srs sssr- s t?D fkusbebus. ZATERDAG 24 OCTOBER 1921 OPLOSSING VAN DEN NAAR DEN WINTER. BIJGELOOF UIT ALLE TIJDEN. BRIEF KEES. VOORONZE REKENAARS. 3#4. a (a - b - c) b (a - b - c). VOOR KNUTSELAARS. Een wandTbakjje. DE PAREL VAN HET- WOUD. SCHADUWBEELDEN. DEN TUIN IN. LETTERRAADSEL. RAADSELS. Oplossing vorig letterraadsel. WAAR WONEN DE MENSCHEN WIE BLAET DAAR ZOO No. laatst! HET MANNETJE IN DE MAAN 3 GEPANTSERDE DIEREN! ALLERLEI. KNIPPEN EN PLAKKEN. MET SCHAAR EN LIJMPOT. ?*sbla» Htpmnsw door N. Vv„ Botterdam. .ötoT.s muze heeft een dicht Holland's knapenstoet gericht, Om hen tot eerbied aan te manen, Voor iets, dat uit de mode raakt: Wij keeren, vader, tot den winter in, het najaar geurt bedwelmend door de ramen en in de wolken trilt een sneeuw-begin. de wind vouwt doode blaren samen, dingen, die waren, gestorven en geleden, een oud gelaat, wat halt-vergeten namen. en in ons hart brandt zacht een koele vrede de zomer was een jubelend begin, maar deze stilten gaan u tegen treden wij keren vader, tot den winter in. „Kleine herfstmuziek", door Gebr. Smit. Uit „De Stem" naakt. Rijs op, Der oude Gnekeu Op dezen tekst zijn enkele kleinere varianten toegestaan. Er is heel veel belangstelling geweest voor den rebus; het sorteeren van de brieven, schif ten der teekentogen en het loten houdt ons nog wal enkele dagen bezig. In ieder geval zuilen wij volgende week den uitslag met de prijzen kunnen publiceeren, zooals trouwens ook was overeengekomen. Nog even geduld dus! Je vraagt me, Hetty, om je wat aan de hand te doen voor je verjaardagsfuif. Je wilt wat afwisseling brengen in het feestprogramma en je bent zoo hoffelijk ook mij 'n kans te geven een en ander te doen elagen! Wel dat is TeM^id aanlig van je, Ik doe heel graag mee als er ergens jolijt en vreugde is, a leen, dat weet je wel, d'r wordt ook gedanst, en daar ben ik, laten we maar zeggen onderde- hand te stijf voor geworden, en nu mag je dat stiK" net z°o opvatten, als je zelf wilt. Non roep de juichende vrienden- en vrien- dinnanachare dan maar eens aan tafel en deel ÏÏrt T pSUtlge snuit mee, dat je hun de gelijkheid der getallen 3 en 4 wilt bewijzen. Schrijf op is 28. Kunnen ze geen speld tusschen krijgen, want de waarde te aan weerskanten min 12". Tel er bij 49/4; dan wordt het zoo 921 1628 49/4 49/4 9—21 49/4 16—82 49/4. Wie doet je wat Geen sterveling Ik mèg gelijke getallen er bij optellen zonder aan de juistheid geweld te doen. Nu even opletten: 9 21 49/4 is 'n andere schrijfwijze voor (37/2)2, immers (37/2)2 32 2 x 3X7/2 -f- (7/2)2 9 6 X 7'2 21 49/4. Denk aan je hulpmiddeltje: (ab)2 A.2 2 X a X b b 13 16—28 49/4 (4—7/2)2, immers (4—7/2)- 4a2 x 4 x 7/2 (7/2)2 16 2S 49/4. Accoord? Geen speld fcussohen te krijgen! Zelfs geen doctor in de wiskunde kan daar over brommen. Nou, dan schrijf je op: 9 - 21 -f- 49/4 16 28 49/4 of: (3 7/2)2 (4 7/2)2. Je trekt aan weerskanten den vierkantswor tel, wat mag, en krijgt dan: 3 7/2 4 7/2 7/2 7/2 optellen 3 =4!!! En "n knappe gast, die je aantoont, waar de fout zit! ''GoN komt dan 'n goocheme doe het nou eens met l6tterg?„ ooa s je ,jan w&er heel Voorkomend. B J „twee letters, a gi-oober dan b. 