RADIO VRAAGSTUKKEN. WÊ szt*v ïn™:™ ",t ,o' I VRIJDAG 11 DECEMBER 1931 o, zullen w„ ,vrt£ 18 1. ZENDTIJDVERDEELING- ORGANISATIE NED. OMROEP. VERHOOGING VAN INVOER RECHTEN. HET TWENTSCHE TEXTIEL- CONFLICT. TUINBOUWPRODUCTEN NAAR ENGELAND. EEN AANVANKELIJK BEVREDIGEND VERLOOP. DE TIJDELIJKHEID DER WET. INDISCHE INVOERRECHTEN. CREDIETVERLEENING AAN BLOEM BOLLENKWEEKERS. DE NOODTOESTAND IN DEN LANDBOUW ^ee«« cr «*°n* neïo^i MINISTER REYNAUD OVER ZIJN BEZOEK AAN INDIE. BELASTING..... VERLAGING. i. Wanneer over de radio-aangelegenheden in one land wordt gesproken, wordt meest al alleen gedacht aan één der onderdeelen van wat men zou kunnen noemen „het radio-probleem' n.l. de zendtijdver deeling. Dit onderdeel is zeker zeer belangrijk en voornaam, en van origine het meest be sproken en beschreven onderdeel. Daar is heel wat over te doen geweest, en nég is daaromtrent geen volkomen overeenstem ming in ons volk verkregen. Maar daarnaast zijn er in den ontwikke lingsgang van het radio-omroep-wezen vele andere vraagstukken aan de orde gekomen, welke elk op zich evenmin van belang zijn ontbloot, en welke de moeilijkheden van de radio-kwestie voor buitenstaanders onover zichtelijk en haast onoplosbaar maken. Was in den aanvang de vraag van de zendtijdver deeling, met daaraan vastgekop peld het vraagstuk van de organisatie van den Nederlandschen omroep, de hoofdscho tel, thans kan men daaraan de volgende punten toevoegen: a. de zenderbouw, waar onder weer vallen het ver gunnings vraag stuk, de technische kanten van den korte- golf-zender, van belang vooral voor het Zuiden van ons land, en het z.g. Gleich- wellensysteem; b. de preventieve contróle van alle programma's; c. de contróle op het algemeen programma; d. de quaes- tie der beroepsinstantie voor conflicten uit de oontróles sub. b en c voortvloeiende; e. positie van den Radioraad in deze admi nistratieve en controleerende procedure; f de politiek in de radio; ghet vraag stuk van de radio-centrales en het z.g. droit d'emission (uitzend-recht) der omroepveree nigingen; h. de Phohi-guestie (uitzen ding naar Indië); i- het radio-vraagstuk in Indië zelf (concessie aan de N.I.R.O.M. positie van de Indische Katholieke Radio Omroep Stichting, de z.g. Ikros daarbij). Het is een eerbiedwaardige lijst, zooals men ziet. En daarom mag men niet ten onrechte spreken van „Radio-vraagstuk ken" in het meervoud 1 Dat aan al die punten heel wat vast zit zal men wel zonder nadere omstandige verklaring willen aannemen. Mijn bedoeling is het niet, al deze punten afzonderlijk uit voerig te behandelen. Ik heb ze alleen op gesomd om even een overzichtelijk beeld te geven van de veelsoortige kwesties, welke in het radio-wereldje in ons vaderland de aandacht vragen, opdat men niet zou mee- nen, dat het alléén over de zendtijdverdee ling gaat. Wellicht is het niet zonder belang op twee belangrijke punten de aandacht van de Katholieken te vestigen en hen over den huldigen stand van zaken nader in te lich ten. Het is niet onmogelijk, dat hij het vele geschrijf en gepraat over de radio-ruzie, of de radio-misère zooals het in sommige kringen graag wordt genoemd, menigeen geen helder begrip meer heeft over de draagwijdte en de kern der meest belang rijke aangelegenheden op dit gebied Vandaar mijn poging om in bevattelijken vorm, zonder til te zeer in details af te dalen, een kort antwoord te geven op deze twee vragen: 1. hoe staat het met de zendtijdver dee ling, en met het daarmede verband houden de vraagstuk van de organisatie van den Nederlands chen omroep 2. hoe staat het met de zenderbouw-aan- gelegenheid Wat de zendtijdver deeling betreft is er sinds het bekende zendtijdbesludt van Mi nister Reijmer d.d. 