V lp BINNENLA NDSCH BESTUUR IN DE TWEEDE KAMER. KNEEDBARE WAS. IZp: mw DONDERDAG 10 DECEMBER 1931 mm I'll ?is H DE ARBEIDERSPERS. HET CONFLICT IN TWENTE. DE UITVOERING DER BIOSCOOPWET. ■ui mui De heer Albarda kan hieruit leeren, dat een Kamerfractie, welke op een kritiek mo ment haar plicht weet te doen en impopula riteit niet schuwt, daarom nog geenszins in kracht inboet, eer integendeel haar positie moreel versterkt. IIET KAMERVERSLAG. EEN NIET MALSCH LIBERAAL OORDEEL. EEN EIGENAARDIGE SURPRISE. Werkverschaffing en steun. DE VLIEGRAMP TE BANGKOK. Teraardebestelling van de omgekomen slachtoffers. DF, TOESTAND DER GEWONDEN. VERDRAG VAN OSLO. Onderhandelingen over een nieuw handelsverdrag met België. DE MEEST BEGUNSTIGINGS CLAUSULE GEHANDHAAFD. De heer Albarda schreef in het .Volksblad een lang artikel met niet minder dan vijf titels: „Kneedbare was voor Minister de Geer "omdat de. Sociaal-Democraten De Katholieke Kamerfractie van alle kracht beroofd." Uiterste noodzaak." "pe heer Aalberse zelf zal deze wel nooii aanwezig achten. Men krijgt den indruk dat hier de titula tuur beter verzorgd is dan het artikel, welks zwakke lading met deze vijf vlaggen gedekt werd. Het komt ons zoo voor, dat de leider van de S.D.A.P.-kamerfractie, die nu juist geen prettigen Sinterklaas gehad heeft immers- op dien dag van surprises nam de leider der Linkervleugelaars Schmidt zijn ontslag als lid van het Partijbestuur! behoefte heef' gevoeld zijn beklemd hart eens te luchten over de eenheid in de Katholieke Kamer fractie, bevestigd door de eensgezindheid in den Katholieken Partijraad. De tegenstelling is voor hem dan ook niet bijster aangenaam. Daar komt nog bij, dat op hem van ver schillende kanten kritiek is uitgeoefen wegens het ondoordachte „neen" dat hij in de Tweede Kamer deed hooren op de vraag „Is de S.D.A.P. bereid aan de samenstelling van een crisiskabinet mee te werken?" Hij stelt het nu voor, als zouden de Ka tholieke Kamerleden zich ten onrechte ver schuilen achter dit onberaden antwoord, om hun stemmen tegen de motie-Marchant goed te praten. Hier schuilt blijkbaar eenig misverstand Als de heer Albarda een goed verslag had gelezen van de rede, door den Voorzitte van den Partijraad op Zaterdag 28 Novem ber gehouden, dan ware dit te voorkomen geweest. Hij stelt het nu voor, alsof Prof. Aalberse de houding van de Katholieke Kamerleden tegenover de motie-Marchant verdedigd had met een beroep op Albarda's „neen". Dit nu is niet het geval. Deze heeft over dit „neen", dat immers alleen sloeg op de vorming van een „natio naai kabinet", zelfs niet gesproken. Hij betoogde, dat als er een Kabinetscrisis ware verwekt, deze zeer lang zou hebben geduurd. Immers, zoo zei hij en hierbi citeeren wij het uitvoerigst verslag, dat ons onder de oogen kwam Dat de op die wijze uitgelokte crisis een zeer langdurige beloofde te worden, stond bo_ vendien bij de ingewijden vast, en dit kon ook moeilijk anders, gezien den inhoud van het Voorloopig Verslag van Hoofdstuk I der Rijksbegrooting, waarbij de mogelijkheid van het vormen eener Regeeringsmeerderheid allerminst bleek. Men bedenke daarbij in het bijzonder de huidige positie van de S.D.A.P., welke partjj in steeds meerdere mate wordt genoopt revolutionnaire tonen uit te bren gen, genoopt door den opdringenden linker vleugel dier partij, waarin, naar stellig ver- moeden, communistische cellenbouwers aan het werk zijn. Hoe men zich daar de ver antwoordelijkheid voor die links geörien toerde politiek voorstelt, en hoe men de aldus opgeroepen radicale geesten straks denkt te bezweren, mag met zorg worden afgevraagd Doch daarbij komt nog, dat een samenwer king onzerzijds met die partij thans practisch daarom reeds is uitgesloten, omdat de meest doctrinaire vrijhandels-denkbeelden juist in die kringen verdediging vinden. Hoe dit alles ook zij, de waarschijnlijkheid van een zeer langdurige kabinets-crisis stond onder de gegeven omstandigheden vaster dan ooit, en juist daarmee hing ten nauwste sa men de zware verantwoordelijkheid op dat moeilijke