DE CRISISINVLOED OP HET BEDRIJFSLEVEN. M DINSDAG 5 JANUARI1932 RAPPORT DIRECTEUR-GENERAAL VAN DEN ARBEID. De toestand in verschillende industrieën op 1 Oct. 1931. „De industrie heeft voor een belangrijk deel slechts traag aan dit onder zoek willen meewerken". te ,nk«„ STAKING BIJ DE ZUIDERZEE- WERKEN. CULTUUR MIJ. AMSTERDAM. DE INDISCHE POSTVLUCIITEN. IIET WAPEN VAN MGR P. I. VERRIET O. P. IIET SCHILD. ORCHIDEEEN VOOR II. M. DE KONINGIN PER VLIEGTUIG. DE INWENDIGE TOESTAND DER S D. A. P. De linkervleugel bedreigt ernstig de partij-eenheid. UITVOER NAAR FRANKRIJK. FREDERIK VAN EEDEN. ZIJN BE^EERINGSPROCES' Een orthodox-Protestantsclie beschouwing. Toch hoe kan 't ook andera gezien vanaf Verschenen is het rapport over de resulta ten van een onderzoek naar de bedrijvigheid op 1 October 1931 in de fabrieks- en scheeps- bouwnijverheid, het mijnwezen, de koopvaardij en in het navenbedrijf, welk onderzoek is inge steld met medewerking van de Arbeidsinspec tie, van de Inspectie van den Havenarbeid, het mijntoezicht en de scheepvaartinspectie, en is geschied door den directeur-generaal van den Arbeid ingevolge opdracht van den minis ter van Arbeid, Handel en Nijverheid, om op korten termijn een onderzoek in te stellen naar de bedryfetoestanden in de verschillen de industrieën, teneinde te kunnen doen na gaan in hoeverre de crisisinvloed zich in het bedrijfsleven deed gelden. Aan het rapport wordt ontleend dat 816 vragenlijsten werden verzonden aan de hoo - den der industrieels bedrijven, die nor®af_ 10 of meer fabrieks- of werkplaatsarbeide plegen te hebben en dat van deze ctrcu ai 7382 werden terug ontvangen. Onder de 1400 ondernemers die de vragenlijst m^ejnig rugzonden, bevinden zich slechte zeer vooraanstaande industrieelen. m_ Verschillende ondernemers gaven derg6_ duidelijk te kennen dat zij het nut va"er bgt lijke onderzoekingen niet inzagen. geheel kon niet worden ontkomen aan den n- deel slechts traagaan d Waren willen medeweken. herhaalde_ dermate onvolledig aantal Cijfergegevens de waarde hunner^ inzending verhoogden door uitvoerige zakelijke opmer kingen, was gering. Het beeld, dat bij het onderzoek per 1 Octo ber j.l. werd verkregen, kan in het kort als volgt worden weergegeven: Groep I (*teenr, glas-, aardewerkDe toe stand in de aardewerk- en glasindustrie is geer slecht: in de baksteenindustrie en kalk- aandsteenindustrie treedt verslapping in. In de geheel© groep is de personeelsbezetting ongeveer 1° Pet. achteruitgegaan, in vergelij king met 2 jaar geleden. Groep tl diamantbewerkingToestand kri tiek. OP oogenblik werkt slechts 1/5 der bezetting van 2 jaar geleden en niet meer dan lpo der bezetting van vóór den wereld oorlog. Groep III typografieToestand normaal op 1 October 1931, zelfs geringe personeelstoena me, die echter thans voor teruggang dreigt plaats te maken, daar het arbeidsaanbod toe nemend is. Groep IV bouwbedrijvenDe toestand is aanmerkelijk slapper dan 1 jaar geleden, of- RChQ>n niet zoo onrustbarend als oppervlakkig wordt aangenomen. Bepaalde cijfers omtrent de personeelsbezetting staan niet ter beschik king Het feit dat over de verloopen 9 maan den van 1931 25 mlllioen gulden minder is ^nbesteed dan in 1930, maakt het aanneme lijk, dat de toestand op dit oogenblik In het bouwbedrijf niet bepaald rooskleurig is. Groep v (chemische nijverheid,). Niettegen staande de oprichting van 2 groote stikstoffa- brieken (die, belioorende