DE CRISISINVLOED OP HET BEDRIJFSLEVEN.
M
DINSDAG 5 JANUARI1932
RAPPORT DIRECTEUR-GENERAAL
VAN DEN ARBEID.
De toestand in verschillende
industrieën op 1 Oct. 1931.
„De industrie heeft voor een belangrijk
deel slechts traag aan dit onder
zoek willen meewerken".
te ,nk«„
STAKING BIJ DE ZUIDERZEE-
WERKEN.
CULTUUR MIJ. AMSTERDAM.
DE INDISCHE POSTVLUCIITEN.
IIET WAPEN VAN MGR
P. I. VERRIET O. P.
IIET SCHILD.
ORCHIDEEEN VOOR II. M. DE
KONINGIN PER VLIEGTUIG.
DE INWENDIGE TOESTAND DER
S D. A. P.
De linkervleugel bedreigt ernstig
de partij-eenheid.
UITVOER NAAR FRANKRIJK.
FREDERIK VAN EEDEN.
ZIJN BE^EERINGSPROCES'
Een orthodox-Protestantsclie
beschouwing.
Toch hoe kan 't ook andera gezien vanaf
Verschenen is het rapport over de resulta
ten van een onderzoek naar de bedrijvigheid
op 1 October 1931 in de fabrieks- en scheeps-
bouwnijverheid, het mijnwezen, de koopvaardij
en in het navenbedrijf, welk onderzoek is inge
steld met medewerking van de Arbeidsinspec
tie, van de Inspectie van den Havenarbeid, het
mijntoezicht en de scheepvaartinspectie, en
is geschied door den directeur-generaal van
den Arbeid ingevolge opdracht van den minis
ter van Arbeid, Handel en Nijverheid, om op
korten termijn een onderzoek in te stellen
naar de bedryfetoestanden in de verschillen
de industrieën, teneinde te kunnen doen na
gaan in hoeverre de crisisinvloed zich in het
bedrijfsleven deed gelden.
Aan het rapport wordt ontleend dat 816
vragenlijsten werden verzonden aan de hoo -
den der industrieels bedrijven, die nor®af_
10 of meer fabrieks- of werkplaatsarbeide
plegen te hebben en dat van deze ctrcu ai
7382 werden terug ontvangen. Onder de
1400 ondernemers die de vragenlijst m^ejnig
rugzonden, bevinden zich slechte zeer
vooraanstaande industrieelen. m_
Verschillende ondernemers gaven derg6_
duidelijk te kennen dat zij het nut va"er bgt
lijke onderzoekingen niet inzagen.
geheel kon niet worden ontkomen aan den n-
deel slechts traagaan d Waren
willen medeweken. herhaalde_
dermate onvolledig aantal
Cijfergegevens de waarde hunner^ inzending
verhoogden door uitvoerige zakelijke opmer
kingen, was gering.
Het beeld, dat bij het onderzoek per 1 Octo
ber j.l. werd verkregen, kan in het kort als
volgt worden weergegeven:
Groep I (*teenr, glas-, aardewerkDe toe
stand in de aardewerk- en glasindustrie is
geer slecht: in de baksteenindustrie en kalk-
aandsteenindustrie treedt verslapping in. In
de geheel© groep is de personeelsbezetting
ongeveer 1° Pet. achteruitgegaan, in vergelij
king met 2 jaar geleden.
Groep tl diamantbewerkingToestand kri
tiek. OP oogenblik werkt slechts 1/5 der
bezetting van 2 jaar geleden en niet meer dan
lpo der bezetting van vóór den wereld
oorlog.
Groep III typografieToestand normaal op
1 October 1931, zelfs geringe personeelstoena
me, die echter thans voor teruggang dreigt
plaats te maken, daar het arbeidsaanbod toe
nemend is.
Groep IV bouwbedrijvenDe toestand is
aanmerkelijk slapper dan 1 jaar geleden, of-
RChQ>n niet zoo onrustbarend als oppervlakkig
wordt aangenomen. Bepaalde cijfers omtrent
de personeelsbezetting staan niet ter beschik
king Het feit dat over de verloopen 9 maan
den van 1931 25 mlllioen gulden minder is
^nbesteed dan in 1930, maakt het aanneme
lijk, dat de toestand op dit oogenblik In het
bouwbedrijf niet bepaald rooskleurig is.
Groep v (chemische nijverheid,). Niettegen
staande de oprichting van 2 groote stikstoffa-
brieken (die, belioorende bij de staatsmijnen,
bleef buiten het onderzoek) is deze industrie
over het geheel in personeelsbezetting achter
uitgegaan.
Groep TI (Houtbewerking). Toestand niet
gunstig. Personeelsbezetting 17 pet. achter-
uitgeloopen in 2 jaar tijds. Deze groep hangt
0f van de drukte in het bouwbedrijf, van onzen
©sport (b.v. ïsten-, manden- en hoepelfabri-
cage) on van de koopkracht van het publiek,
(meubelindus i ie). Deze 3 factoren oefenen
©en zeer onguns ïgen invloed uit op den hui-
digen stand mn za -en in d6 houtbewerking.
Groep "VU lnBindustrie). Bedrijvig
heid normaal, de Pers;°neelsbezetting 3 pet.
toegenomen: voor. 'c, niet bevredigend.
