^KUhTU MIJT OK ZEOGEn UIT BABys DAGBOEK VROUWELIJKE P ROPAGANDISTEN I GEDACHTEN VAN „DE SLEUTELBOS". MODEPRAATJES. ZATERDAG 21 NOVEMBER 1931 DE BRUIDSJAPON. SMAKELIJK ETEN. GORT. GORT MET SCHUIMKOP. DE LAATSTE STELLING. Wat kan de R. K. Vrouwenbond doen in dezen tijd van werk loosheid De Sleutelbos Is een VTiendschaps verband van afgestudeerde R. K. Vrouwen. Groot is de materieele ellende, maar grooter de moreele ellende door de werkloosheid ver oorzaakt. Het niets verdienen is erg, het niets te doen helden erger. Denk aan 'den deprimee- renden invloed van een werkloozen man op vrouw en. kinderen. Als vrouwen voelen wij mee het lijden van zoovele vrouwen, gebukt onder steeds een de zer zorgen. Wat te doen? Werkverscihaffen? Voor zoo ver we kunnen ja. Ziehier geachte lezeressen en eventueele le zers, de ontroerende aanhef van het vlugséhrift, uitgegeven door bovengenoemde vrouwen club ,,de Sleutelbos". Velen zullen haar kennen, velen ook weer niet, maar daar treedt zij in eens In het volle licht derdagblad-publicatie en wij vrouwen, allen zonder onderscheid, moeien onze aan dacht geven. In Amsterdam Is reeds In overleg en samen werking met deD R. K. Vrouwenbond een deel van de plannen verwezenlijkt; zóó moet het overal gaan, Rotterdam, Den Haag, Utrecht moeten volgen; Brabant, Gelderland, noch 't Oosten noch 't Westen mogen achterblijven. De R.K. Vrouwenbond te Rotterdam had In haar winlerprogramma der „Haak-, Naai- en Brei-actle", naast een speciale toezegging aan alle Concordia-scholen en de R.K. Verzorging ook steun beloofd aan de werklooze gezinnen onder zijn leden. Maar nu, na een vergadering, waarop mr. Mia Feber zoo schitterend de idee van het voorgenomen werk wist uiteen te zet ten, Is ook de R.K.V.B. te R. besloten zijn actie uit te strekken tot allen, die buiten haar bond in benarde en moeilijke omstandigheden ver- keeren en heel Nederland zal dit voorbeeld volgen. Wij doen een beroep op alle vrouwen in ons land om mede te werken tot het welslagen van het met zoo fijne Intentie opgezette werk. Ziet eens zoo'n flink degelijk huisvader, al tijd vol ijver, vol werklust geweest. Ook hem viel menigmaal het gedwongen niets doen van den z.g. vrijen middag zwaar; hij dankte God, als hij na een welverdienden rustdag toch weer aan het werk mocht gaan, blakend van ijver en energie. En nu is hij ontslagen wegens malaise of God weet wat. Daar zit hij nu, daar hangt hij, daar loopt hij van het eene bureau naar het andere om telkens moedeloos, teleurgesteld, verbitterd tenslotte huiswaarts te keeren. Aioader de vrouw ziet met haar duizend en dén zorgen, haar wasch, haar strijk- en ver- wielwerk, heeft geen tijd voor hem, zij moet vooruit en hij lummelt rond, koud, vervelend, lamlendig. Heeft trek in thee, koffie, 'n pijp elaas, waar geen werk is, is geen geld voor dergelijke tijddoodende dingen; de armoede en de nood staan dreigend voor de deur. Misschien is er veel, heel veel godsvrucht in t gezin, wordt er veel gebeden, gaat de man met de kinderen 's ochtends en 's avonds ter kerk. Hij wil ziah goed houden, zijn vrouw hel pen, timmert wat, verft wat, maar ach, dat alles kost geld. Des avonds is hij niet moe genoeg om te slapen, hij blijft hangen, grijpt alles dan wat afleiding geeft, ieder brokje papier is. welkom en geest en hart worden vaak vergiftigd door alles wat zoo grif, kosteloos in huis gegooid wordt. Wrevelig en ontstemd kan hij het gespeel der kleinen niet verdragenhij snauwt, is prikkelbaar, vrouw eu kinderen worden bang van vader, schuw en gesloten. Al dieper zinkt het peil van zijn gemoedsgesteldheidalle vreugde, alle hoop op beter verdwijnt; en de atmosfeer steeds meer geladen, barst tenslotte los in een rampzalig exces van drift, woede, verwijten, twist. Een kleinigheid lokt hem bulten; een kameraad biedt een borrel, 't pro ces van ellende en verwording neemt toe, voert tot ondeugd en wanhoopsdaden en de kanker der werkloosheid maakt een slachtof fer te meer. Jonge, flinke vrouwen, niet schromend de afzichtelijke plekken in het wonde lichaam onzer maatschappij te peilen, willen nu