort menschen blijft behooren tot de hoogst aan- geslagenen, d.w.z. dat het o.i. rechtvaardig is, dat het geld, dat er voor een behoor lijke ouderdomsvoorziening noodig is, ge haald worde, althans ten deel waar het is. Wij gunnen die rijkaards hun luxe auto's: bet zou intusschen waarlijk geen ramp zijn, indien een van dezulken inplaats van over vijf eerste klas auto's gelijk ons dezer dagen een chauffeur verzekerde, te beschikken, het voortaan met één of twee moest doen, doordat hij de waarde van drie „wagens" ten bate van de oude, moe gew ei - te arbeiders aan de fiscus zou moeten af staan. Daarmee zou ook in praotijk worden gebracht het verlangen van „Quadragesimo Anno", betrefffende de groote ongelijkheid Vein bezit Wij mogen ons niet op de vermogens beroepen, opperde een katholiek grootin- dustrieel in de „Maasbode doch dienen naar de inkomsten te kijken. Wij zouden niet weten waarom de vermo gens buiten onze beoordeeling moeten wor den gesloten, doch de verwijzing naar de in komsten verandert het beeld niet. Het spreekt vanzelf, dat de inkomens, ook in ons betoog, een factor van beteekenis vormen. "Wat zeggen nu die cijfers? Geven zij een vermindering aan van het aantal grootere inkomens? Geen sprake van. Het aantal inkomens van 10.000—20.000 gulden was in 1924/-925: 18.297; in 1927/ 1928: 19109; in 1928/1929: 20076. Het aantal inkomens van 20.000 tot 30 000 gulden liep in dezelfde jaren op van 4094 tot 4699 respectievelijk 5089. Van 30.000 tot 100.000 gulden: van 4001 tot respectievelijk 4962. Het aantal inkomens van 100.000 gulden en hooger steeg van 634 tot 811, respectie velijk tot 873. Een verwijzing naar de inkomstenstalis- tiek helpt derhalve onze vriendelijkste tegen standers niets. Het is plicht van solidari teit, dat allen die het betalen kunnen, mee helpen dat den arbeiders, die immers die immers de voortbrengers zijn van allen rijk dom, gelegenheid worde gegeven voldoende t© kunnen l©ven bij werkloosheid en op hun ouden dag. De arbeiders met hoed en pet, dat zijn zij die minder dan 8.000,— per jaar verdienen; dat zijn de 736.729 die van 800,tot 1.400,de *492.730 die van 1.400,— tot 2.000,de 275.834 die van 2.000,tot 3.000 verdienen. En dan de bedrijfsorganisatie? Die kost geen geld; die zal, afgescheiden van de groote sociale voordeelen, de vooritbren ging ongetwijfeld bevorderen en den rijkdom, maar dan beter verdeeld, doen toenemen. Het aftreden van dr. Wibaut als wethouder van Amsterdam, doet „Het Volk" schrijven dat de S.D.A.P. behalve afbreken ook bouwen kan. Da tijd is voorbij dat men van haar zeide dat zij enkel critiseeren kon. De tijd is voor bij dat de katholieke partij bij de stembus tot ons zeggen kon; Ziehier onze zieken huizen, onze weeshuizen, onze gestichten voor ouden van dagen, wijs ons, gij sociaal, democraten, wat gij tot stand gebracht hebt. De tijd is voorbij. De tegenstanders weten thans, dat de sociaal-democratie bouwen zal. Niets kan ons meer verheugen dan de lust bij de S.D.A.P. tot constructief werk, een lust. welken dr. Wibaut, ondanks de Marxistische theorie, steeds heeft getoond. Maar twee opmerkingen moe ten ons hier du uit de pen De eerste is, dat de S.D.A.P. nergens alleen en met eigen kracht iets tot stand bracht. De tweede is, dat de katholieken nog altijd Zelf niet alleen een enorm aantal stichtingen en instellingen oprichten en alleen onder houden, maar dat zij, dank zij hun beginselen nog altijd duizenden menschen hebben, die zich zonder eenig stoffelijk gewin of hoop op men, schelijk eerbetoon aan de verzorging van armen, ellendige® en hulpbehoevenden wijden. Wij zullen de laatsten zijn het werk van an- derfedenkenden zeker van 'n man als Wibaut te verkleinen maar de arbeid van socialisten naast die der katholieken zetten zooals „Het Volk" dit doet, dat lijkt ons toch een beetje erg overdreven naar den rooden kant. Gisterenmiddag