AMSTERDAM-BAT AVI A 3 DAGEN.
SPORT EN SPEL
WOENSDAG 2 DECEMBER T931
BEZUINIGING OP HET LAGER
ONDERWIJS.
r^DIO-PRO^RAMMA
aan de gevolgen overleden.
N WEEKRETOURTJE YOOR INDIE
Met een drie-motorig Pander
vliegtuig.
PLAN VAN LUITENANT ASJES.
MARKTBERICHTEN.
VISSCHERIJ.
V,06
DONDERDAG 3 DECEMBER.
«.«- -ait ififl KH) 8.009.15 KRO,
H u i z en kro', hierna NCRV. 8.00
10.00 NCRV, grarnofoonplaten10.15 zie-
—8.15 en 10.00-J»-» g gramofoonplaten; 11.30
leendienst; 12.15—2.00 KRO-orkest;
godsdienstig ha 3,00—3.45 vrouwenuurtje;
2.00 handwerkcursushandenarbeid voor
4.00 ziekenuurt] ecital6.45 knipcursus
de jeugd; 5.45—OAöP^1 ?45 Ned chr. Persbu-
7.00 vragenha chr. Politie Muziekvereeni-
reau; 8-00 Cnr.^ jgpkBn.
ging ^■SfeS=?,w?ie Familie-contact"; 9.30—10.15
9.00—9.30 cau Q'a ouverture „Norma", Bel-
ïiniV°Ca. C9D45 Vaz Dias. 10.15-11.30 gramofoon-
^HUverSUm (298 M„ 1004 K.H.) Uitsluitend
Tiitzending. 8.00 en 10.15 gramofoonplaten;
voordracht door Julia de Gruyter; 11.00
ütL van Praag (piano) en Elisabeth Vermeu-
1 Fiteffelaar (zang); U.45 gramofoonplaten;
IVno lunchtrio; 1.45 gramofoonplaten; 2.00 half-
rTir voor de vrouw; 3.00 knipcursus; 3.45 gra
mofoonplaten; 4.00 ziekenuurtje5.00—6.30 om
roeporkest; 6.30 sportpraatje door H. Hollander;
7 00 imroeporkest o.a. Eine kleine Nachtmusik,
Mozart; 7.30 Engelsche les; 8.00 gramofoonpla
ten 8.1510.15 Residentie-orkest o. I. v. A. van
Raalte m. m. v. Viola Mitchell (viool). O.a.
Vioolconcert b-moll, Saint Saëns, ca. 9.00 cau
serie over den Volkenbond; vervolg concert: o.a.
lsta Arlésienne-suite, Bizet, en Overture 1812,
Tschaikowsky10.15 Vaz Dias10.3012.00 Ko-
vacs Lajos en zjjn orkest.
Daventry (1554 M., 193 K.H.) 11.05 lezing;
12 20 orgelconcert door Reginald Foort; 1.20 gra
mofoonplaten; 1.35—2.20 Sted. Orkest van Bir
mingham; 2.25 voor de scholen; 4.30 Dansmuziek
Jack Payne; 4.50 Grosvenor House Orkest; 5.35
kinderuur; 6.20 berichten; 6.50 Beethoven's Piaa0"
sonates; 7.10 Duitsche causerie; 7.40 en 7.50 le
zing; 8.20 „The Ridgeway Parade", zang- en
dansrevue; 9.20 berichten; 9.40 lezing „What 1
would do with the world"; 10.10 bar 1;0" ®n
piano. O.a. mazurka en scherzo m b-moll, Oho
pin; 11.0512.20 dansmuziek Jack Payne.
Parti s („Radio-Paris", 1725 M„ 174 K.H
8.05 en 12.50 gramofoonplaten; 8.20l*j
uurtje; 9.05 Esope, van Th. de Bsnrtle, 8.50
operafragmenten (gramofoonplaten). O.a. uit
Carmen, Bizet.
Lannenberg (473 M„ 634 K.H.) 6.257.20
gramofoonplaten*12.25-J.S0 concert; 4,20-5.20
liederen G. Baum (bariton), begel. Grape, 7.20
„Wir durchtanzen ein Jahrhundert Omroepor
kest en solisten. Hierna: by de zesdaagsche te
Keulen; 10.30—11.50 avondconcert o. 1. v. Eysolt.
Kalundborg (1154 M., 260 K.H.) 11.20
1.20 concert uit het Palace-hotel; 2.00—4.00 Mo-
gens Hansens Orkest; 7.30—6.20 orkest, o.a.
Turksche marsch uit „Ruinen von Athen", Beet
hoven; 8.20—9.05 radio-tooneel9.05 moderne
pianomuziek; 9.20—9.30 radiosehets9.45—10.20
moderne muziek, o.a. „Der Jager aus Kurpfalz"
P. Hindemith; 10.20—11.50 dansmuziek.
Brussel (508, 590 K.H.) 12.151.45 orkest-
5.20 orkest; 6.50 gramofoonplaten; 8.20 volkslie
deren en potpourri's. Omroeporkest en solisten;
9.20—10.20 gramofoonplaten.
(338.2 M„ 887 K.H.) 12.151.45 concert; 5.20
orkest, 6.20 en 6.50 gramofoonplaten8.20 om
roeporkest. O.a. ouvert. Tooverfluit, Mozart; 9.20
—10.20 vervolg concert o.a. wals „Der Rosen-
kavalier".
Rome (441 M., 080 K.H.) 8.20 feestavond ter
gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Zee
vaartkundige Academie o. 1. v. Pietro Mascagni.