Groep VIII '^^erheid). Toestand
Biecht; is een luxeö dat onmiddellijk den
terugslag ondervim n fle gedaalde koop
kracht. Kunstenaars en kunatnijveren bebbpn
het uiterstmoeiluk. In de meer industriëele
bedrijven op dit ?6b J' Personeelsbezet
ting 20 pet. achteruitgeloopen.
Groep IX (Leder-, rubberbewerkingBedrij.
Vigheid nog weinig verminderd^ Personeelsbe
zetting 4 a 5 pet. minder dan 2 jaar geWen
Belangrijke bedrijfsinkrimpms spoedig ver-
Groep X (Teer, steenkolen, turf), ntijnbe.
drijf staat voor groote veranderingen door in-
voerbelemmeringen en daling van e pon
veenderijen slechter, evenals de ur s .rooise
fabrieken. Voor het. veenderij-bedrijf spelen de
zeer ongunstige zomers van de aa.s e Jar®
een rol. voor de turfstrooiselfabr.cage de reeds
sedert jaren verminderde vraag naar bet ar
tikel en de moeilijkheden bij den export voor-
al naar Engeland, door de daling der valuta.
Groep XI XII, XW (Metaalbewerking, ma
chinebouw, scheepsbouw)- Toestand buitenge
woon ongunstig. De personeelsbezetting m de
geheele metaalgroeP is 36 Pet- mindci an -
iaar eeleden Het indexcijfer der werkloosheid
tooi' de metaalnijverheid zal op dit oogenblik
hooeer ziin dan het laatste bekende cijfer (eind
Augustus IT) toeT> het 20 was' Dit ciJfor is na
1923 toen het bijna een jaar schommelde tus-
-uh'e'n 18 20 en 13. niet meer bereikt. Zooals
St zead zal hét op dit oogenblik naar alle waar
schijnlijkheid hooger zijn.
De machine-nijverheid ondervindt in hooge
mate den invloed der stagnatie in de Indische
cultures en in den scheepsbouw.
pe scheepsbouw sukkelt reeds jaren met een
tekort aan opdrachten, als gevolg van het te
veel aan seheèpsruimtè. Wel was 1930 een ta
melijk werkgevend jaar, doch met verliesge
vende prijzen. Werven, dié van nieuwbouw
leven moeten, zijn reeds sedert jaren zelden
in de gelegenheid winst te maken, doch accep
teeren in het gunstigste geval orders, die zoo
min mogelijk verlies gaven.
Gezien den internationalen toestand, teekent
de situatie zich voor de naaste toekomst uiterst
somber af; de personeelsbezetting met 50 pet.
verminderd.
Groep XIV (Papier). Toestand niet gunstig.
Personeelsbezetting 15 a 16 pet. achteruitge
gaan, hoofdzakelijk als gevolg van de stagnatie
bij onze exportindustrieën.
Groep Xy (Textiel Nijverheid). Met uitzon
dering der dekenfabrieken, Bajetfabrieken,
kunstzijdefabrieken en nettenfabrieken, die
vrijwel normaal werken, Is de bedrijvigheid in
de overige deelen der textielnijverheid vermin
derd. De wollenstoffen-industrieën staan er op
dit oogenblik nog beter voor dan de katoen
industrie. Voor de geheele groep XV be
loopt de personeelsachteruitgang ongeveer
16 vergeleken bij 2 jaar geleden. De in
Twente sterk toegerfbmen rationalisatie mag
hier niet buiten beschouwing worden gelaten.
Ditzelfde geldt voor de kunstzijde-Industrie,
waar bij sterke inkrimping van personeel zelfs
productieverhooging is tot stand gebracht.
Groep XVI (Vervaardiging van gas en elec-
triciteit). Toestand normaal. (Zie hieronder
ook „Overheidsbedrijven".)
Groep XVII (Bereiding van voedings- en ge
notmiddelen).
Groep XVII a (Bakkerijen). Bedrijvigheid
normaal. Personeelstoename ongeveer 4
XVII b (Graanmalcrijen en meelfabrieken
Bedrijvigheid noTmaal meer werk door uit
voering Tarwewet.
XVII c (Zuivelindustrie). Personeelsbezet
ting iets toegenomen, doch algemeene toestand
ongunstig.
XVII d (Tabaks- en Sigarenfabrieken). Per
soneelsbezetting toegenomen, toestand over het
geheel bevredigend.
XVII e (Overige bedrijven). Iets achteruitge
loopen. Personeelsbezetting met 5 vermin
derd. Algemeenen toestand voor tal van bedrij
ven niet gunstig.
Zee- en Scheepvaartbedrijf. Personeelsbe
zetting in 2 jaar tijds 20 achteruitgeloo
pen het vervoer belangrijk meer. Het teveel
aan wereld-tonnage voor het verminderde ver
voer maakt, dat de vrachten laag zijn. Die lage
vrachten en het opgelegd houden van schepen
oefenen op den toestand van het Nederlandsche
reederij-bedrijf een zoo ongunstigen invloed uit
dat groote bezorgdheid heerscht over het voort
bestaan van een groot deel van onze koop
vaardij.
Havenbedrijf. Toestand slecht, als direct ge
volg van het verminderde scheepvaartverkeer.