om half vier ving te Utrecht in het Kasteel van Antwerpen het tweede Internationale Arbeiderscongres aan. In de met enkele vlaggen versierde zaal waren ongeveer 150 deelnemers aanwezig waarvan de meeste uit Nederland en verder vertegenwoordigers van België, Duitschland, Luxemburg, Polen, Zwitserland en Joegosla vië. Onder de aanwezigen waren ook verscheiden internationale figuren waarvan wij noemen ■mgr. Waitertoach uit Miinchen, H. Hermans, min. Hijman (België), mgr. Miiller, Reichs- verbandpraeses, mgr. dr. Pools, senator Kan. Broeckx (België), de heer SerrBirens, secreta ris van het Int. Christ. Vakverbond, de heer Keuter, burgemeester van Diisseldorf, prof. de Vries, Rotterdam en Kan. J. G. van Schalk uit Utrecht. O peningswoord. De voorzitter, de heer Jos Joos, lid van den Duitschen Rijksdag, opende het congres met een korte rede, waaraan wij het volgende ont- leenen: Ik heet de delegaties uit de verschillende landen, aldus spreker, alsmede de vertegen woordigers der bevriende organisaties harte lijk welkom. In het bijzonder verhengt het mij, die vrienden hier te kunnen begroeten, waarmede wij reeds zoovele jaren hartelijk hebben kunnen samenwerken. Heel in het bij zonder stel ik het op prijs, dat het onzen vriend Hijman mogelijk is, hier in ons midden aanwezig te zijn. (Applaus.) Wat ons congres moet zijn, volgt uit de tijds omstandigheden. Een economische crisis van ongehoorde scherpte en duur drukt op de volken der aarde.' Er treden fouten en tegen spraken in het huidige economische systeem Een standbeeld van Karei den Grooten ontworpen door Jac Maris te Heumen) aan Nijmegen aangeboden door deV.V. J Nijmegen vooruit bij gelegenheid van het Niet alleen lichamelijk, maar ook l moreel gaat de groote massa der wwcfc beid gebukt onder de gevolgen van toestand en in dezelfde mate, waarin ringen en wanverhoudingen in het hui economisch leven aan den dag treden, ver meerdert ook de onrust onder de massa, de iradicale stroomingen nemen toe in omvang en in intensiteit, de geest van verwarring en on geloof grijpt om zich heen. Wie zijn oogen ge bruikt, kan dat allerwegen zien. Voor ons, leden der katholieke Arbeiders beweging, is het in zulke tijden een onbeschrij felijke vreugde, te weten, dat onze Heilige Kerk paraat is. Juist in dit jaar heeft de Heilige Vader, Paus Pius XI, ons een nieuwe sociale encycliek gegeven, een encycliek van bat allergrootste belang. Deze encycliek geeft ons hechte grondslagen, een duidelijk doel en een veiligen weg- Daarom worden wij, bij het begin van dit congres, vervuld van een gevoel van groote dankbaarheid jegens onzen Heiligen Vader in Rome. Op bijzondere wijze zullen wij in den loop van diit congres onzen eerbied, onze on- verbreekbare trouw en onzen oprechten dank tot uiting brengen. De beste wijze om onze aanhankelijkheid en onze trouw aan den Hei ligen Vader te betuigen is echter, wanneer wij het vaste voornemen maken, om juist in deze tijden te werken en te streven in den geest der Kerk en als haar levende ledematen. Dan wijdde spreker eenige woorden aan de nagedachtenis van Mgr. Nolens, welke door de vergadering staande werden aangehoord. Spr. roemde dr. Nolens als een beschermer van den arbeid. In verschillende landen, al dus spr., was hij vertegenwoordiger der re geering op congressen inzake arbeidsaa.nge- üegeuheden. Thans Is hij opgeroepen naar het eeuwig vaderland. Wij zullen hem noode mis sen, maar wij zullen niet nalaten, onze gebe den op te zendien voor de eeuwige rust vaD zijn ziel. Ons congres is openbaar, aldus ging de voor- Bitter daarna verder. Wij hebben niets te ver bergen. Wat wij denken en willen, moet aan eenieder bekend worden. Wij willen werken voor het leven en het is voor ons van belang, dat men onze stem overal hoort. In dezen geest verklaar ik dit, ons tweede .congres, voor geopend. Hierna dieed de