,-r «r*» Ztfe&sg ECONOMISCHE VOORLICHTINGS DIENST IN DE TWEEDE KAMER. DE OEHEinZinrilGE DERDE i- VRIJDAG 23 ObTOBER 1931 DE HANDELSPOLITIEK DER REGEERING. KATHOLIEKE NEDERLANDERS IN FRANKRIJK. VERDEDIGING DER NATIONALE Een vereeniging te Parijs opgericht. MARKT. SOCIALISTISCHE MOTIES VERWORPEN DE JESUIETEN TE ROME GENERAAL KAPITTEL DER GESCHOEIDE CARMELIETEN. T VERDRAG VAN OSLO GOEDGEKEURD BELASTINGONTDUIKING DOOR WOONPLAATSVERANDERING. °eaandrht WeTd,geVesUsd °P het verschijn se dat een aantal onzer landgenooten met ruime inkomsten door herhaaldelijk van woon plaats e® van jand van inwoning te verande ren weten te bereiken, dat zij noch in hun va derland noch in eenig ander land belasting betalen Naar men opmerkte, zal dit verschijn *lch vermoedelijk ook in andere landen voordoen. Gevraagd werd, of het niet mogelijk zou zijn, door internationale samenwerking aan dit euvel een eind te maken Gorgel droog met UITKEERING WEGENS ZIEKTE. DE ORIENTEERING ONZER MIJN- WERKERS. Het aangekondigde wetsontwerp. Voor de vereeniging van Katholieke Neder landers te Parijs blijkt een belangstelling te bestaan die men niet had durven verhopen. Niet minder dan zeventig Nederlanders hebben zich reeds voor het lidmaatschap aangemeld Zooals mem zich herinnert, heeft Minister en daarmee gehoor gegeven aan den wemtoh Ruijs de Beerenbrouck Dinsdag j.l. in de Twee- van het Nederlandsch Episcopaat dat in een de Kamer meegedeeld, dat van de regeering schrijven aan de vergadering zijn voldoening een wetsontwerp te verwachten is, dat ver- te kennen gaf over de totstandkoming der band houdt met de vraagstukken, die in den vereeniging en aan bestuur en leden den bis- alleriaatsten tijd met betrekking tot den in- sch°PPel ijken zegen schonk, voer zijn gerezen. Dank zij de gastvrijheid der Zusters van Naar aanleiding hiervan schreef het „Alg. dem H' Vincentius a Paulo weird Zondag in Handelsblad": I een der zalen van de vermaarde stichting aan de Rue Oudinot een vergadering gehouden, welke door mr. P. van Sonsbeeck werd gepresi deerd. Hoofdzakelijk was deze vergadering Een wetsontwerp is in overweging, dat in de mogelijkheid voorziet bij wijze van nood- i - maatregel bepaalde voorzieningen te treffen, en hufsh^dtnik r vasft?'len van statuten Hierin li at rewte ,i.( anuishoudelijk reglement. Door rector Meuf- Hierin ligt reeds opgesloten, dat dergelijke fel? aio s V 1Ü J Uitdrukkelijk werd ons verze- wekkende toespraak gehouden, waarin hij op Kerd, dat de regeering zich zal blijven hou- bijzonder ontroerende ijze den aanwezigen een den aan haar liberale vrijhandelspolitiek, j blik heeft gegund in zijn schoon werk van waaraan ze zich internationaal heeft ge- zielszorg in de wereldstad. De aanwezigen heb- bonden. In dezen crisistijd moet het als ')en kun verbazing niet kunnen verbergen over hoogst wensoheiijk worden beschouwd, dat ('9 omvangrijke werkzaamheid, die rector Meuf- men in Nederland vasthoudt aan de tot' dus- fels re6ds het eerste jaar van zijn verblijf hier ver gevoerde handelspolitiek Men zal dan aan den das heeft kunnen ,0ffgen en de schoone ook, zijn we wel ingelicht, van deze regee- !.old?e,ningen' die hij hee£t «ogen smaken. De ring geen wetsontwerpen, houdende invoer. 'ke famllles' waarvan ta l] e el ande:r verbodem of invoerbeperkingen, kunnen ver wachten. Het eerste officiëele optreden van den nieuwen Katholieken leider Wij vernemen thans uit parlementairen kring, dat bij het wetsontwerp niet de bedoe- ling voorzit maatregelen op het gebied van den invoer bij voorbaat uit te sluiten, indien aan dergelijke maatregelen behoefte zou blij ken. Deze behoefte zal bestaan in gevallen, dat er een overstrooming van de Nederlandsche markt dreigt door een geforceerden invoer uit landen, die momenteel maatregelen tegen elkaar nemen. Het nieuwe wetsontwerp verschilt dus In zooverre van de anti-du mpirigwet, dat deze rich meer richt tegen prijzen, gene tegen quantiteiten. Het wetsontwerp zal natuurlijk niet in strijd zijn met bestaande handelsverdragen. Zijn wij goed ingelicht, dan denkt de regee- ring op de eerste plaats aan maatregelen van comtingenteering, zooals verschillende landen, die ook door handelsverdragen gebonden zijn, reeds hebben getroffen, al stelt de Nederland sche regeering zich een elegantere wijze van handelen voor dan elders wordt gepractiseerd. Aan de verschillende landen zal dus b.v. net zooveel invoer worden toegestaan