VOOR ONZE UNIVERSITEIT. FEUILLETON DE GEHEIMZINNIGE DERDE ZATERDAG 10 OCTOBER 193Ï EEN BIJZONDER VERSCHIJNSEL NAAR OPLOSSING VAN HET CONFLICT DE STAKING TE ZEIST. OOK DAAR WEER LOONKWESTIE DE WERKLOOZENKASSEN EN DE HOOFDARBEIDERS. DE KATHOLIEKE UNIVERSITEIT EISCH DER EIGEN TRADITIE. BESTRIJDING DER IEPENZIEKTE. HET CENTRAAL OOMITé DER ST. RADBOUDSTICHTING. KLEINHANDEL IN ALCOHOL HOUDENDE DRANKEN. De meening der Eerste Kamer over de nieuwe regeling. HET VERGUNNINGSRECHT. BENDIEN'S KANKER-PROEVEN. DE ZAAK VAN DS. ADRIANI. HET VERDRINKINGSGEVAL BIJ AMELAND. Het rapport van de deskundigen. SCHILDERIJEN VAN NEDERLAND SCHE MEESTERS GESTOLEN. DE INDISCHE POSTVLUCHTEN. Teiraictg DB 1000STE EMPLOYé IN DE HEMA. De Hema, welke dezer dagen ook te Maas tricht een filiaal zal openen, heeft onlangs haar 1000ste employé In dienst genomen. Daar de Hema eerst in November a.s. 5 jaar zal bestaan, is dit gezien de huidige tijds omstandigheden zeer zeker een bijzonder verschijnsel. Gisterenmorgen heeft op het Departement van Arbeid, Handel en Nijverheid onder leiding van den rijksbemiddelaar den heer van IJssel- stein een conferentie plaats gehad met de par tijen, betrokken bij de staking aan de metaal- warenfabriek der N. V. firma Gerritsen te Zeist. Nadat de rijksbemiddelaar eerst met beide partijen afzonderlijk had vergaderd had een gemeenschappelijke bespreking plaats, welke gisterenmiddag zonder den heer van IJssel- stein is voortgezet. De mogelijkheid is groot dat deze bijeenkomst kan leiden tot oplossin» van het conflict. Hedenochtend heeft een vergadering met het personeel plaats. STAKING BIJ DE WERKVERSCHAFFING Donderdag zijn de Almelosche tewerkge- stelden op de Rijkewerkverschaffing in de Weitemanslanden, 65 in getal, in staking ge gaan in verband met een loonkwestie. OM VALSCHE KWARTJES TE MAKEN. En wat ook nog ontdekt werd Door de politie te A'dam is een inval gedaan in een woning, op de De Wittenkade, waarvan de bewoner werd verdacht gas te ge bruiken buiten den meter om. Deze overtre* ding werd Inderdaad geconstateerd, maar te vens werd daar de ontdekking gedaan, dat deze bewoner ook in het bezit was van ingre diënten, om valsche kwartjes te maken en zich ook scheen bezig te houden met het ver vaardigen van rijwielplaatjes. Hoe de zaak ontdekt werd In aansluiting op het bovenstaande verne men wij nog, dat de oorzaak van het wantrou wen, dat tegen den bewoner van het perceel op de de Wittenkade, 'n zestigjarigen bankwer ker, was gerezen, lag in het feit, dat de man zoo opvallend weinig gas gebruikte. Daar men fraude vermoedde, was de controleur der gae- fabriek, die gisteren de zaak ging onderzoeken vergezeld van een rechercheur. Nadat de bank werker bad opengedaan begaven de eoqivoloui en de rechercheur zich naar den gasmeter, waar zij ontdekten, dat door middel van een fietsband, welke onmiddelijk van de hoofd leiding op de huisleiding was aangesloten, het gas buiten den meter om betrokken werd. De tweede verrassing was, dat men bij een vluch- ^tfgë huiszoeking een tweetal matrijzen vond, het vervaardigen van valsche kwartjes ft wiel belastingplaat jee. Onmiddellijk werden de commissaris van het bureau Spaarndammerstraat, alsmede de Ned. Centrale Inzake falsificaties van deze ontdek king in kennis gesteld, waarop commissaris Thiimann en inspecteur Luteijn zich met den Inspecteur Kallenbom eu Posthuma van de falsificatiën-centrale naar de de Wittenkade be gaven. Men vond nog een valsch kwartje en een rijwieiplaatje, benevens eenlge gebroken exemplaren en het gereedschap. De bankwerker, die op bet bureau Spaarn dammerstraat verhoord werd, deelde mede, sins November 1930 gas bulten den meter om toetrokken te hebben. Het vervaardigen van de valsche kwartjes en rijwlelmerken beweerde hij uit tijdverdraf te doen. HU had ze echter nooit uitgegeven. De man blijft In verzekerde bewaring. Schrijven aan den minister van arbeid. H. en N. Door het Verbond van vakorganisaties van hoofdarbeiders in Nederland, is het navolgend schrijven aan den minister van Arbeid, Handel en Nijverheid verzonden. „Ten vorige jare werd door Uw Excellentie een bijzondere crisismaatregel toegepast, ten aanzien van de werkloosheidskas&en, die we-rk- nemersgroepen omvatten, welke met buitenge wone werkloosheid te kampen hebben. Onder