M i DE KUNST VAN ETEN. c DE HUISJESMELKER, EEN AARDIG IDEE MUITERIJ OP HET SLAGSCHIP „VALIANT". MSM §1 V up v' WOENSDAG 21 OCTOBER 193Ï kii -JTr zii' hebt ge dien zigeuner poUtinek^ifdLrTaten ^ernatioaiaae lm I f Achter de schermen. IN DE SCHULD EN BEKENDE NAMEN E Karei, ben je baast klaar met je ontbijt? informeerde mevrouw Pietersen. Maak toch wat voort om dat individu te gaan opzoeken, en wees nu eens flink. Twee termijnen ach ter! Waar moet dat heen? Twee termijnen achter! Waar moet dat 'heen! zuchtte op zijne beurt de heer Pieter- sen. Nou, ik zal voet bij stuk houden, dat 'beloof ik op mijn ziel en zaligheid! Mijnheer Pietersen bezat in een triestige wijk van de binnenstad een drietal huizen, kazernewoningen, overschot van een erfenis welke een verre neef hem bad vermaakt. Zelf .beheerde hij zijn huizen en voor geen geld zou hij aan anderen het genoegen hebben ge gund de huur te incasseeren. Daar hij graag met zijn voorgewende armoede en zijn zuinig heid pronkte, gebruikte hij voor zijn periodie ke uitstapjes een van die zonderlinge, af schrikwekkende costumes, waarvan de boeren vogelverschrikkers maken: een gedeukten vilt. hoed, een afgedragen overjas, een broek vol valsche plooien en van een niet te bepalen kleur. Zoo potsierlijk uitgedost wekte hij het medelijden op van de huurders die met alle plezier een fooi aan hun schamele huurpen ningen zouden toegevoegd hebben. Ik zal hem wel krijgen, dien mijnheer Wagemans, en hij zal me betalen, dat geef Ik op een briefje, of mijn naam is geen Pi®, tersenbesloot de huiseigenaar, verontwaar. d'iigd op zijn magere borstkas tamboerend. Terwijl hij den weg te voet aflegde pijnigde hij zijn hersens om de kernachtige toespraak op te stellen, die hij van plan was te houden: Mijnheer Wagemans, dit is mijn allerlaatste bezoek vóór ge op straat wordt gezet....» Mijnheer Wagemans, geboren humorist, was humorist gebleven tot op zijn zestigste jaar toe. Het was een verstokte vrijgezel met hel- dere, vinnige oogjes, nauw merkbaar vlassnor- retje en een koddigen wipneus. Zijn zeer schrale inkomsten werden grootendeels opge slokt door zijn toiletuitgaven. Hij wist zich verrukkelijk te kleeden en voedde zich met niets. Hij had in het bouwvallige huis van mijnheer Pietersen een groot, rood-geplavuisd vertrek gevonden, dat hij met den weidschen naam van atelier had gedoopt en waarin hij den tijd doorbracht met broeken oppersen en laarzen poetsen tot zij schitterden als een spiegel. Hij stond zeer laat op, maakte langzaam en uiterst nauwgezet zijn toilet, at onverschillig wat, ging gedurende een uur wandelen, kwam thuis, borstelde zijn kleeren en vertrok weer om in de stad te dineeren. Hij dineerde dik- wijils in de stad daar bij een lekkerbek was en graag in gezelschappen druk bet woord voer de hij was trouwens een schitterend causeur. Tegen middernacht keerde hij terug en deze regelmatigheid in de onregelmatigheid maakte op zijn buren een gunstlgen indruk. Zoo was nu de man geschapen dien mijn heer Pietersen in zijn naïveteit zich voorge- nomen had eens flink de waarheid te zeggen. Hoewel een gedienstig bovenbuur die vanuit het venster de spichtige gestalte van mijnheer Pietersen had zien opdagen hem het bezoek van den huisbaas had aangekondigd, ant. woordde mijnheer Wagemans op de drie sla gen, heel voorzichtige, kleine slagen die de bezoeker op de deur tokte, met een zoo woe dend: „Wie daar?" dat mijnheer Pietersen een groot deel van zijn vrijmoedigheid en zelf. vertrouwen in zijn afgetrapt© schoenen voel de zinken. Ik ben het! stamelde hij, ik kom de huur ophalen. Mijnheer Pietersen had zich heel wat voor gesteld, maar hij had toch niet durven ver wachten zijn schuldenaar gekleed te zien in een wijde sjamberloek van roode zijde met bont afgezet, waarvan