DE VROUW IN DEN M'ZAB. KABOUTER mmmmm EEN DWAZE PUTSCH BEWEGING. IPPli-:/^A WOENSDAG 23 DECEMBER 193T HET WERK VAN GEESTELIJK ONTWRICHTEN. DE HUUROPZEGGING EN DE NOODVERORDENING DRIE MAATREGELEN. DUITSCH-ZWITSERSCHE HANDELSOORLOG LEENEN OF UITVOEREN. MAMMA SLIMAN, DE GROOTE LEERARES. HET WERK DER WITTE ZUSTERS. At - L*#<» gfcretl* sM f m U De pers en de samenzwerings- atmosfeer. (Van onzen bijzonderen correspondent.) Een duidelijker voorbeeld van de ultwerk-v king der massapsychose dan de jongste Putsch poging in Hongarije bestaat er wel niet. Na het einde van den oorlog herhalen zich mer bijna wiskunstige nauwkeurigheid de gebeurtenis sen in alle landen, waarin de oorlog heele la gen der bevolking ontworteld heeft. In Duitschland heeft men het beruchte Box- heimer document der Hessische nationaal-so- cialisten aan het licht gebracht en tegelijker tijd publiceerde het blad der sociaal-democra ten te Miinchen 'n lijst uit het „Bruine Huis", waarop een aantal namen voorkwam, waarvan de dragers na het In handen nemen van de macht uit den weg geruimd zouden worden. Dergelijke documenten worden na den herfst van 1918 steeds weer gepubliceerd. Men behoeft slechts te denken aan de sensationeele verdra gen van een Trebitsch Lincoln, welke hij aan het Tsjechische ministerie van buitenlandsche zaken verkocht en welke indertijd de grootste onrust in Europa veroorzaakten, hoewel het later vervalschingen van dien beruchten avon turier bleken te zijn. Ook de door de „Miinche- ner Post" gepubliceerde „/moordlijst" bleek, naar de Münchener politie vaststelde, een ver- valsching te zijn. De maker van deze lijst heeft een volledige bekentenis afgelegd, hij heeft ochter van genoemd blad een aardig sommetje voor het „bloedige document" opgestreken. Vanzelfsprekend kwamen deze berichten uit Duitschland ook naar Hongarije. Een zekere pers in Boedapest bestaat uitsluitend van zulke sensaties, die zoo mogelijk nog bonoter geschil derd worden en de weinig ontwikkelde kran tenlezers, de ontwortelde, verarmde elementen voeden hun geest bijna doorloopend met zulke krantensensaties. Eenige mannen, die, om zoo te zeggen bui ten de gemeenschap leven, hebben thans' deze isrichten uit Duitschland gelezen en zij smeed den in een vunzige kroeg in de voorstad plan neni om datgene te verwezenlijken, wat zij In de bladen uiteengezet zagen. In de criminologie is het bekend, dat een «f Tda(len het laatste tiental jaren te wijten is aan de crimineele film. rfPtHH n^Saitie kon worden vastgesteld dat bp na alle jeugdige misdadigers slachtoffers zpn van deze zedenbedervende films. De desperados, die in den nacht van 27 op 28 November door de politie van Boedapest T.trien f,arrcsteerd hebben hun plan haarfijn aewerkt naar het voorbeeld van het Boxhei- mer document en de 'moordlijst der „Münche- ner Post „„iD6 b®r!chten over dezen jongscen Hongaar- c ïen Putsoh deden de heele zaak erger schij nen dan zij in werkelijkheid was. Van een Rutsch in den eigenlijken zin van het woord kan men in het geheel niet spreken, daar de veertig gearresteerde personen noch voorzien vvaien van wapens, noch eenige macht ter be schikking hadden. In Hongarije bestaan sinds het jaar 1922 in het geheel geen organisaties meer. De grootste verdienste van graaf Stephan Bethlen is juist geweest, dat hij de organisaties der onverant woordelijke elementen geheel en al ophief. De „vereeniglng der ontwakende Magyaren" be staat niet meer, doch ook andere organisaties traden er niet-voor in de plaats, zoodat gebeur tenissen als in Duitschland of Oostenrijk in Hongarije absoluut onmogelijk zijn. De sa menzweerders hadden derhalve geen organisa- t.B schtêr Zich. Pil* hoQton/l alonVifei nnn Het nieuwe gebouw van de Vaticmnsche Pinacotheek te Rome. achter zich. Er bestond slechts een „com missie van actie" uit veertig leden en deze veertig leiders stelden een lijst van ongeveer tweehonderd personen samen, op wien zij eventueel zouden kunnen rekenen. Bij tl- politie van Boedapest waren reeds de eerste samenkomsten dezer elementen bekend. De politie liet hen rustig confereeren en ook 28 November zou zij niet tegen hen opgetreden zijn. als niet een lid van deze commissie van actie de heele „samenzwering" verraden had in de hoop op een belooning. De verklikker deelde de politie mee, dat de daad op 29 No vember volvoerd zou worden. Zij moest der halve preventief ingrijpen en de daders arres teeren. Ook in de provincie werd een onderzoek ingstsld, waarvan het resultaat was, dat men bij alle leden dezer samenzwering in het geheel drie revolvers vond, welke zij, op grond van een