DE VROUW IN DEN M'ZAB.
KABOUTER
mmmmm
EEN DWAZE PUTSCH
BEWEGING.
IPPli-:/^A
WOENSDAG 23 DECEMBER 193T
HET WERK VAN GEESTELIJK
ONTWRICHTEN.
DE HUUROPZEGGING EN DE
NOODVERORDENING
DRIE MAATREGELEN.
DUITSCH-ZWITSERSCHE
HANDELSOORLOG
LEENEN OF UITVOEREN.
MAMMA SLIMAN, DE GROOTE
LEERARES.
HET WERK DER WITTE ZUSTERS.
At -
L*#<» gfcretl* sM
f m
U
De pers en de samenzwerings-
atmosfeer.
(Van onzen bijzonderen correspondent.)
Een duidelijker voorbeeld van de ultwerk-v
king der massapsychose dan de jongste Putsch
poging in Hongarije bestaat er wel niet. Na het
einde van den oorlog herhalen zich mer bijna
wiskunstige nauwkeurigheid de gebeurtenis
sen in alle landen, waarin de oorlog heele la
gen der bevolking ontworteld heeft.
In Duitschland heeft men het beruchte Box-
heimer document der Hessische nationaal-so-
cialisten aan het licht gebracht en tegelijker
tijd publiceerde het blad der sociaal-democra
ten te Miinchen 'n lijst uit het „Bruine Huis",
waarop een aantal namen voorkwam, waarvan
de dragers na het In handen nemen van de
macht uit den weg geruimd zouden worden.
Dergelijke documenten worden na den herfst
van 1918 steeds weer gepubliceerd. Men behoeft
slechts te denken aan de sensationeele verdra
gen van een Trebitsch Lincoln, welke hij aan
het Tsjechische ministerie van buitenlandsche
zaken verkocht en welke indertijd de grootste
onrust in Europa veroorzaakten, hoewel het
later vervalschingen van dien beruchten avon
turier bleken te zijn. Ook de door de „Miinche-
ner Post" gepubliceerde „/moordlijst" bleek,
naar de Münchener politie vaststelde, een ver-
valsching te zijn. De maker van deze lijst heeft
een volledige bekentenis afgelegd, hij heeft
ochter van genoemd blad een aardig sommetje
voor het „bloedige document" opgestreken.
Vanzelfsprekend kwamen deze berichten uit
Duitschland ook naar Hongarije. Een zekere
pers in Boedapest bestaat uitsluitend van zulke
sensaties, die zoo mogelijk nog bonoter geschil
derd worden en de weinig ontwikkelde kran
tenlezers, de ontwortelde, verarmde elementen
voeden hun geest bijna doorloopend met zulke
krantensensaties.
Eenige mannen, die, om zoo te zeggen bui
ten de gemeenschap leven, hebben thans' deze
isrichten uit Duitschland gelezen en zij smeed
den in een vunzige kroeg in de voorstad plan
neni om datgene te verwezenlijken, wat zij In de
bladen uiteengezet zagen.
In de criminologie is het bekend, dat een
«f Tda(len het laatste tiental
jaren te wijten is aan de crimineele film.
rfPtHH n^Saitie kon worden vastgesteld
dat bp na alle jeugdige misdadigers slachtoffers
zpn van deze zedenbedervende films.
De desperados, die in den nacht van 27 op
28 November door de politie van Boedapest
T.trien f,arrcsteerd hebben hun plan haarfijn
aewerkt naar het voorbeeld van het Boxhei-
mer document en de 'moordlijst der „Münche-
ner Post
„„iD6 b®r!chten over dezen jongscen Hongaar-
c ïen Putsoh deden de heele zaak erger schij
nen dan zij in werkelijkheid was. Van een
Rutsch in den eigenlijken zin van het woord
kan men in het geheel niet spreken, daar de
veertig gearresteerde personen noch voorzien
vvaien van wapens, noch eenige macht ter be
schikking hadden.
In Hongarije bestaan sinds het jaar 1922 in
het geheel geen organisaties meer. De grootste
verdienste van graaf Stephan Bethlen is juist
geweest, dat hij de organisaties der onverant
woordelijke elementen geheel en al ophief. De
„vereeniglng der ontwakende Magyaren" be
staat niet meer, doch ook andere organisaties
traden er niet-voor in de plaats, zoodat gebeur
tenissen als in Duitschland of Oostenrijk in
Hongarije absoluut onmogelijk zijn. De sa
menzweerders hadden derhalve geen organisa-
t.B schtêr Zich. Pil* hoQton/l alonVifei nnn
Het nieuwe gebouw van de Vaticmnsche Pinacotheek te Rome.
achter zich. Er bestond slechts een „com
missie van actie" uit veertig leden en deze
veertig leiders stelden een lijst van ongeveer
tweehonderd personen samen, op wien zij
eventueel zouden kunnen rekenen.
Bij tl- politie van Boedapest waren reeds de
eerste samenkomsten dezer elementen bekend.
De politie liet hen rustig confereeren en ook
28 November zou zij niet tegen hen opgetreden
zijn. als niet een lid van deze commissie van
actie de heele „samenzwering" verraden had
in de hoop op een belooning. De verklikker
deelde de politie mee, dat de daad op 29 No
vember volvoerd zou worden. Zij moest der
halve preventief ingrijpen en de daders arres
teeren. Ook in de provincie werd een onderzoek
ingstsld, waarvan het resultaat was, dat men
bij alle leden dezer samenzwering in het geheel
drie revolvers vond, welke zij, op grond van
een wettelijk toestemmingsbewijs bij zich droe
gen.
