,-r «r*»
Ztfe&sg
ECONOMISCHE VOORLICHTINGS
DIENST IN DE TWEEDE KAMER.
DE OEHEinZinrilGE DERDE
i-
VRIJDAG 23 ObTOBER 1931
DE HANDELSPOLITIEK DER
REGEERING.
KATHOLIEKE NEDERLANDERS
IN FRANKRIJK.
VERDEDIGING DER NATIONALE Een vereeniging te Parijs opgericht.
MARKT.
SOCIALISTISCHE MOTIES
VERWORPEN
DE JESUIETEN TE ROME
GENERAAL KAPITTEL DER
GESCHOEIDE CARMELIETEN.
T VERDRAG VAN OSLO GOEDGEKEURD
BELASTINGONTDUIKING DOOR
WOONPLAATSVERANDERING.
°eaandrht WeTd,geVesUsd °P het verschijn
se dat een aantal onzer landgenooten met
ruime inkomsten door herhaaldelijk van woon
plaats e® van jand van inwoning te verande
ren weten te bereiken, dat zij noch in hun va
derland noch in eenig ander land belasting
betalen Naar men opmerkte, zal dit verschijn
*lch vermoedelijk ook in andere landen
voordoen. Gevraagd werd, of het niet mogelijk
zou zijn, door internationale samenwerking
aan dit euvel een eind te maken
Gorgel droog met
UITKEERING WEGENS ZIEKTE.
DE ORIENTEERING ONZER MIJN-
WERKERS.
Het aangekondigde wetsontwerp.
Voor de vereeniging van Katholieke Neder
landers te Parijs blijkt een belangstelling te
bestaan die men niet had durven verhopen.
Niet minder dan zeventig Nederlanders hebben
zich reeds voor het lidmaatschap aangemeld
Zooals mem zich herinnert, heeft Minister en daarmee gehoor gegeven aan den wemtoh
Ruijs de Beerenbrouck Dinsdag j.l. in de Twee- van het Nederlandsch Episcopaat dat in een
de Kamer meegedeeld, dat van de regeering schrijven aan de vergadering zijn voldoening
een wetsontwerp te verwachten is, dat ver- te kennen gaf over de totstandkoming der
band houdt met de vraagstukken, die in den vereeniging en aan bestuur en leden den bis-
alleriaatsten tijd met betrekking tot den in- sch°PPel ijken zegen schonk,
voer zijn gerezen. Dank zij de gastvrijheid der Zusters van
Naar aanleiding hiervan schreef het „Alg. dem H' Vincentius a Paulo weird Zondag in
Handelsblad": I een der zalen van de vermaarde stichting aan
de Rue Oudinot een vergadering gehouden,
welke door mr. P. van Sonsbeeck werd gepresi
deerd. Hoofdzakelijk was deze vergadering
Een wetsontwerp is in overweging, dat in
de mogelijkheid voorziet bij wijze van nood- i -
maatregel bepaalde voorzieningen te treffen, en hufsh^dtnik r vasft?'len van statuten
Hierin li at rewte ,i.( anuishoudelijk reglement. Door rector Meuf-
Hierin ligt reeds opgesloten, dat dergelijke fel? aio s
V 1Ü J Uitdrukkelijk werd ons verze- wekkende toespraak gehouden, waarin hij op
Kerd, dat de regeering zich zal blijven hou- bijzonder ontroerende ijze den aanwezigen een
den aan haar liberale vrijhandelspolitiek, j blik heeft gegund in zijn schoon werk van
waaraan ze zich internationaal heeft ge- zielszorg in de wereldstad. De aanwezigen heb-
bonden. In dezen crisistijd moet het als ')en kun verbazing niet kunnen verbergen over
hoogst wensoheiijk worden beschouwd, dat ('9 omvangrijke werkzaamheid, die rector Meuf-
men in Nederland vasthoudt aan de tot' dus- fels re6ds het eerste jaar van zijn verblijf hier
ver gevoerde handelspolitiek Men zal dan aan den das heeft kunnen ,0ffgen en de schoone
ook, zijn we wel ingelicht, van deze regee- !.old?e,ningen' die hij hee£t «ogen smaken. De
ring geen wetsontwerpen, houdende invoer. 'ke famllles' waarvan ta l] e el ande:r
verbodem of invoerbeperkingen, kunnen ver
wachten.
Het eerste officiëele optreden van den
nieuwen Katholieken leider
Wij vernemen thans uit parlementairen
kring, dat bij het wetsontwerp niet de bedoe-
ling voorzit maatregelen op het gebied van
den invoer bij voorbaat uit te sluiten, indien
aan dergelijke maatregelen behoefte zou blij
ken.
Deze behoefte zal bestaan in gevallen, dat
er een overstrooming van de Nederlandsche
markt dreigt door een geforceerden invoer
uit landen, die momenteel maatregelen tegen
elkaar nemen.
Het nieuwe wetsontwerp verschilt dus In
zooverre van de anti-du mpirigwet, dat deze
rich meer richt tegen prijzen, gene tegen
quantiteiten.
Het wetsontwerp zal natuurlijk niet in
strijd zijn met bestaande handelsverdragen.
