VOOR ONZE UNIVERSITEIT.
FEUILLETON
DE GEHEIMZINNIGE DERDE
ZATERDAG 10 OCTOBER 193Ï
EEN BIJZONDER VERSCHIJNSEL
NAAR OPLOSSING VAN HET
CONFLICT
DE STAKING TE ZEIST.
OOK DAAR WEER LOONKWESTIE
DE WERKLOOZENKASSEN EN DE
HOOFDARBEIDERS.
DE KATHOLIEKE UNIVERSITEIT
EISCH DER EIGEN TRADITIE.
BESTRIJDING DER IEPENZIEKTE.
HET CENTRAAL OOMITé DER
ST. RADBOUDSTICHTING.
KLEINHANDEL IN ALCOHOL
HOUDENDE DRANKEN.
De meening der Eerste Kamer
over de nieuwe regeling.
HET VERGUNNINGSRECHT.
BENDIEN'S KANKER-PROEVEN.
DE ZAAK VAN DS. ADRIANI.
HET VERDRINKINGSGEVAL BIJ
AMELAND.
Het rapport van de deskundigen.
SCHILDERIJEN VAN NEDERLAND
SCHE MEESTERS GESTOLEN.
DE INDISCHE POSTVLUCHTEN.
Teiraictg
DB 1000STE EMPLOYé IN DE HEMA.
De Hema, welke dezer dagen ook te Maas
tricht een filiaal zal openen, heeft onlangs
haar 1000ste employé In dienst genomen.
Daar de Hema eerst in November a.s. 5 jaar
zal bestaan, is dit gezien de huidige tijds
omstandigheden zeer zeker een bijzonder
verschijnsel.
Gisterenmorgen heeft op het Departement
van Arbeid, Handel en Nijverheid onder leiding
van den rijksbemiddelaar den heer van IJssel-
stein een conferentie plaats gehad met de par
tijen, betrokken bij de staking aan de metaal-
warenfabriek der N. V. firma Gerritsen te
Zeist.
Nadat de rijksbemiddelaar eerst met beide
partijen afzonderlijk had vergaderd had een
gemeenschappelijke bespreking plaats, welke
gisterenmiddag zonder den heer van IJssel-
stein is voortgezet. De mogelijkheid is groot
dat deze bijeenkomst kan leiden tot oplossin»
van het conflict.
Hedenochtend heeft een vergadering met
het personeel plaats.
STAKING BIJ DE WERKVERSCHAFFING
Donderdag zijn de Almelosche tewerkge-
stelden op de Rijkewerkverschaffing in de
Weitemanslanden, 65 in getal, in staking ge
gaan in verband met een loonkwestie.
OM VALSCHE KWARTJES TE MAKEN.
En wat ook nog ontdekt werd
Door de politie te A'dam is een inval
gedaan in een woning, op de De Wittenkade,
waarvan de bewoner werd verdacht gas te ge
bruiken buiten den meter om. Deze overtre*
ding werd Inderdaad geconstateerd, maar te
vens werd daar de ontdekking gedaan, dat
deze bewoner ook in het bezit was van ingre
diënten, om valsche kwartjes te maken en
zich ook scheen bezig te houden met het ver
vaardigen van rijwielplaatjes.
Hoe de zaak ontdekt werd
In aansluiting op het bovenstaande verne
men wij nog, dat de oorzaak van het wantrou
wen, dat tegen den bewoner van het perceel
op de de Wittenkade, 'n zestigjarigen bankwer
ker, was gerezen, lag in het feit, dat de man
zoo opvallend weinig gas gebruikte. Daar men
fraude vermoedde, was de controleur der gae-
fabriek, die gisteren de zaak ging onderzoeken
vergezeld van een rechercheur. Nadat de bank
werker bad opengedaan begaven de eoqivoloui
en de rechercheur zich naar den gasmeter,
waar zij ontdekten, dat door middel van een
fietsband, welke onmiddelijk van de hoofd
leiding op de huisleiding was aangesloten, het
gas buiten den meter om betrokken werd. De
tweede verrassing was, dat men bij een vluch-
^tfgë huiszoeking een tweetal matrijzen vond,
het vervaardigen van valsche kwartjes
ft wiel belastingplaat jee.
Onmiddellijk werden de commissaris van het
bureau Spaarndammerstraat, alsmede de Ned.
Centrale Inzake falsificaties van deze ontdek
king in kennis gesteld, waarop commissaris
Thiimann en inspecteur Luteijn zich met den
Inspecteur Kallenbom eu Posthuma van de
falsificatiën-centrale naar de de Wittenkade be
gaven. Men vond nog een valsch kwartje en
een rijwieiplaatje, benevens eenlge gebroken
exemplaren en het gereedschap.
De bankwerker, die op bet bureau Spaarn
dammerstraat verhoord werd, deelde mede,
sins November 1930 gas bulten den meter om
toetrokken te hebben. Het vervaardigen van de
valsche kwartjes en rijwlelmerken beweerde
hij uit tijdverdraf te doen. HU had ze echter
nooit uitgegeven. De man blijft In verzekerde
bewaring.
Schrijven aan den minister van
arbeid. H. en N.