hel pen, trachten te genezen. Zij, o de liefde is eindeloos in haar vinding, rijkheid, zij hebben een plan gevormd, een ini tiatief genomen om dat euvel der lediggang te bestrijden. Zij kunnen niet iedereen aan het werk hel pen, afd<>ende en toongevend, doch zij willen bezigheid verschaffen, een bezigheid, die de fantasie prikkelt, de arbeidskracht opwekt, en tegelijkertijd het godsdienstig beginsel doet op leven en Wondere gedachte der vrouwelijke logica. „Geef hun werk", een werk dat de handen vereelt, maar de zielen adelt. Laat hen een kribbe maken, een stal van Bethlehem, figu ren en alles wat er toebehoort. Ze kunnen over het algemeen zoo knutselen, de jongens en mannen. In de j.l. Maandagavond gehouden vergade ring van den R.K. Vrouwenbond la onder voorlichting van mr. Mia Feber het plan be sproken, boe den nood te lenigen. Aan de hand van het plan door „de Sleutel bos" ontworpen, roept zij alle werkloozen op, om zich te zetten aan het zoo bij uitstek ge schikte werk, dat verstand, hart en hand be hoeft. Zij roept hun toe, zet U aan hetwerk ontwerp een grot, een stalletje, een kribbe van Bethlehem. Snijdt, boetseert uw figuren geeft uw talent en liefde aan de teedere vormen van het Christelijke, Zijn Heilige Moeder, den Eenvaardigen St. Jozef, de herders Laat uw verbeelding vrijuit werken, het ter rein s onafzienbaar, geeft vrij spel aan uw gedachten, uw handen. B^z.zijnd© zullen sohoone en goede ge dachten van onderwerping aan Gods H. Wil en ei tiouwen op Zijn Hulp als vanzelf tot .omen en het zal u beter gaan in alle op zichten. Een groote tentoonstelling zal dan gehouden vorden van aller arbeid, prijzen worde® be schikbaar gesteld, charitatief Nederland zal zich niet onbetuigd laten. Het zal een zegen zijn voor uw gezin, vader die werkt, die knutselt, een vrouw die stil baar gang kan gaan, die met een liefdevollen blik, een woord, het werk prijst em looft en de band zal inniger worden, ondanks tobben en ontbering, want Jesus, de teere kleine Jesus van Bethlehem is in uw midden. Gij allen die dit leest, o helpt de arme werk- loozen, die gij kent, wekt ze op. En, opdat uw woord niet ijdel verklinke, brengt ook hun het werk uwer handen, het werk door haak-, naai en brei-actle in het leven geroepen. Doet ailen wat ge kunt, wilt ge prijzen be schikbaar stellen, o, aarzelt niet, gaven in na- tura, als vleesch, conserven, fooonen, koffie, thee, alles, alles is welkom, brandstof, klee ding enz. Staande de vergadering van jil. Maandag werden reeds kippen, runderhaas, worsten, vet beloofd. Vrouwen volbrengt uw heilig apostolaat van helpende, mede dragende liefde. God gaf ons zooveel, laten wij edelmoedig zijn voor anderen. HELLENEN. Op een trouwdag misstaat een zekere een- vond zeker niet. Daarom worden by de bruids japon alle opmerkelijke effecten gemeden, op zichtige garneeringen en te gecompliceerde coupes weggelaten. De jonge bruid zal het bekoorlijkst zijn, wanneer ze een mooie stof draagt, met eenige découpes eenvoudig versier/}. Keus is er genoeg en het is, al naar het karakter, dat men aan het toilet geven wil, mogelijk zoowel een licht weefsel te nemen: crêpe-de-chine, georgette of romain, als lichte fluweel of faliezijde. Doch het meest klassiek, en daarom het meest geprefereerd, is zonder twijfel crêpe- satin, een niet alleen chique, maar ook in hoo- ge mate soepele stof. Bovendien heeft satijn het voordeel, dat het na den huwelijksdag nog best te gebruiken is, een satijnen japon toch kan gemakkelijk tot avond-toilet vermaakt, of empire groen of hardblauw, tinten welke de mode thans pousseert geverfd worden. Ondanks haar eenvoud zijn de découpes fijn genoeg, om aan het geheel de lijn te geven, welke het hebben moet. In dit verband zij er op gewezen, dat de gestyleerde lijnen, die wij voor de avond- of elegante middagtoiletten kennen, ook hij het bruidscostuum, zij het in< mindere mate, zijn terug te vinden. Een andere kwestie is de keuze van den sluier, welke aan de gratie van het toilet zoo veel bijdraagt. Fijne tulle bevredigt het meest, omdat deze door haar fijnheid het gelaat der