15 Mei 1930 geen enkele wijziging van eenig belang ingetreden. De toestand is dus zóó, dat de vier groote om roepvereenigingen, in het ministerieele zendtijdbesluit „algemeene omroep vereeni- gingen" genoemd, ieder 20% van den be schikbaren zendtijd hebben. Van de over blijvende 20% is 5% afgestaan voor de kleine omroepvereenigingen, door den Mi nister „bijzondere omroepvereenigingen" genoemd, en 15% is gereserveerd voor het algemeen programma, waarvan de verzor ging bij toerbeurt is toevertrouwd aan do vier groote omroepvereenigingen. De ontvangst, welke aan deze verdeeling indertijd is ten deel gevallen, mag ik als bekend veronderstellen. De A.V.R.O. was er zéér over ontstemd, de drie andere omroepvereenigingen (K.R.O., N.C.R.V. en V.A.R.A.) waren er mede te vreden. Op zich zelf genomen en bezien is hier over „geen nieuws" te melden. Doch in het wezen der zaak, ging het bij die zendtijdverdeeling niet zoozeer over die verdeeling als wel over de erkenning van een bepaalden vorm van organisatie van den Nederlands chen omroep, welke in dij verdeeling gelegen was. Wij belanden dus bij het vraagstuk van de organisatie van den radio-omroep. In eerste instantie treedt hier de vraag naar voren van één centrale omroeporga nisatie, of meerdere gedifferentieerde om roepvereenigingen. Het buitenland is algemeen getreden in de gedachte van centralisatie op dit terrein, in den vorm van hetzij officieel staatsbe drijf hetzij serni-offirieel centraal nationaal radio instituut. In Nederland echter is van af den begin ne een andere weg ingeslagen, de weg.van de particuliere vereeniging De H.D.O. constitueerde zich in 1921 als zoodanig, binnen een half jaar gevolgd door de K.R.O. en de N.C.R.V. De commissie-Ruys kwam in 192(1 tot een bepaalden oentralen opzet, evenwel gebaseerd op de bestaande particuliere vereenigingen op omroepgebied (zie bladz. 16 van haar rapport). Dit rapport i-- niet aanvaard, in hoofdzaak wegens de oppositie daartegen gevoerd door de z.g. neutrale H.D.O. De Radio-wet van 1928 aanvaardde toen het systeem van de gedifferentieerde, geljjk- omroepvereemgin- bererhtigde particuliere gen. Is deze keuze een slechte geweest? Heeft zij de ontwikkeling van onzen Nederland- schen omroep geremd of verhinderd? Absoluut niet! In mijn rede bij de behandeling der H-T.T.-begrooting op 10 November j.l ge houden heb ik met voorbeelden uit het buitenland aangetoond, hoe het systeem van centrale nationale radio-instituten al om de grootste ontevredenheid en onbevre- digheid heeft gewekt. De beweringen uit den tijd van het groote radio-debat in Mei !930, dat het in het buitenland allemaal zoo mooi centraal nationaal was geregeld, doch dat Nederland natuurlijk met zijn splitsingsmanie een goede regeling in de war stuurde, zijn in de practijk gebleken beslist onjuist te zijn. In het buitenland loopt het heelemaal niet zoo mooi, doch is groote ontstemming gewekt en worden de rechten van groote volksgroepen op erger- lijke haast dictatorische wijze geschonden In Nederland daarentegen zijn de pro gramma's der verschillende omroeporgani sa ties uiteraard is de waardeering daar van verschillend lot groote en ruime ont wikkeling gekomen, Men kan dus gerust zeggen, dat thans vrijwel niemand, die eenigszins van de za ken op de hoogte is, hier te lande het sy steem van particuliere organisatie in den radi-o-omr-oep wil prijsgeven voor een offi cieel, of semi-officieel, of verkapt-officieel staatsinstituut. En toch is men het over den huidigen gang van zaken niet volmaakt eens, Waar zit nu eigenlijk de kern der organi satorische quaestie? In de houding van de A.V.R.O.? Slechts ten deele. Zeker, wanneer de A.V.R.O. den weg der samenwerking met