de overdadige pracht hem verwonderde. Met een enkelen oogopslag schatte de huiseigenaar de meubels. Hij sprong op toen hij een telefoontoestel ontwaarde. Hebt ge telefoon? vroeg hij op berispen den toon. Neen! antwoordde behendig mijnheer Wagemans, vroeger wel, het instrument alleen heb ik behouden, 't is meer ©en sieraad. Ik kan het belgerinkel niet verdragen en boven, dien hadden mijn kennissen de gewoonte mij lederen morgen op te bellen. Maar nu heb ik mij daaraan onttrokken. Ik heb mij in deze rustige buurt gevestigd, totaal vergeten van mijn vrienden, want ik heb er genoeg van op te staan met een vijftiental personen in mijn kamer. Mijn levenswijze heb ik vereen, voudigd; men moet zijn levenswijze vereen voudigen wanneer men gebrek heeft aan oTde. Om te leven als de lieden van mijn omgeving zou ik een rentmeester behoeven en waar een eerlijken rentmeester te vinden? Hebt gij de zen feniks weten te ontdekken, mijnheer Pie tersen. Ik wasch zelf mijn vaatwerk, schrob zedf den vloer en doe zelf inkoopen in een bood- sohappenmandje, zuchtte mijnheer Pietersen. Ik ben zoo arm dat twee achterstallige termij nen mijn klein budget doen schommelen. Kijk mijn laarzen eens; ze zijn vier keer verzoold geweest. Aan de tegenwoordige prijzen kunt ge uitrekenen hoeveel deze schoenen mij kos ten. 't Is om er van om te vallen!. Och kom! Ik Iaat mijn oostuums keeren door een kleermaker die thuis werkt en zelf heb ik wat timmeren geleerd en wat slotenmaken ten- einde geen al te dure werklieden noodig te hebben. Maar waar moet dat heen' Ik vraag het mij soms af: waar moet dat heen' Ik ben zonder middelen van bestaan. Dit gelxraw kost mij veel meer dan het mij opbrengt Wa ren er geen dierbare herinneringen aan ver. bonden, dan zou ik mij er reeds lang van hebben ontdaan. Maar ik ben niet gekomen om u met mijn geschiedenissen lastig te val len. Waarde heer ge verveelt mij volstrekt niet met uwe geschiedenissen, integendeel. Blijf toch maar zitten. Toe, neem een dezer Egyptische sigaretten, of een sigaar.Mijne sigaren zijn uitstekend. Een vriend zendt ze mij rechtstreeks uit Havana! Mijnheer, ik zal een sigaar nemen omdat u ze mij zoo vriendelijk aanbiedt en morgen zal ik ze na mijn diner rooken. Ik rook dol graag. Ik ben verplicht mij ook dit genoegen te ontzeggen. Zelfs de pijp zou te kostbaar vazen, van tijd tot tijd altoen rook Ik een halve pijp en dan nog niet zooder wroeging. Mijnheer ik ben te voet van huis gegaan hoe wel ik aan rheumatiek lijd en het loopen mij moeilijk valt. De electrische tram is naar het schijnt een prettig vervoermiddel, maar twin tig centen voor een retour is vier stuiver, en vier stuivers vertegenwoordigen voor mij een fortuin. Ach mijnheer, g© moest eens weten wat een inspanning het mij kost om de twee eindjes aan elkaar te knoopen, dan zoudt ge a haasten deze kleine achterstallige termijnen te voldoen. Eenmaal op dit terrein gebracht, wist mijn heer Pietersen van geen ophouden, hij, mijn heer Pietersen die vijftigduizend gulden „ann" was. Mijnheer Wagemans luisterde heelemaal biet naar hem, hoewel zijn gelaat de meest gespannen aandacht weerspiegelde. Mijnheer Pietsersen had een toehoorder gevonden om hem zijn valsche armoede te schilderen, mijn. heer Wagemans was verrukt een vertrouw© ling te hebben ontdekt om hem zijn valschen rijkdom ten toon te spreiden. Op den rand van zijne tafel gezeten, zeer elegant in zijn prach tige, gebloemde kamerjapon gehuld, droomde deze oude jonkman luidop. De dagelijksche vijf gulden, nagelaten door een bezorgden vader, groeiden aan tot een enorm fortuin. Ik kan er geen cent van missen om zeer ern stige financieele redenen, maar weldra zal ik vrij spel hebben. Wees gerust, waarde heer, deze rustplaats zal ik getrouw blijven, om mij een weinig te