oogenblik om mede te werken aan het veroorzaken van stagnatie in crisiswet geving en crisisbestuur, die voor onze volks huishouding niet minder dan een ramp zou hebben beteekend. En dan met welk resul taat? Dat een nieuw kabinet zou optreden, waarvan men noch ten goede noch ten kwade niets, maar dan ook heelemaal niets afwist' Terwijl thans allerlei maatregelen zijn geno men, welke den moeilijken tijd ten minste verlichten. Al deze overwegingen hebben bij de Katho lieke fractie tot het laatste toe gegolden, zijn in dagenlang beraad nauwkeurig van alle zijden bezien en doordacht, en hebben ten slotte op bet allerlaatste moment geleid tot de moeilijke doch eensgezind genomen beslis sing van onze 29 vertrouwensmannen in de Kamer de heer van Wijnbergen was we gens ongesteldheid afwezig die toen prac tiseh de situatie in banden hadden. Het spreekt vanzelf, dat er onder hen waren, die deze stem met moeite hebben uitgebracht, en men mag juist hen om dit verantwoordelijk heidsbesef voor de nationale zaak met recht prijzen. Wanneer men zoo het geheele complex van verhoudingen, feiten en omstandigheden voor oogen heeft, 'en deze in volle eerlijkheid en onbevangenheid naar waarde schat, dan wordt een afkeuring van dit beleid op rede lijke gronden haast ondenkbaar, en dan blijft onze Katholieke Kamerfractie, die zich ter voorkoming van erger, achter impopulaire regeeringsmaatregelen gesteld heeft, op het volle vertrouwen van ons volk aanspraak maken. Ter voorkoming van erger; men weet nu. wat dit beteekent: ter voorkoming van een Regeeringscrisis, die een economische crisis schier onvermijdelijk achter zich zou hebben gesleept. Wij leven op dit oogenblik in de geheele wereld in een vertrouwenscrisis, ook van daag den dag nog en ook bij ons. doch ten onrechte, voorzoover onze gulden op het oogenblik veilig staat, veiliger dan de dollar En nu mag men in die omstandigheden niet buiten beschouwing laten, wat het beteeke- men zou, wanneer onze bekwame minister van Financiën, die groot vertrouwen geniet in de Nederlandsche financieels kringen, tot. aftre den zou zijn gedwongen. Om ook hier te lande de vertrouwenscrisis acuut te maken, is waarlijk niet veel noodig. En daarom ver klaar ik openlijk, er trotsch op te gaan, dat onze fractie op dat moeilijke oogenblik als één man deze opvatting heeft gehad van haar ernstigen, duren plicht, en dat zij dien plicht ook beeft gedaan. De heer AIDards kan hieruit zien, dat zijn onberaden „neen bij al deze overwegingen geen moment heeft meegewogen, en dat dus zijn voorstelling, alsof de Kath Kamerfrac tie zich thans laf achter dit „neen" zou ver schuilen, eiken grond mist Blijkbaar zag hij dit ook wel in, en schoot hij daarom zijn tweede pijl af: dan is die fractie ook „van alle kracht beroofd", en HBSS x ï*'%- President Miklas spreekt op de Mozart herdenking voor den St. Stephanusdom te Weenen. Voor hem Z. Em. Kardinaal Piffl. „kneedbare was voor Minister de Geer. Gok deze opmerking zou hij achterwege gelaten hebben, als hij van deze rede een goed verslag gelezen had Immers ook op die opmerking heeft Prof. Aalberse in zijn repliek geantwoord. Hij zeide: Zoo is de beduchtheid uitgesproken, als zoude onze fractie zeker na de gevallen be slissing machteloos tegenover de Regeering staan, ook in de naaste toekomst. Daartegenover staat echter de nadruk kelijke waarschuwende ve. klaring, in het mondeling debat tot de Regeering gericht, dat deze van hare betrekkelijk sterke positie geen misbruik moet maken, zoodat zij óók in dat opzicht een eensgezinde Katholieke fractie tegenover zich weet. In de Kamer toch verklaarde spr.: „Alleen zou ik willen opmerken, dat door de omstandigheden en door de eigenaardige politieke verhoudingen In ons land dit Kabinet zelfs een zeer sterke positie heeft, maar het heeft die, naar mijn meening alleen op deze voorwaarde, dat het daarvan'geen misbruik maakt." En daarom waarschuwde hij de Regeering; Niet alleen de Kamer, ook het Kabinet kan 'eJen crisis uitlokken." Daaruit blijkt al weer eens het groote be lang