voorwaarde, dat het vermogen der kas zou zijn gedaald beneden de 50 pet. van het bedrag, waarover zij op 28 December 1930 be schikte, zou een extra subsidie uit Rijksmid delen beschikbaar worden gesteid Hoewel deze regeling van algemeenen aard was en in bepaalde gevallen ook bonden van ïoordai beiders daarvan hebben geprofiteerd, brachten de omstandigheden mede, dat andere bonden daarbuiten vielen en dank zij het feit eener ruime reserve, als gevolg van jarenlange besparing, niet voor verlengde uitkeering in aanmerking konden komen Meenen wij dit op zichzelf reeds als een leemte te moeten beschouwen, wij moeten verder constateeren, dat ook de verlengde uitkeering met 36 dagen boven het reglementair vastge steld aantal ultkeeringsdagen, een weinig af doende hulp beteekent, nog daargelaten, dat het genoemde aantal dagen geen verband houdt, noch met 't aantal dagen In onderscheiden reglementen vastgelegd, noch met den werkelijken duur der crisiswerkloosheid. Het is een bekend feit, dat deze voor hoofdarbeiders veelal van zeer langen duur is en dat geen enkele kas tot heden in staat is, om de wezenlijke behoeften te dekken Tenslotte merken wij op, dat ons nog niet bekend mocht worden, welke plannen Uw Exc. koestert ten opzichte van het Jaar 1932, dat thans voor de deur staat. Als de regeling daar van onder het oog wordt gezien, lijkt het ons zeer verdedigbaar, dat hierbij bovengenoemde punten in het oog worden gehouden." li. Merkt de te vellen boomen; vóór het blad valt. In aansluiting met een onlangs in de pers verschenen mededeeling over bovenstaand on derwerp vestigt het Comité ter Bestrijding der Iepenziekte nogmaals met nadruk de aandacht van eigenaren van iepeboomen op de wen- sehelijkheid, alle doode, stervende of ernstig door do iepenziekte aangetaste iepen in den ko menden winter te vellen en de schors onscha delijk te maken door deze te verbranden of desnoods met den stam gedurende ten minste drie maanden onder water gedompeld te houden. Thans kunnen de zieke boomen nog gemak kelijk worden herkend als over enkele weken het blad zal zijn afgevallen, is dit zelfs voor deskundigen veel moeilijker en voor den leek uiterst bezwaarlijk. Snel handelen verdient dus ten zeerste aan beveling er staan hier groote belangen op het spel. INTERNATIONAAL OPLICHTER VEROORDEELD. In Maart 1928 werden eenlge Nederlandsche Banken door middel van een valschen crediet- brief opgelicht voor een totaal bedrag van on geveer 110.000. In Parijs gearresteerd, had zich de Roe- meensche advocaat M. M. F., na uitlevering, voor de Amsterdamsche rechtbank te verant woorden. Verdachte was reeds herhaaldelijk wegens soortgelijke misdrijven veroordeeld. Gisteren veroordeelde de rechtbank hem tot een gevangenisstraf van twee jaar met aftrek van de voorloopige hechtenis in Nederland on dergaan. Het O. M. had één jaar en drie maanden ge vorderd, met aftrek van de geheele voorloopige hechtenis. TENTOONSTELLING VAN BETER DRUKWERK TE ARNHEM- Reeds eerder hebben wij melding gemaakt van de groote tentoonstelling van „Beter Drukwerk" die door de Federatie der Werkge- versorgani-satiën in bet Boekdrukkersbedrijf van 28 October tot en met 5 November a.s. in de zalen van „Musis Sacrum'' te Arnhem zal worden gehouden. Behalve een groot aantal inzendingen van het betere drukwerk, hetwelk in ons land wordt vervaardigd, zal er ook een eohait van boek- en plaatwerken, drie- en vierkleurendruk ken, houtsneden enz., te bewonderen zijn. Dooh ook op andere wijze spreekt de be langrijkheid van deze tentoonstelling. Men deelde ons mede dat er o.a. te zien zal zijn een uitsluitend Hebreeuwsehe inzending, bevatten de o.m.: Thora, de Heilige Wetsrol, bevattende de Vijf Boeken van Mozes en een miniatuur Thora, Talmudexemplaar Jebamoth gedrukt in 5477—1716, etc. Voorts zal de Federatie eenige interessante boekwerken uit haar bibliotheek exposeeren, w.o. boeken uit het begin der boekdrukkunst, zelfs een werk van 1480; Cronijken van oude tijden, waarin reeds geschreven wordt over de uitvinding der boeddrukkunst. Vervolgens eenige blokdrukken en Elsevier-werken, waar uit blijkt, dat in de vorige eeuwen op de gewone handpersen het allerfijnste werk werd ver vaardigd Ook zal een collectie zeldzame mun ten, alle betrekking l^ebbend op 't typografisch bedrijf, aanwezig