Zonder organisatie en zonder wapens wilden
dus deze „samenzweerders" als ministers, het
post- en radiostation, de bruggenhoofden en
alle banken bezetten. Uit dit feit blijkt reeds
welk een waarde aan de heele Putsch ge-
hecht moet worden.
In ieder geval heeft de politie bij de samen
zweerders plannen gevonden, welke, zooals ge
zegd, geheel in den geest van het Boxheimer
document waren opgesteld. Het onderzoek
zal moeten uitmaken, of tegen de gearresteer
den, van wie men overigens reeds eenigen op
vrije voeten heeft gesteld, een proces kan wor
den begonnen, of dat men hen slechts wegens
orderverstoring zal vervolgen. Doch zelfs als
de plannen uitvoerbaar geweest waren, dan
had er toch nog niet een ernstige actie uit
kunnen groeien, daar tengevolge van de bij
zonder scherpe waakzaamheid der Boedapester
politie geen enkele opstandige beweging mo
gelijk is, zooals dit reeds bij verschillende van
communistische zijde ondernomen pogingen
voldoende bewezen is.
Erger dan deze „samenzwering" van een
aantal bekende desperados i3, dat sinds de
crisis in Juli en het aftreden van graaf Bethlen
dag aan dag nieuwe geruchten opduiken, welke
leiden to-t verontrusting der bevolking. Ook
de arrestatie van de deelnemers aan de zoo
genaamde Putsch had tengevolge, dat in Boe
dapest de ongeloofelijkste geruchten liepen,
welke zich als een loopend vuurtje verspreid
den.
Zoo werd bijvoorbeeld met „zekerheid vast
gesteld", dat de politie op het spoor was van
een monarchistische Putsch, dat erfkoning
Otto naar Hongarije kwam en bij den bisschop
van Szombathely zou verblijven Een ander ge
rucht beweerde, dat een grootseh opgezette
communistische samenzwering was ontdekt,
enz.
De „Putsch-atmosfeer" wordt geschapen
door dezelfde kranten, die ook de omwenteling
van 1918 en 1919 voorbereidden.
Eerst eenigen tijd later vond de regeering
aanleiding bekend te maken, dat zij genood
zaakt zal zijn tegen de pers de strengste maat
regelen te nemen, als de verspreiding van alar-
meereoda en leugenachtige berichten en poli
tieke comb^aties niet ophoudt.
Eenige llnls georiëënteerde, doch ook een
fechts-natiomiistisch blad, lanceerden berich
ten, dat er onenigheid heerschte ln de re-
geeringspartij en dat zich verscheidene groe
pen vormden om een wijziging aan te brengen
in de regeering en in den politieken koers. Zoo
heette het in deze berichten, dat graaf Karolyi
zeer binnenkort zou aftreden en dat in zijn
plaats de Hojivëd-minister, Gömbös, of de mi
nister van buitenlandsche zaken, Walko, een
nieuw kabinet zou vormen, waarin graaf
Bethlen de portefeuille van buitenlandsche za-
ken zou ontvangen
Zulke berichten hebben ten doel de eenheid
der regeeringspartij te verstoren, Je leden met
elkander in conflict te brengen en vooral on
der de bevolking onrust te verwekken. De
onbeperkte vrijheid der pers in Hongarije is
gewoonweg noodlottig voor het land. Men moet
zich de grootste moeite geven om uit de kran
ten die berichten te ziften, waarvan men de
■waarschijnlijkheid der waarheid voorop kan
stellen.
Deze tendentieuze sensatiemakerij heeft ech
ter niet zoozeer een politieken dan wel een
financieelen achtergrond. Met uitzondering
van een liberaal blad en de kranten van de
Katholieke personderneming hebben de Hon-
gaarsche bladen geen financieele basis. Adver
tenties kent men in Hongarije niet, of men
heeft er zoo weinig, dat ze nauwelijks als bron
van inkomsten beschouwd kunnen worden. De
oplaag der kranten is zeer gering. In Boeda
pest verschijnen meer dagbladen dan In het
viermaal zoo groote Berlijn. De kranten zijn
aangewezen op den straatverkoop en voeren
daarom een hevigen concurrentiestrijd en wel
door het elkaar overtroeven met sensaties.
De eigenlijke bron van inkomsten der mees
te kranten is het subsidiefonds der banken.
Iedere krant figureert op de lijst der „Tébe",
de vereeniglng der banken. Dat beteekent, dat
zij van deze vereeniging naar de beteekenis der
krant een grootere of kleiner bijdrage ont
vangt. De tegenprestatie der bladen bestaat
niet zoozeer in de opname van advertenties,
dan wel in het zwijgen. De werkzaamheid en
de zaken der banken worden niet becritiseerd.
Slechts de officieele communiqué's der banken
worden gepubliceerd, anders wordt over dat,
wat in de bankwereld van Boedapest geschiedt,
geen lettergreep geschreven. De banken zijn
dientengevolge de souvereine heerschers van
het land en konden in het afgeloopen tiental
jaren handel, industrie en een groot deel van
den landbouw tot zich trekken, de verderfelijk
ste economische politiek voeren en het land
naar de tegenwoordige catastrofe leiden, zonder
dat zij behoeven te vreezen, dat iets van haar
werkzaamheid publiek wordt.