eener eensgezinde fractie, die bij der gelijke gewichtige kwesties practisch de si tuatie in handen houdt. De verhouding is thans deze, dat de Regeering weet, wat zij aan onze fractie heeft; zij kent onze grieven en weet onze grenzen, binnen welke haar be staan, voorzoover het van ons afhangt, veilig is. En zij Is ook kennelijk geneigd rekening te houden met wat in onze fractie leeft. Zou zij echter buiten die grenzen treden, dan wete men, dat er omstandigheden denkbaar zijn, dat niet de Kamer, doch de Regeering zelf een regeeringscrisis veroorzaakt. Voor het oogenblik bestaat daaromtrent geen reden tot bezorgdheid. Of hij nu nog van meening is, dat hij door zijn zwakke houding tegenover den linker vleugel de positie van de sociaal-democra tische Kamerfractie óók versterkt heeft, mo gen wij betwijfelen! Het was te voorzien, dat de arbeiderspers in haar nieuwe, meer op sensatie dan op solide voorlichting en leiding gerichte gedaante bij 't meer serieuze element van de S. D. A. P. geen onverdeelde bewondering zou wekken. De redactie kreeg dan ook reeds klachten over den nieuwen vorm van het Kamerverslag, maar zij antwoordde, dat zij dezen niet kon veranderen en beweerde, dat „verscheidene" Kamerleden hunne redevoeringen correct in bet verslag hadden teruggevonden. Wel eenige ontnuchtering zal toen zijn ge bracht door het volgende briefje van den fractie-' leider in de Tweede Kamer, den heer Albarda: Aan het woord verscheidene plegen wij in de Kamer de beteekenis te hechten van een vrij groot aantal. Uf re(jen 0m aan te nemen, dat gij eerder van „sommige" of „enkele Kamerleden hadt moeten spreken. Hoe dit zij, de passage In uw hoofdartikel kan in elk geval den indruk maken, dat men in de Kamerfractie met den tegenwoordigen vorm van het Kamerverslag ingenomen is. Deze indruk zou geheel en al onjuist zijn. De fractie heeft in haar vergadering van 18 November 1.1. met algemeene stemmen den wensch uitgesproken, dat het Kamerverslag en het Kameroverzicht in hun ouden vorm zullen worden hersteld. Die wensch is schrif telijk ter kennis van de hoofdredactie der Arbeiderspers en van het Partijbestuur ge bracht. Het schijnt mij van belang dat de lezers dit weten. De politieke hoofdredacteur van het „Vader land", de heer Roodhuyzen, herhaalt in zijn blad nog eens het oordeel, dat hij reeds 20 jaren geleden in de Kamer gaf over de Twent- sche textiel-fabrikanten, n.l.: dat de textielfabrikanten in Twente, zoo heel anders dan een Stork, in de arbeiders nooit gezien hebben de medewerkenden in een groot bedrijf, bij welks bloed beide par tijen groot belang hadden, maar een bun vijandige macht, die tot eiken prijs er onder moest gehouden worden. Vandaar hun aan vaarden van den klassestrijd, met de daaruit voortvloeiende beschouwing, dat de strijd middelen minder getoetst worden naar hunne moreele beteekenis, dan naar het effect, dat er mee wordt bereikt, vandaar dat zij in dien strijd tot middelen hun toevlucht namen, die gelukkig door het grootste deel van onze fa brikanten uit den booze werden geacht. Zij zijn namelijk de mannen van de solidariteits- uitsluiting. Tot welke wantoestanden zoo iets leidt, moge uit het volgende blijken: De leden van de Textielwerkgeversvereeniging zijn ver plicht, als er aan fabriek A staking uitbreekt, aan hun eigen fabriek, B, C, en zoo bet heele alphabet door, eigen arbeiders te fetraffen, arbeiders, die dus geheel buiten het conflict staan, en daaraan dus zoo onschuldig zijn als een pas geboren kind. Heeft de staking aan fabriek A een week geduurd, dan wordt aan alle andere fabrieken de werktijd inge kort, en krijgen de arbeiders dus zooveel minder loon, en dat gaat progressief, zoodat de arbeider aan de fabriek, die staakt, ge noopt moet worden die staking op te geven, omdat hij daardoor het loon van mede-arbei ders doet dalen. -Feitelijk is het een compli ment aan de arbeiders gebracht, want de maatregel gaat van de gedachte uit, dat de arbeider niet langer geneigd zal wezen op wat hij vermeent zijn recht te zijn te blijven staan als hij