verpoozen, onttrokken aan de rumoerige groote wereld. En zelfs wanneer ik verre zou zijn, dan nog kent de auto geen grenzen, geen afstanden. Ik zou u graag een glas Spaanschen wijn aanbieden, maar mijn voorraad is uitgeput. Ik heib slechts water in huis; laat mij er echter bijvoegen dat uw water van prima, prima kwaliteit is. Ik ben op zoek naar een beker van geslepen kristal een antiek stuk; zooals ge ziet ben ik op 't oogeniblik verplicht dezen emaillen kop voor lief te nemen. Het gesprek duurde een vol uur Mijnheer Karei Pietersen en mijnheer Klaas Wagemans verlustigden er zich in. 0! zij hadden wel degelijk „erg" in hun wederzijdsohe leugens: de valsche arme rook den valschen rijke en omgekeerd kreeg de valsche rijke lucht van den valschen arme. Maar zij bedrogen alkan der met het geluid huinmer eigen zinnen. Mijn heer Wagemans dacht: Daar heb ik er nou een die ongelukkiger is dan ik ondanks al zijn goud! Mijnheer Pie tersen peinsde: Dnt lot zou ook mij beschoren zijn als ik de wijze gewoonte niet had aangenomen om elk dubbeltje tien keer in mijn hand om te draaien alvorens het uit te geven! Meer is er niet noodig om vrienden te ma ken. D© uitersten raken elkander. Op het einde van hun onderhoud zinspeelde de huis- eigenaar op een toon zonder overtuiging: Ge wilt wal zoo goed zijn aan onze zaak te denken!.... ^^er, dat spreekt van zelf! beaamde mijnheer Wagemans waar was ik toch ge- even! Tot straks, u komt toch spoedig terug, niet waar? Het zou mij een groot genoegen doen u hier weer te zien! Accoord? Zeker! zeker! zeker! murmelde mijnheer ie rsenoverwonnen. Tot de volgende week! H u hij keerde naar huis terug, tevreden over zichzelf en over de menschen. evrouw Pietersen wachtte haar echtvriend op: ordt hij buiten de deur gezet? een. antwoordde mijnheer Pietersen. Dan heeft hij betaald, veronderstel ik! n mijn eer Pietersen beloog voor den eer sten keer van zqn leven zijn trouwe gade, be- 66 hbutensiporigheiid, zijn eerste dwaasheid, en gaf ten antwoord: Hij heeft mij betaald! C. W. staatssecretaris der Vereen i o. o son, dus de Amerikaansch -6 Stlm' tenlo.nd.soh© Zaken, aan2 B^' conferentie, die 11 jnli eooomisohe werd, hoorde hij zich do©! °nd^n gehoudea Duitschen collega Dr. Cm-H Z°n. aurman' z n teren, dat dezen een klein!!' 'l OOT fluis Zijn dochter, Frau von HaAc!°n g6l>(>ren ter wereld gelbnaoht en n 6n' T 6611 Z0Cm Het feit was van des *6 Z® genoemd. het minister Curtius' eerste kleinzoo^'w^ Als een goed diplomaat, 4™ Tvan Uncle Sam een vriendelijk oQm maken, herinnerde Stimson zich hij ziin komst in Berlijn kort daarna den kleinzoon van Curtius. Hij toog naar een speelgoedwln. kei, zocht er een pracht van een zeilboot uit en zond die naar Jan von Haeften Enkele weken geleden nu ontving stimsom te Was hington een brief uit Berlijn, luidend als volgt: Lieve oom Stimson, Het was een aardig idee van U, juist aan een zeilboot te denken, aangezien aan een zeilboot allerlei merkwaardige dingen ver bonden zijn. Het was immers een zeil boot, die een groote rol speelde bij het tot stand komen van het huwelijk mijner ouders een gebeurtenis die naar U ongetwijfeld zult toegeven noodzakelijk was in verband met mijn aanwezigheid op dit onderin aansche en het was ook een zeilboot, waarmede Co lumbus Amerika ontdekte, hetgeen naar U ongetwijfeld zult toegeven, de oorzaak is ge weest, dat er nu een volk in de Vereenigde Staten leeft, dat ziah zulk een goed en hulp vaardig vriend van Dultschland toont. Ik ben heel blij, dat de boot voor mij kleine man, gróót genoeg is om er in t© zitten en en er mede te zeilen. Ik zie me al den Atlan- tiischen Oceaan oversteken, met d© sterren en strepen i,n top. Ik verblijf lieve oom Stimson, nw heel dank- lb0're» Jan von Haeften, Eerste kleinzoon van