Bijna eender zijn cte verhoudingen in Wee-
nen en het laatste schandaal van de omkoo-
ping van b'.aden der Creditanstalt bewijst, welk
doel deze steun aan de bladen heeft.
Verder ontvingen de kranten ateun van de
regeering. die haar goedkoop papier ter be
schikking stelde. Ten opzichte van de regee
ring hoefden zij echter niet zulke verplichtin
gen op zich te nemen als tegenover de banken.
In ieder geval gedroegen vele kranten zich
fatsoenshalve loyaal tegenover de regeering.
Nu echter de regeering van Hongarije tenge
volge van de economische katasirofe en in
verband met de spaarmaatregelen niet zoo vrij
gevig meer kan zijn als voorheen, meenen ze
kere bladen zonder meer hun lezers te kunnen
ophitsen tegen het heerschende systeem. Het
doel is duidelijk. Al kan men dan ook niet
beweren, dat deze manoeuvre als een verkapte
afdreiging dient te worden beschouwd, dan is
het doel toch minstens een ander regiem aan
het bewind te doen komen, dat voor een betere
verhouding met de pers meer over heeft.
De een verklaart zich voor een monarchie, de
ander voor een regeering van kleine boeren, een
derde voor de dictatuur van het proletariaat.
Vele bladen houden zelfs twee ijzers te vuur.
De desperados, ditj op 28 November zijn ge
arresteerd, waren voor het land heel wat min
der gevaarlijk dan zij, die een pers te hunner
beschikking hebben, ook ministerlijsten samen
stellen en gaarne een kleine omwenteling zou
den zien plaats hebben.
De moraal van deze kringen wordt nergens
beter door gekenteekend dan d-oor het feit, dat
dezelfde personen, die nog weinige maanden
geleden graaf Bethlen als den grootsten staats
man huldigden en gedurende tien jaar hun
diensten aan den minister-president hebben
aangeboden, thans op de ergerlijkste wijze tegen
hem te keer gaan, hem beschimpen en den eisch
stellen, dat hij ter verantwoording moet geroe
pen worden. Dezelfde kringen hebben den over
leden minister, prelaat dr. Vass zoo lang hij
leefde, verheerlijkt, omdat hij iederen behoef
tige ondersteunde en zijn geheele inkomen ver
deelde, doch na zijn dood hebben zij zelfs geen
eerbied voor zijn nagedachtenis.
De tegenwoordige minister-president, graaf
Julius Karolyii is een der voornaamste persoon
lijkheden der Hongaarsche aristocratie Hij is
rijk en onafhankelijk, eenvoudig en beschei
den en voor deze elementen ontoegankelijk. Het
is te begrijpen, dat deze lieden zich onder het
bestuur van zulk een man niet op hun gemak
voelen. Vandaar die fantastische plannen en
de lust tot een omwenteling.
Ondanks al deze omstandigheden kan met
volle zekerheid worden vastgesteld dat in Hon
garije geen gevaar voor een Putsch noch voor
een omwenteling bestaat. De regeering voert
consequent haar saneeringsplan door De staats
begroting zal in evenwicht gebracht worden
en ook de ncodige hervormingen zullen niet
uitblijven. Hongarije zal niet meer zooals in
1918 de prooi worden van een groep despera
dos. Ook het vraagstuk van het koningschap
zal niet door een Putsch worden opgelost. On
danks den eisch in het parlement om de beta
lingen op te schorten, verklaarde de minister
president, dat Hongarije zijn verplichtingen
ten opzichte van de crediteurenstaten zoo lang
het slechts mogelijk is, zal nakomen. Hongarije
acht het van het grootste belang dat de we-
reled van zijn eerlijkheid overtuigd is. Het
zal de economische crisis te boven komen eu
wachten tot de gerechtigheid overwint, en Hon
garije de plaats onder de zon krijgt, waarop
het recht heeft.
KEN GOEDE HOND STAAT
VOOR GEEN SLOOT. MAAR EEN
KOMT ER OOK WEL O VERWEEK
Berlijn, 19 December 1931.
De laatste noodverordening houdt zich ook
bezig met de huren van woningen, winkels en
kantoren. Ze heeft in hoofdzaak drie maat
regelen getroffen en wel eerstens, dat de hu
ren van oudere woningen, die nog onder de
van den oorlog dateerende huurcontrole staan,
met 10 pet. verminderd moeten worden, te re
kenen vanaf 1 Januari a.s. Deze vermindering
komt ongeveer overeen met een van 7% pot.
berekend over de vredeshuur van voor 1914.
Wat de nieuwgebouw-de woningen betreft,
welke niet onder controle staan, worden deze
gebaat door kwijtschelding van zekere ver
plichtingen als huurbelasting enz. Deze ver
lichting moet over de woningen omgeslagen
worden en de huur daarvan moet in verhou
ding omlaag worden gebracht. En dan komt
nog de derde maatregel en wel een, die de
meeste stof op doet dwarrelen. Deze wil. dat
alle huren voor 5 Januari opgezegd kunnen
worden, hetzij dan, dat. de huurbaas in den
loop van het jaar bereids in een vermindering
van minstens 20 pet. bewilligd had.