voorzitter voorlezing van de ingekomen heilwenschen; de Aartsbisschop van Utrecht en de Bisschoppen van Breda. iHaariem en 's-Hertogenbosch hadden hun groeten en zegen gezonden. Toespraak-de Bruijn. Vervolgens sprak de heer A. C. de Bruijn, voorzitter van het Ned. R. K. Werklieden, verband, een woord van begroeting tot die deelnemers, namens de Katholieke arbeiders rJS NiedertoL Spr. schetste de macht, welke de Katholieke arbeiders te zamen met de Prot. Ghristelijken kunnen stellen tegenover de sociaal-democra ten, waarna herinnerd werd aan het groote demonstratieve congres, dat a.s. Zondag te Utrecht zal warden gehouden. Wij kamen bijeen, aldus spr., op de eerste plaats, om de encycliek „Rerum Novarum" te herdenken, maar daarnaast ook om enkele vérstrekkende eisohen naar voren te brengen. Spr. zeide het zeer op prijs te stollen, dat de voorzitter M:gr. dr. Nolens had her dacht, maar tot blijdschap stemt hiet, diat binnenkort een ander groot internationaal werker, nl. dr. Poels, zijn veertig-jarig priester jubileum zaJl vieren. Bidden we voor de ziélerust van Mgr. Nolens, we bidden tevens, dat dr. Poels nog vele jaren voor de nationale en internationale beweging behouden mag Mij ven (applaus). Namens het Intern. Christ. Vakverbond be groette vervolgens de heer P. Serrarens het congres, waarbij hij nadrukkelijk verklaarde, dat de samenwerking tusschen Katholieke ©n Prot. Christelijke arbeiders niet te nauw en niet te vertrouwensvol kan zijn. Verslagen der verschillen de landen. Vervolgens werd aan enkele vertegenwoor digers gëiegenheid gegeven nog iets toe te voegen aan de verslagen over de beweging in hun respectievelijke landen, nadat de voor- ziititier enkele mededeelingen had gedaan over het werk van het bestuur der Katholieke Internationale. In het bijzonder werd gewezen op het belang van de jeugdbeweging, die thans In alle landen in het middelpunt der belangstelling staat. Aan de verslagen dier vertegen woordilgers ontleeinen wij het volgende: De vertegenwoordiger van Joego-Sfavië deal de mede, dat er in zijn land ongeveer een miillioen arbeiders waren, waarondier er echter velen zijn, <fie niet uitsluitend arbeiders zijn, maar die er gedeeltelijk ook b.v. een eigen boerderijtje op na houden. In Dalmatlë en Slovenië is wat meer in dustrie, terwijl in Bosnië en Servië nog ze-er veel anal-phabeten wonen. Joego-Slavië kenit geen maar alleen vakbeweging. Door menschen, die buiten het land gestudeerd hebben, kwam er voor 1926 een weinig teekening in de beweging, hetgeen evenwel In '26 weer te niet werd ge daan. Met veel goeden wil, maar helaas met weinig ervaring, is men thans met volle kracht bezig om tot goede organisaties te komen. Senator Kan. Broeckx wees er op, dat de beweging in België door twee oorzaken vele successen heeft bereikt. Op de eerste plaats Ir alles onder een centrale leiding gekomen, terwij-l daarnaast het feilt, dat d-e voorzitter der beweging, de heer Hij-man, tot minister van nijverheid en arbeid is benoemd, een groot succes is gebleken. Er is la-ng over gesproken of m-en dezen laatsten stap wel zou doen, maar thans, aldus spr., kunnen wij G-od loven, dat deze stap is gezet. De vertegenwoordiger van Duitschland zeide het te betreuren, dat zijn land nog niet zoo'n centralisatie kent als België, terwijl er tevens gewezen werd op de groote ellende, die in sommige streken heerscht, door dat er 60 k 80 pet. van de arbeiders werkloos zijn. De vertegenwoordiger van Hongarije wees er op, dat men in Hongarije naar 't voorbeeld va-n Oostenrijk te werk is gegaan, maar dat de kwestie van de landarbeiders thans veel ernstiger geacht moet worden. Thans kwam in behandeling het eerste on derwerp van het congres: De Encycliek „Qua dragesimo Anno" en haar beteekenis yoor de doelstelling der Arbeiders-Standsarganiisatie' Het woord werd verleend aa.n den heer Hentri Hermans