UIT BABY'S
DAGBOEK
V
UMTU MIJ
K ZE66EN
GEVALLEN VOGEL. MARIA ONBEVLEKTE.
KALENDER VAN DE
WEEK.
MODEPRAATJES.
EEN NIEUW KOOK
BOEK.
SMAKELIJK ETEN.
ZATERDAG 12 DECEMBER 1931
LINT-WEEF-WERK.
OUD-WEENEN EN DE NIEUWE
WINTERMODE.
'N MOOIE HANGER.
NA AR EEN „MEDICP-STIJL.
Groot waren de ontzetting en de ontstelte
nis, welke j.l. Zondagmiddag de noodlottige
bulletins teweeg brachten, meldende de ramp
te Bangkok.
Dan wordt op eenmaal de Zondagsche opge
wektheid getemperd wij beseften ten volle hoe
broos het geluk, hoe onzeker het bestaan wel is.
„Ce que vivent les roses,
l'espace d'un matin!"
Jonge energieke, flinke mannen zijn 't slacht
offer geworden van hun zelf-gekozen beroep
„Zelf gekozen", want geen vader, noch moe
der, voogd, noch iemand anders zullen iemand
dwingen de vliegsport te beoefenen.
Een macht van binnen uit, aanleg en durf
zijn de voornaamste factoren.
De luchtvaart heeft hen bekoort en ze hebben
den mechanlschen vogel leeren kennen en be
sturen en ze zijn opgestegen, menigmaal, tot
ze, volleerd en met alle geheimen vertrouwd
trots en fier, verre tochten ondernamen,
zijn geworden de koelbloedige helden, de on
versaagde pioniers der lucht.
Maar, hun uur kwam, en niet de lucht, maar
de aarde bracht hen ten val.
Schrijnende tragiek
Hier in Holland, zullen harten schreien en
zullen diverse oogen voor immer en altijd naar
de beeltenis schouwen van een man en vader,
die heenging met 'n lach om de lippen, energie
in het oogden dood op de hielen.
„Een vrouwtje met twee kindertjes laat de
een, een vrouw met één kindje laat de ander
achter."
Het staat er zoo nuchter, 't geeft tragische
feiten weer.
Maar geen roman, vol aangrijpende bijzonder
heden is wel sprekender dan dit kort relaas
En heel ons hart, heel ons „vrouw"-zijn gaat
uit naar die beroofde, felgeslagen wezens, wier
echtgenoot vertrok om nimmer weer te keeren.
Dezer dagen zagen wij een Toorop-schilderij,
voorstellende „de Maagd der golven en der
stormen" en wij dachten hoe jammer dat de
groote Meester ons geen „Madonna der wol
ken en luchten" heeft nagelaten.
Wij allen vereeren Maria als de „Stella Ma-
ris", hoeveel te meer heeft de koene lucht
vaarder een Madonna van lucht en wolken van
noode
Toch zullen wel vele gebeden tot de zoete
lieve Vrouwe opstijgen, uit zoo menig beang
stigd hart van meisjes en vrouwen, die met
n glimlach op de lippen, maar den dood in het
hart, den geliefden man vaarwel kussen.
Want 't is niet alles als in het mooie feuille
ton, dat wij kort geleden in dit blad volgden,
het is niet immer als in „der Himmelstürmer'
waar de moderne Lohengrin in zijn zilverge-
wiekte zwanevogel de hemelen verovert, en
de vleugelen rept boven huls en hof der ge
liefde Marijke. De realiteit is dikwijls zoo heel
andere.
.En toch stijgen ze op, de dappere jongens,
en toch cirkelen ze overmoediger dan ooit door
het luchtruim, als om de vreeze te verdrijven,
toch klieven ze onvervaard wolken en nevelen,
toch voeren wind en getij hen naar het verre
Oosten, opnieuw en telkens opnieuw trotsee-
Tend alle mogelijkheden, die ook hen kuimen
treffen en vernielen.
Opnieuw sidderen zooveel teedere vrouwen
harten, en toonen zij uiterlijk een blijmoedig
betrouwen om liefde's wille.