'fc Zal he- v ijzen,a a b. ff6 noemen gemakshalvs a b n°' a b c. (Denk maar aan: 5 3 2, 5 3 2). a b c_ Beide stukken vermenigvuldigen met (ab) Dan krtlg a X (a h) (b c) x (a b) a x a axh aXb+tc^,®~bXb bxc. Van bedde zijden trek ik a x c af, dan blijft er over: axa aXb aXc axb- b x b - b x c- of. Deelen door (a b c) blijft erover: a b. Wie doet je wat? Wie stuiurt me de fout?? Dag Hetty! fB NEEF, postbus 8, Hilversum. Ziezoo, dat reisje naar Keulen heb 'k al weer achter m'n rug, Kees! Hoe te het jou in dien tusschentijd gegaan? Zondag nog gedacht een klein offertje te brengen voor het Missie-werk? Wordt er zoo véél gevraagd? Ja, maar d is ook zooveel noodig! Die vragen, viagen niet voor d'r plezier, reken maar van neen En dat veel menschen zoo weinig geven, komt niet oriidat ze zoo arm zijn, maar omdat ze zoo gierig zijn! Wat geven de protestanten uit Amerika niet 'n hoop voor de verbreiding. der dwaling; hoeveel te meer moesten wi] dan niet over hebben voor de zegepraal der Waarheid! Maar over Keulen dan! Aan de grens werd ik al luid verwelkomd door 'n paar goeie vrinden van me, Hollandsehe kommiezen, die 'k al jaren lang ken. Even goed werd ik ambtelijk behandeld; tja, plicht gaat boven vriendschap. De grootste beziens waardigheid, zeiden ze, was in Keulen een aantal Lippen-negerinnen, vrouwen en meisjes, met houten platen in haar onderlip van soms wel 1<4 dM. doorsnee. Nou, die zijn hier in Holland ook geweest en naar dergelijke ver tooningen van verminkte schepsels ga ik nu eenmaal niet graag kijken. Overal hingen er platen van, afschuwelijk om te zien. k Heb iets veel mooiers gezien, waar heelemaal geen programma van was gemaakt. Je weet, de Keulsclie Dom heeft twee torens, elk van 160 M.; ze loopen in loofwerk uit, héél spits. En laten d'r nou boven op dien spitsen top twee werklui aan den gamg zijn met reparatie! Heelemaal op 't puntje!! Moet je Ó5k lef voor hebben! Honderden stonden op den Domplatz naar de kleine, popperige figuurtje te kijken! „Die miissen wohl schwindelfrei sein!" („Die moeten wel geen last van duizeligheid heb ben!"). „Die müssen Nerven haben!" („Geen last van zenuwen hebben!") en zoo ging het door, óók in het plat „Kölsch", maar diiar versta ik niets van. Zoek jij b.v. maar eens uit wat 'n „Hamchen" is! 'n Vette varkenskluif bij de zuurkool! Ja, die gemoedelijke Keule naars, dat weet wat. Nou, 'k ben wat wezen winkelen im het Keulsche warenhuis Tietz; daar kon ik me „aan!" Fraulein So-und-So „wenden" wanneer lk moeilijkheden met de taal had die zou dan alles netjes In 't Duitsche „vertaaien!" Op den „Hohenzollern-rimg „den Bienk!" liep 'k eens bij de Nationaalsocialisten bin nen, die dachten, dat ze Bruening wel zouden kunnen wippen, den Katholieken rijkskanselier, maar dat zat ze niet glad. En verder bracht 'k 'n bezoek aan den mooien dierentuin en den Dom, waar de zetel van kardinaal Schulte staat. Keulen is overwegend Katholiek, maar er wonen toch ook zéér "veel protestanten. De „Dom-schweizer" liepen er rond in hun lange, fluweel-roode talaars en noodigden tot een be zoek aan den „Dom-scliatz" uit. Heel den dag door baden menschen voor het miraculeuze beeld der Moeder Gods, dichtbij de Sacraments kapel. 't Was er veel goedkooper dan hier, logee- ren, eten, overal prijsverlaging of te wel „Ab- bau". 'k Kreeg z00 den indruk, dat er 'n scha duw van kommer over de menschen lag; zelfs toen de Engelsche „Besatzung" nog in het „alte, heilig© Köln was leken de menschen mij fleu riger. De belastingdruk is dan ook enorm en de werkloosheid niet minder. Langs Kevelaer, dat nu stil, en Cranenburgb ben k teruggekeerd, 'n Duitsche ambtenaar kwam door de wagens heen vragen, of we soms Duitsch goudgeld bij ons hadden. „Leider nicht!" Verdere contróle was er niet en de hoffelijke kommiezen aan mijn kant lieten ons al gauw