NEDERLANDSCH-BELGISCHE ONDERHANDELINGEN. FEUILLETON -EN kind dertropenÏÉI Een nota van de Nationale Unie. MAANDAG 21 SEPTEMBER 1931 CONCESSIES TEN AANZIEN DER RIJN-SCHELDE VERBINDING? Elk kanaal, dat een nieuw servituut schept, is onaanvaardbaar. A. YON LANKA. NAAR HET VRIJHANDEL- PRINCIPE! DIENSTPLICHT EN WERKLOOSHEID. MGR. Dr. POELS. Waardeering van socialistische zijde. DE ONDERWIJ S-NOVELLE. DE INDISCHE POSTVLUCHTEN. MGR. DR. NOLENS EN DE LIMBURGSCHE MIJNEN. Huldiging van zijn nagedachtenis door den Mijnraad. Rede van Prof. dr. G. Molengraaff. TWIST TUSSCHEN VADER EN ZOON. BELANGRIJKE GRONDAANKOOP! DOOR HET RIJK. Ten behoeve van de werk verschaffing in Drente. 1400 H.A- HEIDE ZAL WORDEN I BEBOSCHT. is VERPLICHTE BIJEENKOMSTEN VOOR MILITAIREN. OPBRENGST LANDSMIDDELEN. De Raad van Bestuur der Nationale Unie heeft aan de leden van de beide Kamers der Staten-Generaal een nota gericht, getiteld: „Pacta Servanda Sunt", nopens den stand van de Belgisch-Nederlandsche onderhandelingen, •waaraan het volgende is ontleend. Het gaat thans, aldus de nota, uitsluitend over de vraag, of de regeering 't Nederlandsch standpunt, zooals dat in gemeen overleg met de Staten-Generaal door de regeering is vast gesteld en in 't memorandum van 7 Mei 1929 en daaropvolgende parlementaire debatten is vastgelegd, bij de loopende besprekingen heeft gehandhaafd, ja of neen. Volgens dat Neder landsch standpunt is aanvaardbaar elk kanaal, dat het karakter draagt van een verbeterd, heropend of nieuw geschapen tusschenwater; onaanvaardbaar een verbinding Antwerpen Rijn, die deels of geheel zou liggen buiten het tusschenwater-gebied en die eene directe verbinding van Antwerpen met den Rijn zou vormen. De karakteristieke verschillen tusschen een aanvaardbaar tusschenwaterkanaal en een on aanvaardbaar Moerdijk- (of soortgelijk) kanaal, zijn dus drieërlei: le een aanvaardbaar kanaal moet zijne eene verbinding tusschen de Wester- schelde en de Rijnwateren: dus een nationaal vaarwater, waarvan de aansluiting op de dok ken van Antwerpen slechts via open Schelde- water, maar nimmer over Nederlandsch grond gebied zal mogen plaats vinden; onaanvaard baar is eene directe niet door een vrij Schelde- vak onderbroken, verbinding tusschen de Ant- werpsche dokken en den Rijn: een interna tionaal kanaal dus; 2e. een aanvaardbaar ka naal behoort te liggen binnen de Oostelijke grenzen van het tusschenwatergebied, tenzij technische noodzaak of Nederlandsch belang volstrekt dwingt (niet: „mogelijk maakt") die grens te overschrijden; een onaanvaardbaar kanaal mijdt geheel of zooveel mogelijk dat gebied en den loop der bruikbare of bruik baar te maken tusschenwateren; 3e. een aan vaardbaar kanaal mag geen nieuwe volken rechtelijke servituten aan de bestaande toe voegen; elk kanaal dat een nieuw servituut schept moet als onaanvaardbaar worden afge wezen. Volgens verschillende berichten zouden tot dusver, om te zwijgen van zeer belangrijke concessies op andere punten, ten aanzien van de RijnSchelde verbinding een drietal con cessies deels zijn gedaan, deels worden over wogen. De Raad van Bestuur betreurt het, mede op grond van inlichtingen uit Genève, deze berichten, ondanks herhaalde dementi's, als in wezen volkomen juist te moeten aannemen. Deze concessies zouden zijn: le. het open Scheldevak zal worden uitgeschakeld, resp. de openingen in den (in het plan-Konijnenburg voorzienen) strekdam worden gedicht. Door deze uitschakeling op grond van een ten on rechte geopperd aanslibbingsgevaar, wordt het kanaal eene directe verbinding der Antwerp- sche dokken met den Rijn; 2e. er zullen aan zienlijke afwijkingen van de geografische grens worden gemotiveerd met technische noodzaak en Nederlandsch belang. Deze afwij kingen zijn niet noodzakelijk: aan het Neder landsch belang der oesterbanken is zoodanig tegemoet te komen, dat het geenszins nood zakelijk is, deswege de geographische oost grens der tusschenwateren te verlaten, terwijl het geheele pand DintelsasHollandsch Diep in zijn geheel zou vallen buiten het tusschen- wateren-gebied in zijn grootste uitgestrekt heid, hetgeen door een kaartje wordt toege licht; 3e. België, zal het recht bekomen de verlenging van het kanaal met een pand Din- telsas-Willemstad te vorderen. Hierdoor wordt aan de bestaande een nieuw servituut toege voegd, dat volkomen vergelijkbaar is met