GAATNIETDOOR!
FEUILLETON
HENRI HERMANS OVER DE CRISIS.
„LOCK" kouwbonbon
DE GEhEIMZIMMIGE DERDE
mS&m
l§
de moord te sassenheim.
VRIJDAG 16 OCTOBER Ï93Ï
MAATREGELEN TOT BEPERKING
EN VERZACHTING DER
CRISIS-GEVOLGEN.
Zijn standpunt ten aanzien
van algemeene loon
daling.
te-:*
WAARSCHUWING TEGEN HET OP
TREDEN VAN PSEUDO-AMBTE-
NAREN BIJ DE ARBEIDS
INSPECTIE.
met de oude sleur, den
geheelen dag te rooken,
zonder zoo nu en dan een
te gebruiken.
EEN KAPITAAL AAN ASPIRINE
GESTOLEN
UIT DE TEXTIELINDUSTRIE.
DEMONSTRATIE MOTORSPROEI-
MACHINES VOOR VRUCHT-
BOOMEN.
DE INDISCHE POSTVLUCHTEN.
Behandeling van de zaak voor de
Ilaagsclie rechtbank.
Verdachte ontoerekenbaar.
VROUW IN BRAND.
ïi£
H. G. M. Hermans.
EEN NIEUWE RIJKSBEGROOTING
Een verslaggever van het Persbureau Vaz
Dias te Arasterdam heeft een onderhoud gehad
met het Tweede Kamerlid, den heer H. G. M.
Hermans, naar wiens oordeel en inzicht hij ge
ïnformeerd heeft met betrekking tot oplossing
van of tegemoetkoming aan de ernstige moei
lijkheden, waarmede ook ons land, vooral ook
op het gebied van het bedrijfsleven, te kampen
heeft als gevolg van de wereldcrisis.
Ook Nederland heeft thans, aldus de heer
Hermans, ernstig
rekening te hou
den met moeilijk
heden van denzelf
den aard als in an
dere landen reeds
jaren lang voor
kwamen. In ons
land kwamen zij
later en werden
niet zoo sterk ge
voeld omdat Indië
een rijke bron van
inkomsten oplever
de. Men mag dus
gerust zeggen dat
dit een soort
camouflage was
van den werkelij-
ken toestand.
Mijn overtuiging is het, dat de crisisgevolgen
met geheel en al te keeren zijn; het streken
van alle instanties, welke zich met dit moei
lijke en wijdvertakte vraagstuk hebben bezig
te houden, dient er m.i. op gericht te zijn, die
gevolgen te beperken en anderzijds te ver-
zaohten.
De maatregelen daartoe zou ik in een be
paalde rangorde willen behandelen en in dit
verband komt als allervoornaamste middel in
aanmerking de kwestie van het werkbehoud,
vervolgens die der werkverruiming en dan de
andere middelen, als werkverschaffing, welke
altijd min of meer kunstmatig zal zijn, en
werkloozenverzekering- en ondersteuning. Deze
laatste mogen echter alleen voor leniging van
nood worden aangewend.
Maatregelen voor werkbe-
behoud.
Het middel van werkbehoud noemde ik het
voornaamste en dat is begrijpelijk wanneer
men ziet, dat de fabrieken leegstroomen. Het
zou toch dwaasheid zijn, werk te laten verloo-
pen en mede daarom geloot ik dat ons land
zal kunnen ontkomen aan maatregelen van
bescherming.
Te dezen opzichte zijn er In dezen tijd twee
-§IFSli:ïk0 uitersten: ten eerste het stelsel-
Matig optrekken van hooge tariefmuren en
JRfyJ(Weede de toestand, waarin wij op het
oogenblik leven. Men kan, wat dit betreft, on
mogelijk van een toestand van vrijhandel spre
ken. Ten aanzien van onze producten toch
"woiden in het buitenland maatregelen geno
men zonder dat wij daar iets tegenover kun
nen stellen; het buitenlandsche product wordt
vrijwel onbelemmerd op onze markt gegooid.
Als middel van bescherming, dat desnoods
ook in ons land toegepast zou kunnen worden
en wel voor producten, die hier in voldoende
mate worden gefabriceerd, noem ik dat van
contingenteering. ik kan daarbij verwijzen
naar het voorbeeld van Frankrijk en België
ten aanzien van onze steenkolen.