Zees en (1635 M„ 183.5 K.H.) 6.50 oud-Ween-
sche dansavond m. m. v. orkest en Otto Faszel
(tenor); 8.15 lezing; 8.45 hoorspel „Advent" van
R. Mirbt; 9.35 berichten, hierna uitzending van
het slot der Zesdaagsche wielerwedstrijden te
Keulen. Vervolgens tot 11.50 dansmuziek door de
kapel van Eysolt o. 1. v. Pensis.
WASCHINDUSTRIE EN CRISIS.
Gelijk eemige weken geleden In ons Blad
gemeld beeft in de vergadering van den
Ned. R. K. Bond van Waschindustrieelen, de
heer Kamerbeek, secretaris van dien bond, een
inleiding gehouden over „wasscherij en crisis."
(Bij het secretariaat Anslijnstraat 2, Haarlem,
is deze rede thans in brochurevorm verschenen)
In een ons gezonden uitvoerig schrijven
komt de heer P. Huyg van de wasscherij „Hoek
en Vaart" te Santpoort op tegen het betoog van
den heer Kamerbeek. Volgens den lieer Huyg
mag van een crisis in de waschindustrie niet
•worden gesproken, doch ligt de schuld van den
slechten finaneieelen toestand van verschillen
de bedrijven daarin, dat zij eenige jaren gele
den te groot en te grootsch zijn opgezet of
gereorganiseerd, in den tijd n.l. toen, ongeacht
den toestand van het bedrijf, iedere nieuwe
machine in iedere wasscherij haar plaats moest
hebben.
Dat de wasscherijen In het algemeen genomen
financieel noodlijdend zijn meent de heer Huyg
dan ook met beslistheid te moeten tegenspre
ken.
Antwoord aan het Katholiek
Schoolblad.
(Ingezonden).
Wat 1cij betoogden.
In een uitvoerig artikel hebben wij onlangs
aan de hand van onwraakbare cijfers, ontleend
aan de Rijksstatistiek, aangetoond, dat een be
zuiniging van bet eekenis op het lager onder
wijs, die de salarissen zooveel mogelijk ontziet,
a'leen te verkrijgen is door beperking van het
aantal leerkrachten.
We hebben voorgerekend, dat op 31 December
1929 de leerkrachten bij het gewoon lager on
derwijs ieder gemiddeld 33.3 leerling had
den, en die bij het uitgebreid lager onderwijs
ieder gemiddeld 18.97 leerling; en dat, ais ge
leidelijk het eerste gemiddelde tot 40, het laat
ste tot 24 werd opgevoerd, daardoor op den
duur een bedrag van 13% millioen gulden s
jaars op de totale uitgaven bespaard zou wor
den, ongerekend het feit, dat 6472 schoolloka
len met toebehooren disponibel zouden komen,
om den aanwas der eerstvolgende jaren op te
vangen.
Om dat belangrijke resultaat te verkrijgen,
zou alleen van een deel der leerkrachten eenigs-
zins Intensievere arbeid gévergd moeten wor
den. Dat zulks niet onredelijk of onbillijk zou
behoeven te zijn hebben we bewezen met de
gegevens der Rijksstatistiek, waaruit o.a. bleek
dat bij het gewoon lager, onderwijs op 31 De
cember 1929 meer dan 3000 leerkrachten Ieder
gemiddeld een klasje van 13 leerlingen hadden.
En we concludeerden, dat het Wetsontwerp-
Terpstra met de uniforme 45-schaal wel in de
goede richting ging, maar dat het bezuinigend
effect daarvan niet geheel tot zijn recht kwam
doordat bestaande scholen, die minder dan 91
leerlingen tellen, nog 10 jaar lang haar be
voorrechte positie van thans behouden, en
vooral, doordat de gemeenten vrij gelaten wor
den, om, wat haar betreft, door de aanstelling
van boventallige leerkrachten de bezuiniging
op leerkrachten en schoollokalen voor openbaar
en bijzonder onderwijs weer ongedaan te ma
ken.
Stelsel en gemiddelde.
Het Katholieke Schoolblad van 13 November
jl wijdt aan onze uitvoerig gedocumenteerde
beschouwingen een driestar. De schrijver daar
van heeft die beschouwingen blijkbaar slechts
oppervlakkig gelezen.
Na een inleiding, die met de kwestie, waar
het om gaat, niets te maken heeft, vertelt hij
zijn lezers, dat wij de 13% millioen bezuiniging
willen bereiken „door invoering van het 40-
stelsel hij het L. O. en het 24-stelsel bij het
TJ L O
Als hij zoo vriendelijk wil zijn, onze uiteen
zetting nog eens na te lezen, zal hij bemer
ken, dat wij dat nergens beweerd hebben. Wij
Hebben betoogd, dat de 13% millioen bespaard,
kunnen worden door het gemiddelde aantal
leerlingen per leerkracht, dat op 31 December
1929 bij het L. O. 33.3 en bij het U. L. O. 18.97
bedroeg, geleidelijk op te voeren tot respectie
velijk 40 en 24. Dat is heel wat anders dan het
40-stelsel en het 24-stelsel invoeren. Immers,
werd het 40-stelsel ingevoerd, dan kreeg men
bij 41 leerlingen reeds de tweede leerkracht,
hij 81 leerlingen reeds* de derde, enz. Ieder ziet
toch dadelijk in, dat men. zoo nooit zou toeko
men aan een gemiddelde van 40 leerlingen per
leerkracht. Daarom schreven we ook, dat Mi
nister Terpetra met zijn 45-stelsel in de goede
richting stuurt. Door dat stelsel zal het ge
middelde van 40 leerlingen per leerkracht nog
wel niet bereikt, maar althans benaderd wor
den, wat uit volgend staatje blijkt.
45-stelsel.