de andere omroepver eenigingen wilde inslaan, zou men spoedig tot algeheeie eensgezindheid kunnen komen. De A.V.R.O. wil dit echter niet doen en demonstreert dat te pas en te onpas op vaak kleinzielige wijze. Om de zaak niet scherp te stellen, zal ik dat niet met voorbeelden illustreeren. Het feit ligt er nu eenmaal. Van onwil mogen we, volgens het betoog van prof. Slotenmaker de Bruine bij het Zal onze levensstandaard erdoor worden beinvloed HET INLADEN VAN DE POST m de „Leeuwerik" die gister morgen inert, de Kiemstpas/t naar Indlië vertrek. Overleg wordt voortgezet. Wij ontvingen het volgend communique: Gisteren hadden opnieuw besprekingen plaats tusschen de besturen van het N. V. V., R. k. Werkliedenverbond en Christelijk Nationaal Vakverbond met -de commissie ad hoe uit de Ensahedesehe en Twentsch-Gelderache Textiel- fabrikantenvereeniginigen inzake het conflict in de textielindustrie. De besprekingen werden nog niet ten einde gebracht. KNOEIERIJEN MET BUITENLAND- SCHE TARWE. UIT DE TEXTIEL-INDUSTRIE. Besprekingen met de R. K. Vereen, van Werkgevers. Naar de „Volkskr." meldt is te 's Hertogen bosch een bespreking gehouden tusschen de vertegenwoordigers van de textiel arbeiders organisaties en de R. K. Vereeniging van Werkgevers in de textielnijverheid Deze jongste radiodebat van 10 November 1.1. met vereenlglng hee£t haar led6n ln geheel Noo^ spreken. De diepere oorzaak is, dat aan de Brabant Tilburg valt buiten dit overleg A.V.R.O. een karakter is opgedrukt, dat haar naar eigen meening niet mag worden toegeschreven. Dit nu moet volgens prof. S d. B. dan maar eens objectief worden onder zocht. En waarom? Omdat het feit dat er een Katholieke, een Christelijke, een Socialis tische omroeporganisatie bestaat, niet in zich sluit, dat de A.V.R.O. op zich eveneens voorts in Hilversum, Rotterdam, Deventer, Moordrecht (K.V.T.), Amersfoort, Apeldoorn, enz. Bij informatie, deelde men -het blad mee dat nog geen overeenstemming bereikt is en dat het overleg wordt voortgezet. Inmiddels hebben de werkgevers het toepassen van de door hen voorgestelde loonsverlaging uitge steld tot de eerste volle week van Januari a.s. Het voorstel der werkgevers houdt in: het een draagster en vertegenwoordigster van toepassen van een loonsverlaging van 5 procent humanistische) wereldbe- op de minimumloonen en van 'n verlaging van 15, 12 en 10 procent op de loonen, die re-sp. 30 procent en meer, 20 tot 30 procent en tenslotte 20 en minder procenten gaan boven de mini mumloonen. Er moet nog met de arbeiders over het ge- de vierde (de schouwing Is. „Het enkele feit, dat naast de A.V.R.O. andere vereenigingen ontstaan zijn, lijkt mij hiervoor geen voldoende bewijs, omdat ook naast een evenlueelcn algemeenen omroep voerde overleg vergaderd worden. er behoefte kan zijn aan bijzondere om roepen", aldus prof S. d. B. (Handelingen Tweede Kamer 1931/32 blz. 396, 2e kolom) Ziehier, naar mijne wijze van zien, de kern- quaestie. De A.V.R.O. zou mogelijk kunnen blijken, aldus is de gedachtengang van prof. S. d B., een element te bezitten, hetwelk de andere vereenigingen niet bezitten, het ele ment der algemeenheid. (Volgens de A.V.R. O. zelve heeft zij, en zij alléén, dat element, en zij maakt op dien grond aanspraak op een volle week zendtijd en een eigen zender). En wij beluisteren een zelfde geluid als wij in een polemiek tusschen „Nederlander en „Standaard" (over het verschil in prac- tische wijze van aanvatten van het pro- bieem, hoe Kerk en Volk tot den Christus te brengen) deze tirade over de radiopolitiek lezen: Besprekingen door het Centraal bureau der tuinbouw veilingen. „Zullen we bij de Radio ons v-olk in vie ren knippen en daarna het „algemeene" laten