Zijn wij goed ingelicht, dan denkt de regee-
ring op de eerste plaats aan maatregelen van
comtingenteering, zooals verschillende landen,
die ook door handelsverdragen gebonden zijn,
reeds hebben getroffen, al stelt de Nederland
sche regeering zich een elegantere wijze van
handelen voor dan elders wordt gepractiseerd.
Aan de verschillende landen zal dus b.v. net
zooveel invoer worden toegestaan als zij in
een normaal jaar in Nederland hadden. De be
doeling is dus onze binnenlandsohe markt te
behouden als normaal afzetgebied voor eigen
landbouw en industrie. Slechts als alleruiter
ste maatregel zou aan een algeheel verbod
van invoer worden gedacht.
Juisit omdat absolute invoerverboden ten
principale niet in de bedoeling liggen, maar
uitsluitend het behoud van het gewone inland-
sche afzetgebied voor de binnenlandsche pro
ductie ,kan de nieuwe wet weinig onsympa
thiek zijn aan het buitenland, dat zich zeer
goed bewust ls, hoe Nederland, vooral onder
de tegenwoordige omstandigheden van alle
kanten wordt bedreigd.
v
Het collegium germanicum-
hungaricum
K.W.P.). Hefc oud gebouw van bet collegium
germanicum-hungaricuim Sn de Via San Ni
cola dia Tolentino behoort tot dlie hulzen, wel
ke bij de uitvoering van het nieuwe straten
plan te Rome binnen afzienbaren tijd moeten
afgebroken Worden, daar een verblinding zal
worden gelegd van de Piazza Barberini direct
naar het hoofdstation.
De Jezuïetenorde, waaraan de leiding van het
germanicum is opgedragen, dat. door meer
dan 150 Duitse be, Qostenrijksche, Zwitser-
Bche en Hongaarsche studenten wordt bezocht,
tracht een geschikt; terrein te vinden voor de
toekomstige vestiging van het „germanicum''.
Het is evenwel moeilijk, om niet al te ver van
de Gregorilaansche universiteit een stuk grond
voor een draaglijken prijs te krijgen. Volgens
de bedoelingen van den Paus moet het col
legium germanieuim-hungaricum een gebouw
worden, dat door zijn grootte en inrichting
eeuwen kan bestaan. Op de eerste plaats
moet hiervoor terrein gezocht worden in het
stadskwartier bij de Porta Latina of achter
den Jantcuius.
Binnenkort zullen de studenten, evenals
idle van andere buitenlandsche colleges, van
wege den groeten afstand met een eigen
autobus van het college naar de Gregorianen
rijden.
voor de eerste maal zagen, waren blij elkander
gevonden te hebben en thans te kunnen gaan
samenwerken.
Besloten werd eens per maand gezamenlijk
ter kerk te gaan. De zeereerw. reteor Meuffels
zal daartoe eiken eersten Zondag van de maand
te 10 uur in de kapel van bovengenoemde
zusters in de Rue Oudinot het H. Misoffer
opdragen. (Op 8 November voor het eerst).
Ook andere plannen zijn in overweging. De
vereeniging heeft haar werkzaamheden niet
alleen tot Parijs en zijn omgeving beperkt,
doch zij staat open voor alle Nederlanders in
Frankrijk.
Men meldt ons dt. 19 dezer uit Rome
Heden werd door den secretaris van het
Kapittel het volgende Pauselijke telegram voor
gelezen
Vaticaansche Stad, 18 October,
De H. Vader biedt Zijn Vaderlijke geluk-
vcenschen aan Hoogte. Pater Generaal, bidt
God voor Hem om overvloedigen goddelijken
bijstand, dankt voor de gebeden hulde en ge
voelens van erkentelijkheid, schenkt gaarne
den Hoogw. P. Generaal, Kapittelpaters, alle
leden der geheele Orde van Carmel, Zijn Apos-
tolischen Zegen.
Kard. Pacelli.
Daarna werden in deze vierde zitting van
het generaal kapittel, gehouden in het inter
nationale collegium S. Alberti der geschoeide
Carmelieten te Rome onder voorzitterschap van
Zijne Bmin. kard. Bonaventura Ceretti, geko
zen tot procurator-generaal van de geheele orde
de boogeerw. pater dr. Antonius Franco, S. R.
congr. consultor; tot assistent-generaal voor
de provincies van Italië, Malta, Sicilië, Sardinië
en bijbehoorende missies de boogeerw. P. dr.
Albertus Grammatico, congr. S. Sacram. con
sultor en socius academ. Rom. S. Thomae; tot
ass. gen. voor de provincies in Spanje, Brazilië,
Venezuela, Indië en bijbehoorende missies de
hoogeerw. P. Magister Barth. Xiberta, congr.
S. Sacram. Consult, en socius academ. rom. S.
Thomae; tot ass. gen. voor de provincies in
Ierland, Noord-Amerika, Engeland, Canada,
Australië en bijbehoorende missies de hoog
eerw. P. dr. Brocardus Taylor; tot ass. gen.
voor de provincies in Duitschland, Nederland,
Oostenrijk, Polen, Tsjecho Slowakië en bijbe
hoorende missies de hoogeerw. P. Joann. Bren-
ninger, S. Th. Lector in Collegio St. Alberti
te Rome.
OVERWERKVERGUNNINGEN BANKET
BAKKERIJEN.