De tram-arbeider J. v. d. D., te St. Oeden-
rode, die dezer dagen met een kruiwagen in
een sloot reed, Is aan de gevolgen overleden.
TRAJECTEN:
AMSTERDAM. BOEDAPEST
BOEDAPEST.ATHENE -
ATHENE-CAIRO
CAIRO-BAGDAD.
BAGDAD-BUSJIRE
BUSJIRE-DJASK -
DJASKr KARACHI
KARACHI - JODHPUfl -
JODHPUR- ALLAHABAD
ALLAHABAD-CALCUTTA.
CALCUTTA-AKYAB
AKYAB-RANGOON
RANGOON - BANGKOK
RANGOON-TAVOY
TAVOY-ALOR STAR
BANGKOK -ALbR STAR
ALÓR STAtt-MEDAN
MEDAN-PALEMBANG
PALEMBANG-BATAVIA
BATAVIA. BANDOENG
TOTAAL
14.350 K.M.
msterdah
Rinoia
AT HEME
AGOAO
MEKiA
MATROfc
Gwadar
ARACm
LIN6EH
TAVOY
MERGuf
VICTORIA POINT
872
750
578
500
seo
410
1010
900
370
975
480
I06
JOOHPUR
ALLAHABAD
CALCUTTA
AKYAB
RANGOON
NGKOIC
ALQPSW/
'ALGMBAHó
Naar wij vernemen, heeft de luit.-vlieger
D. Asjes van de militaire Lucbtvaart-afdeeling
te Soesterberg het plan, met den luit.-vlieger
Schouw als tweeden bestuurder, binnenkort
binnen drie dagen van Nederland naar Indië
te vliegen. Voor de verwezenlijking van dit
plan heeft o.m. het Comité Vliegtocht Neder
land—Indië zijn steun toegezegd.
Het toestel waarmede de tocht zal worden
gemaaktt, is een ontwerp van de Pandervlieg-
tuigenfabriek. Het wordt een vrijdragende
eendekker, uitgerust met drie zware Ameri-
kaansche motoren, die het toestel een snelheid
zullen geven van 300 K.M. per uur. Het lan
dingsgestel zal optrekbaar worden gemaakt,
om den schadelijken luchtweerstand gedurende
het vliegen te verminderen en dus de snel
heid te vergrooten. In geval van nood zal de
hoofdbenzin-etank kunnen worden afgeworpen.
Waar het toestel ontworpen is voor een
werkingssfeer van 4200 K.M., zal het mogelijk
zijn den afstand tusschen Nederland en Java
in drie étappes te overbruggen. Men is voor
nemens dag en nacht door te vliegen, zoodat
het mogelijk zal zijn Maandagmorgen te Am
sterdam te starten en reeds Woensdagmiddag
te Batavia te arriveeren. Volgens den opzet
wil men Donderdag of Vrijdag de terugreis
aanvaarden, zoodat de machine reeds Zater
dag- of Zondagmiddag in Amsterdam terug
kan zijn. Bij slagen zal de reis Amsterdam
BataviaAmsterdam dus gemaakt worden in
totaal zes a zeven dagen.
DE KEULSCHE ZESDAAGSCHE.
Men seint ons uit Keulen d.d. 1 dezer:
In de Keulsche zesdaagsche heeft van Hout
vandaag opgegeven, zoodat Jan van Kempen
thans als reserve in de baan rijdt. Vanavond om
6 uur werd de spits gevormd door1. Tietz
Rieger 173 punten2. ScRönGöbel, 136 punten
3. MietheHürtgen 45 punten. Dan volgdenop
1 ronde 4. BuschenhagenFrankenstein 232 pt.
5. OszmellaBraspenning 101 punten; op 2 ron
den: 6. PijnenburgBulla 116 punten. De ove
rige 4 koppels volgden op 3 ronden.
De houtbewerking van het vliegtuig zal
uitgevoerd worden door de Panderfabriek,
terwijl de maatschappij voor vliegtuigbouw
Aviolanda te Papendrecht, die speciale er
varing heeft op het gebied van metaal
constructie, zich met den metaalbouw zou
belasten.
De uitvoering van dit plan, dat om zijn
uiteindelijk doel: het versnellen van de lucht-
verbinding tusschen Nederland en zijn gebieds-
deelen in den Indischen archipel, krachtigen
steun verdient, en waarin wij veel terug
vinden van het plan waarvoor thans wijlen
ir. B. Grasé, chef-vlieger van de Neder-
landsche Vliegtnigenfabriek, aanvang 1928 de
aandacht vroeg, Is een niet gemakkelijke taak.
Reeds sedert jaren houdt het „uitdenken" van
een meer-motorig postvliegtuig, dat in staat
is bij een actie-radius van ruim 4000 K.M. een
snelheid van 300 K.M. per uur te ontwikkelen,
de breinen bezig van de knapste vliegtuig
bouwers der geheele wereld. Creaties als de
Amerikaansche Lockheed en Bellanca. de
Fransche Breguet-Bidon en Dewoitine „Trait
d'Union" en de Engelsche Fairey Long Range,
zijn nog maar bescheiden stappen In de rich
ting van het zoo zwaar begeerde hyper-snelle
postvliegtuig met super actie-radius. Deze toe
stellen, die alle tot de klasse enkel-motorigen
behooren, omdat het bouwen van een drie-
motorige machine de technische moeilijkheden
niet weinig vergroot, steunen op een jaren
lange ervaring der resp. constructeurs op het
gebied van den verkenner- of verkeersvlieg-
tuigbouw en zijn bovendien op zich het resul
taat van langdurige en dikwerf kostbare proef
nemingen.