bij de staatsmijnen, bleef buiten het onderzoek) is deze industrie over het geheel in personeelsbezetting achter uitgegaan. Groep TI (Houtbewerking). Toestand niet gunstig. Personeelsbezetting 17 pet. achter- uitgeloopen in 2 jaar tijds. Deze groep hangt 0f van de drukte in het bouwbedrijf, van onzen ©sport (b.v. ïsten-, manden- en hoepelfabri- cage) on van de koopkracht van het publiek, (meubelindus i ie). Deze 3 factoren oefenen ©en zeer onguns ïgen invloed uit op den hui- digen stand mn za -en in d6 houtbewerking. Groep "VU lnBindustrie). Bedrijvig heid normaal, de Pers;°neelsbezetting 3 pet. toegenomen: voor. 'c, niet bevredigend. Groep VIII '^^erheid). Toestand Biecht; is een luxeö dat onmiddellijk den terugslag ondervim n fle gedaalde koop kracht. Kunstenaars en kunatnijveren bebbpn het uiterstmoeiluk. In de meer industriëele bedrijven op dit ?6b J' Personeelsbezet ting 20 pet. achteruitgeloopen. Groep IX (Leder-, rubberbewerkingBedrij. Vigheid nog weinig verminderd^ Personeelsbe zetting 4 a 5 pet. minder dan 2 jaar geWen Belangrijke bedrijfsinkrimpms spoedig ver- Groep X (Teer, steenkolen, turf), ntijnbe. drijf staat voor groote veranderingen door in- voerbelemmeringen en daling van e pon veenderijen slechter, evenals de ur s .rooise fabrieken. Voor het. veenderij-bedrijf spelen de zeer ongunstige zomers van de aa.s e Jar® een rol. voor de turfstrooiselfabr.cage de reeds sedert jaren verminderde vraag naar bet ar tikel en de moeilijkheden bij den export voor- al naar Engeland, door de daling der valuta. Groep XI XII, XW (Metaalbewerking, ma chinebouw, scheepsbouw)- Toestand buitenge woon ongunstig. De personeelsbezetting m de geheele metaalgroeP is 36 Pet- mindci an - iaar eeleden Het indexcijfer der werkloosheid tooi' de metaalnijverheid zal op dit oogenblik hooeer ziin dan het laatste bekende cijfer (eind Augustus IT) toeT> het 20 was' Dit ciJfor is na 1923 toen het bijna een jaar schommelde tus- -uh'e'n 18 20 en 13. niet meer bereikt. Zooals St zead zal hét op dit oogenblik naar alle waar schijnlijkheid hooger zijn. De machine-nijverheid ondervindt in hooge mate den invloed der stagnatie in de Indische cultures en in den scheepsbouw. pe scheepsbouw sukkelt reeds jaren met een tekort aan opdrachten, als gevolg van het te veel aan seheèpsruimtè. Wel was 1930 een ta melijk werkgevend jaar, doch met verliesge vende prijzen. Werven, dié van nieuwbouw leven moeten, zijn reeds sedert jaren zelden in de gelegenheid winst te maken, doch accep teeren in het gunstigste geval orders, die zoo min mogelijk verlies gaven. Gezien den internationalen toestand, teekent de situatie zich voor de naaste toekomst uiterst somber af; de personeelsbezetting met 50 pet. verminderd. Groep XIV (Papier). Toestand niet gunstig. Personeelsbezetting 15 a 16 pet. achteruitge gaan, hoofdzakelijk als gevolg van de stagnatie bij onze exportindustrieën. Groep Xy (Textiel Nijverheid). Met uitzon dering der dekenfabrieken, Bajetfabrieken, kunstzijdefabrieken en nettenfabrieken, die vrijwel normaal werken, Is de bedrijvigheid in de overige deelen der textielnijverheid vermin derd. De wollenstoffen-industrieën staan er op dit oogenblik nog beter voor dan de katoen industrie. Voor de geheele groep XV be loopt de personeelsachteruitgang ongeveer 16 vergeleken bij 2 jaar geleden. De in Twente sterk toegerfbmen rationalisatie mag hier niet buiten beschouwing worden gelaten. Ditzelfde