het in de Scheidingsregeling 1839 vervatte recht van België tot aanleg van een weg door Lim burg; dit nieuwe servituut zou slechts een nieuwe bron van moeilijkheden scheppen, even als het servituut van 1839 jarenlang is ge weest. Deze drie concessies zouden elk op zichzelf reeds volkomen onvereenigbaar zijn met hei Nederlandsch standpunt waarvan de regeering plechtig heeft beloofd niet te zullen afwijken Vrij naar het Duitsch. *51 VAN 6.) Anda hoorde het niet. Haar blik rustte pein zend op Raiger. Zij had al dadelijk bij het be gin van hun kennismaking een gevoel gehad, alsof ze goede vrienden konden worden. Dat hij met liefde niets ophad, en nooit wilde trouwen (wat Grace zijn eenige fout noemde) werkte op Anda zoo geruststellend wat den omgang met hem betrof. Het dwaze onderscheid, dat hij daarbij maakte tusschen de beide sexen, zou hij ook nog wel te boven komen. Thans nam hij het zelf s voor de Wedda's op't Is waar, hoofdzakelijk zou hij uit belangstelling voor land en bewoners naar Ceylon gekomen zijn Moet ik werkelijk...? dacht zij. Het geluid van de gong, die voor het diner waarschuwde, maakte voorshands 'n einde aan haar overwegingen. Dien avond vond Raiger het onuitstaanbaar zwoel op zijn kamer, en hij begaf zich alsnog in den tuin. De maan wierp een trillend licht over de cocospalmen, met wier kruinen de avondwind speelde. Raiger leunde tegen een der slanke stammen, en staarde afwezig voor eich uit. Het was hem, als zag hij haar blanke gestalte wederom naast zich, toen zij naar hem toe gekomen was, en als hoorde hij weer hoe zij zachtjes zeidei of afglijden, gezamenlijk zouden zij aan het nieuwe kanaal al de kenmerkende eigenschap pen van het Moerdijkkanaal verleenen. Ben kanaal, zooals volgens de berichten thans over wogen wordt, ware slechts Minister van Kar. nebeek's kanaal, gezien in een concave- of z.g. lachspiegel, het ware het oude Moerdijkkanaal, versierd met een bocht of een buikje. Het is overigens vrijwel identiek met een bekend Belgisch p'an het project van den hoofdinge nieur van bruggen en wegen, R. Haenecour. van welk project een reproductie is bijgevoegd Het zou inderdaad moeilijk zijn eenig wezen' lijk verschil aan te wijzen tusschen het ver worpen Moerdijkkanaal en het thans, zijn de berichten juist, overwogen kanaal. Vanuit Ant. werpsch standpunt wordt het nadeel van het iets langer tracé ruimschoots opgewogen door het voordeel van liet verleggen der monding naar het Hollandsch diep, waardoor het grootste bezwaar van het oude Moerdijk-kanaal de kruising recht op den stroom, van den Moer dijk ten bate van Antwerpen wordt ge ëlimineerd. Hef zou inderdaad slechts een verbeterd Moerdijkkanaal zijn. Slechts wordt België door de bocht volstrekt noodeloos op veei hoogere aanlegkosten gejaagd. Vanuit Rotterdamsch standpunt zijn eclhte: beide kanalen lood om oud ijzer, beide, èn het verworpen èn het nieuwe kanaal vormen een directe, niet door de Wester.Schelde onder broken verbinding tusschen de Antwerpsche dokken en den Rijn; door beide wordt dus de Rijnmond naar Antwerpen verlegd. Belde ver. nietigen den voorsprong van Rotterdam's na tuurlijke ligging. Economisch zouden zij gelijk, waardig zijn, alle bezwaren tegen het Moerdijk kanaal zouden onverzwakt gelden tegen dit nieuwe kanaal. Door het aanbrengen in het oude traject van het Moerdijkkanaal van een reusachtige bocht via Bergen op Zoom Dintei- sas Willemstad, wordt inderdaad geen enkel Rotterdamsch belang gebaat. Deze bocht, die slechts enkele punten het tracé van het Een- drachtkaaaal en derhalve van de geographiscbe grens raakt, kan alleen nut hebben als een middel om den onjuisten schijn te kunnen wek ken, als zou men inderdaad het Nederlandsch standpunt hebben gehandhaafd en de uitspraak van de Eerste Kamer hebben gerespecteerd. Het was echter Rotterdam bij zijn gerecht vaardigd verzet niet om den schijn maar om het wezen der zaak te doen. Zou daarom, on danks de plechtlgste verzekeringen, de regee ring baar beloften verbreken en een dergelijk kanaal aan Rotterdam willen opleggen, dan zou de eerlijkheid meebrengen, rondweg voor de zaak uit te komen en eenvoudig het verworpen kanaal tot grondslag van de nieuwe onder, handelingen te nemen. Indien de bovenbesproken berichten dan ook juist mochten blijken, zou het eindresultaat vau de verwerping van het tractaat van Karnebeek dan ook