als eerste spreker. Op den laatsten dag dezer XVe Ned. Litur gische week gaf de heer Remy Schelstraete Practische ervaringen uit de scholen van Sint Odo te Winssen (Nijmegen), waarna de laatste redenaar, ir. P. Gilbertus Lohuis O.F.M., sprak over Inleiding Henri Hermans, In „Quadragesimo anno" wordt eene leven dige beschrijving gegeven van de tegenwoor dige toestanden op sociaal, economisch en staatkundig gebied, en wordt tevens aange toond hoe deze toestanden moeten hervormd worden èn door verandering van bestaande instellingen èn door hernieuwde beleving van de zedenwet. Dit laatste onderwerp, n.l. de christelijke zedenwet, ook tegenover de dwa lingen van het liberalisme en socialisme, zal afzonderlijk worden behandeld. Hier zal eene poging worden gedaan, om de verandering van bestaande instellingen in den geest van „Qua dragesimo anno" samen te vatten in een afge rond hervormingsstelsel. De scheiding tusschen de productiefactoren arbeid en kapitaal, waaruit het looncontract is ontstaan, heeft aanvankelijk toen er voor de arbeiders nog groote kans bestond op het bereiken eener zelfstandige positie in hun be drijf geen of weinig sociaal nadeel veroor zaakt. In toenemende mate werd dit echter het geval na het ontstaan en de verdere ontwik keling van het grootbedrijf. Het kapitaal, aanvankelijk geheel in handen van den ondernemer-eigenaar, kwam toen in het spel als een derde macht en werd in groote ondernemingen, voor vooral in de internatio nale volkshuishouding, de overheerschende macht. Ondanks alle constructies van samen werking (collectieve arbeidsovereenkomsten, ondernemingsraden, bedrijfsraden enz.) werd toen genoemde scheiding voortdurend grooter. het kapitaal, werd meer en meer geconcen treerd in weinige handen en het aantal pro e- tariërs of niets-bezitters (loonarbeiders en met hen gelijk te stellen personen) steeg met groote snelheid tot 65 75 pet. der bevolking van de industrieele staten der wereld. Deze ontwik keling gaat voort in het geheele economische leven, ook in landbouw en handel. Men kan ze aanduiden als de sociale structuur van het kapitalisme. De opeenhooping van het kapitaal in wei nige handen, vooral bevorderd door het valsche beginsel der vrije concurrentie, dat nationale ordening al langer hoe moeilijker, zoo niet onmogelijk heeft gemaakt, heeft het eigenlijke doel der productie: redelijke behoeftebevre diging bijna geheel verdrongen door een louter streven naar winst. De zoo geschapen moge lijkheid van zeer snelle verrijking versterkte in hooge mate het speculatieve element op econo misch gebied, dat minder op het dekken dan op het wekken van behoeften berekend is en telkens het evenwicht tusschen voortbrenging en verbruik verstoort met de noodlottige ge volgen van toenemende bestaansonzekerheüd bij het overgroots deel van de bevolking. Men kan dit noemen de economische structuur van het kapitalisme. Gelijk met deze sociale en economische ont wikkeling en ten deele als gevolg daarvan, nam de technische wetenschap een hooge vlucht. Onder de geschetste omstandigheden versterkte dit op buitengewone wijze de macht der kapitaalbezitters, die nu het middel be zaten, om het productievermogen tot onge kende hoogte op te voeren, den kleinen kapi- taalzwakken ondernemer nog meer te verdrin gen en, ondanks de aanzienlijke verhooging der loonen en verkorting van den arbeidstijd, hunne totaalwinsten te vermeerderen, waar door de afstand tusschen bezitters en niet- bezit-te-rs almeer werd vergroot. Zoogenaamde rationalisatie bevorderde deze irrationeele verhouding in het bedrijfsleven en maatschappij. Het is de technische structuur van het kapitalisme. Ligt de grondfout bij de scheiding tusschen arbeid en kapitaal, waardoor het kapitaal zich ook tusschen werkgevers en arbeiders als een derde overheerschende macht kon ontwikkelen, dan moet het looncontract worden