door. Ziezoo, Kees, nu weet je waarom je me pas niet thuis trof. Kom maar weer eens gauw overwaaien, 'k weet 'n heelen fijnen fietstocht hier! Van alle dagem in het jaar is eir geen, due door die Vlamingen zóó is opgesmukt met bijge lovigheden als de dag van den laten Novem ber. Te middernacht verlaten de schimmen den tuin der doodem om die levenden te herimnerein aan de gebeden, die zij zoo behoeven voor de rust hummer ziel; de Engel Gabriëi laat den ketting los, gedurende twaalf uren, waarmede bij het belsch serpent vasthoudt en staat hiem toe de menschheid te -pijnigen. De natuur werkt aan deze yinrschiriktoingen mee: de storm loeit, de sneeuw valt overvloe dig, de watersckimmem treden ouiiten hum oe vers; leed en dood bedreigen m dezen macht der dooden van alle zijden den reiziger. Graaf Otto van Oldenburg was eens op jacht nabij den Ossemberg, toen hij gekweld werd door een hevigen dorst. Hij begon allengrijse- lijkst te vloeken en aaide, dat aues hem niks meer kon bommen, als er maar iemand mét 'n beetje drinken kwam. Aanstonds verscheen hem de duivel in de gedaante 9enen vrouw, dlie uit de aarde leek te komen, en die hem te dirlmken bood uit een rijk versierden horen, die wel iets weg had van venguid zilver. De graaf vertrouwde het zaakje miet en stortte iiet vocht uit op zijn paard, acuter het zadel. Dadelijk verdween al het haar. waarmee de vloeistof in aanraking kwam. De graaf beefde, maar den horen bewaarde hij en sommigen hebben hem, naar zij bewenen, gezien. Ver schillende hotels voeren dezen horen in hun naamschild. We maken dit bakje van dun, rood karton, dat we opwerken met Oostindischen inkt, het geen een alleraardigst effect oplevert. Omtrent de teekening het vdlgende: de lijn h e is net zoo lang als b a, evenzoo c d en c f. Dat levert dan verder geen moeilijkheid op. Hoe kom ik nu aan a e? Neem a b in den paseer en beschrijf een boog van a door e. Passerpunt is b. Zet nu op den boog vanuit a een stuk van 3 c.M. af. waar do r lijn a e wordt bepaald. Voor d f geldt hetzelfde geschledenisjé. Gesnapt? De lijnen a b, b c en c d worden geritst. Daar na worden B, C en D naar achteren omgebo "en De versiering op D kan dus aangebracht worden, zooals de teekening beduidt. Om de versiering op A aan te brengen, moet het kar ton worden omgedraaid. Een en ander hebben wij maar eenvoudig gehouden, je kunt het zelf uitbreiden naar ver kiezing. Het wordt heusch 'n aardig dingeke. hier! Tot komende week. Je oom THEO. Van 113 is de naam van een hoogen, kerkdijken feestdag. 1. Verkort voor „ten jare". 2. Naam van een loofboom. 3. Naam van een schoenmakers-werktuigje. 4. Stadje in Midden-Limburg met lekkere vlaatjes. 5. Stadje der Sint Jansproceseie, in het Gooi. 6. De residentie. 7. Waar de beroemde bokking vandaan komt. 8. Tijding. 9. Oproep aan de telefoon. 10. Naam van een soort influenza. 11. Friesche jongensnaam. 12. Het hoogste, wat iemand bezit. 13. Afkorting van Noorden. X 1 X 2 X 3 X 4 X 5 X 6 <«.*X..«. 7 X 8 X 9 X 10 X 11 X 12 X 13 door A. v. H., Heemstede. 1. Wie kan Amsterdam met twiee letters schrijven 2. Zoek zes riviernamen uit de volgende letters 4 X a> öll> d> 4 X e, k, 4 x 1, m, n, r, 3 X 8 w 2 Satanszwam. 