zijn, dat België tenslotte nog veel meer krijgt, dan destijds door de Staten-Geno- raai is geweigerd: n.l. twee moderne Rijn- Schelde verbindingen voor gemeene rekening t.w. a op Nederlandsche kosten: een kanaal Gent-Hans weert,genormaliseerd Hellegat; b. op Belgische kosten: een direct kanaal Ant werpenBergen op ZoomDintelsasWillem stad dat economisch identiek is met het ver worpen Moerdijkkanaal. De Regeering beeft bovendien toegezegd, dat het nieuwe Verdrag zou staan op den grondslag van reciprociteit of compensatie. Waar nu de Regeering verklaard heeft, dat „geen enkele compensatie zou beschouwd kun nen worden als ongeveer gelijkwaardig aan het kanaal, dat in het verworpen verdrag was voorzien", mag de waag worden gesteld, welke compensatie de' Regeering dan thans wel zou wensOhen te bedingen voor het toestaan van dit verbeterd Moerdijk-kanaal plus voor den aanleg, op Nederlandsche kosten, van de ver beterde verbinding met Gent? De nota acht het waarschijnlijk, djat ge poogd zal worden ondubbelzinnige inlichtingen aan de Staten-Generaal te ontwijken, door het gebruikelijk beroep op het noodzakelijk ge heim van diplomatieke onderhandelingen. Dit geheim wordt echter niet in gevaar gebracht. Binnen het kader van het Nederlandsch stand punt kan de regeering zooveel concessies doen als zij begeert: niemand is zoo onbescheiden om het geheim van onderhandelingen binnen dat kader niet te eerbiedigen. Doch geen enkel diplomatiek belang kan worden geschaad door een ondubbelzinnig antwoord op de gequalifi- ceerde vraag, of de Regeering zich aan de bo venbesproken essentieele elementen van het Nederlandsch standpunt al dan niet heeft ge houden. Kan de Regeering op deze waag niet met een eenvoudig en ondubbelzinnig „ja" antwoor den, is er wederom een „diplomatiek" antwoord noodig, verkeert de minister wederom in het geval „dat 'hij het niet duidelijker weet te zeg gen", dan zal moeten worden aangenomen lo. dat èn het eTkend belang van Rotterdam en Amsterdam (dat een nationaal belang is, wijl minder dan ooit thans iets mag worden toege staan wat de moeilijke positie onzer zeehavens ook maar in het minste verzwakt) èn het be lang van West-Brabant (dat een intermediaire uitvóerhaven dringend behoeft om niet geheel afhankelijk van Antwerpen te worden op on verantwoordelijke wijze zou zijn verwaarloosd en 2o. dat de beslissing der Staten-Generaal, die men heet te eerbiedigen, in al het wezen lijke zou z(jn ongedaan gemaakt. DE PLANNEN TOT VERHOOGING DER INVOERRECHTEN. In verband met de plannen tot verhooging der invoerrechten, heeft de heer Joh. J. Veder te Rotterdam, een open brief gericht aan den minister van Financiën^ waarin hij betoogt, dat zulk een maatregel velen in den lande zal dupeeren. Van ons, Nederland, ga het initiatief uit tot een terugkeer naar het van ouds beproefde vrijhandelsprincipe, waaronder we de schit terendste pagina's van onze handelsgeschiede nis geschreven vinden: De gouden Eeuw, al dus het slot van het schrijven. VERHOOGING VAN INVOERRECHT OP HARING NAAR DUITSCHLAND. Door de Duitsche zeevissOherij- en de ha- ringvissdhierijvereeniging is een verzoek ge richt aan het Rijksministerie om het invoer recht van R.M. 3 tot R.M. 6 te verhoogen ter bevordering der eigen visscherij. De D. F. Z. meent, dat het ministerie voor voeding tegen over dit voorstel gunstig staat. Vrijdag hield te Amsterdam de Kon. Nat. Vereeniging tot Steun aan Milicien® hare 27e jaarvergadering, onder voorzitterschap van den heer H. F. C. Baron van Omphal Mulert. Het jaarverslag over 1930 vermeldde ruim 600 (vorig jaar 508) gevallen van hulp in ver schillende vormen. Voor het meerendeel be stond deze hulp in pogingen tot herplaatsing in die betrekking, welke ten gevolge van de vervulling van dienstplicht als verloren was beschouwd. Speciaal werd gememoreerd, dat ook overheidsinstellingen zich wel eens be zondigen aan ontslagverleening wegens het vervullen van dezen, ongevraagd opgelegden staatsplicht. Juist in dezen tijd van groote schaarschte van arbeidsgelegenheid klemt te meer, dat Iemand daarvan niet het slachtoffer behoort te worden. Tot nieuwe bestuursleden werden benoemd dr. L. G. Kortenhorst, alg. secretaris van de Alg. R. K. Werkgeversvereeniging en de heer P. van Raamsdonk, die de functie van pen ningmeester op zich zal nemen. HUMOR OP EEN STATION OP DE VELUWE, Studenten, die