Dr. J. Curtius. Retohs Minister des Auaaemeo^, Goed eten is een kunst. Zonder veel hartzeer, met een tikje melan cholie. Lekkerbekkerij en de avonturen des levens. De kunst van improviseeren. De voldaan heid o/ het verlangen? Galm en substantie.. Kille degelijkheid van de Hollandsche koffietafel. Aan het laatste stationnetje. ,,'C'est du chameau, ga". De kip en het ei. Boeuf d la mode de 1190". Onvermoede diepten van eendvogels. Dans der kannibalen om den kookpot. „Beurslunch". De „zaken" en de eetbeschaving. Eten is noodzaak. Goed eten is een kunst. Wanneer de mensch er ooit in geslaagd is om van den nood een deugd te maken, dan zeker wel hier. En de deugd werd in der eeuwen loop ook zoo vlijtig beoefend, dat zij over de schreef ging, zoodat de deugd der edele lek kerbekkerij ontaardde in de ondeugd der gul zigheid. De grenzen zijn soms zeer subtiel, en voor hem die naar een uit eigen beginsel geboren „savoir vivre" zoekt, is de subtiliteit dier grenzen in bepaalde omstandigheden even belangrijk als het maken van juiste onder scheidingen in de wijsbegeerte. De echte edele lekkerbekkerij moet een genieten blijven, zoo licht en rank en hoofsch, dat ge er ook ge makkelijk afstand van kunt doen. Dat ge het weer kunt loslaten, zooals ge met zooveel mooie dingen in het leven moet doen, zonder veel hartzeer en toch met een tikje melan cholie. Lekkerbekkerij en het drinken van wijn moeten samengaan, omdat de wijn dan het karakter der genieting bepaalt. Een geur, een zacht streelen, een wolkje, een gouden of robijnen nevel. Lekkerbekkerij hoort thuis bij de avonturen des levens, dJie evenzeer tot het leven behooren als de diepe kernen maar anders. Het avontuur Is hier en nu, wij zelf zijn eigenlijk al weer elders, straks rijden we weer de poort uit, er zijn nog veel herber gen langs den weg. Heer waard, we zien elkander nooit weer, tenzij in de Groote Her berg overzij 't Behoeft dan ook niet te verwonderen dat de volkeren, die 't meest subtiliteiten weten te verhelderen, ook 't meest de kunst van het goede eten verstaan. Dus de Latijnsche vol keren. En onder hen weer vooraan de Fran- i schen. Waarschijnlijk omdat zij 't meest de kunst van improviseeren verstaan. Lekker bekkerij moet iets van een improvisatie be houden, alsof eerst nu de kok op het idee kwam om de saus eens zóó te mengen en het vleesch eens zóó te braden met die eigen aardig knappende korst, broos als het lichtste gebak en die toch het vleesch zoo teer be waart, dat 't roomwit lijktEn er zijn ook van die scheppende kwaliteiten, die de Franschen alleen bezitten. boerenherberg, een ronde tafel met veel stoe len. 't Viel er toen niet mee: olijven en voor treffelijke forellen, maar een vleeschgewrocht die mijn Parijsche tafelbuur een „c'est du chameau, ca" ontlokte. Doch nu was 't anders in dat „Grand Hotel International", beheerd door een uitnemende Béamaise, met kinderen als een schilderij in rood en zwart. We moesten er lang wachten ,,1'art est une longue patience" en in het tuintje met een fon teintje, speelgoed midden in de bergen, ging de kok voorbij met ontzielde kippen, de nek ken bengelden als een „memento mori". Kip pen zijn in de culinaire wereld zeer gezochte dieren. Verwondering over het probleem wat er 't eerst was: de kip of het ei, mag ons nooit de verbazing ontnemen over het feit, dat ze er allebei zijn. Wat is ons niet geschon ken in de eieren: denkt eens aan de omelette, goud-geel, zon op uw bord?.... Welnu, d© kip daar op dat grensstationnetje was een won der: broos, knapperig 'en teeder, met een „entourage" van stukjes truffel en een ziertje spek, met enkele blaadjes „cresson" en een lichte saus, een zweem van pepermunt in den geur. Als u in die buurt komt, wil ik u het adres wel geven. Tusschen de puinhoopen achter het