andere arbeiders door zijn vol houden ziet lijden. Maar tevens maakt het ieder, die iets voor recht en billijkheid voelt, oproerig. Dit getuigt, aldus het „Vaderland", van „niets ontzienden machtswellust". Die machtswellust heeft thans gemaakt, dat zij wederom een groote fout hebben begaan: zij dreigen met 10 procent loonsverlaging in plaats van 5 procent als de staking niet op geheven wordt, waarmede zij implicite er kennen, dat bij hen de loonsbepaling niet af hangt van de resultaten van het bedrijf, maar machtsmiddel is, om het stakingsrecht, den arbeider reeds meer dan 60 jaar geleden door bet initiatief van Mr. S. van Houten ver zekerd, illusoir te maken. De textielfabrikanten nemen dus eene hou ding aan, die van groot gemis aan verant woordelijkheidsgevoel getuigt, en die tot zeer te betreuren resultaten zou kunnen leiden. Moge de zoo goed als unanieme afkeuring van hunne houding in de burgerlijke pérs maken, dat ze oog krijgen voor de waarheid, dat het beter is ten halve gekeerd dan ge heel gedwaald: er wordt hier met vuur ge speeld. Een verdwenen kerkschat na 25 jaar door St. Nicolaas teruggebracht? Een zonderlinge gebeurtenis wordt verhaald uit Nancy, wel in staat om het bij volwassen menscben tanend vertrouwen in den „goed heilig man" van de kinderliedjes weer op te doen leven. In het jaar 1905 ontdekte men een diefstal in de nationale basiliek van Saint-Nicolas-de- Port, juist op den feestdag van den patroon heilige der kerk. Indringers waren de sacris tie binnengedrongen door forceering van de toegangsdeur en hadden zich meester gemaakt van een dertiental kostbare voorwerpen uit den kerkschat. Het waren oude relieken in edele metalen gevat, beelden, kruisen en ker kelijke gebruiksvoorwerpen van goud en zil ver met edelsteenen versierd, dateerend uit verschillende perioden, van den tijd der eerste kruistochten af tot de achttiende eeuw toe. Het parket van Nancy heeft indertijd een onderzoek ingesteld, dat zich later over heel Frankrijk uitstrekte. Maar na drie maanden /an ijverige nasporingen had men nog geen enkel resultaat. Noch van de dieven, noch van het gestolene bad men een spoor kunnen vinden. Dezer dagen, weer op het feest van St. Ni colaas, precies 25 jaar later, beeft de koster van de basiliek, toen hij des morgens de kerk deuren geopend had, de gestolen voorwerpen bemerkt, die op bet hoogaltaar waren neer gezet. Er wordt niets vermist en de oude kunstwerken bleken uitstekend» geconserveerd te zijn. Het geheimzinnige geval wordt uiteraard druk besproken, en men verliest zich in de veronderstellingen over de beweegredenen en de omstandighedenvan deze teruggave. Het zou ons niet verwonderen, als voortaan daar in de buurt van Nancy de heilige bis schop van Myra St. Antonius van Padua ern stige concurrentie aan gaat doen, als he- melsche terugbrenger van verloren zaken. Voor ons, Nederlanders, die zulke speciale betrekkingen met St. Nicolaas onderhouden, heeft de aangelegenheid nog een ander en minder aangenaam aspect. Het blijkt immers, dat de goede Sint zich ook met gestolen goe deren inlaat en de gedachte moet, dunkt ons, algemeen afgrijzen wekken, dat zijn gaven en geschenken van diefstal afkomstig zouden kunnen zijn. Maar over dezen kant van het geval behoe ven wij bier niet te schrijven Daar zal de anti-clericale pers wel het noodige licht op la ten vallen! GIFT VAN H. M. DE KONING-MOEDER. H. M. de Koningin-Moeder beeft aan den Rijksinspecteur voor de ondersteuning van behoeftige Nederlanders in het buitenland te Arnhem een gift doen toekomen voor de be- hoeftige Nederlanders In Duitschland met dien verstande, dat deze gift alleen mag wor den aangewend voor voeding en kleeding van de armste gezinnen ter beoordeeling van ge- noemden Rijksinspecteur. FINANCIEN BEHEERSCHEN DE POLITIEK Minister Ruys de Beerenbrouck achter de regeeringstafel beteekent gewoonlijk een even vlotte als gemoedelijke bespreking van zaken Maar de gemoedelijkheid lijdt er niet onder: in den aanvang van den avond verteederde de Minister Braat's weerbarstig gemoed en