1 HET WERK VAN BE T,\HRATIE S I m i m 1 1 I V - EEN STUKJE GESCHIEDENIS. mmw ii STRIJD OM HET BEHOUD. fe* KffP HET HERSTEL BEGONNEN. t de GOUDSCHE GLAZEN. DIRK CRABETH. Dideriks uurglas te verloopen Noch volherd hy met St. Jan, t Volk te leeren en te doopen Daar het grimmelt om dien man Zo vol yver als boetvaardig, Is die held geen kunstkroon waardig (Vondel) '•"ll!ll!llll!lllll!l[|MIII«l|||||||||||||||||||||!|l!|[!l III t.rmy van deze langdurige en m grijpende werkzaamheden verslag worden gegeven. Met geen ander doel zijn wij dezer dagen naar Gouda ge trokken, waar wij een onderhoud had den met den heer H. Veldhuis van he' iekende atelier J. L. Schouten te Delft dat de restauratie uitvoert. In de sta tige ruimten van de grijze St. Jan hel. ben wij ons van dit schoone, dierbare werk laten vertellen, terwijl een hel dere najaarszon haar tooverachtig spel bedreef in de ramen van den zuidelij ken kerkwand. Van hetgeen vrij hebben genoteerd en geconstateerd, doen wij hieronder getrouwelijk verslagnadat vrij enkele historische bijzonderheden vooraf hebben laten gaan. J.N, Een zakelijk communiqué in ons blad van 25 September heeft reeds bekend gemaakt, dat deze maand en daarna tot 15 November op de postkantoren bij zondere frankeerzegels verkrijgbaar zul len worden gesteld, die op de gebruike lijke wijze boven de eigenlijke waarde zullen worden tverkocht. De extra op brengst van deze zegels komt ten goede aan het Fonds tot herstel van de glas ramen in de St. Janskerk te Qouda. Het is, gelooven we, in óns tand voor het eerst, dat op deze wijze voor het herstel van een nationaal monument gelden worden ingezameldhet naburige België heeft al eerder de „macht van het kleine" te hulp geroepen voor een der gelijk cultureel doel, n.l. voor den her. opbouw van de Cistercienser abdij van Orvat, waar de witte monniken van St. Bernard steen voor steen hun oude nederzetting doen herrijzen. Het moet uiteraard een heel bijzonder en echt nationaal werk zijn, waarvoor langs dezen weg propaganda kan worden gemaakt en stoffelijke middelen kunnen worden bijeenverzameld. En dat is het ook. De Qoudsche glazen zijn een onvol prezen en geheel uniek bezit. Zij behoo- ren tot het weinige, dat van onze hoog- ontwikkelde glasschilderkunst uit de ''zestiende eeuw is overgebleven; zij ver- tegenwoordigen deze periode op supe- rieuze wijze. Maar dat niet alleen. Een dergelijk omvangrijk en goed geconser veerd geheel van antiek glas is hoogst en hoogst zeldzaam; men zou naar Char- tres moeten reizen om een ensemble te vinden, dat voor een anderen tijd even representatief is als de ramen van de Goudsche St. Jan het zijn. Het ijverige bestuur van het restauratie fonds (waarvan mr. Q. Vissering voor. zitter en Jhr. dr. W. A. Beelaerts van Blokland secretaris is) heeft een rond schrijven gepubliceerd, om tot belangstel ling in den zegel-verkoop op te wekken. We hebben echter gemeend, dat zich hier een goede gelegenheid voordeed om over het werk der restauratie van de Goudsche glazen wat meer te vertellen. Dertig jaar wordt er al aan gearbeid, in gewijden zijn er genoeg mee bekend. Maar nu op het groote publiek een 6e- Zooais zoo dikwijls met onze oude kerken het geval is, wordt ook de his torie van de Goudsche St. Jan onbarm hartig door felle branden in perioden verdeeld. De laatste Viel op 12 Januari 1552, toen „een alsulcke horribele on weer en tempeest van hagel, wind, blixem, donderslagen, schatering in de luchte met regeu" boven de stad is losgebroken, dat de goede Gou wenaars „verschrikt, beangst en geturbeerdt" waren en de overtuiging waren toegedaan, „dat den uytersten dadh dee Heeren ten vonnisse ous overvallen soude hebben". Zoo ver is het lnrtusschen niet gekomen. De stad zelf kwam er wonderwel af, maar de blik sem sloeg in den toren van de St. Jan, het vuur tastte ook de kerk aan en kon niet meer worden gestuit „en die ganrtsche Kerck van vooren tot achter toe was gansch te gronde", zoo vertellen de toenmalige kerkmeesters in hun bewogen verslag van de catastrophe. Met den herbouw van