opgebla zen viaduct bij Bia Torbagy ontdekte een ver pleegster 'n driejarig kirnd, ongedeerd en lachend im den slaap. Maar een eind verderop vond zij het bebloede lijk van den machinist, de oogen wijd gesperd en met verbrijzelde on derkaak. Vijf-en-twintiig dooden werden geteld en afgrijselijk klonk het kermen der gewon, den in het ravijn. En achter het cordon der afzettóngsmanschappen stonden schreiend en ontsteld de vrouwen en kinderen der naburige dorpen Zeven kilometer verder dan de plek, waar de trein in den afgrond was geslingerd, trozen een naamloos front, overgegeven aan de overtuiging van hun leider. Joe Collins had gewacht en gezwegen, vel© jaren lang. Elk onrecht, dat hem was aange daan en elke daad van. een meerdere, die zijn trots schond, was in hem voortgewoekerd tot een onuitroeibare haat. Hij had d© roep der revolutie beluisterd in de havensteden tusscihen het bonken van den arbeid en den opbouw van d© Sovjet voelde hij ais een nieuw geluk. Dit was zijn beslissend moment. Ais ln een koorts doorleefde hij de worsteling om de maoht op de Chileensohe vloot en het zege- lag een lang stuk blinkend rails-ijzer vierend hijsehen der roode vlag, welke gebeur. tenissen ondanks de strenge censuur der ad miraliteit, tot hem waren doorgedrongen. Vow op den boeg rees zijn massale gestalte onder het vurig verbond der sterren. Met heet© stem bezwoer hij zijn kameraden zich te verzetten, tegen de misdaad begaan aan de gezinnen, op te kamen tegen de verguizing hunner rechten ep zich te bevrijden uit de slavernij van het kapitalisme. Toomeloos vierde de lang-bedwangen zich in hem los en hij raakte de kwetsbaarste plekken door het releveerem der kleine voor. vallen, die hen hadden vernederd. En zijn dringende handien wezen naar het vaderland van alle anbedders, soldaten en matrozen. Elk der manschappen doorstond een zelfstrijd tus schen twee werelden: de „Union Jack" en de „Red Flag" Dien morgen weigerden de matrozen van de „Valiant" het gewone werk te verrichten, teirwille van vrouw en kind. De stokera doof den de vuren en tevergeefe probeerden de of ficieren zelf de ankers te lichten. Maar in haar drie „cheers" op den koning getuigde de be manning van (haar voltrouwen in het vader land. De marconist seinde het bericht en de commandant schreef de eerste zwarte bladzijde in het scheepsjournaal DE FIJNE SCHOTEL Wanneer de Nederlanders een uitstapje wil len maken in het rijk der culinaire genietin gen, dan volgen ze de Franschen na. Maar van verre, van verreWat bij de Franschen illusie en charme is, wordt bij ons reëel en substantieel. Wij streven zelfs hij de lekker bekkerij naar de voldaanheid, en niet naar de illusie der voldaanheid, die het verlangen naar nieuwe charme opwekt. Nu is er een ervaring, die hpt reizen in den vreemde wel schijnt te bevestigen: er is nu eenmaal aan het eten ook een hygiënische kant, en langzamerhand schijnen de volkeren in der eeuwen loop zich een wetenschap te hebben verworven omtrent een voedingswijze, die 't meest bij hun klimaat en hun omstandigheden past. De illusiie en de charme van het Fransche leven verdragen zich moeilijk met onze trage en vochtig-zware luchten. Dan is 't het beste om onszelf te zijn. Doch er zijn nog eethuizen te over in Holland, lar een menu lokt als in Fransche vers regels geschreven, en de werkelijkheid is een verdoold iets, Fransche recepten „a la manière' van den Holandschen burgerpot. Dan liever radicaal Hollandsch, De Fransche lekkerbekkerij blijft altoos een avontuur, en 't is ook een avontuur om haar op te speuren. Soms vindt ge haar in de meest onverwachte hoeken. Nog onlangs op enkele kilometers van de Spaansche grens, dicht bij het laatste stationnetje aan de lijn van Pau naar Canfranc. Enkele jaren geleden stond daar e^n „Grand