t Wenschen der R. K. Werk geversvereniging. DE STRAF DER ZONDE MAANDAG 4 JANUARI 1932 ADRES AAN DEN VOORZITTER VAN DEN MINISTERRAAD. HET NEDERL. INDISCHE PAVIL JOEN NAAR DEN HAAG. Nadere bijzonderheden over het plan. De Indische sfeer op „de Weide". IN EEN WATERPUT VERDRONKEN ARNHEM'S BURGEMEESTER AAN HET WOORD. DE NATIONALE LEVENSVER ZEKERING BANK. HET VRAAGSTUK DER WERKLOOZE JONGEREN. MET 450 GULDEN AAN DEN WANDEL KOLONEL NOORDMAN TERUG UIT DE WEST. Een onderhoud met den hoofdaalmoezenier. ZEER TEVREDEN OVER ZIJN REIS. t —tl De Alg. R.K. Werkgeversvereniging heelt een adres gericht aan den Minister van Bin- nenlandsche Zaken en Landbouw, voorzitter van den Raad van Ministers, waarin aan de Regeering dankbaarheid wordt betuigd dat zij door middel van de Crisisinvoerwet zich de be voegdheden heeft verschaft om de allerergste gevolgen van de wereldcrisis te kunnen ver zachten en de levensbelangen van ons volk te kunnen verdedigen. Met klem dringt adressant er bij de Regee ring op aan voor bepaalde bedrijfstakken, waarvan thans reeds vaststaat, dat zij groote moeilijkheden ondervinden, na een summier onderzoek binnen den kortst mogelijken tijd den invoer te contingenteeren, teneinde te voorkomen, dat de bulteniandsche concurren ten groote voorraden in ons land opstapelen en zoodoende de werking der Wet in gevaar brengen. Adressant zou het niet als een bezwaar wil len aanmerken, wanneer de contingenten, ten aanzien waarvan de vaststelling geen uitstel duldt, voorloopig voor een betrekkelijk korten termijn b.v. van eenige maanden zouden gel den. In dien tusschentljd zou een scherper on derzoek ingesteld kunnen worden en daarbij zou ook aan het internationaal overleg een bescheiden plaats kunnen worden ingeruimd. Hierbij aansluitend zou adr. de Regeering in ernstige overweging willen geven, ook zonder dat een bepaalde aanvraag daartoe aanwezig is, een aantal goederen onder de wet te bren gen, die het karakter van weelde-artikel dra gen. Dit in het belang van de betalingsbalans. Maatregelen van blijven den aard De Crisiswet intusschen is slechts een nood maatregel om den status quo zooveel mogelijk te handhaven; uitgezien moet worden naar middelen om meer blijvend de basis van onze industrie te versterken. De Alg. R.K. Werk- geversvereeniging vestigt op eenige middelen de aandacht der regeering: Het zou aanbevelenswaard zijn, in nieuw te sluiten handelsverdragen het voorbehoud op te nemen, dat de meestbegunstiging zich niet behoeft uit te strekken tot gunsten, verleend aan bepaalde landen, met wie Nederland een regionale overeenkomst heeft gesloten. Ge tracht zou kunnen worden, om ook in bestaan de handelstractaten dit voorbehoud alsnog te doen opnemen. Nauwere economische samenwerking met Indië is geboden. Met instemming heeft adr. er kennis van genomen, dat de Minister van Koloniën studie zal doen maken van het slui ten van een tolnnle met Indië. Onder de huidige omstandigheden zal Indië niet in staat zijn de invoerrechten voor Ned. producten te verlagen of af te schaffen. Ben volledige tol- unie zal daarom voorloopig wel uitgesloten zijn. De gedachten gaan uit naar het heffen van preferentieele rechten als overgangsvorm naar een tolunie. Wat de herleving der exportgaranties be treft, blijft adressant aandringen op instelling van een exportcredietregeling, gelijk die in Engeland en Duitschland bestaat. Adr. acht een technische herziening van de Tariefwet noodzakelijk, waarbij enkele posten of onderdeelen van posten worden verhoogd, andere verlaagd of afgeschaft. Eenige vrijstel lingen van invoerrechten dienen te worden op geheven. Met alle waardeering voor de bemoeiing van de Rijks-commissie Werkverruiming wil het adr. toeschijnen, dat de Regeering over te geringe bevoegdheden beschikt, om overheida lichamen en semi-overheidsbedrijven te ver plichten, bij hun bestellingen voorkeur te ge ven aan het eigen fabrikaat. In geen enkel land worden de belangen der eigen industrie bij dergelijke bestellingen zoo verwaarloosd als in Nederland. De ondervinding leert, dat de Nederlandsche industrie zoo goed als nooit aan een buitenlandsch publiekrechtelijk lichaam of aan een buitenlandsch openbaar bedrijf een levering doen kan. Crisismaatregelen. Naast deze maatregelen van meer blijvenden aard beveelt adr. nog als crisismaatregelen aan: 1. De totstandkoming van het anti-Dum pingwetje; 2. Het instellen van een clearinginstituut voor den handel op landen, die het geldverkeer met het buitenland aan banden hebben gelegd; 3. Het verlagen der huren voor de met rijksvoorschotten gebouwde woningen; 4. Verlaging der kosten van overheidsdien sten: spoorwegen, electriciteit, enz. 5. Ingrijpende maatregelen om de kosten van levensonderhoud te verlagen. 