Want zij mogen den geliefde niet verontrus
ten, niet irriteeren, zij weten het, kalm en
onverstoord moeten zij gaan waar de eenmaal
gekozen plicht hen roept.
Dat is het zware deel, de heldhaftige taak
der vrouwen, haar stille hulp en steun.
Dappere meisjes, vrouwen, moeders, dlien
moed, zelfverloochening zult ge niet behouden
als ge niet kunt vluchten tot een hoogere
Macht, tot Haar, de zoete Madonna, de Heer-
scheresse van lucht en wolken.
0 Maria, sterre der zee, troosteres der zee
varenden, wees ook de Vrouwe de lichtende
bake voor allen, wier beroep en plichten hen tot
in de wolken voeren.
Mogen zij, die U eenmaal zoo nabij waren in
hun fiere vluchten, bij U een eeuwige ruste
vinden
Wat
WIJ
HELLENEN.
Zondag.
De vrouw Is een bijzonder mengsel van hoe
danigheden, subliem en alledaags, hartstochte
lijk of wreed, medelijdend of driftig, in staat
alles te offeren, of alles te vernietigen.
PADRE VENTURA.
Maandag.
De vrouw kan iemand den hemel beloven
om hem in de hel neer te storten.
PADRE VENTURA.
Dinsdag
Ingetogen zwijgen is bet schoonste sieraad
eener vrouw.
SOPHOCLES.
Woensdag.
Weest voorzichtig in den omgang met vrou
wen, opdat gij het duiveltje niet ontwaken
doet.
MAJNTTAGARRA.
Donderdag.
Een schoone vrouw is een lust der oogen,
een goede vrouw een weelde voor het hart,
de eerste geeft kortstondige vreugde, de andere
een eeuwig heil.
MASSIME.
Vrijdag.
De deugden van opoffering en liefde kennen
geen grenzen in het hart eener waarachtige
vrouw.
FARCHETTI.
Zaterdag.
Vrouwen zijn de bloemen des levens, welke
in de wonderbaarlijkste vruchten, harer kin-
der-en overgaan.
3. dl St. PIERRE.
rijst Gij zoo lichtend
in ,'t smetloos gewaad
Maria Maria
al reine,
storten vol eerbied
in 't stof ons ter aard,
wij, armen, zoo wankel
zoo kleine.
O hemelsche bloeme,
vol wondere geur,
Maria Maria
al zoete N
zie neer op uw kind'ren
in ootmoed en rouw
vol smarte en weedom,
en boete
Ach, redt toch de onschuld
Snel Vrouwe ter hulp,
Maria I Maria I
al goede
reik Moeder, üw sterke
uw teedere hand....
«alléén'zijn we 't strijden,
zóó moede...
HELLENEN.
Parijs 8 December 1931.
Een aardige nouveauté geeft het model, dat
wij hieronder reproduceeren, weer. Het Is een
ensemble van wollen stof, in dit geval met
een lang jaquette, dat van den rok slechts en
kele centimeters vrij
laat. Doch dit soort
wollen costuums zijn
ongemeen practischen
zeer comfortabel.
Zij zijn over het al
gemeen uiterst sober
van lijn en van gar
neering. Alleen ten
opzichte van de kiéur
staat een wat ruimer
keuze open. De kleur
kan gekozen worden
in de tinten groen,
bruin en kastanje en
ook in de schakeerin
gen van grijs, die zich
zoo prettig laten dra
gen, of in corinthe- of
bordeaux-rood.
Uitgebreide bont-
garneering hebben
deze ensembles niet.
Meestal blijft de bont-
garneering beperkt
tot een kleinen, rech
ten ooi van castor,
loutre, caracul of pou-
lair; de mouwen zijn
bijna altijd geheel van
stof. Op ons model
bestaat de garneering,
zooals men zien kan, uit een rechte strook
bont op den col, die breede revers vormt, waar
mede het jaquette hooger of lager gesloten
kan worden.
Een groote verscheidenheid stoffen biedt
keuze te over, voor deze ensembles: na-Dés en
boutonnés, eöte-lés, velours-de-laine en vooral
diagonalen. Fantasie-stoffen zijn minder ge
zocht: effen stoffen, of die stoffen, die een
fantaisie-effect geven in het weefsel alleen,
worden veelmeer begunstigd.