1. s, 1/3 van s. v. p., 2. bar, 3. vater, 4. ter „Lp de wereld!" Ja, dat 's glad genoeg! Maar waar.... ter we. relEr? ziim er zoo'n 1800 1900 miffioen in het geheel, waar hebben die hun tenten nu zoo al o r>sr'Gs0.3J§1®'B Veel meer don de helft, het 2/3 deel, woont samen op maai- 'n heel klein partje, 1/7 deel, van al het land dat er op aarde te! En dat andere 1/3 deel zoekt zijn heil over de rest der aardoppervlakte, over 6/7 deel van dat oppervlak. Daaruit volgt al, dat er heele streken zullen zijn, waar geen levende ziel te bekennen valt! De 'pooligordela zijn al bar dun bewolkt, ln de woestijnen en steppen van Azië trappen ze el kaar vast ook niet op de hakken; Noord.Afrika, Azië, Perzië, West-Australië en al het land, dat daarop lijkt, ziet er evenmin aanlokkelijk udt tot vestdiging, evenmin als de oerwouden langs dien Amazone-stroom en den Congo. Deze lap pen grond hij elkaar beslaan 'n oppervlakte van zoo'n 100 mlllioen K M.2. Het mensohdom is er heel dun vertegenwoordigd en het ziet er niet naar uit, dat zulks op den duur ver anderen zal! In deze streken woont gemid deld op één K.M.2 nog niet één menjsoh, zoo dat ze voorloopig niet otn ruimte verlegen zit ten. Het draagvermogen der aardoppervlakte is nog lang niet uitgeput! Erg dicht zitten de menschen elkaar op de hielen in België, ons land en Duitsehland, langs Nijl en Ganges, op Java en Modoera, in Australië is het daaren tegen met de bezetting heel treurig gesteld Daar zijn nog plaatsen genoeg vacant, al zijn die dan misschien niet alle geschikt voor het blanke ras! Wii zullen met Zuid-Australie. ge matigd Zuid-Amerika en kleine streken in Afrika genoegen moeten nemen, als ons he. scheiden plaatsje onder de zon al te zeer in het gedramig komt, de rest blijft over voor de kleurlingen. Kijk eens naar de volle maan! Wat 'n vlek ken erop, hè? Vroegere menschen zagen daarin 'n mannetje met een takkenboscb of een stel kinders met een emmertje water! Toen de Xi x/„ verrekijkers voor het eerst werden gebruikt ^pel, 6. Satauszwa (m), 6. Grijpskerk, 7. ver zagen ze allemaal eikels 0p den glimmenden aoek> g; bewijs, 9. kar, 10. M, voor Marie, snuit van onzen trouwen wachter, dat waren de muren van de steden, door de maan-man- netjes opgetrokken 0,111 ai°h te beschermen tegen de te felle zonnestralen gedurende den maan-dag, die veertien maal zoo lang duurt als de dag hij ons'. V/at voor mannetjes dat dan wel moesten zijn op dit hemellichaam, waar geen zweempje luohit te bekennen is, daarover braken ze zich toen he.t hoofd nog niet! In ieder geval kunnen ze op ons niet lijkeu en dat heeft een Engelsobem schrijver in de pen gegeven om ze allemaal tot insec ten te verklaren We moesten dus voortaan spreken van in secten in de maan en niet meer van het man netje, tenminste, zoo wil- het die schrijver! Toen dan deze sage naar den oud-rommel zolder was verhuisd, moesten ze den maan mannetjes een ander huis bezorgen. Dat werd gevonden op het hemellichaam Mars, zoo ge noemd naar den oorlogsgod der Bomeinen Mars of Mavors wegens zijn bloedrooden schijn Daar was tenminste lucht! Wel niet zoo dicht en zoo vochtig als de aardsche, maar niette min: lucht! 't Is d'r een beetje killer dan hier en daarginds, in Indië, vriest het zelfs 's nachts, dooh dat hindert niet zoo heel erg. Onze maanmanuetjes kunnen het er best stel len! Het la er vast niet slecht om te wonen, een jaar duurt er tweemaal zoo lang als hier, de goeie kereltjes leven er dim dubbel zoo 1 lang! Kijk maar eens, of je sotns zietl De laatste in 't span 1 'n Fijne, hè 'k Wou dat ik er zoo een had op m'n kamer! Lijk/ precies op „Hekkie' van wijlen mijn goeden vriend Joih. H. Been Gedurende deze week de oplossingen liefst per briefkaart, zenden aan mijn adres, postbus 8, Hilversum. Mij benieuwen wie dat mooie boek