Door het Verbond van vakorganisaties van
hoofdarbeiders in Nederland, is het navolgend
schrijven aan den minister van Arbeid, Handel
en Nijverheid verzonden.
„Ten vorige jare werd door Uw Excellentie
een bijzondere crisismaatregel toegepast, ten
aanzien van de werkloosheidskas&en, die we-rk-
nemersgroepen omvatten, welke met buitenge
wone werkloosheid te kampen hebben.
Onder voorwaarde, dat het vermogen der kas
zou zijn gedaald beneden de 50 pet. van het
bedrag, waarover zij op 28 December 1930 be
schikte, zou een extra subsidie uit Rijksmid
delen beschikbaar worden gesteid
Hoewel deze regeling van algemeenen aard
was en in bepaalde gevallen ook bonden van
ïoordai beiders daarvan hebben geprofiteerd,
brachten de omstandigheden mede, dat andere
bonden daarbuiten vielen en dank zij het feit
eener ruime reserve, als gevolg van jarenlange
besparing, niet voor verlengde uitkeering in
aanmerking konden komen
Meenen wij dit op zichzelf reeds als een
leemte te moeten beschouwen, wij moeten verder
constateeren, dat ook de verlengde uitkeering
met 36 dagen boven het reglementair vastge
steld aantal ultkeeringsdagen, een weinig af
doende hulp beteekent, nog daargelaten, dat het
genoemde aantal dagen geen verband houdt, noch
met 't aantal dagen In onderscheiden reglementen
vastgelegd, noch met den werkelijken duur
der crisiswerkloosheid. Het is een bekend feit,
dat deze voor hoofdarbeiders veelal van zeer
langen duur is en dat geen enkele kas tot
heden in staat is, om de wezenlijke behoeften
te dekken
Tenslotte merken wij op, dat ons nog niet
bekend mocht worden, welke plannen Uw Exc.
koestert ten opzichte van het Jaar 1932, dat
thans voor de deur staat. Als de regeling daar
van onder het oog wordt gezien, lijkt het ons
zeer verdedigbaar, dat hierbij bovengenoemde
punten in het oog worden gehouden."
li.
Merkt de te vellen boomen; vóór
het blad valt.
In aansluiting met een onlangs in de pers
verschenen mededeeling over bovenstaand on
derwerp vestigt het Comité ter Bestrijding der
Iepenziekte nogmaals met nadruk de aandacht
van eigenaren van iepeboomen op de wen-
sehelijkheid, alle doode, stervende of ernstig
door do iepenziekte aangetaste iepen in den ko
menden winter te vellen en de schors onscha
delijk te maken door deze te verbranden of
desnoods met den stam gedurende ten minste
drie maanden onder water gedompeld te
houden.
Thans kunnen de zieke boomen nog gemak
kelijk worden herkend als over enkele weken
het blad zal zijn afgevallen, is dit zelfs voor
deskundigen veel moeilijker en voor den leek
uiterst bezwaarlijk.
Snel handelen verdient dus ten zeerste aan
beveling er staan hier groote belangen op
het spel.
INTERNATIONAAL OPLICHTER
VEROORDEELD.
In Maart 1928 werden eenlge Nederlandsche
Banken door middel van een valschen crediet-
brief opgelicht voor een totaal bedrag van on
geveer 110.000.
In Parijs gearresteerd, had zich de Roe-
meensche advocaat M. M. F., na uitlevering,
voor de Amsterdamsche rechtbank te verant
woorden. Verdachte was reeds herhaaldelijk
wegens soortgelijke misdrijven veroordeeld.
Gisteren veroordeelde de rechtbank hem tot
een gevangenisstraf van twee jaar met aftrek
van de voorloopige hechtenis in Nederland on
dergaan.
Het O. M. had één jaar en drie maanden ge
vorderd, met aftrek van de geheele voorloopige
hechtenis.
TENTOONSTELLING VAN BETER
DRUKWERK TE ARNHEM-
Reeds eerder hebben wij melding gemaakt
van de groote tentoonstelling van „Beter
Drukwerk" die door de Federatie der Werkge-
versorgani-satiën in bet Boekdrukkersbedrijf
van 28 October tot en met 5 November a.s. in
de zalen van „Musis Sacrum'' te Arnhem zal
worden gehouden.
Behalve een groot aantal inzendingen van
het betere drukwerk, hetwelk in ons land
wordt vervaardigd, zal er ook een eohait van
boek- en plaatwerken, drie- en vierkleurendruk
ken, houtsneden enz., te bewonderen zijn.
Dooh ook op andere wijze spreekt de be
langrijkheid van deze tentoonstelling. Men
deelde ons mede dat er o.a. te zien zal zijn een
uitsluitend Hebreeuwsehe inzending, bevatten
de o.m.: Thora, de Heilige Wetsrol, bevattende
de Vijf Boeken van Mozes en een miniatuur
Thora, Talmudexemplaar Jebamoth gedrukt in
5477—1716, etc.