Als complement van deze costuums kiest
men graag eveneens een wollen blouse bijv.
van dunne jersey-de-laine; ook denfelle-de-
iaine is heel nieuw. Men kan deze corsages of
casaques het beste in een eontrasteerende tint
met het costuum kiezen. Heel gewild op het
oogenblik zijn de contrasten van bruin en
oranje.
Sinds grootmoeders tijd was het lintweefwerk
niet meer in zwang en 't is eigenlijk min of
meer verwonderlijk, dat deze toch doorgaans
onzakelijke" artikelen zoo sterk weer in
smaak komen.
f
WEENEN, 2 December 1931.
Men verwacht vrij algemeen, dat binnen
korter of langer tijd de mode absoluut ge-
styleerd zal zijn.
Reeds in het voorjaar deden enkele „Empire"-
détails hun entree, doch zij werden niet popu
lair, omdat de eigenaardige hooggegorde sil
houette de heupen en de lijnen van 't lichaam
scherp afteekende, waardoor het dus alleen
voor enkele figuren zich leende.
Geheel anders echter is het geval met den
stijl, die de oud-Weensche mode navolgt. Deze
vindt een opmerkelijk succes.
Even gracieus als deze nieuwe mode zijn de
door haar gekozen materialen. Of het stof of
zijde dan, wel fluweel betreft, altijd eischt ze,
dat het weefsel vóór alles soepel is.
Het meest opvallend zijn ongetwijfeld de vele
volant-effecten, welke de nieuwste stijl van
den ouden overgenomen heeft. Volants zyn
smaakvol en worden op alle denkbare manieren
toegepast, zoodat volants even goed op man
tels en op costuums als op ochtendjaponnen en
avondtoiletten voorkomen.
Natuurlijk brengen ruches allerlei variaties
aan, zoodat men nimmer bevreesd behoeft te
zijn eenzijdig te worden of naar het ordinaire
af te dalen.
Het meest komen de volants tot haar recht
op de visitekleeding, waarvoor men. het liefst
een mooie kleur kiest; wijnrood, korenblauw,
O7'anje-rood, zeegroen, havanna-bruin of kar
dinaal rood.
De voorlaatste onzer figuren draagt een fraai
gezelschapskleed met drie, naar voren spits
toeloopende volant-banen. Origineel en vlot
staan de „vleugeltjes", die als schouderbedek
kingen in het armsgat ivorden genaaid.
Ook voor het avondkleed hebben de groote
modesalons allerlei effecten uitgedacht, voor-
nam.elijk in tule, omdat deze zeer decoratief
werkt.
Door verschillende strooken van dit materiaal
op elkander te leggen, wordt de kleur zoodanig
afgedekt, dat een zeer aparte tint ontstaat,
(laatste afbeelding).
Op de solhouette in het midden vormen de
effen kraag en de mooie kapvormige manchet
ten een chique contrast. Zelfs op de nieuwe
wintermantels zijn volants niet zeldzaam: men
brengt ze gaarne aan op de mouwen als „voor
bereiding" van het bont op den ondermouw,
(afb. 1).
Meestal ook kan men, zonder met de logica
in strijd te komen, op de nieuwe moderne cos
tumes die voor de wandeling gebruikt worden,
volants aanbrengen. De Se figuur bewijst dit.
Er behoeft niet aan getwijfeld te worden: oud-
Weenen wordt voor de nieuwe mode richting
gevend.
Vermoedelijk is het hieraan toe te schrijven,
dat de verschillende kleinigheden, welke tot de
uitrusting van het boudoir behoorea, bij de
styleering van de mode worden aangepast.
Zoo zijn er bijvoorbeeld lampekapjes, die met
lintjes bespannen zijn, vervolgens de onder
scheidene „waschportefeuillea" voor zakdoeken
en andere platte wasch-benoodlgdheden en ten
slotte de aardige kleine doosjes voor de toilet
tafel, alle met linten versierd. Men gaat nog
een stap v-erder en maakt bij de nieuwste avond-
kleeding uit lintjes een aardig taschje, dat
aan den buitenkant een rond spiegeltje hééft,
'-t Zijn alle aardige voorwerpen en het effect
verrassend, hoewel men er even aan moet
wennen.