6. Het openen der mogelijkheid om bepaal de categorieën van in aanbouw zijnde bouwwer ken en schepen, die volgens credietmoeilijkhe- den niet voltooid kunnen worden, met steun of door bemiddeling der Regeering, verder af te werken, indien en voorzoover dat economisch verantwoord is. Men meldt one uit Dein Haag: In een persconferentie hebben do ge-meente secretarie mr dr. Ter Pelkwijk en do hoofd ingenieur in algemeenen dienst dezer gemeente de hoer van Hoytema. Zaterdagmiddag ©enige nadere inlichtingen verstrekt omtrent het voorstel van B. en W. o-m mede te werken dat de gebouwen en verzamelingen, die de Neder landsche deelneming aan de Internationale Koloniale tentoonstelling 1931 te Parijs vorm- den, naar de residentie worden overgebracht en om een crediet van 15.000 te bestemmen voor de noxlige toegangswegen enz. naar het terrein „De Weide", behoorende tot het Westbroekpark, waar men van Juli tot en met October dit deel van de Indische tentoonstel ling wil onderbrengen. B. en W. zijn daarbij van de overweging uitgegaan, dat het aantal Nederlandsche be zoekers te Parijs betrekkelijk gering ie ge- weest en dat de reis derwaarts voor velen een te groot bezwaar opleverde. In Den Haag mee- nen zij bij het publiek, ook uit andere deelen van het land dan de residentie en haar omge ving, wel voldoende belangstelling te mogen verwachten, al erkennen B. en W. dat de ma laise ook hier een factor is, waarmee rekening moet worden gehouden. Zooals gezegd is eT echter een vorm gevonden, die het naar het oordeel van degenen, die de onderhandelin gen met de betreffende N. V. hebben gevoerd, mogelijk maakt, op gunstige voorwaarden het plan tot uitvoering te brengen. Op den voorgrond dient gezegd, dat aan de ze expositie een rustig, zooveel mogelijk ideëel karakter zal worden gegeven en dat er bijv. geen „Lunapark" aan zal worden ver bonden. De beslissing diende met eenlgen spoed te worden genomen, in verband met de afbraak en overbrenging der gebouwen te Vincennes. Overgebracht worden, als de Raad zich met het voorstel van B. en W. vereenigt, het groot» en het kleine Ned. Paviljoen, de Balineesche tempel met toebehooren, het Padanghuls en het Indische restaurant. De heer Mooyen, die ook hier artistiek lei der zal zijn, heeft bereids het terrein bekeken en goedgekeurd. De toegang zal komen langs den weg naar de theeschenkerij, de uitgang aan de zijde Cremerweg. In het hoofdgebouw zullen de verzamelin gen van Indische kostbaarheden en kunstwer ken worden ondergebracht. Voorts zal er In dische theater- en danskunst worden gegeven. Van het denkbeeld om de Balineesche danse ressen en dansers wederom naar Europa te laten komen tot het geven van voorstellingen, in Den Haag, moest om verschillende redenen worden afgezien, echter verwacht men, dat landgenooten, hier aanwezig hun kunst zullen vertolken. Ook op het gebied van de gamelan zijn hier te land© voldoende krachten be schikbaar. De bedoeling is, waar over de geheel© we reld zulk een roep is uitgegaan van de Ned. Indisch© tentoonstelling in Parijs, bij onze landgenooten en vooral ook bij de rijpere jeugd belangstelling t© wekken voor het schoone, dat Ned.-Indië in cultureel opzicht heeft tot stand gebracht. NED. GIST- EN SPIRITUSFABRIEK. Financieele resultaten over 1931 onder de gegeven omstandigheden gunstig. In zijn tot het personeel gehouden Nieuw jaarsrede, heeft de president-directeur van de Ned. Gist- en Spiritusfabriek t© Delft, ir. W. H. van Leeuwen, ook enkele mededeelingen gedaan over den gang van zaken bij de ven nootschap. Naar hij zeide, mocht het tot vol doening stemmen, dat de werkgelegenheid in vrijwel alle fabrieken der onderneming behou den bleef. Ook de financieele resultaten van het afge- loopen boekjaar kenschetste hij onder de gege ven omstandigheden als gunstig. Echter heeft o.a. de daling van het Engelsche pond in ver band met de exportzaken haar invloed doen gelden en spreker