Voorts zal de Federatie eenige interessante
boekwerken uit haar bibliotheek exposeeren,
w.o. boeken uit het begin der boekdrukkunst,
zelfs een werk van 1480; Cronijken van oude
tijden, waarin reeds geschreven wordt over
de uitvinding der boeddrukkunst. Vervolgens
eenige blokdrukken en Elsevier-werken, waar
uit blijkt, dat in de vorige eeuwen op de gewone
handpersen het allerfijnste werk werd ver
vaardigd Ook zal een collectie zeldzame mun
ten, alle betrekking l^ebbend op 't typografisch
bedrijf, aanwezig zijn, benevens oude Kopper-
maandag-verzen en Costerplaten. Het antiqua
riaat Menuo Hertzberger te Amsterdam
zal ter onluistering eenige zeer interessante
oude boekwerken inzenden.
Het Nederlandsch Persbureau tenslotte ex
poseert o.m. de oudste in ons land verschenen
nieuwsbladen
Sluitsteen van de emancipatie
De wensch vah het kerkelijk wetboek om
eigen universiteiten te stichten, daar, waar het
hooger onderwijs in katholieken zin ontbreekt
(canon 1379) is niet anders dan de voortzetting
van een eeuwenoude traditie. Ook onze eigen
Nederlandsche traditie vraagt voor de katholle
ken een noogeschool. Onze oudste universiteit
vóór de Hervorming was die van Leuven. Do
verscheuring der Nederlanden in de zestiende
eeuw deed voor de Noordelijke Nederlanden die
universiteit verloren gaan, ja zij verloor zelfs
haar Nederlandsch karakter. Voor de Noorde^
lijke Nederlanden begon de bange nacht van
eeuwenlange verdrukking van dat volksdeel,
dat de oude Moederkerk trouw bleef. Eerst met
de Fransche revolutie begon een verre morgen
schemer. Maar zij bracht evenmin als de
grondwetten van 1814 en 1815, de vrijheid van
onderwijs. De school bleef haar protestantsche
en rationalistische kleur behouden, de stichting
van eigen scholen was onmogelijk en heel het
schoolleven lag vastgeklemd in den greep van
het uitsluitend protetantsch schooltoezicht.
Vrijheid begon eerst te dagen in 1848; toen
volgde de strijd om de eerste subsidie, tien
tallen van jaren, tot uiteindelijk voor bet lager
onderwijs althans de volkomen gelijkstelling
volgde.
Onze toestand voor hooger onderwijs deelde
ruimschoots het lot van de andere scholen. In
een Studie „Voor honderd jaren" (1921) heeft
de Venlosche spreker dit breed belicht. „Van
eenig Katholiek onderricht op de Universitel-,
ten van het Noorden was natuurlijk geen spra^
ke. Hadden de katholieken daar dan misschien
eenïgen invloed op het universitair onderwijs,
doordat er geloofsgenooten waren aangesteld?
Ook dat niet. De Gourrier de la Meuse levert
hier de noodige statistische gegevens. In 1828
was er onder de Curatoren der Universiteiten
te Leiden, Utrecht en Groningen, ja zelfs on
der die van de Atibeneeën te Amsterdam, Fra-
neker en Deventer geen enkele katholiek;
evenmin als onder de 21 Hoogleeraren van Lei
den, onder de 16 van Utrecht of onder de 17
van Groningen, of zelfs onder de Professoren
der Atheneeën. Wanneer men Noord-Brabant
uitzondert, vond men nergens onder de Rec
toren der Latijnsche scholen een katholiek. Men
begrijpt, dat zoodoende heel het hooger onder
wijs zoo goed als overal ongenietbaar wa,s voor
de katholieken. Nu konden zij wel in de Zuide
lijke Provinciën hun studiën maken, doch voor
het voorbereidend hooger onderwijs was dit al
zeer bezwaarlijk, terwijl bovendien Ingevolge
het eerste besluit van 14 Juni 1825, overal in
bet Koninkrijk der Vereenigde Nederlanden
geen Latijnsche school of College of Atheneum
meer kon bestaan zonder toestemming van
het Departement van Binnenlandsche Zaken,
en Nederlandsche jongelieden, die na 1 October
1825 buitenslands de Humaniora gingen volgen
of hun academische of theologische studiën
deden, niet benoembaar zouden zijn tot ambten
of geestelijke bedieningen. Van het hooger on
derwijs in katholieken geest op een der Zui
delijke Universiteiten b.v., in Leuven, konden
na 1830 de noordelijken niet meer profiteeren,
daar de daar behaalde graden geen rechten ga
ven. De afscheiding van België maakte dan
ook voor tie Katholieken van Noord-Nederland
de toestanden op hooger onderwijsgebied nog
treuriger In 183? schrijven de „Catholijke Ne-
derlandscoe Stemmen'' over de „Gevaarlijke
strekking van 't lagere, middelbare en hoogen-,
onderwijs voor de Catholijke Jeugd, gelijk het
thans in Oud-Nederland bestaat'' 1)
Langzaam en moeilijk ls onze opgang ge
weest! En het is wel merkwaardig, dat telkens
als er eenlge verandering ter sprake kwam,
het helmwee naar de eigen universiteit naar
boven komt. Frappant is hiervoor het volgen
de. Toen tijdens het,Koninkrijk Holland, onder
den katholieken koning Lodewijk Napoleon,
dus reeds in 't eerste decennium der vorige
eeuw, voor de verschillende godsdienstige ge'
zindten een commissie werd ingesteld om ad
vies te geven over de regelingen, die noodig
waren voor den eeredienst, kwam de katho
lieke commissie tot het volgend voorstel. Zij
adviseerde gymnasia voor katholieke jongelin
gen op te richten, en een hoogeschool in Den
Haag, „uitsluitend voor katholieke jongelingen
bestemd" een universiteit met vier fakulteiten:
theologie, rechten, medicijnen en philosopbie
en letteren. Dat was het advies in 1809. En
let wel: het was 't advies van een commissie,
die rapport had uit te brengen over- wat de
katholieke godsdienst noodig had in Nederland.