Aldus luidt de noodverordening, maar nu
zijn er nog uitvoeringsbepalingen noodig, welke
de aangelegenheid in details regelen Over
de redactie van deze uitvoeringsbepalingen
wordt op het oogenblik een verwoede slag ge
slagen, waarbij de regeering van de eene zijde
besprongen wordt door luidkeels weeklagende
huisbezitters en aan de andere zijde door
huurders, welke aan de hand van eindelooze
litanieën van cijfers het bewijs te leveren trach
ten, dat de regeering nog lang niet ver ge
noeg gegaan is en dat er nog een enorme
huurwoeker tiert.
Hoe het op het oogenblik in werkelijkheid
tusschen de huizenbezitters en hun clientèle
geschapen staat, is niet makkelijk te achter
halen. Verschillende bladen zijn op kondschap
uitgegaan, maar hun berichten zijn meestal
tendentieus en moeten dus met voorzichtigheid
genoten worden. Zij nemen de partij van een
der belde combattanten op en dat is natuur
lijk ook wel te verklaren. Maar toch kau men
we! veilig aannemen, dat er een geweldige ver
warring in de huurwereld heersoht. Op tal van
advocaten-kantoren, zoo vernemen wij van be
voegde zijde, wordt dag en nacht gewerkt om
aan de opgave van huurders te voldoen en door
middel van dreigende, slinksche en afpersende
brieven met de opzegging van 5 Januari als
naderend spook, uit de huurbazen te slaan,
wat er maar eeni-gszins uitgeslagen kan worden.
Deze laatste heeren zijn overigens niet te
benijden. Raken zij hun huurders niet kwijt,
dan beteekent de vermindering van zekere ver
plichtingen tegenover de openbare hand en de
verlaging der hypotheekrente een douceurtje
voor hen, dat flink tegen de slinking der huur
penningen opweegt. Maar er zijn maar zeer
weinig huizenbezitters, die niet door een of
meerdere huuropzeggingen getroffen worden.
En dat wel om twee redenen. Eerstens nope-n
zoowel de slechte gang van zaken alsook de
moderne levensopvatting duizenden en duizen
den huisgezinnen er toe de oude, deftige maar
zeer groote woningen prijs te geven en in
kleine, zonnige flats aan de periferie der stad
te gaan wonen, waar men uit de aldus uitge
spaarde gelden nog een auto kan houden. Be
rekend wordt, dat er in Berlijn 15.000 wonin
gen van zes en meer kamers leeg staan en deze
woningen hebben, vooral wanneer ze boven de
acht vertrekken komen, eigenlijk geen Kans
hoegenaamd meer om nog in een menschen-
leeftijd een huurder te vinden. Maar er zijn
nog duizenden en duizenden gezinnen, die hun
te groote en te dure woning allang opgegeven
zouden hebben, wanneer ze niet aan een lang
durig huurcontract vastzaten. Heel deze prop
komt nu ineens los, want immers is het door
de noodverordening eiken huurder gegeven zijn
verbintenis vóór 5 Januari en met ingang van
1 April te verbreken.
Wat nu van woningen geldt, geldt in nog veel
sterker mate van winkels. Het centrum van
Berlijn heeft zich In de laatste jaren van de
Friedrichstrasse naar het Westen verplaatst.
Deze verplaasting werd echter in haar vaart
altijd nog wat gestuit, wijl zoovele groote win
kels aan langdurige contracten in de Friedrich
strasse vastzaten. Deze contracten kunnen nu
ook verbroken worden en aldus komt ook in
deze afdeeling alles op losse schroeven te
staan.
Maar de winkeliers ln het zgn. Westen zul
len ook wel grootscheeps aan het opzeggen
slaan. Want zij beklagen zich er over, dat de
huisbazen van de conjunctuur destijds misbruik
gemaakt hebben om huren te eischen, die veel
en veel te hoog waren. Er worden gevallen ge
signaleerd, waar overvragingen tot 400 pet.
In het spel zijn. De slachtoffers van zulke uit
buiting zijn natuurlijk niet met een verminde
ring van 20 pet. geholpen en zij hopen, dat
ds uitvoeringsbepalingen daarmede rekening
zullen houden.
Zoodat bij de jaarwisseling een stad als Ber
lijn, waar toch over de vier millioen menschen
wonen, het eigenaardige beeld zal geven van
een soort nomadenkamp. Niemand Immers
weet, waar bij in April e.k. zal wonen. De huur
der heeft natuurlijk het recht zijn huur op
te zeggen, maar de huisbaas heeft evenzeer
het recht die opzegging te aanvaarden en in
dat geval moet de huurder natuurlijk zijD mat
ten oprollen en elders een goed heenkomen
zoeken. Maar waar dat te vinden? In dichte
drommen trekken de huisvrouwen op het
oogenblik de stad in alle richtingen rond om
te zien, wat er zooal vrij staat en daaruit
zekere leering te trekken. Men heeft nog tijd
tot 5 Januari met zijn huuropzegging en voor
zichtigheid is de moeder van de porceleinkast.
Echter zijn er nu toch bereids al groote huizen,
waar niet één étage is, welke niet te huur
staat. En met de winkels schijnt het nog veel
erger te zijn. Naar verluidt, zouden ln straten
als de eenmaal zoo vermaarde Friedrichstrasse
en de nog altijd mooie Leipzigerstrasse, niet
één winkel zijn, die haar huur niet opgezegd
heeft
De vrees voor Frankrijk.