aangevuld - „getemperd" volgens Quadragesimo anno" door een contract van maatschap (hetgeen meer beteekent dan aandeel van loonarbeiders in de winst! De noodzakelijke vorming van nieuw kapi taal waarvan het bezit nu geschreven wordt op naam van hen, die het juist niet hebben ge vormd dient zoo te geschieden, dat eener- zijds rechtvaardige loonen en winsten worden betaald, anderzijds de arbeiders geleidelijk worden gemaakt tot mede-eigenaars van de onderneming, waarin zij werkzaam zijn. In het aldus verkregen mede-beschikkingsrecht zitten alle vormen van medezeggenschap, en dit systeem moet gedragen worden door eene sociaal-economische bedrijfsorganisatie, die alle gelijksoortige ondernemingen geleidelijk ver bindt en die door bedrijfsbanken, wier kapitaal wordt gevormd door de overschatten van win sten en loonen, uitstoot het kapitaal als derde en overheerschende macht. In de plaats van vrije concurrentie kome geregelde concurrentie gebaseerd op nationale ordening, en invoering van bedrijfsorganisaties als natuurlijke organen van den staat en ge richt op eene volkshuishouding, welke het algemeen welzijn dient, dus redelijke behoeften- bevrediging op den voorgrond stelt, en waakt voor eene rustige, ongestoorde ontwikkeling van de productieve organen, de bestaansbron- nen der maatschappij. Alle technische hulpmiddelen moeten aan dit doel aan de rationeele organisatie van de maatschappij zelve, dienstbaar worden ge maakt (mede langs den weg der bedrijfsorga nisatie, die b.v. laboratoria dienstbaar aan alle ondernemingen kan inrichten). Van zelf ontwikkelt zich dan de toestand, dat zoqwel sociaal als economisch niet voordeelige onder nemingen (hetgeen te kleine, maar zeker ook te groote ondernemingen kunnen zijn!) ver dwijnen, de algemeene welvaart dus ook hier door wordt bevorderd, alle natuurlijke bestaans- bronnen van een land worden aangeboord en ontwikkeld, en uit de arbeidsverhoudingen, dan op rechtvaardigheid gebaseerd, de militai- ristische faotor, de factor van den klassen strijd, wordt weggenomen, hetgeen, behalve sociaal, ook economisch als een groot gemeen schapsbelang en als voorwaarde eener goede bedrijfsorganisatie moet worden beschouwd. Niet alleen de vakorganisatie, maar ook de standsorganisatie moet krachtig medewerken aan deze hervorming, welke niet alleen de arbeidsvoorwaarden, maar alle maatschappe lijke verhoudingen en vooral de geestesgesteld heid betreft. De gedachten van deze hervorming, welke ook in „Quadragesimo anno" worden verde digd, en vooral de leer der kerk op sociaal en economisch terrein, moeten overmi door dringen. Een zoo groot mogelijke eenheid onder de katholieke arbeiders van alle landen is hiertoe noodzakelijk. Deze eenheid door middel der standsorganisatie te bevorderen, is het doel der Katholieke Arbeiders-Internationale. den anderen kant wellicht in 't geheel niet geweten is, heeft de individualistische maat schappijleer dit karakter geheel vernietigd. Hiermede wordt de vrije concurrentie als zoo danig niet veroordeeld Integendeel, wanneer zij binnen, zekere grenzen gehouden wordt, dan is zij niet alleen te rechtvaardigen, maar dan moet zij zelfs ook zeer nuttig kunnen zijn. Tegenover deze vrije concurrentie staat een ander uiterste n.l. de economische dictatuur, welke, als leidend beginsel der economie even wel nog veel funester geacht moet worden. De economie heeft een krachtige beteugeling en een wijze leiding noodig, die zij zich zelf niet kan geven. Men zal dus genoodzaakt zijn te zoeken naar hooger en meer edeler krachten, die het economisch leven op de eerste plaats streng maar ook volkomen kunnen regeeren en deze machten zijn: sociale rechtvaardigheid en sociale liefde. Deze rechtvaardigheid moet de instellingen, ia het geheele sociale leven doordringen, maar voor alles is het noodig, dat ztl in daden tot uiting komen, dat wil