lachte hij een motie weg inzake de verkorting van den zomertijd en 's nachts om half drie namen de laatst overgeblevenen op het slagveld den Mi nister niet kwalijk, dat hij een blik wierp over het groene tafereel rondom zich en met wat vriendelijke plichtplegingen afscheid nam Zeker zijn er enkele frissche kwesties te berde gebracht. Zoo hebben mej. Meyer en mr. Frans Teulings het hunne gezegd over de uit voering der bioscoopwet, welke zij voor ver betering vatbaar achtten. Meende de Bossche afgevaardigde, dat de centrale'filmkeuring wel wat te vlug het praedicaat „geschikt voor alle leeftijd-en' uitreikte, mej. Meijer wees er vooral op, dat voor films reclame werd gemaakt on der niet goedgekeurde titels en -dat een keuring van de bij-programma's hoog noodig moest ge noemd worden. Het gelden hier vooral plaatse lijke feiten en de Minister beloofde onderzoek. Dat de Minister wel wacht met bet indienen van wijzigingsvoorstellen betreffende de Zon dags- en begrafeniswet, kunnen wij billijken. Zoolang daarover een divergentie van meenin gen -blijft bestaan zóó sterk als tot uiting kwam in de extreme opvattingen van de vrijzinnige mevr. v. 1 tall ie en den staatk,-gereformeerden ir. van Dis, heeft de regeering in tijden als wij nu beleven iets anders te doen dan politieke driften te ontketenen. De slachtoffers van cre matie-voorliefde waarover mr. Duys sprak, die nen zich dan voorloopig maar te houden aan de jurisprudentie van den Centralen Raad van Beroep, die voorloopig begrafenis blijft eischen wil men begrafenisonkosten krachtens de In validiteitswet genieten. Dat de crisis ook wel mede oorzaak zal zijn, dat de regeering er voorioopig niet aan wil om den gemeenten het recht te ontnemen om za kelijke bedrijfsbelasting te beffen zullen ook de heeren Vos en v. d. Heuvel moeten billijken. Zooals de pleiters voor de schippers zij wa ren hier weer evenals bij Arbeid zullen moe ten erkennen, dat er waarheid schuilt in het regeeringsargument, dat reöhtstreeksche steun aan schippers, die immers als bedrijfsleiders worden beschouwd, onafzienbare consequen ties zou iiebben. Moties zijn hier geen daden, of ze nu in matig-socialistischen of in over- troevenden-communistischen vorm worden in gediend. Het vraagstuk van de annexatie en de sa menvoeging der gemeenten heeft ook weer rui me belangstelling gehad. Is -de heer van Vuuren het met den Minister eens, dat grenswijzigingen een uiterst middel moeten zijn alleen toege past in het algemeen belang, van anti-revo lutionaire zijde wordt de gemeente-autonomie veel feller verdedigd. En een geval als Aeng- wirden, welke gemeente geen annexatie wenscht en met een loco-burgemeester wordt vereerd, die voor annexatie is, blijft de gemoederen be zig houden Als de benoeming nog een keer moest geschieden, zou ze waarschijnlijk wel niet plaats hebben, viel op te maken uit de verkla ringen van den Minister, al moest deze erken nen, dat deHijdelijke burgervader van Aengwir- dem overigens goed zijn best doet. Wegwerpen wil de regeering ook de burger wacht; en den vrij willigen lan ds torm niet, al heeft de soc.dem. heer v. Zadelhoff er opnieuw tegen gefulmineerd. Misschien krijgt Minister Ruys gelijk met zijn voorspelling, dat de so ciaal-democraten mee het bestaan dezer insti tuten spoediger blij zullen zijn dan ze nu ver moeden. la elk geval was het ministerieel di lemma tegenover de socialisten dit: óf de S.D.A.P. is een partij van de orde en dan moet zij zich verheugen in instrumenten, welke de orde kunnen handhaven, óf de S.D.A.P. is geen partij van de orde en dan mag zij wel weten, dat tegen verstoring van orde gewapende korp sen ter beschikking staan van de overheid. De as. wijziging der kieswet, zoo deelde de Minister mee, ging niet tegen de kleine par tijen, zooals de heeren Braat en ds. Zandt vreesden, maar tegen partijtjes, die de, ook door dr. Vos afgekeurde stem men versnippering in de hand werken. Aan een voorstel tot afschaf fing van den stemplicht ideaal van ds. Ker sten c.s. denkt de regeering, die op dit punt eens een