als zij in een normaal jaar in Nederland hadden. De be doeling is dus onze binnenlandsohe markt te behouden als normaal afzetgebied voor eigen landbouw en industrie. Slechts als alleruiter ste maatregel zou aan een algeheel verbod van invoer worden gedacht. Juisit omdat absolute invoerverboden ten principale niet in de bedoeling liggen, maar uitsluitend het behoud van het gewone inland- sche afzetgebied voor de binnenlandsche pro ductie ,kan de nieuwe wet weinig onsympa thiek zijn aan het buitenland, dat zich zeer goed bewust ls, hoe Nederland, vooral onder de tegenwoordige omstandigheden van alle kanten wordt bedreigd. v Het collegium germanicum- hungaricum K.W.P.). Hefc oud gebouw van bet collegium germanicum-hungaricuim Sn de Via San Ni cola dia Tolentino behoort tot dlie hulzen, wel ke bij de uitvoering van het nieuwe straten plan te Rome binnen afzienbaren tijd moeten afgebroken Worden, daar een verblinding zal worden gelegd van de Piazza Barberini direct naar het hoofdstation. De Jezuïetenorde, waaraan de leiding van het germanicum is opgedragen, dat. door meer dan 150 Duitse be, Qostenrijksche, Zwitser- Bche en Hongaarsche studenten wordt bezocht, tracht een geschikt; terrein te vinden voor de toekomstige vestiging van het „germanicum''. Het is evenwel moeilijk, om niet al te ver van de Gregorilaansche universiteit een stuk grond voor een draaglijken prijs te krijgen. Volgens de bedoelingen van den Paus moet het col legium germanieuim-hungaricum een gebouw worden, dat door zijn grootte en inrichting eeuwen kan bestaan. Op de eerste plaats moet hiervoor terrein gezocht worden in het stadskwartier bij de Porta Latina of achter den Jantcuius. Binnenkort zullen de studenten, evenals idle van andere buitenlandsche colleges, van wege den groeten afstand met een eigen autobus van het college naar de Gregorianen rijden. voor de eerste maal zagen, waren blij elkander gevonden te hebben en thans te kunnen gaan samenwerken. Besloten werd eens per maand gezamenlijk ter kerk te gaan. De zeereerw. reteor Meuffels zal daartoe eiken eersten Zondag van de maand te 10 uur in de kapel van bovengenoemde zusters in de Rue Oudinot het H. Misoffer opdragen. (Op 8 November voor het eerst). Ook andere plannen zijn in overweging. De vereeniging heeft haar werkzaamheden niet alleen tot Parijs en zijn omgeving beperkt, doch zij staat open voor alle Nederlanders in Frankrijk. Men meldt ons dt. 19 dezer uit Rome Heden werd door den secretaris van het Kapittel het volgende Pauselijke telegram voor gelezen Vaticaansche Stad, 18 October, De H. Vader biedt Zijn Vaderlijke geluk- vcenschen aan Hoogte. Pater Generaal, bidt God voor Hem om overvloedigen goddelijken bijstand, dankt voor de gebeden hulde en ge voelens van erkentelijkheid, schenkt gaarne den Hoogw. P. Generaal, Kapittelpaters, alle leden der geheele Orde van Carmel, Zijn Apos- tolischen Zegen. Kard. Pacelli. Daarna werden in deze vierde zitting van het generaal kapittel, gehouden in het inter nationale collegium S. Alberti der geschoeide Carmelieten te Rome onder voorzitterschap van Zijne Bmin. kard. Bonaventura Ceretti, geko zen tot procurator-generaal van de geheele orde de boogeerw. pater dr. Antonius Franco, S. R. congr. consultor; tot assistent-generaal voor de provincies van Italië, Malta, Sicilië, Sardinië en bijbehoorende missies de boogeerw. P. dr. Albertus Grammatico, congr. S. Sacram. con sultor en socius academ. Rom. S. Thomae; tot ass. gen. voor de provincies in Spanje, Brazilië, Venezuela, Indië en bijbehoorende missies de hoogeerw. P. Magister Barth. Xiberta, congr. S. Sacram. Consult, en socius academ. rom. S. Thomae; tot ass. gen. voor de provincies in Ierland, Noord-Amerika, Engeland, Canada, Australië en bijbehoorende missies de hoog eerw. P. dr. Brocardus Taylor; tot ass. gen. voor de provincies in Duitschland, Nederland, Oostenrijk, Polen, Tsjecho Slowakië en bijbe hoorende missies de hoogeerw. P. Joann. Bren- ninger, S. Th. Lector in Collegio St. Alberti te Rome. OVERWERKVERGUNNINGEN BANKET BAKKERIJEN. Door het bestuur van den Ned. R. K. Bond van brood-, koek- en banketbakkers en cacao-, chocolade en suikerbewerkers ls, op een ver zoek van de Ned. Banketbakkerspatroonsver- eenlging, gericht tot den Minister van Arbeid, den Directeur-Generaal van den Arbeid, be richt, dat bij het bestuur van den bond geen overwegend bezwaar bestaat tegen het verlee- nen