VI.
Je beleeft van alles! Vannacht werd lk wak
ker en voelde het: ik moet gillen. Ik had pijn.
Pappa wakker mamma wakker. Ik werd
uit de wieg gehaald nagekeken. Een speld
soms los? Neen. Ik kreeg een schoone' luier
aan. M'n natte sloopje werd verschoond. Pap
pa kneep in m'n piep-hond. Mamma aaide me.
't Gaf allemaal niets: ik had pijn. Pappa zei
wat ik dacht: kon ze 't maar vertellen! Ik
kreeg een kruikje want „ik had buikpijn!" Ik
had heelemaal geen buikpijn. Van alles heb
ben ze met me geprobeerd, tot ik ten slotte
vaö de kamer werd afgereden. Diep ellendig
sliep ik even in. Maar na een uur vóelde ik
het weer, m'n tong stootte tegen een scherp
hard ding aan.
Mam sukkelde tot het morgengloren met me
do-or, toen viel ik van vermoeienis in slaap.
Pappa ging naar kantoor, mamma ging me
-om tien uur baden, én toentoen zag ze 't,
toen zag ze het kleine witte stipje in m'n
mond en toen zei ze: M'n lieve, lekkere groote
meld, nu heb je een tandje.
Ze was dolblij, en ik ook, want de pijn was
nu weg. Mam ging direct naar pappa telefo-
neeren om hem het groote nieuws mee te
deelen.
En pappa vertelde ze me later was
zóó verrukt, dat hij heelemaal vergat te zeg
gen: „Ja, wat is er, ik heb haast", „gauw
maar, ik heb weinig tijd" „er zijn zijn men
schep bel over een uurtje nog maar eens",
en al die gezellige zinnetjes, die zakenmen-
schen volgens mamma altijd zeggen, als je
hen ongelegen opbelt. Hij was bepaald opge
wonden, en vroeg, hoe 't precies gegaan was.
Alsof mamma dat kon weten, nu ik haar nog
niets kan vertellen! Des middags tracteerde
mam, want wie het eerste tandje ontdekt,
moet tracteeren.
's Avonds kwam oma, die toevallig in de
stad was, nog even aan, en die moest natuur
lijk direct hooren van de nieuwe aanwinst in
m'n mond. En oma was ook al zoo enthou
siast! „En het is vlug", zei oma maar, „het
is een vlug kindje". Oma leeft altijd zoo mee,
met alles wat er met me gebeurt, echt lief.
M'n links-beneden is het eerst doorgeko
men. Welke tand zal nu volgen?
Drie dagen later: de reckts-beneden is er
ook. Hoera!
Ik ben nu bijna zeven maanden. Wat m'n
familie de laatste paar dagen bezielt, weet
ik niet, maar ze lijken wel stapelmal. Den hee-
ien dag staan mamma en Leentje, en, als hij
thuis is, ook pappa, om me heen, en bij iedere
beweging, die ik maak, roepen ze: Hemel, o
Hemel, want dan denken ze dat ik uit de
wieg rol! Ja, verbeeld je. Nu ben ik wel fan
tastisch wild en sterk, want al binden ze me
nog zoo stijf vast, ik zie altijd nog wel een
gaatje, waar ik door kan kruipen. When there
is a will there is a way! 't Is reuze leuk,
om op je knieën in de wieg te zitten en je
dan pardoes voorover op je dekens te laten
vallen, 't Is ook leuk, om tot je middel over
den rand van de wieg heen te bengelen. En
het Is ook verschrikkelijk leuk om te probee-
ren, of je de vlammetjes kunt grijpen van het
electrisoh kacheltje. Dan moet je héél ver uit
de wieg gaan hangen, en dan is het „o hemel"
niet van de lucht. Ik ben een schoffie, zei
mam laatst.
De rust in huis is weergekeerd: ik heb een
bed gekregen! Niet zoo'n heel klein, want dan
moet Je met drie of vier jaar weer in een an
der kinderbedje. Hierin zal ik tot zes jaar on-
"geveêr kunnen maffen, en dan kan ik Ineens
in een groote menschen-bed.