nederlaag liep. niet en evenmin aan een uniforme regeling van de salarissen der gemeente-magistraten ,die nu door de Ged. Sta ten of de gemeenteraden worden vastgesteld. Indien wij nog vermelden dat mr. van Hellen- berg Hubar er op heeft gewezen, dat de over heidszorg van maatschappelijk hulpbetoon niet alleen financieel schadelijk is maar vooral ook gevaarlijk moet worden genoemd voor de oude, echte car'tas-idee, hebben wij de achturen- avond- en nachtzittdng saamgevat. Volksgezondheid, de uitgebreide afdeeling, welke met een bedrag van ruim vijftien mil lioen gulden op de begrooting staat, is een terrein, dat altijd voldoende belangstellenden lokt. Heeft Schaepman in een van zijn ondeu gendste redevoeringen in de Kamer „de open bare gezondheid'1 eens niet aangeduid als ,,de som van alle privaat-gezondheden"? In elk ge val zijn er bij de zaak heel wat privé-belangen betrokken. Dr. Beumer kwam voor de nijveret, melkslijters op. aan wie openbare gezond heidsmaniakken geen verkoop van andere ar tikelen willen toestaan, óók ale dit zonder schade kan geschieden. De a.r. afgevaardigde kan rekenen op medewerking van den Minis ter, die gruwt van overdrijving. Een privé-belang is natuurlijk ook de tand- technici-zaak, welke men vergeefs als geëin digd heeft beschouwd Het is duidelijk, dat een deel der Kamer nog altijd vreest, dat de Minister een wet uitvoert, gemaakt in gemeen overleg met de Staten Generaal. Wij kunnen geen bewondering hebben voor den medicus en de beide juristen, die hier beslist het alge meen belang uit het oog verloren. Ook wie be treurt, dat onbevoegden geen geneeskundigen arbeid mogen verrichten, zal moeten toegeven, dat desalniettemin in zulk een zaak onmogelijk kan worden gemarchandeerd. In verband met het koninklijk vernietigings recht van besluiten van Ged. Staten betref fende onbewoonbaar-verklaring van woningen een zaak, wedke mx. y. d. Bergh weer inten sief wil aanpakken wees de Minister er nog eens op, dat er wel degelijk verschil bestaat tusschen het Koninklijk vernietigingsrecht en cassatie door den Hoogen Raad. De burgerlijke cassatie-rechter onderzoekt de feiten zelf niet, doch de Minister, die het vernietigingsrecht hanteert, wanneer hem dat noodzakelijk lijkt, stelt dikwijls wel een onderzoek naar de feiten in. Indien feiten, aangevoerd voor onbewoon baar-verklaring, onjuist zijn, is er strijd met de wet en kan de kroon de besluiten, op fou- tieven grond genomen, verbreken. Bet sterftecijfer van Maastricht, dat de heele Limburgsche statistiek beïnvloedt en waarop de heer Jos. Ma enen even de aandacht vestig de, heeft de bijzondere belangstelling der Re geering Maar deze moet, behouden® een enkele hoog noodige uitzondering, vasthouden aan den rigoureuzen regel: geen nieuwe uitgaven. Wij hebben het optimum nog niet bereikt, maar laat ons al blij zijn indien wij kunnen handhaven hetgeen wij bezitten, zei de Minis ter ongeveer. Z. Exc. herinnerde daarbij aan de pas verschenen Duitsche nood-verordening en profeteerde, dat vele sociale, pbilantropische en charitatieve vereenigingen haar inkomsten binnen afzienbaren tijd wel sterk omlaag zul len zien gaan. Daar zij op geen steun uit de openbare kassen behoeven te rekenen, kan o.i. de voorspelling niets anders beteekenen dan een wenk om de uiterste zuinigheid te be trachten. De Kamer begreep den wensch: zij had een socialistische motie aan 't adres van Minis ter Ruys gericht, vragende om een steunre geling voor schippers, reeds verworpen. De begTooting van Arbeid werd z. h. s. aan vaard, nadat de Minister aan dr. v. d. Waerden had verklaard zün houding ten aanzien van de Kon. HoLl. Lloyd nog niet definitief te hebben bepaald. W erkloosheids probleem. De voorziening in het vreeselijk werkloos heidsprobleem heeft de Kamer daarna bezig gehouden. De moeilijke gebieden van werk verschaffing en steunverleening, welke op zich bijna vier millioen vorderen alleen van het Rijk, ressorteeren onder Binnenlandsche Za ken. En ook hier zijn altijd wenschen in over vloed. Niet alleen beden om verbetering