van vergunningen, noodig voor de a.s. feestdagen St. Nicolaas, Kerstfeest en Nieuw jaar. Evenwel heeft het bestuur van den Bond er den directeur-generaal van den Arbeid op gewezen, dat ook onder de banketbakkersbe dienden in meerdere mate dan andere Jaren thans werkloosheid voorkomt, zoodat het bestuur vau den bond van oordeel is, dat aan de vergunning zoo mogelijk de voorwaarde dient gestel-d te worden, dat, voor zoover zulks in bedrijven mogelijk is, eerst de werkloozen dienen geplaatst te worden. De Kamer heeft tijdens de vergadering van gistermiddag een aanvang gemaakt met de be handeling van het wetsontwe-rp inzake den economischen voorlichtingsdienst. Lang is de geschiedenis, welke aan deze behandeling is voorafgegaan. Wij kregen in 1927 een oommis- sie-Posthuma, toen iedereen wist, dat concen tratie van den voorlichtingsdienst eerste eisch was, eisch, we-l-ke vernietigd werd door de scheiding van Landbouw en Arbeid in 1922 De commissi3-Posthuma kwam na drie en een half jaar zwoegens met een rapport dat het lumi neus idee opperde van de oprichting van een Centraal Bureau voor Economische Voorlich ting" De Regeering zou aan dit bureau, buis vesting en een subsidie van 45.000 per jaar toestaan. Zij mocht ook den directeur benoemen en daarmee uit. Behalve dat dit voorstel de mi- nisterieele verantwoordelijkheid zou vernieti gen, ware het ook andoorvoerbaar geweest. Weshalve Minister Verschuur met eon eigen reorganisatie-voorstel kwam op 16 Mei 1931 Het was niet zoo'n kwaad voorstel; in hoofd zaak bedoelde het een betere bezetting te ver schaffen aan de afdeeling Handel en Nijver heid van het Departement van Arbeid. Maar het vóór alles noodige ontbrak: de concen tratie. Want blijkbaar deden Binnenlandsche Zaken, Koloniën en Buitenlandsche Zaken niet mee en zouden die wel eens kijken hoe de nieuwe afdeeling op het Bezuidenhout zich door den regen zou alaam. Zelden verscheen op een wetsvoorstel een vernietigender voor. loopig verslag, dan dat op 31 Juli 1931 werd vastgesteld. De Kamer heeft zeer goed begre pen, dat niet de Minister van Arbeid maar wel aouvereiniteitswaan van enkele departementen haar wilde dwarsboomen. Eigenlijk gaf de Minister haar in zijn Memorie van Antwoord gelijk, toen ook hij erkende, dat de gewraakte verbrokkeling inderdaad het euvel was, dat den officieelen economische® voorlichtingsdienst be lette tot volle recht te komen. De Regeering heeft zich intusschen beraden. Men weet dat de Troonrede een vereeniging van de afdeeling Landbouw met het departe ment van Arbeid aankondigde. Men wilde eerst op die vereeniging wachten vooraleer het wetsontwerp inzake de economische voor lichting te behandelen, maar juist om deze te kunnen bespoedigen, heeft Minister Ver schuur vervroegde afdoening verkregen. 'Inplaats van de tegenwoordige afdeeling Handel en Nijverheid van 't Departement van Arbeid komt een nieuwe, uitgebreide afdeeling onder een economisch-geschoolden directeur die een jaarwedde van 12000 zal genieten en de leiding zal hebben over de handelspoll tiek, de economische voorlichting en de uit voering van speciale wetten als de Octrooiwet, Handelsregisterwet, Merkenwet enz. Bovendien wil de Minister een Eoonomischen Raad instellen analoog aan den Hoogen Raad van Arbeid, welke d-oor Minister Aalberse in 't leven werd geroepen op grond van artikel 78 der Grondwet die bepaalt: „De instelling van vaste colleges van advies en bijstand aan de Regeering geschiedt krachtens de wet, dia tevens regelen inhoudt omtrent hunne benoe ming, samenstelling, werkwijze en bevoegd heid". De aangekondigde vereeniging van Land bouw met Arbeid, Handel en Nijverheid heeft den tegenstand der Kamer gebroken. Mocht prof. Slotemaker al aarzelen en Vliegen van een testimonium paupertatis voor de particu liere ondernemers spreken, hetgeen mr. Knot tenbelt met twee zeer juiste argumenten weer sprak, geen der sprekers verklaarde zich te gen het wetsontwerp. Een beslissend woord werd echter door prof. Aalberse gesproken. De oud-minister, die be ter dan wie ook de ellende der verbrok kelde voorlichting begrijpt en haar steeds stevig heeft bestreden, was ver heugd, dat zijn doel eindelijk bereikt was en de economische voorlichting in één hand zou komen. Maar hy stelde de voorwaarde, dat het geld voor den nieu wen dienst niet zou worden uitgegeven vooraleer ook het hereenigde departe ment van economi sche zaken een feit