geldt voor de kunstzijde-Industrie, waar bij sterke inkrimping van personeel zelfs productieverhooging is tot stand gebracht. Groep XVI (Vervaardiging van gas en elec- triciteit). Toestand normaal. (Zie hieronder ook „Overheidsbedrijven".) Groep XVII (Bereiding van voedings- en ge notmiddelen). Groep XVII a (Bakkerijen). Bedrijvigheid normaal. Personeelstoename ongeveer 4 XVII b (Graanmalcrijen en meelfabrieken Bedrijvigheid noTmaal meer werk door uit voering Tarwewet. XVII c (Zuivelindustrie). Personeelsbezet ting iets toegenomen, doch algemeene toestand ongunstig. XVII d (Tabaks- en Sigarenfabrieken). Per soneelsbezetting toegenomen, toestand over het geheel bevredigend. XVII e (Overige bedrijven). Iets achteruitge loopen. Personeelsbezetting met 5 vermin derd. Algemeenen toestand voor tal van bedrij ven niet gunstig. Zee- en Scheepvaartbedrijf. Personeelsbe zetting in 2 jaar tijds 20 achteruitgeloo pen het vervoer belangrijk meer. Het teveel aan wereld-tonnage voor het verminderde ver voer maakt, dat de vrachten laag zijn. Die lage vrachten en het opgelegd houden van schepen oefenen op den toestand van het Nederlandsche reederij-bedrijf een zoo ongunstigen invloed uit dat groote bezorgdheid heerscht over het voort bestaan van een groot deel van onze koop vaardij. Havenbedrijf. Toestand slecht, als direct ge volg van het verminderde scheepvaartverkeer. Overheidsbedrijven. Deze monopolistische consumptiebedrijven vertoonen weinig invloed van de crisis. Totaal-indruk. Crisis-invloed. Zooals uit het algemeen to taal blijkt, waren op 1 October J.l. 508.766 ar beiders en 62.030 geëmployeerden, in totaal 570 796 personen werkzaam, tegen 602.163 ar beiders en 62.014 geëmployeerden (totaal 664 177) op 1 October 1929. In de verloopen twee iaren is de personeelsbezetting dus met 93.381 achteruitgeloopen ofwel 14 Het zwaarst is de metaalindustrie getroffen, al waar de bezetting in de beschouwde twee jaren met 52.307 man daalde. De op 1 October 1931 gevolgde werktijd bleek voor 431.131 arbeiders en 61.103 geemployeer- den normaal, terwijl 77.635 arbeiders en 927 employé's een verkorte werkweek moesten vol gen. Van de eigenlijke arbeidersbevolking werkte in de beschouwde industrieën derhalve 84 normaal en 16 met (soms be langrijk) verkorten werktijd. Sedert 1 October 1931, waarop de laatste sta tistische gegevens betrekking hebben, ee e toestand zich nog zeer sterk in ongunstigen zin gewijzigd en tal van fabrikanten zien met. groote zorg de naaste toekomst tegemoet. De val vam heit pond sterling en van de kronen en de Engelsche protectie hebben behalve (leu in het verslag niet behandelden land- en tuin bouw en de Veeteelt, ook in niet mindere mate de industrie en de koopvaardij getroffen. De invoerbeperkingen in Frankrijk krimpen de mogelijkheden, om naar dat land uit te voeren, voor tal van bedrijven op pijnlijke wijze in. De December-noodverordeniing in Duitsrh- land en de noodtoestand, die haar deed geboren worden, zullen op het hanelsverkeer met dat land allerminst een gunstigen invloed uitoefe nen. De wijzigingen sedent 1 October betreffen voor de industrie bijna uitsuitend den uit voer (voor land- en tuinbouwproducten, steen kolen en enkele nijverheidsproducten ook oen invoer), zoodat een groote groep van nieuwe slachtoffers niet geholpen wordt door de ver wachte wetten op den invoer. Ze iluurde slechts enkele uren. Gisterenmorgen is bij bet