(Van onzen correspondent.)
Bij de namiddagthee, die den buitenland
sohem persveirtegentwoondiigeirs in Beirlijn
voor een paar da-gen aangeboden werd, kwam
de kanselier ooik over de betaliitg va.n de
oorlogschatting te spreken. Alhoewel hij daar
bij niets vertelde, dat niet bereids overbekend
is, loont het toeh het gezegde even te rele
vee ren, want het kwam dan toch altijd ma^r
uit den mond van den chef der Duitsohe re
geering en het ging bovendien ora d-e spil.
waarom/heen de heele wereld zich tegenwoordig
als een wurm ln het rond kringelt.
De kanselier ging van het standpunt uit,
dat de Duitsohe schatkist zoo leeg is als een
uitgeblazen ei. Wie aan de juistheid van dat
imzioht nog twijfelt, kan met de verdere rede
neering niet mee en moet eerst trachten deze
aangelegenheid nog op te klaren. Maar voor
alle anderen is het evident, dat Duitschland
in het gegeven geval maar op twee manieren
oorlogschatting kan betalen en we-1 eerstens
door nieuwe leenimgen 1/n het buitenland aa i
te gaan en de aldus verzamelde dubbeltjes,
gelijk voo-rheen, im handen van de firma
Creuzot en derzelver rotgenooten te stellen
Wil het bu itenlamd echter geen nieuwe mllli-
arden en nog eens milliarden fourneeren, dan
moet bet Dultsahiland in de gelegenheid stal
len een aan waanzinnigheid grenzenden export-
handel te drijven. Het kan bij zulk een handel
groote winsten maken en met behulp daarvan
voortgaan Frankrijk lm zijn oorlogspullem te
zetten.
Er bestaat geen derde manier om het tri
buut te betalen. Beren maken of exporteeren,
daaruit moet gekozen worden door eeniegelijk,
die Duitschland de middelen aan de hand wil
doen ,om ondanks, de aanwezigheid van eeu
leege schatkist, tooh door te blijven betalen.
De economen hebben bereids lang Ingezien, dat
er geen derde uitweg uit het probleem bestaar,
zoo voegde de kanselier er meewarig aan toe
en het is zeer bedroevend, dat de politici zoo
lang noodig hebben om zich tot hetzelfde ge
zichtspunt door te worstelen.
Dit bovenstaande geldt van het oorlogstri-
buut, maar het is klaarblijkelijk, dat het me*
de handels/hulden nagenoeg precies hetzelfde
geschapen staat. Duitschland heeft een ronde
twintig milliard in het buitenland geleend en
betAMmgen kunnen op den duur ovenmln a's
die van de oorlogsschatting voldaan worden,
tenzij het buitenland öf opnieuw milliarden
leent öf den Duitsohen export begunstigt. Ne
derland is eveneens zeer diep in het geval be
trokken. Wij weten allemaal, dat Duitschland
voor geen cent erediet meer heeft en dat het
aangaan van nieuwe leenigen dus uitgesloten
is, Willem we onze D-uitsche sctoiuldbrievea
dus niet den weg van d-e Russische zien gaan,
dan behooren wij naar een Woelenden Duit
Ziehen export te snakken.
Hier ligt een conflictstof tusschen bankiert
en Industrieelen. De bankiers willen natuur
lijk hun duiten redden en bepleiten daarvooi
bet. verleenen van faciliteiten aan den Dult
sohen export. Doen ze zulks niet luidkeels, dan
doen ze dait toeh op den bodem huns harten en
in de verborgenheid hunner binnenkameren.
De industrie daarentegen is van diametraal
tegengestelde inzicht. De industrie lijdt on-de.'
de Duitsohe concurrentie en ziet den Dultsohen
oxnort derhalve met leede oogen aan.
Zwitserland heeft, evenals wij, groote kapi
talen aan Duitschland uitgeleend en ziet deze
in eevaar. De bankiers daarginds verheugen
zich dus over den bloei va.n den Dultsohen
export, zelfs wanneer deze in de richting van
Zwitserland zelf gaat, maar de nij veraars moe
ten niets van dien uitvoer In de richting der
Zwitsersohe grenzen hebben. Zij verlangen den
bloei hunner eigen fabrieken en trekken zic.h
voor ht overige van de aan Duitschland uitge
leende Zwitsersohe kapitalen maar een bitter
beetje aan.
Deze nij veraars hebben ook het oor van de
regeering weten te winnen en deze heeft ta
het najaar pourparlers met Berlij-n geopend
met het doel zekere diepgaande wijzigingen
aan te brengen i-n het DuitschZwitsersohe
handelsverdrag. Men ging daarbij van het
standpunt uit, dat de Duitsche export naar
Zwitserland sedert '28 vam 542 op 709 m-illioen
gqpdfranken is gestegen. In hetzelfde tijdperk
is de Zwitsersohe export naar Duitschland
echter van 398 op 283 millioen gedaald. In '31
is dit nadeeli-g saldo waarschijnlijk nog aange
zwollen en daar t-e-g-em verlangt Zwitserland
door een grootsobe omwerking van het be
staande handelsverdrag te remedieeren.