de kerk is toen spoe dig begonnen, dank zij de medewerking ©n offervaardigheid van de burgerij, die zich liet optrommelen ten einde „om niet" het puin te ruimen. De oude kerk schijnt reeds in het bezit geweest te zijn van schoone glasramen van niemand minder dan Lucas van Leyden en het nieuwe godshuis zou er niet voor onder mogen doen. Drie Jaren, nadat men met den opbouw was aangevangen, werd reeds het eer. ste gekleurd© venster aangebracht. Het is het raam in het koor, achter het hoogaltaar, voor stellende den Doop van Christus in den Jor- daan, een geschenk van den toenmaligen bis schop van Utrecht, Georgius van Egmond, abt van St. Amand. Diens portret als donator komt óp het raam voor, in gezelschap van St. Martinus met den bedelaar. NaSdat de Ordinarius was voorgegaan, die daartoe uiteraard de gelegenheid moest hebben, zijn talrijke schenkingen gevolgd: van koning Philips II van Spatlje, Margarertha van Par- ma. Prins Willem I van Oranje, de Staten van Zuid- en Noord-Holland, Hoogheemraden van Rijnland, de steden Amsterdam, Rotterdam, Haarlem, Leiden, Delft, Dordrecht, klooster oversten eh hooggeplaatste geestelijken, edel lieden en voorname burgers. Een heele groep kunstenaas is werkzaam ge weest, om aan de nieuwe St. Jan glazen te geven, met aan het hoofd de gebroeders Dirk en Wouter Crabeth, die het leeuwendeel voor hunne rekening namen en daartoe het recht hadden. Want als glasschilders stonden zij aan de spits van hun tijd. Zij waren Gouwenaars zoons van den glasschilder Pieter Dircksz. gen. Pieter Crepel. Van hun leven is verder heel weinig bekend. De oudste va.n de twee broe ders, Dirk, die dertien ramen heeft gemaakt voor de St. Janskerk Is vóór 1577 gestorven. Wouter, de Jongste, heeft ln Frankrijk en Italië gereisd en daar ook opdrachten uitgevoerd, was gehuwd met Neeltje Goverts van Proyen en overleed vóór 1590. HIJ maakte vier glazen l!l!ll!!ll!llll!lll!l!ll!!ll[l!lllll!ll!ll!!l!!l!lll men heeft Madonna met kind, détail van het 16de glas in het koor van de St. Janskerk te Gouda, werk van Dirk Crabeth, geschonken in 1556 door Cornelis van Myerop, proost en kanunnik te Utrecht. Willem Thibaut, Dirk van Zijl, Cornells Clock, Cornelis Kussens en Klaas Janse. Hoe respec tabel werk daarbij ook geleverd werd, de ven sters van de Crabebh's zijn verre snperieur van kleur en compositie, zij zijn ook het meest karakteristiek in de aanwending van het mate riaal, in de beantwoording aan de eischen van dezen specialen kunst-tak. De Crabeth's zijn zoozeer de meesters, dat hun werk in het en- semble ook door een ongeoefend oog dadelijk aan de iiooge artistieke kwaliteiten wordt her. kend. voor de St. Janskerk. Voorts hebben aan de roep wordt gedaan, mag wel in wijder en beglazing daar medegewerkt: Adriaan de Vrije, St. Benedictus, détail van het 16de glas in het koor van de St. Janskerk te Gouda, werk van Dirk Crabeth. Men mag gerust zeggen, dat toen de nieuwe St. Janskerk weer met gebrandschilderde glas vensters was versierd, meteen de strijd kon be ginnen tegen beschadiging en verval. Daar waren vooreerst de beeldstormers. Zij hebben het hier nogal schappelijk gemaakt, maar toch werd uit het genoemde raam van Georgius van Egmond in het koor der kerk een Voorstelling van de H. Drievuldigheid verwij derd en moest hij de mannen van het gezui- verde evangelie ook God de Vader het ontgel- den, d.w.z. op het raam van Margaretha van Panna, dat de offerande van den profeet Elia voorstelt met in het beneden-gedeelte de Voert- wassching. Maar al trok dan deze storm voorbij, in den loop der eeuwen zou nog menig „horribele onweer en tempeest" om de kerk woeden, met wind en hagelslag. Het raam aan de Noodzijde van het koor, dat de Boodschap des Engels voorstelt, is bij zulk een gelegenheid vernietigd en werd in 1655 door den Goudsohen restau rateur Daniël Tomberg vernieuwd. Een rijmp je herinnert er aan: Eertijds heeft mij de Abt van Bern hier gegeven Doch Keirckmeestens' gunst doet mij op nieuw herleven. Het is bij deze wedergeboorte echter een ge. heel 17de eeuwsch