iasr
S
VAN GROOTE DADEN EN GROOTE
PERSONEN.
'N BRIEF
NEEF KEES.
•-jyooR KNUTSELAARS.
GERMANEN^TROUW.
ALLERLEI.
VOOR
MEISJES.
FIJNE MANIEREN IN DE
17e EEUW!
ZATERDAG 14 NOVEMBER 1931
SCHOENEN MET SNAVELS.
DE BENJAMIN ONBEK DE
HEILIGEN.
MQUCHES...
ANDREAS HOFEB.
„Te Mantua im Landen".
De crimolime
DE LOOPJONGEN VAN
DEN THEEsKONING.
j» G. G-
BRIEVEN SCHRIJVEN.
SPREEKWIJZEN.
'N SCHADUWBEELD.
KIU'RPT.AAT.
Wat lk wel van die ruzie tusschen China
en Japan denk? vraag .ie me in je vorigen
brief' Tja, m'n jongen, wat zal 'k je daar op
antwoorden? „Het gele gevaar" is aardig aan
den gang daarginder. Al heel wat Chineesjes
zijn bij de schermutselingen gebleven! Of 't
>n oorlog volgens elke regelen der kunst zal
•worden, weet Ik niet. 'k Ben geen koffiedik,
kijker, Kees! Japan schijnt behoefte te gevoe
len aan 'n stukje grond er bij; Engeland en
Frankrijk, die lang niet zonder zitten, kijken
toe, Amerika, dat krachtens de Monroe-leer
niet wil hebben, dat niet-Amerikanen hun
neus in de Unie-zaken steken, steekt z'n neus
-wèl in Mandsjoerije en zendt er 'n paar
dwarskijkers heen, om te rapporteeren. Alle
hoop is gevestigd op den Volkenbond en diens
tusschenkomst, doch ik voor mij geloof niet,
dat Japan goedschiks Mandsjoerije zal veria,
ten! Maar 'ris afwachten!
Vind je dat hoek van Richard E. Byrd over
„Klein-Amerika" zoo leuk? Ik heb er ook al
in zitten te neuzen. Wat 'n moed, 'n organi
satievermogen, wat 'n geestdrift onder deze
jonge kerels om in dait geheimzinnige Zuid-
land door te dringen en de natuur haar ge
heimen te ontfutselen! Toch heb ik dit werk
niet met dat ontzag ter band genomen als
het dagboek van captain Scott, die tijdens den
sledetocht terug van de Zuidpool (1912) stierf
of Amundsen's boek, die Scott net 'n maand
vóór was! Het is mij té technisch. Byrd is
héél knap over de Zuidpool gevlogen en had
het in zijn machine soms moeilijk genoeg,
denk maar eens aan de vlucht door dien
nauwen pas, „onaangenaam smal!" aan
de Pool gewéést te zijn blijft over voor Scott
en Amundsen en voorloopig voor niemand an
ders!
Erg sympathiek vond ik 't van Byrd om
hunner eer de vlaggen hunner landen (En-
gelsoh en Noorech) op de Pool te laten dalen,
jij ook niet? Dergelijke boeken vind 'k zoo
veel mooier dan allerlei „humoristische"
week. of maandbladen, waarin ik soms tot
mijn ergernis jongens van jouw leèftijd zie
lezen. Men vindt er weinig fijne geestigheid
ln; sommige zijn bepaald méér dan plat.
Nou, Kees, 'k leg 't bijltje er maar weer
eens bij neer! Er kan nog nèt 'n fietstochtje
op overschieten en dat loont de moeite in de
ze streek met al die mooie rijwielpaden.
Sterkte, hoor!
a Hand van je oom:
THEO.
eraan, tmet opvallend lange punten,- wenden het
eerst in Engeland, gedragen, omstreeks 1100.