—Hoe is Uw standpunt ten aanzien van
een doorvoering van loonsverlaging, en wel
door overleg te plegen met alle instanties, die
daarbij betrokken zijn, de vakvereenigingen,
de overheden van Rijk, provincie en gemeente'
en de werkgevers
Loondaling, aldus de heer Hermans, wordt
inderdaad genoemd als een der middelen in
zake werkbehoud. Algemeen wordt gezegd dat
de loonen te hoog zijn, waardoor het niet mo
gelijk is, de concurrentie met de omliggende
landen vol te houden. Wij hebben hier te
lande, geloof ik, op het oogenblik het hoogste
levenspeil. Doch komt nu de vraag aan de
orde: moet er loonsvermindering plaats heb
ben, dan staan de arbeiders daar weifelend
tegenover. Men kan dit goed begrijpen. Men
zegt dat de prijsgeving van den gouden stan
daard in Engeland en de daling van het Pond
Sterling de beteekenis heeft, dat Engeland een
loondaling heeft van tenminste twintig pet
Dit zou er dus op neerkomen dat, als we met
Engeland willen concurreeren, men ook hier
de loonen met twintig procent zou moeten ver
lagen. Maar dan komt onmiddellijk de vraag
naar voren: wat is dan het einde Ik kan mij
voorstellen dat dit alles de arbeiders huiverig
maakt.
Ik zou iets willen zeggen ten aanzien van
de positie van fabrieken, die in moeilijkheden
verkeeren. In zoodanige gevallen acht ik het
absoluut noodzakelijk, dat met de arbeiders
open kaart wordt gespeeld. De gang van zaken
is toch meestal zóó, dat de arbeiders het be
drijf, waarin zij werken, niet kennen, omdat
de economische positie voor hen wordt geheim
gehouden. Naar mijn meening dienen echter
niet alleen in tijden van nood, doch ook In
normale tijden de arbeiders op de hoogte te
zijn van den toestand der bedrijven, waarin
zij werken.
Wat middelen van werkbehoud betreft, denk
ik ook aan de tariefpolitiek van onze spoor-
wegen, een politiek, welke er nooit op gericht
is geweest, de industrie en den landbouw te
bevorderen, doch er integendeel uit te halen,
wat er uit te halen is, naar men meent, maar
dit is niet zoo: ten bate van de eigen finan
cien. Dat bij zulk. een totaal verkeerde poli
tiek ons land slecht gebaat is, behoeft zeker
geen betoog.
Er is nóg een euvel. Op het oogenblik stroomt
het geld op de banken samen; het zit vol
komen vast, zoodat er niet voldoende vlottend
kapitaal is om de industrie gaande te houden.
Zoo is het mij bekend, dat er moeilijkheden
zijn ten aanzien van het verkrijgen van een
leening voor een groot bouwwerk in om land,
met het gevolg dat ook hierdoor de werkloos
heid vergroot dreigt te worden.
Wat andere kwesties betreft, die bij maat
regelen inzake werkbehoud naar voren ko
men, noem ik als een der belangrijkste die
van dumping. Doch in het algemeen zou ik
dit willen zeggen; men stelt de gansche zaak
valsch, als men tegenover elkander plaatst
vrijhandel en protectie. Naar mijn oordeel moet
dit zijn vrije handel en geregelde handel. Ik
sta te dien aanzien op het standpunt, dat er
regeling en ordening moet komen en geen on
gebondenheid, die tot bandeloosheid ontaardt.
In verband met het vraagstuk van werkbe
houd zou ik ook iets willen zeggen over ratio
nalisatie. Rationalisatie is een goed ding, maar
het mag gek klinken zij moet rationeel
zijnAls men bijvoorbeeld ziet hoe bij het
gTaven van kanalen en het aanleggen van we.
gen zoo wéinig mogelijk mensahen en zoo veel
mogelijk dure werktuigen Worden aangewend,
als dus arbeiders aan den kant staan, die
werkloos zijn en uitkeerlng moeten ontvangen,
wordt op deze wijze het werk duurder! Bij on
ze Spoorwegen, op kantoren en bij de Poste
rijen gaat men voort met rationalisatie en
naarmate men in deze richting meer succes
heeft, groedt de werkloosheid en moet er meer
ondersteuning worden uitgekeerd. Als men dit
mederekent, zou spoedig blijken, dat deze ra
tionalisatie geen voordeel Is in de huidige tij
den.
Vervolgens nog, met betrekking tot midde
len van werkbehoud, de kwestie van de 40-
urige werkweek. Hierbij dient voorop te staan,
dat, als de arbeiders inplaat van 48 uren, 40
uren werken, dit nooit kan beteékenen dat in
40 uren evenveel loon moet worden uitgekeerd
als in 48 uren. In de huidige tijdsomstandig
heden kan daaraan door niemand worden ge
dacht. Zegt meninvoering van de 40-urige
werkweek is noodzakelijk, dan zegt men tevens
evenredige verlaging van het weekloon is nood
zakelijk. Deze zaak is voora.I één van opoffe
ringsgezindheid en solidariteit van den kant
der arbeiders; waar dit echter gepaard zou
gaan met een aanzienlijke 'loonsverlaging, zou
de vraag van toeslag op de loonen, ten deèle
te dragen door de arbeiders zelve en ten deele
door de Overheid ,ter sprake kunnen komen.