De Hervorming heeft ons veel ontnomen, de
verdrukking is lang en zwaar geweest. Maar
niet aoodra werd ons de vrijheid van ademen
hergeven of de opleving begon. En zoo als we
overai naast en om de ontroofde oude grijze
kerken weer met hernieuwde jeugd de onze
hebben gezst, zoo ls ook als sluitsteen van de
emancipatie de eigen universiteit weer te
rug gekomen. Oyer de Hervorming heen slui
ten we weer aan bij onze niiddeleeuwsche tra
ditie. Onze vrijwording moest noodzakelijk lei
den tot de universiteit. Hoe hebben wij God te
danken die onzen wasdom zegende! En hoe
vordert een inzicht in onze historie, in onze
traditie dat ieder katholiek steune naar vermo.
gen. Want wij zijn er nog niet. Wat wij nu be
zitten is nog een torso, het is een gtuk, gewich-
tige doelen ontbreken nog. Blijven we onze tra
ditie trouw en bouwen we zelf met ai cmze
kracht, dan zal ook de lijn onzer historie,t.e zij
ner tijd vast en zeker worden doorgetrokken
en zal de overheid ons ook financieel recht
doen
1) De Beiaard, 1921, II, blz. 306.
OPZIENBARENDE ARRESTATIE.
Een Amsterdamsch advocaat opgesloten.
Enkele dagen geleden arresteerde de Am
sterdamsche politie te Keulen een persoon, ge
naamd Sn., verdacht van oplichting, valsch-
heid in geschrifte en bedrog. Hij werd door
een Amsterdamsch inspecteur met enkele re
chercheurs naar Amsterdam vervoerd en na
dooT de politie aan het bureau Stadhouders
kade gehoord te zijn, in het huis van bewaring
opgesloten.
In verband met deze zaak ls gistermorgen
op last van mr. Reylingh, substituut-officier
van justitie, een bekend Amsterdamsch advo
caat, mr. S., advocaat en procureur te Amster
dam, gearresteerd. Na door den officier van
justitie te zijn gehoord, Is hij naar het huis
van bewaring overgebracht.
Eerstgenoemde is voor de Nederlandsche
justitie geen onbekende. De in Amsterdam ge
arresteerde advocaat was raadsman van S.
De arrestaties schijnen te nebben plaats ge
had naar aanleiding van een aanklacht, die
door iemand uit Limmen (N. H.) bij de justi
tie Is ingediend.
Verrassende resultaten.
Nader vernemen wij nog h6t volgende: De
som, waarvoor het slachtoffer van deze ver-
duiisteringsaffaire, de wed. te Limmen, Is op
gelicht moet rond de 16.000 bedragen. On
middellijk nadat de zaak ter oore was geko
men der Amsterdamsche politie werd het on
derzoek krachtig aangepakt. De commissaris
van het bureau Stadhouderskade de heer H. de
Jongh gaf aan inspecteur G. van Grootheest
opdracht zich naar Duitschland te begeven,
omdat men vermoedde, dat do gezochte S. N.
Sn. zich in Keulen of in de buurt daarvan zou
ophouden. Inderdaad werd de man in Keulen
-gevonden. Zijn woonplaats had hij echter te
Bottrop in Westfalen. Vroeger woonde hij in
Amsterdam, waar hij als caféhouder aan het
Amstelveld een goede bekende van de politie
was. Op Dultsch grondgebied mocht de inspec
teur Sn. niet arreeteeren.
De verdachte verklaarde zich echter bereid
mee te gaan naar Amsterdam. Zoodra zij over
de grens waren, deelde Inspecteur van Groot
heest Sn. mede, dat hij zijn arrestant was. Bij
het verhoor, dat na aankomst op het bureau
Stadshouderskade volgde wilde de man maar
weinig loslaten. Wel bleek, dat hij de weduwe
te Limmen kende.
De tweede arrestant mr. S. was eenlgen tijd
geleden directeur van de diamantclub „Concor
dia", zoodat zijn arrestatie in kringen van den
diamanthandel groot opzien verwekte. De po
litie vermoedt, dat nog meerdere personen bij
deze zaak betrokken zijn. Zij zet het onderzoek
voort.
Gisterenmiddag heeft nogmaals een langdu
rige huiszoeking plaats gehad bij mr. S. Het
resultaat was, naar wij vernamen, verrassend.
DE POENALE SANCTIE.
Geen toepassing meer bij de tabaks mij.
Arendsburg.
Het Tabaks-Bureau deelt aan Aneta mede, dat
de Tabaksmaatschappij Arendsburg besloten
heeft de Poenale Sanctie geen toepassing meer
te doen vinden op de werkcontracten, gesloten
met arbeiders op hare tabaksondernemingen.