zou zijn. De Katholieke leider scheen vooral bevreesd voor den te- Pro/. Aalberse. genstand op buitenlandsche zaken. Terwijl sommigen, onder wie mr. Joekes, glunderden, legde mr. Aalberse er den nadruk op, dat de zakelijke voorbereiding van handelstractaten en de zakelijke onderhandelingen door de amb tenaren van het nieuwe departement en niet door die van buitenlandsche zaken zou wor den gevoerd. Prof. Aalberse ondersteunde den wensch van dr. Lovink en baron v. Voorst tot Voorst voor een directeur-generaal van den Landbouw dat hij met klem aandrong op een aparte af deeling voor den middenstand op het nieuwe departement, behoeven wij eigenlijk niet te zeggen. We vestigen er de aandacht op, dat de nieu we lei dier dor Katholieke fractie gister bij den aanvang der vergadering voor het eerst als zoodanig optrad. Zij, die meenden, dat de „zachte" Aalberse de eenheid der fractie moei lijker zou handhaven dan de xmperieuse Mon seigneur, hebben zich althans voor den eersten keer den besten reeds vergist. Het is niet zoo verbazend gemakkelijk voor den leider van een fractie, welke ook een groot arbeiders-ele ment vertegenwoordigt, de eenheid te bewa ren, vooral waar van andere zijde op demago gische wijze eischen worden gestold, welke fi nancieel onverantwoord, zijn. De fractie blijft echter gelukkig ook onder den nieuwen leider de beteekenis van een gesloten optreden voe len. Ons Katholieke volk zal dit waardeeren, Men kent Aalberse lang genoeg om te weten, dat hij niet van demagogie houdt en met het inwilligen van billijke verlangens zoover mo gelijk gaat. Wij gelooven, dat het standpunt der Katholieke fractie tegenover ai le financieele desiderata, eenvoudig dit ia: geen politiek deugt, welke de financiën in de war stuurt; geea financieel beleid deugt, wel ke de begrooting in gevaar biengt; geen on evenwichtige begrooting is mogelijk zonder de waarde van onze munt in gevaar te brengen, want geen ramp zou, in de eerste plaats voor de arbeidenden en invalieden, van zulk een verschrikkelijken aard zijn, dan juist de infla tie. Mede daarom atemde de Katholieke frac tie tegen de socialistische moties. Haar leider heeft er uitdrukkelijk het voorbehoud bij ge maakt, dat, mocht de financieele toestand het toestaan, het eerst aan verbetering van het lot der werkloozen wordt gedacht. Zij hebben het, Goddank, beter dan in de meeste landen, waar socialisten of hun geestverwanten re geerden of regeeren. Er ls een Chineesch zeeman uit Nederland uitgewezen, die via Hamburg connecties had met Moskou en hier revolutiounaire actie voer de. De man kreeg vrijgeleide en reisgeld tot Singapore en zou vandaar, geholpen door onze regeering, naar het hemelsche ryk kunnen te- rugkeeren. Maar hij heeft er de voorkeur aan gegeven om, zwemmende door een stuk van de Adriatische Zee, een onderdak te zoeken in Columbus' geboorteplaats, d. t «p Italiaansch grondgebied. Een en ander heeft den heer de Visser op hoogen toon vragen doen stelten aan den Mi nister van Justitie. Maar dit is den commu nist niet meegevallen, want deze bewindsman beeft den loco-gezant van Moskou zoo hartig van antwoord gediend, dat deze het beste doet maar aan Stalin te melden, dat vreemdelingen in Nederland nog altijd alleen zekere rechten genieten en niet bezitten. Vervolgens, dat dit genieten in Nederland ruimer wordt opgevat dan in Rusland, waaruit men reeds verwij derd kan worden om een bepaalde levenswijze. Hier verwijdert men alleen buitellianders, die zich aan revolutionnaire agitatie schuldig ma ken. Ook de heer Schaper vond dit zeer ver standig en wij denken zoo eveneens. In de avondvergadering nam de Kamer zon der hoofdelijke stemming het voorstel aan in zake de instelling van den Economischen Voor lichtingsdienst. De heer Braat vroeg aanteekenlng, dat hij er tegen was. Daarna begon de Kamer met de behandeling van het Verdrag van Oslo. Nadat op een desbetreffende vraag van mr. Kortenhorst door den Minister van Bulten, landsche Zaken was verklaard, dat de Oslo- Conferentie van 22 December 1930 de Neder, landsche regeering in geenen deele bond bij de bepaling van haar handelspolitiek, heeft de Tweede Kamer dit verdrag met bijbehoo. rend protocol z.h.s. goedgekeurd. De vergadering werd daarna tegen 12 uur gesloten. BROEDERS VAN ST. JOANNES DE DEO. Naar wij vernemen is benoemd tot overste van de eerw. broeders van St. Joannes de Deo op het sanatorium Kalorama (Beek