loot Zr* Zoolang de wereld bestaat, heeft zij kennis gebad aan de parel van het woud, het ivoor of elpenbeen. Op 'n stuk ivoor staat ingekrast de figuur van een mammouth, die in Europa in de oeroudste tijden voorkwamKoning Sa lomo's tro n was van ivoor vervaardigd vol gens den Bijbel en de oude geschiedschrijver Plinius verhaalt van Tyrus' galeien, die van ivoren banken waren voorzien! Schepen met ivoor voeren op den Nijl ten tijde van farao Thothmes III, veertien eeuwen vóór het eer ste Kerstfeest; de „Ilias," het Grieksche hei dendicht, vertelt ons van ivoren beslag op paardentuigen en de oude „Odyssee" van den Ivoren steel aan de sleutels uit die dagen. Het standbeeld van den Olympischen Jupiter werd door Phidias uit goud en ivoor vervaar digd en behoorde tot de zeven wonderen der Oudheid. Oud is deze stof als het woord „ivoor" zelf, afgeleid van het Sanskriet „ib- has", olifant. En, gaf de handel In blank ivoor aanleiding tot dien in zwart ivoor, deD slavenhandel, sinds deze goeddeels verdween bleef de witte, elastische stof van buitengewo ne hardheid in al haar waarde bestaan. Eens kwam het zóó druk voor, dat de boeren in Ethiopië er palen van zetten op hun akkers; dan scheen het weer uit de geschiedenis te verdwijnen, tot kolonisten nieuwe vindplaat sen meldden; walrus, mam-mouthen (fossiel ivoor), de narwal, het nijlpaard, maar vooral de olifant leverden het en de Ivoor-kust aan de Golf van Guinee is bekend genoeg, al wordt er nu heel wat minder ivoor uitgevoerd dan vroeger. De Afrikaansehe olifant levert in zijn boven ste snijtanden het zijn niet de hoektanden, hoor! waar van 'n heel wat betere kwaliteit dan zijn broer of neef in Indië! Wanneer Je 'n ivoren billardbal neemt, dan zal je in het midden boven en onder 'n zwart stipje zien; dat is het znuw-kanaal! waardoor de tand- zenuw heeft geloopen, die aan den massieven top van den slagtand uitkomt, 't Is me 'n ze nuw van belang! Als daar wat aan komt te mankeeren zal de drager zijn plezier heusch wel op kunnen en doe je het best hem 'n ge nadig eind uit den weg te blijven! Jammer, dat de elpenbeenen juweelen niet verkregen kun nen worden, of de olifant moet eerst eraan gelooven! Hij werpt zijn tanden nu eenmaal niet af zooals 'n hert zijn gewei! Gedurende de laatste helft der negentiende eeuw, zoo van 18501900 dus, zouden zoo'n 50.000 tot 100.000 olifanten per jaar gedood zijn om aan ivoor te komen! Gedurende 1900—1915 peT jaar 'n 25.000, alleen in Afrika. Zanzibar en Mombasa aan de Oostkust zijn de groote marktplaatsen voor de parels van het woud. De slagtanden nemen geleidelijk in grootte af; te Londen wordt 'n paar bewaard, dat samen 'n vijf hon derd pond woog; tegenwoordig is 'n goeie honderd pond voor de twee al 'n mooi gewicht. De juweelen van den olifant" zijn vaak met bloed bespat, o k met menschenbloed, want de Arabieren dreven hun handel met ongekende wreedheid. Daar door den plaag der tsetse- vliegen ossen of ezels de tanden niet konden dragen, moesten de negers deze torsen; zij werden dan vaak met hun vrachtje aan de kust verkocht. Het ivoor wordt van het strand in roei bootjes naar platte lichters (vaartuigen) aan de kust vervoerd; deze brengen het dan naar het stoomschip, dat verder op voor anker ligt. Aan inwikkelen of verpakken denkt nie mand; 'n nummer, 'n stempel, de haven van bestemming op den tand en meer wordt er niet aan gedaan. Wat zijn er van ivoor niet 'n mooie dingen gemaakt! 