wettelijk toestemmingsbewijs bij zich droe gen. Zonder organisatie en zonder wapens wilden dus deze „samenzweerders" als ministers, het post- en radiostation, de bruggenhoofden en alle banken bezetten. Uit dit feit blijkt reeds welk een waarde aan de heele Putsch ge- hecht moet worden. In ieder geval heeft de politie bij de samen zweerders plannen gevonden, welke, zooals ge zegd, geheel in den geest van het Boxheimer document waren opgesteld. Het onderzoek zal moeten uitmaken, of tegen de gearresteer den, van wie men overigens reeds eenigen op vrije voeten heeft gesteld, een proces kan wor den begonnen, of dat men hen slechts wegens orderverstoring zal vervolgen. Doch zelfs als de plannen uitvoerbaar geweest waren, dan had er toch nog niet een ernstige actie uit kunnen groeien, daar tengevolge van de bij zonder scherpe waakzaamheid der Boedapester politie geen enkele opstandige beweging mo gelijk is, zooals dit reeds bij verschillende van communistische zijde ondernomen pogingen voldoende bewezen is. Erger dan deze „samenzwering" van een aantal bekende desperados i3, dat sinds de crisis in Juli en het aftreden van graaf Bethlen dag aan dag nieuwe geruchten opduiken, welke leiden to-t verontrusting der bevolking. Ook de arrestatie van de deelnemers aan de zoo genaamde Putsch had tengevolge, dat in Boe dapest de ongeloofelijkste geruchten liepen, welke zich als een loopend vuurtje verspreid den. Zoo werd bijvoorbeeld met „zekerheid vast gesteld", dat de politie op het spoor was van een monarchistische Putsch, dat erfkoning Otto naar Hongarije kwam en bij den bisschop van Szombathely zou verblijven Een ander ge rucht beweerde, dat een grootseh opgezette communistische samenzwering was ontdekt, enz. De „Putsch-atmosfeer" wordt geschapen door dezelfde kranten, die ook de omwenteling van 1918 en 1919 voorbereidden. Eerst eenigen tijd later vond de regeering aanleiding bekend te maken, dat zij genood zaakt zal zijn tegen de pers de strengste maat regelen te nemen, als de verspreiding van alar- meereoda en leugenachtige berichten en poli tieke comb^aties niet ophoudt. Eenige llnls georiëënteerde, doch ook een fechts-natiomiistisch blad, lanceerden berich ten, dat er onenigheid heerschte ln de re- geeringspartij en dat zich verscheidene groe pen vormden om een wijziging aan te brengen in de regeering en in den politieken koers. Zoo heette het in deze berichten, dat graaf Karolyi zeer binnenkort zou aftreden en dat in zijn plaats de Hojivëd-minister, Gömbös, of de mi nister van buitenlandsche zaken, Walko, een nieuw kabinet zou vormen, waarin graaf Bethlen de portefeuille van buitenlandsche za- ken zou ontvangen Zulke berichten hebben ten doel de eenheid der regeeringspartij te verstoren, Je leden met elkander in conflict te brengen en vooral on der de bevolking onrust te verwekken. De onbeperkte vrijheid der pers in Hongarije is gewoonweg noodlottig voor het land. Men moet zich de grootste moeite geven om uit de kran ten die berichten te ziften, waarvan men de ■waarschijnlijkheid der waarheid voorop kan stellen. Deze tendentieuze sensatiemakerij heeft ech ter niet zoozeer een politieken dan wel een financieelen achtergrond. Met uitzondering van een liberaal blad en de kranten van de Katholieke personderneming hebben de Hon- gaarsche bladen geen financieele basis. Adver tenties kent men in Hongarije niet, of men heeft er zoo weinig, dat ze nauwelijks als bron van inkomsten beschouwd kunnen worden. De oplaag der kranten is zeer gering. In Boeda pest verschijnen meer dagbladen dan In het viermaal zoo groote Berlijn. De kranten zijn aangewezen op den straatverkoop en voeren daarom een hevigen concurrentiestrijd en wel door het elkaar overtroeven met sensaties. De eigenlijke bron van inkomsten der mees te kranten is het subsidiefonds der banken. Iedere krant figureert op de lijst der „Tébe", de vereeniglng der banken. Dat beteekent, dat zij van deze vereeniging naar de beteekenis der krant een grootere of kleiner bijdrage ont vangt. De tegenprestatie der bladen bestaat niet zoozeer in de opname van advertenties, dan wel in het zwijgen. De werkzaamheid en de zaken der banken worden niet becritiseerd. Slechts de officieele communiqué's der banken worden gepubliceerd, anders wordt over dat, wat in de bankwereld van Boedapest geschiedt, geen lettergreep geschreven. De banken zijn dientengevolge de souvereine heerschers van het land en konden in het afgeloopen tiental jaren handel, industrie en een groot deel van den landbouw tot zich trekken, de verderfelijk ste economische politiek voeren en het land naar de