bruid als in een aureool plaatst. Wat het kapsel betreft: op den huwelijks dag wordt het voorhoofd vrijgelaten en het haar op het hoofd vastgemaakt. Het wordt diktvijls getooid met een eenvoudigen krans van witte bloemknoppen, maar ook gebruikt men witte bonnetjes, die juist op het hoofd passen en gegarneerd zijn met paarlen of snoe ven, icelke meestal herinneren aan een détail van het toilet. Ten slotte zij de aandacht er op gevestigd, dat het bouquet der bruid en der bruidsmeis jes tegenwoordig vaak vervangen wordt door 'n kleine, geheel van bloemen gemaakt mofje. R. Abonné C. B. te Den Haag vraagt „hoe kan ik verwijderen de vlekken of witte plekken van het morsen met water op het eikenhouten blad eener naaimachine". Men wrijve de plekken met een fijn schuur papier wat af zette ze dan goed in de was; men late deze er eenige uren intrekken en wrijve het dan uit. Het is praktisch altijd eenig fijn schuurpapier in huis te hebben van het soort dat de meubelmakers gebruiken; het ziet lichtbruin. U kunt op bovengenoemde wijze ook de donkere vlekken en kringen uit uw eikenhouten theemeubel verwijderen. Af schuren en opnieuw in de was zetten. Aborniê F am. C. te Valkenswaard vraagt, hoe een koelkast, geen ijskast, ter vervanging van een keldertje gemaakt moet worden. Dergelijke keldertjes voor likeur en anders zins maakt men wel eens in antieke kasten en buffetten. Men heeft daarvoor dubbele*wan- den noodig, waar tusschenin de een of andere specie .is aangebracht. Een vakman kan u daaromtrent het beste van dienst zijn, daar het kastje zoo gesloten moet zijn dat geen warmte er binnen kan dringen. Op de tweede vraag dient bet antwoord dat de door u genoemde etenswaar op een koele plaats bewaard moet worden, liefst op een kouden drogen zolder. Het is 't meest de vocht en de nabijheid van 'n schoorsteen die het euvel veroorzaakt. Op buitenplaatsen waar 'n „groote slacht" is, beeft men op zolder groote vliegenkasten waarin ham en spek hangen, ter beveiliging van wintermuggen, vliegen, muizen enz. Abonné de Gr., Amsterdam verzoekt om een recept voor banket of boterletter. Banketletters bakt men met margarine, bo terletter met boter. 1 p. zoete amandelen wordt met 1 p. suiker en 'n weinig citroen sap en twee eieren niet te fijn gemalen. Nu worden er lange pillen van gerold. Het kórst- deeg wordt uitgerold, ter dikte van 'n gulden en worden de lange pillen amandelspijs er i® gerold, waarna men 'n letter hiervan vormt, deze met ei bestrijkt en in een heeten oven afbakt. Abonné J. J., Leiden vraagt een recept om speculaas boven op het gasstel te bakken. "Wij kunnen u een zeer goed beproefd recept geven, doch u zult zeker een soort oventje moeten gebruiken. Er zijn zeer praktische modelletjes in den handel die men op 't gasstel plaatst. Het recept is als volgt: 5 ons Zeeuw- sche bloem, 3 ons basterd suiker, 2 ons boter, 'n beetje melk, 35 gram speculaaskruid, 1 mespunt koolzuur, 1 ons gehakte amandelen en oranje snippers. Als het deeg is gezet,, worden er lange pillen van gerold, die men op de speculaasprent drukt, na deze eerst bestoven ta hebben met bloem, dan snijdt men met 'n scherp mes bet deeg er af en de prentjes worden uit de prent of plank gesla gen' en deze worden op besmeerde plaatjes met boter gezet en niet te heet afgebakken. III. Ich bin ja heut' so glücklich, so glücklich, so glüucklich Zijn me dht even feestdagen geweest: twee oma's op bezoek „Straks", bad mamma me een paar dagen geleden al verteld, toen ze me 's morgens in bet bad deed. „straks komen de omajen". Ik snapte er niets van en lachte maar. En dan begon ze maar weer te zingen: „direct komen de oma's, de oma's, de oma's, direct komen de oma's, de oma's allebei". (Mamma zingt altijd alles wat ze me vertellen wil, omdat ik dat zoo leuk vind). Nu, daar kwamen ze dan. Grootmoederlijke waardigheid was ver te zoeken Ze kwamen letterlijk bij me binnengestormd. Ik had nèt bijna m'n slaapje te pakken, maar floep daar was ik de wieg al uit. Ik moest natuurlijk direct lachen, maar meer dan een flauwe grijns konden m'n lippen niet produceeren. Ik had nog zoo'n reuze maf. Toen brak de wonderstroom van de oma's los. Nee maar, dat is gewoon fantastisch zoo als die tegen je praten kunnen. Ilc ben gewend aan bet gezang van mamma, en Pappa die altijd mórgen Hanneke, hallo van Druten of Hup Ajax tegen me zegt. Maar nu was ik ineens een bartepitje, oma's lieve kleine paradijs-appeltje, een hontepiet, een flipseffans en een klonterdeesje. En dan was het maar ld-la-la-la-la entü-tu-tu-tu-tu, en dkg kleine Hanneke en dhg m'n lieve kindje. 