Men boekt daarbij de groote moreele winst,
dat meer menschen aan den arbeid kunnen
blijven.
tMüttl
EEN DER „INZENDINGEN" op de paardenmarkt te Nijmegen wordt opgetuigd, alvorens
onder de concurrenten te verschijnen.
De werkverruiming.
Hierna de kwestie van werkverruiming ter
sprake brengend, verklaarde de heer Hermans
zich desgevraagd onmiddellijk bereid, zijn oor-
deel mede te deelen ten aanzien van het vraag,
stuk van de drooglegging der Zuiderzee.
Men moet m.i. dit vraagstuk zóó zien,
zei de de heer Hermans, dat een nieuwe pro.
vincis wordt geschapen, met alles, wat daar-
aan voor het geheels economische leven ver
bonden is. Vergelijking van iandprijzen en
grondprijzen lijkt mij te simplistisch. Men zal
toch zeker de provincies Zeeland en Noord-
Brabant, die hoofdzakelijk van landbouw Ie-
ven, wat haar waarde betreft, niet willen schat,
ten naar het aantal hectaren grond en de waar
de daarvan, doch naar de economische betee-
kenis voor de geheeler bevolking. In dit licht
dient ook de nieuwe Zuiderzee-provineie te
worden bezien.
Ik ben dan ook voorstander van verdere uit
voering der Zuiderzeewerken. Niet alleen dit
werk, doch verschillende andere werken, welke
men heeft ondernomen, moeten niet worden
stopgezet. Men vergete bovendien niet dat er
nog nooit zoo goedkoop gewerkt is als in de
zen tijd. Men houdt in de eerste plaats men-
schen aan den arbeid, die anders steun zou
den trekken. Een factor van groote beteekenis
is ook dat er nooit een tijd is geweest, waarin
de materialen zoo goedkoop waren. Ook met
het geld is dit het geval; alleen blijft hierbij
de vraag open of er voldoende vertrouwen
leeft onder het Nederlandsehe volk om, indien
nieuwe leeningen mochten worden uitgeschre
ven, het geld daarvoor te verschaffen. Tiental
len mdllioenen zijn thans reeds voor de Zuider
zeewerken uitgegeven; ophouden zou dan ook
dwaasheid zijn. D® nadeelen voor de visschers-
bevolking had men moeten overwegen, toen
de kwestie van de drooglegging aan de orde
kwam, thans is het daarvoor te laat.
Een tweede punt van werkverruiming zie
ik in verderen voortgang van den woningbouw
in bepaalde streken van ons land.
"Wanneer echter praotisoh blijkt dat door de
uitzonderingspositie, welke Nederland op het
gebied van de handelspolitiek inneemt, ver
schillende industrieën niet meer levensvatbaar
zijn, is er ten aanzien van werkverruiming
niet veel te doen. Omgekeerd zal, als redelijke
siteun toegepast wordt, een nieuwe industrie
kunnen ontstaan.
De werkverschafjing.
En thans het vraagstuk der werkverschaf
fing. Het is uiteraard in elk opzicht beter,
indien de menschen aan den arbeid blijven.
In werkloosheid toch zie ik een groot moreel
gevaar. Ten aanzien van de werkverschaffing
heeft vooral het Departement van Waterstaat
een groote taak te verrichten door bevorde
ring van wegenaanleg, bruggenbouw e.d. Ik
ben echter van meening dat van gemeente
wege de werkverschaffing, met steun van het
Rijk, veel krachtiger ter hand moet worden
genomen, omdat het niet mogelijk zal zijn, de
oentrale werkverschaffingen op dien voet uit
te breiden. Er zijn daar trouwens ook andere
gevaren aan verbonden. Ik meen dus dat de
werkverschaffing zich meer plaatselijk zal
moeten ontwikkelen, indien de werkloosheid
voortschrijdt.
De loonsverlaging.
Zoudt U Uw standpunt ten aanzien van
algemeene loondaling nog nader willen preci
seeren
Ik kan U daarop antwoorden, dat, naar
mate onze producten in het buitenland wor
den geweerd, het afzetgebied in andere landen
dus wordt beperkt, de beteekenis van de bin-
nenlandsche markt stijgt, waardoor landbouw
en industrie dus meer op deze markt zijn aan
gewezen.
In dit geval zou het verkeerd zijn, de koop
kracht van het volk te verzwakken. Uit de
cijfers van het Centraal Bureau voor Statis
tiek blijkt, dat de uitvoer aanmerkelijk is te-
ruggeloopen en dat de binnenlan-dsche markt
van veel meer beteekenis is geworden voor
verschillende industrieën. Als algemeen mid
del om den economischen toestand te verbe
teren geloof ik niet, dat loondaling wensche-
lijk is; het zou verdere verstoring brengen
van het evenwicht tusschen productie en con
sumptie.