Aan het voorlooplg verslag der Eerste Ka
mer over het wetsontwerp houdende bepalin
gen tot regeling van den kleinhandel in alco
holhoudende dranken wordt het volgende ont
leend:
Enkele leden verklaarden vooralsnog weinig
geneigd te zijn, om aan dit ontwerp hun stem
te geven. Meer en meer wijkt h. i. de Neder
landsche wetgever af van het stelsel en het
beginsel der oorspronkelijke wet van 28 Juni
1881 „houdende wettelijke bepalingen tot re
geling van den kleinhandel in sterkeD drank
en ter beteugeling van openbare dronken
schap". Dat deze wet een goede zijde heeft ge
had, moet zeer zeker worden erkend, verschil
lende voorbeelden werden daarbij aangehaald.
Voor nog verder gaande beperking en bemoei
lijking van een matig gebruik, bestaat ech
ter naar de overtuiging van deze leden, niet
de minste reden.
Weliswaar blijft bij een afwijzing van het
ontwerp toch een nieuwe regeling nopens de
vennootschapsvergunningen noodzakelijk, maar
men zou naar het oordeel dezer leden, blijk
geven van een onjuist Inzicht, indien men, ter
wille van de desbetreffende, ln het ontweip op
genomen bepalingen, welke trouwens ook niet
feilloos zijn, het geheele wetsvoorstel goed
keurde.
Andere leden konden zich met deze opmer
kingen niet vereenigen. Zij waren van meening,
dat het onderhavige wetsontwerp op tal van
punten doeltreffende wijzigingen van de Drank
wet bevajt.
Tenslotte meenden deze leden een woord van
protest te moeten uiten tegen de wijze, waar
op de drankhandelaren zich hebben geweerd
naar aanleiding van de behandeling van dit
wetsontwerp.
Eenige leden die het standpunt der drankbe
strijders innamen, verklaarden, dat dit wets
ontwerp hen in een moeilijke positie brengt.
Alhoewel het verscheidene, niet onbelangrijke
maatregelen bevat, waren zij van oordeel, dat
bet doen vervallen van het voorstel in zake
plaatselijke keuze alle aantrekkelijkheid er aan
heeft ontnomen.
Eveneens hadden zij met leedwezen gecon
stateerd, dat een verbod van verkoop van wijn
en bier per flesch ln winkels, waarin ook in
andere artikelen nering wordt gedreven, ln
het ontwerp niet meer wordt aangetroffen.
Verscheidene andere leden konden zich met
dit standpunt niet vereenigen. Ofschoon groote
sympathie gevoelende voor de drankbestrijding,
waren zij geen voorstanders van plaatselijke
keuze, waarmede weliswaar de Tweede Kamer
indertijd haar instemming heeft betuigd, doch
welke de Eerste Kamer reeds tweemaal heeft
afgewezen. Zij meenden, dat een dergelijk
dwingend systeem, gelet op het steeds minder
wordende gebruik van drank hier te lande niet
verdedigbaar is en dat invoering daarvan tot
allerlei min gewenschte toestanden zou leiden.
Enkele leden achtten het ongewenscht, thans
weder in handen van administratieve colleges
de beslissing te leggen over de vraag, of een
vergunning al dan niet geacht kan worden te
worden uitgeoefend op naam en voor rekening
van den vergunninghouder. Wil men het ver
bod van verpachting handhaven, dan zal he*
ter voorkoming van mogelijke willekeur nood
zakelijk zijn, de toepassing daarvan afhanke
lijk te stellen van de uitspraak van den gewo
nen rechter, die alleen bevoegd is tot beoor
deeling van de vragen, welke zich hier voor
doen.
Wat betreft den in art 79 opgenomen fatalen
datum 1 Mei 1931, merkten deze leden op, dat
deze bepaling erop neer komt, dat de exploi
tant, die thans met de vergunning van een an
der werkt, om voor zijn koffiehuis een vergun
ning te behouden, deze moet koopen en van
niemand anders kan koopen dan van hem, van
wien hij op 1 Mei 1931 zijn tergunning pachtte.
Volgens hen, moet het stellen van 1 Mei 1931
als fatale datum tot ongewenschte toestan
den en onbillijkheden leiden, en deze zouden
kunnen worden voorkomen door ln een no
velle dezen datum te doen vervallen en daar
voor in de plaats te stellen: „zes maanden na
het In werking treden dezer wet".
De bekende cineast Joris Ivens vertrekt
uit Amsterdam naar Rusland.
„NIET BETROUWBAAR"
Zijn methode ook van Engelsche
zijde ongeschikt geacht.
Reuter seint ons uit Londen
Charles Gordon Watson, voorzitter van de
onderzoekingscommissie voor het Britsche rijk
inzake kanker, heeft verklaard, dat de methode
van Bendien de aanvankelijk gewekte verwach
tingen niet heeft kunnen rechtvaardigen.
De commissie is derhalve tot de conclusie
gekomen, dat de methode-Bendien op het oogen-
blik niet als betrouwbaar 13 te aanvaarden.