een vacantie-oord hadden ver laten, om huiswaarts te keeren, zingen, op het perron geschaard, hunne liederen „Gaudeamus igitur", daarna „Io vivat". De laatste klanken van „nostrorum sanitas", sterven weg. Stationsbeambte verschijnt haastig op het perron, boven het hoofd zwaaiend een gevulde tasch. „Dames en heeren! Hier werd zooëven gezongen van een tas(ch). Heeft iemand van u z'n tasch misschien bij het loket laten staan?" En de grap sloeg in! AFPERSING. Het O. M. hij de rechtbank te Middelburg vorderde Vrijdag tegen den 19-jarigen schil dersleerling A. R. L. A. v. H., uit 's Heeren- hoek, die op 3 Juni bij een alleenwonende oude vrouw aldaar binnendrong en haar on der bedreiging haar te zullen doodschieten, heeft bewogen de plaats te zeggen, waar haar geld lag, een gevangenisstraf van 6 maanden. De verdediger, mr. A. J. van der Weel, be pleitte clementie met het oog op verdachte's jeugd. DOOR EEN STIER DOODELIJK GEWOND. De boerenarbeider J. Fuite, te Genemuiden, die Donderdag op het weiland, door een stier zoodanig werd aangevallen, dat hij hierbij 'n ruggewervel brak, is Vrijdag aan de gevolgen daarvan overleden. Het slachtoffer laat een vrouw en vijf kinderen na. Het „Volk" bevat van zijn correspondent te Heerlen een van waardeering getuigend ar- tikel, gewijd aan Mgr. dr. Poels, waarin na tuurlijk ook de critiek niet ontbreekt, het- geen reeds blijkt uit de opschriften „De sociale werker",' „Een man van stuwende kracht en grooten invloed" en „Fel tegenstander onzer beweging". De critiek sluit echter de waardeering van den schrijver voor den socialen werker dr. Poels niet uit. We ontleenen aan het artikel 't volgende: „Ontegenzeggelijk heeft de doctor veel, zeer veel tot stand gebracht voor de arbeidersbevol king van de mijnstreek. Dr. Poels heeft al zijn krachten gegeven aan den arbeiderswoning bouw en wanneer de mijnstreek op dit gebied ten voorbeeld kan worden gesteld aan vrijwel geheel Nederland, dan is dit voor een goed deel aan hem te danken. Dat dr. Poels den in- vloedloo'zen en tot daden onmachtigen Werk- liedenbond en voornamelijk den Katholieken Mijn werk ersbond eenig leven heeft ingeblazen, door zijn invloed als priester in de schaal te werpen en door eiken geestelijke in .de mijn streek te maken tot een propagandist en vaak tot een werf-agent van de katholieke arbeiders organisaties, is hem zeker van katholiek standpunt bezien tot een verdienste aan te rekenen. Dat hij het verderfelijke kostgangerswezen zooveel mogelijk trachtte tegen te gaan en den stoot gaf tot het stichten van gezellenhuizen alom natuurlijk van katholieke gezellen- huizen dat hij werkte voor de katholieke coöperatie, dat hij de bouwgrond-maatschappij „Tijdig" in het leven riep, dat hij werkte aan tal van andere zaken, die zonder zijn stuwen de kracht en zijn grooten invloed door de tegenwerking, vooral uit eigen kringen, zon den zijn mislukt of verloopen, kan zeer zeker niet worden ontkend". Leerkrachten kleine scholen. Een inzender vraagt ons of in het nieuwe ontwerp ook opgenomen is de bepaling, dat leerkrachten aan kleine scholen gedurende 10 jaar kunnen blijven, zooals in het rapport der Staatscommissie voorgesteld. Wij antwoorden: Art. XCII van het ontwerp bepaalt, dat deze voor kleine scholen zonder voorbehoud nog 10 jaar kan duren. Voor scho len hoven 91 leerlingen blijft de schaal 3 jaar van kracht met uitzondering van te benoemen onderwijzers, die na 1 Juli '32 in dienst tre den boven het getal, gesteld in art. 28 nieuw. De „Specht" vertrok Zaterdag oim 5.10 uur uit Medan en arriveerde, na een tusschenlan- ding van 8.05 tot 9.15 in Alorstar, om 15.35 te Bangkok, RECLAME-ADVIEZEN-BUREAU B. KNOL. Meer en meer begint de reclame beslag op het bedrijfsleven te leggen, of liever: het om gekeerde is waar. Dat bijna geen enkele onder neming het huiten de macht der moderne pu- bliciteit&-m id delen vermag te stellen, valt ieder moment te constateeren en wel voor een zeer groot deel via de advertentie-pagina's der dag bladen. De reclame-technici hebben den ©isch van het „meer en beter" waaraan de handeldrij vende stand van lieverlee op reclame-gebied te beantwoorden had, behoorlijk weten hij te houden. Met succes is de reclame tot object van studie en toepassing van wetenschappelijke vorschingen gemaakt. Onder de instellingen, welke zich met dit chapitre onledig