Prijsregelend optreden der
overheid
Hoe denkt U over de mogelijkheid van
prijsregelend optreden van de overheden (ge
meenten) of van het Rijk, gelijk dit in oor
logstijd het geval is geweest
Uit de rapporten van prof. Polak uit Rot
terdam en prof. Kaag uit Tilburg Is gebleken
aldus de heer Hermans dat de klein
handelsprijzen, al geschiedt dit langzaam, de
groothandelsprijzen volgen. Dit neemt niet
weg, dat de distributie nog kostbaar is; op
dit gebied zouden maatregelen tot verbetering
kunnen genomen worden. Ik geloof echter
niet dat op het oogenblik in die richting Iets
bereikt kan worden tot vermindering van de
crisisgevolgen. Prijsregelend optreden van de
overheid is thans niet wcnschelijk.
De rijksbegrooting
Wij zouden nog gaarne apart een enkel
financieel vraagstuk willen aanroeren. Hoe is
Uw meening over de Rijksbegrooting
Naar mijn meening aldus de heer Her
mans zal de regeering met een nieuwe be
grooting moeten komen. De val van het Pond
Sterling heeft zoodanige gevolgen gehad, ter
wijl daaruit nog andere gevolgen kunnen voort
vloeien, dat ramingen, welke lang te voren
gemaakt zijn, niet meer kunnen slaan op den
huldigen toestand. Als blijken zal en ik ben
daarvan zeker dat die toestand slechter zal
zijn dan is voorgesteld, zullen andere maat
regelen genomen moeten worden om te komen
tot een sluitend budget. Ik zou in dit verband
twee middelen kunnen aangeven: ten eerste
de invoering van een oonjunctuurbelasting, te
heffen van diegenen, die juist door de hui
dige toestanden hun inkomen hebben zien
stijgen, en ten tweede de invoering van een
weeldebelasting. Een zoodanig ontwerp ligt
ttog altijd bij de Kamer; in de Millioenennota
wordt er echter niet van gerept.
Onze gulden.
Tenslotte nog een opmerking over de positie
van onzen gulden. Men dient goed te beden
ken dat de waarde van de munt de uitdruk
king is van den zakelijken rijkdom van het
land. In Engeland is duidelijk gebleken, dat
de waarde van het Pond een fictie is geweest.
Ik acht het juist gezien dat hier te lande al
het mogelijke wordt gedaan om de waarde van
den gulden veilig te stellen. Komt er een in
zinking, dan krijgt men, zooais minister De
Geer heeft gezegd, loondaling met. een blind
doek. Vooral de allerarmsten zouden daardoor
worden, getroffen. Op het behoud van de munt
waarde zijn echter twee dingen van Invloed:
een sluitende Rijksbegrooting en de betalings
balans. Niet alleen op het eerste dient te
worden gelet, het laatste is zeker van even
veel belang
Vraagt om de legitimatiekaart.
Men schrijft ons:
In den laatsten tijd hebben zich enkele ge
vallen voorgedaan, dat onbekende personen
zich toegang tot fabrieken en werkplaatsen
hebben weten te verschaffen onder voorgeven
van ambtenaar der Arbeidsinspectie te zijn,
terwijl achteraf bleek, dat bedoelde personen
niet bevoegd waren aldus op te treden.
Daar minder goede bedoelingen bierbij ver
moedelijk een rol spelen, wordt nadrukkelijk
onder de aandacht van hoofden of bestuurders
van ondernemingen, fabrieken en werkplaat
sen, winkels, kantoren, apotheken, koffiehui
zen, hotels en verplegingsinrichtingen ge
bracht, dat de ambtenaren der Arbeidsinspectie
steeds voorzien zijn van een legitimatiekaart,
die zij verplicht zijn op eerste aanvraag te ver-
toonen.
De beambten der marechaussée, niet zijnde
hulp-officier van Justitie, de veld- en bosch
wachters en andere ambtenaren van Rijks- en
G f.ieentepolitie b'eneden den rang van inspec
teur der Rijksveldwacht en den Commissaris
van Politie behoeven, voor zoover zij met het
toezicht op de ri'aleving der arbeidswetgeving
zijn belast, een schriftelijken bijzonderen last
van den Burgemeester of van den Kantonrech
ter. D® bedoelde politiebeambten zijn gehouden
dezen last op aanvraag te vertoonen.
Bij eenigen twijfel onjtrent de Identiteit van
den zich aandienenden persoon, staan de werk
gevers dus de hier bedoelde middelen ter be
schikking om zich van'de bevoegdheid van den
controleerenden ambtenaar te vergewissen.
Op grond van de in den laatsten tijd opge
dane ervaringen verdient het aanbeveling, flat
zij, die hun patroon bij diens afwezigheid ver
vangen, nadrukkelijk op het vorenstaande wor
den gewezen.
ONPLEZIERIG BEZOEK BIJ EEN WEDUWE
Een rechercheur, die een inbreker was.