's Middags mocht ik met de groote menschen mee aan tafel zitten. En 's avondsdat was heelemaal zalig. Dan mocht ik op een kussen op tafel liggen en onder de lamp naar de lichtjes kijken. En de oma's verrukt dat ik dat allemaal zoo leuk vond 1 Pappa zei den heelen tijd: „Jullie verwennen dat kind schromelijk, wij krijgen er last maar mee!" Wat hij daarmee bedoelde, snapte ik niet goed. Zou het soms zijn, dat ik woedend werd, als ze me weer in m'n wieg legden, of dat ik een heelen nacht gebruld heb van verlangen naar de oma's Ik weet bet niet Ik heb iets reuze grappigs opgemerkt. Als de menschen iets tegen elkaar te vertellen hebben, maar dat niet goed durven of niet willen, zeggen ze het tegen mij. Zoo vond oma bijvoorbeeld dat ik niet ge noeg kreeg, om de 3% uur. Nu had ze natuur lijk gewoon tegen mam kunnen zeggen: zeg, je moet je kind iedere drie uur voeden. Maar nee, dat ging dan zoo: Ik op oma's schoot, mamma er naast: „Dag m'n kleine Hanneke, dag m'n kintie, wat huilt het kindje dan hè Heeft ze dan zoo'n hongertje, krijg je ook maar zoo weinig hè. Zou het kindje zoo graag alle drie uurtjes wat hebben Zal oma eens aan moesje vragen om jou wat meer te geven Mamma heeft er ook wel eens een handje van om zoo te praten. Bijvoorbeeld: Mam staat me te poedelen en heeft ineens gewel digen trek in een kop koffie. Leentje bellen, die juist een groote-kamerbeurt georganiseerd heeft, durft ze niet. Maar als Leentje dan toevallig net met een slagersbriefje binnen komt, ontstaat het Volgende gesprek: „Dag Hanneke (Leentje) word jij maar weer zoo fijn aangekleed „Ja (mamma), die arme mamma krijgt er dorst van. Die zon nu best trek hebben in een kopje koffie „Heeft mamma zoo'n trek in koffie", zegt Leentje dan, die de bint begrijpt, „zal Leentje dat dan eens voor mamma gaan hèAèèAlen. (Dit gaat van eene roffel op mijn buik ge paard). Zoo maar midden onder Leentje d'r werkje". (Tweede roffel). En dan mamma weer: „en veel mèlkje er in, en niet te weinig suikertje" En Leentje, met een aai over m'n wang: „en geen vèlletjes Soms gaan die gesprekken zoo ure® door. Groote menschen kunnen toch ook zot doen. Drie en een halve maahd ben ik nu. Ik heb iets vreeselijk geks gehad vandaag. Iets zuurs en wrangs. Ik trok een leelijk gezicht, keek vragend: „Sinaasappeltje" zei mamma, 't Zal ook wel weer wennen. Ik kan ineens geluiden maken! Ik zeg k, k, ld, rii, aad, in verschillende toonaar den. „Wat praat ze al aardig, hè" zegt pappa dan. Hij zou met hetzelfde succes kunnen zeggen wat loopt ze al lief, als ik een been in de hoogte steek. Hij is geweldig trotsch op al mijn prestaties. Ik ben nu ook In het gelukkig bezit van een wagen. Ook al weer opvouwbaar. En ver stelbaar. Met rubber banden, nèt kleine auto bandjes. Hij veert zalig. Ik ben er al een keer in uit geweest, een reuze vertier. Soms schrik ik me dood, als er een tram of auto voorbU- snort. Zoo'n kei-harde claxon doet me ge woon Ineenkrimpen. Als ik kon praten, zou Ik mamma verzoeken toch vooral niet met me naar die drukke straten te gaan. Het is af schuwelijk voor een babietje. 't Felle zonlicht vinden we ook zoo naar. Maar bet rijden zelf is fijn. Verder nog nieuws? O ja. 's Avonds word ik tegenwoordig in een flanellen zakgestopt, omdat ik me altijd bloot woelde. 