Hotel International" met een gelagkamer als van een Hollandsche Eigenlijk eet men te Parijs overal goed; er zön slechts graden van beter en best. En bet betere en het beste is volstrekt niet het duurste. Er zijn hier en daar langs de kaden van die eethuizen voor koetsiers (vroeger) en chauffeurs (thans), waar u de allersappigste en allerstreelendste verrassingen wachten. De klanten zijn er echter wat men beleefdelijk gemengd noemt, en er zijn voor een erentfesten Hollander met zijn dames nog meer bezwaren. Natuurlijk zijn er nog veel eethuizen in Parijs, die den ouden stijl bewaard hebben, al beeft het cosmopoiitisme hier veel kwaad ge daan. Het cosmopoiitisme en het snobisme. Misschien is er te Parijs nog wel die Norman- dische taveerne, waar ge eten kunt in het ge zelschap van knorrende varkens en rose big gen. „Net echt". Met al dit kunstmatige heeft de kunst van eten niets van doen. Een eethuis in den ouden, strengen stijl is de „Boeuf k la mode" in de Rue de Valo-is. Een huis alléén om te eten en te drinken. Geen muziek, geen dans, geen bar. Alles is er vriendelijk met een tikje trots. Trots op „de zaak". In 1790 opgericht, draagt dit huis den last der jaren met eere. De „boeuf a Ia mode" wordt er nog opgediend in den trant van die vervlogen jaren. Er komt op tafel zooiets als een stellage te staan, een diep bordje met „het" gerecht staat op een vuurtje van houtskool en witte asch. Dit teedere ossenvleesch moet ge met de tanden niet raken, 't smelt weg in den mond. 't Blijft pruttelen op het vuurtje, temid den dier omlijsting van schijfjes wortel en uitjes. Het is succulent, een stilleven van bruin-rood in het goudbrons van de saus. Er zijn nog andere delicatessen hier: een paté van eendvogel, koel doch met onvermoede diepten in den smaak: er past witte bourgogne bij, die pareltjes zet boven aan het glas Dien nacht omstreeks denzelfden tijd had in een park te Judenburg een laatste bespreking plaats tusschen de leiders der „Heimatsohutz' en dr. Pfriemer. Een half uur later verbraken duizenden mannen in Opper-Stiermarken den eed van trouw en vaardigde de nieuwe „staats leider" in Oostenrijk zijn voorloopig© grond wet uit. Maar twee arbeiders lagen met puilen, de hersenen in een huis te Kapfen-burg en een vrouw liep gillend door de dorpsstraat, waar hier en daar het licht werd ontstoken om het ongewoon rumoerOp dat moment sloop Joe Collins, matroos aan boord van het slag. schip „Valiant" geankerd in de baai van Crowarty naar de camtiine en bij het licht van zijn zaklantaarn las hij nog eenmaal de onver, waohte officieele bekendmaking der soldij-ver. laging. Toen hij de onverbiddelijke woorden had zien staan op het koude papier, werd hij be vangen door een donkeren drift, die naar alle zijden om uitweg riep. De oproerige beelden van den avond aan de kade doemden weer in hem op: de grijze walm in het zeemanshuis, die de onrust der woorden verzwaarde en ach ter de toonbank de vuuirroode haren van „Mooie Jane", die moed insprak met een klein glas jenever. De scherpe schimpscheuten deT opstandige jongens, d© piotseldnge vuistslag van Key, die de glazen had doen tuimelen en het benauwend gordijn van onzekerheid scheur de. In het suizen van den wind langs de kaze matten hoorde Joe weer het roode lied, dat weifelend ingezet, tot een open parool was geworden. Eerst toen had hij gewaagd van een nachtelijke samenkomst op het schip. In de eenzaamheid van den groeten diepen nacht hervond hij zich en zag hij duidelijk zijn taak: ook de anderen onwrikbaar te stellen in het verzet. Hij was een der rampzaligen, die het tekort in de wereld het felste ervoeren, zonder ooit in andere overgaven dam in den Cantastischen droom genezing te zoeken. Maar thans zeker van de bereidheid der mannen scheen het ideaal