bij Nijme gen) de eerw. broeder Simpborianus, thans overste van het klooster in Den Haag, waar nu de eerw. broeder Cajus tot overste is be noemd. De eerw. broeder overste Linus te Ub- bergen-Beek is afgetreden. Tijdelijke wijziging der Successie- wet gevraagd. DE FRAUDE BIJ HET DEPARTEMENT VAN FINANCIEN. Aan het oorloopig Verslag der Tweede Ka mer over de begrooting van Financiën is het volgende ontleend: De belastingontduiking. Verscheidene leden wezen er op, dat ook on andere wijze een zeer groot deel van het inko men en van het vermogen der belastingnlich- gen aan het oog van den fiscus ontsnapt- om werd gewezen op de belemminrg van een 'juiste aamslagregeling door 't bankgeheim <jat zich uitstrekt tot de Rijkspostspaarbank en den Fostchèque- en girodienst en door het voor den fiscus geheim houden van de staten der veetelling. Tarief wet. Eenige leden vestigden er de aandacht op, dat de invoer van katoenen stoffen bestemd voor drukkerijen en ververijen hier'te lande, vrij is van invoerrecht, ook in het geval dé daarmede vervaardigde gedrukte of geverfde katoentjes in Nederland worden verbruikt. Het gevolg hiervan is, dat aan de Nederlandsche weverijen, die toch reeds niet een voldoende afzetgebied hebben, een onnoodige concurrentie door buitenlandsohe bedrijven wordt aangedaan. Wederom weird afschaffing van den accijns op het geslacht bepleit. Fraude bij 't Departement Nauwkeurige en volledige inlichtingen wer den verzocht omtrent de fraude, welke aan net Departement gepleegd is. Men had niet zonder bevreemding kennis genomen van de omstan digheid, dat deze fraude zich oveT zooveel jaren heeft kunnen uitstrekken. Al wilde men toe geven, dat het wel altijd onmogelijk zal blij ven alle fraude te voorkomen, zoo sprak men toch in dit bijzonder geval er zijn verwonde ring over uit, dat het delict niet eerder ont dekt is, te meer, waar den autoriteiten reeds meermalen schijnt te zijn gewezen op de om standigheid, dat degene, die de fraude pleegde, leefde op een zeer grooten voet, die noch met zijn ambtelijk inkomen, noch met zijn vermo genstoestand in overeenstemming was. In dit verband werd nog de vraag gesteld, wie naast den dader voor de gepleegde fraude verantwoordelijk m-oet worden gesteld, en of, en, zoo ja, welke maatregelen zijn getroffen om herhaling zooveel mogelijk te voorkomen. WYBERT beschermt U iedef jaar tegen verkoudheid en catarrh. Alléén In origlneele doozefl 1 25, 45 en 65 ets. Reel. 585 DGVS 13 Stroeve administratie. Rijksinkoopbureau. Ten aanzien van de gestie van het Rijks inkoopbureau werden de navolgende vragen ge steld; 1. Is het aan de Regeering bekend, dat aankoop van linnen, halflinnen en katoenen goederen door het Rijksinkoopbureau geschiedt bij onderhandsche aanvrage aan een beperkt aantal gegadigden en dat andere gegadigden, die gevraagd hebben voor zodanige leveringen ook in aanmerking te mogen komen, gepasseerd worden? 1. Is het aan de Regeering bekend, dat een streven bestaat, de toepassing van het stelsel van onderhandsche inschrijving óf van bestel ling na onderhandsche offerts bij voortduring uit te breiden. 3. Acht de Regeering openbare, behoorlijk aangekondigde aanbesteding in gevallen als deze niet geboden, zoowel ter vermijding van willekeur als in het belang van 's Lands kas? 4. Is de Regeering bereid te bevorderen, dat het stelsel van openbare aanbesteding in den vervolge door het Rijksinkoopbureau zooveel mogelijk worde toegepast? 5. Is de Regeering eveneens bereid te be vorderen, dat de hierboven genoemde artikelen naast standaardmodellen een voorschrift be treffende samen-stelling wordit gegeven ter voorkoming van de onzekerheid met betrek king tot de gewenschte uitvoering en qualiteit, waaromtrent de standaardmodellen vaak geen duidelijk beeld geven? (Ingezonden.) Loopt de machine nu nóg niet gesmeerd? Men is geneigd, aan cU deugdelijkheid van het mechanisme te gaa» twijfelen, als men be merkt, hoe het horten en stooten kan Menigvuldig zijn de klachten over hét lang uitblijven van uitkeering wegens ziekte aan de arbeiders. En dat niet alleen bij zieken kassen of administraties van minder aanzien maar ook over inrichtingen met weidschen en bekenden naam hoort men herhaaldelijk som bere klachten. Aan schrijver dezes, armbestuurder, en in aanraking komend, krachtens zijne maat schappelijke positie, met zeer veel arbeiders gezinnen, zijn frappante gevallen bekend. Ge