Overheidsbedrijven. Deze monopolistische
consumptiebedrijven vertoonen weinig invloed
van de crisis.
Totaal-indruk.
Crisis-invloed. Zooals uit het algemeen to
taal blijkt, waren op 1 October J.l. 508.766 ar
beiders en 62.030 geëmployeerden, in totaal
570 796 personen werkzaam, tegen 602.163 ar
beiders en 62.014 geëmployeerden (totaal
664 177) op 1 October 1929. In de verloopen
twee iaren is de personeelsbezetting dus met
93.381 achteruitgeloopen ofwel 14 Het
zwaarst is de metaalindustrie getroffen, al
waar de bezetting in de beschouwde twee jaren
met 52.307 man daalde.
De op 1 October 1931 gevolgde werktijd bleek
voor 431.131 arbeiders en 61.103 geemployeer-
den normaal, terwijl 77.635 arbeiders en 927
employé's een verkorte werkweek moesten vol
gen. Van de eigenlijke arbeidersbevolking
werkte in de beschouwde industrieën derhalve
84 normaal en 16 met (soms be
langrijk) verkorten werktijd.
Sedert 1 October 1931, waarop de laatste sta
tistische gegevens betrekking hebben, ee e
toestand zich nog zeer sterk in ongunstigen zin
gewijzigd en tal van fabrikanten zien met.
groote zorg de naaste toekomst tegemoet. De
val vam heit pond sterling en van de kronen en
de Engelsche protectie hebben behalve (leu in
het verslag niet behandelden land- en tuin
bouw en de Veeteelt, ook in niet mindere mate
de industrie en de koopvaardij getroffen.
De invoerbeperkingen in Frankrijk krimpen
de mogelijkheden, om naar dat land uit te
voeren, voor tal van bedrijven op pijnlijke
wijze in.
De December-noodverordeniing in Duitsrh-
land en de noodtoestand, die haar deed geboren
worden, zullen op het hanelsverkeer met dat
land allerminst een gunstigen invloed uitoefe
nen.
De wijzigingen sedent 1 October betreffen
voor de industrie bijna uitsuitend den uit
voer (voor land- en tuinbouwproducten, steen
kolen en enkele nijverheidsproducten ook oen
invoer), zoodat een groote groep van nieuwe
slachtoffers niet geholpen wordt door de ver
wachte wetten op den invoer.
Ze iluurde slechts enkele uren.
Gisterenmorgen is bij bet steenbedrijf er
Zuiderzeewerken der firma O. J. Bosker te
Wieringen een staking uitgebroken, welke
slechts ©enige uren heeft geduurd. Van werk-
nemerszijde wordt ons meegedeeld, dat de
staking het gevolg was van het feit, dat den
werknemers was aangezegd, dat het loon der.
steenlossers enz., det 50 cent per uur bedraagt,
met ingang van heden zou worden verminderd
tot 45'cent per uur. Nadat oorspronkelijk een
ploeg in staking ging, volgde istpoedig hiet
geheele personeel. Enkele uren later werd in
de eisöhen der arbeiders, die op het oude loon
wilden doorwerken, toegestemd.
Nieuwe palmoliefabriek.
Op de begrooting van het departement van
landbouw voot het jaar 1932 komt voor de
onderneming Majang een kapitaalsuitgave voor
ten bedrage van 850.000, hoofdzakelijk voor
de oprichting van een palmoliefabriek en
voorts van een rubberfabriek, meldt de Sum.
Post.
Het blad verneemt, dat de Rubber Cultuur
Mij. Amsterdam het aanbod deed het ruw olie-
palmproduet te verwerken, waardoor de kapi
taalsuitgave bespaard wordt.
Hierover zijn nog onderhandelingen met het
departement van landbouw gaande. Mogelijk
omvat het voorstel ook de verwerking van rub
ber.
A. L. REIMERINGER ZONEN, LEIDEN.
Betalingen gestaakt.
Naar wij vernemen heeft het bankiers- en
effectenkantoor A. L. Reimeringer Zonen
te Deiden haar betalingen gestaakt.
In een circulaire aan haar clientèle deelt
de firma mede, dat wanneer een minnelijke
afwikkeling plaats vindt, de schulden grooten-
deels voldaan zullen kunnen worden.
Tusschenlanding van „De Raaf'.
Men seint ons uit Parijs d.d. 3 Januari:
Het Indië-postvliegtuig „De Raaf", bestuurd
door de piloten va.n Dijk en Viruly, heeft op de
thuisreis tengevolge van den dichten mist «en
tusschenlanding moeten maken de Valence-sur-
Rhóne ten Zuiden van Lyon. De landing is vlot
verloopen.
Bij de K. L. M. is bericht ingekomen dat
de Raaf 12.50 uur Holl. tijd te Parijs geland
en 1.23 3uur weer vandaar is vertrokken. Het
vliegtuig wordt heden circa 3 uur op Schiphol
verwacht.
Om half drie Is gisterenmiddag de „Raaf'
op Schiphol aangekomen.
De „Vil" te Bandoeng.
Bij de K.L.M. is bericht ingekomen, dat de
„Uil" Zondagmorgen te 6.35 uur uit Medan is
vertrokken en te 12.15 uur te Palembang ie
geland; vandaar vertrok het toestel te 12.47
uur en landde te 15.02 uur te Batavia vanwaar
het weer vertrok te 15.35 uur naar Bandoeng,
waar te 16.10 uur werd geland.