Het .zal den constructeurs der Panderfabriek
ongetwijfeld tot groote eer strekken, indien zij
er in slagen, de zware taak die zij zich ge
steld hebben, op bevredigende wijze te vol
brengen.
LEIDEN, 1 December. Vette varkensmarkt
517 stuks zware 35—37 ct„ 31 stuks lichte 32—33
et., zouters 30 et. per kg. levend Handel vlug.
ROTTERDAM. 1 December. (Bericht van de
Rotterdamsche Eierenveiling, Warmoezierstraat)
Kipeieren 3.25—7.70, eendeieren 2.505.35 per
100 stuks. Aangevoerd 130.000 stuks.
SNEEK, 1 December. Vee. Ter markt waren 171
melk- en kalfkoeien 120—260, 38 vette koeien
140—250, 13 vette kalveren 2030, 525 gras
kalveren 21—74, 170 nuchtere id. 4—9, 120
schapen 20—22, 421 lammeren 1620, 994 var
kens 20—70, 206 kleine biggen 48. Vette var
kens per kg. 12—14% ct., zouters 11—12% et.,
vette koeien 26—32% ct., vette kalveren 3040 ct.
per kg.
Handel in melk- en kalfkoeien kalm. Vette
koeien zeer traag. Vette kalveren lager. In gras
kalveren handel behoorlek. Nuchtere kalveren
traag. Schap enen lammeren zeer traag. Varkens
en zouters lager. Biggen kalm.
UTRECHT, 1 December. Vereen, groenten- en
vruchtenveiling Utrecht en omstreken: goud rei-
netten 9—37, sterappelen 11—31, present v.
engeland 1241, Gron. kroon 8—18, notaris
appelen 9—22, hooilaars 7—13, bellefleurs 5
16e, campagnezoet 412, armgaard 511, lands
berger reinetten 8—19, zoete reinetten 5—15,
Zwyndrechtsche wynperen 16—26, comptesse de
paris 1640, herfstsuikerperen 11—25 giezer
wildeman 8—16, winterjannen 6—12, brederoden
1117, bergamotten 510 alles per 100 kg.
Nieuwen Waterweg
1931
1930
12.466
13.879
20.888.008
23.396.918
Verschil
1.413
2.508.918
Rotterdam
1931
1930
9.862
11.060
16.199.052
18.816.958
Verschil
1.198
2.617.906
Hamburg
1931
1930
18.955
19.101
19.222.386
20.593.523
Verschil
146
1.371.137
Antwerpen
1931
1930
9.743
10.112
17.560.980
18.308.937
Verschil
369
747.957
ls inbegrepen de scheepvaart-
Altona, Harburg en Wilhelms-
Hierbij
beweging van
burg.
De officieele cijfers der netto tonnen-
maat voor Antwerpen luiden voor 1931
20.659.977 en voor 1930 21.539.926, het verschil
879.949. Om deze gelijk te maken met de hier
gebruikelijke berekening zijn deze cijfers met
15 pet. verminderd.
DE
RIVIER- EN BINNENVISSCHERIJ
IN OCTOBER 1931.
Grootte
Gemidd. aantal
deir
Gemidd.
Aantal
leerlingen
scholen
grootte
leerkr.
per leerkracht.
1— 45
23
1
23
46— 90
68
2
34
91—135
113
3
37
136—180
158
4
39%
181—225
203
5
40
226—270
248
6
41%
271—315
293
7
41
316—360
338
8
421/4
361—405
383
9
42
406—450
428
10
42
Met één oogopslag ziet men, dat bij het 45-
stedsel de kleine scholen niet aan het gemid
delde van 40 leerlingen per leerkracht toe
komen; dat eerst de 5-mansscholen dat gemid
delde hereiken en dat de grootere scholen er
boven uitgaan.
En wat men) als men ons staatje even langs
wil gaan, nog meer ziet? Dat het 45-stelsel bij
lange niet beteekent: iedere leerkracht 45
leerlingen. En ook, dat de uniforme 45-öchaai
voor de kleinere scholen nog altijd een vee]
gunstiger gemiddelde meebrengt dan voor de
groote.
Dat alles zullen onze onderwijzers wel we-
ten; maar zou 't geen aanbeveling verdienen,
dat in deze dagen ook e.ens. goed duidelijk te
maken aan het publiek, dat van schoolzaken
geen verstand heeft?
Rijksuitgaven en totaaluitgaven.
Maar we zijn met den schrijver van de drie
star ln Het Katholieke Schoolblad nog niet
klaar. Hij bejammert verder, dat we de oogen
hebben moeten sluiten voor het licht der lo
gica. „Immers", zoo schrijft hij:
>,de 13% millioen bezuiniging op de Rijks
uitgaven wordt volgens den voorsteller ge
vonden door de uitgaven der gemeente- en
schoolbesturen te verminderen. Misschien ook
door vermindering der Rijksuitgaven voor
het onderwijs, maar hetis niet onmogelijk,
dat de Rijksuitgaven verhoogd woTden bij een
40-stelsel. Door drieërlei kassen bijeen te voe
gen, waartoe het Rijk niet bevoegd is en wat
het Rijk dus nooit zal doen, komt men tot een
bezuiniging van 13% millioen. Men bezuinigt
op een drietal rekeningen, waarvan er één
slechts Rijksbegrooting heeft".
,,'t Is verbijsterend van naïveteit", roept hij
ten slotte uit, „zooals men omspringt met
Grondwet, Onderwijswet en Onderwijs-practijk!
Wij hebben respect voor onze Katholieke pers,
maar zij moet het toch niet al te bar maken".