Door het bestuur van den Ned. R. K. Bond
van brood-, koek- en banketbakkers en cacao-,
chocolade en suikerbewerkers ls, op een ver
zoek van de Ned. Banketbakkerspatroonsver-
eenlging, gericht tot den Minister van Arbeid,
den Directeur-Generaal van den Arbeid, be
richt, dat bij het bestuur van den bond geen
overwegend bezwaar bestaat tegen het verlee-
nen van vergunningen, noodig voor de a.s.
feestdagen St. Nicolaas, Kerstfeest en Nieuw
jaar.
Evenwel heeft het bestuur van den Bond
er den directeur-generaal van den Arbeid op
gewezen, dat ook onder de banketbakkersbe
dienden in meerdere mate dan andere Jaren
thans werkloosheid voorkomt, zoodat het
bestuur vau den bond van oordeel is, dat aan
de vergunning zoo mogelijk de voorwaarde
dient gestel-d te worden, dat, voor zoover zulks
in bedrijven mogelijk is, eerst de werkloozen
dienen geplaatst te worden.
De Kamer heeft tijdens de vergadering van
gistermiddag een aanvang gemaakt met de be
handeling van het wetsontwe-rp inzake den
economischen voorlichtingsdienst. Lang is de
geschiedenis, welke aan deze behandeling is
voorafgegaan. Wij kregen in 1927 een oommis-
sie-Posthuma, toen iedereen wist, dat concen
tratie van den voorlichtingsdienst eerste eisch
was, eisch, we-l-ke vernietigd werd door de
scheiding van Landbouw en Arbeid in 1922 De
commissi3-Posthuma kwam na drie en een half
jaar zwoegens met een rapport dat het lumi
neus idee opperde van de oprichting van een
Centraal Bureau voor Economische Voorlich
ting" De Regeering zou aan dit bureau, buis
vesting en een subsidie van 45.000 per jaar
toestaan. Zij mocht ook den directeur benoemen
en daarmee uit. Behalve dat dit voorstel de mi-
nisterieele verantwoordelijkheid zou vernieti
gen, ware het ook andoorvoerbaar geweest.
Weshalve Minister Verschuur met eon eigen
reorganisatie-voorstel kwam op 16 Mei 1931
Het was niet zoo'n kwaad voorstel; in hoofd
zaak bedoelde het een betere bezetting te ver
schaffen aan de afdeeling Handel en Nijver
heid van het Departement van Arbeid. Maar
het vóór alles noodige ontbrak: de concen
tratie. Want blijkbaar deden Binnenlandsche
Zaken, Koloniën en Buitenlandsche Zaken niet
mee en zouden die wel eens kijken hoe de nieuwe
afdeeling op het Bezuidenhout zich door den
regen zou alaam. Zelden verscheen op
een wetsvoorstel een vernietigender voor.
loopig verslag, dan dat op 31 Juli 1931 werd
vastgesteld. De Kamer heeft zeer goed begre
pen, dat niet de Minister van Arbeid maar wel
aouvereiniteitswaan van enkele departementen
haar wilde dwarsboomen. Eigenlijk gaf de
Minister haar in zijn Memorie van Antwoord
gelijk, toen ook hij erkende, dat de gewraakte
verbrokkeling inderdaad het euvel was, dat den
officieelen economische® voorlichtingsdienst be
lette tot volle recht te komen.
De Regeering heeft zich intusschen beraden.
Men weet dat de Troonrede een vereeniging
van de afdeeling Landbouw met het departe
ment van Arbeid aankondigde. Men wilde
eerst op die vereeniging wachten vooraleer
het wetsontwerp inzake de economische voor
lichting te behandelen, maar juist om deze
te kunnen bespoedigen, heeft Minister Ver
schuur vervroegde afdoening verkregen.
'Inplaats van de tegenwoordige afdeeling
Handel en Nijverheid van 't Departement van
Arbeid komt een nieuwe, uitgebreide afdeeling
onder een economisch-geschoolden directeur
die een jaarwedde van 12000 zal genieten
en de leiding zal hebben over de handelspoll
tiek, de economische voorlichting en de uit
voering van speciale wetten als de Octrooiwet,
Handelsregisterwet, Merkenwet enz.
Bovendien wil de Minister een Eoonomischen
Raad instellen analoog aan den Hoogen Raad
van Arbeid, welke d-oor Minister Aalberse in
't leven werd geroepen op grond van artikel
78 der Grondwet die bepaalt: „De instelling
van vaste colleges van advies en bijstand aan
de Regeering geschiedt krachtens de wet, dia
tevens regelen inhoudt omtrent hunne benoe
ming, samenstelling, werkwijze en bevoegd
heid".
De aangekondigde vereeniging van Land
bouw met Arbeid, Handel en Nijverheid heeft
den tegenstand der Kamer gebroken. Mocht
prof. Slotemaker al aarzelen en Vliegen van
een testimonium paupertatis voor de particu
liere ondernemers spreken, hetgeen mr. Knot
tenbelt met twee zeer juiste argumenten weer
sprak, geen der sprekers verklaarde zich te
gen het wetsontwerp.
Een beslissend woord werd echter door prof.
Aalberse gesproken. De oud-minister, die be
ter dan wie ook de
ellende der verbrok
kelde voorlichting
begrijpt en haar
steeds stevig heeft
bestreden, was ver
heugd, dat zijn doel
eindelijk bereikt was
en de economische
voorlichting in één
hand zou komen.