zeggen, een sociale en juridische orde tot stand brengt, die op geheel het economische leven als het ware haar stem pel drukt. En daarnaast behoort ^e sociale liefde de ziel van deze orde te zijn. De Staat be- hoort met vreugde de krachtdadige bescher- ming en verdediging daarvan op zich te ne men, wat hij des te gemakkelijker zal kunnen doen. indien hij de lasten, welke op hem druk ken, maar die niet bij hem thuis hooren van zich afschudt. Meer nog: wegens hun economische afhankelijkheid en om e ei dat zij zich zoozeer op elkaar zien aangeweze moeten de verschillende volkeren één van n en met vereende krachten er naar streven door verstandige verdragen en instellingen een vruchtbare en heilzame internationale samen werking op economisch gebied te bevorderen. Na aldus de kern van de naak te hebben uiteengezet, besprak Pater Perqui den toe stand, zooals die zich thans iaat aanzien. In onze dagen, aldus spr. is het sociale en eco nomische leven zoo ingericht, dat het voor een zeer groot aantal menschen een zeer ernstige hindernis vormt om zorg te dragen voor het ééne noodzakelijke: het eeuwig heil. Wat haat het per Slot van rekening den menschen de meest betrouwbare beginselen aangaande het economisch leven voor te houden, als hij ten gevolge van een teugellooze laag-bij-de-grond- sche winzucht zich zoo laat meeslepen door zijn egoïsme, dat „ofschoon hij de voorschriften van den Heer hoort, heel zijn gedrag daarmede in strijd is?" Als de diepste oorzaak van dit teugellooze egoisme noemde spr. de ongeregelde hartstoch ten, die een onverzadigbaar verlangen naar tijdelijke goederen te voorschijn roepen. En juist dit is de oorzaak van het feit, dat er in breuk wordt gemaakt op de wetten van God en dat de rechten van den naaste met voeten worden getreden. Intusschen dient er thans wel speciaal de aandacht op gevestigd te woTden, dat in den modernen tijd deze kwestie zich nog van een geheel bijzondere zijde laat zien. Immers, door dat het economische leven momenteel zoo'n voortdurende en hooge inspanning vraagt, zijn sommigen zoo ongevoelig geworden voor den prikkel van het geweten, dat zij hun winsten mogen vermeerderen op welke manier dan ook. Dat zij hun rijkdommen zelfs met onge oorloofde middelen tegen de onvoorziene wis selingen van het fortuin mogen veilig 6tellen, lïet zonder veel inspanning verwerven van voordeelen, die iedereen bij een ongeregelde mate kunnen ten deel vallen, lokt zeer velen aan tot ruil- of koophandel. Veel meer dan vroeger zijn er menschen, die geen andere zorg meer kennen dan hun rijkdom te vermeerde ren, op welke wijze dan ook. Ze zoeken zich zelf boven alles en maken zich geen gewetens bezwaren, zelfs niet bij de ergste vergrijpen tegenover dePanderen. Het ligt voor de hand, dat als de leiders van het economische leven afdwalen van den rech ten weg, ook de massa van de arbeiders aller- wege in den zelfden afgrond stort.. Als geneesmiddel noemde spr. op de eerste plaats de vernieuwing van den Christelijken geest, welke (het economische leven opnieuw moet doortrekken, maar daarnaast blijft het bezielen met den geest der sterkte een nood zakelijke, maar moeilijke taak. Hoe zal men daarbij te werk moeten gaan? Vooreerst door het rationaliseeren van het zedelijk leven en door een zuiverder bepalen en trouwer volbrengen van al de bijzondere beroepsplichten. En dan zal verkregen moeten worden een meer algemeene en betere stands organisatie, door een ieders plichten ten op zichte van de gemeenschap juister vast te stellen en gewetensvoller te doen volbrengen. Kerkzang en Kerkzanger. De menschen, zeide hij, mogen niet langer „stomme toehoorders" zijn; de Paus zelf wil het niet. En al kan de noodige hervorming erg las tig zijn, de leiders mogen „voor geen moeilijk heden wijken", want ook dat heeft Pius XI ge zegd. Doch wij zelf die de hand aan den ploeg slaan, moeten