'k Denk nu niet aan de onnoozele irikervingen van de vroegste holbewoners on der de menschen, maar aan die prachtige af godsbeeldjes in Egypte, die uit de graven te voorschijn werden gehaald en thans onze mu seums versieren, aan de reliekkasten en hostie- doosjes uit dit materiaal; aan dien bisschops zetel, die in de Dom-sacristie van Bavenna wordt bewaard en die geheel met elpenbeen overtogen is. Het Louvre te Parijs heeft 'n ivo ren Lieve-Vrouwen-beeldje, de Moeder met het Kind, en zijn er ook niot mooie schaak figuren uit ivoor gesneden? Dooh tegenwoor dig wordt het In hoofdzaak gebruikt voor het maken van piano toetsen; het blijft altijd koej en Is nooit koud of warm; de vingertoppen glijden gemakkelijk af en aan en toch is het stevig materiaal. Tevoren wordt het eerst in de zon gebleekt aan weerskanten, dat het zijn geelachtige kleur verliest; er komt ook nog 'n bleekmiddeltje aan te pas. De Ivoren plaat jes worden dan later op de houten toetsen gelijmd. Alles bijeen 'n werkje, waar heel wat voor komt kijken en dat alleen maar slaagt in de handen van ervaren werklui. De Galei pasos-eilanden in den Stillen Oceaan, toebehoorend aan de republiek Ecuador, zijn bekend om de reuze-schildpadden, die er, vooral vroeger, in groote menigte leefden Aan die dieren danken de eilanden dan ook eigenlijk hon naam, want „galdpago" is het Spaansche woord voor schildpad, tevens voor'n in zichzelf gekeerd, verdoken mensch Nog in 1684 schrijft een bezoeker dezer eilanden „Het is ongelooflijk zooveel schildpadden als hier leven 1Eeuwen achtereen deden de schepen dan ook deze eilandengroep aan om zich van 'n extra bordje schildpadsoep tijdens de lange reis te kunnen voorzien 1 Wat de schepelingen aohter lieiten, honden, katten, rotten, bleken gevaarlijke vijanden voor de eieren en de aller kleinste schildpadjes; de meer volgroeide wa ren natuurlijk voldoende beschut door hun schild. De Amerikanen hebben 'n paar honderd schildpadden gevangen en naar hun Zuidelijke Staten gebracht in de dierentuinen en daar groeien de gepantserde beestjes onder de gun stigste omstandigheden op De walvischvaar- ders uit vroeger dagen hielden heel anders onder de „gatldpagos" huis. 'n Honderd booten sleepten 'n 16.000 schildpadden van de eilanden weg, één bemanning slaagde er in er 500 te bemachtigen Admiraal Famagut der Ameri- kaansohe marine, schrijft in 1813 „het vleesch van deze dieren, klaar gemaakt op verschillen de wijze, smaakt heerlijk 1" Naar schatting hébben de eilanden sinds hun ontdekking tien millioen schildpad/den geleverd aan voorbijva rende schepen Zij werden uitgemoord zooals de bison in de prairies werd verdelgd. Beesten van 'n 5000 pond waren geen zeldzaamheid. In hun jonge jaren verdubbelen zij elk jaar bun gewicht, 'n Volwassen man kan er fleurig op gaan sltaan De sohildpad der Galdpagos-archipel is dol op cactussen en de doorntjes die daaraan voor komen, doen hem heel geen kwaad, alles gaat mee naar binnen Maar gras lust het beestje ook wel. De dames leggen zoo'n 20 tot 40 eieren en laten de kindertjes verder aan hun lot over Hoe de dieren op deze vulcanische eilanden 2000 vulkanen zijn verzeild geraakt, bleef tot nog toe onopgehelderd. Zelfs de geleerde natuuronderzoeker Darwin, die er in 1834 zijn vermaarde onderzoekingen deed, toon ilaar geen afdoende verklaring van geven. vervolg) Buiten in den tuin is het ongeveer ook zoo, want daar stoppen we de bollen ook nu in den grond, doch ze bloeien door eerst veel later. Onze keuze is veel grooter bier; daar en- veel bollen zijn, welke ndet .getrokken" aunne nworden zoo beet het vroeger in bloei krijgen van planten als sneeuwklok jes, Winter-Aconiet. Isia's, Iris igaan wed in een kastje, maar niet in de kamer,) Hond stand Vogelmelk e.a. Eerst beginnen we den tuin eens grondig schoon te maken en spitten dan de strookjes waarop de bollen komen te staan, goed diep om! 