't Is een mooi rose geval, met bandjes krui selings over de schouders. Op zij met twee knoopjes dicht. Nu houd ik tenminste warme voeten. En in die zak heb ik ook niet zoo'n macht om m'n dekens weg te trappen. Er wordt wel goed voor me gezorgd, Ik kan niet anders zeggen. Vier maanden alweer. Een rnensch is. oud voor hij 't weet! Ik heb iets vreeselijks ge had, een steenpuist In m'n neus! Een ellendig gevoel. En Ik zag er uit! Oog, wang en boven lip heelemaal dik. Van de puist zelf was-haast niets te zien. Oom dok er bij gehaald. Hi was als de dood voor „het mes". Maar gelukkig geen gevaar, 't Ging vanzelf over. Toen het vuil eenmaal los kwam, was ik binnen een paar uur weer normaal. „Nu zou ze er wel eens méér kun nen krijgen zei oome Dok. Opwekkend voor uitzicht! En jawel, een dag of acht later, een dikke teen, pijn: ik had met m'n neus m'n ring-teen geïnfecteerd. Acrobatisch wonder- werkje, maar vervelend. M'n voet moest toen in gezuiverde soda-water, zoo heet mogelijk, geweekt worden, 't Had wat in! Maar na drie van die badjes brak ook dit geval door, en na eenige uren was bet leed weer geleden. De sinaasappel-sap vind ik zalig. Ik krijg nu ook 's middags pap. Dat is me wat ge weest, die pap-voerderij! Mamma had bet klaar gemaakt, van 100 gr. melk, 75 gr. water, 1 afgestreken lepel rijstemeel en 2 theelepel tjes suiker. Ze moest bet me met den pap lepel geven! Ze is er een uur mee bezig ge weest, de stakkerd, en toen lag de eene helft op m'n slabbe en de andere helft spuwde ik (met permissie) na vijf minuten weer net zoo uit. „Reuze succes", zei pappa. Den volgenden dag, een Zondag, zou hij me voeren. Resultaat van 1%, zegge en schrijve, anderhalf uur ar beid. Zijn pak vol, mijn trui vol, maar wat er in zat, bleef er in. „Ze kan er dus tegen", zei pappa verheugd. De dag daarop kocht mamma een flesch. En nu gaat het gesmeerd. BABBY. P a rij s, 17 November 1931, Dank aan de petites jaquettes van bont, die op bet oogenblik .zoo in smaak zijn, hebben de ensembles dit seizoen een geheel nieuw aspect. Astrakan en breltschwanz zijn voor deze kleine manteltjes een prachtig materiaal en het valt dan ook niet te verwonderen, dat die kostbare bontsoorten zulk een succes heb ben. Maar ook met goedkooper bont kan men een uitstekend ef fect bereiken. Zoo kan men ook poulain kie zen, of een van die ge vlekte bontsoorten, gen re léopard, die belang rijk lager in pry's zijn. Desnoods kan men ook gebruik maken van een dier bontstoffen, dlei zoo aardig het oor spronkelijk bont iml- teeren. De industrie heeft op dit gebied heel wat vorderingen gemaakt en men aar zelt niet dergelijke bontstoffen zelfs voor elegante creaties te ge bruiken. Vooral het breitschwantz-stof is erg in trek. Het teekeningetjé hiernaast geeft 'n zeer aantrekkelijk model weer. Men maakt hei; jaquette vaak niet lan ger dan tot de heupen. Maar men laat ze ook graag wat langer vallen, wat practisch en ook iets sierlijker is. Het hier gegeven model met een grooten zak en een ruimen col, 1^ zeer practisch en charmant tegelijk. Om de ensembles aan de wintermode aan te passen, completeert men ze gaarne met 'n rok van laken, of van een van die grove wol- soorten, die op het oogenblik zulk een groot succes hebben. Om een zekere harmonie te verkrijgen met het gevlekte bont, kiest men bij voorkeur een heel eenvoudige rok van kastanje laken, die niet al te lang valt. Om liet jaquette wordt een vrij breede ceintuur ge dragen van daim in dezelfde tint, terwijl bet hoedje, gekozen is uit soepel vilt, eveneens in kastanje tint. Wasch de gort, tot het water, dat er af komt, volkomen helder is. Week ze 24 uren in viermaal zooveel koud water als gort. Breng zo dan met hetzelfde water aan de kook, voeg er wat zout toe en laat ze op een zacht vuur, zonder roeren, gaar en droog worden (pl.m, 1% 2 uur.) Gekookte gort, gestoofde pruimen, 3 eiwitten en 150 gram suiker. Doe in een vuurvast schoteltje een laag gort, daarop een laag gestoofde pruimen. Klop het eiwit zoo stijf mogelijk, vermeng 't vlug met de suiker en strijk het dadelijk over de prui men. Laat het schoteltje in een zeer lauwen oven droog en bros worden (pl.m. 1 uur) maar zorg, dat bet zoo licht mogelijk van kleur blijft, desnoods de ovendeur openlaten. M. M. III (Slot). „Het wérk der propagandisten moet op hoog plein staan." Wat is het werk der propagandisten Ze komen in de zaal op ee® vergadering bij de aanwezige