Een 60-jarige weduwe wonende in de Nieu
we Nieuwste, te A'dam trof. toen zij Woensdag
om 11 uur thuis kwam een onbekenden man
in haar woning aan. Zij schrok natuurlijk iets
van dit onverwachte bezoek, maar de man
stelde haar gerust, met de mededeeling, dal
hij rechercheur van politie was.
Ze liet hem vertrekken, zonder zich eerst
op de hoogte gesteld te hebben van de reden
van zijn komst. Toen ze echter spoedig daar
na ontdekte, dat de man zich toegang had ver
schaft door het openbreken van een hang
slot, kreeg ze argwaan. Ze waarschuwde de
politie van -het bureau Warmoesstraat en deze
wist natuurlijk niets van dezen pseudo-recher-
cheur. De laatste schijnt echter geen tijd ge
had te hebben om zijn slag te slaan.
Reel. 3398
Dreigend conflict bij de firma
Jannink te Enschedé.
De Rijksbemiddelaar, de heer van IJssel
steijn, heeft de partijen, betrokken bij het
dreigend conflict bij de textielfirma G. Jan
nink Zn. te Enschedé, opgeroepen tot een
bespreking op het Departement van Arbeid,
Handel en Nijverheid a.s. Donderdag 22 Oct
Door de Nederlandsehe Pomologische Ver-
eeniging, Hoofdafdeeling „Fruitteelt" der Ne
derlandsehe Heidemaatschappij, zal op Vrijdag
6 November a.s. van des morgens 10 tot des
namiddags 3 uur een sproeidemonstratie ge
houden worden van de verschillende in ons
land verkrijgbare motorsproeimachines voor
het bespuiten van vruchtboomen.
De demonstratie wordt gehouden in een der
boomgaarden tegenover het station te Gelder-
malsen.
Het postvliegtuig „De Leeuwerik", dat giste
renochtend uit Amsterdam is vertrokken, ls
om 13.30 uur te Boedapest aangekomen.
Groothandel voor 1000 benadeeld.
Zij, dl© -voor korter of langer tifd onder
de wapens geweest zijn, hebben daarbij
zonder uit/zondering de wetenschap opgedaan,
dat aspirine een geneesmiddel is tegen alle
kwalen. De mobilisatietijd deed een aspirine-
epos ontstaan, dat welhaast wereldberoemd en
onsterflijk genoemd mag worden.
Een werkster, in dienst bij een groothandel
in geneesmiddelen te Amsterdam, was er
achter gekomen, welk een groote waarde de
tabletjes en poeiers, die dagelijks onder het
bereik van beur handen kwamen, vertegen
woordigden en zi1 vatte het plan op de
aspirine-distributie eens krachtig te bevorde
ren. Dat zij daarbij echter meer het oog had
op haar eigen voordeel dan op het welzijn
der lijdende en aspirine-behoevende mensch-
heffl, behoeft nauwelijks vermeld te worden.
Hoe het zij, de dame maakte er een ge
woonte van om iederen dag een kleine hoeveel
heid aspirine mee te nemen. Eenigen tijd
aohtereen ging dat goed, maar tenslotte be
gonnen de firmanten toch argwaan te krijgen.
Al heel spoedig viel toen de verdenking op
de werkster, die door de politie van het
bureau Singel werd gearresteerd.
Een nauwgezet onderzoek wees uit, dat er
tezamen voor ongeveer 1000 aan aspirine
was ontvreemd. Een huiszoeking hij de
dievegge leverde geen resultaat op. Maar al
heel spoedig had de politie ontdekt, dat de
vrouw, bijgestaan door haar verloofde, de ge
stolen aspirine had verkocht aan verschillen
de personen. Bij de laatsten kon tenslotte
beslag worden gelegd op een deel der gestolen
aspirine.
Ook de verloofde van de Juffrouw is inmid
dels gearresteerd. Het span is door de politie
aan een streng verhoor onderworpen en men
verwacht dat de twee gelieven Zaterdag a.s.
ter beschikking van de Justitie zullen wor
den gesteld.
door
WILHELM HOLT
(Uit het Duitsch vertaald)
6)-
J^ dat ia zeer juist. De commissie van
onderzoek zal dn ieder geval morgen vroeg
reeds hier zijn.
Maar in afwachting daarvan kunt u
nu reeds een voorloopig onderzoek instellen,
zeide de gendarme.
Een voorloopig onderzoek? Ja.
Hoe langer daarmee gewacht wordt, des
te erooter voorsprong krijgt de moordenaar.
Zeker, zeker. Hebben de heeren misschien
eenig vermoeden, wie de moordenaar zijn
kan?