Zij kwamen erg tin de mode en temisllotte kon
men den graad van voomnaamlheiiid de,r dragers
afmeten aan de lengte van deze snavels. Ge-
wone hungetrtai, ai aait© nze nog zoo dik im de
.j duiten, mochten maar 'n snavel dragen, van
éëp. voet lang, baronnen wam twtee voet. Die
lange punten werden in latere jaren nog opge
bogen ook en met 'n riempje aan de kinlie
vastgehouden!Konimig Jakob I vam Schotland
Vond dat toit; toet was 'n geniale inval; nu toad
anen tenminste schoenen, die loopen toelieten,
zij het dan niet zonder onder-schoenern. Karei
VI van Frankrijk verbood het dragen van deze
rara dingen in 1422! Maar Oosteiiirijksiotoe rid
ders, die in 1386 bij Samipaoh een gevecht
moesten laveren, waren al zoo practieöh ge
weest de punten er af te hakken, anders had
den zij zich niet van hun plaats kunnen bewe
gen, hetgeen tijdens 'n strijd op leven en dood
bepaald 'n ongemak moet heeten' Na 1480 ver
dwenen de smavelscih oenen geheel vain de vlakte
om... wanneer weer in de mode te komen?
Met 'n klein beetje goeien wil kan lederen
Jongen of e'^ meisje! zelf kapjes ma
ken voor schemerlampjes en wat is er gezel-
liger dan 'a poosje schemeren, nu de lange
avonden voor de glazen staan?
Je knipt randen van wit of grijs teeken
papier, zooals de figuur aangeeft; schaal van
den grooten cirkel 20 cM., de binnenste wordt
Iets smaller, 'n cM. of 10. Vóór je deze ran
den ombuigt en aan elkaar plakt toeken je
de versiering er op. 'k Geef zelf 'n motiefje
daarvoor aan. Bij gebruik van gewoon teeken
papier en waterverf zullen de kapjes genoeg,
zaam licht door laten.
Voor voetstuk neem je de bloemenvaasjes,
welke nu tóch geen dienst meer doen.
'n Kapdrager buig je van dun ijzerdraad.
'k Wensch je 'n behoorlijk resultaat en veel
gezelligheid!
Sommigen stellen zich voor, dat je alleen
maar heilig kunt worden, wanneer je een
langen grijzen baard draagt en 'n harig kleed
over je lijf, een boetegordel om je middel en
sandalen aan je voeten. Nu, onder deze ge
stalten zijn er zéér veel, die een hoogen graad
van heiligheid hebben verworven, maar de Ben
jamin onder de heiligen, Stanislaus Kostka,
wiens feestdag 13 November is gevierd, leek
liéêl weinig op 't portre, dat ik hier voor. je schet
ste! Hij had géén langen grijzen baard, want
toen hij stierf 15 Augustus 1568 was
hij amper 18 jaaren arm was hij ook al niet,
want zijn ouders woonden op een deftig kas
teel en vonden het eigenlijk heeieniaal niet
prettig, dat hun jongen zoo erg godsdienstig
was! Maar Stanislaus had maling aan de ge-
noegens, die de wereld hem zou kunnen bie
den, want hij had tot lijfspreuk: ik ben voor
iets hoogers geboren, voor iets reiners, kemel-
schers". Wanneer aan zijn vaders disoh soms
platte dingen werden gezegd, dan kon dat
Stanislaus erg verdrieten en zóó groot was
zijn afschuw van alles wat on-fijn of dubbel
zinnig was, dat hij wel in onmacht viel te
midden der geesteïooze moppen-tappers. Zijn
omgang met God was ale die van een kind
met zijn vader; engelen brachten hem twee
maal de H. Communie; de Koningin der En
gelen sprak bot hem; het Kindeke Jesus droeg
hij eens. op zijn armen.
Geduldig en standvastig was de Poolsche
edelknaap in het lijden; hij klaagde nooit, als
zijn broer Paul bem zoo geniepig dwars zat;
als zijn onderwijzer hem belachelijk probeerde
te maken om zijn volhardend gebed; als zijn
hameraden hem sloegen, omdat hij niet aan al
hun vermaken wenschte deel te nemen. Hon
derden mijlen ver reisde deze dappere jongen
om de eeuwige stad, Rome, te bereiken, naar
Welke de heilige Petrus Canisius hem aange
raden had te gaan. Daar trad hij in de orde
der Jesuiëten, de orde van den jeugdigen
Aloysius en Joannes Berchmans. Tien maanden
na dezen heerlijken dag, werd het verlangen
naar God hem te machtig en haalde de heilige
Maagd hem als Haar page in Haar hemelsch
gevolg. Ziek was hij eigenlijk niet geweest;
ze begrepen dan ook niet, dat hij sterven ging
maar toen ze het beeld zijner hemelsche Moe
der voor zijn oogen stelden en er géén blijde
glimlach noch glans over zijn jongens-gezicht
gleed, ja, toen moesten ze het wel gelooven,
dat hij voor goed van de verleiding der wereld
was bevrijd. Paus Clemens X verklaarde hem
gelukzalig in 1670, en Benedictus XIII nam
hem in 1726 onder de blinkende rijen der hei
ligen op.