Bij de rechtbank te Leeuwarden is thans bin-
nengekomen het rapport van de psychiaters
prof. Wiersma te Groningen en dr. Westerhuis
te Leeuwarden, welke deskundigen een onder
zoek hebben imgesteild naar de geestvermogens
van ds. Adriani, die ln Juli van dit Jaar tij
dens .een vacantie-u itstapje op het eiland Ame
land met zijn vtouw in zee ging baden en
daarbij haar hoofd zoo lang onder watier heeft
gehouden, dat zti verdronken is.
De conclusie van de deskundigen luidt, dat
gedurende het plegen van het feit bij dr. Adria
ni zich 'n zoodamdge abnormale affect-toestand
beeft ontwikkeld, dat van rustig bezonnen over
leg op dat oogeublik geen sprake is geweest.
Het ontstaan van den affect-toestand schrijven
deskundigen toe aan den minderwaardigen
geestelijken aanleg /an ds. Adriani.
Het rapport van den anato-patoloog, dr. O.
W. A. Mieremet te Groningen, bevestigtf dat
de vrouw van ds. Adriani verdronken is.
De zaak zal vermoedelijk in de eerste helft
van December voor de rechtbank te Lee war
den in behandeling komen.
Uit de schilderijen-verzameling van het Slot
te Mannheim hebben Donderdag-nacht
inbrekers zes kostbare schilderijen, voor het
meerendeel van 17de eeuwsehe Hollandscha
meesters, gestolen.
De daders zijn van de binnenplaats mét een
ladder door één van de vensters geklommen,
waarvan het glas met behulp van een diamant
was uitgesneden en ingedrukt.
De schilderijen zijn vakkundig uit de lijst
genomen, in een afgescheurd gedeelte van da
wandbekleeding gewikkeld en met een gordijn
koord ingepakt.
Door een ander, en gunstiger gelegen,
venster zijn die dieven verdwenen.
Een Russisch ingenieur de dader.
Nader vernemen wij:
De diefstal, die Donderdagnacht te Mann
heim in de „Schlossgalerie" la gepleegd, is
spoedig opgehelderd. Gisteren werden de schil
derijen reeds te Frankfort te koop aangeboden.
De politie werd direct gewaarschuwd en het
gelukte haar gistermiddag den 27-jarigen Rus-
slschen ingenieur Iwan Maslanka, te arrestee
ren die bekende, dat de stukken in zijn bezit
zijn, doch voorgaf dat hij ze van een onbe
kende had gekocht. Bij fouilleering werd bij
hem een diamantsnijder gevonden, die klaar
blijkelijk gediend heeft, om de etukken uit té
snijden.
Elf der gestolen stukken zijn terecht. Het
twaalfdo moet de Rus hebben achtergelaten bij
een voorloopig nog onbekenden kunsthandelaar,
die eerst een onderzoek naar de echtheid van
het stuk wilde Instellen alvorens het te koopen.
Het postvliegtuig De Valk ls gister om 5.41
uur uit Calcutta vertrokken en om 13,45 uur
te Rangoon aangekomen.
Het postvliegtuig De Raaf is gistermorgen te
6,58 uur uit Boedapest vertrokken.
door
WILHELM HOLT
(Uit het Duitseh vertaald)
Het ie buitengewoon interessant, mijn
heer Kraus, zei de hoofdredacteur der Neues-
tien Nachfricbten tot zijn afdeel in gschef, ten
minste men kan 't interessant maken. En dat
moet. Onze lezers vinden naar mijn meening
in den laajtsten tijd niets in onze krant, dat
op sensatie lijkt. En die zoeken ze toch.
Dat weet ik ook, antwoordde Kraus.
Dus des te beter, als we eens Iets bijzon
ders brengen. En U gelooft, mijnheer, dat met
deze zaak werkelijk iets te bereiken is
Zeer zeker geloof ik dat. Het is een in
alle opzichten geheimzinnige geschiedenis.
Kraus trok ongemerkt zijn schouders op.
Als 't nu een moord was, zeide hij, of
'n geheimzinnige verdwijningmaar 'n
dreigbrief Dat is zoo alledaagsch en boven
dien hebbem we hier, tien tegen een, met 'n
flauwe grap te doen: bangmakerij uit gek
heid. Zoo denkt de politie er ook over. Dat
is duidelijk op te maken uit het politiebericht.
En Kraus wees naar het bericht, dat zijn
chef in de hand hield.
Kijk, ziet U, zeide deze', dat bevalt me
juist heel goed. Professor Evan krijgt 'n dreig
brief. Hij zelf hecht niet de minste waarde
eraan, maar toch meent hij de politie ervan
in kennis te moeten stellen. Ook de politie Is
van meening, dat die brief niet veel te bedui
den heeft, meent, dat er 'n misplaatsts grap
fa 't spel ls. En daarom sullen de dagbladen
niet veel ophef ervan maken. En toch kan 't
een hoogst ernstige zaak zijn en daarom moe
ten wij ze met groote opmerkzaamheid ver
volgen.
Deze laatste woorden werden inet nadruk
uitgesproken en Kraus, die den hoofdredacteur
door en door kende, wist, dat deze niet van
zienswijze veranderen zou.
Goed, zeide hij, dan gaan we aan 't werk.