Neen, burgemeester, laat ik u in 't kort
vertellen, wat er gebeurd is. De vermoorde
ls professor Evan, 'n Paar dagen geleden ont
ving hij een dreigbrief, waarvan de politie
in kennis gesteld werd. De professor geloof
de eerst zelf niet, dat 't ernst was met dien
dreigbrief, maar tenslotte Is hij toch tot 't be
sluit gekomen, dat het beter zou zijn, als hij
zich in den eersten tijd voor zijn vervolgers
schuil hield. En daarom wilde hij met zijn
dochter 'n paar dagen of misschien ook weken
hier op den Beukenhof doorbrengen. Wij zijn
meegekomen, om voor zijn veiligheid zorg te
De Haagsche rechtbank behandelde de zaak
tegen den 47-jarigen Moembollenkweeker P.
de R., uit Sassenheim, die terecht stond we
gens moord.
Hem was ten laste gelegd dat hij omstreeks
26 Aug. j.l. te Sassenheim met het oogmerk
om A. J. van Kessel, van het leven te be-
rooven dezen met 'n scherpe bijl gewelddadig
eenige slagen heeft toegebracht, tengevolge
waarvan het slachtoffer bijna onmiddellijk
overleed.
Gelijk men zich herinnert was. het slacht
offer een landlooper, die geregeld in een
schuurtje van verdachte kwam slapen, hetgeen
deze niet wilde. De R. had hem meermalen
bedreigd hem er uit te zullen slaan als hij
terugkwam en telkens was er een woorden
wisseling tusschen de beide mannen.
Verdachte ls na het overlijden van zijn
vrouw gedurende een maand in een krank
zinnigengesticht verpleegd geworden en na
verloop van dien tijd daaruit ontslagen.
Dr. Scholten, als eerste getuige gehoord,
verklaarde dat de conclusie van zijn onderzoek
naar de geestvermogens van verdachte ls, dat
deze leidende is aan schysophremie en z.1. on
toerekenbaar is.
Na een kort verboor van eenige getuigen
begon de president jhr. mr. Feith met de on
dervraging van verdachte.
Als aanleidende oorzaak gaf de R. op, dat
hij niet wilde dat van K. in zijn schuurtje
sliep.
Pres.: en was Je toen van plan hem daar
om dood te slaan.
Verd.: Weineen, ik wilde hem alleen er uit
slaan.
Pres.: en moest dat nu met een scherpe
b'jl gebeuren, daar sla je toch Iemand, die
ligt te slapen, direct dood mee.
Verd.: Hij had het dik verdiend.
Verd. deed een verward verhaal en zei, dat
van K. hem gesard had o.a. zou deze gezegd
hebben: „je gaat voor 35 centen per uur koren
dorschen in de Meer".
Pres.: Hadt je drank gebruikt
Verd.: Een potje bier.
Maar waarom deed je het nu eigenlijk
Hij heeft 's nachts in mijn schuur niet noodig
en toen heb ik hem er uit getikt.
Maar Je hebt toch eerst die bijl van huis
gehaald. Sloeg je met den scherpen kant
Neen, ik heb geslagen met het „huis" van
de bijl.
Bij het stille verhoor heb je het toch
anders gezegd.
Dat weet ik niet meer.
Je wist wel dat je hem dood zou slaan.
Ik weet niet als je Iemand een tik geeft
of hij dan dood gaat#
Hierna was het woord aan het O.M. waar
genomen door mr. Hoekstra, die in een kort
requisitoir zich aansloot bij de conclusies van
de deskundigen. Verd. is ontoerekenbaar en
hoort in een krankzinnigen gesticht thuis. Spr.
elschte ontslag van rechtsvervolging, plaatsing
van de R. in een gesticht voor den tijd van
een jaar en ter beschikkingstelling van de
regeering.
De verdediger mr. Goldstein sloot zich hiep.
bij aan.
Uitspraak 29 October a.s.
In zeer bedenkelijken toestand naar
het ziekenhuis gebracht.
Gisteren, ongeveer kwart voor twaalf, is in
I>erc. Beyerssitr. 36 te 's Hag© de 50-jarige be
woonster mej. C. B. in bnamid geraakt, terwijl zjj
met heit bakken van visch bezig was. Teneinde
spetten te voorkomen had zij oude kranten
om de pan gewikkeld. Deze kranten vatten
echter vlam en toen mej. B. trachtte deze
vlammen te' dooven, vlogen ook haar kleeren
in brand.
Eenige buren, die op haajr hulpgeroep tjlihga
waren toegesneld, slaagden er in, het vuur te
blusschen.
Mej. B. werd echter met vrij zware brand
wonden óver het geheele lichaam naar het
ziekenhuis aan den Zuidwal gebracht. Bij in
formatie vernamen wij dat haar toestand zeer
bedenkelijk is.
dTagen, ln geval zijn vijanden hem hier zou
den vinden. Helaas schijnt de moordenaar hem
hier reeds opgewacht te hebben.
En Werner vertelde, hoe de dochter van
den vermoorde haar vader gevonden had. Ook
verzweeg hij niet, dat hij gezien had, dai
iemand van heit venster weggeslopen, was.