Het stille heiligdom, dat de beroemde bouw
meester Bernini boven het graf van den hei
ligen patroon der studeerende jeugd heeft op
getrokken, ademt de teedere verhevenheid
van diens karakter. lederen dag kwam de
groote kunstenaar, van wie de kolonnaden vóór
St. Pieter zijn, dit, zijn lievelingswerk, bezoeken.
De kleine ronde kerk, met haar krans van ka
pelletjes noodigt als vanzelf tot het gebed uit,
en den 13en November komen hier gansche
scharen van scholieren bidden rond het kost
bare, kunstzinnige graf, waar een kristallen
hart vlammend op geheimzinnige wijze, ais
het ware te kennen geeft: „Gij ,o Heer, zijt
mijne hoop van mijne jeugd af."
Nog Karei die Groöte toiieïd en-van zijn ge-
beweizein tweehonderd krijgers der Alemannem
aian hun koning Ohodomiar, toen deze bij
Straatsburg werd verslagen. Vrij'willig ginigem
zij met hem mie.de om zijn kietemen be deetan.
Het waren jonigelSmgen ulilt zijn gevolg door
ern bijzondiere belofte!
Van trouw aam hiun vomst vertoonden in leven
en sterven.
Zij vormden zijn ©erewacht en zijn lijfwacht,
zp sliepen iin die vóórvertrekken van die konink
lijke slaapkamers, en zij hadden den dood te
zoe ©n, zoodra hun gieibiiedier sneuvelde. Deze
jonige kerels bleven ongehuwd, zij wilden aian
niemand toetoehoonan dan aan nun heereeher.
z.00 vroegen zij ©ernis aam hun koniing, dat hij
toch trouwen zou, dan kregen zij twnmlinste ie
mand die hun kapotte kleediing zou kunnen
verspitten of nieuwe maken!
De eed van trouw luidde den koning te ver
dedigen en de eigen heldendaden alleen aan
den roam vam hem toe te schrijven; alles te
beminnen, wat hij bemint en alles te mijden,
wat hij mijdt. Bij de eedsaflegging legde men
do gevouwen handen in' 'g vorsten handen.
De vorst van zijn kamt schonk een wapen
en ©en wambuis, ook -wel sieraden of gouden
spangen uit de schatkamer,
looinen.
N. rï®'wns( 11 mode im de 18e eeuw,
Ho Ho- h 'n '®,OUc,h0s". Hoe zoo, droegen
i t wne i0U "vli<^en", wamt dot beteekeint
ie ïamisoie „mouohieis" toch? Inderdaad,
maar due mode-mouohes wanen geen vliegen,
■doch kleine schikte güniml bein;j,atoein
zwarte zijde, dis op bet gezicht werden ge
plakt als ster, half maantje, zon, cirkel, vier
kant, hart, zelfs iin den vannv van dieren! De
dames vonden dat bijzonder firaad. Midden op
het voorhoofd geplaatst, heette de mouohe: de
majesteitelijkeop den neus: de onbeschaam
de; op den wang. de galante; op 'n puistje,
de dievegge! Men heeft z€(tfs 'n moucihie van
zwart fl/uweefl gedragen zoo groot alls 'n hecht
pleister; dot was de ,ytiandipijnilij.'Ke!" Mevrouw
Gazes droeg deze mouohe met diamanten
bezet!
VATEL. He Sro°t'e Condé noodigde Lodewijk
XIV van Frankrijk te Chantilly op 'n feest uit
(1671), dat hem 'n millioen francs kostte. Het
diner werd klaar gemaakt door den vermaar
den kok Vatél, keukenchef van Condé. Toen
deze begon te vreezen, dat de zeevisch voor
den koninklijken gast niet tijdig genoeg zou
aankomen, stortte hij zich in zijn degen, zoo
als madame de Sévigné ons heeft verhaald.