achtte het wensohelijk, re kening te houden met de mogelijkheid, dat de balans zal blijken te sluiten met een winstsal do, dat beneden de uitkomsten ligt, zooals die in'een reeks van achter ons liggende jaren werden behaald. Te Barnflair (Vlagt wed de) is vrouw J. G. in een waterput, waaruit ze water moest halen, verdronken. Bur gem. De Monchy Als de vlottende schuld maar gecon solideerd kan worden. De burgemeester van Arnhem, de heer mr. S. J. R. de Monchy heeft in antwoord op de hem door het Persbureau Vaz Dias gestelde vragen over de positie van zijn gemeente ver klaard, dat de economische cri sis ongetwijfeld voor Arnhem ern stige gevolgen heeft. De publieke 'chamen onder inden de groot- ite moeilijkheden gewoonlijk eerst uadat in de maat schappij de crisis reeds eenlgen tijd heeft gewoedhet jaar 1930-31 was dan ook nog vrij gunstig. Uit den aard der zaak is de toestand in de industrie in het algemeen weinig bevredigend. De meeste groote bedrij ven hebben wegens slapte werkvolk moeten ontslaan. Het aantal werkzoekenden, dat op 1 Decem ber 1930 bij de Arbeidsbeurs stond ingeschre ven, bedroeg (met inbegrip van degenen, die bij de werkverschaffing buiten de gemeente waren geplaatst) 1696. Op 1 December 1931 be droeg dit aantal 2209 of 30.2 pet. meer. Naar raming zal dit jaar voor werkloozen-uitkeerin- gen een bedTag van 121.830 noodig zijn te genover 55.047 over 1930. Wanneer het gelukt, de vlottende schuld te consolideeren, dan baart de kasposltie voors hands geen zorgen meer daar de gewone in komsten der gemeente zoodanig toevloeien, dat de gewone uitgaven daaruit regelmatig kunnen worden gedaan. Vergelijkenderwijs, aldus vervolgde mr. de Monchy, is d© financieele toestand der ge meente niet ongunstig. Het eindcijfer van de begrooting voor 1931 was 11.412.548 en voor 1932 is het 11.539.978, een stijging derhalve van rond 127.000. Deze stijging is voornamelijk toe te schrijven aan den bouw van een nieuw ziekenhuis, waarvan de rente en aflossing voor het eerst op de begrooting voor 1932 zullen drukken, aan de vermoedelijke stijging van het aantal werk- loozen, aan den bouw van nieuwe scholen, aan leg van nieuwe straten en andere werken in verband met de uitbreiding van de bebou wing der gemeente. Na afhandeling van de begrooting zullen B. en W. aldus vervolgde mr. de Monchy zich er nader rekenschap van geven wat ter versobering van den gemeentedienst kan worden gedaan. De loonen van het gemeente- personeel, de voornaamste uitgaafpost, zullen daarbij wel niet onaangetast kunnen blijven. Van andere versoberingen zal men zich, na hetgeen op dit gebied in de laatst© tien jaren reeds is gesohled, geen groote voorstellingen kunnen maken. Het gemeentepersoneel is in aantal zóó gedaald, dat verdere inkrimping haast bij geen onderdeel meer mogelijk is. De burgemeester deelde ten slotte nog mede, dat waarschijnlijk in het begin van 1932 onder directie van den Rijkswaterstaat zal worden begonnen met den bouw van een vaste brug over den Rijn. Als openbare werken van ©enigen omvang zijn verder nog in uitvoering de werken in het Arnhemsche Broek, dat door ontpoldering en wegenaanleg voor bebouwing gereed wordt gemaakt. Dit is normaal werk. Speciaal als werkverschaffingsotoject is in voorbereiding de aanleg van rijwielpaden in eenige mooie gedeelten van de gemeente. De toekomst zal sterk afhankelijk blijken van den algemeenen economischen toestand. Dat het vreemdelingenverkeer in 1931 eenigen teruggang aanwees, schreef de burgemeester echter geheel op rekening van het ongunstige weder. Opvoedende arbeid door de jeugd- vereenigingen. Half December besloot het Ned. Jeugdlei ders Instituut in overleg met de Interdioc. Jeugdcommissie tot instelling van een kleine commissie, die zich ten doel zou stellen rap port uit te brengen aangaande hetgeen door de jeugdvereenigingen zou kunnen worden gedaan ten behoeve van den opvoedenden ar- beid onder werklooze jongeren. Deze commis sie bestond uit prof. F. Frenoken, dr. J Eyk- man, drs. H. Deelen en K. Vorrink. In ©en op 27 Januari 's middags in Utrecht te houden openbare vergadering zal nu prof. Frencken de voorstellen, welke de commissie zal formuteeren, nader toelichten. UIT HET HAVENLEVEN (In de groote stad) 19) Buiten op de brug bij 't WiUemsplein stond Hendrik van der Velde. Hoe koud en onbe haaglijk