verzorgen door een federatie van Men schrijft ons De commissie, die op initiatief van het Cen traal Bureau der Tuinbouwveilingen de vorige week naar Engeland Is vertrokken, in verband met -de op handen zijnde tariefsmoeilijkheden in dat land, is teruggekeerd. Uit den aard der zaak bestaat er thans geen gelegenheid om over het op onze producten te vier gestempelde groepen, omdat ons volk I heffen inv<>errecht met de Engelsche Regeering een federatie is van eeni°-e volksdeelen- bePaalde onderhandelingen te voeren. Zoo spoe- en aus ook dij één nationalen omroep, om Toch hebben de in Engeland gevoerde be- aaarna plaats te maken voor aanvulling sprekingen aanvankelijk een bevredigend ver en preciseering Van uit bijzondere krin- lo°P gehad. gen?" (Aangehaald in de „Standaard" van Er zaI moeten worden afgewacht, in hoeverre 11 November 193i) de onëunstige plannen der Engelsche Regeering ten opzichte van den export van tuinbouwpro- Naar mijip kijk op de zaak, ligt het zwaar- ducten ook voor ons land onder den invloed tepunt van de oppositie tegen den huidigen Ian de actie' dle zich van aIIe zi3den teSen de (rond van 7ak^n n*x i i_ nooge invoerrechten aan het ontwikkelen J ue a.v.k.u. ais wet mj Hoewel de vooruitzichten ten opzichte van de dit sterk haast weemoedig verlangen van Engelsche tarieven van groenten en fruit nog prof. S. d. Br. en van hen, die denken zooals ongunstig zijn, mag dit geen oorzaak zijn, om hij (hetgeen niet gelijk staat met de geheele niet a,,e krachten te blijven inspannen en alle christelijk-historische volksgroep) om te middelen aan te grijpen ter verkrijging van verkrijgen, dien éénen nationalen' omroep, eXPOrt gr°enten eD Hot Ann alo-pmepn n f 1 fru,t' zb het onder zeer zware en moeilijke om dat één algemeen nationaal program, dat standigheden mogelijk blijft. altijd zal te belasteren zijn, terwijl de twee- De commissie, die is samengesteld uit hande de zender dan, daarna en daarnaast, de aan- laren en kweekers, blijft werkzaam ter verkrij- vulling en preciseering zal geven van de zij- SinS van een zoo gunstig mogelijke tariefsre de der bijzondere kringen, groepen of hoe ge geling- Het ls yoor den tuinbouw te hopen, dat het noemen wilt. I dIe Pogingen zullen slagen. Heel duidelijk zegt prof. S. d. Br. zijn ver langen uit in zijn redo in het radiodebat van 10 November j.l.: Mededeelingen der gewestelijke Zeeuwsche tarwe-organisatie. „Het ware logisch geweest, wanneer er nu naast een algemeen program een alge meene omroepvereeniging stond en naast de bijzondere programma's bijzondere om roepvereenigingen Wanneer er dus ware een algemeene imroepvereenigin-g, samen gesteld uit personen ik zeg niet uit or ganisaties met onderscheiden overtui gingen op de wijze, waarop bijv. in het na jaar van 1927 de K.R.O. en de N.C.R.V. zich de samenstelling van een vereeniging met het oog op Indië hebben gedacht en wat dus, ooli naar hun opvatting, moge lijk is." En terwijl prof. S. d. Br. dat is mijn vaste overtuiging dit geheel objectief vooropstelt, als ideaal waarnaar hij meent te moeten streven, sluit men in de kringen van do A.V.R.O., en op politiek terrein in de kringen der liberalen, zich volgaarne aan bij dit betoog, waarbij deze laatste groep medestanders van den Professor het bij voorbaat als uitgemaakte zaak beschouwen, dat dat algemeene nationale program in A.V.R.O.