van het bestaande, maar ook uitbreiding van steun tot grooter categorieën. Vroeg de katholieke heer Kampschöer steun uit de ge wou e regeling, ook voor kleine boeren en tuinders een desideratum, dat de Minis ter al evenzeer moest afwijzen als gisteren een steunregeling voor de schippers en wenschte de Westlandsche burgemeester met den beer Bakker rijkstoeslagen aan particulieren op de loonen van arbeiders een aangelegenheid, waar de regeering eigenlijk niets anders op antwoordde, dan dat bet hier een zeer moei lijke zaak betrof ds. v. d. Heide wilde nog meer concessies voor mensehen in de werk verschaffing en dr. Schokking had bezwaar tegen het feit, dat het Nationaal Crisiscomité als bet ware een verlengstuk wordt (althans bij de besteding der rijkstoelage van 750.000) van de gemeentelijke steunregelingen. De c.h. burgemeester van Katwijk achtte dit onbillijk tegenover de gemeenten, die goed in den nood voorzien zonder steunregeling. Heeft mr. Schokking niet bedacht, dat er helaas ook ge meenten zijn, waar noch een goede armenzorg noch een goede steunregeling bestaat Om althans het laatste te bewerkstelligen, schijnt de vorm van hulpverleening door het crisis- comité gekozen. Dat dit comité natuurlijk ook gemeenten met goede armenzorg, van het verkregen rijksgeld hulp zal verleenen, beeft Minister Ruys duidelijk verklaard. 's Heeren Braat's roep om protectie van den landbouw, kon de Minister natuurlijk niet zon der meer beantwoorden. Dit is een zaak der geheele regeering. Maar steun aan de vlas industrie, welke ook veel arbeiders gebruiken kunnen, wordt verleend. Dr. v. d. Tempel vroeg regeeringsmedewer- klng met het Amsterdamsch raadsbesluit, dat een crediet van 200.000 uittrok voor het ver strekken van 'n premie aan eigenaren en huur ders, om hen er toe te brengen onderhanden werkzaamheden vroeger te doen uitvoeren. In Amsterdam ziet de groote meerderheid van den .Raad met den burgemeester in zulk een crediet heil. Van andere zijde is echter op gemerkt, dat daardoor de noodige verlaging van productiekosten wordt tegengehouden. Zij meenden, dat de bouwvakarbeiders genoegen moesten nemen met minder loon. De regee ring heeft er In haar memorie van antwoord op gewezen, dat verlaging van het prijsniveau „niet kan worden verkregen door loonsverla ging alleen, doch dat ook andere verlagingen, b.v. die van de ondernemerswinsten e.a. zullen moeten volgen". De zaak ressorteert eigenlijk onder Arbeid. Dies zei Minister Ruys er niet veel van, maar stelde wel de vraag of het geoorloofd was be lastinggeld te gebruiken om vrij werk uit te voeren tegen normale loonen. Men kan over de zaak verschillend denken, (opmerking verdient b.v. de door den beer Henrl Hermans geuite en nu door dr. v. d. Tempel herhaalde stelling, dat de Nederland- sche arbeiders méér presteeren dan de buiten- landsche), maar in 't raam der regeerings- politiek, lijkt de beantwoording van de gestelde vraag ons niet twijfelachtig. Ook de Minister, die voor werkverschaffing en werkloozensteun heeft te zorgen, moet voortdurend aan de Staatsfinanciën denken. Zij beheerschen mo menteel de heele politiek. Wie beweert, dat dit louter economisch denken is zonder met ethische factoren rekening te houden, schijnt te vergeten, dat de heele afdeeling VI, die in middels is afgehandeld, eigenlijk spot met alle klassiek-liberale economie, zooals die b.v. nog oppermachtig ln Amerika heerscht. waar men geen werkloosheid kent. Morgen vangt de begrooting van Landbouw aan. DE WERKTIJD OP DE SPHINXFA'JRIEK. Dinsdag heeft de directie der Sphi jxfabriek te Maastricht met de vertegen woo reigers der katholieke en moderne organisaties de kwestie van den arbeidstijd aan de fabriek besproken. Het ging over d^ vraag: of inkorting van den arbeidsduur tot 3 dagen per week zonder ont slag, of 4 dagen met ontslag van een deel der arbeiders. De werknemers stelden zich op het standpunt: 3 dagen arbeid zonder ontslag. Vooral van werkgeverszijde heerschte er tij dens de besprekingen een zeer pessimistische geest. Men blijft uitsluitend