tegenwoordige catastrofe leiden, zonder dat zij behoeven te vreezen, dat iets van haar werkzaamheid publiek wordt. Bijna eender zijn cte verhoudingen in Wee- nen en het laatste schandaal van de omkoo- ping van b'.aden der Creditanstalt bewijst, welk doel deze steun aan de bladen heeft. Verder ontvingen de kranten ateun van de regeering. die haar goedkoop papier ter be schikking stelde. Ten opzichte van de regee ring hoefden zij echter niet zulke verplichtin gen op zich te nemen als tegenover de banken. In ieder geval gedroegen vele kranten zich fatsoenshalve loyaal tegenover de regeering. Nu echter de regeering van Hongarije tenge volge van de economische katasirofe en in verband met de spaarmaatregelen niet zoo vrij gevig meer kan zijn als voorheen, meenen ze kere bladen zonder meer hun lezers te kunnen ophitsen tegen het heerschende systeem. Het doel is duidelijk. Al kan men dan ook niet beweren, dat deze manoeuvre als een verkapte afdreiging dient te worden beschouwd, dan is het doel toch minstens een ander regiem aan het bewind te doen komen, dat voor een betere verhouding met de pers meer over heeft. De een verklaart zich voor een monarchie, de ander voor een regeering van kleine boeren, een derde voor de dictatuur van het proletariaat. Vele bladen houden zelfs twee ijzers te vuur. De desperados, ditj op 28 November zijn ge arresteerd, waren voor het land heel wat min der gevaarlijk dan zij, die een pers te hunner beschikking hebben, ook ministerlijsten samen stellen en gaarne een kleine omwenteling zou den zien plaats hebben. De moraal van deze kringen wordt nergens beter door gekenteekend dan d-oor het feit, dat dezelfde personen, die nog weinige maanden geleden graaf Bethlen als den grootsten staats man huldigden en gedurende tien jaar hun diensten aan den minister-president hebben aangeboden, thans op de ergerlijkste wijze tegen hem te keer gaan, hem beschimpen en den eisch stellen, dat hij ter verantwoording moet geroe pen worden. Dezelfde kringen hebben den over leden minister, prelaat dr. Vass zoo lang hij leefde, verheerlijkt, omdat hij iederen behoef tige ondersteunde en zijn geheele inkomen ver deelde, doch na zijn dood hebben zij zelfs geen eerbied voor zijn nagedachtenis. De tegenwoordige minister-president, graaf Julius Karolyii is een der voornaamste persoon lijkheden der Hongaarsche aristocratie Hij is rijk en onafhankelijk, eenvoudig en beschei den en voor deze elementen ontoegankelijk. Het is te begrijpen, dat deze lieden zich onder het bestuur van zulk een man niet op hun gemak voelen. Vandaar die fantastische plannen en de lust tot een omwenteling. Ondanks al deze omstandigheden kan met volle zekerheid worden vastgesteld dat in Hon garije geen gevaar voor een Putsch noch voor een omwenteling bestaat. De regeering voert consequent haar saneeringsplan door De staats begroting zal in evenwicht gebracht worden en ook de ncodige hervormingen zullen niet uitblijven. Hongarije zal niet meer zooals in 1918 de prooi worden van een groep despera dos. Ook het vraagstuk van het koningschap zal niet door een Putsch worden opgelost. On danks den eisch in het parlement om de beta lingen op te schorten, verklaarde de minister president, dat Hongarije zijn verplichtingen ten opzichte van de crediteurenstaten zoo lang het slechts mogelijk is, zal nakomen. Hongarije acht het van het grootste belang dat de we- reled van zijn eerlijkheid overtuigd is. Het zal de economische crisis te boven komen eu wachten tot de gerechtigheid overwint, en Hon garije de plaats onder de zon krijgt, waarop het recht heeft. KEN GOEDE HOND STAAT VOOR GEEN SLOOT. MAAR EEN KOMT ER OOK WEL O VERWEEK Berlijn, 19 December 1931. De laatste noodverordening houdt zich ook bezig met de huren van woningen, winkels en kantoren. Ze heeft in hoofdzaak drie maat regelen getroffen en wel eerstens, dat de hu ren van oudere woningen, die nog onder de van den oorlog dateerende huurcontrole staan, met 10 pet. verminderd moeten worden, te re kenen vanaf 1 Januari a.s. Deze vermindering komt ongeveer overeen met een van 7% pot. berekend over de vredeshuur van voor 1914. Wat de nieuwgebouw-de woningen betreft, welke niet onder controle staan, worden deze gebaat door kwijtschelding van zekere ver plichtingen als huurbelasting enz. Deze ver lichting moet over de woningen omgeslagen worden en de huur daarvan moet in verhou ding omlaag worden gebracht. En dan komt nog de derde maatregel en wel een, die de meeste stof op doet dwarrelen. Deze wil. dat alle huren voor 5 Januari opgezegd kunnen worden, hetzij dan, dat. de huurbaas in den loop