Je. hebt wél eens kinderen, een vriendje
van meheeft dat o.a. gepresteerd die de
eerste dagen alsmaar huilen, want dan missen
ze de intieme gezelligheid van hun wiegje.
Domme kinderen, hoor! 't Is juist zalig, zoó'n
heel bed om spektakel in te maken. Ik kruip
al vrij aardig en kan m'n levenslust nu heer
lijk uitvieren. En dan val ik altijd ineens, moe
van het knielen en raggen, meestal in een
hoekje van het voeteneind, in een diepen
slaap.
M'n menu is ook weer een klein beetje ver
anderd. Ik krijg nu vier maal daags een vrij
dikke pap, met de gebruikelijke vruchten,
plus levertraan en dan om den dag: öf drie
lepels boonenpuTee met appelmoes, óf drie
lepels groenten met appelmoes, één aardappel
en een theelepeltje boter, 't Is allemaal even
lekker..
Ik kan ook al iet3 zeggen. Ik doe maar wat
met m'n keel en m'n lippen, en dan zegt ieder
een verrukt: o, ze zegt papa! Mam en Leentje
hebben 't me een heelen dag voorgezegd, en
nu kan ik het ook. 't Is niet moeilijk. Pap-pa,
pap-pa, pappappa, ik zeg het dol graag. Al
leen verdraai ik het om voor alle mogelijke
visite m'n kunsten ten toon te spreiden.
Eigenlijk wel een beetje gemeen, hé?
Nu zijn ze zóó bang voor me geweest, en
nu is het toch gebeurd: ik ben uit de wieg
getuimeld. Dat kwam zoo. Pap en mam na-
toen me mee op visite. Ik werd in het boven
ste stuk van de wieg, midden op een lits-ju-
meaux (vreeselijk moeilijk woord!) gepoot.
Van alles werd er tegen aan gelegd, dat de
wieg maar niet zou kunnen kantelen. Iedereen
was er dood-gerust op: de wieg kón niet kan
telen. Maarwhen ther is a willik
liet me bedaard over boord vallen, zóó in
het groote bed, en van het groote bed rolder
debolder, zóó op den grond. Ik kwam op een
kleedje terecht en hief een gebrul aan. Alles
kwam aanhollen, en ze schrokken zich alle
maal naar. Ik lachte maar gauw, ik had me
heelemiaal nie tbezeerd. En nadeelige gevolgen
heb ik er ook gelukkig niet van gehad.
Nu is er één ding waar ik het in m'n dag
boek nog niet over gehad heb, en dat is over
m'n kleeren. Als echt klein vrouwtje heeft de
baby-mbde toch heusch m'n levendige belang
stelling. Ik ben in het bezit van veel moois,
camisoletjes, hemdjes, kleinere en grootere,
zestig luiers, kleinere en grootere truitjes, en
twee laden vol met al die leuke gebreide en
gehaakte kleertjes, die de menschen nu een
maal graag voor een baby schijnen te maken.
Vandaag ben ik gehuld in een deux-pièces, 'n
rose trui plus broek. En morgen, als er visite
komt, krijg lk m'n bridge-coat aan. Zoo noemt
mam een klein bolérotje van witte wol, be
zaaid met hei-gekleurde bloemetjes.
Niets ontbreekt dus aan mijn alleszins mo
derne garderobe.
Maar nu ik zoo'n groote wilde meld word,
moet de voorraad toch zoo langzamerhand
weer eens worden aangevuld.
In plaats van de te klein geworden camiso
letjes, draag ik nu heerlijke wollen lijfjes,
door oma zelf gebreid. De luiers kunnen daar
prachtig aan worden vastgespeld. Voor den
zomer zal mam (of oma??, of een tante??)
dan zulke lijfjes voor me maken van katoen
(ongebleekt katoen no. 10). Eerst kleine ma
ten, waar de luiérs aan kunnen worden vast
gespeld, en later grootere, met knoopgaten er
in voor de broekjes.