houden, neemt het reclame-ad vieze n-bur eau van den heer B. Knol, te RotterdamAmsterdam ge vestigd, een eerste plaats in. Dit wordt ook gedemonstreerd door een namens dit Bureau verspreid^ uitgave, waarin verschillende af beeldingen uit advertentie-campagnes, op de ateliers van den heer Knol vervaardigd, ztj.n bijeen gebracht. Hetgeen deze uitgave behelst, toont duidelijk aan, dat de leiding van dit Bureau haar taak verstaat. Voor belangstellenden is het boekwerk, „Wat wij maken" getiteld, op aanvrage gratis te bekomen, te Rotterdam aan het adres Ooolsln- gel 79, te Amsterdam aan het adres Keizers gracht 174176, VERKRIJGBAARSTELLING NIEUWE FRANKEERZEGELS VAN 36 EN 70 CENT. In den loop van de volgende week zullen de nieuwe frankeerzegels van 36 ct. en 70 ct. op alle postkantoren en hulppostkantoren, post stations en postagentschappen in Nederland verkrijgbaar worden gesteld.. In de Vrijdagavond gehouden vergadering van den Mijnraad heeft de waarnemend voor zitter prof. dr. G. A. F. Molengraaff den over leden voorzitter Mgr. prof. dr. W. H. Nolens herdacht. Dr. Nolens, aldus spreker, was van het oogenblik van het ontstaan van den mijn raad in 1902 lid van dit college en sedert 1913 voorzitter, destijds a,le opvolger van dr. Lely, toen deze minister werd. Wij allen hebben zoo ging spr. voort als voorzitter van den mijnraad slechts dr. Nolens gekend. Dr. Nolens heeft de geheele ontwikkeling van den Neder- landschen mijnbouw zien afspelen en heeft daaraan een werkzaam aandeel gehad; hij heeft Zuid-Limburg zich zien metamorphosee- ren van een eenvoudig agrarisch gehucht tot het imponeerende centrum van mijnbouw en ontluikende industrie, dat het thans is. De zeer groote belangstelling en toewijding, die dr. Nolens had voor de ontwikkeling van den mijnbouw in Limburg en daarmede ook voor de werkzaamheden van den Mijnraad, sproot wellicht in eersten aanleg voort uit liefde voor zijn geboortegrond. Als lid en voorzitter van dit college deed dr. Nolens zich in <je eerste plaats kennen als een scherpzinnig rechtsgeleerde, die de vele moeilijkheden van juridisohen aard, welke zich bij het ontstaan en den snellen groei van de mijnindustrie telkens voordeden, steeds tot op lossing wist te brengen. Buitengewoon groot is de invloed van dr. Nolens, niet het minst in dit college, geweest op de sociale ontwikke ling van het mijnbedrijf en op de regeling van de arbeidstoestanden. Dr. Nolens, wiens ken nis op het gebied van arbeidswetgeving van internationale bekendheid is, had zich voor de LImburgsche mijnen hooge Idealen gesteld. Hij was van oordeel dat die mijnen, met de Staats mijnen aan de spits, niet alleen wat haar be drijfsorganisatie, maar vooral ook wat sociale organisatie betreft, bijv, wat huisvesting, vei ligheid, werkverdeeling enz. aanbelangt, aan alle andere soortgelijke bedrijven in binnen- en buitenland ten voorbeeld zouden moeten ge steld kennen worden. Spr. geloofde tb mogen zeggen dat vele van de idealen, welke dr. No lens zich ten dezen had gesteld, tot werkelijk heid zijn geworden en dat niet het minst door zijn stuwende kracht hier een schoon en duur zaam werk Is tot stand gebracht. En dit deel van de werkzaamheid van onzen gewezen voorzitter brengt ons nader tot den mensoh Nolens; het zeer bijzonder groote pres tige, dat dr. Nolens in dit kleine college bezat, moet worden verklaard door de zeldzame ver eeniging van groote gaven van geest en ge moed, die hem kenmerkte. Wij alleen hadden bewondering voor zijn scherp verstand en zijn bijna onbegrensde werk kracht, maar vooral ook hadden wij groote hoogachting voor hem als mensch; groot was de invloed, die van hem, ook op ons, uitging door zijn rechtschapenheid en zijn sterk ont wikkelden rechtvaardigheidszin. Het beeld van onzen verscheiden voorzitter zal, zoo besloot prof. Molengraaff, nimmer uit onze herinnering worden uitgewisoht. Noodlottige afloop. Zekere J. M., vader van 9 kinderen, wonen de te Dorst, bij Breda, kreeg twist met een zijner zoons. Waarschijnlijk heeft deze zijn vader tegen het onderlijf geschoptde man, die over inwendige pijn klaagde, werd na ge neeskundig onderzoek naar het St. Ignatius- ziekenhuis te Breda gebracht, waar een door boring van den buikwand geconstateerd werd. De ongelukkige is aan de gevolgen der mis handeling overleden. NOODLOTTIG ONGELUK IN EEN. ZWEMBAD. Mien meldit ons