van het jaar bereids in een vermindering van minstens 20 pet. bewilligd had. Aldus luidt de noodverordening, maar nu zijn er nog uitvoeringsbepalingen noodig, welke de aangelegenheid in details regelen Over de redactie van deze uitvoeringsbepalingen wordt op het oogenblik een verwoede slag ge slagen, waarbij de regeering van de eene zijde besprongen wordt door luidkeels weeklagende huisbezitters en aan de andere zijde door huurders, welke aan de hand van eindelooze litanieën van cijfers het bewijs te leveren trach ten, dat de regeering nog lang niet ver ge noeg gegaan is en dat er nog een enorme huurwoeker tiert. Hoe het op het oogenblik in werkelijkheid tusschen de huizenbezitters en hun clientèle geschapen staat, is niet makkelijk te achter halen. Verschillende bladen zijn op kondschap uitgegaan, maar hun berichten zijn meestal tendentieus en moeten dus met voorzichtigheid genoten worden. Zij nemen de partij van een der belde combattanten op en dat is natuur lijk ook wel te verklaren. Maar toch kau men we! veilig aannemen, dat er een geweldige ver warring in de huurwereld heersoht. Op tal van advocaten-kantoren, zoo vernemen wij van be voegde zijde, wordt dag en nacht gewerkt om aan de opgave van huurders te voldoen en door middel van dreigende, slinksche en afpersende brieven met de opzegging van 5 Januari als naderend spook, uit de huurbazen te slaan, wat er maar eeni-gszins uitgeslagen kan worden. Deze laatste heeren zijn overigens niet te benijden. Raken zij hun huurders niet kwijt, dan beteekent de vermindering van zekere ver plichtingen tegenover de openbare hand en de verlaging der hypotheekrente een douceurtje voor hen, dat flink tegen de slinking der huur penningen opweegt. Maar er zijn maar zeer weinig huizenbezitters, die niet door een of meerdere huuropzeggingen getroffen worden. En dat wel om twee redenen. Eerstens nope-n zoowel de slechte gang van zaken alsook de moderne levensopvatting duizenden en duizen den huisgezinnen er toe de oude, deftige maar zeer groote woningen prijs te geven en in kleine, zonnige flats aan de periferie der stad te gaan wonen, waar men uit de aldus uitge spaarde gelden nog een auto kan houden. Be rekend wordt, dat er in Berlijn 15.000 wonin gen van zes en meer kamers leeg staan en deze woningen hebben, vooral wanneer ze boven de acht vertrekken komen, eigenlijk geen Kans hoegenaamd meer om nog in een menschen- leeftijd een huurder te vinden. Maar er zijn nog duizenden en duizenden gezinnen, die hun te groote en te dure woning allang opgegeven zouden hebben, wanneer ze niet aan een lang durig huurcontract vastzaten. Heel deze prop komt nu ineens los, want immers is het door de noodverordening eiken huurder gegeven zijn verbintenis vóór 5 Januari en met ingang van 1 April te verbreken. Wat nu van woningen geldt, geldt in nog veel sterker mate van winkels. Het centrum van Berlijn heeft zich In de laatste jaren van de Friedrichstrasse naar het Westen verplaatst. Deze verplaasting werd echter in haar vaart altijd nog wat gestuit, wijl zoovele groote win kels aan langdurige contracten in de Friedrich strasse vastzaten. Deze contracten kunnen nu ook verbroken worden en aldus komt ook in deze afdeeling alles op losse schroeven te staan. Maar de winkeliers ln het zgn. Westen zul len ook wel grootscheeps aan het opzeggen slaan. Want zij beklagen zich er over, dat de huisbazen van de conjunctuur destijds misbruik gemaakt hebben om huren te eischen, die veel en veel te hoog waren. Er worden gevallen ge signaleerd, waar overvragingen tot 400 pet. In het spel zijn. De slachtoffers van zulke uit buiting zijn natuurlijk niet met een verminde ring van 20 pet. geholpen en zij hopen, dat ds uitvoeringsbepalingen daarmede rekening zullen houden. Zoodat bij de jaarwisseling een stad als Ber lijn, waar toch over de vier millioen menschen wonen, het eigenaardige beeld zal geven van een soort nomadenkamp. Niemand Immers weet, waar bij in April e.k. zal wonen. De huur der heeft natuurlijk het recht zijn huur op te zeggen, maar de huisbaas heeft evenzeer het recht die opzegging te aanvaarden en in dat geval moet de huurder natuurlijk zijD mat ten oprollen en elders een goed heenkomen zoeken. Maar waar dat te vinden? In dichte drommen trekken de huisvrouwen op het oogenblik de stad in alle richtingen rond om te zien, wat er zooal vrij staat en daaruit zekere leering te trekken. Men heeft nog tijd tot 5 Januari met zijn huuropzegging en voor zichtigheid is de moeder van de porceleinkast. Echter zijn er nu toch bereids al groote huizen, waar niet één étage is, welke niet te huur