tat werkelijkheid te rijpen. De maan leek een vreemd, wit masker tegen den mateloos-zwarten hemel. Behoedzaam schoof Joe langs de hutten der manschappen om in de donkere holten zijn wekroep te fluis teren. De metalen glans van het maanlicht over het dek en de roerlooze dreiging van het geschut gaven aan den nacht een huiverende, ombekende macht. Aan bakboordzijde teeken- den zich de contouren van de „Nelson" en de „Rodiney"; dichter bij de kust deinden de lich. ten der zusterschepen „Norfolk" en „York". Een kille bries voerde soms een lichte bewo- genheid over de duistere zee, die allengs ver- keerde tot een onheilspellende rust. In de lage huizen van het kustplaatsje Invergordon slie pen onbezorgd de menschen Om drie uur dien nacht vonden de ontwrich- timg van dezen tijd en de nood van Groot. Brittannië weerklank in de geheime bijeen, komst op de voorplecht van het slagschip „Valliant". Sa.amgegroept, tusschen de harde be klemming der pantserplaten in de grillige schaduwen van het tuigage vormden de ma- De muiterij op de Atlantische vloot ln de baai van Orowarty duurde drie dagen. Tegen den middag van den derden dag deelde com mandant Torn kin,son vertrouwelijk aan de ver. zamelde equipage mede, dat de brief der ma trozen aan de Admiraliteit geleid had tot een nauwkeurig onderzoek der gage-verlagdng, en dat van elk. lid der bemanning alleen een redelijk offer zou worden geëdscht. Joe Collins balde de vuisten en spuwde verachtelijk op het dek. Hij zag, hoe dit besluit het verzet ontspande en hij besefte, dat het ideaal der omwenteling, dat hij had voorgestaan, redde loos was vernield. En terwijl de ankerkettin- gen razend wentelden over het rad, stak in zijn hart de pijn der nederlaag en wierp hij zich vloekend op zijn kool. Toen voeren de schepen een voor een weg, eerst de „Valiant", toen de „Nelson" en de York" en de „Radney" het laatst. Het water joeg schuimend langs de stalen boegen en de zon stond stralend over de ze© Aan het strand van Invergordon drong „Mooie Jane" zich door de menigte naar voren en wuifde lang. Terzelfder tijd speelde het hoofdstedelijk orkest van Boedapest de treurmarsch van Ohopin en werden de vijf-en-twintig slacht offers der spoorwegramp bij Bia Torbagy onder overweldigende belangstelling op de „General Wiese" begraven. Minister Siitvay sprak in een ontroerende lijkrede zijn afschuw van deze misdaad uit en noemde haar een „mene takel" voor de geheele menschheid". Het driejarig meisje, dat ongedeerd tusschen de puinhoopen was gevonden, lachte onwetend in de zon. Dien middag verleende de voortvluchtige .staatsleider" dr. Pfriemer in een kleine stad in Joego-Slavië aan een medewerker van de „Prawda" een interview over zijn avonturen. ARTHUR VAG-AVI. Wij moeten de culinaire beschaving van West-Europa onder leiding der Franschen handhaven. Men is natuurlijk geneigd om wat ik hier neerschreef overdreven te achten, doch ik overdrijf nooit in mijn artikelen evenmin als Wijnkoop in zijn redevoeringen; hij heeft t laatst zélf gezegd. Een diner, dat gepaard gaat met dansen, is een barbaarsch iets: de kannibalen gaan aan het dansen, alvorens een medemensch in den pot te stoppen. Ook op dit gebied wordt getracht Europa te Amerika- niseeren. Het is een gruwel in het oog van een rechtgeaard Europeaan, wanneer in een Parijsch hotel iemand ontbijt met een» zuren appel en ijswater. Het is een symptoom van Europeesch défaitisme, wanneer Yankee menu's worden samengesteld met tal van afgrijselijke salade's, waarschijnlijk met levertraan aange maakt! Volkeren van Europa verdedigt ook hier uwe heiligste goederen! Op de film heb ik dikwijls een Amerikaausch eethuis gezien; juffertjes kwamen met schotels en zetten ze haastiglijk neer, het menschenvee verdrong zich om gevoederd te worden, ze