heit daar ook was, hij week niet van zijn post. Gaarne zou hij de straat op en neer geloopeo hebben, al zou het enkel maar zijn om de nieuwsgierige blikken der voorbijgan gers te ontgaan, maar dat durfde hij niet wa gen uit vree®, dat de kapitein het hotel kon verlaten, wanneer hij het huis den rug had toegekeerd. Daar binnen keek Tom Kruger rond. of hij ook een bekend© kon ontdekken; hij geloofde dat wel niet, maar het was nochtans mogelijk. En hij ontwaarde warempel een bekende. Dat was hem meer dan onaangenaam. Indien hij het kon beletten, zou hij het ongetwijfeld gedaan hebben. Het ergste was, dat hij tege lijkertijd was gezien. En reeds kwam de bekende met een breeden glimlach oip den mond naar hem toe. Goeden dag. kapitein. Hoe staat het leven? Het was een der bedienden, die hem aldus aansprak. Hij droeg een presenteerblad roet theegerei ln de hand, en toen hij zich over het tafeltje heenboog en den kapitein op fluiste renden toon naar den toestand zijner gezond heid vroeg, moest het den overigen bezoekers toeschijnen, alsof de kellner beleefd vroeg, wat d« nieuw aangekomene wensohte te gebrui ken. En ook het antwoord van Kruger moest op Ben waarnemer den indruk maken, dat 't niet anders betrof, want de wijze, waarop hij het hoofd schudde, zeid© duidelijk; „Neen, ik dank u". Maar ook hij had daarbij een paar woorden gefluisterd Niet terstondhij had er eerst over nagedacht en toen zeide hij: „Ik ken u niet!" Toen had <1© bediende wrevelig de wenk brauwen gefronst en de schouders opgehaald, waarna hij zich omkeerde en verwijderde. Dit kleine intermezzo was afgespeeld in eenige seconden. Niemand in het heal© lokaal had er acht op geslagen, uitgezonderd de heer van het tweede tafeltje ter zijde. Of hij de gefluisterd© woorden had verstaan, moeten wij in het midden latendodh het ge barenspel en d© uitdrukking van beider gelaat waren hem geenszins ontgaan. Nu stond hij op en liep den bewustem be diende achterna; weldra had hij dezen be reikt Neem 't mij niet kwalijk, zeide bij, ik ben hier onbekend. Kunt u mij ook zeggen, waai d» tel ep hoon ceil en zijn? De kellner gaf beleefd bescheid. Toen zocht de ombekende in zijn vestzakje, gelijk men doet, als men een fooi wil geven, en zeide daarbij Zoudt gij zoo goed willen zijn en mij daarheen brengen Ik weet bier werkelijk niet den weg. De bediende dat spreekt van eeK was daartoe bereid. Eenige voetstappen naar rechts, daarna een paar stappen links en zij waren ter bestemde plaatse. De onbekende gaf zijn gids een belooning, en deze verwijderde zich. Dat is een zeer beleefde kellner, zeide hij een oogemblik later tot den opzichter van de telephooncellen. Hij is zeker ai lang hier? Integendeel, mijnheer! Ik heb den man gisteren pas voor 't eerst hier gezien, gaf de opzichter ten antwoord. Vol moed en vertrouwen het jaar 1932 tegemoet. Aan het gebruikelijke maandbericht, dat de Nationale Levensverzekering Bank te Rotter dam aan haar agenten toezendt, wordt evenals voorgaande jaren ook thans weder een over zicht gegeven van den stand van zaken over het afgeloopen jaar. Wij ontleenen hieraan het volgende: „De totale productie aan nieuwe verzekerin gen is wel iets lager geweest dan in het hoogste jaar 1930, doch het verschil is niet belangrijk. Het bedrag aan tusschentijds vervallen verze keringen is hooger dan voorheen. Dit Is begrij pelijk, nu niet alleen meerdere individueele verzekeringen door de tijdsomstandigheden niet konden worden voortgezet, maar ook enkele ondernemingen de destijds gesloten collectieve verzekering voor haar personeel hebben moeten beëindigen wegens den slechten gang harer onderneming. Het in totaal bij de Nationale verzekerd© t>edrag op uit. December 1931 zal bedragen ruim 460 mlllioen. Voorts heeft 1931 ons het bezit gebracht van vrijwel alle aandeelen der Vesta, Mij. van Levensverzekering te Arnhem, met een verze- kend bedrag van ruim 46 millioen, waardoor het terrein, hetwelk wij voortaan zullen bestrij ken, is verruimd. Geven de productie en bedrijfsontwikkeling du3 aanleiding tot tevredenheid, onze verwach ting is, dat ook de zuivere bedrijfswinst wel niet zal verschillen van de in de laatste jaren gemaakte, zoodat ook hier een gevoel van vol doening over ons komt Toch heeft de geweldige financieele en econo mische druk, ook de Nationale niet onberoerd gelaten. Zij