Onze geachte opponent moge 't ons ten goede
houden, maar wij zijn bescheidenlijk van mee
ning, dat zijn weerlegging niet uitmunt door
duidelijkheid. Als hij ons betoog nog eens
maar dan aandachtig wil doorlezen, zal hij
zien, dat wij de 13% millioen niet willen be
zuinigen op de Bjjfcsuitgavem, maar op de
totaal-uitgaven van Rijk en gemeenten; niet
door het 40-stelsel in te voeren, maar door
het gemiddeld aantal leerlingen per leer
kracht, dat thans 33.3 is, op te voeren tot 40.
En dat kan heel eenvoudig gebeuren door in
artikel 28 der L. O.-wet de schaal te wijzigen,
.zoo noodig in dat artikel het woordje „ten
minste" te schrappen en in verband met dit
-■laatste, artikel 100 cum annexis uit de wet
te lichten. Dat heeft met de Grondwet heele-
inaal niets te maken en het Rijk is tot zoo
danige wijziging der L. O.-wet alleszins be
voegd. Minister de Visser heeft in 1924 maat
regelen in dezelfde richting voorgesteld, al
zag hij ze niet alle aangenomen.
Conclusie blijft onaangetast.
Zonder de salarissen te verlagen, zonder
iemand te ontslaan, kan men langs dien weg
bet aantal leerkrachten verminderen bij het
L. O. met 5.843 en bij het U.L.O. met 629.
Daardoor zullen de uitgaven van Rijk en ge
meenten voor salarissen geleidelijk met 13
millioen gulden 's jaars afnemen en zullen er
bovendien 6472 schoollokalen met toebehooren
voor de toekomst disponibel kome.i, wat prac-
tisch neerkomt op jarenlange beperking van
den scholenbouw. Zoo kan het Rijk, zonder ook
maar een oogenblik zijn bevoegdheid te over
schrijden, aanzienlijk bezuinigen op de totaal
uitgaven van Rijk en gemeenten voor het lager
onderwijs.
Misschien wil Het Katholieke Schoolblad
nu, wat wij schreven, nog eens. aandachtig
overwegen. Gaat het er daarna nogmaals op
in, dan moge het alles weglaten, wat met de
kwestie niets te maken heeft en vooral zich
onthouden van exclamaties, die niets bewij
zen, alleen maar pijn doen.
's-Gravenhage, 26 November 1931.
De Afdeeling Visscheryen van het Departe
ment van Binnenlandsche Zaken en Landbouw
deelt het volgende mede omtrent de rivier- en
binnenvisschery in de maand October 1931.
Op de Zuid-Hollandsche benedenrivieren werd
de visschery in de eerste helft der maand niet
belemmerd door ongunstig weer, doch daarna
werd veel hinder ondervonden van stormachtig
weder en hooge ebbestanden, hetgeen op de uit
komsten van sommige takken van visschery van
ongunstigen invloed was.
De uitkomsten van de zalmvisschery, welke
laatste in verband met de geringe vangsten van
den laatsten tyd slechts in zeer beperkte mate
werd uitgeoefend, was ook ditmaal van geen
beteekenis, en de aanvoer bestond uit slechts
een viertal exemplaren met een gezamenlyk ge
wicht van 25 kg en een opbrengst van 92 tegen
6 zalmen met een gewicht van 32 kg. en een
opbrengst van 95 in October 1930. De aan
voer van zeeforellen of z.g. schotjes was in
tegenstelling met de laatst voorafgaande maan
den iets minder dan in de overeenkomstige ver-
slagmaand van het vorige jaar en bedroeg 77
stuks tegen 85 stuks ten vorigen jare.
SCHEEPVAARTBEWEGING.
Maandstatistiek
Gedurende de ma&nd Nov zijn volgens onze
statistiek den Nieuwen Waterweg hinnengeloopen
11-5 schepen, waarvan 1 zeilschin en 6 zee
lichters, met inbegrip van 62 bunkerhooten
Hiervan waren bestemd voor Rotterdam 927
Hoek van Holland 3', Poortershaven 10, Maassluis
10 Vlnardingen 51, Vondelingenplaat 43, Pemis 6,
Schiedam 46, andere Nedeil havens 15. en Duitsch-
land 17.
Gedurende dezelfde maand, van het vong jaar
kwamen den Nieuwen Waterweg binnen 1 Sóo
schepen, waarvan 0 zeilschepen en 5 lichters.
1 Jan. zijn aangekomen:
Sedert
N. WATERWEG
Schepen Netto R.ton
1931 12460 20.k-8.0O8
1930 13879 23.396.9 6_
Verschil
1413
2.508,918
ROTTERDAM
1931
1930
9862
11060
16,199,05-2
1*,-1L9-8
Verschil
VLAARDINGEN
1931
1930
1198
600
745
2.617.908
1.288,412
1.697,847
Verschil
SCHIEDAM
1931
1930
145
529
409,435
1.813,100
IX 2.857
Verschil
PERNIS
1931
1930
77
80
61
490,143
181,151
1 2,164
Verschil
DU1TSCHLAND 1931
1930
11
341
3-26
28,987
134,165
141.769
Verschil
MAASSLUIS
1931
1930
15
83
71
7,601
18.043
17. 68
DE KUSTV1SSCHERIJ IN OCTOBER 1931.
De Afdeeling Visscheryen van het Departe
ment van Binnenlandsche Zaken en Landbouw
deelt het volgende mede omtrent de kustvis
schery, waarby de tusschen haakjes geplaatste
cyfers betrekking hebben op de maand October
1930.
De weersgesteldheid was voor de uitoefening
der kustvissehery over het algemeen gunstig.