ROOVERS maakten in de 16e eeuw de we
gen overal onveilig- Koningen en kardinalen
waren zeifs op'hun reizen niet zeker. Geen en
kele tourist had los geld bij zich, alles verze
kerde men tevoren bij een bankier. In 1529
werd een zadelmakerskneoht te Straublng le
vend aan een braadspies terechtgesteld, die
22 moorden op zijn geweten had, ofschoon eerst
in den aanvalligen leeftijd van 24 jaar. Het
hol van den bandiet, Genipperteinga, werd in
15S1 nabij Keulen ontdekt; hem werden 964
moorden ten laste gelegd. De schurk werd
geradbraakt, op een wiel gebonden, dat zich
hoven op een staak bevond, en heeft nadien
nog negen dagen geleefd.
„Andreas" is het niet altijd geweest! Vóór
Hofer de eigenaar werd van het logement
„Am Sande" en den bijnaam van „Sandwirt"
kreeg, was hij niet anders dan „Anderi", een
jongen, die des avonds van zijn godsdienstige
Tiroler ouders den rozenkrans mocht meebid
den in den hoek van de kamer, waar 't roode
lampje brandde in den „Herrgottswinkel", bij
het plankje met de bloemen en de beelden er
op, en die overdag zijn uren sleet tusschen de
kale bergtoppen, welke de ouderlijke woning
omgaven. Ongenaakbaar waren ze, die toppen,
en wanneer het onweer er overheen ratelde,
dan leek het wel een gedruiseh, alsof de we
reld zoo maar dadelijk zou vergaan.' Dan was
het goed een gebedje te storten voor het
kleine kapelletje van de Moeder Gods, die,
weer of geen weer, altijd even goedig glim
lachend op haar kleinen Anderi neerzag. Des
Zondags was het druk in het café ,want dan
kwamen van heinde en ver de boeren naar
Andreas Hofer (20 Februari 1810).
de kerk van Sankt Leonhard, in het Pas-
saierdal! André mocht hen graag hooren! Hij
luisterde naar hun verhalen over prijsschie
ten, over den handel in paarden, waartoe hij
zelf ook zou worden opgeleid, over den goe
den Keizer, die heel ver, in Weenen, woonde
en die zoo bijzonder op zijn trouwe Tirolers
was gesteld! De Keizer van Oostenrijk was 't,
die het heilige landje méér voorrechten had
vergund dan al zijn andere gebieden, want
hoe dikwerf hadden de bergbewoners hun
„Landel" niet voor den hoogen heerscher we
ten te behouden tegen zijn vijanden? Aan den
Keizer mocht je in Tirol dan ook niet tippen,
al werd er soms erg gemopperd over de amb
tenaren, die in zijn naam het bestuur voer-,
den.
Toen Andre's vader stierf, ging de paarden
handel onder leiding van den zoon verder, die
nu zelf „Sandwirt" was geworden in het 'loge
ment „Am Sande". Het was erg roerig over
heel West-Europa. Napoleon zette de landen
in vuur en vlam en het jaar 1805 werd voor
Oostenrijk een periode van grooten nood. De
Keizer riep zijn soldaten te wapen om de
Franschen op hun nummer te zetten. Hofer
was ook van de partij; vóór h(j zijn huis ver
liet, hechtte hij een rozenkrans aan zijn gor
del; daarin stelde hij meer vertrouwen dan
in het geweld der geweren. De echte militai
ren trokken voor die „boerepummels" eigen
lijk wel een beetje den neus op en wouën er
weinig mee te maken hebben. Zelf waren ze
evenwel niet in staat den vijand tegen te hou
den en de stadhouder voor Tirol, aartshertog
Jóhann, kreeg ten slotte bericht, dat de Kei
zer door Napoleon tot den vrede was gedwon
gen en Tirol had moeten afstaan. Voortaan
zou, met Frankrijk verbonden, Beieren
over het landje heerschen, zéér tegen den zin
van den „Sandwirt" en zijn vriend Joseph
Speckbacher! Doch er viel mets aan te ver
anderen; de Keizer had mede namens de Ti
rolers onderteekend, en den oorlog op eigen
houtje doorzetten, ging al heel slecht! Moppe
rend hielden de beide vrienden op huis aan,
waar ze wachten gingen op betere tijden.