heeft er in hare beleggingen den invloed wel degelijk van ondervonden, maar hinderen doet het haar niet, èn omdat zij bij de beleggingen steeds gestreefd beeft naar een groote risicoverdeeling èn omdat zij in de zeer voorspoedige jaren op buitengewoon krachtige wijze haar extra-reserves tot een groote hoogte heeft opgevoerd. Alleen op de belegging in effecten (pl.m. 36 millioen) zal een belangrijke afschrijving moe ten plaats vinden, nu zoowel aandeelen als obligaties groote koersverliezen aanwijzen, een verschijnsel, dat niet dikwijls voorkomt, waar veelal koersdaling in de eene categorie koers stijging in de andere te zien geeft. Deze af schrijving zal echter heel wat lager zijn dan onze totale extra-reserves bedragen; die kun nen daarna nog gemakkelijk meerdere afschrij vingen opvangen, als deze nog verder noodig mochten blijken. Baren deze afschrijvingen op effecten ons dus geen zorg, aangenaam zijn ze niet. Op één voordeel moet echter worden ge wezen. De gemiddelde rente die men van de nieuwe en vrijvallende oude gelden kan maken, stijgt, en vergroot dus een der winstbronnen van de Nationale en zal aldus wederom mede werken tot nog sterker maken van de finan cieele positie der bank. Wij gaan den ook weer vol moed en vertrouwen het jaar 1932 tege moet." ARNOLD GILISSEN'S BANK. Teleurstelling voor aandeelhouders? In het jongste maandoverzicht van Arnold Gilissen's Bank lezen wij o.A: „Het is nu eenmaal een gewoonte, dat wij onze aandeelhouders iets mededeelen over de behaalde resultaten. Wij behoeven wel nauwe lijks te zeggen, dat ook wij niet ontkomen zijn aan de gevolgen dezer geweldige crisis en wij zullen onze aandeelhouders althans de houders der gewone aandeelen dit jaar ongetwijfeld moeten teleurstellen. Gelukkig hebben wij in de goede jaren een dergelijke reserve opgebouwd, dat men aan de Innerlijke volwaardigheid der aandeelen niet behoeft te twijfelen." Men mei dit ons uit Amsterdam: Een kantoorbediende van een firma op den Singel kreeg opdracht om aan het postkantoor een chèque te innen van 450. Aan deze op dracht heeft hij prompt voldaan, maar hij heeft vergeten het geld af te dragen. Door de firma is aangifte gedaan bij de po litie, die thans opsporing vraagt van den 35-jarigen R. S., een man met een gezond uiter. lijk en rossig haar, die erg zenuwachtig doet. Vermoedelijk draagt hij een blauw costuum en een bolhoed. DE GLADHEID VAN DEN WEG T© Beek onder Princenhage kwam op Nieuw- jaarsdag een wielrijder te vallen juist voor een luxe-auto. Met ernstige hoofdwonden werd de man naar het St. Luciagestioht aldaar overge bracht. Door de gladheid is een auto op den Amstel- veenscheu weg te Nieuwer Am stel tegen een boom gereden. Van de vier inzittenden werd slechts de bestuurder R. T. uit Amsterdam gewond. Deze raakte bekneld tusschen het stuur en zijn zitplaats en brak een drietal ribben. De auto werd zwaar beschadigd. Zooals wij reeds meldden, is de Hoofdaal moezenier voor Leger en Vloot, kolonel J. J- J. Noordman, Woensdag 1.1. met het s.s. „Crijns- sen" uit de West teruggekeerd, waar hij, zooais men weet, een onderzoek heeft ingesteld naar de geestelijke verzorging der militairen in die kolonie. Nieuwsgierig naar het verloop en bet resul taat van deze reis, die iets meer dan twee maanden heeft geduurd, vroegen wij kolonel Noordman den volgenden dag, toen wij moch ten verwachten, dat hij wat van de ergste ver moeienissen zou zijn uitgerust, om een onder houd, dat ons terstond met de meeste bereid willigheid werd toegestaan. Wat was de aanleiding tot deze studie reis? vroegen wij. Dat is zoo gegaan. Ik had al een paar maal een brief uit de West gekregen, waarin mij werd meegedeeld, dat het daar een eigen- aardigen indruk had gemaakt, dat er reeds twee- of driemaal een protestantseh geestelijke was geweest voor de verzorging van de gees telijke belangen der militairen, terwijl er van katholieke zijde uit Holland nog niets was ge beurd, ofschoon er daar toch veel katholieken zijn en betrekkelijk weinig protestanten. Ik heb toen daarover met minister Deckers ge sproken. Zijn Exc. achtte het gewenscht, dat ik er eens heen ging om te zien, wat er voor de geestelijke verzorging der Katholieke mili tairen zou moeten en kunnen gebeuren, als tenminste de minister van Koloniën er mede accoord ging. Minister de Graaff vond