Maar wien, meent U, moeten we deze zaak
in handen geven
Ik zou graag zien, dat U de leiding nam.
Wellicht kan die jonge man, dien we onlangs
in dienst genomen hebben, U daarbij behulp
zaam zijn. Maar wanneer een onderhoud met
professor Evan zelf noodig mocht zijn, dan
kunt U hem niet sturen. Dan moet U zelf gaan.
Kraus kuikte.
In orde, zielde hij. Ik hoop, dat we succes
zullen hebben met deze zaak.
Ik heb 'n voorgevoel, dat we dit inder
daad zullen hebben, sprak de hoofdredacteur
lachend. Daarna begon hij te schrijven, 'n
toeken voor Kraus, dat het onderhoud afge-
loopen was. Kraus ging naar zijn bureau, hij
was niet erg in z'n schik. Is dat nu 'n work
voor iemand, die een ernstige opvatting van
zijn taak heeft bromde hij in zichzelf. Als
we veel over die zaak berichten, dan loopen
we nog gevaar, ons zelf belachelijk te maken.
Maar hij was er de man niet naar, om lang
te blijven mopperen, en zeker niet Iemand, die
in 'n slechte bui zijn plicht verwaarloost. Hij
liet dus den jongen verslaggever Werner bij
zich komen, 'n Paar minuten later was deze
bij hem.
Zeg, Werner, zei Kraus, U hebt toch zeker
ook wel gehoord van dien dreigbrief, dien
professor Evan gekregen heeft
Ja zeker, mijnbeer Kraus. Ik ben zelf
bij de politie geweest, om het dagrapport na
te zien.
Zoo 7 Maar de politie neemt de zaak niet
enuztig op, i§ f weJ!
Heelemaa! niet.
Vertel me eens, wat er nu eigenlijk ge
beurd is.
De professor kreeg verleden week Vrijdag
'n briefje, waarin hem aangekondigd werd,
dat hij binnen acht dagen 'n lijk zou zijn.
Dat briefje was getypt en niet onderteekend.
En verder
Verder niet®. Eerst lachte de professor
erom. Maar Zondagavond spraic hl) erover met
'n paar vrienden, en die hebben hem aange
raden, tóch de politie ervan in kennis te stel
len. Dat heeft hij Maandag dan ook gedaan, en
de politie is met 'n onderzoek begonnen. Maar
aangezien de professor vast overtuigd is, dut
hij geen vijanden heeft, ten mins.p geen doods
vijanden, is ook de politie met hem van mee
ning, dat hier 'n zeer misplaatste grap in 't
spel is.
Hm, zoo Ja, maar de mogelijkheid be
staat toch, dat er meer achter dien brief zit.
De hoofdredacteur gelooft ten minste, dat
zulks mogelijk is. En hij verwacht van ons,
dat wij er wat van maken zullen. Eeriijk
gezegd, lk geloof niet, dat de sop de kool waard
is, maar toch moet U probeeren, om er wat
van te maken.
Best, mijnheer Krans. Ik zal 't probeeren.
We zullen t samen probeeren. De hoofd
redacteur wil 't zoo. Hij meent, dat het 't beste
ls, dat ik zelf naar den professor ga, om hem
te ondervragen.
O, pardon 1 Ik ben al bij hem geweest.
Kraus keek den jongen man 'n oogenbllk
verbaasd aan.
Zoo Bent U al bij hem geweest riep
hij uit.
Ja, toen ik van 't politiebureau kwam,
kwam ik voorbij 't huis van den professor, en
toen dacht ik: laat ik de gelegenheid waar
nemen, misschien kan ik iets meer van de
zaak te weten kamen.
Krans knikte. Uitstekend, zeide hij, U zult
'n goed journalist worden, Wemer, U hebt
tenminste initiatief. En als U er al geweest
bent, dan behoef ik er niet meer heen te gaan.
Maar vertel me eenswat zei de professor
eigenlijk Werd U zoo maar bij hem toege
laten
Ja. Eerst wild© hij me niet ontvangen.
Maar U begrijpt, dat ik me zoo maar niet aan
de deur liet zetten. Ik heb hero 'n paar vragen
gesteld, maar, zooals U reeds weet, hij acht
de zaak van geen beteekeuis. Ik heb geen
vijanden, zeide hij, die me zouden willen ver
moorden. En als er werkelijk iemand met die
gedachte rondliep, dan zou hij me zeker niet
van tevoren waarschuwen.
Zeer juist geredeneerd 1 Nu ja, onderzoek
de zaak maar verder, neem er 'n paar dagen
voor. Ook al is hier maar sprake van 'n mis
plaatste grap, toch ls het een groot succes voor
U, als U den schrijver van dien brief achter
haalt.
Ik zal mijn best doen, antwoordde Werner-
Nog geen tien minuten later stond hij op
straat. De opdracht, die hij gekregen had,
beviel hem uitstekend. Hij was nog maar kort
ge-leden bij de „Neuesten Naohricihten" als
verslaggever aangesteld en moest zijn sporen
nog verdienen.
Frits Werner was 'n ondernemende jonge
man en wist heel goed, dat hij hoegenaamd
geen gelegenheid voorbij mocht laten gaan, om
de opmerkzaamheid op zijn peTsoon te trekken.