De burgemeester ondervroeg nog het dienst
personeel, diat vertelde, wat ze wisten. Daar
uit bleek, dat de prdCeseor hij zijn aankomst
rich vermoeid gevoéld had en direct naar
bed gegaan was. 'n Huisknecht had hem nog
op zijn verzoek 'n warme wijngroc gebracht
en op dat oogenblik was zijn dochter hij hem
geweest. Daarna was deze naar de woonka
mer gegaan, zoodat de moord moest plaats ge
had hebben gedurende den tijd, diat Alles
Evan met van Gielen en Werner aan tafel
gezeten was. Na het eten was juffrouw Evan
eerst naar haar kamer en daarna nog eens
naar de kamer van haar vader gegaan, waar
zij de verschrikkelijke ontdekking deed.
t Is ontzettend, ontzettendzuchtte de
burgemeester, die eigenlijk nog niet goed
wist, wat hij doen moest en tamelijk hulpe
loos den gendarme aankeek.
Mij dunkt, dat 't het verstandigste is,
zeide Werner dat u direct de justitie ervan
in kennis stelt. Het post- en telegraafkantoor
is hier zeker gesloten 's nachts, is 't niet?
Natuurlijk.
Goed, maar de hoofdkantoren zijn niet ge
sloten, en 't beste is, dat u hier den postdi
recteur uit zijn bed klopt.
Wij kunnen onderhand zelf met het on
derzoek beginnen, zei de gendarme. Maar Wer
ner antwoordde:
--- Ik geloof, dat het beter is, dat wij zor
gen, dat alles zooveel mogelijk in den toestand
blijft, zoo als 't was, toen de moord plaats vond.
Er moet bijv. gezorgd worden, dat er niet te
veel om het huis geloopen wordt, opdat da
indrukken der voetstappan niet uitgewlscht
worden.
Zeker, zeker, zei de burgemeester
Mag ik u een voorstel doen? vroeg Wer
ner. Laat u den gendarme als wacht hier.
De dokter en mijn vriend blijven zeker ook
hier, want de hulp van den dokter vooral zal
misschien noodig zijn, als Juffrouw Evan ont
waakt. En ik ga met u naar liet telegraafkan
toor.
Dit voorstel beviel den burgemeester uiter
mate. Hij was blij, dat hij van den ^Beuke-
hof met goed fatsoen kon weggaan.
Best, zeide hij, wij gaan naar 't dorp.
Maar, opponeerde de gendarme, als.
De burgemeester liet hem niet uitpraten.
Neen, neen, wij doen, zooals deze heer ge
zegd heeft.
De auto stond nog voor de deur en spoedig
waren ze in 't dorp Onderweg spraken ze niet
voel.
Frits was van den eersten schrik wat be
komen, toen zijn reisgezel, de burgemeester,
opmerkte:
Dat is 'n treurig einde van uw verblijf
op den Bdhkenhof.
Het einde is er nog lang niet, antwoord
de hij op een beetje nijdigen toon. Ik zal niet
rusten vóórdat Ik het geheim ontdekt heb, dat
achter deze geschiedenis steekt.
Frits had Inderdaad het vaste besluit ge
maakt, om den geheimzinnlgen sluier op te
lichten, die gespreid lag over alles, wat hij
in de laatste vier en twintig uren beleefd had.
Als de justitie, den moordenaar niet vond,
dan zou hij 't doen, koste wat 't wilde, en
niettegenstaande de gevaren, die er mee ver
bonden bonden zijn. Hij wilde ook weer naar
den Beukenhof terug. Maar met het voorstel,
dat hij den burgemeester gedaan had, beoog
de hij nog een ander doel. Nu professor Evan
vermoord was, «u 't vanzelfsprekend onmo
gelijk, dat' zulks geheim bleef. Het was dus
zijn plicht, zoo gauw mogelijk zijn krant dien
aangaande bericht te zenden. En daarom wil
de hij met den burgemeester op het tetegraaf-
kantooir komen, want, zoodra de officieel®
berichten doorgegeven waren, wilde hij den
Neuesten Nachtrichten zijn bericht mededee-
len.. Voordat een ander blad van het verloop
van het drama op de hoogte was, zou zijn
krant, tenminste in 'n extra-editie, het opzien
barende nieuws Kunnen publiceeren. Hij wist,
diat de hoofdredacteur buitengewoon tevreden
over heim zou zijn.
Maar toch was hij niet goed over zichzelf
tevreden. Hij voelde zich in zeken-en zin me
deverantwoordelijk voor den dood van den pro
fessor Zeker, niemand kon eenige schuld op
hem werpen, maar toch verweet hij zich zelf,
dat hij niet voorzichtig genoeg geweest was.