-handen zal behooren te betusten. Voor prof. S. d. Br. is dit een bijzaak van latere en secondaire orde, als maar het idiaal bereikt wordt. Pour discuter, il faut être d'accord. Wil men vruchtbaar en rustig van gedachten wisselen, dan moet men het over elkaar's verschillend standpunt eens zijn. Daarom, alvorens het standpunt van de voorstanders van den éénen nationalen omroep met de bij zondere kringen of groepen als aanvulling, als bijbouw, te bestrijden, heb ik getracht het voor mij zelf klaar en duidelijk te for muleeren. Ik hoop mij daarbij niet al te zeei vergist te hebben. Mr. FRANS TEUL1NGS. Strenge maatregelen tegen de knoeiers. Woensdagmiddag heeft het Bestuur der ge westelijke tarwe-organisatie in Zeeland aan de vertegenwoordigers der pers verschillende me dedeelingen gedaan in verband met de in Zee land voorgekomen gevallen van knoeierijen met buitenlandsehe tarwe. De heer Siebenga, secretaris der geweste lijke tarwe-organisatie deelde o.a. mede, dat uit Zeeland van den oogst 1930, 10.520.611 K.G. tarwe is geleverd. Van zekere zijde is veel actie tegen de tarwewet gevoerd, maar spr. meent, dat de resultaten voor den landbouwer gunstig zijn. Helaas hebben sommige Zeeuwsche boeren getracht buitenlandsehe, als inlandsche tarwe te vbrkoopen. Als hoofdoorzaak daarvoor moet worden ge noemd de vrees voor rantsoeneering voor het volgend jaar. Het was dus in het be'ang dezer boeren den oogst 1931 zooveel mogelijk om hoog te jagen. Ook is door de niet groote op brengst dit jaar de oogst beneden het gemid delde gebleven, zoodat verschillende boeren niet konden leveren wat ze destijds hadden op gegeven. Door medewerking van verschillende zijden en door activiteit der kringcommissies zijn de eerste gevallen echter onmiddellijk ter kennis van de gewestelijke organisatie gekomen. Reeds op 16 November is deze zaak in de bp stuursvergadering ter sprake gekomen, omdat er toen uit België tarwe werd ingevoerd. Het bestuur heeft niet geschroomd de meest strenge maatregelen te nemen om deze knoeie rij den kop in te drukken. Vast is komen te staan, dat na de strenge maatregelen slechts 20.000 K.G. buitenlandsehe tarwe over de grens is gekomen, die veer vee voeder enz. noodig kan zijn. Zes tarwe-verbouwers zijn reeds als lid ge schrapt. Hun namen zullen worden bekend gemaakt. Nog enkelen staan onder verdenking en zullen zoo schuld aanwezig is, volgen. De wet is voor den landbouw van te groote betee- kenis, dan dat deze kwestie met een sissertje zou afloopèn. In antwoord op enkele vragen werd door het Bestuur nog medegedeeld, dat van den oogst 1931 uit Zeeland reeds 8.880.756 K.G. is gele verd of ongeveer 25 van den oogst Naar den uitzaai voor 1932 wordt een onder zoek ingesteld. Vermoedelijk is wel meer dan vorigen jaren uitgezaaid, maai1 door den toege zegden meerderen steun voor de bieten zal de zomeruitzaai wel niet groot zijn. Er behoeft dan ook in dit opzicht geen zorg te bestaan. Het percentage, dat nu 22 is, kan op 25 gebracht worden, als dit noodig mocht zijn, terwijl vermoedelijk door den minderen oogst in 1931 wel een maand eerder dan nu met de levering van den nieuwen oogst zal moe ten worden begonnen. Bovendien heeft Zeeland toch altijd nog een voorsprong door zijn betere kwaliteit tarwe. Ten slotte gaf het bestuur als zijn meening, dat door de genomen maatregelen de knoeierij wel zal zijn onderdrukt. Verschenen is de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer betreffende het wetsontwerp tot verhooging van het tarief van invoerrechten. De Regeering verklaart daarin nogmaals, dat baars inziens de voorgestelde verhooging van 8 tot 10 pot. in den tegenwoordigen tijd allerminst aan ons tarief zijn fiscaal karakter ontneemt. Of de voorgestelde tijdelijke ver hooging van het invoerrecht zal leiden tot ver hooging van het prijs-niveau, hangt van ver schillende omstandigheden af. Indien b,v. hetgeen waarschijnlijk is, de buitenlandsehe importeur zijn debiet hier te lande zal wenschen te behouden, ligt het voor de hand dat hij het verhoogde invoerrecht