Maar hy stelde de
voorwaarde, dat het
geld voor den nieu
wen dienst niet zou
worden uitgegeven
vooraleer ook het
hereenigde departe
ment van economi
sche zaken een feit zou zijn. De Katholieke
leider scheen vooral bevreesd voor den te-
Pro/. Aalberse.
genstand op buitenlandsche zaken. Terwijl
sommigen, onder wie mr. Joekes, glunderden,
legde mr. Aalberse er den nadruk op, dat de
zakelijke voorbereiding van handelstractaten
en de zakelijke onderhandelingen door de amb
tenaren van het nieuwe departement en niet
door die van buitenlandsche zaken zou wor
den gevoerd.
Prof. Aalberse ondersteunde den wensch van
dr. Lovink en baron v. Voorst tot Voorst voor
een directeur-generaal van den Landbouw
dat hij met klem aandrong op een aparte af
deeling voor den middenstand op het nieuwe
departement, behoeven wij eigenlijk niet te
zeggen.
We vestigen er de aandacht op, dat de nieu
we lei dier dor Katholieke fractie gister bij den
aanvang der vergadering voor het eerst als
zoodanig optrad. Zij, die meenden, dat de
„zachte" Aalberse de eenheid der fractie moei
lijker zou handhaven dan de xmperieuse Mon
seigneur, hebben zich althans voor den eersten
keer den besten reeds vergist. Het is niet zoo
verbazend gemakkelijk voor den leider van
een fractie, welke ook een groot arbeiders-ele
ment vertegenwoordigt, de eenheid te bewa
ren, vooral waar van andere zijde op demago
gische wijze eischen worden gestold, welke fi
nancieel onverantwoord, zijn. De fractie blijft
echter gelukkig ook onder den nieuwen leider
de beteekenis van een gesloten optreden voe
len. Ons Katholieke volk zal dit waardeeren,
Men kent Aalberse lang genoeg om te weten,
dat hij niet van demagogie houdt en met het
inwilligen van billijke verlangens zoover mo
gelijk gaat. Wij gelooven, dat het
standpunt der Katholieke fractie tegenover ai
le financieele desiderata, eenvoudig dit ia:
geen politiek deugt, welke de financiën in de
war stuurt; geea financieel beleid deugt, wel
ke de begrooting in gevaar biengt; geen on
evenwichtige begrooting is mogelijk zonder de
waarde van onze munt in gevaar te brengen,
want geen ramp zou, in de eerste plaats voor
de arbeidenden en invalieden, van zulk een
verschrikkelijken aard zijn, dan juist de infla
tie. Mede daarom atemde de Katholieke frac
tie tegen de socialistische moties. Haar leider
heeft er uitdrukkelijk het voorbehoud bij ge
maakt, dat, mocht de financieele toestand het
toestaan, het eerst aan verbetering van het
lot der werkloozen wordt gedacht. Zij hebben
het, Goddank, beter dan in de meeste landen,
waar socialisten of hun geestverwanten re
geerden of regeeren.
Er ls een Chineesch zeeman uit Nederland
uitgewezen, die via Hamburg connecties had
met Moskou en hier revolutiounaire actie voer
de. De man kreeg vrijgeleide en reisgeld tot
Singapore en zou vandaar, geholpen door onze
regeering, naar het hemelsche ryk kunnen te-
rugkeeren. Maar hij heeft er de voorkeur aan
gegeven om, zwemmende door een stuk van
de Adriatische Zee, een onderdak te zoeken in
Columbus' geboorteplaats, d. t «p Italiaansch
grondgebied.
Een en ander heeft den heer de Visser op
hoogen toon vragen doen stelten aan den Mi
nister van Justitie. Maar dit is den commu
nist niet meegevallen, want deze bewindsman
beeft den loco-gezant van Moskou zoo hartig
van antwoord gediend, dat deze het beste doet
maar aan Stalin te melden, dat vreemdelingen
in Nederland nog altijd alleen zekere rechten
genieten en niet bezitten. Vervolgens, dat dit
genieten in Nederland ruimer wordt opgevat
dan in Rusland, waaruit men reeds verwij
derd kan worden om een bepaalde levenswijze.
Hier verwijdert men alleen buitellianders, die
zich aan revolutionnaire agitatie schuldig ma
ken. Ook de heer Schaper vond dit zeer ver
standig en wij denken zoo eveneens.
In de avondvergadering nam de Kamer zon
der hoofdelijke stemming het voorstel aan in
zake de instelling van den Economischen Voor
lichtingsdienst.
De heer Braat vroeg aanteekenlng, dat hij
er tegen was.
Daarna begon de Kamer met de behandeling
van het Verdrag van Oslo.
Nadat op een desbetreffende vraag van mr.
Kortenhorst door den Minister van Bulten,
landsche Zaken was verklaard, dat de Oslo-
Conferentie van 22 December 1930 de Neder,
landsche regeering in geenen deele bond bij
de bepaling van haar handelspolitiek, heeft
de Tweede Kamer dit verdrag met bijbehoo.
rend protocol z.h.s. goedgekeurd.
De vergadering werd daarna tegen 12 uur
gesloten.
BROEDERS VAN ST. JOANNES DE DEO.