Want de Beieren maakten het den koenen
bergbewoners al heel slecht naar den zin! Ze
bemoeiden zich met allerlei dingen, waar de
Keizer zich altoos buiten gehouden had, leg
den zware belastingen op, sleepten de jonge
kerels van huis en hof om ze dienst te doen
nemen bij Napoleon's leger, schaften 'n heele-
boel heiligendagen -af, en gingen zelfs zóó ver,
dat ze óe kloosters niet met vrêe lieten, ja,
de naam „Tirol" mocht niet eens meer gebe
zigd worden! Véél soldaten kreeg men op deze
wijze echter niet te pakken, want de jongens
vluchtten de bergen in, wanneer zij onraad
vermoedden, bij de nadering der commissie
voor de lotelingen! Gedurende den nacht
maakte de jeugd lange marscben, waarbij de
landsliederen werden gezongen, welke door
de vreemden waren verboden. Dat was een ge
vaarlijk werkje, want overal icerden spionnen
en verklikkers.
Pater Haspinger, den Capuci.in, hielden zij
ook voortdurend onder bewaking, want ze wis
ten zeer goed, dat deze edele priester 't treu
rige lot van zijn vaderland niet verkroppen
kon. Voorloopig bleef er evenwel niets anders
over dan de kracht van het gebed, of het
God behagen zou gunstiger tijden voor volk
en godsdienst te beschikken, en de geestelijk
heid te besehutten tegen de smoezelige han
den harer aanranders. Te Bi'ixen ging bet al
héél tartend toe. Daar was 'n nieuwe gouver
neur benoemd, die de Roomsche overtuiging
der Tirolers zoo'n beetje als een armzalig
restantje bijgeloof uit de middeleeuwen be
schouwde, goed voor ouë, simpele moedertjes
en voor mannen met hun éëne been in 't graf,
maar niets voor de verlichte geesten, die na
den vrede met Oostenrijk hier aan het bewind
gekomen waren. Toen Hofer Brixen
bezocht, vertelden burgers met hééle zachte
stemmen, als vreesden zij door het verhaal
een nieuwe heiligschennis te plegen, wat er
gebeurd was: vóór het op het tabernakel ge
plaatste Aller-Heiligste had deze verworpen
mensch op den grond gespuwd; 'n kostbare
kelk, die alléén op de hoogste feestdagen het
Bloed des Heeren bevatte, had hij op onnoem
bare wijze bezoedeld; hooge prelaten in pur
per door sletten laten bespotten.
Het is toen geweest, dat de Zandwaard de
zen armen, verblinden mensch had willen wor
gen; vier kerels als boomen hadden moeite,
om hem tegen te houden; vrouwen klemden
zich weenend aan hem vast. Anderi Hofer
werd géén moordenaar, „Mij ss de wraak, Ik
zal vergelden, zegt de Heer".
De maat wes achter meer dan vol.
Verkleed als Hongaarsch veehandelaar, reis
de de trouwe Tiroler naar de keizerstad Wee
nen, waar hij met aartshertog Jóhann alles
besprak, wat hem op het hart lag. Dagen en
nachten overlegden die twee, wat., er gebeu
ren moest. Tot zijn vreugde kon Hofer de tij
ding meenemen, dat in alle stilte tot den oor
log tegen de indringers was besloten. Als een
bliksemstraal trilde deze blijde boodschap
door heel het bergland, onder alle getrouwen,
duizenden en duizenden, die zich aangordden,
heimelijk, ten strijde! Niemand, die het plan
verried! En toen eindelijk, in Februari 1809,
een Oostenrijksch legercorps Tirol naderde,
brak de opstand los. Zijsen, dc rschvlegels, bij
len, geweren, alles werd meegenomen contra
Óen vijand, die tegen deze lawine niet bleek
opgewassen. Innsbruck (niet: briick, zooals de
meesten zeggen!) werd overrompeld, de
vreemde troepen gedwongen door de straten
„Gott erlialte Franz den Kaiser" te zingep, tot
hun de ton-g uit den mond hing!
Dat was een fijne dag voor Hofer, pater
Roodbaard en Speckbacher!