zijn, benevens oude Kopper- maandag-verzen en Costerplaten. Het antiqua riaat Menuo Hertzberger te Amsterdam zal ter onluistering eenige zeer interessante oude boekwerken inzenden. Het Nederlandsch Persbureau tenslotte ex poseert o.m. de oudste in ons land verschenen nieuwsbladen Sluitsteen van de emancipatie De wensch vah het kerkelijk wetboek om eigen universiteiten te stichten, daar, waar het hooger onderwijs in katholieken zin ontbreekt (canon 1379) is niet anders dan de voortzetting van een eeuwenoude traditie. Ook onze eigen Nederlandsche traditie vraagt voor de katholle ken een noogeschool. Onze oudste universiteit vóór de Hervorming was die van Leuven. Do verscheuring der Nederlanden in de zestiende eeuw deed voor de Noordelijke Nederlanden die universiteit verloren gaan, ja zij verloor zelfs haar Nederlandsch karakter. Voor de Noorde^ lijke Nederlanden begon de bange nacht van eeuwenlange verdrukking van dat volksdeel, dat de oude Moederkerk trouw bleef. Eerst met de Fransche revolutie begon een verre morgen schemer. Maar zij bracht evenmin als de grondwetten van 1814 en 1815, de vrijheid van onderwijs. De school bleef haar protestantsche en rationalistische kleur behouden, de stichting van eigen scholen was onmogelijk en heel het schoolleven lag vastgeklemd in den greep van het uitsluitend protetantsch schooltoezicht. Vrijheid begon eerst te dagen in 1848; toen volgde de strijd om de eerste subsidie, tien tallen van jaren, tot uiteindelijk voor bet lager onderwijs althans de volkomen gelijkstelling volgde. Onze toestand voor hooger onderwijs deelde ruimschoots het lot van de andere scholen. In een Studie „Voor honderd jaren" (1921) heeft de Venlosche spreker dit breed belicht. „Van eenig Katholiek onderricht op de Universitel-, ten van het Noorden was natuurlijk geen spra^ ke. Hadden de katholieken daar dan misschien eenïgen invloed op het universitair onderwijs, doordat er geloofsgenooten waren aangesteld? Ook dat niet. De Gourrier de la Meuse levert hier de noodige statistische gegevens. In 1828 was er onder de Curatoren der Universiteiten te Leiden, Utrecht en Groningen, ja zelfs on der die van de Atibeneeën te Amsterdam, Fra- neker en Deventer geen enkele katholiek; evenmin als onder de 21 Hoogleeraren van Lei den, onder de 16 van Utrecht of onder de 17 van Groningen, of zelfs onder de Professoren der Atheneeën. Wanneer men Noord-Brabant uitzondert, vond men nergens onder de Rec toren der Latijnsche scholen een katholiek. Men begrijpt, dat zoodoende heel het hooger onder wijs zoo goed als overal ongenietbaar wa,s voor de katholieken. Nu konden zij wel in de Zuide lijke Provinciën hun studiën maken, doch voor het voorbereidend hooger onderwijs was dit al zeer bezwaarlijk, terwijl bovendien Ingevolge het eerste besluit van 14 Juni 1825, overal in bet Koninkrijk der Vereenigde Nederlanden geen Latijnsche school of College of Atheneum meer kon bestaan zonder toestemming van het Departement van Binnenlandsche Zaken, en Nederlandsche jongelieden, die na 1 October 1825 buitenslands de Humaniora gingen volgen of hun academische of theologische studiën deden, niet benoembaar zouden zijn tot ambten of geestelijke bedieningen. Van het hooger on derwijs in katholieken geest op een der Zui delijke Universiteiten b.v., in Leuven, konden na 1830 de noordelijken niet meer profiteeren, daar de daar behaalde graden geen rechten ga ven. De afscheiding van België maakte dan ook voor tie Katholieken van Noord-Nederland de toestanden op hooger onderwijsgebied nog treuriger In 183? schrijven de „Catholijke Ne- derlandscoe Stemmen'' over de „Gevaarlijke strekking van 't lagere, middelbare en hoogen-, onderwijs voor de Catholijke Jeugd, gelijk het thans in Oud-Nederland bestaat'' 1) Langzaam en moeilijk ls onze opgang ge weest! En het is wel merkwaardig, dat telkens als er eenlge verandering ter sprake kwam, het helmwee naar de eigen universiteit naar boven komt. Frappant is hiervoor het volgen de. Toen tijdens het,Koninkrijk Holland, onder den katholieken koning Lodewijk Napoleon, dus reeds in 't eerste decennium der vorige eeuw, voor de verschillende godsdienstige ge' zindten een commissie werd ingesteld om ad vies te geven over de regelingen, die noodig waren voor den eeredienst, kwam de katho lieke