raam geworden, waarin de loodlijnen niet meer de teekening volgen, maar deze in rechthoekjes verdeel en. De zwaarste slag trof de Goudsche glazen in 1792, toen de ramen aan de Zuidzijde geheel doorhageld zijn en het groote raam van Phi lips II in het noordelijk transept naar binnen geslagen is. Slechts een fragment aan de bene den zijde van Dirk Crabeth's prachtige glas is in de vensteropening blijven zitten. Aan grondige restauratie viel in die dagen niet te denken, alleeil al omdat men niet meer over bruikbaar materiaal beschikte. De glas schilderkunst was in de aohtiende eeuw in verval geraakt en hert was voor de toenmalige branders niet mogelijk om glas te leveren, dat voor herstel van de oude Goudsche ramen kon worden gebruikt. Men is toen echter zoo verstandig geweest om de fragmenten, die naar beneden gekomen waren zorgvuldig te Verzamelen, in kisten te verpakken en op te bergen.. Meer dan hohderd jaar is het materiaal aldus bewaard gebleven tot er in onze dagen voor het herstel weer gebruik van kon worden gemaakt. Inmiddels heeft men toeh gepoogd, den toe stand van de ramen aan de zuidzijde, die min der geleden hadden, te verbeteren. De gebroe ders Angel Is Uit Brussel hebben er zich mee belast, maar ook zij hadden te kampen met gebrek aan geschikt materiaal. Hun eigen glas sloot zich slecht aan hij het te Gouda voorhandene en zoo is deze restauratie zeer onbevredigend geweest De goed bedoelde voorzieningen, die vervol gens nog in de negentiende eeuw werden ge troffen, zijn als lapwerk te beschouwen: men heeft toen zelfs zijn toevlucht genomen tot met olieverf besmeerd glas om hier en daar een gat te stoppen. Eindelijk, omstreeks het jaar 1900, zijn se rieus en systematisch en met bevoegde krach tan, de werkzaamheden begonnen tot herstel en behoud van de Goudsche glazen. De St. Janskerk moest grondig warden ge restaureerd en het denkbeeld lag voor de hand «■ÏS Zij-aanzicht van de St. Janskerk met het Zuider-transept. om nu ook de ramen onder handen te nemen. Er was echter geen geld voor en de overheid was van meening, dat hier van de zijde der particuleneo maar hert noodlige initiatief moest worden ontplooid. Dat is toen gelukt. Men begon met de merkwaardige grisaille van den Haarlemmer Willem Thibaut, een interessante Voorstelling van den tocht naar Damlate en men is er in geslaagd om gelijk, ópgaandie met de restauratie van de St. Jans kerk de glazen te herstallen. Om het werk voortgang te doen vinden werd in 1925 heit Fonds tot herstel van de Goudsche glazen" in het leiven geroepen, welks bestuur thans van de regeering toestemming verkreeg tot uitgave van de bijzondere frankeerzegels. Men kent de moeilijkheden, die zich bij re- stauraties op bijna alle gebied voordoen en die gelegen zij.n in het verschil van zienswijze en Waardeering tusschen oudheidkundigen en aesthetic!, waar het geldt historische monu- men,ten. Het zou wel een wonder Wezen als er inzake de glasramen onmiddellijk overeen stemming zou bestaan tusschen de vertegen- woordigers van de Verschillende belangen. Re- sfcauratie van antiek gebrandschilderd glas moert een onderneming zijn, waarbij een recht geaard oudheidkundige de schrik om hert hart slaat. We waren dan ook bijzonder belangstel, lend naar bet in Gouda gehuldigde beginsel, vooral omdat wij den induk hadden, dat van de gedragslijn welke op architectuurgebied den laatste,n tijd is gevolgd, ©enigszins wordt afgeweken. Ei- worden immers wel degelijk vermiste stukken „bijgemaakt", terwijl men er zich elders toe pleegt te beperken alleen het nog voorhanden© te herstellen. Niettemin: er is hier inderdaad een wonder geschied. Het atelier-Schouten slaagt er in de verschillende partijen te bevredigen. Allereerst door de gevoeligheden van de oud heidkundigen te ontzien. Zorgvuldig wordt nagegaan, wat van bet glas origineel is en wat i niet en va.n dit minutieus© ondei zoek wordt het resultaat Op teek© Hingen vastgelegd. Wat oud is wordt zonder uitzondering benut en al het origineele blijft intact, er wordt daaraan nooit iets