Het stelde aan Duitschland voor een aantal
gewichtige exportgoederen op een niveau te
rug-te brengen, dat ongeveer op het gem.idd--1.
de van dern export in de jaren 1925192S te
atellem zou zijm, Sommigie Duitsohe tak-ke-u
van nijverheid, zooals b.v. de textielindustrie
zouden door dezen maatregel 2/3 van hun togem-
woordigen uitvoer moeten offeren en daairvoor
werd uit den aard der zaak maar een klein
beetje gevoeld.
Toen kwamen de Zwitsers met meer con
crete voorstellen voor den dag en deze we
ren er op uit zoo iets als 140 douanehoofdstuk,
ken aan een contingenteering te onderwerpen
en ze op die manier omlaag te schroeven. Ter
wijl de onderhandelingen daarover in vol
gen gang waren vernam men plotseling nog
een ander geluid, dat echter spoedig weer ver
stomde. Men wilde in Bern blijkbaar ook den
Zwitserschen bankiers een pledzierlgen avond
bezorgen en daaro-m opperde men het plan,
dat de prijs die de Zwitsersohe importeurs aan
de Duitsche leveranciers af te leveren hebben,
niet meer aan dezen ter hand gesteld zou wor
den maar, dat die sommen gedeponeerd zou
den worden In een speciale kas, bij de nationale
hank in te richten. Met dit geld zou de re
geering dan eerstens de Zwitsersohe exporten
naar Duitschland financieren. Vervolgens zou
ze een deel ervan afhouden om daarmede de
korte Zwitsersohe credieten, welke aan Duitsch-
land gegeven werden af te betalen. Wat er dan
nog over mocht blijven, zou niet den leveran
ciers, maar de Reisclibank ter hand gesteld
worden. Dit plan was eigenlijk een oneerlijke
ooneurrentie met de andere geldgevers, die in
Bazel tot een overeenkomst geraakt waren.
Men heeft het echter spoedig laten vallen en
daarmede was de zaak afgedaan.
Later hebben de IieJvetiers getracht hun
oontingenteerin-gen in een ander kleedje te
steken en ze op die manier aangenomen te krij
gen. Maar de Duitsche regeering wil op dit punt
van geen toegeven hooren en nu hebben de
zaken zich zoo ver ontwikkeld dat het Duitsch.
Zwltsereche handelsverdrag hoogstwaarschijn
lijk op 19 dezer opgezegd zat worden. Ge
schiedt dat dan houdt het op 4 Februari op te
functionneeren en breekt op dezen datum de
Duitsch-Zwitsersche handelsoorlog uit. Beide
partijen zijn echter al overeengekomen dat deze
oorlog in den stijl van Chineesche maarschal
ken, dus zonder veel bloed vergieten, uitge
vochten moet worden Men zal direct naar een
modus vlvendi zoeken en daarmede hoopt men
het dan na 4 Februari tamelijk vreedzaam te
kunnen stellen. Intussohen hebben de Duitsche-sr
toch al een paar stukken van hun zwaarste
geschut in stelling gebracht en wel den boycot
van Zwitserland voor de toeristerij. Maar de
nazaten van Willem Teil zijn verstandig ge
noeg om zich door dit dreigement niet bang
te laten maken, want ze hebben in Méran en
elders gezien dat de fierheid van het nationale
bewustzijn der Germanen geen stand houdt
tegenover de varlokkelijkheden van een sneeuw
berg e-n een zonnig dal.
De Duitschers willen van de contingentee-
ringen niets weten, niet wijl de Zwitsersohe
handel voor hen van zulk enorm belang is,
maar omdat ze geen precedent willen scheppen.
Wanneer wij heden aan de Helvetiers zulke
concessie-s doen, zoo redeneeren zij niet ten on
rechte, dan komen morgen vijf en twintig an
dere staten om dezelfde privileges aankloppen
en dan kunnen wij onzen winkel wel sluiten.
Bovendien komt op 15 dezer in Berlijn een
Fransch-Doiitsche commissie bij elkaar welker
taak het is het tusschen beide landen bestaande
handelsverdrag onder de loupe te nemen. Dit
verdrag voldoet niet erg vooral niet sedert
de heer Tardieu landbouwminister in Parijs
geworden is en op eigen vuist invoerbeper
kingen tegen den Dultsohen handel decreteert.
We hebben hier, tusschen twee haakjes, wel
met de meest krasse ongerijmdheid in dien
ganschen ragout van verwarringen te doen,
welke ons allen zoo zwaar op den maag ligt.
Frankrijk eischt oorlogstribuut van de Duit
schers en het ken-t deze schatting van tamelijk
dubieuse herkomst zelfs een voorrang toe boven
eerbare handelsschulden. Maar tegelijk maakt
het 't deu Duitschers onmogelijk genoeg geld
te verdienen om dat tribuut te betalen. Zoo
heeft het b.v. de export van Duitsch hout naar
Frankrijk bijna geheel afgewurgd. Het heeft
ook invoerverboden uitgevaardigd, waardoor
de uitvoer van wijn en van zuivelproducten
getroffen wordt.