op eigen hulp -aan gewezen, terwijl de Regeering door het in wer king brengen van een contingenteeringswet afi doende hulp kan bieden. Van het tot stand komen van 'n contingentee ringswet wordt zeer veel heil verwacht. Vrijdag zullen de werknemers vergaderen, teneinde hun houding in eigen kamp te kunnen bepalen omtrent da werktijd-beslissing. Aneta seint d.d. 9 December uit Bangkok: De begrafenis van de slachtoffers Wiersma, Van Onlangs en Kotte geschiedde op bet pro. testantsche kerkhof onder de grootste belang, stelling. Reverend Cecil Simmons leidde da plechtigheid, terwijl de gezant van Duitseh. land dr. Asmis bij afwezigheid van den Na. derlandschen gezant een redevoering hield. Do Britscbe en Fransohe gezanten waren verhin. derd de plechtigheid bij te wonen. De twee overige overledenen de heeren Bau- dart en Borg werden begraven op bet R. K. kerkhof nadat een plechtige dienst in de As sumption Cathedral daaraan was voorafge gaan. Over den toestand der gewonden wordt ge. meld: Colonel Brinsmead, directeur van den Australischen Luchtvaartdienst, bekwam een hersenschudding, brak eenige ribben, waar. door zijn longen beschadigd werden. Zijn iin. kerarm zijn linkerbeen zijn gedeeltelijk ver. lamd. Volgens een lateT beriöht is Brinsmead zoo- danig hersteld, dat bij kon worden overga bracht naar een herstellingsoord. Het zakpot lood dat hij bij zich droeg, zou in zijn borst gedrongen zijn. De toestand van den marconist Van Zadel hoff is vooruitgaande, hij vroeg zelfs ook rook, artikelen, maar herinnert zich van de détails van het ongeluk niets. Terwijl tijdens een pers- gesprek gebleken is dat de heer Van Zadel hoff zoo dicht bij het radiotoestel zat dat de schok minder groot was, zoodat hij slechts lichte kneuzingen bekwam. Aan de Memorie van Antwoord op het Voor loopig Verslag der Eerste Kamer inzake het wetsontwerp tot goedkeuring van het verdrag van Oetlo tot economische toenadering wordt ontleend, dat reeds, nu de contracteerende par tijen het verdrag onverplicht toepassen in af wachting van de ratificatie, de eenvoudige bepalingen zoodanig worden toegepast, dat daartegen in het algemeen geen bedenking behoeft te rijzen en ook uniformiteit niet ont breekt. Ook naar de meening der ministers is de economische positie van België en van Neder land van dien aard, dat een intensief weder- zijdsch handelsverkeer mogelijk is en. nu onze uitvoer in andere richting steeds meer wordt bemoeilijkt, behoort te worden bevorderd. De economische samenwerking tusschen Neder land en België heeft de volle aandacht der regeering, gelijk blijkt uit bet feit, dat over een nieuw handelsverdrag met België onder handelingen worden gevoerd. Ter voldoening aan het verzoek, te mogen vernemen, welke rechten in de vijf Landen wor den geheven van. wollen en katoenen stoffen, tuinbouwproducten, tarwemeel en -bloem, oliën en vetten, machinerieën, gemaakte klee- dingstukken en tapijten zullen de ministers een nota met de gewenschte gegevens zoodTa mogelijk ter griffie der Kamer deponeeren. De ministers zijn het eens met de leden, vol gens wie de samenwerking tusschen de vijf staten niet mag leiden tot wederzijdsche voor keursrechten, welke niet zouden geiden voor de staten, die buiten dit verdrag staan. Inderdaad komt het er op aan, dat de meest- begunstigings-clausule ongerept blijft. De ministers zijn bet eens met de ledien, die bet een bezwaar achten, dat een termijn van slechts vijftien dagen gesteld is, waarbin nen het niet geoorloofd is, invoerrechten te veThoogen of nieuwe te beffen. Wat Nederland betreft, bad zeker een ruimere termijn ge steld kunnen worden, omdat elke tariefwijzi ging hier bij de wet plaats vindt en een wet niet licht zoo schielijk tot stand komt. Maar de andere staten die andere legislatieve en parlementaire regelen hebben, waren op een korten termijn gesteld. Afdoende reden tot ernstig verzet daartegen was er niet De keizer van Ethiopië inspecteert eett der nieuwe wapens, waarmede zijn leger, is uitgerust.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 5