dames, om 't een of ander rond te deelen, eens iets te vragen, een naam op te schrijven, geld te innen. Ze komen dus als tusschenpersonen, als plaatsvervangsters van het bestuur, van het comité, van den Bond, in contact met de aangeslotenen. Misschien schrijven ze ooit eens een kaart, helpen een handje bij aankleeden van de zaal. Maar haar hoofdwerk is de vrouwen (soms mannen) thuis op te zoeken. Dus huisbezoek. Is dat noodig, nuttig Een ieder begrijpt, dat er een soort van men schen is, die niet uit eigen beweging tot U ko men. Met het gevolg, dat ze zelden of nooit iets over onze zaak, onze beweging hooren. De eenige weg is hier, dat iemand van die be weging met haar in contact komt om ze te overtuigen. Per se kan dit contact overal gelegd worden, op een avondje, bij een kerkdeur. Maar hierop kan men geen systeem bouwen. Men moet daarom al die menschen op gaan zoeken, volgens orde en systeem. Waar Na tuurlijk in het meest geschikte plekje: het be woonde huis. 't Zal wel eens gebeuren, dat ze niet thuis zijn, maar men weet gauw, wanneer ze wel thuis te treffen zijn. Natuurlijk kan men ze ook bezoeken op een atelier of kantoor of fabriek, als ze daar geregeld werkzaam zijn. Maar uit den aard der zaak kan men hier zeer veel moeilijker tegenkomen. Zoekt men ze thuis op, dan zal alles meewerken. Er is ook geen haast. Ze voelen zich daar rustiger, kalmer, vrijer. Er is ook geen haast. Gewoon lijk zijn daar nog omstandigheden, waarlangs men de sympathie kan winnen, als b.v. kleine kindertjes, voor wie men een vrfendelijkheidje «ver heeft. Met sympathieke woorden tracht men de on verschilligen en onwetenden te overtuigen op gevoelvolle wijze. Men noodigt de vijandig ge zinden met hartelijkheid in onze kathedraal van het vereenigingsleven. Op handige wijze schildert men het nut en de noodzakelijkheid. Voor dit alles is het toch noodig, dat we de menschen aan huis gaan bezoeken, gaan be werken, gaan overtuigen. Een enkel strooibil jet je wordt misschien hoogstens gelezen en daarna in de kachel of papiermand gegooid. Dit is de eenige weg om de niet-aangeslotenen te bereiken. Huisbezoek is ook noodig voor meerderen der aangeslotenen. Er zijn leden, die wel in de organisatie zijn, maar ze zijn geen organisatie- menseken. Eigenlijk is het eenig contact, dat ze bij een zekere, bijzondere gelegenheid eens komen luisteren of kijken èn de contributie, die ze nog betalen. Echt interesse bestaat niet. 't Gebeurt soms, dat dezen als huisvrouw b.v. zeer boog staanmaar de beweging naar buiten vloeit haar kalmpjes voorbij. Bij meerderen van dit genre komt de neiging nu en dan op, vooral bij het betalen van de contributie om maar te bedanken Een categorie van een afdeeiing is gewoon lijk een tikje oiitevreden. Waarvoor Dat kan zijn om nietigheden, om niets; maar de moge lijkheid bestaat dat ze een beetje reden hebben om minder tevreden te zijn. De mogelijkheid is ook niet uitgesloten, dat een gedeelte mort en stookt. We weten toch, dat bijna alle menschen bijna alles weten. Moet en kan nu niet door huisbezoek be reikt worden, dat het bestuur de redelijke ver langens en de onredelijke eischen eens kent? Is het niet noodig, dat de zwakkere zusters, de weinig geïnteresseerde leden eens langzaam worden gebracht tot het Inzicht, waarom ze aangesloten moeten zijn en blijven Zoo kan ook veel, wat scheef staat, recht worden gezet. Men ziet, intuïtief, allerduidelijkst in, dat een goed-geschoolde propagandiste bier veel kan bereiken dat zij de onmisbare schakel is tusschen gen Bond, ea de leden j dat slj door huisbezoek veel kwaad kan voorkomen en veel goed kan stichten. Maar, men moet ook niet meenen, dat dit werk per se succes zal hebben. Er wordt zoo veel zaad uitgestrooid, dat nooit opkomt; zoo veel bloesems brengen het niet tot vrucht. Huisbezoek in den zin van sommigen is: als een razende Roland een parochie afhollen dit heeft natuurlijk geen succes. Neen, huisbezoek vraagt onze heele persoon lijkheid. Als mensch, met verstand en wil als vrouio, met allerlei heerlijke gaven; als Christinne, met een gezond geestelijk le ven