staat. En met de winkels schijnt het nog veel erger te zijn. Naar verluidt, zouden ln straten als de eenmaal zoo vermaarde Friedrichstrasse en de nog altijd mooie Leipzigerstrasse, niet één winkel zijn, die haar huur niet opgezegd heeft De vrees voor Frankrijk. (Van onzen correspondent.) Bij de namiddagthee, die den buitenland sohem persveirtegentwoondiigeirs in Beirlijn voor een paar da-gen aangeboden werd, kwam de kanselier ooik over de betaliitg va.n de oorlogschatting te spreken. Alhoewel hij daar bij niets vertelde, dat niet bereids overbekend is, loont het toeh het gezegde even te rele vee ren, want het kwam dan toch altijd ma^r uit den mond van den chef der Duitsohe re geering en het ging bovendien ora d-e spil. waarom/heen de heele wereld zich tegenwoordig als een wurm ln het rond kringelt. De kanselier ging van het standpunt uit, dat de Duitsohe schatkist zoo leeg is als een uitgeblazen ei. Wie aan de juistheid van dat imzioht nog twijfelt, kan met de verdere rede neering niet mee en moet eerst trachten deze aangelegenheid nog op te klaren. Maar voor alle anderen is het evident, dat Duitschland in het gegeven geval maar op twee manieren oorlogschatting kan betalen en we-1 eerstens door nieuwe leenimgen 1/n het buitenland aa i te gaan en de aldus verzamelde dubbeltjes, gelijk voo-rheen, im handen van de firma Creuzot en derzelver rotgenooten te stellen Wil het bu itenlamd echter geen nieuwe mllli- arden en nog eens milliarden fourneeren, dan moet bet Dultsahiland in de gelegenheid stal len een aan waanzinnigheid grenzenden export- handel te drijven. Het kan bij zulk een handel groote winsten maken en met behulp daarvan voortgaan Frankrijk lm zijn oorlogspullem te zetten. Er bestaat geen derde manier om het tri buut te betalen. Beren maken of exporteeren, daaruit moet gekozen worden door eeniegelijk, die Duitschland de middelen aan de hand wil doen ,om ondanks, de aanwezigheid van eeu leege schatkist, tooh door te blijven betalen. De economen hebben bereids lang Ingezien, dat er geen derde uitweg uit het probleem bestaar, zoo voegde de kanselier er meewarig aan toe en het is zeer bedroevend, dat de politici zoo lang noodig hebben om zich tot hetzelfde ge zichtspunt door te worstelen. Dit bovenstaande geldt van het oorlogstri- buut, maar het is klaarblijkelijk, dat het me* de handels/hulden nagenoeg precies hetzelfde geschapen staat. Duitschland heeft een ronde twintig milliard in het buitenland geleend en betAMmgen kunnen op den duur ovenmln a's die van de oorlogsschatting voldaan worden, tenzij het buitenland öf opnieuw milliarden leent öf den Duitsohen export begunstigt. Ne derland is eveneens zeer diep in het geval be trokken. Wij weten allemaal, dat Duitschland voor geen cent erediet meer heeft en dat het aangaan van nieuwe leenigen dus uitgesloten is, Willem we onze D-uitsche sctoiuldbrievea dus niet den weg van d-e Russische zien gaan, dan behooren wij naar een Woelenden Duit Ziehen export te snakken. Hier ligt een conflictstof tusschen bankiert en Industrieelen. De bankiers willen natuur lijk hun duiten redden en bepleiten daarvooi bet. verleenen van faciliteiten aan den Dult sohen export. Doen ze zulks niet luidkeels, dan doen ze dait toeh op den bodem huns harten en in de verborgenheid hunner binnenkameren. De industrie daarentegen is van diametraal tegengestelde inzicht. De industrie lijdt on-de.' de Duitsohe concurrentie en ziet den Dultsohen oxnort derhalve met leede oogen aan. Zwitserland heeft, evenals wij, groote kapi talen aan Duitschland uitgeleend en ziet deze in eevaar. De bankiers daarginds verheugen zich dus over den bloei va.n den Dultsohen export, zelfs wanneer deze in de richting van Zwitserland zelf gaat, maar de nij veraars moe ten niets van dien uitvoer In de richting der Zwitsersohe grenzen hebben. Zij verlangen den bloei hunner eigen fabrieken en trekken zic.h voor ht overige van de aan Duitschland uitge leende Zwitsersohe kapitalen maar een bitter beetje aan. Deze nij veraars hebben ook het oor van de regeering weten te winnen en deze heeft ta het najaar pourparlers met Berlij-n geopend met het doel zekere diepgaande wijzigingen aan te brengen i-n het DuitschZwitsersohe handelsverdrag. Men ging daarbij van het standpunt uit, dat de Duitsche export naar Zwitserland sedert '28 vam 542 op 709 m-illioen gqpdfranken is gestegen. In hetzelfde tijdperk is de Zwitsersohe export naar Duitschland echter van 398 op 283 millioen gedaald. In '31 is dit nadeeli-g saldo waarschijnlijk nog aange zwollen en daar t-e-g-em verlangt Zwitserland door een grootsobe omwerking van