uit Amsterdam:' Zaterdagavond is in het Sportfondsenbad een 18-jarige Jongeman tijdens het krijgertje spelen zoo ongelukkig komen te vallen, dat hij met zijn achterhoofd op het steenen perron sloeg. Aanvankelijk dacht hij nog naar het zieken huis te kunnen loopen, maar spoedig zakte hij bewusteloos ineen. Docrr den G. G. D. werd hij naar het O. L. Vr. Gasthuis gebracht, waar hij werd opgenomen. Zijn toestaand is ernstig. Het „Volk" vernam, dat de spoedige indie, ning tegemoet kan worden gezien van een wets ontwerp tot aanvulling van hoofdstuk V der rijksbegrootdng 1931, waarbij een bedrag van omstreeks 185.000 zal wordeai aangevraagd tot financiering van den aankoop van een uitge strekt heideveld onder Elp, Grollo en Schoonlo. De regeering heeft aldaar tot dusver de hand gelegd op een oomplex van bijna 1400 hectaren, hoofdzakelijijk bestaande uit bedde, met eenige oppervlakte ontgonnen grond. Met een groot aanital eigenaren zijn daartoe reeds koopcon tracten gesloten tegen prijzen van 125 en deels van 100 per hectare voor bedde, dde uitsluitend in aanmerking komt om te worden beboscht. Het is de bedoeling, dit werk bij wijze van werkverschaffing te laten uitvoeren door het Staatsbosohbeiheer, dat er een bosch- wachterij zal stichten, zooals het er de laatste tien jaar verschillende in Drente en in het oosten van Friesland heeft gevormd. Met de exploitatie-uitgaven dezer nieuwe boschwach- terij „Grollo" is reeds rekening gehouden in het pas ingediende wetsontwerp tot vaststelling van het Ve hoofdstuk der rij ksbe.gr ooting voor 1932. In verband met de omstandigheid, dat het orediet voor dezen omvangrijken terreinaan koop, waarhij snel moest worden doorgetast, nog niet door de wetgevende macht is toege- staan, zijn in de inmiddels reeds gesloten koop. overeenkomsten ontbindende bepalingen opge nomen. NEDERLAND-EXPRESS. De speciale trein met post en passagiers, in aansluiting op het motorschip „Marnix van St. Aldegonde" zal Dinsdagmorgen 22 September te 10.20 van Genua vertrekken. Aankomst Woensdagmorgen 23 September te 8.57 te Arn hem, 9.46 te Utrecht, 11 uur Den Haag, 10.24 Amsterdam (W.P.) 10.40 Amsterdam (C.S.), 11.27 Rotterdam (Maas). Tengevolge van de zware bezetting zal deze trein te Bazel in twee gedeelten worden ge splitst, welke respectievelijk via Zevenaar en Nijmegen zullen rijden. Beide treinen worden te Arnhem gecombineerd, ofwel met een tus- sohenruimte van ongeveer pl.m. drie minuten na elkaar via Y'brecht naar Den Haag doorge voerd. De passagiers met bestemming Rotterdam en Amsterdam zullen aldaar in beide gevallen op bovengenoemde tijden aankomen. Op een vraag van het Kamerlid Ter Laan betroffemule bet niet verplicht zijn van dienst- plichitigen tot bijwoning der z.g. begroetingsbij eenkomsten of andere vergaderingen met een godsdienstig karakter, antwoordt de Minister van Defensie: De ter zake geldende voorschriften verplich- ten den militair niet tot het bijwonen van godsdienstige bijeenkomsten. Ten aanzien van het bijwonen der zooge. naamde „begroeitiagsbijeenkomsten", in welke legerpredikanten of aalmoezeniers de voor eerste oefening of voor herhalingsoefeningen in werkeiijken dienst gekomen dienstplichtigen in algemeenen zin toespreken welke bijeen, komsten dus geen godsdienstig karakter dra, blijkt evenwel verschil van opvatting mogelijk te zijn. De Minister is van oordeel, dat het bijwonen door militairen van de zoogenaamde „begroe- tingsbijeenkomsiten" eveneens een vrijwillig karakter behoort te dragen; de legerautori. teiten worden met deze opvatting in kennis gesteld. BATAVIA, 19 September (ANETA). De opbrengst van de Land smid tel en over de maand Juli 1931 bedroeg ƒ49.500.000 tegen 65.300.000 in de maand Juli 1930. De totale opbrengst dier middelen over de eerste zeven maanden van het jaar 1931 bedroeg 290.500.000 tegen ƒ352.400.000 in dezelfde periode van het jaar 1930. Dr. Raiger, ik zou u Iets willen vragen En onbevangen ging zij voort: Houdt u werkelijk van de Wedda's? Sprakeloos had hij haar in het gelaat ge staard. Of ik van ze houd? Zijn stem had een en al verbazing uitgedrukt. Of ik van de Wedda's houd? DaArvoor bent u extra van de anderen weggeloopen? Ja. Maar geeft u me alstublieft antwoord. Van ze houden zou misschien teveel gezegd zijn. Maar ze interesseeren me, en daar ben ik eigenlijk ook voor naar Ceylon gekomen. Zij