zij moet boven veie anderen uitstaan. Als al deze eigenschappen in de propagandis te aanwezig zijn, ais er gestreefd wordt in vol len ernst, om al deze condities te vervullen, dan pas treedt de propagandiste op, zooals het behoort en dan zal er ook succes te verwach ten zijn. Als mensch met verstand. De propagandiste moet theoretisch sterk ge schoold zijn. Ze moet iets in haar mars heb ben. De tegenpartij kan ingewikkelde moeilijk heden naar voren brengen; maar de meest domme opmerkingen worden so®is het moei lijkst weerlegd. Ze moet in het algemeen goed „bij" zijn, maar speciaal zal ze thuis behooren te zijn in het wezen, bet doel, de voordeelen van eigen organisatie en ook iets weten van de strevingen van den overkant. Alleen geschoolde, theoretische kennis la niet voldoende. In veel gevallen weet men al gauw meer dan voldoende. Maar men moet han dig kunnen manoeuvreeren; gauw begrijpen, waar hier eigenlijk de moeilijkheid ligt. Men moet ook zoo handig zijn, dat we ons niet zoo gemakkelijk op zijwegen laten duwen tel kens weer gauw tot de eigenlijke kwestie te rugkomen. Als mensch met veel wilskracht. De inzet van alle propagandistische actie moet zijn ik wil iets bereiken voor mijn or ganisatie. We doen dit met sterken en geschoolden ^11'tmag geen zwak pogen zijn, niet een tasten, geen aanloopje, maar een daad, een sprong, een greep. Met snelle, lenige voortva rendheid, met een veel-vertakt aanpassings vermogen sturen we naar een omschreven doel. 57e zullen zooveel personen bezoeken en zullen trachten hen te overtuigen. We moeten niet per se opgaan in de massaliteit we zet ten den eenen stap na den anderen. De propa gandiste gaat 10 personen bezoeken, die nog niet zijn aangesloten. Ze weigeren allemaal. Maar van drie heeft zij idee gekregen, dat er kans bestaat; dezen worden afzonderlijk ge noteerd. Ze loopt nog wel eens bij de anderen aanmaar doze drie hebben haar bizondere attentie en actie. Ze zet steer door, al klopt ze op een middag, op vele deuren, die letterlijk of figuurlijk geslote® bleven; ze springt daar om niet uit de stemming, maar begint en her begint, telkens opnieuw letterlijk met den moed der wanhoop, koppig, totdat ze ten slotte wel een succesje te boeken zal hebbe®. Haar wilskracht straalt ook uit, ten overstaan van den tijd. Ze wil iets bereiken laat het weer dan b.v. meer dan ongunstig zijn nu zijn de menschen thuisdu-s er been! Ze moet kunnen zeggen: ik heb uit mijn wijk gebaald, wat er uit te halen is. Ze heeft niet geleefd op: „daar haait het toch niets uit" neen, ze moet het bij ondervinding weten. Ik geef U dit voor beter, maar 't is mij® abso lute overtuiging, dat er hier en daar mogelijk een beslissend euvel bestaat, al jaren lang' Niet aarzelend en onscherp durven we te be weren, dat de propagandaclub geen duurzaam werk zal verrichten, als het hier en daar heer- schend idee niet over boord zou geworpen wor den; propagandisten moeten met een soort man nelijk karakter, met een tikje vrijheid d.i. bedoeld: vrijmoedigheid of brutaliteit dc menschen overtuigen. Dat idee hangt hier en daar. 't Lijkt mij absoluut foutief. Iets anders is: 't moeten gee® dralende natuurtjes zijn, geen sc h em er-men schjes die leven In ijle ombestemdheid ze moeten zich niet wentelen, vol angst, in een neteldoekje. Maar dat is heel iets anders. Neen ze moeten als vrouw tot de vrouwen gaan. Haar eigen persoonlijkheid vraagt dit. Ze moeten het doen uit eerbied voor de bezochten, als vertegenwoordigers van de organisatie. Alles moet verraden, dat het fijne, beschaafde, zachte, meevoelende personen zijn, echte vrouwen! Ze moete® wel een bres kloven in den eeuwige® muur van vooroordeeien; maar ze doen het niet met een houweel. De vrouwe lijke propagandiste, die praat als een man boo royaal; die vrij.... d.i. brutaal, er eens heen stapt. kan een tijdelijk succesje behalen maar zij en haar instituut zullen er geen gaven bij spinnen. In haar uiterlijk ,ïn haar oordeel, in haar spreken, dn haar manier van optreden, In alles moet de vrouw uitkomen, de beschaafde, keurige vrouw. Ze zorgt keurig gekleed