vallen, dat zieke arbeiders, aan wier ziekte niet de minste twijfel bestaat noch bestaan kan, drie maanden op uitkeering van het hun toe komend ziekengeld hebben gewacht. En dat niettegenstaande herhaalde verzoeken en rekwesten. En als dan eindelijk, na zes, tien of twaalf weken, de uitkeering plaats heeft, ontvangt zulk gezin ineens de som van 158 of 200. Maar aan betaling van intusschen gemaakte" schulden verdwijnt dat alles als sneeuw voor de zon. Tenminste.als de schulden betaald worden; hetgeen ook lang niet altijd gebeurt. Er ligt voor slechte betalers uit gewoonte een sterke bekoring in, om het ziekengeld voor een groot deel onder zich te houden. Te meer, om dat zij met de noodige scepsis zich moeten afvragen, wanneer een volgende uitkeering zal komen. En de verkwisters weerstaan niet aan de verleiding, om „dien bom geld" te besteden aan onnoodige uitgaven. In de weken, verloopend tusschen het begin der ziekte en de eerste uitkeering, moet zulk een gezin leven. Er zijn zelfs menigmaal extra versterkende middelen noodig. Vanwaar moe ten dat onderhoud en die middelen komen? Van de armbesturen gewoonlijk. En zoo komt de arbeidersvrouw, die nimmer de hand be hoefde uit te steken voor een aalmoes, be schaamd en met schroom dikwijls, aankloppen bij de instellingen van armenzorg en liefdadig heid. Op gevaar af, dat zij spoedig die schaamte verliest en den weg naar armenzorg maar al te goed leert. Verliest zij die niet, dan is iedere gang voor haar een onverdiende kwelling. Het zou zeer interessant zijn, en heel wat zou aan den dag komen, indien eens in de betrokken administraties kon worden nage* gaan, op welke data de verzekerden recht op uitkeering wegens ziekte verwierven, en daar naast de data te leggen, waarop de uitkeeringen in werkelijkheid plaats hadden. Schreeuwende achterstalligheden zouden de oogen openen. Maar als dat onmogelijk en te veel gevraagd ls, dan mogen wij, in het groote en waarachtige belang van den door ziekte getroffen arbeider toch wel hopen en vragen, dat de Minister van Arbeid enz. zijne belangstelling, zijn frisch initiatief eens geve aan deze aangelegenheid. Heel wat kommer en zorg zou op die wijze voorkomen kunnen worden. v. A. Een Katholiek succes. Bij de Woensdag op de mijn Laura gehouden verkiezing van drie leden der arbeiderscom missie werden gekozen de drie candidaten van den Ned. R. k. Mijnwerkersbond. Aftredend aren twee katholieken en een socialist. LOUIS DE VRIES. T Men deelt ons mede: Zondag j.l. vierde Louis de Vries in intiemen kring zijn zestigsten verjaardig. Niettemin ontving de jarige d'len dag vele telegrammen uit binnen- en buitenland en werd een groot aantal bloemstukken bezorgd zoowel aan zijne woning als aan den Hollandschen Schouwburg. Inmiddels is het dit seizoen mede juist der tig jaar, dat Louis de Vries zijn tooneelloop- baan begon. Een eere-comité en een uitvoerend comité hebben zich gevormd, om den jubilaris bij zijn dubbel feest te huldigen. Van het eere-oomitê, waarin vooraanstaande personen uit velerlei kringen zitting hebben genomen, heeft de wet houder voor de Kunst, de heer E. Boekman, het presidium aanvaard. Het uitvoerend co mité bestaat uit de heeren Tjebbo Franken, voorzitter van het Ned. TooneelverbondH. Tersteeg; N. H. Wolf, secretaris-penningmees ter (Koninginneweg 219) en G. <ie Vries, tweede penningmeester (Amsterd. Bank). De bedoeling van het comité is, dat de kunst schilder Martin Monnickendam een portret van Louis de Vries zal schilderen in het karakter van Hendrik IV (uit Pirandello's tooneelspel), welke opdracht door Monnickendam is aan vaard, om het aan de gemeente Amsterdam aan te bieden, ten einde het een plaats te verlee- nen in den Stadsschouwburg. De huldiging zal geschieden op den première-avond van „L'Auto. ritalre waarin Louis de Vries de hoofdrol zal vervullen. De datum daarvoor is vastgesteld op Zaterdag 7 November a.s. door WILHELM HOLT (Uit het Duitsch vertaald) 12). Op eiens boord* hij iemand loopen. Blik semsnel knipte hij 't licht van zijn electriscke zaklantaarn uiit en ging in 't donker stijf te gen den muur staan. Direct daarop kwam er iemand met 'n kandelaar in z'n hand uit. 