De hoepelrok of crinoline verscheen voor
het eerst te Parijs als modeartikel omtrent
1719. Op het tooneel nog wel! Daverend ge
lach! Het klèedingstuk had succes! Véél suc
ces. 'n Veertig jaar lang hebben de dames
in deze „criardes" naar het geruisch, dait
ze maakten tijdens het dragen; crier-
schreeuwen! rond gewandeld; de mode
mocht er tonnetjes van maken of ovalen, de
stof zóó wijd uitzetten, dat de ellebogen er
gemakkelijk op konden rusten, het hóófdmodel
bleef onveranderd, zoodat de gelukkige bezit
ters op hun kant door de deuren heen moes
ten! De domineesche van Fürstenau bad
alleen voor zich twee stoelen in de kerk noo-
dig en deed haar belagers, die dit teveel von
den, zelfs een proces aan; zij hield haar
hoepelrok.
Het woord „crinoline" is gemaakt van het
latijnsohe „crinis", haar, en „linum" draad,
paardenhaar en draad vormden 'n stijf soort
stof die aan de tonnetjes hun ronding en stut
moest geven! Dat was, toen daartoe nog geen
stalen hoepels of- walvisehbaleinen werden ge
bruikt. Vermakelijk is de Punchalamanak van
1851: „Mrs. H. came out this morning in
her crinoline, as if she was not big enouash
already!"
„Juffrouw H. lanceerde vanmorgen 'n hoe
pelrok, net of ze nog niet dik genoeg van
haar eigen was!"
BOEREDEERNTJES.
Boeredeerntjës, en dienstmeisjes, die in
Duitsehland met crinolines uit kwamen, wer
den door de justitie bestraft, daze mode was
daar alléén voor de hoogorfe standen toege
laten. Aan de stok-oude mevrouw de Bussy,
in Verdun, kostte de criarde het leven; bij
het aanpassen van zoo'n nieuwe kooi kwam
zij te struikelen en overleed in den aanval
ligen leeftijd van één honderd en elf jaren!
Gelukkig haperde er niets aan het kostbare
kleedingstuk! Alle vijf of was 't in En-
gelscb model, met acht? hoepels waren
nog heel, hetgeen pleit voor de stevigheid van
het waivischbalein, waarvan zij vervaardigd
waren.
Duur kostten deze k leer en niet. Voor 'n
40.— tegenwoordige waarde kon je al héél
chique te voorschijn komen!
De laatste crinoline werd wel in 1789 te
Parijs besteld, m'aar in Duitsehland en En
geland bleef ze langer in de a ode.
„Lipton's thee" is in Engeland net zoo be
roemd als bij ons de koffie vanen de
cacao van vul zelf maar in De Lip
ton-lunchrooms te Londen zijn hekend genoeg
en de Lipton-hötels niet minder, je moet min
stens een week te voren je kamer bespreken
■wil je bij aankomst niet alles bezet vinden
Die m'neer Lipton nu is dezer dagên gestor
ven als „Sir Thomas" Je weet, „Sir" is een
adels-praedicaat en de „knights" en „baronets"
worden altoos met den vóórnaam aangespro
ken, nooit „Sir Lipton", maar „Sir Thomas".
Goed. Deze thee-kening weldoener en sports
man is maar héél kleintjes begonnen, als loop
jongen Het duurde echter niet lang, of hij
kon er zelf zoo'n duvelstoejager op na gaan
houden in het winkeltje, dat hij te Glasgow
opende en waarvan de hoofdinhoud uit eieren
en kaas bestond „hamm and eggs", in Enge
land even populair als bij ons oliebollen of
erwtensoep. Het whs de jongen er wèl naar
Groote knollen in z'n kousen, gaten in z'n
schoenen, haar, dat door z'n pet heen woeker
de, maar enfin, hij liep
Thomas Lipton zag natuurlijk zeer goed in,
dat hij met zoo'n slordige vertegenwoordiger
weinig eer behaalde en hij spaarde net zoo
lang, dat hii zijn kn^chie in 'n blauw costunm
en nieuwe schoenen kon steken. Drit zou het
aanzien der liam-en-eieren-firma nog eens ver-
hongen
Maar. wie er den anderen dag ook verscheen
d9 loopjongen niet. Gewacht en gewacht; geen
loopjongen meer te bekennen. Lipton stapte
naar 's jongelings moeder, om 'ns te hooren
wat er aan de hand was De goede vrouw ver
klaarde hem zeer welwillend, hoe de vork aan
den steel zat Jimmv zag er nou zóó keurig
"it, hij kon nu met zoo'n snert-winkeltje als
dat van m'neer Lipton geen genoegen meer
nemen en bad 'n royaler zaak opgezocht!