geheel of gedeeltelijk voor zijn rekening zal nemen. Nu het wetsontwerp in het algemeen slechts voor drie jaar zal gelden en de daarin inge volge het amandement-Lovink ingelaschte posten slechts voor twee jaar, is het niet onwaarschijnlijk dat buitenlandsehe impor teurs voor het behoud van hun debiet de ver hoogde invoerrechten of een deel daarvan voor hun rekening zullen nemen. De steeds toe nemende bemoeilijking van het internationale goederenverkeer zal den buitenlandschen ondernemer wel een aansporing zijn tot het nalaten van alles wat strekken kan om zijn in Nederland verkregen afzetgebied in gevaar te brengen. Indien men zou meenen, dat de levensstan daard door de tariefsverhooging wordit be invloed, die invloed zinkt in het niet verge leken bij den invloed, die in omgekeerden zin wordt geoefend door de steeds voortschrijden de daling van prijzen in den kleinhandel, een daling, die niet te loochenen valt, al blijft zij dan ook bij die van de groothandelsprijzen ten achter. Mede omdat bier te lande levens middelen, behoudens enkele uitzonderingen, onbelast zijn, verkeert Nederland, wat zijn concurrentie-voorwaarden betreft, op de buiten landsehe markt in een gunstige positie, die slechts in den iaatsten tijd geschokt is door de bijna overal elders genomen maatregelen van beschermenden aard. Langer dan 3 jaar Over de vraag, of de thans in het ontwerp geïntroduceerde tijdelijkheid zal kunnen ge handhaafd worden, valt uiteraard met stellig heid niets te zeggen. Voor zekeren twijfel te dezen aanzien bestaat inderdaad reden, min der nog wegens den aandrang van belang hebbenden, waarop het Voorloopig Verslag wijst, dan wel wegens de onzekerheid, of te zijner tijd de schatkist deze bate zal kunnen missen. Het waarderecht. Dat aan de heffing van een specifiek recht naast het waarderecht de voorkeur zou moeten worden gegeven boven een veelvuldige toepas sing der beperking van den invoer, ingevolge het desbetreffende aanhangige wetsontwerp, is naar de meening der regeering aan twijfel onderhevig. Adres van het Verbond van Ned. Werkgevers aan de Tweede Kamer. Het verbond van Nederlandsche werkgevers heeft aan de Tweede Kamer een adres gericht in zake de heffing van opcenten op de Indische invoerrechten. In het adres wordt o.m. gezegd, dat het na deel, dat onze export-industrie van de tegen woordige opcenten-heffing ondervindt, het volgend jaar nog dreigt te worden vergroot. Dat onze uitvoer naar Indië reeds sterk in beteekenis is afgenomen wordt gedemonstreerd door een toegevoegd staatje. Terwijl Indië in ds eerste drie kwartalen van verleden jaar nog 8,5 percent van onze uit voerwaarde afnam, is dit percentage in 1931 gedaald tot 7,2. Dit is een zeer bedenkelijk verschijnsel. Het is ons zoo schrijft adressant zeer wel bekend, dat Indië door zijn groote afhankelijkheid van de cultures waarin juist de prijsval zeer sterk is geweest veel aan koopkracht heeft ingeboet. Doch de verleden jaar met 10 ver hoogde invoerrechten hebben het hunne daar toe ongetwijfeld bijgedragen en wij zijn ervan overtuigd, dat de koopkracht der Indische be volking in verband met de prijsverhoogende tendenz, die van verdubbeling der opcenten uitgaat, nog meer zal afnemen. Het verbond verzoekt daarom ernstig aan het desbetreffende wetsvoorstel goedkeuring te willen onthouden. Besluit van den gemeenteraad van Lisse. Gistermiddag besloot de gemeenteraad van Lisse ten behoeve van crediertverleening aan noodlijdende bloembollenkweekers in de ge meente een crediet beschikbaar te stellen van ten hoogste 25.000 door tusschenkomst van de Coöp. Boerenleenbank voor Lisse a 0. Een crisisvergadering Naar we vernemen, hieeft j.l. Woensdag avond ln café „De