het met het oog op den toestand van 's lands financiën echter beter nog wat te wachten. Dat kon toen ook nog wel. Pater de Valk had namelijk In Willemstad op eigen gelegen heid de geestelijke verzorging der katholieke militairen reeds ter hand genomen en hij heeft daar zeer goed werk gedaan. Maar begin Octo ber werd pater de Valk overgeplaatst naar San Willibrord, een uur gaans van Willemstad ge legen en er was niemand, die de zorg voor de militairen van hem kon overnemen. Op 2 October heb ik den minister opgebeld en hem dit meegedeeld. De minister antwoord de, dat diezelfde maand Hr. Ms. „van Nes" naar Willemstad zou gaan en bood mij aan daarmee een reis te maken. De „Van Nes" zou den 13den October vertrekken. Het was dus kort dag, maar ik verklaarde mij bereid van deze gelegenheid gebruik te maken. Minister Deckers pleegde overleg met zijn ambtgenoot van Koloniën en den volgenden dag, 3 October, viel de beslissing. Zooals bekend, is later het vertrek van de „Van Nes" nog een week, n.l. tot 20 October uitgesteld. Hoe hebt u het gehad op het oorlogs schip Den 19den October reisde ik onder het prachtigste weer naar den Helder. Maar 's nachts veranderde het en den 20sten, toen we afvoeren, hadden we storm. Op de Noord zee werden we danig heen en weer geschud, maar gelukkig heb ik heelemaal geen last van zeeziekte gehad. Aan boord heerschte een alleraangenaamste geest onder officieren en manschappen. Dit was vooral te danken aan de tactische leiding van den commandant, den heer Scholten. 't Is interessant te zien, hoe zoo'n schip is ingericht. Op dezen betrekkelijk kleinen oorlogsbodem bevinden zich nog 120 man. Iedere vierkante decimeter aan boord is dan ook ten volle benut. Toen we uit de Noordzee waren, werd het weer veel beter. Op de „Van Nes beb ik bijna iederett morgen de H. Mis kunhen lezen. Slechts tweemaal heb ik de H. Mis niet kun nen opdragen, omdat het schip te veel slin gerde. Eén van de katholieke manschappen, een marinier, was speciaal aangewezen om mij bij de opstelling van het altaar behulpzaam te zijn en om de H. Mis te dienen. De eerste dagen las ik in mijn hut op de commando brug, maar later stelde de commandant het volksverblijf van 8 tot 9 uur 's morgens daar voor tot mijn beschikking en nu konden ook anderen de H. Mis bijwonen. Ik kon lederen dag op zoo wat 5 kerkgangers rekenen, een opkomst, waaróver ik zeèr tevreden mocht zijn. In Las Palmas lagen we drie dagen stil. Met een clubje katholieke matrozen en mari niers aam boord sprak ik af, dat we met el kaar de stad eens zouden gaan bekijken. Het was prachtig weer en we hebben heerlijke wandelingen gemaakt. We rustten wat uit op de verrukkelijke esplanades en om 11 uur gingen we naar kooi- In Port of Spain op Trinidad hadden we ook drie dagen oponthoud. Daar was niet zoo veel gelegenheid om te wandelen, maar daar hebben we veel steun ondervonden van twee Hollandsche Dominicanen, die daar werkzaam 1 'fc-, zijn, de paters Peeters en Selbach, om den jongens eenige goede en aangename afleiding te bezorgen. Eén avond was er een parochieel feest met uitvoering. Wij zaten als gasten op de voorste rij. Het was een zeer beschaafde uitvoering van muziek, zang en tooneel, welke negers ten beste gaven. In de zaai bevond zich een waar mengelmoes van rassen, van blank tot diep zwart. Trinidad staat bekend om de vele rassen, die daar wonen. Bij ons vertrek verzekerde pastoor Selbach ons, dat als er Hollandsche jongens van de marine op Trinidad komen, ze hij hem altijd welkom zullen zijn. En ik kan er uit onder vinding aan toevoegen, dat hun bij hem een hartelijke ontvangst wacht. Van Trinidad stevenden wij naar Curacao. De ontvangst aldaar was alleraardigst. Zoo wel van gouvernementszijde als van kerkelijk© zijde werd mijn komst zeer op prijs gesteld. Tijdens mijn verblijf op Curacao heb ik ge woond aan de pastorie van de St. Annakathe- draal, waar ook de vicaris pater v. d. Eigen, woont. Dat was voor mij zeer gemakkelijk, om dat ik vele zaken met hem had te bespreken. En het resultaat van die besprekingen? Zooals ik reeds zei, kan ik niet voorult- Ioopen op bet aan den minister uit te brengen rapport, maar ik kan wel zeggen, dat ik zeer tevreden ben over de medewerking, welke ik op Curacao heb ondervonden en over de ge voerde besprekingen. Ik heb vertrouwen, dat zij er toe