Die boom dwars over den weg, dien de auto
volgen moest, had heim persoonlijk de stellige
overtuiging gegaan, dat de vijand van den
professor1 van diens vlucht naar den Beuken
hof nauwkeurig onderricht was. En in deze
overtuighy; had hij rekening moeten hou
den met de mogelijkheid, dat er weer „een aan
slag op den professor zou gedaan worden. Di
rect bij de aankomst op het landgoed hadden
ze alle voorzorgsmaatregelen moeten treffen. En
nadat hij bemerkt had, dat ze heimelijk be
spied werden, had hij geen oogenblik in de
woonkamer mogen blijven. Ofschoon het wel
zeker was. dat de misdaad toen reeds gepleegd
was.
Werners gedachtengang werd onderbroken
doordat de auto met 'n ruk vóór het postkan
toor stil hield. Spoedig was de directeur, die
hoven helt postkantoor woonde, uit zijn bed ge
klopt en ln kennis gesteld met wat er aan de
hand was. Hij was dadelijk bereid, om aan
het verzoek der heeren te voldoen en zat spoe
dig aan het Morsertoeetel. Werner zegde ham
voor, wat hij telegrafeeren moest, en de bur
gemeester vond dat opperbest. Hij was blij. dat
die nette jong© man eigenlijk kéa werk voor
hem deed. Nadat het bericht aan de justitie
verzonden was, verzocht Werner den directeur,
een telegram aan de Neuesten Naehrichten te
willen zenden. Maar daartegen opperde hij be
zwaar.
Het kantoor wordt op z'n vroegst om acht
uur geopend, en nu inag Ik geen privé-tele-
grammen meer aanneemen, zeide hij.
Ik vind. zei de burgemeester, dat u dezen
heer dat genoegen toch moest doen.
Neen, neen, dat gaat werkelijk niet. U
moet mij goed begrijpen. Ik persoonlijk zou 't
graag doen, maar het 'dienstreglement laat 't
niet toe.
Werner zag wel, dat het zeer moeilijk, zoo
niet onmogelijk was, dezen man om te praten.
Overigens zeide hij, u bobt hier toch ook
rijkstelefoon, niet waar? Mag ilk daarvan geen
gebruik maken? Laat mij maar met de stad-
centrale spreken. En als deze mij met mijn- re
dactie verbindt, dan ligt diat tóch buiten het
bereik uwer verantwoordelijkheid.
Na veel vijven en zessen werd hem dit toe
gestaan en Werner was overtevreden. Want
als hem dit ook geweigerd was, dian was 't
niet onmogelijk geweest, dat andere bladen
nog eerder hun kolommen met deze nieuwste
sensatie gervuld hadden dan zijn blad, de
Neueste Naehrichten.
Spoedig had hij verbinding met de Centrale
en op zijn verzoek, hem met de redactie der
Neuesten Naehrichten te verbinden, werd hem
doze verbinding zonder eenig bezwaar di
rect gegeven.
Hallo! hoorde Werner. Hier nachtredac
tie der Neusten Naehrichten. Wie daar?
Hier verslaggever Warner. Ik moet met
den chef zelf spreken.
'n Oogenblik.
'n Minuut later hoorde Werner de hem wel-
bekende stem van den heer Krans vragen:
Hallo, is Werner daar? Wat is 6r?
Groot nieuws! Luiker maar. Hebt u
papier en potlood bij de hand? Schrijf maar
op: Professor Evan reed gisteren ln gezelschap
van zijn dochter en twee vrienden in een
auito naar het landhuds Beukenhof bij Rens-
woudo. Hij deed zulks met de bedoeling, zich
eenigien tijd verborgen te houden daar hij
vreesde, dat de dreigbrief, waarvan wij gis
teren melding maakten, tooh wel een ernstige
beibeekenis kon hebben. De rede werd geheim
gehouden, miaar 't schijnt, dat degenen, die
den profess-or naar 't leven stonden, zeer goed
van een en ander op de hoogte geweest zijn.
Een uur na aankomst van het gezelschap op
hat landgoed is professor Evan in zijn slaap
kamer vermoord met een.
Wat? Versta ik goed? riep Kraus door t
telef oon. Vermoird.maar dat ie ongeloof
lijk. Weet u dat wel zeker, Werner? Bent
u niet het slachtoffer eener mystificatie?
Neen, neon. Schrijf maar verder.
niet een dolksteek in zijn borat werd hij ge
vonden. Zijn dochter vond ham zoo. Hij .adem
de nog zwak, maar stierf kort daarna, zonder
tot bewustzijn gekomen te zijn. De justitie
ia telegrafisch van de misdaad in kennis ge
steld. Zoo, dat is 't.
Maar om Gods wil, Werner, is dat wel
allemaal waar? Van wie weet u dat? Er is
toch niemand, die u beetnemen wil?
Ik ben zelf op den Beukehhof geweesih
Ik spreek nu op het postkantoor iin Renswou-
de.
KolossaalMaaT vertel me toch nog 'n
paar bijzonderheden. Wie waren die vrienden?
(Wordt vervolgd)