ook kijk hebben op doel en mid delen. Er moet een schola zijn voor het pro prium en het volk moet het ordinarium kunnen zingen. Het volk moet natuurlijk iets te zingen krij gen wat eenvoudig en licht verstaanbaar is. Ook dan is er maar één middel om tot een dragelij- ken toestand te komen: de gezamenlijke repe titie. In Delft heeft spr. zulke repetities meer malen zelfs geleid en het resultaat is werkelijk bevredigend. Artisticiteit mag men daarbij niet eischen, en nooit mag men vergeten dat men schen steeds menschen zijn. Na over kerkzang te hebben gehandeld, wil spr. ook nog het een en ander zeggen over den kerkzanger. In den ruimen zin is ieder katho liek kerk-zanger, en zoo mocht dan ook Prof. Gerard Brom eens een voordracht beginnen met Mgr. de Aartsbischop en alle andere kerkzan gers van Nederland". Maar in den engen zin verstaat men onder het woord „kerkzanger" een lid der schola cantorum. Wat moet men nu van deze menschen eischen? Pius X zegt het duide lijk' ,Als leden van een kerkkoor worden geen andere toegelaten dan mannen van erkende vroomheid en deugdzamen levenswandel". Is do koorzanger lid van een geestelijke vereeniging, welke zich de christelijke volmaaktheid ten doel stelt, dan is het principe wel zeker gehandhaafd. Mgr. Callewaert sluit met God dank te bren gen voor het goede verloop, deze XVe Ned. Li turgische week. Mgr. had ook een goed woord over voor de Katholieke Nederlandsche Pers, die zoo goad haar eigen cultuurtaak blijft verstaan. Spijtig genoeg was geen Vlaamsche krant vertegen woordigd, en toch was er misschien nog geen Nederl Liturgische Week zoo overwegend Vlaamsch èn door den aard der behandelde on- derwerpen èn door de klank en de ziel van het- geen werd voorgedragen. Naar aanleiding van deze inleidingen werd geen discussie meer gehouden. De voorzitter, de heer Jos. Joos bedamkite de inleiders en zeide in verband meit de rede van pater Perquy dat hij een nieuw woord in de arbeidersbeweging had gebracht, n.l.: de sociale liefde, Wij spreken zooveel over recht, maar in de gemeenschap moeten wij op de eerste plaats kennen: de liefde. Des avonds had er in een van de zalen van het Jaarbenrsrestaurant een begroeting plaats van de deelnemers, waarbij het K.R.O.-sextet, onder leiding van Piet Lustenhouwer en de mannenzangvereeniging Sint Cecilia, onderafd. der weirkliedenvereeniging te Utrecht, onder leiding van Jan van Isselt, voor de noodige afwisseling zorg droegen. Inleiding Pater Perquy O.P Vervolgens was aan het woord Pater Per quy O.P., directeur der Sociale Hoogeschool voor arbeiders, te Heverlee—Leuven. Spr. begon met uit de encycliek „Quadra gesimo Anno" den tekst te citeeren: Gelijk de eenheid der menschelijke samenleving niet steunen kan op de tegenstelling der klassen, zoo kan de juiste ordening van het economische leven niet aan de vrije cumcurrentie worden overgelaten. Uit dit beginsel der vrije concurrentie zijn alle dwalingen eener individualistische maat schappijleer, voortgekomen. Immers, het eco nomische leven draagt zeer zeker een sociaal en moreel karakter en waar dit aan de eene zijde uit het oog werd verloren, terwijl MS Het hoofdbestuur van het Roode kruis heeft gisteren van de ingekomen giften 2000.— kunnen overmaken aan het Internationaal Roode Kruis te Genève voor de slachtoffers van de overstroomingen in China Verdere bijdragen worden nog gaarne ont vangen onder het motto s „Overstrooming China" per aangeteekend couvert, postwissel of door overschrijving op postrekening No. 22120. NEDERLAND'S VOLKSKRACHT. Tweede congres van het Alg. Ned. Verbond. Gisterenoohtend half elf is in ^Kurhaua te Scheveningeu het Tweede c<mfre® Neerland's Volkskracht, georganiseerd door het Alg Nederlandsoh Verbond, geopend. Nadat' mevr. Mien Bouwmeeste, Vleugel begeleid door Jules WcM, een ge liederen had gezongen, heett» - afdee- Oudendijk, voorzitter