commissie tot het volgend voorstel. Zij adviseerde gymnasia voor katholieke jongelin gen op te richten, en een hoogeschool in Den Haag, „uitsluitend voor katholieke jongelingen bestemd" een universiteit met vier fakulteiten: theologie, rechten, medicijnen en philosopbie en letteren. Dat was het advies in 1809. En let wel: het was 't advies van een commissie, die rapport had uit te brengen over- wat de katholieke godsdienst noodig had in Nederland. De Hervorming heeft ons veel ontnomen, de verdrukking is lang en zwaar geweest. Maar niet aoodra werd ons de vrijheid van ademen hergeven of de opleving begon. En zoo als we overai naast en om de ontroofde oude grijze kerken weer met hernieuwde jeugd de onze hebben gezst, zoo ls ook als sluitsteen van de emancipatie de eigen universiteit weer te rug gekomen. Oyer de Hervorming heen slui ten we weer aan bij onze niiddeleeuwsche tra ditie. Onze vrijwording moest noodzakelijk lei den tot de universiteit. Hoe hebben wij God te danken die onzen wasdom zegende! En hoe vordert een inzicht in onze historie, in onze traditie dat ieder katholiek steune naar vermo. gen. Want wij zijn er nog niet. Wat wij nu be zitten is nog een torso, het is een gtuk, gewich- tige doelen ontbreken nog. Blijven we onze tra ditie trouw en bouwen we zelf met ai cmze kracht, dan zal ook de lijn onzer historie,t.e zij ner tijd vast en zeker worden doorgetrokken en zal de overheid ons ook financieel recht doen 1) De Beiaard, 1921, II, blz. 306. OPZIENBARENDE ARRESTATIE. Een Amsterdamsch advocaat opgesloten. Enkele dagen geleden arresteerde de Am sterdamsche politie te Keulen een persoon, ge naamd Sn., verdacht van oplichting, valsch- heid in geschrifte en bedrog. Hij werd door een Amsterdamsch inspecteur met enkele re chercheurs naar Amsterdam vervoerd en na dooT de politie aan het bureau Stadhouders kade gehoord te zijn, in het huis van bewaring opgesloten. In verband met deze zaak ls gistermorgen op last van mr. Reylingh, substituut-officier van justitie, een bekend Amsterdamsch advo caat, mr. S., advocaat en procureur te Amster dam, gearresteerd. Na door den officier van justitie te zijn gehoord, Is hij naar het huis van bewaring overgebracht. Eerstgenoemde is voor de Nederlandsche justitie geen onbekende. De in Amsterdam ge arresteerde advocaat was raadsman van S. De arrestaties schijnen te nebben plaats ge had naar aanleiding van een aanklacht, die door iemand uit Limmen (N. H.) bij de justi tie Is ingediend. Verrassende resultaten. Nader vernemen wij nog h6t volgende: De som, waarvoor het slachtoffer van deze ver- duiisteringsaffaire, de wed. te Limmen, Is op gelicht moet rond de 16.000 bedragen. On middellijk nadat de zaak ter oore was geko men der Amsterdamsche politie werd het on derzoek krachtig aangepakt. De commissaris van het bureau Stadhouderskade de heer H. de Jongh gaf aan inspecteur G. van Grootheest opdracht zich naar Duitschland te begeven, omdat men vermoedde, dat do gezochte S. N. Sn. zich in Keulen of in de buurt daarvan zou ophouden. Inderdaad werd de man in Keulen -gevonden. Zijn woonplaats had hij echter te Bottrop in Westfalen. Vroeger woonde hij in Amsterdam, waar hij als caféhouder aan het Amstelveld een goede bekende van de politie was. Op Dultsch grondgebied mocht de inspec teur Sn. niet arreeteeren. De verdachte verklaarde zich echter bereid mee te gaan naar Amsterdam. Zoodra zij over de grens waren, deelde Inspecteur van Groot heest Sn. mede, dat hij zijn arrestant was. Bij het verhoor, dat na aankomst op het bureau Stadshouderskade volgde wilde de man maar weinig loslaten. Wel bleek, dat hij de weduwe te Limmen kende. De tweede arrestant mr. S. was eenlgen tijd geleden directeur van de diamantclub „Concor dia", zoodat zijn arrestatie in kringen van den diamanthandel groot opzien verwekte. De po litie vermoedt, dat nog meerdere personen bij deze zaak betrokken zijn. Zij zet het onderzoek voort. Gisterenmiddag heeft nogmaals een langdu rige huiszoeking plaats gehad bij mr. S. Het resultaat was, naar wij vernamen, verrassend. DE POENALE SANCTIE. Geen toepassing meer bij de tabaks mij. Arendsburg. Het Tabaks-Bureau deelt aan Aneta mede, dat de Tabaksmaatschappij Arendsburg besloten heeft de Poenale Sanctie geen toepassing meer te doen vinden op de werkcontracten, gesloten