De „Leeuwerik" is gisteren 6.08 uur uit Cal
cutta vertrokken en om 15.54 uur te Jodbpur
aangekomen. Het toestel heeft 172 K.G. 249
Gr. post aan boord.
De „Specht" vertrok gisteren te 6.21 uur
uit Cairo en arriveerde na een tusschenlan
ding van 8.29 uur tot 9.05 uur in Gaza, te
14.28 uur te Bagdad.
Titulair-bisschop van Eleuterna en
Apostolisch Vicaris van Curacao
Het was een gelukkige gedachte van Mon
seigneur Verriet om het ontwerpen van zijn
wapen toe te vertrouwen aan den Zeereerw.
pater C. Kiibne O.P., leeraar aan het S. Domi
nicus-college te Neerbosch, als symbolist reeds
bekend door de versiering der rollege-kapel. 11
De ontwerper had de vriendelijkheid om zelf
een verklaring van het wapen mede te deelen.
die wij hier voor een groot gedeelte laten vol
gen i
Als wapenvorm werd gekozen de aloude
vorm van het werkelijke of eigenlijke schild,
d.i. het onder spits toêloopende zoogenaamde
driehoekschild, gelijk dit in de 13de en 11de
eeuw door de ridders werd gevoerd. De artist
koos met opzet dezen vorm, omdat het bis
schoppelijk wapen niet als louter sieraad
wordt geschouwd, maar duidelijker dan de
renaissance- of rococoschild-vorm verzinne
beelden moet, dat de nieuwe Apostolische Vi
caris als geestelijk schutsheer der geloovigen
in Nederlandsch West-Indië (Curasao) zal op
treden.
Het driehoekschild werd in 4 velden ver
deeld. Het reohter-bovenkwartier (links van
den beschouwer) wordt ingenomen door het
wit-zwarte schild der Dominicaner-orde met 't
eveneens wit-zwarte kruis, welks armen eindi
gen in gotische heraldieke leliën. In het linker
bovenkwartier plaatste de ontwerper op een
veld van gouden „tinktuur" (de kleur der glo
rie en verheerlijking) den eersten missionaris
in Christus' Kerk en den patroon van den
nieuwen Bisschop, Sint Petrus en face. S. Pe
trus is gekleed in een korte of opgeschorte
tunica. Opgeschort: om zijn rusteloozen ar
beid op den akker der wereld; wit; omdat
vooral op de martelaren, dus ook op S. Petrus
de tekst van het Boek der Openbaring VII, 14,
mag worden toegepast: „Dezen zijn het, die
uit de groote verdrukking zijn gekomen, en
zij hebben hun kleederen gewasschen en wit
gemaakt in het Bloed des Lams".
Aan S. Petrus' gordel hangt een groote gou
den sleutel, symbool der buitengewone heer
lijke volmacht door Christus aan S. Petrus
toevertrouwd. Achter de S. Petrus-figuur zien
wij het omgekeerde kruis, waaraan hij stierf,
in keel (rood). De Apostel is blootsvoets. Im
mers: „Hoe schoon zijn op de bergen de voe
ten van hem, die boodschapt en den vrede ver
kondigt". Is. Lil, 7; en „Hoe schoon zijn de
voeten dergenen, die het evangelie van den
vrede brengen, die goede dingen boodschap
pen. Rom. I, 15.
S. Petrus is ten slotte aan handen en voeten
gekluisterd met een ijzeren keten in sabel
(zwart) als herinnering aan de parochiekerk
van S. Petrus' Banden te Venray, waar de
Bisschop het II. Doopsel ontving.
In het rechter benedenkwartier zien w(j op
een veld van keel (rood) de tinktuur of
kleur der liefde een zilveren vliegende duif
en face aangebracht, met gouden olijftakje in
den bek. Beide zijn symbolen van den vrede.
Licht grijs zijn de sneb en ook de klauwtjes,
waarin zij een gelijkhangende weegschaal
draagt in goud.
De gelijkhangende weegschaal is 't symbool
van de strikte rechtvaardigheid. Op een veld
van keel (rood) beteekent dit dus, dat de Bis
schop in alle liefde de rechtvaardigheid wil
beoefenen om zoo^te^, den alles overheerschen-
den vrede te komeu, Volgens het eerste gedeel
te van het Bisschoppelijk devies: „Pax justi-
tiae et Honor Pietatis", „Vrede der Rechtvaar
digheid en Heerlijkheid der Godsvrucht".
Het linker benedenkwartier is een veld van
sinopel (groen), de tinktuur of kleur der hoop.
Op dit veld plaatste de ontwerper een zilve
ren heliotroop omgeven door 'n gouden kroon.
Hierdoor wordt gesymboliseerd de blanke
godsvrucht, welke steeds onder het volk in
eere moge zijn en door den nieuwen Bisschop
naar vermogen zal worden aangekweekt.
De heliotroop of zonnewende, vermoedelijk
zoo genoemd, omdat ze haar bloempjes steeds
de zon zou toekeeren, is in de kerkelijke sym
boliek het symbool der devotie of godsvrucht.