gedaan. Maar het doel va,n de restauratie is uiteraard de glazen weer al® gave kunstwerken af te leveren Daartoe worden de ontbrekende dee- len met nieuw materiaal aangevuld Er schijnt elders wel eens gepro beerd te zijn, het gekleurde glas, dat verloren Is gegaan, met neu trale stukjes te vervangen. Maar hert resultaat is niet be moedigend de gemiste schakels in het geheel zijn zeer hinderlijk en verstoren den indruk van het totaalbeeld, In Gouda worden derhalve de ontbrekende fragmenten aangevuld met nieuw glas. De moeilijkheid is natuurlijk om bijpassend materiaal te krij gen, dat In het 16d© ©euwsche geheel voldoet. De groote zorg van de restau rateurs is dan ook geweest, in elk bijzonder geval glas van de goede kleur te verwerven, waarvoor ook materiaal uit het buitenland betrokken. Het is in Gouda mogelijk otn op deze wijze t© werk te gaan, daar men wat de glasramen betreft over zeer veel gegevens beschikt. Aller eerst zijn nog aanwezig de origineele cartons op ware grootte, dié in metalen bussen worden bewaard. We hebben zoo'n werkteekening voor ons laten ontrollen en vonden een zeer uitvoe rig© en tot in die finesses zorgvuldig uitgewerk te afbeelding, die omtrent bet ontbrekende in ieder raam de noodige opheldering geeft. Ver der hebben de Gouwenaars, de broosheid vain hun kostelijk bazit indachtig, indertijd den schilder Christoffel Pierson ongedragen er gekleurde afbeeldingen van te maken. Deze zijn in klein for maat op perkament g© teekend. De kleur is uiter aard nogal primitief, maar hierin moert het origineele glas aanwijzingen geren en vult verder de artistie ke intuïtie van den res- tuarator aan, wat trots deze gegevens nog zou kunnen ontbreken. Waar echter onvoldoen de zekerheid bestaart, laat men aanvulling achter wege. Zoo bijvoorbeeld zou het niet mogelij k zijn de voor stelling van de Heilige Drie ruldigheid, die door de her vormers uit het midden-raam in het koor verwijderd werd, volgens de oorspran kelijke bedoelingen van de glasschilders weer in het raam op te nemen (g© steld, dart men zulks zou weuschen). De voorhanden documenten zijn hier ontoe reikend. Wat in het glas wordt aangevuld, zijn enkel en alleen die fragmenten waar omtrent volkomen duidelijke en bruikbare aanwijzingen tot ons gekomen zijn. En dat geschiedt dan nog zoveel mogelijk met b© hulp van de collecties oude glasscherven, die door de goede zorgen van vroegere geslaohten zorgvuldig zijn bewaard. Volgens deze beginselen is in overeenstemming met 'e rijks Monumentenzorg en met den Koninklijken Ne derlandsahen Oudheldkun digen Bond het restaura tiewerk verricht en za! het worden voortgezet. De steigers staan thans voor het raam van Geor gius van Egmond in het koor. Om nu echter het werk tot een goed einde te brengen, zijn nieuwe fond sen noodig en men kon ■r WOUTER CRABETH. Offert Wouter met Elias Doove verf schijnt hemelsvyer Eet hij 't Paaschlam met Messias Syn pinceel vol aart en swier Draaft te moediger en stouter, Stel het beeld op 't Schilder souter. (Vondel). er niet toe besluiten in dezen tijd het ia 1900 begonnen werk te onderbreken. De crisis? Och wat!" zei de bejaarde heer ir. Schouten, toen wij hem dezer dagen spra ken. „Als het noodig was dd&rop te wachten, dan zou iedere groote onderneming blijven steken. Dat heb ik al zóóveel meegemaakt. Het gaat altijd weer voorbij ©n er komt altijd wat goeds uit voort". Zoo te p,raten, hert is het voorrecht van do zeventigjarigen Het groote werk van de regeneratie van do prachtige Goudsche glazen moet ongestoord verder gaan. De kleine zegeltje® zijn het thana, die het kloek© plan moeten.... bezegelen. Het 25ste glas, met een voorstelling van het ontzet van Leiden, werk van Cornelis Clock, geschonken door de Burgemeester en van Delft. (Reproductie van de teekening door Christoffel Pierson, 1676). Interieur van de St. Janskerk te Gouda met het allegorische glas „De Vrijt «sdi der Consciëntie", werk van Adriaan G. de Vrije, geschenk van de Staten van Zuid-Holland, 1596.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 2