Harmonie" te Gouda, een vergadering pilaalts gevorudiem, waaraan is deelgenomen door niet mindier dan een 60-tal bestuursleden van afdeel ingen der Ho'll. Mij. van Landbouw, van den Bond van Kaasprodu centen en van den R, K. Lanid- en Tuinbouw- bond uit Gouda en omgeving. Door de heeren Ir. T. P. Huisman, secreta ris der Holl. Mij. van Landbouw, en A. van Wijnen, voorzitter van den Bond van Kaas- producenten, zijn ln deze vergadering tal van zaken aan de orde gesteld, die samenhangen met deu slechten toestand, die thains in ver ergerde mate in het veehoudenshedrijf heerscht. Uit de vergadering gingen vele stemmen op oim te komen tot een groote algemeene vergadering van veehouders, ton einde aldus kracht bij te zetten aan de verlangens, die in verband met den slechten toestand onder den boerenstand leven. Besloten is daarop, om op Donderdag 17 December a.s. des morgens te 11 uur in So ciëteit „Ons Genoegen" te Gouda, Boelekade, een groote vergadering te beleggen, waarin de heer van Wijnen zal spreken over: „Waar om wij ontevreden zijn", terwijl de heer Huis man zal inleiden het punt: „Wat gedaan moet worden. Reel. 585 DGVS 8 Geen bepaalde vorm van samen- iverking in het Oosten. INVOERRECHT OP AARDAPPELEN De aanneming van het amendement Lovink door de Tweede KameT tot het heffen van in voerrecht o.a. op aardappelen, heeft de „Cen trale van vereenigingen voor den aardappelen-, groenten- en fruithandelaren in Nederland" aanleiding gegeven zich met een adres te wen den tot de Eerste Kamer, waarin worden uit eengezet de redenen, die naar de meening van adressante moeten leiden tot een afwijkende zienswijze omtrent de noodzakelijkheid, respec tievelijk wenschelijkheid van doorvoering der bedoelde heffing van invoerrecht voor het ar tikel aardappelen. Het betreffende amendement kan voor de producenten en de schatkist en de betrokken bedrijven in geen geval beduiden de voordeelen opleveren terwijl daarentegen de gevolgen van zeer groot nadeel zullen zijn voor onze bevolking als geheel genomen. Zijn deel neming in de vliegramp te Bangkok. Onze correspondent te Parijs meldt ons d.d. 10 December: De Fransche minister van koloniën, de heer Reynaud, heeft op het oogenblik van zijn te rugkeer uit Indo-China te Parijs in een van die kernwoorden, waarvan hij het geheim bezit, zijn voldoening geuit over zijn verblijf in onze koloniën en daarmee tevens den indruk gekris talliseerd die ons koloniale wezen op hem had gemaakt. Niettemin heeft hij in zijn ministerieel bu reau de te Parijs gevestigde Nederlandsche journalisten willen ontvangen, om nogmaals uiting te geven aan de dankbaarheid voor de ontvangst in onze koloniën. „Als men nog zoo pas", zoo zei hij ons, „In bewondering voor de ontwikkeling van Het grootverkeer dezelfde streek heeft verlaten, waar thans de afschuwelijke ramp zich heeft afgespeeld, dan voelt men wel hevig den schok, die door Nederland en zijn koloniën moest gaan op het vernemen der vliegramp. En ik wil dan ook van mijn ontmoeting met de Ne derlandsche pers gebruik maken om de regee ring en bet land en bet Nederlandsche vlieg- wezen, dat ik ook in de koloniën heb kunnen bewonderen, mijn innige deelneming in den zwaren slag te betuigen". „Maar", zoo vervolgde de minister, „het Ne derlandsche volk zal ook deze"Tamp weten te dragen met de energie bij andere rampen aan den dag gelegd. Het beste, zoo vervolgde de minister, wat men voor de koloniale propaganda doen kan, Is de koloniën te doen kennen en dat kau nimmer zoo krachtdadig geschieden dan door het bezoek, de waarneming ter plaatse. Daar voor opent het lucht-toerisme zulke groote kansen. Dat bracht vanzelf de minister er toe om over onze koloniën zelf te spreken, iets, wat hij niet doen kon, zooals hij zei, zonder nog eens bijzonderen dank te brengen aan de auto riteiten, in bet bijzonder aan den gouverneur- generaal, Jhr. De Jonge, voor de buitengewoon hartelijke wijze waarop hij ontvangen werd en de moeite die ook de plaatselijke autoriteiten aan den dag hebben gelegd hem het bezoek onvergetelijk te maken. Die dank zou niet volledig zijn, zei de minis ter, wanneer niet tevens de gelukkige bezoeken werden gememoreerd, die de gouverneur-gene raals van Indo-China en Ned.