Naar wij vernemen is benoemd tot overste
van de eerw. broeders van St. Joannes de Deo
op het sanatorium Kalorama (Beek bij Nijme
gen) de eerw. broeder Simpborianus, thans
overste van het klooster in Den Haag, waar
nu de eerw. broeder Cajus tot overste is be
noemd. De eerw. broeder overste Linus te Ub-
bergen-Beek is afgetreden.
Tijdelijke wijziging der Successie-
wet gevraagd.
DE FRAUDE BIJ HET DEPARTEMENT
VAN FINANCIEN.
Aan het oorloopig Verslag der Tweede Ka
mer over de begrooting van Financiën is het
volgende ontleend:
De belastingontduiking.
Verscheidene leden wezen er op, dat ook on
andere wijze een zeer groot deel van het inko
men en van het vermogen der belastingnlich-
gen aan het oog van den fiscus ontsnapt- om
werd gewezen op de belemminrg van een 'juiste
aamslagregeling door 't bankgeheim <jat zich
uitstrekt tot de Rijkspostspaarbank en den
Fostchèque- en girodienst en door het voor
den fiscus geheim houden van de staten der
veetelling.
Tarief wet.
Eenige leden vestigden er de aandacht op,
dat de invoer van katoenen stoffen bestemd
voor drukkerijen en ververijen hier'te lande,
vrij is van invoerrecht, ook in het geval dé
daarmede vervaardigde gedrukte of geverfde
katoentjes in Nederland worden verbruikt. Het
gevolg hiervan is, dat aan de Nederlandsche
weverijen, die toch reeds niet een voldoende
afzetgebied hebben, een onnoodige concurrentie
door buitenlandsohe bedrijven wordt aangedaan.
Wederom weird afschaffing van den accijns
op het geslacht bepleit.
Fraude bij 't Departement
Nauwkeurige en volledige inlichtingen wer
den verzocht omtrent de fraude, welke aan net
Departement gepleegd is. Men had niet zonder
bevreemding kennis genomen van de omstan
digheid, dat deze fraude zich oveT zooveel jaren
heeft kunnen uitstrekken. Al wilde men toe
geven, dat het wel altijd onmogelijk zal blij
ven alle fraude te voorkomen, zoo sprak men
toch in dit bijzonder geval er zijn verwonde
ring over uit, dat het delict niet eerder ont
dekt is, te meer, waar den autoriteiten reeds
meermalen schijnt te zijn gewezen op de om
standigheid, dat degene, die de fraude pleegde,
leefde op een zeer grooten voet, die noch met
zijn ambtelijk inkomen, noch met zijn vermo
genstoestand in overeenstemming was.
In dit verband werd nog de vraag gesteld,
wie naast den dader voor de gepleegde fraude
verantwoordelijk m-oet worden gesteld, en of,
en, zoo ja, welke maatregelen zijn getroffen
om herhaling zooveel mogelijk te voorkomen.
WYBERT beschermt U iedef
jaar tegen verkoudheid en
catarrh.
Alléén In origlneele doozefl 1 25, 45 en 65 ets.
Reel. 585 DGVS 13
Stroeve administratie.
Rijksinkoopbureau.
Ten aanzien van de gestie van het Rijks
inkoopbureau werden de navolgende vragen ge
steld;
1. Is het aan de Regeering bekend, dat
aankoop van linnen, halflinnen en katoenen
goederen door het Rijksinkoopbureau geschiedt
bij onderhandsche aanvrage aan een beperkt
aantal gegadigden en dat andere gegadigden,
die gevraagd hebben voor zodanige leveringen
ook in aanmerking te mogen komen, gepasseerd
worden?
1. Is het aan de Regeering bekend, dat een
streven bestaat, de toepassing van het stelsel
van onderhandsche inschrijving óf van bestel
ling na onderhandsche offerts bij voortduring
uit te breiden.
3. Acht de Regeering openbare, behoorlijk
aangekondigde aanbesteding in gevallen als
deze niet geboden, zoowel ter vermijding van
willekeur als in het belang van 's Lands kas?
4. Is de Regeering bereid te bevorderen, dat
het stelsel van openbare aanbesteding in den
vervolge door het Rijksinkoopbureau zooveel
mogelijk worde toegepast?
5. Is de Regeering eveneens bereid te be
vorderen, dat de hierboven genoemde artikelen
naast standaardmodellen een voorschrift be
treffende samen-stelling wordit gegeven ter
voorkoming van de onzekerheid met betrek
king tot de gewenschte uitvoering en qualiteit,
waaromtrent de standaardmodellen vaak geen
duidelijk beeld geven?
(Ingezonden.)
Loopt de machine nu nóg niet gesmeerd?
Men is geneigd, aan cU deugdelijkheid van het
mechanisme te gaa» twijfelen, als men be
merkt, hoe het horten en stooten kan
Menigvuldig zijn de klachten over hét lang
uitblijven van uitkeering wegens ziekte aan
de arbeiders. En dat niet alleen bij zieken
kassen of administraties van minder aanzien
maar ook over inrichtingen met weidschen en
bekenden naam hoort men herhaaldelijk som
bere klachten.
Aan schrijver dezes, armbestuurder, en in
aanraking komend, krachtens zijne maat
schappelijke positie, met zeer veel arbeiders
gezinnen, zijn frappante gevallen bekend. Ge
vallen, dat zieke arbeiders, aan wier ziekte
niet de minste twijfel bestaat noch bestaan kan,
drie maanden op uitkeering van het hun toe
komend ziekengeld hebben gewacht. En dat
niettegenstaande herhaalde verzoeken en
rekwesten.