Door dit tweede gecombineerde symbool heeft
men getracht het tweede deel van het bis-
sslp®*
DE PLAATS, WAAR RIJKSVELDWACHTER
TAP te Kerkidriel vermoord werd gevonden
schoppelijk devies in beeld te brengen. De
edelsteenen aan de kroon zün robijnen, die
weer „de liefde" beteekenen.
Ten slotte de wapenversiering! Het wapen
schild wordt bekroond door een witten mijter
met gouden biezen. De edelsteenen op den mij
ter zijn saffieren: symbolen van de overwe-
SinS-
De bisschopsstaf, rechts boven, vertoont in
zijn krul de symbolische fakkel van S. Domi-
nicus. Deze werd goud getinktureerd en ver
zinnebeeldt de vorstelijke waardigheid van
den Bisschop in Christus' Kerk.
Het kruis, dat door den Bisschop wordt
vooruitgedragen, is mede als decoratief ele
ment links boven aangebracht en draagt op
het snijpunt der balken de mystieke zilveren
ster van S. Dominicus.
Op een banderol, die zich slingert onder het
wapen om de benedeneinden van Bisschops
staf en Kruisstok, lezen wij de wapenspreuk
van den Bisschop, door hem zelf gekozen en
ontleend aan het boek Baruch V, 4.
Als alles omvattende en decoratieve omlijs
ting ls de gebruikelijke platgebolde groene
hoed, met eveneens groene koorden en een zes
tal groene kwasten aan beide zijden aange
bracht.
Tot slot zij vermeld, dat dit door Pater C.
Kühne in alle bijzonderheden ontworpen wa
pen werd uitgevoerd door een der Eerw. Zus
ters van Huize „Bethlehem" te Nijmegen.
Zooals reeds werd medegedeeld, werd Mgr.
P. Verriet door Z. H. den Paus benoemd tot
titulair-bisschop van Eleuterna, een stad op
Creta en apostolisch vicaris van Curasao.
A.s. Woensdag zal Monseigneur in de pa
rochiekerk te Venray worden gewijd.
C. H. L.
1). C. Kühne O.P.: „De kapel van het S.
Dominicus-college te Neerbosch en haar iko-
nologisclie verluchting". 1928.
Viert zijn koperen feest.
De Januari-aflevering van „Het Schild",
welke o.a. de nieuwe hoeken van prof. Keu-
Iers en prof. Schmidt bespreekt, een merk
waardig artikel van prof. Heiier over de
Maria-vereering en over Luther's eerbied voor
de Moeder Gods bevat, terwijl de convertiet
Visser schrijft over den weg naar Gods Hart
en dr. Bender over huwelijksbeletselen, wordt
beheerscht door de beschouwing, welke de
hoofdredacteur wijdt aan het twaalf en een
halfjarig bestaan van „Het Schild".
Bij de veie gelukwenschen, welke de redac
tie van „Het Schild" zal ontvangen, voegen
wij gaarne de onze, in 't bizonder voor den
actieven hoofdredacteur.
TATERS REDEMPTORISTEN.
De studie van de philosophie der Redemp
toristen, zal, worden overgeplaatst van het
klooster te Wittem naar de kapel in 't Zand
te Roermond,
DE NIEUWE R.K. KERK TE SANTPOORT.
Onder de perspectiefteekening van de nieuwe
R. K. kerk te Santpoort in onze courant van
gisteren werd een verkeerde naam voor den
architect genoemd. Architect is de heer Jos.
Bekkers te Haarlem.
BATAVIA, 2 Januari (ANETA),
„De Raaf" voert een proefzending or
chideeën mede, bestemd voor H. M. de Konin
gin.
Alle uitingsvormen van tegenleiding-
gevende organisaties ontoelaat
baar verklaard.
Volgens een verslag In het „Volksblad" over
de vergadering van het Partijbestuur der
S.D.A.P., hield het bestuur zich, in uitvoerige
beraadslagingen, bezig met den inwendigen
toestand van de Partij.
Het optreden van den z.g. linkervleugel, als
volledige organisatie, die tegenleiding geeft
in de Partij, bedreigt thans ernstig de partij-
eenheid. De langdurig volgehouden pogingen
van het P.B., om, door groote tegemoetko
mendheid aan den „linkervleugel", de ver
schillende stroomingen in de Partij bijeen te
houden, moeten, na het uittreden van p.g.
Schmidt uit het Partijbestuur en van de p.g.
Schmidt en De Kadt uit de commissie van
redactie van „De Sociaal-Democraat", klaar
blijkelijk als mislukt worden beschouwd.
Het P.B. is niettemin van oordeel, dat on
danks het bedanken van de pg. Schmidt en
De Kadt als leden van de redactie-commissie
van „De Sociaal-Democraat", het krarakter
van dit weekblad, als algemeen discussie- en
voorlichtingsorgaan der Partij, gehandhaafd
blijft. Het P.B. besloot de bestaande vacatures
in de redactie-commissie van het blad niet
aan te vullen, doch het congres in de gelegen
heid te stellen, in deze vacatures twee partij-
genooten te benoemen, welke geacht kunnen
worden de vertegenwoordigers van afwijkende
meeningen in de Partij te zijn.
Het P.B. verklaart alle uitingsvormen van
tegenleiding-gevende organisaties in de Partij
als bijeenkomsten van een georganiseerde
oppositie en het uitgeven van bladen als „De
Socialist" en „De Fakkel" ontoelaatbaar.