het be staande handelsverdrag te remedieeren. Het stelde aan Duitschland voor een aantal gewichtige exportgoederen op een niveau te rug-te brengen, dat ongeveer op het gem.idd--1. de van dern export in de jaren 1925192S te atellem zou zijm, Sommigie Duitsohe tak-ke-u van nijverheid, zooals b.v. de textielindustrie zouden door dezen maatregel 2/3 van hun togem- woordigen uitvoer moeten offeren en daairvoor werd uit den aard der zaak maar een klein beetje gevoeld. Toen kwamen de Zwitsers met meer con crete voorstellen voor den dag en deze we ren er op uit zoo iets als 140 douanehoofdstuk, ken aan een contingenteering te onderwerpen en ze op die manier omlaag te schroeven. Ter wijl de onderhandelingen daarover in vol gen gang waren vernam men plotseling nog een ander geluid, dat echter spoedig weer ver stomde. Men wilde in Bern blijkbaar ook den Zwitserschen bankiers een pledzierlgen avond bezorgen en daaro-m opperde men het plan, dat de prijs die de Zwitsersohe importeurs aan de Duitsche leveranciers af te leveren hebben, niet meer aan dezen ter hand gesteld zou wor den maar, dat die sommen gedeponeerd zou den worden In een speciale kas, bij de nationale hank in te richten. Met dit geld zou de re geering dan eerstens de Zwitsersohe exporten naar Duitschland financieren. Vervolgens zou ze een deel ervan afhouden om daarmede de korte Zwitsersohe credieten, welke aan Duitsch- land gegeven werden af te betalen. Wat er dan nog over mocht blijven, zou niet den leveran ciers, maar de Reisclibank ter hand gesteld worden. Dit plan was eigenlijk een oneerlijke ooneurrentie met de andere geldgevers, die in Bazel tot een overeenkomst geraakt waren. Men heeft het echter spoedig laten vallen en daarmede was de zaak afgedaan. Later hebben de IieJvetiers getracht hun oontingenteerin-gen in een ander kleedje te steken en ze op die manier aangenomen te krij gen. Maar de Duitsche regeering wil op dit punt van geen toegeven hooren en nu hebben de zaken zich zoo ver ontwikkeld dat het Duitsch. Zwltsereche handelsverdrag hoogstwaarschijn lijk op 19 dezer opgezegd zat worden. Ge schiedt dat dan houdt het op 4 Februari op te functionneeren en breekt op dezen datum de Duitsch-Zwitsersche handelsoorlog uit. Beide partijen zijn echter al overeengekomen dat deze oorlog in den stijl van Chineesche maarschal ken, dus zonder veel bloed vergieten, uitge vochten moet worden Men zal direct naar een modus vlvendi zoeken en daarmede hoopt men het dan na 4 Februari tamelijk vreedzaam te kunnen stellen. Intussohen hebben de Duitsche-sr toch al een paar stukken van hun zwaarste geschut in stelling gebracht en wel den boycot van Zwitserland voor de toeristerij. Maar de nazaten van Willem Teil zijn verstandig ge noeg om zich door dit dreigement niet bang te laten maken, want ze hebben in Méran en elders gezien dat de fierheid van het nationale bewustzijn der Germanen geen stand houdt tegenover de varlokkelijkheden van een sneeuw berg e-n een zonnig dal. De Duitschers willen van de contingentee- ringen niets weten, niet wijl de Zwitsersohe handel voor hen van zulk enorm belang is, maar omdat ze geen precedent willen scheppen. Wanneer wij heden aan de Helvetiers zulke concessie-s doen, zoo redeneeren zij niet ten on rechte, dan komen morgen vijf en twintig an dere staten om dezelfde privileges aankloppen en dan kunnen wij onzen winkel wel sluiten. Bovendien komt op 15 dezer in Berlijn een Fransch-Doiitsche commissie bij elkaar welker taak het is het tusschen beide landen bestaande handelsverdrag onder de loupe te nemen. Dit verdrag voldoet niet erg vooral niet sedert de heer Tardieu landbouwminister in Parijs geworden is en op eigen vuist invoerbeper kingen tegen den Dultsohen handel decreteert. We hebben hier, tusschen twee haakjes, wel met de meest krasse ongerijmdheid in dien ganschen ragout van verwarringen te doen, welke ons allen zoo zwaar op den maag ligt. Frankrijk eischt oorlogstribuut van de Duit schers en het ken-t deze schatting van tamelijk dubieuse herkomst zelfs een voorrang toe boven eerbare handelsschulden. Maar tegelijk maakt het 't deu Duitschers onmogelijk genoeg geld te verdienen om dat tribuut te betalen. Zoo heeft het b.v. de export van Duitsch hout naar Frankrijk bijna geheel afgewurgd. Het heeft ook invoerverboden uitgevaardigd, waardoor de uitvoer van wijn en van zuivelproducten getroffen wordt. Duitschland protesteert hiertegen natuur lijk met al die angstvallige bescheidenheid, welke het tegenover Frankrijk ln acht meent te moeten nemen, maar veel heeft het nog niet bereikt. Het zou zijn positie tegenover de