Wat ben'ik degelijk ineens! Wel te rusten
hoor, ich geh' schlafen.
BAB7.
Een nieuw kookboek is weer toegevoegd aan
de lange rij van de reeds bestaande, n.l. het
Kooken Huishoudboek voor het Platte Land,
door Wilma Münch (uitgave W. Münch, te
Arnhem). Met zijn bijzonder geslaagden, deco
ratieven omslag maakt het boek reeds vóór het
doorbladeren een verzorgden indruk, die nog
versterkt wordt, wanneer men den rijken in
houd onder het oog krijgt. Hieruit blijkt, wel,
dat het ook in elk gegoed burgergezin op zijn
plaats is. Mej. Münch geeft geen dorre op
somming van verschillende gerechten, maar
begint allereerst met een hoofdstukje te wij
den aan den Rijkskeuringsdienst, voor elke
huisvrouw van belang, omdat ze daaruit kan
zien, welke eischen aan deverschillende le
vensmiddelen worden gesteld, dus bijv. wat het
verschil is tusschen jam en huishoudjam en
dergelijke.
Hierna volgen de diverse rubrieken met re
cepten, bijv. de slacht, gebak, soepen, enz. enz.,
die alle van een duidelijke en lezenswaardige
inleiding zijn voorzien. Vooral ook aan de in
maak is een groote plaats ingeruimd, waarbij
het maken van jams en geleien, met het prac-
tische, maar betrekkelijk weinig bekende pro
duct „Opekta" niet vergeten is.
Verder bevat het boek wenken op het gebied
van Eerste Hulp bij Ongelukken, zuigelingen
en ziekenvoeding, dekken en dienen aan tafel,
een uitgebreide vlekkenlijst, de wasch, onder
houd van verschillende voorwerpen, enz., enz.,
zoodat het werkelijk voor elke huisvrouw een
nuttige vraagbaak, zoowel op culinair als huis
houdelijk gebied is. Bovendien steekt de prijs
gunstig af bij de veelal overdreven hooge prij
zen van de meeste kookboeken. Een aardig
cadeautje om met de komende feestdagen een
aanstaand of zelfs een ervaren huisvrouwtje
te verrassen
Hieronder volgen eenige recepten, uit dit
boek overgenomen
Peren in zoetzuur. 1 kilo peren (berga
mot), L. wijnazijn of half azijn, half roode
wijn, 50 gr. suiker, 1 stuk pijpkaneel van 1 vin
gerlengte, ongeveer 6 kruidnagelen, 1 citroen
schil. Schil de peren, snijdt ze in tweeën of in
vieren, verwijder het klokhuis, wasch ze.
Breng den azijn-en-wijn met de kruiden en de
suiker, onder af en toe roeren aan de kook in
een pan met grooten bodem. Doe er de peren
in en laat ze hierin eenige dagen staan. Breng
ze dan opnieuw aan de kook en kook ze gaar
1 uur. Neem ze er met een schuimspaan uit
en doe ze met de kruiden in de met sodawater
schoongemaakte en met schoon water nage
spoelde flesschen of potten. Laat het nat nog
inkoken tot een dunne stroop en giet deze nog
warm op de vruchten. Sluit de flesch of pot
af met salicylpapier, schroefdeksel of geslepen
stop.
Botersprits. 350 gr._ bloem,, 350 gr. boter,
250 gr. suiker, 5 eierdooiers, een beetje zout, 1
theelepel kaneel, de geraspte schil van 1 ci
troen.
Roer de boter met de suiker sehuimachtig,
voeg één voor één de eierdooiers toe, daarna
het zout, de citroenschil, kaneel en het laatst
de bloem, Laat het deeg eenige uren op een
koele plaats staan. Wrijf een bakblik in met
boter. Doe het deeg in een boterspuit of in een
linnen zakje, waarvan de punt is afgesneden
en spuit streepjes, letters of ringetjes op het
bakblik. Bak ze ongeveer K uur in eenvrij
warmen oven.
Pannekoeken van resten van oud wittebrood
(4 pers.). 3 4 sneden oud wittebrood, 2 d.L.
melk, ei, 25 gr. suiker, 1 theelepel fijne kaneel
geraspte citroenschil, boter of vet.