In den Dollart en de Lauwerzee en de Zuid-
Hollandsche stroomen en zeegaten werd de vis
schery drukker, in het Noordelyk deel der Zui
derzee daarentegen minder druk uitgeoefend
dan verleden jaar October.
De geldelyke uitkomsten der visschery ln den
Dollart en de Lauwerzee en de Zuid-Hollandsche
stroomen en zeegaten waren beter, die van de
Zuiderzee daarentegen minder goed dan in Oc
tober van het vorige jaar.
De hoeveelheid en opbrengst der aangevoerde
viscb bedroeg n.l. volgens voorloopige opgave
respectievelyk in den Dollart en dé Lauwerzee
874.648 (461.364 kg. en 18.778 16.992), in de
Zuiderzee 6.783.137 (5.102.470) kg. en ƒ393.767
(ƒ406.551), in de Zuid-Hollandsche stroomen en
zeegaten 199.888 (159.313) kg. en 27.895 25.249).
Uit Zeeland werden verzonden 3.574.000 (5.965.000)
oesters ter waarde van 194.700 321.970) en
6.345.900 6.661.000 kg. mosselen ter waarde van
151.780 231.350).
HET SCHEEPVAARTVERKEER VAN DEN
NIEUWEN WATERWEG, ROTTERDAM
HAM;BURG EN ANTWERPEN.
Gedurende de maand November zijn te Ham
burg hinnengeloopen 174S schepen met
1.719.016 netto tons tegen 1752 schepen met
1.803.550 netto tons in 1930.
Wij laten hieronder een vergelijkenden staat
volgen van de havenheweging van den Nieuwen
Waterweg, Rotterdam, Hamburg en Antwerpen
over Januari—November-,
Verschil
POORTERSHAVEN 1931 134
HOEK V. HOLLAND 1931 373
VONDELINGEN PL. 1931 471
Ander Ned. havens 1931 144
775
231,812
7*22,570
633,053
73.617
Naar Rotterdam zijn opgestoomd 16 schepen met
•24,271 n. reg. tonB welke cijfers zijn inbegrepen m
de statistiek voor de haven vau Rotterdam.
ROTTERDAM—ANTWERPEN.
Gedurende de maand November zijn te Ant
werpen aangekomen 907 schepentotaal
1.862.838 netto tons.
Wij laten hieronder een vergelijkenden staat
volgen van de havenbeweging van Rotterdam
en Antwerpen:
Rotterdam
schepen netto t.
1931
Januari
922
1.534.240
835
Februari
766
1.256.284
786
Maart
885
1.493.699
931
April
903
1.542.900
882
Mei
936
1.574.396
897
Juni
844
1.459.384
865
Juli
894
1.491.870
905
Augustus
871
1.430.463
892
September
940
1.464.657
909
October
958
1.4S2.281
934
November
943
1.468.878
907
Antwerpen
schepen netto L
1.814.171
1.678.343
1.982.874
1.900.728
1.931.421
1.913.648
1.946.690
1.883.865
1.864.396
1.881.003
1.862.838
Totaal 9862 16.199.052 9743 20.659.977,
De voor Antwerpen opgegeven cijfers der
netto tonnenmaat zijn die volgens Belgische
berekening.
Om deze gelijk te maken met de hier ge
bruikelijke berekening, moeten deze cijfers
met 15 pet. verminderd worden.
Het totaal-cijfer voor Antwerpen wordt dan
17.560.980.
Vrij naar het Fransch.
Door A. T.
13.)
De grootste, een jongen, hing al aan den
hals van moeder, die hij tot stikkene toe
pakte. Zijn. zusje, nog waggelend op haar
beentjes, probeerde hem te verdringen om
ook haar deel van moeders liefkoozingen te
krijgen, terwyl de allerkleinste op de armen
van de nurse haar de kulstjes toestak. En die
vrouw, straks nog zonder eenige schoonheid,
was geheel veranderder zweefde 'n ver
rukkelijke lach om de pruilerige lippen en in
de doffe oogen laaide het vuiuir der moeder
liefde.
Zou je denken, dat hij ze mij zou betwie-
ten, als ik ze meenam?
Maar waaróm zou u -vertrekken, mevrouw?
Het is toch veel beter te blijven en uw geluk
te verdedigen. Allles is immers nog niet ver
loren?
Mevrouw Rolland keet haar angstig aan.
U gelooft dus
Ik zou 't wel denkên.
Dat zei me ook de oude rector van 't
pensionnaat, waar ik ben opgevoed. In mijn
onrust ben ik naar hem toe gegaan. -Soms was
m'n vérstand weg. Ik was bang voor me zelf.
Hij ried me aan, met u te praten, een beroep
te doen op uw hart.
Damaris zweeg. Zij vervolgde:
U weet zeker ook, dat hij tot echtschei
ding besloten ls.
-/jq gaf geen verderen uitlegmaar het
meisje begreep en eeri lichte siddering
overviel haar bij de gedachte, dat zij de on
willige bewerkster was van de oneenigheid.
Vrees niet, mevrouw, beloofde ze bijna
plechtig! U zult me niet meer op uw weg ont
moeten.
Madame Rolland vouwde de handen!,
Is 't waar? U wilt me helpen? stamel
de ze.
Ja, en, als 't moet, zal ik weer voor eent-
gen tyd weggaan.
Dat is niet voldoende: U moet aan 'n an
deren uitgever uw nieuw werk opdragen, dat
in voorbereiding is; alle verbinding verbreken
tusschen u en hem.
Damaris kon een lichten schok niet onder
drukken: heel haar litteraire toekomst op 't
spel zetten!- Kon ze dat? Het zware offer, dat
van haar gevraagd werd, zou toch niet belet
ten, dat deze ongelukkige vrouw vroeg of laat
door haar wispelturigen echtgenoot verlaten
werd.