haalde tevreden gesteld adem. Dan zou u ze dus wel graag leeren ken nen? Natuurlijk, buitengewoon graag. Maar... Dan zult u het ook. Ik zal er voor zorgen. U? Ja. Ik weet een nederzetting niet ver hier vandaan. Het is dus uitgemaakt, ik zorg, dat U daar komt. En nutot ziens Zij was verdwenen, en hij had haar dien avond niet meer teruggezien. Hij had baar nagestaard en dan naar zijn hoofd gegrepen. Was het een droom geweest, een zinsbegooche ling; het spel van zijn opgewonden verbeel ding? Droomde hu nu misschien? Maar neen, hij was volkomen wakker. De maan scheen boven de palmen, en met het ruischen van de beek in de verte veïmengde zich zacht gekweel uit de bosschen. Daar 'stond White's villa, ën daar de banaan-struiken, langs den weg, dien hij daar straks gekomen was. En wéér maakte zich een onbegrijpelijk gevoel van angst van hem meester, als sloop er een of ander gevaar achter hem aan Werktuigelijk streek hij langs zijn baard, en trachtte orde te brengen in zijn verwarde ge dachten. Hij wilde toch naar de Wedda's. Herhaaldelijk had hij met Allan daarover ge sproken, maar die stelde de zaai voortdurend uit. Nu werd hem een gelegenheid geboden... Waarom draalde h(j dan nog? Omdat zij het hem aangeboden had? Onzin. Als zij hem aan deze gelegenheid kon helpen, lag daar niets on gewoons in. Waarachtig, het klimaat moest hem al leelijk te pakken hebben, dat hij zijn gedachten niet meer bij elkaar had. Nuchter heid, wilskracht, zelfbeheersehing, dat maakte tenslotte slechts den man uit. Al het andere was onzin. V. Den volgenden morgen kwamen nieuwe be denkingen bij hem op. Maar och, in vele dingen was Anda als een kind, dat, zonder er verder over na te denken, net doet, wat het op een oogenbiik in den zin komt. Best mogelijk, dat ze vandaag al vergeten was, wat ze gezegd had. Raiger besloot haar in Ieder geval geen gele genheid te geven, om op de zaak terug te ko men en reed in alle vroegte naar Matalé. Eigenlijk was hij veel te verstrooid, om de rechte belangstelling aan den dag te leggen voor dat middelpunt van een welvarende plan- tersstreek. Gedachteloos slenterde hij langs den anderhalven kilometer langen bazar der in landers, met zijn open winkels, die alles be vatten, wat reizigers of inlanders met eenige mogelijkheid konden gebruiken. Alle hande laars trachtten hem in de verleidelijkste be woordingen hun waren aan te prijzen, zonder dat hij de minste notitie van hen nam. Hij ergerde zich er over, dat de uren zoo langzaam voorbij gingen. Was hij niet altijd alleen ge weest, sinds den dood van zijn moeder, en had hij die eenzaamheid niet steeds gewaardeerd als het hoogste goed? Thans verveelde ibij zich opeens, hoewel hij omringd was door zooveel nieuwigheden. De eenzaamheid gaf hem thans een gevoel van verlatenheid. Op „Habeburg" speelden ze nu misschien tennis. Waarom was hij eigenlijk naar Matalé gegaan? O ja, hij moest een geweer hebben. Als 'hij tóch naar de Wedda's gingHij kocht een goed geweer, en maakte zich daar aan stonds mee vertrouwd. Een goed schutter was hij trouwens altijd geweest. Omstreeks den middag gebruikte hij de lunch in een eenvou dig restaurant; hij kreeg natuurlijk curry; die was overal goed, evenals al het andere minder voortreffelijk was. Na tafel begaf hij zich naar de ruïne van het beroemde rotsklooster der Boeddhisten, in een bekoorlijke omgeving buiten de stad gelegen. Raiger werd door een eigenaardig gevoel aan gegrepen, toen hij die plaats betrad. Voor een oogenblik viel al het persoonlijke voor hem weg, en zijn geest ging terug naar het verre verleden, toen ibier op Ceylon een oude bescha ving bestond, en bloeiende steden. Waar was dat alles gebleven? Het was verdwenen.... verstikt in het oerwoud. En het volk in dienst baarheid Raiger voelde opeens iets als een huivering, en trad naar buiten. De zon neigde langzaam ter kimme, toen hij eindelijk weer in den trein stapte. Het geheele land lag als in goud ge dompeld. Hij haalde diep adem. Eindelijk was deze dag tenminste voorbij. Zóó lang had nog geen enkele dag op Oeylon hem toegeschenen Op „Habsburg" speelden de jongelui, tennis, toen hij aankwam. De ouderen zaten op de ve randa. Anda wierp dadelijk haar racket weg, toen ze Raiger bemerkte, en liep hem tege moet. Eindelijk! Wat (hadt u dan in Matalé te doen? Ik was al gaan denken, dat u me verge ten was. Dat zou me een mooi