zullen leiden, dat de geestelijke ver zorging der militairen er flink zal kunnen wor den aangepakt. Hoeveel Katholieke militairen zijn er in Willemstad? Er liggen thans 140 katholieke manschap, pen van de politietroepen en van de marine. Het Katholieke Zeemanshuis, waar onze jon gens iederen avond kunnen komen, ziet er keu rig en gezellig uit. Een niet katholiek onder officier van de „Van Nes", die er eens een kijk je was gaan nemen, dorst er den eersten avond niet binnen te gaan. Hij meende, dat het alleen voor „hoogeren" was, zoo fijn zag het er uit. D© gehuwde manschappen van de politie troepen zijn in Willemstad in het parochieel verband opgenomen. Voor hun geestelijke ver zorging behoeven dus geen speciale maatrege len te worden genomen. Is U ook nog op de andere eilanden ge weest? Ja, ik heb ook Aruba bezocht. Ik ben er heengegaan met de „Van Nes", die er voor een bepaalde opdracht toch heen moest. Op Aruba liggen een paar detachementen politie troepen en mariniers, die er uit Willemstad heen worden gedirigeerd. Dank zij een bijzondere toezegging van den pastoor, pater Zeppeveldt, is de geestelijke ver- zorging van de militairen daar zoo goed als ge regeld. Hoe lang is U op Curacao geweest? Precies vier weken. Is ook nog in Suriname geweest? Dat lag wel in mijn bedoeling. Ik had met den minister afgesproken, dat ik zou repa- trieeren met de „Van Rensselaer" of „Oranje Nassau", die de haven van Paramaribo aan doen. In Suriname ligt alleen Koloniale Re serve en de bezetting is niet groot. In de drie dagen, dat die schepen daar stil liggen, had ik er heel wat kunnen doen. Door een betreurenswaardig, doch zeker niet opzettelijk misverstand is echter, Jammer ge noeg, de reis naar Suriname uitgeschakeld moeten worden. Toen we na dit onderhoud afscheid namen en onze vriendelijke gastheer ons uitliet, kwam in de deur de koude vrieswind ons tegen- waaien. Onze ondernemende hoofdaalmoezenier is dus alweer geheel op dreef. Hij zal nu spoedig aan den slag gaan om zijn rapport en voor stellen bij de Regeering in te dienen. Laten wij hopen, dat ze daar een gunstig onthaal mogen vinden, opdat binnen den kortst mogelijken tijd in de zielzorg van de katho lieke militairen op Curacao kan worden voor zien. „EVERYBÖDYS WEEKLY". „Waarom zou ze eigenlijk de oogen dichtdoen, a<ls ze zingt „Wel, ze is zoo teergevoelig, dat ze niet kan zien, hoe andere menschep lijden". De onbekende bracht zijn telephoongesprek ten einde en keerde toen naar ztjn plaats terug. De kapitein, had inmiddels den bediende, die de betalingen aanneemt, tot zich gewenkt, en zijn vertering voldaan. De ©nbeKende deed hetzelfde en eenige minuten daarna verlieten beide mannen haast gelijktijdig het hotel. In weerwil van de donkerte herkende Hen drik, di© nog altijd op de brug de waoht hield, den kapitein terstond, want de groote, elektri sche booglamp vóór het hotel straalde rijke lijk licht uit Een ©ogenblik was Hendrik bang, dat de kapitein zijn weg over de haven, zou nemen, en dus hem voorbij moest; maar de kapitein keerde zich naar reents in de richting vgn de Hoogstraat. Hendrik volgde hem op korten afstand. Zoolang de weg over de Hoogstraat ging, moest hij in 't gewoel en d© drukte natuurlijk oppassen, Kruger niet uit het oog te verliezen. Toen eohter sloeg de kapitein een stille straat in, waar haast geen 'meneohen liepen. Hendrik was koortsachtig opgewonden. Zijn overspannen, tot het uiterste opgewonden ver beelding stelde hem voor, hoe vlug hij ln deze stille straat met zijn dolk zijn voornemen kon volbrengen. Onwillekeurig greep hij met de rechterhand ln zijn linker borstzak; hij versnelde zijn schreden, en kwam zijn offer al dichterbij. Ja, hier wilde hij de daad plegen, eir mocht dan gebeuren wat wilde! De straat werd hoe langer hoe stiller. Ten laatste zag Hendrik alleen nog maar den kapitein vóór zich en nog een anderen voorbijganger. Als die persoon nu maar eens pen andere straat wilde ingaan. Maar dat deed hij niet. Het werd weer druk'ker in de straat, en de onbekende volgde nog altoos den kapitein. Plotseling begreep Hendrik, dat die andere eveneens Tom. Kruger naging. Dat was jam mer, ©n zou het heele plan kunnen bederven. Hij wilde althans den onbekende In het ge zicht zien. Hij wist, dat dit niet voorzichtig was, maar hij kon den aandrang daartoe niet