Duitschland protesteert hiertegen natuur
lijk met al die angstvallige bescheidenheid,
welke het tegenover Frankrijk ln acht meent
te moeten nemen, maar veel heeft het nog niet
bereikt. Het zou zijn positie tegenover de
Fransche protectionisten echter heelemaai prijs
geven, wanneer het nu aan Zwitserland con
ti ngen teert ngs-con cessies ging doen. De Fran-
sohen zouden zich dadelijk op die ooncessies
beroepen en voor hun rekening minstens twee
maal meer opeisohen als den Zwitsers werd
toegestaan. De vrees hiervoor maakt de Duit
schers onver wurwbaar tegenover de Zwit-
sersche verlangens en aldus zijn wij aan den
vooravonl van een openlijken handelsoorlog
terecht gekomen tusohen twee zulke vreedzame
staten als de beide genoemde.
(Van onzen bijzonderen correspondent.)
Omdat men de absolute claustratie der
vrouw intact wil houden, gelukt het geen
enkel Europeaan een Mozabitlseh huls bin
nen te treden. Na een halve eeuw contact met
de Europeesche beschaving is de Mozabiet op
dat punt nog even ver. Dit jaloersch verbor-
gen-houden der vrouw bestaat evenwel niet
alleen ten opzichte van den Europeaan. Van
de mannen der landsbevolking hebben alleen
de naaste familieleden toegang. Zelfs de vrou
wen onderling zien elkander bijna niet anders
clan op straat, in de moskee en op het kerk
hof. Toch is men op het punt der komst van
een vreemde vrouw in een vreemd huis min
der streng. Zoo konden verschillende vrouwe
lijke toeristen „de marque" met behulp eener
lutroductie van kadi of caïd zich toegang
verschaffen in sommige Mozahitische bou
doirs.
Geregelden toegang hebben er de Witte
Zusters van kardinaal Lavigerie met als
reden: ziekenverpleging. Ze doen natuurlijk
heel wat goeds aan die arme, gevangen, bijna
onwetende schepsels. Zelfs hebben ze toe
gang bij de groote godsdienstleerares, waar
over ik vroeger al eens sprak.
Die leerares was tot voor kort Mamma Sli-
man: in heel Noord-Afrika bekend. In 't be
gin van dit jaar is ze overleden.
Mamma Sliman was speciaal op haar taak
voorbereid door de wetgeleerden of ♦olba's.
Die taak was niet alleen beperkt tot gods
dienstonderricht. Ze had het opzicht over de
voorraden, die voor de vrouwelijke armen be
stemd zijn: ^beschikbaar gesteld door giften
en legaten. Ze was verder een soort geestelijke
leidsvrouw, waaraan de dames haar nood
kwamen klagen: naar ziel en lichaam. Men
vergeleek hetgeen daar gebeurde wel eens met
onze biecht: inderdaad bekenden de zondares
sen hun feilen en fouten aan de voeten van
Mamma Sliman, die steeds gewichtig en aan
dachtig toeluisterde. Na de bekentenis ver
klaarde dan Mamma Sliman, dat de zonden
niet meer toegerekend werden Analoog
is de rechtvaardigverklaring, die door do
protestanten geleerd wordt, waar het over
den verzoeningsdood van Christus gaat. Ai
zulke verklaringen zijn louter etiketten. Bui
ten het Katholicisme wordt de leer over re-
eele reehtvaardigmaking en reëele zonden
vergeving niet verkondigd. In ieder geval
is het Mozahitische gebruik, waarover we
het hebben, weer een psychologische confir
matie van de oppoituniteit der biecht voor de
gewetensrust, van den mensch: noodzakelijk
geworden voor den Katholiek door Christus'
instelling en 't gebod Zijner Kerk.
In de laatste jaren geschiedden de conver
saties, enz. tusschen Mamma Sliman en haar
cliëntèle door een gordijn heen. Deze maatre
gel werd genomen, nadat een bezoekster de
stoutmoedigheid had gehad „de goede, heilige
Vvrouw" te photographeeren. Men had de
„heiligschennis" zoover gedreven, dat er te Al
giers postkaarten met haar conterfeitsel ver
kocht werden. Dit heeft niet kunnen beletten,
dat ze na haar dood nogmaals op de gevoelige
plaat is gebracht. Een Poolsche journaliste,
nicht van de Franschen generaal de Weygand,
had van den Kadi de permissie los welen te
krijgen haar op haar doodsbed te mogen con
tempieeren. Ongezien maakte ze van de gele
genheid gebruik vlug haar „Kodak" in wer
king te stellen.
Mamma Sliman was geletterd. Ze kon
lezen en schrijven. Dat is trouwens een eerste
vereischte. De godsdienstleerares is n.l. te
vens de secretaresse van alle Mozahitische
vrouwen. Moet er een brief geschreven wor
den, dan is zij het, die het zaakje opknapt.
Mamma Sliman wenschte zelfs in haar ouder
dom nog Fransch te leeren, om gemakkelijker
met de autoriteiten van het Arabisch bureau
te Ghardaïa en andere gouvernementsafdeelin-
gen ten gunste van haar beschermelingen te
kunnen eorrespondeeren. Maar de Djemda
kwam daar niet van ln
't Geval wil. Jat haar opvolgster de le~s- en
schrijfkunst niet machtig is. Men heeft in die
leemte móeten voorzien door haar een secreta
resse te bezorgen: Aïcha Nkassi, die leest en
schrijft.