van het Haagscti hngsbestuur, de aanwezigen, en zonder den eere-voorzitter van ^et congres, burgemeester mr. ^osch Rosenthal en dr. J. Th. de vis*», minister van Onderwijs, Kans en sohappen en eere-lid van het A. N. Dr J. Th. de Visser hield daarop de openingsrede. In deze ned© heefit de maniste gewezen op de gevaarlijke tegensrteïïlngen, welke er in den tegenwoordigen tij n minst bestaan op het gebied van zie e t) bedrieglijk internationalisme en verscnerpi nationalisme. Daartusschen in en^ evens tegenover staat het echte nationaliteitsgevoel, dat de natuurlijkheid zelf is en de bron ran allerlei zegen voor individu en gemeeusc aip. De heer C. J. P. Zaalberg, directeur-generaal van den Arbeid, sprak vervolgens over „Neder land en de economische toestand.' Wat we ons thans hebben af te vragen, a us spr., is, hoe zal de toekomst van dit volk zijn te midden van de vele vraagteekens, lie ons omringen. Economisch zijn wij zeer afhanke ij van andere landen voor den ruil van onze voo - brengselen tegen goederen, die wij noodig üe ben. Een zeer bijzondere beteekenis voor onzen eoonomischen toestand heeft wat wij tegen woordig noemen „het Rijk huiten Europa De statistiek leert, dat in de laatste decennia in de nijverheid een sterke toeneming heeft plaats gehad, terwijl de landbouw, waarin n 1900 nog meer personen werkzaam waren dan in de industrie, ten opzichte van deze laatste er thans minder dan de helft telt. Het is wens onvermijdelijk, dat hij toeneming der be volking op eenzelfde oppervlakte die bevol kingsaanwas zijn bestaan moet vinden buiten den landbouw. Bij een indexcijfer der werkloosheid van 10 boven het normale zooals we al gewoon be ginnen te vinden vermindert ons jaarlijksch inkomen, volgens spr., met 50 gemiddeld per persoon, welke moeten worden gevonden in het elastische deel der uitgaven voor gezin, ge meente en Rijk, zoodat in een jaar als 1931 een bezuiniging van 15 k 20 pet. op de elastische uitgaven onvermijdelijk is; een groot deel van de totale consumptie is n.l. constant. Over de geheele aarde zal héél veel moeten veranderen (waar helaas heel veel tijd voor noodig zal zijn) vóór weer een toestand van evenwicht tusschen productie en economie zal zijn verkregen. Primair is het bevorderen van de mogelijk heid om de bedrijven weer loonend te laten werken. De hoogste eischen worden thans gesteld aan de ondernemers, eischen van kennis, van moed, van Idealisme. De millioenen werkloozen op aarde en de 1% 2 honderd duizend werkloozen in Neder land zijn niet noemenswaard te helpen met werkverschaffingen. We gaan een winter van diepe ellende tege moet, aldus spr., en meer dan ooit is noodig, dat groote eendracht heerscht In dezen zwaren tijd. Hierna werd pauze gehouden. In de namiddagzitting van het congres hield prof. G. Gonggrijp, hoogleeraar aan de Nederl. Handelshoogeschool te Rotterdam, economische beschouwingen over Nederlandsch-Indië, terwijl Ir. E. van Konijnenburg, hoofdingenieur van Waterstaat, sprak over: Nederland op het ge bied van den Waterstaat. DE KANKERDIAGNOSE VAN BENDIEN Reuter seint ons uit Londen De contróte van de methode van Bendien in het Kankerhospitaal zou vanavond of morgen ochtend gereed komen, maar de resultaten kunnen niet meegedeeld worden, voor de com missie van onderzoek van de British Cancer Campaign Empire, die 14 dezer bijeen, komt, toestemming hoeft gegeven, TWEE MEISJES VERMIST. Sinds Maandag worden te Reeuwijk vermist twee meisjes, n.l. de 17-jarige T. de K. en de 15-jarige A. O. Zij hebben op den avond van Koninginnedag de ouderlijke woning verlaten en zijn daarin tot dusverre niet teruggekeerd. Hoewel het niet onmogelijk is, dat den meisjes een ongeluk is overkomen, wordt daaraan niet onmiddellijk gedacht, daar zij velschillend» MetólngstnMtaB MfeMS mods»»®*».

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 5