En als dan eindelijk, na zes, tien of twaalf
weken, de uitkeering plaats heeft, ontvangt
zulk gezin ineens de som van 158 of 200.
Maar aan betaling van intusschen gemaakte"
schulden verdwijnt dat alles als sneeuw voor
de zon. Tenminste.als de schulden betaald
worden; hetgeen ook lang niet altijd gebeurt.
Er ligt voor slechte betalers uit gewoonte een
sterke bekoring in, om het ziekengeld voor een
groot deel onder zich te houden. Te meer, om
dat zij met de noodige scepsis zich moeten
afvragen, wanneer een volgende uitkeering zal
komen. En de verkwisters weerstaan niet aan
de verleiding, om „dien bom geld" te besteden
aan onnoodige uitgaven.
In de weken, verloopend tusschen het begin
der ziekte en de eerste uitkeering, moet zulk
een gezin leven. Er zijn zelfs menigmaal extra
versterkende middelen noodig. Vanwaar moe
ten dat onderhoud en die middelen komen?
Van de armbesturen gewoonlijk. En zoo komt
de arbeidersvrouw, die nimmer de hand be
hoefde uit te steken voor een aalmoes, be
schaamd en met schroom dikwijls, aankloppen
bij de instellingen van armenzorg en liefdadig
heid. Op gevaar af, dat zij spoedig die schaamte
verliest en den weg naar armenzorg maar al
te goed leert. Verliest zij die niet, dan is iedere
gang voor haar een onverdiende kwelling.
Het zou zeer interessant zijn, en heel wat
zou aan den dag komen, indien eens in de
betrokken administraties kon worden nage*
gaan, op welke data de verzekerden recht op
uitkeering wegens ziekte verwierven, en daar
naast de data te leggen, waarop de uitkeeringen
in werkelijkheid plaats hadden. Schreeuwende
achterstalligheden zouden de oogen openen.
Maar als dat onmogelijk en te veel gevraagd
ls, dan mogen wij, in het groote en waarachtige
belang van den door ziekte getroffen arbeider
toch wel hopen en vragen, dat de Minister van
Arbeid enz. zijne belangstelling, zijn frisch
initiatief eens geve aan deze aangelegenheid.
Heel wat kommer en zorg zou op die wijze
voorkomen kunnen worden. v. A.
Een Katholiek succes.
Bij de Woensdag op de mijn Laura gehouden
verkiezing van drie leden der arbeiderscom
missie werden gekozen de drie candidaten van
den Ned. R. k. Mijnwerkersbond. Aftredend
aren twee katholieken en een socialist.
LOUIS DE VRIES. T
Men deelt ons mede:
Zondag j.l. vierde Louis de Vries in intiemen
kring zijn zestigsten verjaardig. Niettemin
ontving de jarige d'len dag vele telegrammen
uit binnen- en buitenland en werd een groot
aantal bloemstukken bezorgd zoowel aan zijne
woning als aan den Hollandschen Schouwburg.
Inmiddels is het dit seizoen mede juist der
tig jaar, dat Louis de Vries zijn tooneelloop-
baan begon.
Een eere-comité en een uitvoerend comité
hebben zich gevormd, om den jubilaris bij zijn
dubbel feest te huldigen. Van het eere-oomitê,
waarin vooraanstaande personen uit velerlei
kringen zitting hebben genomen, heeft de wet
houder voor de Kunst, de heer E. Boekman,
het presidium aanvaard. Het uitvoerend co
mité bestaat uit de heeren Tjebbo Franken,
voorzitter van het Ned. TooneelverbondH.
Tersteeg; N. H. Wolf, secretaris-penningmees
ter (Koninginneweg 219) en G. <ie Vries, tweede
penningmeester (Amsterd. Bank).
De bedoeling van het comité is, dat de kunst
schilder Martin Monnickendam een portret van
Louis de Vries zal schilderen in het karakter
van Hendrik IV (uit Pirandello's tooneelspel),
welke opdracht door Monnickendam is aan
vaard, om het aan de gemeente Amsterdam aan
te bieden, ten einde het een plaats te verlee-
nen in den Stadsschouwburg. De huldiging zal
geschieden op den première-avond van „L'Auto.
ritalre waarin Louis de Vries de hoofdrol zal
vervullen. De datum daarvoor is vastgesteld op
Zaterdag 7 November a.s.
door
WILHELM HOLT
(Uit het Duitsch vertaald)
12).
Op eiens boord* hij iemand loopen. Blik
semsnel knipte hij 't licht van zijn electriscke
zaklantaarn uiit en ging in 't donker stijf te
gen den muur staan. Direct daarop kwam er
iemand met 'n kandelaar in z'n hand uit. 'n
smalle® zijgang, zijn gezicht werd door de
flakkerende kaarsvlam spookachtig verlicibiL
Van Gielen herkende direct den ouden huisbe
waarder. De man kwam uit de kamer van
den professor, daaraan vied niet te twijfelen.
Toen hij vlak bij hem gekomen was, sprong
Van Gielen vooruit.
Zoekt ge wiat? vroeg hij.
De huisbewaarder onderdrukte met moeite
'n angstkreet. De kandelaar beefde In z'n
hand.