met arbeiders op hare tabaksondernemingen. Aan het voorlooplg verslag der Eerste Ka mer over het wetsontwerp houdende bepalin gen tot regeling van den kleinhandel in alco holhoudende dranken wordt het volgende ont leend: Enkele leden verklaarden vooralsnog weinig geneigd te zijn, om aan dit ontwerp hun stem te geven. Meer en meer wijkt h. i. de Neder landsche wetgever af van het stelsel en het beginsel der oorspronkelijke wet van 28 Juni 1881 „houdende wettelijke bepalingen tot re geling van den kleinhandel in sterkeD drank en ter beteugeling van openbare dronken schap". Dat deze wet een goede zijde heeft ge had, moet zeer zeker worden erkend, verschil lende voorbeelden werden daarbij aangehaald. Voor nog verder gaande beperking en bemoei lijking van een matig gebruik, bestaat ech ter naar de overtuiging van deze leden, niet de minste reden. Weliswaar blijft bij een afwijzing van het ontwerp toch een nieuwe regeling nopens de vennootschapsvergunningen noodzakelijk, maar men zou naar het oordeel dezer leden, blijk geven van een onjuist Inzicht, indien men, ter wille van de desbetreffende, ln het ontweip op genomen bepalingen, welke trouwens ook niet feilloos zijn, het geheele wetsvoorstel goed keurde. Andere leden konden zich met deze opmer kingen niet vereenigen. Zij waren van meening, dat het onderhavige wetsontwerp op tal van punten doeltreffende wijzigingen van de Drank wet bevajt. Tenslotte meenden deze leden een woord van protest te moeten uiten tegen de wijze, waar op de drankhandelaren zich hebben geweerd naar aanleiding van de behandeling van dit wetsontwerp. Eenige leden die het standpunt der drankbe strijders innamen, verklaarden, dat dit wets ontwerp hen in een moeilijke positie brengt. Alhoewel het verscheidene, niet onbelangrijke maatregelen bevat, waren zij van oordeel, dat bet doen vervallen van het voorstel in zake plaatselijke keuze alle aantrekkelijkheid er aan heeft ontnomen. Eveneens hadden zij met leedwezen gecon stateerd, dat een verbod van verkoop van wijn en bier per flesch ln winkels, waarin ook in andere artikelen nering wordt gedreven, ln het ontwerp niet meer wordt aangetroffen. Verscheidene andere leden konden zich met dit standpunt niet vereenigen. Ofschoon groote sympathie gevoelende voor de drankbestrijding, waren zij geen voorstanders van plaatselijke keuze, waarmede weliswaar de Tweede Kamer indertijd haar instemming heeft betuigd, doch welke de Eerste Kamer reeds tweemaal heeft afgewezen. Zij meenden, dat een dergelijk dwingend systeem, gelet op het steeds minder wordende gebruik van drank hier te lande niet verdedigbaar is en dat invoering daarvan tot allerlei min gewenschte toestanden zou leiden. Enkele leden achtten het ongewenscht, thans weder in handen van administratieve colleges de beslissing te leggen over de vraag, of een vergunning al dan niet geacht kan worden te worden uitgeoefend op naam en voor rekening van den vergunninghouder. Wil men het ver bod van verpachting handhaven, dan zal he* ter voorkoming van mogelijke willekeur nood zakelijk zijn, de toepassing daarvan afhanke lijk te stellen van de uitspraak van den gewo nen rechter, die alleen bevoegd is tot beoor deeling van de vragen, welke zich hier voor doen. Wat betreft den in art 79 opgenomen fatalen datum 1 Mei 1931, merkten deze leden op, dat deze bepaling erop neer komt, dat de exploi tant, die thans met de vergunning van een an der werkt, om voor zijn koffiehuis een vergun ning te behouden, deze moet koopen en van niemand anders kan koopen dan van hem, van wien hij op 1 Mei 1931 zijn tergunning pachtte. Volgens hen, moet het stellen van 1 Mei 1931 als fatale datum tot ongewenschte toestan den en onbillijkheden leiden, en deze zouden kunnen worden voorkomen door ln een no velle dezen datum te doen vervallen en daar voor in de plaats te stellen: „zes maanden na het In werking treden dezer wet". De bekende cineast Joris Ivens vertrekt uit Amsterdam naar Rusland. „NIET BETROUWBAAR" Zijn methode ook van Engelsche zijde ongeschikt geacht. Reuter seint ons uit Londen Charles Gordon Watson, voorzitter van de onderzoekingscommissie voor het Britsche rijk inzake kanker, heeft verklaard, dat de methode van Bendien de aanvankelijk gewekte verwach tingen niet heeft kunnen rechtvaardigen. De