steenbedrijf er Zuiderzeewerken der firma O. J. Bosker te Wieringen een staking uitgebroken, welke slechts ©enige uren heeft geduurd. Van werk- nemerszijde wordt ons meegedeeld, dat de staking het gevolg was van het feit, dat den werknemers was aangezegd, dat het loon der. steenlossers enz., det 50 cent per uur bedraagt, met ingang van heden zou worden verminderd tot 45'cent per uur. Nadat oorspronkelijk een ploeg in staking ging, volgde istpoedig hiet geheele personeel. Enkele uren later werd in de eisöhen der arbeiders, die op het oude loon wilden doorwerken, toegestemd. Nieuwe palmoliefabriek. Op de begrooting van het departement van landbouw voot het jaar 1932 komt voor de onderneming Majang een kapitaalsuitgave voor ten bedrage van 850.000, hoofdzakelijk voor de oprichting van een palmoliefabriek en voorts van een rubberfabriek, meldt de Sum. Post. Het blad verneemt, dat de Rubber Cultuur Mij. Amsterdam het aanbod deed het ruw olie- palmproduet te verwerken, waardoor de kapi taalsuitgave bespaard wordt. Hierover zijn nog onderhandelingen met het departement van landbouw gaande. Mogelijk omvat het voorstel ook de verwerking van rub ber. A. L. REIMERINGER ZONEN, LEIDEN. Betalingen gestaakt. Naar wij vernemen heeft het bankiers- en effectenkantoor A. L. Reimeringer Zonen te Deiden haar betalingen gestaakt. In een circulaire aan haar clientèle deelt de firma mede, dat wanneer een minnelijke afwikkeling plaats vindt, de schulden grooten- deels voldaan zullen kunnen worden. Tusschenlanding van „De Raaf'. Men seint ons uit Parijs d.d. 3 Januari: Het Indië-postvliegtuig „De Raaf", bestuurd door de piloten va.n Dijk en Viruly, heeft op de thuisreis tengevolge van den dichten mist «en tusschenlanding moeten maken de Valence-sur- Rhóne ten Zuiden van Lyon. De landing is vlot verloopen. Bij de K. L. M. is bericht ingekomen dat de Raaf 12.50 uur Holl. tijd te Parijs geland en 1.23 3uur weer vandaar is vertrokken. Het vliegtuig wordt heden circa 3 uur op Schiphol verwacht. Om half drie Is gisterenmiddag de „Raaf' op Schiphol aangekomen. De „Vil" te Bandoeng. Bij de K.L.M. is bericht ingekomen, dat de „Uil" Zondagmorgen te 6.35 uur uit Medan is vertrokken en te 12.15 uur te Palembang ie geland; vandaar vertrok het toestel te 12.47 uur en landde te 15.02 uur te Batavia vanwaar het weer vertrok te 15.35 uur naar Bandoeng, waar te 16.10 uur werd geland. De „Leeuwerik" is gisteren 6.08 uur uit Cal cutta vertrokken en om 15.54 uur te Jodbpur aangekomen. Het toestel heeft 172 K.G. 249 Gr. post aan boord. De „Specht" vertrok gisteren te 6.21 uur uit Cairo en arriveerde na een tusschenlan ding van 8.29 uur tot 9.05 uur in Gaza, te 14.28 uur te Bagdad. Titulair-bisschop van Eleuterna en Apostolisch Vicaris van Curacao Het was een gelukkige gedachte van Mon seigneur Verriet om het ontwerpen van zijn wapen toe te vertrouwen aan den Zeereerw. pater C. Kiibne O.P., leeraar aan het S. Domi nicus-college te Neerbosch, als symbolist reeds bekend door de versiering der rollege-kapel. 