'n smalle® zijgang, zijn gezicht werd door de flakkerende kaarsvlam spookachtig verlicibiL Van Gielen herkende direct den ouden huisbe waarder. De man kwam uit de kamer van den professor, daaraan vied niet te twijfelen. Toen hij vlak bij hem gekomen was, sprong Van Gielen vooruit. Zoekt ge wiat? vroeg hij. De huisbewaarder onderdrukte met moeite 'n angstkreet. De kandelaar beefde In z'n hand. Groote God! stotterde hij, wie ls daar? En hij hief den kandelaar omhoog, om beter te kunnen zien. Ik ben "t, antwoordde van Gielen. Wat wandalt ge midden in den nacht door 't huis? Ik, ik.stotterde de man, nog am per van den schrik bekomen. Ik meende iets te hooren en wilde daarom nog eens rondkij ken. Maar ik heb niets bijzonders gevonden. En zijt ge ook bij de kamer van den professor geweest? Ja, ik vond f wel 'n beetje eng, maar was niets. Hebt u ook wat gehoord? Ijs* Ja, antwoordde de jongeman nog altijd. vol wantrouwen, ik verheeld t me ten minste. U hebt me vreeselijk doen schrikken, mijnheer van Gielen. Maai" u kunt genist naar bed gaan, allies is in orde. Zullen we niet samen even de rondte doen? vroeg Antoon. 't Is toch opvallend, dat wij beide meenen, iets gehoord te hebben. Ik denk, dat wij elkaar gehoord heb ben. Hm. Maar weet ge zeker, dat alles in orde is? Absoluut zeker U kunt gerust naar bed gaan. Antoon vam Gieilen bedacht zich nog even. Ja, zeide hij eindelijk, dat zal ook wel 't beste zijn. Ik geloof, dat de zenuwen u en mij te pakken hebben. Zeker, jonge heer, dat zal well 't geval zijn. Laten wij dan maar gaan. Zij waren bij van Gielen's kamer gekomen. Wel te rusten, mijnheer. De huiebewaarder ging den trap af en van Gielen stond midden in zijn kamer. Hij was heelemaai niet van plan, aanstonds naar bed te gaan, want hij was stellig overtuigd, dat er iets niet in orde was. Het gezicht van den huisbewaarder was zoo hevig ontsteld geweest, dat de schrik van die onverwachte nachte lijke ontmoeting onmogelijk de eenige reden daarvan geweest kon zijn. Zeker, t was zeer verklaarbaar, dat de man erg geschrokken was, toen hij plotseling iemand tegenover zich zag op den gang. Maar ook was t Antoon op gevallen, dat hij vooral niets er van wilde weten om samen nog eens de ronde door 't huis te doen, om te zien, of alles in orde was. Als hij toch werkelijk geloofde, iets gehoord te hebben en daarom met 'n kaars naar boven gegaan was, dan had hij toch blij moeten zijn, dat hij zijn gast wakker en wakend aantrof, om mett hem de ronde door het huis te doen. Er is iets aan de hand, dacht van Gie len, en ik wil weten wat. Hij wachtte nog eenigen tijd. De lamp had hij uitgedaan en de deur op 'n kier gezet en door dien kier kon hij juist het trapportaal! zien. Hij wist zelf niet waarom, maar hij ver moedde, dat de huisbewaarder zou terugko men, wanneer deze dacht, dat hij weer sliep. Maar hierin vergiste hij zich of die man wachtte uit voorzichtigheid lan,g, erg laag. Want reeds meer dan 'n half uur was verloo- pen en nog steeds kwam hij niet terug. Weer epond van Gielen tn twijfel. Wat moesit hij doen? Naar bed gaan en aannemen, dat zijn phantasie hem inderdaad parten ge speeld had? Dat kon hij niet gelooven. Hij had opgemerkt, hoe verlicht de huisbewaar der zich klaarblijkelijk gevoelde, toen hij, van Gielen, deed, alsof hij hem geloofde en weer wilde gaan slapen Eén ding is zeker, zei hij tot zich zelf, die man wilde niet, dat ik mijn onderzoek door t huis voortzette. En daarom wil ik 't nu juist wel doen En met dit plotseling genomen besluit sloop hij weer z'n kamer uit den gang op en begaf zich naar dat gedeelte der étage, waar de kamer van den professor was. Weer hield hij z'n revolver stevig in de hand, sloop >1 zacht verder, bleef na lederen voetstap even stilstaan, om met ingehouden adem te luiste ren. Zoo naderde hij de deur van de beruchte kamer en toen hij nog slechts 'n paar schre den ervan verwijderd was, hoorde hij duidelijk dat er iemand in dlie kamer was. Neen, nu was geen vergissing meer mogelijk. Daar was iemand in die kamer. Wie kon dat zijn? Wie had er in den nacht iets in die kamer te doen, waarin 'n paar dar gen geleden 'n moord gepleegd was? En wat zou die onbekende dlaar uitvoeren? Was 't misschien de huisbewaarder? Was er nog 'n bijzondere trap voor 't dienstpersoneel, waar langs hij weer naar boven was gekomen? En wat moest hij in die kamer doen? Antoon van Gielen kon absoluut geen re den daarvoor vinden. Maar als 't de huisbe waarder was en t kon niemand anders zijn dan wiat die man ook meer van den moord af. Zoo hij zelf niet de moordenaar was, dan stond hij toch zeker in relatie met den moordenaar, In ieder geval zou hij spoe dig de