commissie is derhalve tot de conclusie gekomen, dat de methode-Bendien op het oogen- blik niet als betrouwbaar 13 te aanvaarden. Bij de rechtbank te Leeuwarden is thans bin- nengekomen het rapport van de psychiaters prof. Wiersma te Groningen en dr. Westerhuis te Leeuwarden, welke deskundigen een onder zoek hebben imgesteild naar de geestvermogens van ds. Adriani, die ln Juli van dit Jaar tij dens .een vacantie-u itstapje op het eiland Ame land met zijn vtouw in zee ging baden en daarbij haar hoofd zoo lang onder watier heeft gehouden, dat zti verdronken is. De conclusie van de deskundigen luidt, dat gedurende het plegen van het feit bij dr. Adria ni zich 'n zoodamdge abnormale affect-toestand beeft ontwikkeld, dat van rustig bezonnen over leg op dat oogeublik geen sprake is geweest. Het ontstaan van den affect-toestand schrijven deskundigen toe aan den minderwaardigen geestelijken aanleg /an ds. Adriani. Het rapport van den anato-patoloog, dr. O. W. A. Mieremet te Groningen, bevestigtf dat de vrouw van ds. Adriani verdronken is. De zaak zal vermoedelijk in de eerste helft van December voor de rechtbank te Lee war den in behandeling komen. Uit de schilderijen-verzameling van het Slot te Mannheim hebben Donderdag-nacht inbrekers zes kostbare schilderijen, voor het meerendeel van 17de eeuwsehe Hollandscha meesters, gestolen. De daders zijn van de binnenplaats mét een ladder door één van de vensters geklommen, waarvan het glas met behulp van een diamant was uitgesneden en ingedrukt. De schilderijen zijn vakkundig uit de lijst genomen, in een afgescheurd gedeelte van da wandbekleeding gewikkeld en met een gordijn koord ingepakt. Door een ander, en gunstiger gelegen, venster zijn die dieven verdwenen. Een Russisch ingenieur de dader. Nader vernemen wij: De diefstal, die Donderdagnacht te Mann heim in de „Schlossgalerie" la gepleegd, is spoedig opgehelderd. Gisteren werden de schil derijen reeds te Frankfort te koop aangeboden. De politie werd direct gewaarschuwd en het gelukte haar gistermiddag den 27-jarigen Rus- slschen ingenieur Iwan Maslanka, te arrestee ren die bekende, dat de stukken in zijn bezit zijn, doch voorgaf dat hij ze van een onbe kende had gekocht. Bij fouilleering werd bij hem een diamantsnijder gevonden, die klaar blijkelijk gediend heeft, om de etukken uit té snijden. Elf der gestolen stukken zijn terecht. Het twaalfdo moet de Rus hebben achtergelaten bij een voorloopig nog onbekenden kunsthandelaar, die eerst een onderzoek naar de echtheid van het stuk wilde Instellen alvorens het te koopen. Het postvliegtuig De Valk ls gister om 5.41 uur uit Calcutta vertrokken en om 13,45 uur te Rangoon aangekomen. Het postvliegtuig De Raaf is gistermorgen te 6,58 uur uit Boedapest vertrokken. door WILHELM HOLT (Uit het Duitseh vertaald) Het ie buitengewoon interessant, mijn heer Kraus, zei de hoofdredacteur der Neues- tien Nachfricbten tot zijn afdeel in gschef, ten minste men kan 't interessant maken. En dat moet. Onze lezers vinden naar mijn meening in den laajtsten tijd niets in onze krant, dat op sensatie lijkt. En die zoeken ze toch. Dat weet ik ook, antwoordde Kraus. Dus des te beter, als we eens Iets bijzon ders brengen. En U gelooft, mijnheer, dat met deze zaak werkelijk iets te bereiken is Zeer zeker geloof ik dat. Het is een in alle opzichten geheimzinnige geschiedenis. Kraus trok ongemerkt zijn schouders op. Als 't nu een moord was, zeide hij, of 'n geheimzinnige verdwijningmaar 'n dreigbrief Dat is zoo alledaagsch en boven dien hebbem we hier, tien tegen een, met 'n flauwe grap te doen: bangmakerij uit gek heid. Zoo denkt de politie er ook over. Dat is duidelijk op te maken uit het politiebericht. En Kraus wees naar het bericht, dat zijn chef in de hand hield. Kijk, ziet U, zeide deze', dat bevalt me juist heel goed. Professor Evan krijgt 'n dreig brief. Hij zelf hecht niet de minste waarde eraan, maar toch meent hij de politie ervan in kennis te moeten stellen. Ook de politie Is van meening, dat die brief niet veel te bedui den heeft, meent, dat er 'n misplaatsts grap fa 't spel ls. En daarom sullen de dagbladen niet veel ophef ervan maken. En toch kan 't een hoogst ernstige zaak zijn en daarom moe ten wij ze met groote opmerkzaamheid ver volgen. Deze laatste woorden werden inet nadruk