11 De ontwerper had de vriendelijkheid om zelf een verklaring van het wapen mede te deelen. die wij hier voor een groot gedeelte laten vol gen i Als wapenvorm werd gekozen de aloude vorm van het werkelijke of eigenlijke schild, d.i. het onder spits toêloopende zoogenaamde driehoekschild, gelijk dit in de 13de en 11de eeuw door de ridders werd gevoerd. De artist koos met opzet dezen vorm, omdat het bis schoppelijk wapen niet als louter sieraad wordt geschouwd, maar duidelijker dan de renaissance- of rococoschild-vorm verzinne beelden moet, dat de nieuwe Apostolische Vi caris als geestelijk schutsheer der geloovigen in Nederlandsch West-Indië (Curasao) zal op treden. Het driehoekschild werd in 4 velden ver deeld. Het reohter-bovenkwartier (links van den beschouwer) wordt ingenomen door het wit-zwarte schild der Dominicaner-orde met 't eveneens wit-zwarte kruis, welks armen eindi gen in gotische heraldieke leliën. In het linker bovenkwartier plaatste de ontwerper op een veld van gouden „tinktuur" (de kleur der glo rie en verheerlijking) den eersten missionaris in Christus' Kerk en den patroon van den nieuwen Bisschop, Sint Petrus en face. S. Pe trus is gekleed in een korte of opgeschorte tunica. Opgeschort: om zijn rusteloozen ar beid op den akker der wereld; wit; omdat vooral op de martelaren, dus ook op S. Petrus de tekst van het Boek der Openbaring VII, 14, mag worden toegepast: „Dezen zijn het, die uit de groote verdrukking zijn gekomen, en zij hebben hun kleederen gewasschen en wit gemaakt in het Bloed des Lams". Aan S. Petrus' gordel hangt een groote gou den sleutel, symbool der buitengewone heer lijke volmacht door Christus aan S. Petrus toevertrouwd. Achter de S. Petrus-figuur zien wij het omgekeerde kruis, waaraan hij stierf, in keel (rood). De Apostel is blootsvoets. Im mers: „Hoe schoon zijn op de bergen de voe ten van hem, die boodschapt en den vrede ver kondigt". Is. Lil, 7; en „Hoe schoon zijn de voeten dergenen, die het evangelie van den vrede brengen, die goede dingen boodschap pen. Rom. I, 15. S. Petrus is ten slotte aan handen en voeten gekluisterd met een ijzeren keten in sabel (zwart) als herinnering aan de parochiekerk van S. Petrus' Banden te Venray, waar de Bisschop het II. Doopsel ontving. In het rechter benedenkwartier zien w(j op een veld van keel (rood) de tinktuur of kleur der liefde een zilveren vliegende duif en face aangebracht, met gouden olijftakje in den bek. Beide zijn symbolen van den vrede. Licht grijs zijn de sneb en ook de klauwtjes, waarin zij een gelijkhangende weegschaal draagt in goud. De gelijkhangende weegschaal is 't symbool van de strikte rechtvaardigheid. Op een veld van keel (rood) beteekent dit dus, dat de Bis schop in alle liefde de rechtvaardigheid wil beoefenen om zoo^te^, den alles overheerschen- den vrede te komeu, Volgens het eerste gedeel te van het Bisschoppelijk devies: „Pax justi- tiae et Honor Pietatis", „Vrede der Rechtvaar digheid en Heerlijkheid der Godsvrucht". Het linker benedenkwartier is een veld van sinopel (groen), de tinktuur of kleur der hoop. Op dit veld plaatste de ontwerper een zilve ren heliotroop omgeven door 'n gouden kroon. Hierdoor wordt gesymboliseerd de blanke godsvrucht, welke steeds onder het volk in eere moge zijn en door den nieuwen Bisschop naar vermogen zal worden aangekweekt. De heliotroop of zonnewende, vermoedelijk zoo genoemd, omdat ze haar bloempjes steeds de zon zou toekeeren, is in de kerkelijke sym boliek het symbool der devotie of godsvrucht. Door dit tweede gecombineerde symbool heeft men getracht het tweede deel van het bis- sslp®* DE PLAATS, WAAR RIJKSVELDWACHTER TAP te Kerkidriel vermoord werd gevonden schoppelijk devies in beeld te brengen. De edelsteenen aan de kroon zün robijnen, die weer „de liefde" beteekenen. Ten slotte de wapenversiering! Het