Ze stond op 't punt, dat in hittere woorden
te zeggen en ongetwijfeld kon men dit op haar
gelaat lezen, want de oudste der kinderen duw
de haar met z'n zenuwachtige handjes weg:
Ga weg, stoute dame, u maakt manna aan
't schreien!
Dit kinderwoord verwekte een stroom van
tranen ook bij Damaris. Snikkend wierp ze
zich op een laag stoeltje en de kleintjes keken
haar ontsteld aan.
Madame Rolland nam de baby uit de armen
van de nurse en legde ze op den echoot van
het meisje.
Ik rekende op uw edelmoedigheid sprak
ze tusschen haar tranen door. Daarom vroeg
ik u 't onmogelijke. Deze kleine zal er u later
dank voor zeggen.
Het jonge meisje bracht het kopje teer
en rose als een bloemblaadje aan haar lip
pen; dan stond ze op, gaf de lieve kleine aan
de Engelsche terug, die door haar onbekend
heid met de Fransche taal niets van de afge
speeld® scène beg-reep, wendde zich tot de
moeder en sprak:
Morgen ben ik niet meer in Parijs en
van verre zal ik er over nadenken, hoe ik u
het beste voldoen kan.
De versmade echtgenoote had haar mede
dingster wel willen omhelzen; ze vergenoeg
de zich er echter mee haar de koude en beven
de handen toe te steken.
O, ik dank u! Dat God u zegene voor het
offer, dat u voor mij wilt brengen.
Damaris ging niet naar den salon terug,
waar die thee klaar stond. Ze sloeg haar man
tel om en weg voerde haar de limousine.
Was de drukkende lucht de oorzaak, dat
haar angsten en aarzelingen terugkeerden?
Was 't niet ontzettend dwaas, aan een opwel
ling van edelmoedigheid toe te geven? Zou ze
er haar heele leven geen spijt van hebben?
Germain Rolland toch was de uitgever; hij
gaf zijn schrijvers vermaardheid; hij leidde
en „Revue de Lutèce", welker critiseerende
artikelen een e nor men invloed hadden. Niets
was hem gemakkelijker, dan een boek, dat niet
't geluk had hem te behagen, totaal af te bre
ken. En zeker zou hU het Marsa Vauclair
nooit vergeven, dat ze hem verstiet en haar
.nieuw manuscript aan een ander gaf. Juist nu,
nu 't enthousiasme over „Justicière" pas weer
herleefde, zou hij er zich hardnekkig op toe
leggen, de plotseling verschenen meteoor te
doen verdwijnen.
Ze huiverde: alles had ze velil gehad voor
roem en glorie en nu vroeg haar een vreem
delinge, die glorie op te offeren, om haar den
vrede van 't familieleven te verzekeren,
't Was hard! Ze kon er niet in toestemmen!
't Was toch genoeg, de gelegenheden tot een
ontmoeting te vermijden, voort te gaan 'n
barrière te plaatsen tusschen haar en den
vermetele, hem door haar geneer d held te too-
nen, dat zij niet het creatuur was, dat hij
zocht!
Eén oogenblik en hare beslissing was ge
nomen. Neen, ze waagde zic'h niet op dien onze-
keren oceaan van de literatuur, op zoek naar
een andere haven, waar ze weer 't anker zou
kunnen werpen! 't Eigenbelang vóór allen.
Maar, naarmate de auto door het nevelig woud
voortrolde, dat door de ondergaande zon rood
gekleurd werd, rolden ook andere ideeën in
haar verwarden geest en namen weldra de
eerste plaats in.
Haar uitgever was 'n stijfkop; hij zou niet
wijken voor de bevrediging zijner wenschen.
Vast en zeker zou hij z'n bezoeken vermenig
vuldigen en zulks te lieveT, omdat hij alle
wettelijke banden verbreken wilde en haar zün
naam wilde aanbieden. Zou ze zondeT ophou
den moeten strijden, om te ontkomen aan het
onvermijdelijke? Of wel: eindelijk zwichten,
toestemmen ale zooveel anderen en zich
onttrekken aan den Kerkelijken zegen?
Ze geloofde toch niet meer: waarom zou
ze dan. niet tot het einde hare nieuwe be
ginselen gestand doen? De toekomst bij een
man als Germain Rolland bood haar serieuse
vo irdeelen aan: vermaardheid, fortuin en ge
dienstigheid van een verliefd echtgenoot.
Maar toch .de gedachte aan een puur-bur-
gerlijke vereeniging was haar ondraaglijk! Ze
was nog niet geheel en al los van 't verleden!
Neen, neen, 't was beter heen te gaan. De raad
van de verlaten echtgenoote was de eenige wij-
zie. Zonder te willen had ze aan „Justicière"
een nieuwe lezing gegeven niet zonder wer
kelijke schoonheid.
Damaris had het zoo juist gevoeld, dat ze,
door 'n anderen weg in te slaan, 'n goed werk
verrichtte; die gedachte doordrong haar, ver
zoette voor 'n oogenblik het bittere van haar
gemoed; maar toen kwam weer de onrust
waarheen zou ze gaan? Ze kon toch niet weer
opnieuw een kostbaren zwerftocht beginnen?
Ondanks haar verdiend geld had ze haar kapi
taal al geducht moeten aanspreken.
De nacht was bijna ingetreden toen de auto
voor den overdekten ingang ran het huls stil
hield. Haar handschrift lag nog geopend op
tafel. Ze ging zitten, om nog eens de geschre
ven bladzijden te lezen; maar nog vóór ze
teneinde was. verscheurde zij ze met 'n driftig
gebaar.