Groote God! stotterde hij, wie ls daar?
En hij hief den kandelaar omhoog, om beter
te kunnen zien.
Ik ben "t, antwoordde van Gielen. Wat
wandalt ge midden in den nacht door 't huis?
Ik, ik.stotterde de man, nog am
per van den schrik bekomen. Ik meende iets
te hooren en wilde daarom nog eens rondkij
ken. Maar ik heb niets bijzonders gevonden.
En zijt ge ook bij de kamer van den
professor geweest?
Ja, ik vond f wel 'n beetje eng, maar
was niets. Hebt u ook wat gehoord?
Ijs* Ja, antwoordde de jongeman nog altijd.
vol wantrouwen, ik verheeld t me ten minste.
U hebt me vreeselijk doen schrikken,
mijnheer van Gielen. Maai" u kunt genist naar
bed gaan, allies is in orde.
Zullen we niet samen even de rondte
doen? vroeg Antoon. 't Is toch opvallend, dat
wij beide meenen, iets gehoord te hebben.
Ik denk, dat wij elkaar gehoord heb
ben.
Hm. Maar weet ge zeker, dat alles in
orde is?
Absoluut zeker U kunt gerust naar bed
gaan.
Antoon vam Gieilen bedacht zich nog even.
Ja, zeide hij eindelijk, dat zal ook wel 't
beste zijn. Ik geloof, dat de zenuwen u en mij
te pakken hebben.
Zeker, jonge heer, dat zal well 't geval
zijn.
Laten wij dan maar gaan.
Zij waren bij van Gielen's kamer gekomen.
Wel te rusten, mijnheer.
De huiebewaarder ging den trap af en van
Gielen stond midden in zijn kamer. Hij was
heelemaai niet van plan, aanstonds naar bed
te gaan, want hij was stellig overtuigd, dat er
iets niet in orde was. Het gezicht van den
huisbewaarder was zoo hevig ontsteld geweest,
dat de schrik van die onverwachte nachte
lijke ontmoeting onmogelijk de eenige reden
daarvan geweest kon zijn. Zeker, t was zeer
verklaarbaar, dat de man erg geschrokken
was, toen hij plotseling iemand tegenover zich
zag op den gang. Maar ook was t Antoon op
gevallen, dat hij vooral niets er van wilde
weten om samen nog eens de ronde door 't
huis te doen, om te zien, of alles in orde was.
Als hij toch werkelijk geloofde, iets gehoord
te hebben en daarom met 'n kaars naar boven
gegaan was, dan had hij toch blij moeten zijn,
dat hij zijn gast wakker en wakend aantrof,
om mett hem de ronde door het huis te doen.
Er is iets aan de hand, dacht van Gie
len, en ik wil weten wat.
Hij wachtte nog eenigen tijd. De lamp had
hij uitgedaan en de deur op 'n kier gezet en
door dien kier kon hij juist het trapportaal!
zien. Hij wist zelf niet waarom, maar hij ver
moedde, dat de huisbewaarder zou terugko
men, wanneer deze dacht, dat hij weer sliep.
Maar hierin vergiste hij zich of die man
wachtte uit voorzichtigheid lan,g, erg laag.
Want reeds meer dan 'n half uur was verloo-
pen en nog steeds kwam hij niet terug.
Weer epond van Gielen tn twijfel. Wat
moesit hij doen? Naar bed gaan en aannemen,
dat zijn phantasie hem inderdaad parten ge
speeld had? Dat kon hij niet gelooven. Hij
had opgemerkt, hoe verlicht de huisbewaar
der zich klaarblijkelijk gevoelde, toen hij, van
Gielen, deed, alsof hij hem geloofde en weer
wilde gaan slapen
Eén ding is zeker, zei hij tot zich zelf,
die man wilde niet, dat ik mijn onderzoek
door t huis voortzette. En daarom wil ik 't
nu juist wel doen
En met dit plotseling genomen besluit
sloop hij weer z'n kamer uit den gang op en
begaf zich naar dat gedeelte der étage, waar
de kamer van den professor was. Weer hield
hij z'n revolver stevig in de hand, sloop >1
zacht verder, bleef na lederen voetstap even
stilstaan, om met ingehouden adem te luiste
ren. Zoo naderde hij de deur van de beruchte
kamer en toen hij nog slechts 'n paar schre
den ervan verwijderd was, hoorde hij duidelijk
dat er iemand in dlie kamer was. Neen, nu
was geen vergissing meer mogelijk. Daar was
iemand in die kamer.
Wie kon dat zijn? Wie had er in den nacht
iets in die kamer te doen, waarin 'n paar dar
gen geleden 'n moord gepleegd was? En wat
zou die onbekende dlaar uitvoeren? Was 't
misschien de huisbewaarder? Was er nog 'n
bijzondere trap voor 't dienstpersoneel, waar
langs hij weer naar boven was gekomen? En
wat moest hij in die kamer doen?
Antoon van Gielen kon absoluut geen re
den daarvoor vinden. Maar als 't de huisbe
waarder was en t kon niemand anders
zijn dan wiat die man ook meer van den
moord af. Zoo hij zelf niet de moordenaar
was, dan stond hij toch zeker in relatie met
den moordenaar, In ieder geval zou hij spoe
dig de oplossing van het raadsel weten, want
van Gielen was heelemaai niet van plan, zich
deze gelegenheid te laten ontsnappen. Hij
etend nu vlak voor de deur en probeerde door
sleutelgat te kijken, wat hem niiet gedukte.