Bepalingen omtrent certificaten
van oorsprong.
Bij Kon. besluit is bepaald de regeling van
den uitvoer van bepaalde goederen naar
Frankrijk.
Volgens dat besluit kunnen voor dezen uit
voer door of vanwege den Minister van Ar.
beid, Handel en Nijverheid certificaten van
oorsprong worden uitgegeven. Ieder eertifi-
caat wordt verleend voor een bepaalden tijd
en voor eene zoodanige hoeveelheid goederen
als in eene door of vanwege dien Minister
voor allen gelijkelijk bepaalde verhouding
staat tot de hoeveelheid van gelijksoortige
goederen, welke in een voorafgaand tijdvak
door den houder van het certificaat naar
Frankrijk is uitgevoerd. Dit tijdvak wordt
mede door of vanwege den Minister bepaald.
De Minister is bevoegd voor den uitvoer van
bepaalde goederen commissies in te stellen,
belast met het geven van advies in zake de
vaststelling van de in het eerste lid bedoelde
hoeveelheid, en voor deze commissies instruc.
ties vast te stellen.
Het model der certificaten van oorsprong
wordt door den Minister vastgesteld.
Certificaten van oorsprong worden slechts
verleend aan hem, die zich gedurende een door
den Minister vast te stellen voorafgaand tijd
vak met den uitvoer dier goederen naar
Frankrijk voor eigen rekening heeft bezigge.
houden.
Hij, die een certificaat van oorsprong
wenscht te verkrijgen, dient daartoe eene door
hem zelf of door zijn gemachtigde ondertee-
kende schriftelijke aanvrage in bij den Minis,
ter of, indien deze aldus heeft beschikt, aan
een door hem aangewezen persoon of aan eene
commissie.
Ter bestrijding der kosten, aan het uitgeven
der certificaten verbonden, wordt bij het ver-
leenen daarvan een door den Minister bepaald
bedrag van ten hoogste 5 pet. van de waarde
der goederen in rekening gebracht, waarvoor
het certificaat wordt verleend.
CANDIDAAT INDISCH AMBTENAAR.
Het Commissariaat voor Indische Zaken hij
het Departement van Koloniën deelt mede,
dat in 1932 geen jongelieden zullen worden
aangewezen als candidaat Indisch ambtenaar
EXAMENS DER STUURLIEDEN TER
KOOPVAARDIJ.
De commissie voor de stuurliedenexamens, be
doeld in de Schipperswet, zal, aanvangende 1
Februari, zitting houden te 's-Gravenhage.
De aanvragen, om tot de examens te worden
toegelaten, moeten den voorzitter der commissi©
bereikt hebben vóór 16 Januari.
In een der laatste no.'s van „Ontief e'*etl
Vaandel", (no. 3 1931), het keurige theologische
tijdschrift van de confessioneel© groep uit de
Nederlandsch Hervormde Kerk onder ré-
dactie van Prof. dr. Th. L. Haitjema en ds. A.
B. te Winkel komt een beschouwing voor
over Van Eeden en zijn bekeeringsproces- De
schrijver de heer F. J. v. d. Tak uit Maastricht,
ts een leerling van den bekenden Prof. dr. J-
D Gunning. Het stuk is min of meer een
tegenhanger van dr. G. Kalff Jr.'s „Fsychalo-
van den Tachtiger" en geeft nog al veel
critiek op dit werk.
Eerst w©rdt de ontwikkelingsgang van Van
Eeden beschouwd van 't jaar 1915 af: zijn lid
maatschap van de Redactie van de „Groene
Amsterdamnier", zijn diplomatieke zending
naar Londen in I9i7t met de critiek van Rae-
makers daarop, de stichting van de „Alge
meene Staatspartij* en van de „Akademie"
samen f®1 Mannoury en Borel; „de Lichtstad"
op Creta en ,1e werken, die zijn overgang tot
de Kerk voorbereidden: „Jesus leer en verbor
gen leven en het „roode lampje". Ten slotte
wórdt het proces van herkenning van de oude
Kerk beschreven. De ouderdom bracht de ont
goocheling. Zün er aanvankelijk nog bezwa
ren o.a. het afioffeleu van de gebeden in de
Roomschp Kerk (voor hueveel andersdenken
den is dat niet de steen des aanstoots: telkens
hoort men al of niet gegronde klachten daar
over). Tën slotte zegt de heer v. d. Tak
£on de teleurgestelde en uitgeputte yrijgeest
heel weinig inbrengen tegen de goed ge a
uaste en geslepen dialectiek van Je81"6.6"
en Dominicanen. „Van Eeden" zoo vervo
het artikel „ontmoette voor het eerst tegen
standers, die zich niet op zich zeiven beriepen,
critici, die hem goed gezind waren en geen
hatelijkheden lanceerden."