te zÜn we bedoelen niet „zedig" dat spreekt van zelf maar zoo mogelijk bet tegendeel va® slordig: d.i. kunstzinnig, om het in vrou wen-termen uit te drukken: ze moeten b.v. van een jonge propagandiste zeggen: Wat ziet ze er keurig en lief uit! Stipt onderhoudt zij de vormen. Komt zij, verondersteld hij kennissen, dan is ze genoo- digd of wordt ze verwacht en ze zal dan ook beleefd zijn maar nu komt zij bijna altijd bij onbekenden, bij menschen, die niet behoo ren tot haar kennissen; ze is niet genoodigd, wordt er niet verwacht en komt, zoo onge vraagd, maar binnen! Zou het hier dan niet dubbel noodzakelijk zijn om beleefd en hof felijk te wezen? Elke brute wijze van optreden schaadt. Men denke over alle menschen goed! Dat past aan de psyche van de vrouw. Faber zegt: „jwielwilleride gedachten zijn zeldzamer Ida®, welwillende woorden en daden." In deze stem ming van welwillendheid zal ons gelaat een vriendelijke, zachte uitdrukking bekomen. Ze zullen de kracht bezitten al die liefdevolle gedachten om aan onze stem een vriende lijken klank te geven. En de menschen hooren zoo scherp! Waarom zoudt ge ook hoois of on prettig denken over al die menschen? Omdat ze bij een vorige gelegenheid U niet erg heusch hebben ontvangen? Maar weet ge, waarom dat was? U waart misschien dien dag al nummer vier, die ergens voor of om kwam! Wellicht kwaamt U juist binnen, toen'er eenige oneenig. heid bestond tusschen haar en heur man. Ze is mogelijk geschrokken, want heit huis was nog niet in orde gebracht. ,,AUe menschen zijn goed", zei de H. Franciscus. Dat moet ook de stemming zijn der propagandisten. Dan zal volgen, dat zij in haar woorden steeds overvloeit van goedheid en zachtheid en begrij pen. Al wil do bezochte niet tot uw overtuiging komen, de goede propagandiste blijft altijd hof felijk en beleefd, 't Is toch ook voor de andere partij geen plicht om lid te worden. Als men vriendelijk blijft, dan is uw woord als een zegen, die later iets zal uitwerken. Ach, 't mensche- lijk hart is als klimop; dat groeit niet tegen een ijsberg, maar dat zoekt een aonnigen boom stam. Later zullen ze, als u weer terugkeert en haar mogelijk felle radeloosheid voorbij Is. sneller en voller en dieper ademen, omdat ze voelen, dat u spreekt met een stem, die trilt als de hare. Zoo brengt de propagandiste in haar wijken niet alleen de daad der liefde, maar ook de liefde der daad. En hiernaar snakt de wereld-zon/ler-ecbte-liefde. Zoo wondt zij, ais Christus, die geen treurende ontmoette, voor wien Hij niet een woord van troost had; geen angstige, wien Hij geen moed insprak; geen vervolgde, of I-lij nam zijn partij op. Dan wordt ze gaarne gezien, al zijn de handen leeg; zij deelt den rijkdom der liefde uit. Nu is het terrein effen gemaakt; zij begint nu op gevoelvolle wijze de bezochten te over tuigen en op den duur worden verstand en wil veroverd. Ten laatstede propagandiste moet zijn in' baar pi ivé-ieven, maar ook in haar actie een voorbeeldig christen-vrouw. Zouden de propa gandisten van haar werk niet een carlcatuur makon, wanneer ze anderen gezond wilden zien, terv. vl ze zelf vrijwillig ziek blijven? Een apos tolaat voor een Katholieke actie moet gebeuren' door goede katholieke Dames. Hebben zij bij haar arbeid den zegen van Boven ook niet noo« dig? Men zij ook niet zoo naïef om te denken, dat heit somtijds voor jongere Dames niet ge vaarlijk zou kunnen zijn, om overal maar te komen. Als ze niet echt christelijk zijn. doen zij bovendien haar werk toch ook niet voor God! En dan de gevolge® De propagan diste Zonder bovennatmudlijk leven wil ook geen liefdevolle onderdaan zijn van heit Be stuur. In haar verhouding tot de andere pro pagandisten iaat zij zich verleiden tot jalousie. Maar vooral voor haar werk is ze ongeschikt, Door deze drie artikelen hebben we, hope lijk, belicht de eischen, te stellen aan onz« propagandisten, zelatricen enz. Tegelijk heb ben we antwoord gegeven aan de vele vra gers en vraagsters, naar een soort handleiding, P. DAMASCUS. O.M.Cap. I Babberlch.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 6