Hij zag alleen maar 'n zwakken lichtschijn.
Er was dus licht in die kamer.
Hij overlegde niet lang meer, haalde diep
adem, pakte met z'n linkerhciad dien deur
knop, hield zijn revolver in z'n rechterhand
en in 'n oogwenk stond hij midden onder de
open deur. Daar zag hij bij 't voile lamplicht
iemand zitten aan de groote tafel, die met?
papieren, flesschen en instrumenten over
dekt was; verbaasd keek die persoon op.
Van Gielen zag direct, dat het niet de huis
bewaarder was, dien hij gemeend had hier te
zullen vinden, 't Leek hem, of de vreemde
ling 'n beweging maakte, om de lamp uit te
doen. Maar van Gielen zeide op vastberaden
toon;
Verroer je niet, of ik schiet je neer!
De andere voerde het plan, dat hij voor
had, niet uit.
Wat wilt u? vroeg hij.
Deze vraag moet ik u stellen. Wat doet'
u hier?
Dat ziet u. Ik bestudeer deze papieren.
Wat geeft u het recht, hier binnen to ko
men?
Kwalijk verborgen spot en ook toom klon
ken in de stem, die Antoon van Gielen be
kend voorkwam, HU trachtte dein vreemde-
ling in z'n gezicht te zien, maar de groote
laimpekap verhinderde dat door haar scha
duw. De man zelf keek zijn vis-a.vls strak
in de oogen.
Aha, zeide hij, mijnheer van Gielen, ale
ik me niet vergis. Ja, ja, nu begrijp ik, dat
u meent in het huis van uw vader zoo te
moeten optreden. Maar .slteek die revolver
gerust in uw zak. Ik ben niet bang voor dat
wapen en ben heelemaai niet van plan, u
iets te doen.
Van Gielen hoorde tot zijn groote verbazing,
dat de andere hem kende, en daarenboven
wist hij absoluut zeker, diat hij die stem al
meer gehoord had. Toch echoot hem niet te
binnen, wie de indringer zijn kon.
Als u mij kent, don wilt u misschien ook
wel uw naam noemen, zeide hij.
Ach zoo? U kent me nog niet? Nu ja, t
is waar, in het laatste jaar ben ik erg ver
anderd. Maar u zult zich toch zeker den zoon
van professor Evan nog wel herinneren.
De zoon van professor Evan, de broer van
Aildoe? Ja waarachtig, nu herkende van Gie
len ibam. t Was zijn stem, zijn gestalte.
Onwillekeurig liiet hij zijn revolver zakken.
Gij hier? stamelde hij. Jozef Evan, gij
hier? Wat beteekent dat?
Ja, ik ben 't. En wat ik hier doe, dat
ziet u toch. Ik doorsnuffel de papieren en
andere dingen, die mijn vader achtergelaten
heeft.
Van Gielen liet zijn blikken gaan door het
vertrek en zag naast de tafel de kist staan,
die hij zelf op aien fatalen avond op de auto
had laten laden. De inhoud van de kist lag
hier op tafel, in de kamer, waarin de profes
sor vermoord was, en vóór diie tafel zat zijn
zoon, dien men ergens in Zpid-Amerika ver
moedde, hier, midden In den naciht en door
snuffelde de nagelaten papleren.
Aantoon van Gielen gruwde. Een vreeaaUj-
ke verdenking ,:wam in hem op. Maar hij
wilde die niet verder koesteren en hield zich
met uiterste krachtinspanning kalm en rustig.
U zult moeten toegeven, zeide hij dat ik
dit allemaal buitengewoon vreemd móet vin
den. Hoe komt u hier en wat wilt u?
De andere trok z'n schouders op.
Ik ben allerminst geneigd, om aan den
zoon van den hanlcier van Gielen rekenschap
af te leggen. Deze dingen en hij wees op
de tafel beknoren mij toe, ik heb er recht
op, nu mijn vader dod is.
Dat is waar. Maar....
Maar ik neb geen recht, om hier te
zijn, wilt u zeggen, hè? Daarover wil ik met
u niet redetwisten. Ik had dringende redenen,
om zoo gauw mogelijk kennis te nemen van
den inhoud dezer papieren, en diat heb lk
nu gedaan.
En?
En verder niets. U behoeft u veTder nieft
te bekommeren om mijn doen en laten. Ga
maar gerust weg, ik neem absoluut niets
mee, wat mij niet toebehoort. De zoon van
professor Evan is geen dief, mijnheer van
Gielen.
Misschien eager dan dat, riep v. Gielen
Uit.
Die woorden waren hem uiilt z'n mond ge
vlogen, zonder dat hij 't wilde. De andere
stoof op, als wilde hij hem naar z'n keel
springen.
U bent gekl schreeuwde hij, gek, zeg Ik
u. Welke verdenking durft u daar uitspreken?
Eillendeling!
Maar rrateen bedaarde zijn woede. Weer
op spottenden toon vervolgde hij:
Wees niet zoo dwaas, idiote conclusies
te trekken uit 'n paar feiten, die u onver
klaarbaar toeschijnen. Was deze kist van mij®
vadier, ja of neen?
(Wordt vervolgd^