De Journalistiek beviel hem wel, als hij maar
niet op 'n bureau behoefde te zitten. Hij wilde
zoo gauw mogelijk vooruit komen en dan mis
schien als oorrespondent van zijn blad in de
een of andere grootstad in het buitenland
optreden. Maar hij wist heel goed, dat men
het alleen maar met 'n Vlotten stijl zoover
niet brengt. En daarom wilde hij dolgraag het
bewijs leveren, dat hij nog wat meer kon dan
verslag uitbrengen van 'n vergadering en de
praatjes van den dag vertellen. Hij stond klaar,
om iedere gelegenheid aan te grijpen. En waar
om zou hij met; deze zaak geen goede gelegen
heid gevonden hebben 1 Had Kraus niet ge
zegd, dat de hoofdredacteur zelf rekening hield
met de mogelijkheid, dat die dreigbrief 'n zaak
van groot gewicht kon worden En de hoofd
redacteur was toch 'n man met fijnen speurzin,
op wiens meening men gerust kon afgaan.
Frits Werner tenminste had 'n hoogen dunk
van hem, den leider der Neuesten Nachriohten,
den leider bij uitstek, die respect voor zijn
persoon wist af te dwingen.
Als 't mij gelukt, naar zijn zin te wer
ken, dan kom ik daarmee 'n grooten stap voor
uit, dacht Werner bij zichzelf. Dus met moed
aan 't werk! Wie weet?
Vol goeden moed kwam hij thuis on at met
veel smaak de boterhammen op, die zijn hos
pita hem opdiende. Na dit povere maal stak
hij 'n pijp op, ging ln den tamelijk gebrekki-
gen leunstoel zitten, legde zijn voeten ongege
neerd op tafel en staarde nadenkend de rook
wolkjes na. Hij gaf zich volop tijd, om goed
te overdenken, hoe hij de zaak moest aanpak
ken, want hij zag heel goed, dat voornemens
alleen totaal nutteloos waren. Hij moest een
strategisch plan ontwerpen of ten minste we
ten, hoe hij beginnen moest.
Ten slotte scheen hij met zijn overpeinzingen
tot een besluit gekomen te zijn, want plotse
ling sprong hij op, greep zijn hoed en was in
'n paar minuten op weg naar het westen der
stad-,Hij had de tram kunnen nemen, maar
vond 't beter, te voet te gaan. Dat duurde wel
'n half uurtje langer, maar dan kon hij onder
weg zijn plan nog eens goed overdenken. Ein
delijk had hij 't adres bereikt, dat hem onder
't rooken plotseling ingevallen was, en hij
stond vóór 'n mooi huis op een der damplei
nen. Werner belde aan en vroeg 't dienstmeisje,
dat opendeed, of mijnheer Antoon thuis was.
Ja, mijnheer, was 't antwoord. Wie mag
lk zeggen, dat er is?
Als mijnheer thuis is- dan behoeft u me
niet aan te melden. Ik zal hem zelf wel vinden.
Reeds was Werner *t dienstmeisje voorMJ-
geloopen en wipte met twee treden tegelijk de
trap op naar boven. Ook boven scheen hij goed
thuis te zijn, want zonder aarzelen liep hij
naar een der vele deuren, die op den langen
gang uitkwamen, en klopte aan.
Binnen, klonk 't vanuit de kamer.
Werner deed de deur open en trad 'n hoog,
ruim vertrek binnen, waarin een opvallende
wanorde heerschte. Naast het venster lag In
'n gemakkelijken stoel een jonge man, die het
vervelend scheen te vinden, dat iemand hem
stoorde. Toen hij Werner zag binnenkomen,
Weef hij liggen, maar de bezoeker scheen hem
toch welkom te zijn.
Kijk, kijk, Frits! riep hij. Zoo, ouwe jon
gen. dat doet me plezier, dat jij me nog 'ns
komt opzoeken. Ik heb je in geen eeuwigheid
gezien. Neem 'n stoel. Ja, gooi die boeken
maar op den grond. Daar staan sigaren en
help me nou 'ns een beetje, om mijn verveling
te verdrijven.
Frits Werner deed, wat hem gezegd werd.
Hij stak 'n sigaar op en zeide: Ik geloof, dat
je meer last hebt van luiheid dan van verve
ling.
Tïeelemaal niet. Ik ben absoluut niet lui.
Als ik er reden voor had, om hard te werken,
dan zou je eens zien.
Geen reden, om je best te doen? Je stu
deert toch? Je wilt toch dokter worden? Welnu
dan, dat wordt men niet vanzelf.
Nee, maar waarom zou ik hard werken,
om 't gauw te worden? 't Is niet noodig, dat
ik mijn examens zoo gauw mogelijk maak.
Mijn vader heeft zijn leven lang zóó gewerkt,
dat ik financieel geborgen ben.
Je praat net, of je hem dat kwalijk neemt.
Misschien doe ik dat ook, antwoordde hij.
Hij had tenminste reden, om hard te werken:'
hij wilde rijk worden. Maar ik.
Je vader zal toch ook wel om betere es.
edeler redenen gewerkt hebben.
Een scbouderophalen was 't antwoord.