Fransche protectionisten echter heelemaai prijs geven, wanneer het nu aan Zwitserland con ti ngen teert ngs-con cessies ging doen. De Fran- sohen zouden zich dadelijk op die ooncessies beroepen en voor hun rekening minstens twee maal meer opeisohen als den Zwitsers werd toegestaan. De vrees hiervoor maakt de Duit schers onver wurwbaar tegenover de Zwit- sersche verlangens en aldus zijn wij aan den vooravonl van een openlijken handelsoorlog terecht gekomen tusohen twee zulke vreedzame staten als de beide genoemde. (Van onzen bijzonderen correspondent.) Omdat men de absolute claustratie der vrouw intact wil houden, gelukt het geen enkel Europeaan een Mozabitlseh huls bin nen te treden. Na een halve eeuw contact met de Europeesche beschaving is de Mozabiet op dat punt nog even ver. Dit jaloersch verbor- gen-houden der vrouw bestaat evenwel niet alleen ten opzichte van den Europeaan. Van de mannen der landsbevolking hebben alleen de naaste familieleden toegang. Zelfs de vrou wen onderling zien elkander bijna niet anders clan op straat, in de moskee en op het kerk hof. Toch is men op het punt der komst van een vreemde vrouw in een vreemd huis min der streng. Zoo konden verschillende vrouwe lijke toeristen „de marque" met behulp eener lutroductie van kadi of caïd zich toegang verschaffen in sommige Mozahitische bou doirs. Geregelden toegang hebben er de Witte Zusters van kardinaal Lavigerie met als reden: ziekenverpleging. Ze doen natuurlijk heel wat goeds aan die arme, gevangen, bijna onwetende schepsels. Zelfs hebben ze toe gang bij de groote godsdienstleerares, waar over ik vroeger al eens sprak. Die leerares was tot voor kort Mamma Sli- man: in heel Noord-Afrika bekend. In 't be gin van dit jaar is ze overleden. Mamma Sliman was speciaal op haar taak voorbereid door de wetgeleerden of ♦olba's. Die taak was niet alleen beperkt tot gods dienstonderricht. Ze had het opzicht over de voorraden, die voor de vrouwelijke armen be stemd zijn: ^beschikbaar gesteld door giften en legaten. Ze was verder een soort geestelijke leidsvrouw, waaraan de dames haar nood kwamen klagen: naar ziel en lichaam. Men vergeleek hetgeen daar gebeurde wel eens met onze biecht: inderdaad bekenden de zondares sen hun feilen en fouten aan de voeten van Mamma Sliman, die steeds gewichtig en aan dachtig toeluisterde. Na de bekentenis ver klaarde dan Mamma Sliman, dat de zonden niet meer toegerekend werden Analoog is de rechtvaardigverklaring, die door do protestanten geleerd wordt, waar het over den verzoeningsdood van Christus gaat. Ai zulke verklaringen zijn louter etiketten. Bui ten het Katholicisme wordt de leer over re- eele reehtvaardigmaking en reëele zonden vergeving niet verkondigd. In ieder geval is het Mozahitische gebruik, waarover we het hebben, weer een psychologische confir matie van de oppoituniteit der biecht voor de gewetensrust, van den mensch: noodzakelijk geworden voor den Katholiek door Christus' instelling en 't gebod Zijner Kerk. In de laatste jaren geschiedden de conver saties, enz. tusschen Mamma Sliman en haar cliëntèle door een gordijn heen. Deze maatre gel werd genomen, nadat een bezoekster de stoutmoedigheid had gehad „de goede, heilige Vvrouw" te photographeeren. Men had de „heiligschennis" zoover gedreven, dat er te Al giers postkaarten met haar conterfeitsel ver kocht werden. Dit heeft niet kunnen beletten, dat ze na haar dood nogmaals op de gevoelige plaat is gebracht. Een Poolsche journaliste, nicht van de Franschen generaal de Weygand, had van den Kadi de permissie los welen te krijgen haar op haar doodsbed te mogen con tempieeren. Ongezien maakte ze van de gele genheid gebruik vlug haar „Kodak" in wer king te stellen. Mamma Sliman was geletterd. Ze kon lezen en schrijven. Dat is trouwens een eerste vereischte. De godsdienstleerares is n.l. te vens de secretaresse van alle Mozahitische vrouwen. Moet er een brief geschreven wor den, dan is zij het, die het zaakje opknapt. Mamma Sliman wenschte zelfs in haar ouder dom nog Fransch te leeren, om gemakkelijker met de autoriteiten van het Arabisch bureau te Ghardaïa en andere gouvernementsafdeelin- gen ten gunste van haar beschermelingen te kunnen eorrespondeeren. Maar de Djemda kwam daar niet van ln 't Geval wil. Jat haar opvolgster de le~s- en schrijfkunst niet machtig is. Men heeft in die leemte móeten voorzien door haar een secreta resse te bezorgen: Aïcha Nkassi, die leest en schrijft. Mamma Sliman was de schrik der vrouwe lijke jeugd van Ghardaïa Als eeu geheime poli- tie-agent speurde ze in de straten en op de markt de meisjes op, die 't haar