drongen elkander haast van de stoelen, ze schrokten en beten, en steeds onverschilliger kwamen de schotels. Ik kon niet eens zien wat er in zat, wat reeds een vonnis is. „Quick lunch". „Beurs lunch". Je ziet 't in onze goede Hollandsche steden óók al. Symptoom van barbaarschheid. De „zaken" tasten onze beschaving, ook onze eetbeschaving, meer en meer aan. Volkeren van Europa, verdedigt ook hier uwe heiligste goederen! yr. N, Hoare's Bank is een heel oude Lomdensdhe 'han/k. Ze 'boogt niet op de pom.p en praal van de moderne financieele instellingen, maar bin nen 'haar muren wordt een klant nog steeds als een menschelijk wezen en een goed vriend beschouwd. De bedienden zijn altijd bereid tot het uitwisselen van confidenties, waarvoor vooral de bejaarde clientele een zwak heeft. Ze hebben tevens hun liefhebberijen en men kan hen met de klanten over diverse onder werpen van gedachten hooren wisselen. En die onderwerpen loopen van visschen tot vlin ders verzamelen. Ofschoon de hank een moderne uitrusting heeft, volgens de laatste eischen is georgani seerd, heerscht er nog de atmosfeer van de zeventiende eeuw, waarin ze gegrondvest werd. De oude tradities blijven er gehandhaafd. Tot die tradities behoort, dat een lid van de Hoare familie, waaraan de bank toebehoort, in het gebouw slaapt. Hoare's Bank heeft nog steeds een gezelligen salon, waarin de klanten rustig hun pijp rooken of met elkander conversee ren kunnen. Indien ze er lust in hebben, mo gen ze ook een greep doen in de eeuwen oude snuifdoozen, die door een bediende worden rond gepresenteerd. Van tijd tot tijd delven de bestuurders van de bank in de oude vergeelde documenten teneinde uit te vinden, hoe lang de een of andere klant van de winsten hunner instel ling heeft gebruik gemaakt. Aldus behoort het niet tot de uitzonderingen, dat iemand een brief ontvangt, waarin hem aanzegging wordt gedaan, dat zijn familie sinds twee honderd jaar of meer in de boeken van de bank staat ingeschreven. De brief eindigt dan met het uitspreken van de verwachting, dat de rela tie, die naar men hoopt, even bevredigend is geweest voor den geadresseerde als voor de bank, op denzelfden voet zal worden voort gezet. In de boeken van Hoare's Bank kunnen de namen worden gevonden van tal van personen die in de geschiedenis van het Britsohe rijk een rol hebben gespeeld. En voorheen en thans werd en wordt elke klant^ ongeacht het be drag, dat hij in deposito geeft, met dezelfde ouderwetsche beminnelijkheid en hoogachting behandeld. Onder de bekende namen, waarop Hoare's Bank groot gaat, treffen we dien van den beroemden dagboekschrijver Samuel Pepys aan. Het journaal vertelt^ dat deze in het jaar 1680 duizend ponid sterling inlegde, maar la ter zooveel opnam, dat er een nadeelig saldo van 6 pond ontstond. En dit bedrag heeft Sa muel Pepys nooit verrekend. Hij staat bij Hoare's Bank nog steeds in de schuld.... Succesvol Vergenoegd knikkend passeerde generaal Pao Yu-Lin, commissaris voor de veiligheid van Peiping, een lijn van 199 detectives, die pas geslaagd waren voor een cursus in het ver mommen De generaal las de lange lijst af en vereerde elkeen met een woord van lofprij zing. Daar waren bedelaars, marskramers, wa terdragers, boeten etc Een paar hadden zich zelfs als oude vrouwen vermomd en de generaal was niet in staat, er ook maar één te herken nen. Maar aan het einde van de lijn ontdekte Pao, dat detective Han op het appèl ontbrak De inspecteur en chef der detectives boog on derdanig. „Detective Han". zei h(j, „kwam ver momd als vuilnisman. Maar hij rook zóó suc cesvol, dat we werkelijk verplicht waren hem buiten de deur te zetten „Wil je op oome z'n schoot zittat „Ja, maar daar alt u «elf op, oom f

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 9