Mamma Sliman was de schrik der vrouwe
lijke jeugd van Ghardaïa Als eeu geheime poli-
tie-agent speurde ze in de straten en op de
markt de meisjes op, die 't haar niet volgens
de aloude mode opgestoken hadden of zich aan
andere dergelijke „misdrijven" of werkelijk er
ger schuldig maakten. Ze deed zich inlichten
omtrent de vrouwen, die op bruiloften durfden
dansen. Al die schuldigen werden voor haar
rechterstoel gedaagd, waar ze bedreigd werden
niet alleen met pijnbank en schavot, maar
vooral met de vreeselijke wraikuitoefeningen
van Allah, zoo ze niet tot belijdenis of beter
schap kwamen. Met haar opvolgster zal het
wel hetzelfde liedje zijn.
De witte zusters hebben in haar ateliers tal
rijke Arabische meisjes en vrouwen, maar geen
enkele Mozahitische moet het wagen daar haar
intrede te doen. Haar bezoeken aldaar beper
ken zich tot de tijden van ziekte. Men laat toe,
dat ze dan geneesmiddelen bij ie Zusters gaan
Sm.xi
■P jt-id
Tepijt-weven in den M'zab.
vragen. Dit is 't reglement voor da stad.
Wanneer 's zomers de Zusters verblijf houden
In de Mozahitische oasis zijn meer intiemere
vislte's toch tot een gebruik geworden. Maar
Mamma Sliman waakte, en vorig jaar
kreeg ze 't klaar, dat gedurende maanden het
huis der Zusters onbezocht bleef.
Nog twee gevallen vinden we, waarin de
Mozahitische in 't „publiek" moet verschijnen.
Ik bedoelin de moskee en voor de recht
bank. In geen enkel Islam-land is men „scru
puleuzer" te werk gegaan, om elke bekoring
verre te houden.
Achter de groote gebedszaal der abaditische
moskee bevindt zich een afge-muurd vertrek
met aparte deur aan den buitenkant. In den
scheidsmuur zijn kleine gaten, waardoor da
stem van den imam binnensijpelt. Ze waten
zoodoende, hoever men met het gebed is, en
profiteeren eenigszins van de predicatie, die
gewoonlijk weinig om het lijf heeft en prac-
tlsch van geen invloed is c-p de verdere gods
dienstige ontwikkeling der vrouw.
In 't gerechtsgebouw ie 't nog erger: daar
bevindt zich 't afgescheiden vertrek een me
ter lager dan de gerechtszaal. De gaten ztJn ter
hoogte van de voeten der rechters en ter hoog
te van de hoofden der gedaagde vrouwen. De
rechters ondervragen volmaakt onzichtbare
wezens, die van de eersten niets anders dan
t schoeisel zien en waarvan alleen de stem
men soms niet al te schuchter door den
onderwatad der zaal In verdedigend of aankla
gend antwoord tot de ondervragers opstijgen.
Het intiemere huiselijke leven der vrouw
grootendeels ingericht volgens de onfeilbaar-
geachte indicatie's der godsdienstleerares
geestelijke leidsvrouw is ons eenigszins be
kend uit hetgeen verteld wordt door de wei
nige Europeesche bezoekstere en hetgeen werd
medegedeeld door de mannelijke familieleden
als met een druppelfleschje. En dat alles
brengt ons slechts een oppervlakkige kennis.
Toch kan Ik mijn vroeger geuite bewering, dat
er geen verborgenheden In den M'zab nog te
ontdekken vallen en alles ons op de een of
andere manier bekend is, staande honden. Ook
wat betreft het besproken punt. De Witts
Zusters n.l. treden overal binnen, op alle mo
menten van den dag. Ze zijn meer bemind dan
de gevreesde Mamma Sliman en haar opvolg
ster. Ze ontvangen de vrijwillige confiden-
tie's van menige Mozahitische. Haar genees
kundige en huishoudelijke raadgevingen wor
den getrouwer opgevolgd dan die der Tol ba's
en amuletfabrikanten.
EEN NIEUWE KOLONIE
Men hoort ln dezen tijd van geknakt impe
rialisme niet zooveel meer over het grondves
ten van nieuwe kolonies .Integendeel, sommige
landen raken lang zorgvuldig gekoesterde ko
lonies kwijt. Er zijn moederlanden, die zich
danig over haar ondankbare kinderen to bekla
gen hebben.
Maar Frankrijk Is er toch in geslaagd, een
nieuwe kolonie te verwerven, lntusschen niet
door onrechtmatige gebiedsuitbreiding. Het
heeft n.l. een nieuwe kolonie geschapen in
Cayenne. Cayenne js de naam, waaronder de
buurvrouw van ons Suriname het meest be
kend is. De kolonie heet inmiddels Fransch
Guyana en Frankrijk ia onlangs tot de con
clusie gekomen, dat er met een beetje moeite
heel wat van te maken zou zijn.
Door dit Cayenne, Frankrijke beruchte straf
kolonie, is Guyana evenwel niet bepaald een
land, waarheen kolonisten zich gaarne bege
ven. En speciaal de Fran chen, die toch altijd
maar het liefst bij moeders pappot zijn geble
ven, omdat ze het er goed hadden, voelen niet
veel voor een tocht naar Cayenne. Om nu de
zen afschrik uit de wereld te helpen, Is bij
ministerieel besluit bepaald, dat de stad Ca
yenne en haar omgeving van de rest van
Fransch Guyana zullen worden afgescheiden.
Deze rest wordt een aparte kolonie, onder den
naam van Inlni. In die kolonie mogen zich
geen gedeporteerden of voormalige gedepoi^
teerden vestigen.