Breng de melk met de kaneel, den citroen en
de suiker aan de kook. Snijdt het brood een
beetje fijn en doe dit in de melk. Neem de pan
van het vuur en laat de massa bekoelen. Voeg,
wanneer de massa koud is geworden er het
geklutste ei toe. Maak in de koekepan een
stukje vet of boter warm, leg er kleine hoopjes
brooddeeg in en bak ze aan heide kanten licht
bruin.
Tutti-frutti (4 pers.) 1 ons bitterkoekjes,
4 eetlepels vol vruchtenjam of gelei, L. melk,
1 pakje vanillesuiker of y, stokje vanille, 1 of
2 eieren, 30 gr. maizena, 80 gr. suiker.
Leg de koekjes in een schaaltje en bedek ze
met een laagje vruchtenmoes of jam. Laat de
melk trekken met de vanille, breng ze dan
langzaam aan de kook. Roer de eierdooiers
met de suiker en de maizena goed dooreen en
voeg hierbij onder roeren, langzaam de va-
nillemelk. Laat de melk trekken met de vanille,
breng ze dan langzaam aan de kook. Roer de
eierdooiers met de suiker en de maizena goed
dooreen en voeg hierbij onder roeren, lang
zaam de vanlllemelk. Laat deze massa op de
kachel onder flink roeren gaar en gebonden
worden, m 4 minuten. Giet ze voorzichtig op
de koekjes. Klop het eiwit zeer stijf, vermeng
het daarna met 2 eetlepels suiker. Leg het in
vlokken of strijk het met een mes op de pud
ding. Strooi er nog wat extra suiker over. Laat
het eiwit in den oven even geel en bros worden.
Geef de pudding koud.
Gehakt van soepvleesch of andere vleesch-
resten (Fricadeüen) (4 pers.). -— 500 gr. gaar
vleesch, y3 eetlepel fijngehakte peterselie, pe
per, zout, nootmuscaat, 2 eieren, 1 dikke snee
oud wittebrood, 1 y, d.L. jusresten of water
met Maggi, 60 gr. vet of boter, 1 uitje, paneer
meel.
Hak het vleesch zeer fijn of maal het door
den vleeschmolen. Kook het zeer fijngesnipper
de uitje gaar in de jusresten, kruimel er het
brood in en roer dit fijn, doe er dan de kruiden
ep een beetje zout bij en onder flink roeren de
geklopte eieren, de peterselie en het vleesch.
Laat deze massa bekoelen. Maak er met de
hand balletjes van. Haal deze aan beide kan
ten door paneermeel. Maak het vet in een
koekepan goed heet en bak hierin de balletjes
aan beide kanten bruin. Ze behoeven alleen
bruin te worden, daar alles al gaar ls.
M. M.
papier en schenk daarop een laagje azijn. Be
waar de zult in een luchtigen kelder, niet langer
dan een week of zes en vul telkens de azijn
bij, wanneer het papier droog wordt. De zult
moet 14 dagen blijven staan voordat ze zuur
genoeg is.
Poffertjes: 250 gr. bloem 2% d.L. melk
2 eieren 20 gr. gist iets zout 60 gr.
boter om te bakken.
Doe de bloem in een kom, maak een kuil
tje in het midden, doe er in de gist die met
wat suiker vloeibaar is geroerd, de 2 heele
eieren, en een gedeelte van de lauwe melk.
Begin van het midden uit langzamerhand de
bloem er bij te roeren, tot het een mooi glad
beslag wordt. Voeg zoo noodig nog wat melk
toe en roer er het zout door. Laat de boter
smelten en bevochtig hiermee de vakjes van
de warme poffertjespan. Giet in elk vakje een
weinig beslag en bak ze aan beide kanten
bruin. Deg ze dadelijk dakpansgewijs op een
bordje, doe er een klontje boter op en bestrooi
ze met poedersuiker.
Dikke Speculaas: 2M ons bloem 1% ons
basterdsuiker 1 ons boter nootmuscaat
kaneel kruidnagels wat melk.