De schrijver geeft dan zijn orthodox-Piotes-
taotseh oordeel over het geval. En dan doe
zeker de wijze, waarop hij er over spreekt,
Weldadig aan tegenover de verdachtmakingen
Vatl Kalff Jr. De heer v. d. Tak heeft „met
t'erschiilende goed-önderlegde Gereformeerden
an Eeden's Kerstrede van 1921 te Maastricht
'.'gewoond. Allen kwamen onafhankelijk van
elkander tot dezelfde slotsom, dat hier van
ce't echte bekeering sprake was.
r, ,V6r ^eze ''de heet. het o.a.: „Het lijden van
1 lnstus werd besproken in een tusscbenzin,
maar zóó, dat het den hoorder was, alsof het
Go golha-offer een week te voren, dus als iets
tegenwoordigs, had plaats gehad. De geheele
persoonlijkheid was één ootmoed, geen dee-
moed. Wat me bijzonder trof, was, dat met
geen enkel woord lof werd toegezwaaid aan
menschen, monniken of grootheden der R.K.
Kerk Dr. Schoennlaekers wordt terecht gewe
zen, als hij Van Eeden's bekeering toeschrijft
aan „wraakgevoel van het miskende genie".
„Omgekeerd zegt de heer v. d. Tak deze
boutade van Schoenmaekers kan veeleer worden
toegeschreven aan een défroqné, die na zijn
uittreden geen vrede kende én nu wrêvélig
wordt, dat een eerlijk man van groote betee-
kenis dezen vrede wél had bij zijn intrede in
de Kerk". En verdér nog in hét artikel luidt
het ovèr Schoènmaekers: „Zoo'n man, die bee-
lemaal zijn stuur kwijtraakte, heeft de onbe
schaamdheid om Van Eeden te biameeren." Wij
zijn blijde, dat zelfs de Protestanten van de
kerkelijke groep, waartoe ook Ds. Lingbeek
behoort, althans een Van Eeden prefereeren
boven den afgevallen priester.
Protestantsch standpunt ontbreekt er, vol
gens den heer v. d. Tak véél aan de bekeering
van an Eeden. „Geen flauwe weerspiegeling
zien we van de vreeselijke worsteling tussehen
vleesch en geest als bij Augustinus". Had hü
met een oprecht hart naar God verlangd, hij
zou naar de meening van den heer v. d.
Tak in Protestantschen zin zijn bekeerd ge
worden. „Juist omdat, hij dat niet gedaan heeft
(zijn vroegere minachting voor Protestantsche
vroomheid stond hem in den weg," en zijn hoog
moed belette hem om in eigen kring God te
zoeken) richtte hij den blik naar Rome. Rome
maakt het verloren zonen gemakkelijker dan in
de gelijkenis. Zij behoeven dan niet in het aard-
sche vaderhuis terug te komen en daar oudere
broeders te woord te staan, maar zij krijgen
een keurig verblijf in het hotel naast of tegen
over het vaderlijk verblijf." Dit laatste is wel
aardig: het ia inderdaad voor den afgedwaal
de gemakkelijker in een nieuw milieu weer
te beginnen, maar is daarmee alles verklaard?
En het keurige verblijf in het hotel wordt ook
nog we! eens vergald door het feit dat oudere
broers binnendringen en de gerechten van tafel
weghalen! Van Eeden heeft het ondervonden!
Niet aardig is dat de heer v. d. Tak zegt, dat
„Van Eeden onwetend do meest schitterende
hulde bracht aan de Protestantsche opvatting
van het Paulinische leerstuk der heiligmaking,
zonder welke niemand God zien zal d.w.z. in
dit leven moet die heiligmaking beginnen, ter
wij! de Roomsche opvatting luidt, dat voor
de leeken de heiligmaking begint in het vage
vuur." Als men zoo iets leest, weet men niet
wat te denken. Hébben wij niet altijd gèzègd,
dat het in het Christelijk leven op de héilig-
making aankomt, dat het heele leven één stre
ven moet zijn naar volmaaktheid? En heeft
niet juist het Calvinisme een neiging gehad
om de heiligmaking op den achtergrond te
schuiven om wille van de (uiterlijke) recht-
vaardigmaking? En zijn er aparte regels voor
de leeken in het vagevuur? Ach. wat een mis
verstand! Hoe wenschte ik dat alle Protes
tantsche theologen in het bezit kwamen van
een katholieke dogmatiek. Laat ik het dan
den heer v. d. Tak nog eens zeggen: daar is
geen kerk, die zóó den nadruk legt op de hei
ligmaking reeds in dit leven ais de Katholieke
Kerk. Deze heiligmaking is in de rechtvaardig-
making als 't ware inbegrepen, zooals het Con
cilie van Trente decreteerde: dat de rechtvaar
diging niet slechts is de vergiffenis van zon
den, maar ook de heiligmaking en de vernieu
wing van den inwendigen mensch. Deze heilig
making steeds weer te volvoeren door het be
oefenen van goede werken, wordt juist den
Katholiek steeds voorgehouden. Wat nu de
heiligmaking in bet vagevuur (voor geeste
lijken én leeken!) betreft, deze is toch van een
geheel ander karakter. In het vagevuur worden
slechts de tijdelijke straffen, die na de zonde
nog overgebleven zijn, uitgeboet.