begin geweest zijn, met de vriendschapwe zijn toch vrien den sinds gisteren? Hij glimlachte weifelend. Gelooft u dan toch aan vriendschap tus schen man en vrouw? Een grenzenloos verbaasde blik van baar deed hem verstommen. Natuurlijk geloof ik daaraan. Ik heb u immers al gezegd, dat Ik dat als de eenige ver houding beschouw, die mogelijk is. Al het andere is onzin, 't Is waar, de meeste mannen zijn dom, maar, wat duivel, er zullen toch ook wei verstandige onder zijn? En mij houdt u voor zoo een? Ja. Anders zou ik niets met u te maken willen ihehben. Hij haalde diep adem. Zooals zij nu sprak, voelde hij alle beklemdheid van zich wijken. Goede vriendschap dan! Zij schudden elkaar de hand in het trotsche bewustzijn, een heel nieuwe wijsheid ontdekt te hebben. Een pak viel Raiger van zijn hart. Hij be sefte nu eerst wat hij zou missen, als hij haar vriendschap mocht verliezen. En tenslotte had hij nog een gevoel van triomf over dien dwazen Cook, die om Anda heelemaal die arme Grace vergeten had, en er jntusschen geen flauw vermoeden van had, hoe weinig dat fiere meisje cm hem gaf VI. Intusscben was Raiger zoo voortvarend ge weest, niet te wachten, tot Anda er in zou sla gen, om hem door een of ander familielid toe gang bij de Wedda's te verschaffen, en was hij er zelf op uitgetrokken. Zijn weg voerde hem ettelijke mijlen Oostwaarts door het woud. Zijn gedachten lieten hem niet met rust. Werktui gelijk gleed zijn blik over het bijna ondoor dringbaar gewirwar van bamboes en palmen en vijgeboomen, die het 6malle pad aan beide zijden omzoomden. Thans was hij op een open plek uitgekomen. De naaste nederzetting der Wedda's kon nu niet ver meer verwijderd zijn. Tusschen de uit- loopers van het bosch zag hij reeds de wijde uitgestrektheid van het vlakke land voor zich liggen. Daar klonk opeens een luid getrom petter, vlak vóór hem, door de stilte. Iets groots, iets donkere snelde voorbij, opzij van het pad, in de schaduw van een paar Mango- boomen de „rogue"-olifant! Op hetzelfde oogenblik weerklonk een kreet van schrik van de overzijde. Met bliksemsnelle behendigheid zag Raiger drie gedaanten tegen de naastbijstaande boomen opklauteren. Achter die gedaanten ontwaarde hij twee wagens, en bij den voorsten wagen stond Anda Korwilb; zij had de daad hij het woord gevoegd, en zich met de Wedda's in verbinding willen stellen. Meer kon Raiger niet zien, want het mach tige dier, dat nu ln het volle licht kwam, Mep veel sneller, dan men van zulk een logge ge daante verwacht zou hebben, op den voorsten wagen toe. Anda had nog geen lid verroerd. Gauw, onder de boomen daar! schreeuwde Raiger, die geen oogenblik zijn koelbloedigheid verloor, hoewel zijn hart bonsde. Zij verroerde zich ook nu niet. Als verstijfd stond ze daar, haar wijd opengespalkte oogen onafgewend op het indrukwekkend dier gericht. Op dat oogenblik was zU niets anders dan een hulpelooze vrouw; zij voelde dat zelf, met wreede duidelijkheid. Raiger vloog op haar toe, greep haar vast, en rukte haar met zijn sterke armen van den wagen weg. Haar lichte japon trok de opmerkzaamheid van den olifant. Hij stiet een toornig getrompetter uit, wierp zijn slurf in de lucht, en stormde op Anda af. Een kreet, maar zij verroerde zich niet. Zij was als verlamd. Raiger. zag maar al te duide lijk het gevaar, en slingerde haar tegen den rand van de open plek. Wat duivel, uit den weg dan toch! Verlies dan todh niet heelemaal uw verstand! riep hij ruw. Het volgende oogenblik kraakte zijn schot, dat hij blindelings had afgevuurd, want hij had geen tijd meer, om te mikken; de olifant stond slechts weinige passen van hem af, en hij kon niets anders doen, dan de aandacht van het dier van Anda afleiden. De kogel drong het dier in den kop en bleef daar zonder uit werking steken. De olifant schudde toornig zijn geweldigen kop, terwijl het bloed over zijn slurf stroomde. Thans waren de oseen voor de wagens schuw geworden. Het dier, dat voor den tweeden wa gen gespannen was. stormde in blinde angst vooruit, stootte «ïxarbij tegen den voorsten wagen, en slingerde dien opz(j, waaTdoor hij juist voor het thans woedende dier kwam ta staan. Met boosaardig getrompetter stormde de olifant vooruit, over os en kar heen, wel ke laatste krakend aan splinters ging, op Raiger af, die teruggesprongen was.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 6