M neer werd bedankt veor het nieuwe pak
en de schoenen
Vier geiheiimizimnige lettere, waarvan in
Duiitsahttiand de gevreesde veemgerichten zich
bedienden, wanneer zij iemand tot den dood
door diem stirop veroordeeld haddan. „Strick,
Stein, Gaas, Grün" strop, steen, gras, groen!
In dein boomstam, wiaanaan de veroomdeeOde
was gehangen, staken de schepenen 'n dolk
Het veemgericht was een voliksiraohtbarik, die
zich met folteren of zoo niiet ophield. Wie
werd aangeklaagd, kreeg 'n poos om zich van
schuld vrij te pleitenwerd - hij veroordeeld,
dan vond vaak de doodstraJ toeuxuasing dooor
mididett van den strop.
In 'n eeuw, vervuld van het gedruiseh der
wapenen als de 17de, behoeft het niet te ver
wonderen, dat de omgangsvormen en manieren
heel ruw waren.
De hertog van Orléans, die verschil van mee
ning had met kardinaal De Richelieu, gaf de
zen kerkvorst in diens eigen paleis een paar
draaien om de ooren
Keurvorst Karei van de Pfalz en keurprins
Georg van Hannover dienden hun hooge ge
malinnen aan tafel gerust 'n paar opstoppers
toe, wanneer zij het niet met de vorstelijkhe
den eens waren
Een Oostenrijksche aartshertog moest in
1624 zijn gasten verzoeken, dat zij zich aan ta
fel niet de vingers zouden aflikken, niet zou
den snuiten in het tafellaken, noch op hun
bord spuwen
De hertog van Pommeren verzocht zijn ge-
noodigden elkaar aan tafel niet met afgeklo
ven botjes te smijten, noch met bekers op el
kaar te mikken hij besloot met te wijzen op
het meenemen, tengevolge van „verstrooid
heid", van zijn kostbare servetten.
De deftige jongelui in Londen amuseerden
zich des nachts met het overvallen van koet
sen en draagstoelen, dienden den geleiders een
pak slaag toe en boezemden vooral den dames
allerwegen schrik in.
'n Student van Heidelberg ging zóó ver in
het uithangen van den branie, dat hij 'n pond
vleesch van 't terechtgesteld misdadiger op at!
De kinderen gingen op de hondenjaeht en
ranselden de arme dieren dood met hun stok
ken, zéér tot vermaak der ouderen.
De heeren hielden tot in het midden der
17de eeuw altijd hun hoed op het hoofd, ook
in kamers en in gezelschap van dames.
Gezanten eischten als hun recht op met be
dekten .hoofde voor koningen en vorsten te
verschijnen. Toen graaf Dohna in 1615 zijn
hoed voor Maria de Medici zou moeten afzet
ten, reisde hij liever af dan zich zóó diep te
vernederen.
De Spaansche gezant, graaf Onate en de Ve-
netiaansche legaat Gritti sloegen elkaar op
den rijksdag (1622) van Regensburg 'n bloed
neus, omdat de een den ander niet voor wou
laten gaan Iets dergelijks vond plaats, nog
wel tijdens een precessie op Witten Donderdag
in Weenen (1665), tusschen de gezanten van
Genua en Mantua zij mepten elkaar met de
lange waskaarsen om de ooren Fransche rid
ders bevochten eikaar bij hoffeesten en too-
neelvoorstellingen met den stok, en moesten
dan door soldaten gescheiden worden.
'n Tijd lang kon men in Rome geen processie
laten trekken, omdat de broederschappen al
tijd in hevigen strijd geraakten omtrent den
voorrang
Veel drinken gold voor gezond en noodzake
lijk, om zich 'n lang leven te verzekeren
Toen keurvorst Christiaan II van Saksen
de stad Praag in 1610 verliet, dankte hij den
keizer, dat deze hem aldaar geen uur nuchter
had laten rondloopen.