Doe de bloem in een kom, voeg hierbij de
boter «in kleine stukjes, de suiker en de krui
den. Voeg wat melk toe en kneed het met
de handen. Sprei het uit een op beboterd bak
blik. Doe er wat gesnipperde gepelde amande
len op (desverkiezend kunnen er ook wat
amandelen door het deeg gekneed worden)
en bak de speculaas in een niet te warmen
oven gaar en bruin.
M. M.
Een groot medaillon aan een fijn zijden!
snoer bevestigd vormt op een elegant namid
dagtoilet een apart detail. Dit soort medail
lons heeft meestal 'n kogel-, kubus- of prisma-
vorm en bijna zonder uitzondering in helle
kleur als grasgroen, kardinaalrood, .enrood
of hardblauw.
Natuurlijk moeten ze van licht materiaal
zijn, daar ze anders te zwaar zouden worden.
De kleur van deze hangers wordt op een of
andere wijze in de garneering verwerkt. Of
wel de versiering van den hoed, of de gar
neering van de handschoenen wordt er mede
in overeenstemming gebracht.
R.
J.
Buten Medici-kragen op wintermantels at
-.'asjes zijn, mu de hoedjes tot zoo kleine
i porties zijn teruggebracht, bezig groote ver
overingen te maken.
Op verzoek van mej. A. J. te B. volgen hier
onder de recepten van hoofdkaas, dikke specu
laas en poffertjes.
Voor de hoofdkaas worden kalfskop en 5
varkenspootjes in kokend water gedurende 3
uur gekookt zoodat het vleesch geheel gaar
is. De beentjes worden verwijderd en het
vleesch geheel klein gesneden. Daarna wordt
dit vermengd met 20 gr. zout, 5 gr. peper,
K nootmuscaat, 1 gr. kruidnagelgruis, 1 d:L.
azijn, 5 d.L. bouillon (van 't gekoekte vleesch).
Ook kan men enkele ingemaakte In stukjes
gesneden augurken er door werken. Doe' de
massa in kommen of vormen, die van tevo
ren met azijn zijn omgespoeld, maar zorg dat
ze niet hooger gevuld worden dan 1 c.M. onder
den rand. Bedek de oppervlakte met een stukje
Zij mogen worden beschouwd als de voor-
loopers van den weerkeerenden Medici-stijl en
bereiden dezen door hun smaakvolle werking
ongetwijfeld een sympathieke ontvangst.
R,
Een abonné uit Amsterdam vraagt hoe zij uit
een avondjurk van zwarte en witte kunstzijde
een groote zwarte veeg en een klein geel vlek
je kan verwijderen. Dit hangt geheel van den
aurd der vlekken af. Is het iets zeer onschul
digs is een behandeling met lauw water of
zuivere alcohol voldoende. Men moet de stof
strak spannen boven een bak of kom en laat
er dan een straal lauw water of aJcohol door
loopan.
Meestal helpt dit, zijn de vlekken hardnekkig
is het 't beste U even tot een goede ontvlek-
inrichting te wenden. U betaalt dan slechts het
verwijderen van de vlekjes en de japon behoeft
niet gestoomd te worden.
Kunt u het witte gedeelte apart nemen, -dan
zoudt u het kunnen wasschen in koude Per-
sil.
Een andere lezeres vraagt ons hoe scharnie
ren van behangen deuren te smeren om het
piepen te doen ophouden. Kan ik het met olie
doen?
In geen geval mevrouw, dan ware de ramp
niet te overzien. Hoogstens met een vet lap
je en dan flink uitwrijven doch beter is het
de scharnieren met een gewoon zacht Faber-
potlood te bestrijken, met de fijne punt kunt
u er overal bij, als u de deur draait. Het gaat
niet zoo gauw, doch is zeer practisch en voor
komt de vlekken.
Iemand anders vraagt: hoe houd ik mijn
cyclamen lang goed.
Zet U de plant in een bakje met water, op
dat de wortels voldoende water kunnen opzui
gen; nooit op de bollen gieten dan gaan dez«
schimmelen en de blaren vallen af. Geef z«
veel licht en Uw alpenviooltjes zullen rijkelijli
bloeien.
HUISMOEDER.