'n Zwaar karweitje hè! Als net vlak bij cte band is anders word je nog moeier ook wat mest er door en dan maar aan het vlak- harken! Ziezoo, ons lapje grond voor de voorjaars- boden ligt kant en klaar. Nu eens nagaan, wat er al zoo te koop is 'n Hoogte van 6080 c.M. bereiken de Diarwin-tulpen, irissen in allerlei tinten, brodiaea's in die kleuren, wit, lila, rood en paars, leucojum oï zomersneeuwklokje wit met groen, en tenslotte ook de codviilei en heraut gfladiolus in gemengde tinten. Iets lager zijn (4050 c.M.) de gemengdkleurige ixia's, witte, gele en oranje narcissen, tulpen, allium (look) in witte en blauwe tinten en nog lager de blanke sneeuwklokjes, crocussen, scilla met die fijne blauwe en witte losse tros jes en de iets stijvere druifjes in dezelfde kleuren Haast vergat ik nog de hangende wit en Violet geblokte kievitseitjes en de heel vroege, gele winter-ocondet, de hyaainthen, ane monen en ranonkels in drie felle tinten, maar de beide laatste soorten woTdeen pas in Maart geplant, denk daaT wèl aan! Uit dit legertje moet je nu ziedf maar een keus doen, je weet nu iets van hoogte en kleur. Wanneer ze nn geplant worden, dan is het steeds gewenseht de bedde eerste groe pen voor perkbeplanting te heaigem en dam de bollen 10 cJM. diep te planten en de laatste groep voor rand te gebruiken ndet de hya cintben en die dan 5 c.M. diep udt te plan ben. De hyacinth moet 10 c.M. diep gezet worden. Wanneer jullie nu even denkt om een warm dekentje van een fllinlk laagje turfmolm, dan begint je voldoening al temee in Februari, bij gezondheid. Doe er goed je best op, des te meer aardigheid ondervindt je er van! TOT AAN DE KNIEëN DER PAARDEN reikte het bloed in Salomon's tempel na de verovering van Jeruzalem door de kruisvaar ders van den eersten kruistocht, aldus verhalen de „gesta franoorum" („daden van Franschen") Stephanus van Blois nam eraan deel, die zoo veel kasteelen bezat, als er dagen in het jaar zijn. Ook Robert van Normandië, die zijn land voor 6666 pond zilver aan zijn broeder ver kocht om waardiglijk den heiligen tocht te kunnen meemaken. DE POKKEN. krijgen was woeger heel gewoon. Zelfs keizer Karei V werd er door gekweld. Hij liet toen roode gordijnen voor de vensters hangen en zijn bed van roode lakens voorzien; daardoor lieten de pokken geen ldtteekens na en werd zijne majesteit niet .mottigof „pokdalig'Dr. Jenmer vond het enten uit. Daarna gold 't „dese sieckte is alle menschen so gemeen, datter naeuwelijcks één onder duyeent gevonden werdt, die deese sieckte niet eens in sijn leven komt te gevoelen!niet meer. DE TABACK moet des morgens gedronken gerookt) werden, als de maegh ledigh is, niet van kin deren ofte van die swack van hersenen sijn, maar alleenlijk van degenen, die sterk, kout en vochtigh sijn en met veel sdnekigen, ge- quelt werden. Indien men se kinderen te drincken geeft, soo sal se het verteren in de maegh beletten, de hersenen ontstellen en de vochten im de borst verharden. Aldus 'n 17e eeuwsche dokter! Leg hieruit een onfortuinlijk slachtoffer vaa de jacht. Vd Oplossing van. do puzzle dar fyartge

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 11