Peter von Strahlendorff (t 1637) was be
roemd om zijn drinkgelagen en de Branden
burger kamerheer Burgsdorf dronk 18 maten
wijn tijdens één bijeenkomst. Daarbij ontbrak
het ook niet aan eten Het menu voor het
hof van Hannover, op Zondag 13 Juni 1647,
bestond uit de volgende gangen twee soor
ten wijnsoep, reerug, gebraden vogels, kar
pers, pasteitjes, gevulde' iamsborst, kool, ham
van wildé zwijnen, visch, lamsbout, vijgen-
taart, koek, snoek, hertenbout, artisjokken,
rundvieesch met toebehooren, kalfsvleesch, in
azijn gelegd vleesch, kreeft, speenvarken, kalfs-
pens, ossenpoot Wie dat achter zijn knoo-
pen had, kon er voorloopig wel tegen
Koning Hendrik IV van Frankrijk, die im
mers wou, dat eiken onderdaan 's Zondags z'n
kippetje kon braden, at zich telkens ziek aan
meloenen.
De Zonnekoning, Louis XIV van Frankrijk,
at eens aan één maaltijd vier borden soep,
'n fazant, 'n patrijs, 'n groot bord sla, 'n groot
'bord „Irish stew" twee flinke plakken hom,
fruit en confituren. Zijne Majesteit at altijd
zónder vork, dat was algeméén gebruik, zoo
goed als ze allemaal ook uit één soepterrine
lepelden
De dichter Montaigne heet z'n eigen her
haaldelijk in z'n vingers, gelijk hijzelf betuigt.
De Engelschman Coryat trachtte te ver
geefs de Italiaansche mode 'n vork, te ge
bruiken, ook voor zijn landslieden aan te be
velen (1608) hij werd algemeen voor gek ver
klaard.
De hofdames van Lodewijk XIV hadden alle
maal vieze neuzen door het snuiven, hoewel
de koning deze mode verafschuwde.
Op de kermis liet men in 1614 'n jongedame
zien, Eva Vliege, die zeventien jaar nergens
anders v5n geleefd had dan alléén van rozen
geur en maneschijn.
De jacht bestond in hoofdzaak daarin, dat
men 'n troep dieren bijeen dreef in 'n omhei
ning en ze daar in massa doodschoot!!
De Portugeesche gezant, prins De Ligne ver
loor aan graaf Hallweil in één avond 50.000
.gulden hij noodigde den graaf uit 'n toertje
met hem te maken, doodde hem in 'n bosch en
verstopte daar het lijk
Dat waren zoo de manieren in de zeven
tiende eeuw
Hutspot van schapenvleesch, uien en
aardappelen.
IN DE MAAG
van één vloo werden eens 5000 pest-bacteriën
ontdekt! Dit lieve dier bleek zoowel bij ratten
als bij menschen als kind in huis! Zoodoende
wordt dan ook de pest van ratten op ons over
gebracht.
was 'n eerste liefhebberij gediurende de acht
tiende eeuw. „Liselotte", Elisabeth, de schoon
zuster van den Zonnekoning Lodewijk XIV,
vond brieven van 25 kantjes 'n kleinigheid! De
prinses van Wales beantwoordde toaar in cata-
belletje®, dlie tot 45 zijden besloegen!! 'n Goed
voorbeeld voor hen, die zoo kolossaal tegem 'n
briefje opziien en anderen maar dag in dag uit
vergeefs op eenig teeken vam leven laten
wachten. De wrange sipotter Voltaire corres
pondeerde met de halve wereld en toonde aan
dem beruöhten avonturier Gasamova in 1760
niet minder dan 50.000 tot hem gerichte brie
ven! Mevrouw Geoffirin rekende het zich tot
een plicht eiken dag twee brieven te schrijven,
als een uiterst minimum! De romans in brief
vorm kwamen omtrent dezen tijd in bloed.
Geen wonder!
ui.
Aan welke bekende spreekwijze doet dit
plaatje je dadelijk denken?
Wij geven er nu nog twee; daarna de oplos-
ging; sotorifltellijlk inzenden na plaatsing voa
heit laatste plaatje.
Gebrtfiksaamiwijzifflg: 't Zwart uitsnijden of
-knippen. Plaats achter dit beeld een kaars,
't Geeft 'n toeele verrassing op wand of eaheirm.
Op verzoek van enkette patiëntjes in sana
toria en van véél anderen daarbuiten, geven
we weer 'm kleurplaat, die op wit papier ver
groot kan worden overgeiteekend. Kies heldere
tinten en breng geen schaduw aan!
N