oplossing van het raadsel weten, want van Gielen was heelemaai niet van plan, zich deze gelegenheid te laten ontsnappen. Hij etend nu vlak voor de deur en probeerde door sleutelgat te kijken, wat hem niiet gedukte. Hij zag alleen maar 'n zwakken lichtschijn. Er was dus licht in die kamer. Hij overlegde niet lang meer, haalde diep adem, pakte met z'n linkerhciad dien deur knop, hield zijn revolver in z'n rechterhand en in 'n oogwenk stond hij midden onder de open deur. Daar zag hij bij 't voile lamplicht iemand zitten aan de groote tafel, die met? papieren, flesschen en instrumenten over dekt was; verbaasd keek die persoon op. Van Gielen zag direct, dat het niet de huis bewaarder was, dien hij gemeend had hier te zullen vinden, 't Leek hem, of de vreemde ling 'n beweging maakte, om de lamp uit te doen. Maar van Gielen zeide op vastberaden toon; Verroer je niet, of ik schiet je neer! De andere voerde het plan, dat hij voor had, niet uit. Wat wilt u? vroeg hij. Deze vraag moet ik u stellen. Wat doet' u hier? Dat ziet u. Ik bestudeer deze papieren. Wat geeft u het recht, hier binnen to ko men? Kwalijk verborgen spot en ook toom klon ken in de stem, die Antoon van Gielen be kend voorkwam, HU trachtte dein vreemde- ling in z'n gezicht te zien, maar de groote laimpekap verhinderde dat door haar scha duw. De man zelf keek zijn vis-a.vls strak in de oogen. Aha, zeide hij, mijnheer van Gielen, ale ik me niet vergis. Ja, ja, nu begrijp ik, dat u meent in het huis van uw vader zoo te moeten optreden. Maar .slteek die revolver gerust in uw zak. Ik ben niet bang voor dat wapen en ben heelemaai niet van plan, u iets te doen. Van Gielen hoorde tot zijn groote verbazing, dat de andere hem kende, en daarenboven wist hij absoluut zeker, diat hij die stem al meer gehoord had. Toch echoot hem niet te binnen, wie de indringer zijn kon. Als u mij kent, don wilt u misschien ook wel uw naam noemen, zeide hij. Ach zoo? U kent me nog niet? Nu ja, t is waar, in het laatste jaar ben ik erg ver anderd. Maar u zult zich toch zeker den zoon van professor Evan nog wel herinneren. De zoon van professor Evan, de broer van Aildoe? Ja waarachtig, nu herkende van Gie len ibam. t Was zijn stem, zijn gestalte. Onwillekeurig liiet hij zijn revolver zakken. Gij hier? stamelde hij. Jozef Evan, gij hier? Wat beteekent dat? Ja, ik ben 't. En wat ik hier doe, dat ziet u toch. Ik doorsnuffel de papieren en andere dingen, die mijn vader achtergelaten heeft. Van Gielen liet zijn blikken gaan door het vertrek en zag naast de tafel de kist staan, die hij zelf op aien fatalen avond op de auto had laten laden. De inhoud van de kist lag hier op tafel, in de kamer, waarin de profes sor vermoord was, en vóór diie tafel zat zijn zoon, dien men ergens in Zpid-Amerika ver moedde, hier, midden In den naciht en door snuffelde de nagelaten papleren. Aantoon van Gielen gruwde. Een vreeaaUj- ke verdenking ,:wam in hem op. Maar hij wilde die niet verder koesteren en hield zich met uiterste krachtinspanning kalm en rustig. U zult moeten toegeven, zeide hij dat ik dit allemaal buitengewoon vreemd móet vin den. Hoe komt u hier en wat wilt u? De andere trok z'n schouders op. Ik ben allerminst geneigd, om aan den zoon van den hanlcier van Gielen rekenschap af te leggen. Deze dingen en hij wees op de tafel beknoren mij toe, ik heb er recht op, nu mijn vader dod is. Dat is waar. Maar.... Maar ik neb geen recht, om hier te zijn, wilt u zeggen, hè? Daarover wil ik met u niet redetwisten. Ik had dringende redenen, om zoo gauw mogelijk kennis te nemen van den inhoud dezer papieren, en diat heb lk nu gedaan. En? En verder niets. U behoeft u veTder nieft te bekommeren om mijn doen en laten. Ga maar gerust weg, ik neem absoluut niets mee, wat mij niet toebehoort. De zoon van professor Evan is geen dief, mijnheer van Gielen. Misschien eager dan dat, riep v. Gielen Uit. Die woorden waren hem uiilt z'n mond ge vlogen, zonder dat hij 't wilde. De andere stoof op, als wilde hij hem naar z'n keel springen. U bent gekl schreeuwde hij, gek, zeg Ik u. Welke verdenking durft u daar uitspreken? Eillendeling! Maar rrateen bedaarde zijn woede. Weer op spottenden toon vervolgde hij: Wees niet zoo dwaas, idiote conclusies te trekken uit 'n paar feiten, die u onver klaarbaar toeschijnen. Was deze kist van mij® vadier, ja of neen? (Wordt vervolgd^

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 6