niet volgens de aloude mode opgestoken hadden of zich aan andere dergelijke „misdrijven" of werkelijk er ger schuldig maakten. Ze deed zich inlichten omtrent de vrouwen, die op bruiloften durfden dansen. Al die schuldigen werden voor haar rechterstoel gedaagd, waar ze bedreigd werden niet alleen met pijnbank en schavot, maar vooral met de vreeselijke wraikuitoefeningen van Allah, zoo ze niet tot belijdenis of beter schap kwamen. Met haar opvolgster zal het wel hetzelfde liedje zijn. De witte zusters hebben in haar ateliers tal rijke Arabische meisjes en vrouwen, maar geen enkele Mozahitische moet het wagen daar haar intrede te doen. Haar bezoeken aldaar beper ken zich tot de tijden van ziekte. Men laat toe, dat ze dan geneesmiddelen bij ie Zusters gaan Sm.xi ■P jt-id Tepijt-weven in den M'zab. vragen. Dit is 't reglement voor da stad. Wanneer 's zomers de Zusters verblijf houden In de Mozahitische oasis zijn meer intiemere vislte's toch tot een gebruik geworden. Maar Mamma Sliman waakte, en vorig jaar kreeg ze 't klaar, dat gedurende maanden het huis der Zusters onbezocht bleef. Nog twee gevallen vinden we, waarin de Mozahitische in 't „publiek" moet verschijnen. Ik bedoelin de moskee en voor de recht bank. In geen enkel Islam-land is men „scru puleuzer" te werk gegaan, om elke bekoring verre te houden. Achter de groote gebedszaal der abaditische moskee bevindt zich een afge-muurd vertrek met aparte deur aan den buitenkant. In den scheidsmuur zijn kleine gaten, waardoor da stem van den imam binnensijpelt. Ze waten zoodoende, hoever men met het gebed is, en profiteeren eenigszins van de predicatie, die gewoonlijk weinig om het lijf heeft en prac- tlsch van geen invloed is c-p de verdere gods dienstige ontwikkeling der vrouw. In 't gerechtsgebouw ie 't nog erger: daar bevindt zich 't afgescheiden vertrek een me ter lager dan de gerechtszaal. De gaten ztJn ter hoogte van de voeten der rechters en ter hoog te van de hoofden der gedaagde vrouwen. De rechters ondervragen volmaakt onzichtbare wezens, die van de eersten niets anders dan t schoeisel zien en waarvan alleen de stem men soms niet al te schuchter door den onderwatad der zaal In verdedigend of aankla gend antwoord tot de ondervragers opstijgen. Het intiemere huiselijke leven der vrouw grootendeels ingericht volgens de onfeilbaar- geachte indicatie's der godsdienstleerares geestelijke leidsvrouw is ons eenigszins be kend uit hetgeen verteld wordt door de wei nige Europeesche bezoekstere en hetgeen werd medegedeeld door de mannelijke familieleden als met een druppelfleschje. En dat alles brengt ons slechts een oppervlakkige kennis. Toch kan Ik mijn vroeger geuite bewering, dat er geen verborgenheden In den M'zab nog te ontdekken vallen en alles ons op de een of andere manier bekend is, staande honden. Ook wat betreft het besproken punt. De Witts Zusters n.l. treden overal binnen, op alle mo menten van den dag. Ze zijn meer bemind dan de gevreesde Mamma Sliman en haar opvolg ster. Ze ontvangen de vrijwillige confiden- tie's van menige Mozahitische. Haar genees kundige en huishoudelijke raadgevingen wor den getrouwer opgevolgd dan die der Tol ba's en amuletfabrikanten. EEN NIEUWE KOLONIE Men hoort ln dezen tijd van geknakt impe rialisme niet zooveel meer over het grondves ten van nieuwe kolonies .Integendeel, sommige landen raken lang zorgvuldig gekoesterde ko lonies kwijt. Er zijn moederlanden, die zich danig over haar ondankbare kinderen to bekla gen hebben. Maar Frankrijk Is er toch in geslaagd, een nieuwe kolonie te verwerven, lntusschen niet door onrechtmatige gebiedsuitbreiding. Het heeft n.l. een nieuwe kolonie geschapen in Cayenne. Cayenne js de naam, waaronder de buurvrouw van ons Suriname het meest be kend is. De kolonie heet inmiddels Fransch Guyana en Frankrijk ia onlangs tot de con clusie gekomen, dat er met een beetje moeite heel wat van te maken zou zijn. Door dit Cayenne, Frankrijke beruchte straf kolonie, is Guyana evenwel niet bepaald een land, waarheen kolonisten zich gaarne bege ven. En speciaal de Fran chen, die toch altijd maar het liefst bij moeders pappot zijn geble ven, omdat ze het er goed hadden, voelen niet veel voor een tocht naar Cayenne. Om nu de zen afschrik uit de wereld te helpen, Is bij ministerieel besluit bepaald, dat de stad Ca yenne en haar omgeving van de rest van Fransch Guyana zullen worden afgescheiden. Deze rest wordt een aparte kolonie, onder den naam van Inlni. In die kolonie mogen zich geen gedeporteerden of voormalige gedepoi^ teerden vestigen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 2