uitgesproken en Kraus, die den hoofdredacteur door en door kende, wist, dat deze niet van zienswijze veranderen zou. Goed, zeide hij, dan gaan we aan 't werk. Maar wien, meent U, moeten we deze zaak in handen geven Ik zou graag zien, dat U de leiding nam. Wellicht kan die jonge man, dien we onlangs in dienst genomen hebben, U daarbij behulp zaam zijn. Maar wanneer een onderhoud met professor Evan zelf noodig mocht zijn, dan kunt U hem niet sturen. Dan moet U zelf gaan. Kraus kuikte. In orde, zielde hij. Ik hoop, dat we succes zullen hebben met deze zaak. Ik heb 'n voorgevoel, dat we dit inder daad zullen hebben, sprak de hoofdredacteur lachend. Daarna begon hij te schrijven, 'n toeken voor Kraus, dat het onderhoud afge- loopen was. Kraus ging naar zijn bureau, hij was niet erg in z'n schik. Is dat nu 'n work voor iemand, die een ernstige opvatting van zijn taak heeft bromde hij in zichzelf. Als we veel over die zaak berichten, dan loopen we nog gevaar, ons zelf belachelijk te maken. Maar hij was er de man niet naar, om lang te blijven mopperen, en zeker niet Iemand, die in 'n slechte bui zijn plicht verwaarloost. Hij liet dus den jongen verslaggever Werner bij zich komen, 'n Paar minuten later was deze bij hem. Zeg, Werner, zei Kraus, U hebt toch zeker ook wel gehoord van dien dreigbrief, dien professor Evan gekregen heeft Ja zeker, mijnbeer Kraus. Ik ben zelf bij de politie geweest, om het dagrapport na te zien. Zoo 7 Maar de politie neemt de zaak niet enuztig op, i§ f weJ! Heelemaa! niet. Vertel me eens, wat er nu eigenlijk ge beurd is. De professor kreeg verleden week Vrijdag 'n briefje, waarin hem aangekondigd werd, dat hij binnen acht dagen 'n lijk zou zijn. Dat briefje was getypt en niet onderteekend. En verder Verder niet®. Eerst lachte de professor erom. Maar Zondagavond spraic hl) erover met 'n paar vrienden, en die hebben hem aange raden, tóch de politie ervan in kennis te stel len. Dat heeft hij Maandag dan ook gedaan, en de politie is met 'n onderzoek begonnen. Maar aangezien de professor vast overtuigd is, dut hij geen vijanden heeft, ten mins.p geen doods vijanden, is ook de politie met hem van mee ning, dat hier 'n zeer misplaatste grap in 't spel is. Hm, zoo Ja, maar de mogelijkheid be staat toch, dat er meer achter dien brief zit. De hoofdredacteur gelooft ten minste, dat zulks mogelijk is. En hij verwacht van ons, dat wij er wat van maken zullen. Eeriijk gezegd, lk geloof niet, dat de sop de kool waard is, maar toch moet U probeeren, om er wat van te maken. Best, mijnheer Krans. Ik zal 't probeeren. We zullen t samen probeeren. De hoofd redacteur wil 't zoo. Hij meent, dat het 't beste ls, dat ik zelf naar den professor ga, om hem te ondervragen. O, pardon 1 Ik ben al bij hem geweest. Kraus keek den jongen man 'n oogenbllk verbaasd aan. Zoo Bent U al bij hem geweest riep hij uit. Ja, toen ik van 't politiebureau kwam, kwam ik voorbij 't huis van den professor, en toen dacht ik: laat ik de gelegenheid waar nemen, misschien kan ik iets meer van de zaak te weten kamen. Krans knikte. Uitstekend, zeide hij, U zult 'n goed journalist worden, Wemer, U hebt tenminste initiatief. En als U er al geweest bent, dan behoef ik er niet meer heen te gaan. Maar vertel me eenswat zei de professor eigenlijk Werd U zoo maar bij hem toege laten Ja. Eerst wild© hij me niet ontvangen. Maar U begrijpt, dat ik me zoo maar niet aan de deur liet zetten. Ik heb hero 'n paar vragen gesteld, maar, zooals U reeds weet, hij acht de zaak van geen beteekeuis. Ik heb geen vijanden, zeide hij, die me zouden willen ver moorden. En als er werkelijk iemand met die gedachte rondliep, dan zou hij me zeker niet van tevoren waarschuwen. Zeer juist geredeneerd 1 Nu ja, onderzoek de zaak maar verder, neem er 'n paar dagen voor. Ook al is hier maar sprake van 'n mis plaatste grap, toch ls het een groot succes voor U, als U den schrijver van dien brief achter haalt. Ik zal mijn best doen, antwoordde Werner- Nog geen tien minuten later stond hij op straat. De opdracht, die hij gekregen had, beviel hem uitstekend. Hij was nog maar kort ge-leden bij de „Neuesten Naohricihten" als verslaggever aangesteld en moest zijn sporen nog verdienen. Frits Werner was 'n ondernemende jonge man en wist heel goed, dat hij hoegenaamd geen