weder- staan. Hendrik verhaastte derhalve zUn schreden. Weldra had hij den onbekende ingehaald. Nu waren zij dicht bij elkaar. En Hendrik zag een hem totaal onbekend gezicht. Hij wilde haastig voorbijgaan, teneinde zijn gedrag niet te doen opvallen, toen hij voelde, dat de vreemde hem op den arm tikte. Hendrik van der Velde, ze we de onbe kende. Hendrik schrok. tl u kent mij Zooals gij ziet. En daar gij den ma/fi daar voor óns vervolgt, sinds hij het Victoria- hotel heeft verlaten, kunt ge ml) wellicht een genoegen doen met mij te zeggen, wie hét eigenlijk is. - Bleek tot in de lippen bleef Hendrik staan en nam den onbekende bij den arm. Wie is u? Met een lichten ruk maakte zich de andere los Vooral niet blijven stilstaan, Jonge vriend, anders verliezen wij dien daar uit het oog. En toen Hendrik, te verbluft, om terstond verder te gaan, nog altoos stilstond, .schoof de onbekende Van der Velde's arm ondei den zijnen en trok hem meit zich voort. Dat ge mij niet herkent, is eigenlijk een compliment voor mij, zeide hij daarbij. Wij hebben niet zoo heel lang geleden, druk en ernstig met elkaar gesproken. Mijn naam is Dick Jackson. De detective?! riep Hendrik ongeloovig uit. Dezelfde, gaf d« ander blijkbaar gevleid ten antwoord. En vertel mij nu eens eindelijk, wien vervolgt SÜ daar eigenlijk? Maar, weet u dat dan niet? Hendrik wist niet, wat hij er van denken moest; bij meende, dat de groote detective zich een kleine grap met hem veroorloofde. Natuurlijk weet gij het, voltooide hij den begonnen volzin. Dat is immers de kapitein. Haast was de detective nu zelf blijven stil staan. Tom Kruger? Dat is hij. Zwijgend liepen die twee ©en poos naast elkaar. Toen zeide Hendrik: Hij heeft het doorgedreven. Reeds mor gen zal de verloving bekend gemaakt wor den, en over tien dagen zuilen zij trouwen. De detective wierp van terzijde een scher pen doordringenden blik naar den Jongen man. En waarom vervolgt gij den man thans? vroeg hij. Hendrik wendde zijn hoofd af en ant woordde niet. Toen zéide de detective ernstig: Jonge man! het zou jammer zijn voor u, ■jtat. dat! Hendrik kreeg een gevoel alsof de ander zijn geheimste gedachten had gelezen. Maar ais nu morgen reeds de verloving bekend gemaakt wordt, zeide hij wanhopig. Wellioht wordt zij niet bekend gemaakt, antwoordde de detective kalm. Zou u denken.». en er klonk nieuwe hoop uit Hendrik's stem. Ik heb niets gezegd, zeide ,|acKson Maar ik heb reeds andere zaakjes in nog korter tijd ten einde gebracht. Ik verzoek u, nu bedaard naar huis te gaam, en morgein vroeg, om tien uur, op mijn kantoor te komen. Moet dat? smeekte Hendrik. De detective overlegde een moment, Goed, kom dan maar mee. Hét ia misschien in elk geval beter dat ik u voorloopig in 't oog houd De Wandeling duurde nog een kwartier, in welken tijd tussehen Hendrik en den detective geen enkel woord gewisseld werd. Toein trad de kapitein een huis binnen, op welks deur een bordje met het opschrift: „Pension'' was aan gebracht. De detective ging naar de overzijde van de straat, en keek een poos naar de donkere vensters van het huis. Spoedig scheen door een der vensters het helder schijnsel van een brandend licht. i Jackson ging nu weer terug naar de andere zijde, waar Hendrik op hem wachtte. Hier woont hij, zeide de detective. Meer hebben wij voorloopig niet te weten. Ga nu met mij mee! Zij keelden om en sloegen weder den zelfden weg in van waar zij gekomen waren Jackson en Hendrik lieten zich bij d©® heer Rnijder-aandienen. Eerst echter hadden zij zich begeven naar het huis van den detect ive, daar in de buurt, waar Jackson zich ontdeed vun zijn vermomming en andermaal ztjn voorkomen veranderd©. En nu zeide de detective: Laat oms in een afzonderlijke kamer stuur dan over vijf minuten den bewust en bediende naar boven, juist alsof hij de be®'®'- ling in ontvangst moot nemen ran iemand, die weoscht te soupeeren- En zoo geschiedde. Vijf minuten later werd er aan de deur geklopt, en op het „binnen! van den detective verscheen dezelfde kellner, die eenige uren te voren den kapitein °P zoon eigenaardige wijze had begroet. Jackson bestudeerde ijverig het menu en stelde een souper te zamen. Toen keek hij toe vallig den bediende aan. i Hallo! U heb ik al eens meer gezien!.... Waar kan dat geweest zijn? (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 6