Wat verder in dit artikel treft, is. dat de
schrijver diep doordrongen is van de superiori
teit van een orthodox-Protestantsche bekeeriug
bovi n een bekeering tot. het Katholicisme. ,,H'.
komt mij voor zegt de heer v. d. Tak „dit
Kalff aan v. Eeden als geloovige den maatstnl
van een Protcstantsch-Calvinistische bekeering
aanlegt. En dan voorzeker blijkt Van EedeL
onder de maat. Wat spreekt hij bi^voorbee'a
wel veel over de verkregen „genade", maar
hoe gansch niet over de „zonde", die zelfs den
„braven kerkschen mensch" verdoemelijk voor
God maakt alleen over zijn zonden, zijn na
deelig saldo in dit of dat, maar niet over net
geheele natuurlijke bestaan van dei. mensen,
ook van den godsdienstigen mensch, dat voor
God zonder Middelaar niet bestaan kan. Luther
maakte die phase van bekeering wèl door en
leerde daardoor den Heiland als Verlosser van
zijn „Ik" kennen. Van Eeden meer als den
Goeden Heruer, die goede gaven uitdeelt, en
hem bevrediging, rust aan den vermoeiden petu
zer Van Eeden schenkt. Hij kent daardoor de
vruchten van het Kruis, de opsUndmgsweV
daden, maar niet de echte diepe heileyaart der
zelfkennis, waarbij de brave mensch, de chris
telijke kerksche man, zichzelf als een wegwar-
pelijk kleed ziet, en bereid om zijn eigen dood
vonnis te teekenen. Misschien als Van Eedeu
op dertig-jarigen leeftijd Roomsch was gewo.'
den en de gestippelde lijnen zijner christelijke
bekeeringservaring later doortrok, zou hij het
in de Roomsche Kerk niet eens meer kunnen
uithouden
Men ziet in het verlengde van de Katholieke
bekeering ligt nog de orthodox-Protestantsche
bekeering. Ik zal over het hier opgeworpen
vraagstuk niet uitvoerig uitweiden, te mee,,
daar het in mijn uedoeling ligt het vraagpunl
van de „bekeering in Protestantschen zin" neg
eens afzonderlijk te behandelen. Roomsche a i
Protestantsche „bekeering" zijn trouwens on
vergelijkbare groothedenhet eerste is een
intellectueel proces, waardoor men de juistheio
van een standpunt gaat inzien, dat men vroeger
niet aende of niet begreep. Protestantsche „oe-
keering" is daarentegen een psychologisch pro
ces, dat zich afspeelt binnen het kader van een
bepaalde theologische gedachten wereld. Ik wil
thans volstaan met enkele opmerkingen. Is het
nu werkelijk noodig, dat ieder mensch hel
bekeeringsproces van Augustinus doormaakt V
Moet ook hij een strijd tussehen vleesch en
geest doormaken, bij wie het vleésch nimmer
op deze wijze de overhand heeft gehad over
den geest Moet men een „verleden" gaan
scheppen, als men zooals de heer v. d. Ta.i
van Van Eeden zegt eigenlijk heelemaal geen
„verleden" (in ongunstigen zin) heeft Zijn le
verloren zoon, de tollenaar, de moordenaar aan
het kruis en Augustinus vóór zijn bekeering,
werkelijk de ideaal-typen, naSj> wie ieder zfca
moet oriëuteeren, om van uit dien val tot een
nieuw leven op te staan
Het is deze waan, die een Luther reeds dee l
twijfelen aan de zaligheid van Thomas van
Aquino, die zich in zijn jeugd reed3 dadelijk
vau da zondige neiging afkeerde en dua nouU
een strijd als Augustinus tussehen vleesch en
geest gekend heeft. Heeft deze ongerepte deugi
geen waarde En de onschuld van Franciscus
van Assisië ook niet En de verzekering van
de Kleine Theresia, dat zij Jesus nimmer iets
had geweigerd Men doet waarlijk de herwon
nen ceugd geen onrecht, als men d'ep het hoofd
buigt voor de ongeschonden Jeugd
Of voorts de brave kerksche mensch verdoa-
melijk is voor God Na het Doopsel zeker nint,
want dan is de zonde afgewasscben en de ziol
is getooid met het bruilofskleed der heilig-
makende genade en aangenaam in Gods oig.
Tenzij hij weer in zware zonde mocht zija
gevallen
Ik meen met deze opmerkingen orthodox-
Protestantsche meeningen te hebben aangetast,
waarvan het mijn diepe overtuiging is, dat z»
er de sfeer bederven en elke toenadering tus
sehen Katholiek en Protestant al Van te vorea.
met lamheid slaan. Als men de orthodoxe Pro
testanten met apologetische argumenten tracht
te overtuigen, vluchten zij in de mystiek of het
mysticisme en zeggen dat zij ervaringen hebben
dia wij missen. Daar tegenover geloof ik, dat
beide groepen deel hebben aan hetzelfde boven
natuurlijk leven, dat bij het H. Doopsel is
ingestort, terwijl de „ervaringen" van de Pro
testanten ten deele met analoge verschijnselen,
doch anders omschreven, bij de Katholieken
correspondeeren, tendeele berusten op verkeer
de theologische onderstellingen en dus doop
auto-suggestie in het leven worden geroepen.
Als ik critiek op het artikel van den heer
v. d. Tak moest uitoefenen, beteekent dit niet
dat ik zijn poging om het zielsproces van Van
Eeden te begrijpen, niet hoogelijk waardeer.
Door dergelijke pogingen om van weerszijden,
elkaar te begrijpen, zal tenslotte de sfeer van
toenadering geschapen worden, waarom dojr,
zoovelen wordt gebeden.
J. T,
'•-kV