Dat was 't niet wat ze had willen zeggen!
Beslist de lucht van Parijs was niet gunstig
voor haar compositie. Er was te veel leven
in de gangen te veel gegalm naast haar. En
toch moest haar nieuwe roman nog mooier
zijn dan de reeds bestaande.
Waar zal ik heengaan? vroeg ze zich
weer af.
Haar oogen gingen naar de Monstrans-Hoe
ve wier rijke kleurenpracht niet door het
electrisch licht kon getemperd worden. Met
haar bruinrood© buitenluiken haar wingerds
boven den drempel haar bloementuin haar ver
gezicht op de zee over het witte muurtje
scheen ze haar de gezochte gewenschte oase
waar ze kon leven onbekend waar ze kon te
rugvinden de rustige vredige uren van Umbrle.
Daar ga ik heen besloot ze en niemand
buiten de post zal m'n adres kennen. Ze
boog zich naar Thann aan haar voeten.
Je zult tevreden zijn ouwe is 't niet?
Hij riohtte zich op bewoog den staart en
keek haar aan met z'n inttelligente oogen als
begreep hij haar. Ze streelde hem zacht.
We zullen daar met ons beidjes alleen zijn
en daar ginds zul je je niet zoo ongelukkig
voelen als ln Italië want er zijn geen musea,
die me dwingen, jou in mijn kamer op te slui
ten.
Het beest scheen meer en meer voldaan;
maar, toen hij tranen op de wangen zijner
meesteres zag, zette hij de voorpooten op haar
knieën, om ze met zijn tong af te vegen; toen
onbeweeglijk en onderdanig wachtte hij
op 'n paar armen, die hem zouden omvatten,
op 'n brandend voorhoofd, dat op zijn kop zou
leunen.
EINDE VAN HET EERSTE DEEL,
TWEEDE DEEL.
HOOFDSTUK I.
Sedert den afgeioopen nacht was de wind
niet gaan liggen een ruwe Zuid-Westen
wind, die de voorbode was van den storm. De
hemel was le d-grijs gekleurd. Hoog bruiste
de zee op, wit als schuim geklopte eieren, en
helgroen stak het korte gras van de rotsige
kust er tegen af. Den geheelen nacht had de
hoeve staan dreunen en ©chudiden, maar regen
was er niet gevallen voor tegen den avond en na
zweepte hij tegen de groote witte muren, die,
bijna zonder deur of venster, aan storm en
stortbui stonden blootgesteld. Felle bliksem
stralen zetten bij wijlen de Spaamsehe kust in
een rooden gloed en onmiddellijk volgde het
rollen van den donder. Het onweer was naby.
Jacoubé Behartz en zijn zoons Jakès en
Maneeh, de laatste nog pas een jongen, hiel
den op met het bewerken van het aardappel
veld. Met een zak over hoofd en schouders
hadden zij, zoolang het dag was, met het zware
weer geworsteld, maar de duisternis dwong
hen te wijken. Even een kort oponthoud aan
den stal, om de melkkoeien en werkossen te
voeren, als ware het nog geen tyd om te mel
ken, en de vader stapte naar de poort van de
hoeve; zijn mooie hoeve, beroemd geworden
door het penseel ran Ramon Etchorria.
De kale wijnstok bedekte den steenen mon
strans niet, maar de invallende duisternis
maakte hem toch bijna onzichtbaar. Toch keek
Jacoubé er naar en zijn scherpe katbenblik
ontdekte den datum, die er onder gegrift
stond: 1825. Zijn overgrootvader, een Ameri
kaan, zooals ze daar zeggen, om de Basken
aan te duiden, die hun fortuin hebben gemaakt
aan de overzijde van den oceaan, had bij zijn
terugkeer het ouderlijk huis laten restaureeren
en hij had het geplaatst onder de bescherming
van het H. Sacrament: Iruski-Saindua, de hei
lige Zon, noemde men daar het huis.
Daar woonde sedert drie eeuwen de stam
der Rerhartz, allen boeren. Zij hielden van het
vruchtbare land, gedrenkt door lauwe stort
buien en verwarmd door de zon. Jacoubé ging
naar finnen en als een mahommedaan op den
drempel der moskee deed hij zijn klompen uit
in de rood-betegelde gang.voor de keuken. Zijn
twee zoons plaatsten hun klompen bij die van
hun vader. Door het kleine venster, dat de
ruimte verlichtte, waar de houten trap uit
kwam, wierpen ze een blik op de hooge zee.
De stralen van den bliksem lieten hen zien,
hoe het golvend watervlak zich steeds verder
uitbreidde, tot 't een werd bij den horizon. Den
volgenden morgen zou 't nog wel harder spo
ken, men zou de klaver niet kunnen zaaien;]
maar Jacoubé, goer]-christen, als hij was, klaag
de niet over dien tegenslag, maar vol vertrou
wen legde hij den toekomstigen oogst in de
handen der Voorzienigheid. Dan stapte hij
het eerst zooals al tyd, want zijn zoons hadden
te veel eerbied voor hem om vo. r zijn voeten
uit te gaan, de groote keuken binnen, waar
het al donker was.
Men kon de rechthoeken, die de ramen
vormden, niet meer onderscheiden en men zag
4noch de katoenen val om den schoorsteenman
tel, noch de bebloemde borden ln de vatenkast,
zóó donker was 't. Ja, men moest zelfs raden,
wie er in het vertrek zaten. Dat was op de
eerste plaats moeder Thomassa, neergehurkt
om het vuur op te rakelen, waarvan de vlam
men nog even de buitenranden van de®
vleeschketel likten.
(Wordt vervolgd)