gelegenheid voorbij mocht laten gaan, om de opmerkzaamheid op zijn peTsoon te trekken. De Journalistiek beviel hem wel, als hij maar niet op 'n bureau behoefde te zitten. Hij wilde zoo gauw mogelijk vooruit komen en dan mis schien als oorrespondent van zijn blad in de een of andere grootstad in het buitenland optreden. Maar hij wist heel goed, dat men het alleen maar met 'n Vlotten stijl zoover niet brengt. En daarom wilde hij dolgraag het bewijs leveren, dat hij nog wat meer kon dan verslag uitbrengen van 'n vergadering en de praatjes van den dag vertellen. Hij stond klaar, om iedere gelegenheid aan te grijpen. En waar om zou hij met; deze zaak geen goede gelegen heid gevonden hebben 1 Had Kraus niet ge zegd, dat de hoofdredacteur zelf rekening hield met de mogelijkheid, dat die dreigbrief 'n zaak van groot gewicht kon worden En de hoofd redacteur was toch 'n man met fijnen speurzin, op wiens meening men gerust kon afgaan. Frits Werner tenminste had 'n hoogen dunk van hem, den leider der Neuesten Nachriohten, den leider bij uitstek, die respect voor zijn persoon wist af te dwingen. Als 't mij gelukt, naar zijn zin te wer ken, dan kom ik daarmee 'n grooten stap voor uit, dacht Werner bij zichzelf. Dus met moed aan 't werk! Wie weet? Vol goeden moed kwam hij thuis on at met veel smaak de boterhammen op, die zijn hos pita hem opdiende. Na dit povere maal stak hij 'n pijp op, ging ln den tamelijk gebrekki- gen leunstoel zitten, legde zijn voeten ongege neerd op tafel en staarde nadenkend de rook wolkjes na. Hij gaf zich volop tijd, om goed te overdenken, hoe hij de zaak moest aanpak ken, want hij zag heel goed, dat voornemens alleen totaal nutteloos waren. Hij moest een strategisch plan ontwerpen of ten minste we ten, hoe hij beginnen moest. Ten slotte scheen hij met zijn overpeinzingen tot een besluit gekomen te zijn, want plotse ling sprong hij op, greep zijn hoed en was in 'n paar minuten op weg naar het westen der stad-,Hij had de tram kunnen nemen, maar vond 't beter, te voet te gaan. Dat duurde wel 'n half uurtje langer, maar dan kon hij onder weg zijn plan nog eens goed overdenken. Ein delijk had hij 't adres bereikt, dat hem onder 't rooken plotseling ingevallen was, en hij stond vóór 'n mooi huis op een der damplei nen. Werner belde aan en vroeg 't dienstmeisje, dat opendeed, of mijnheer Antoon thuis was. Ja, mijnheer, was 't antwoord. Wie mag lk zeggen, dat er is? Als mijnheer thuis is- dan behoeft u me niet aan te melden. Ik zal hem zelf wel vinden. Reeds was Werner *t dienstmeisje voorMJ- geloopen en wipte met twee treden tegelijk de trap op naar boven. Ook boven scheen hij goed thuis te zijn, want zonder aarzelen liep hij naar een der vele deuren, die op den langen gang uitkwamen, en klopte aan. Binnen, klonk 't vanuit de kamer. Werner deed de deur open en trad 'n hoog, ruim vertrek binnen, waarin een opvallende wanorde heerschte. Naast het venster lag In 'n gemakkelijken stoel een jonge man, die het vervelend scheen te vinden, dat iemand hem stoorde. Toen hij Werner zag binnenkomen, Weef hij liggen, maar de bezoeker scheen hem toch welkom te zijn. Kijk, kijk, Frits! riep hij. Zoo, ouwe jon gen. dat doet me plezier, dat jij me nog 'ns komt opzoeken. Ik heb je in geen eeuwigheid gezien. Neem 'n stoel. Ja, gooi die boeken maar op den grond. Daar staan sigaren en help me nou 'ns een beetje, om mijn verveling te verdrijven. Frits Werner deed, wat hem gezegd werd. Hij stak 'n sigaar op en zeide: Ik geloof, dat je meer last hebt van luiheid dan van verve ling. Tïeelemaal niet. Ik ben absoluut niet lui. Als ik er reden voor had, om hard te werken, dan zou je eens zien. Geen reden, om je best te doen? Je stu deert toch? Je wilt toch dokter worden? Welnu dan, dat wordt men niet vanzelf. Nee, maar waarom zou ik hard werken, om 't gauw te worden? 't Is niet noodig, dat ik mijn examens zoo gauw mogelijk maak. Mijn vader heeft zijn leven lang zóó gewerkt, dat ik financieel geborgen ben. Je praat net, of je hem dat kwalijk neemt. Misschien doe ik dat ook, antwoordde hij. Hij had tenminste reden, om hard te werken:' hij wilde rijk worden. Maar ik. Je vader zal toch ook wel om betere es. edeler redenen gewerkt hebben. Een scbouderophalen was 't antwoord.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 6