-Indië hebben ge wisseld, en die zooveel hebben bijgedragen om beider koloniale taak te kunnen vergelijken. Dat Is een wijze van uitwisseling van gedach ten en ervaringen, waarvan niet anders drtn goede resultaten te verwachten zijn. Natuurlijk werd op dat moment den minister de vraag gesteld, hoe het staat met de samen werking op koloniaal gebied In het Verre Oos ten, meer bepaaldelijk of aan eenige samenwer king een vasten vorm is gegeven. De minister kon daarop met een pertinent „neen" antwoor den. Een bepaalden vorm van samenwerking is er niet; er is een persoonlijk contact geweest, als onder bevriende naties zooveel plaats beeft, en wat op zich zelf zijn beteekenis heeft, maaT meer ook niet. Wat de crisis betreft, de minister zelde wel te hebben gezien, dat Nederl. Indië daaronder zeer heeft te lijden, en dat het misschien een zwaarder crisis doormaakt dan ooit te voren, maar dat hij zeer stellig den indruk heeft, dat het wijs beleid der bewindvoerders en de zeer energieke weerstand onzer kolonisten, voort spruitend uit de wilskracht van ons ras, Indië ln staat zal stellen de crisis, die met bewon derenswaardige koelbloedigheid onder het oog wordt gezien, te boven te komen. Wat hem bijzonder getroffen had was de moderniseering, die vooral de laatste kwart eeuw is doorgevoerd en de belangrijke rol, die het wetenschappelijk onderzoek en de weten schappelijke voorlichting onzer kolonisten vervullen. Java had op den minister den indruk ge maakt van een land vaar de welvaartsbron nen grondig aangeboord zijn. Bali noemde hij een land van onvergelijkelijken rijkdom voor het toerisme, door zijn zee, bergschoon, bo demrijkdom en kunst. Minister Reynaud ein digde met te zeggen, dat op zijn wereldreizen Indië op hem den meest diepen Indruk had gemaakt. Besluiten van den gemeenteraad van Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De gemeenteraad van Haarlemmerliede en Spaarnwoude besloot Woensdag hert aantal op centen op de vermogensbelasting van 50 terug te brengen op 25 en de zakelijke belasting op het bedrijf af te schaffen. WAARSCHUWING. In het Alg. Politieblad verzoekt de Commis saris van Politie te Kerkrade belanghebbenden de noodige voorzichtigheid wel te willen be trachten bij het aanknoopen van relaties met Friedrich Karl Ott, geboren te Hannover 18 November 1892, zich noemende koopman, wo nende aan de Kloosterraderstraat 14 te Kerk rade, tot voor korten tijd zaken doende met Emil August Nowakewitz, wonende aldaar. Tegen laatstgenoemde werd bereids gewaar schuwd. Ten einde financieele teleurstelling te voor. komen geeft de burgemeester van St. Michiels- Gestel een ieder ln overweging, bij hem in lichtingen in te winnen, alvorens handelsre laties aan te knoopen met Adrianus van den Heuvel, Vossenberg E 123; Antonius Wilhel mus van Venrooij, Hermalen, B 294; Martinus van den Heuvel, Vossenberg E 123 en Anto nius van den Heuvel, Vossenberg E 121, allen .te Schijndel woonachtig en o.a. kantoorhou- dende te Si. Michiels GeeteL een HOEKJE VAN DEN NIEUWBOUW vai» het missiehuis „Sparrendhal" bij Vugblt, dat Woensdag door Z. H. Exc. Mgr. Jux£esw fl) taeewijd.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 5