wapen schild wordt bekroond door een witten mijter met gouden biezen. De edelsteenen op den mij ter zijn saffieren: symbolen van de overwe- SinS- De bisschopsstaf, rechts boven, vertoont in zijn krul de symbolische fakkel van S. Domi- nicus. Deze werd goud getinktureerd en ver zinnebeeldt de vorstelijke waardigheid van den Bisschop in Christus' Kerk. Het kruis, dat door den Bisschop wordt vooruitgedragen, is mede als decoratief ele ment links boven aangebracht en draagt op het snijpunt der balken de mystieke zilveren ster van S. Dominicus. Op een banderol, die zich slingert onder het wapen om de benedeneinden van Bisschops staf en Kruisstok, lezen wij de wapenspreuk van den Bisschop, door hem zelf gekozen en ontleend aan het boek Baruch V, 4. Als alles omvattende en decoratieve omlijs ting ls de gebruikelijke platgebolde groene hoed, met eveneens groene koorden en een zes tal groene kwasten aan beide zijden aange bracht. Tot slot zij vermeld, dat dit door Pater C. Kühne in alle bijzonderheden ontworpen wa pen werd uitgevoerd door een der Eerw. Zus ters van Huize „Bethlehem" te Nijmegen. Zooals reeds werd medegedeeld, werd Mgr. P. Verriet door Z. H. den Paus benoemd tot titulair-bisschop van Eleuterna, een stad op Creta en apostolisch vicaris van Curasao. A.s. Woensdag zal Monseigneur in de pa rochiekerk te Venray worden gewijd. C. H. L. 1). C. Kühne O.P.: „De kapel van het S. Dominicus-college te Neerbosch en haar iko- nologisclie verluchting". 1928. Viert zijn koperen feest. De Januari-aflevering van „Het Schild", welke o.a. de nieuwe hoeken van prof. Keu- Iers en prof. Schmidt bespreekt, een merk waardig artikel van prof. Heiier over de Maria-vereering en over Luther's eerbied voor de Moeder Gods bevat, terwijl de convertiet Visser schrijft over den weg naar Gods Hart en dr. Bender over huwelijksbeletselen, wordt beheerscht door de beschouwing, welke de hoofdredacteur wijdt aan het twaalf en een halfjarig bestaan van „Het Schild". Bij de veie gelukwenschen, welke de redac tie van „Het Schild" zal ontvangen, voegen wij gaarne de onze, in 't bizonder voor den actieven hoofdredacteur. TATERS REDEMPTORISTEN. De studie van de philosophie der Redemp toristen, zal, worden overgeplaatst van het klooster te Wittem naar de kapel in 't Zand te Roermond, DE NIEUWE R.K. KERK TE SANTPOORT. Onder de perspectiefteekening van de nieuwe R. K. kerk te Santpoort in onze courant van gisteren werd een verkeerde naam voor den architect genoemd. Architect is de heer Jos. Bekkers te Haarlem. BATAVIA, 2 Januari (ANETA), „De Raaf" voert een proefzending or chideeën mede, bestemd voor H. M. de Konin gin. Alle uitingsvormen van tegenleiding- gevende organisaties ontoelaat baar verklaard. Volgens een verslag In het „Volksblad" over de vergadering van het Partijbestuur der S.D.A.P., hield het bestuur zich, in uitvoerige beraadslagingen, bezig met den inwendigen toestand van de Partij. Het optreden van den z.g. linkervleugel, als volledige organisatie, die tegenleiding geeft in de Partij, bedreigt thans ernstig de partij- eenheid. De langdurig volgehouden pogingen van het P.B., om, door groote tegemoetko mendheid aan den „linkervleugel", de ver schillende stroomingen in de Partij bijeen te houden, moeten, na het uittreden van p.g. Schmidt uit het Partijbestuur en van de p.g. Schmidt en De Kadt uit de commissie van redactie van „De Sociaal-Democraat", klaar blijkelijk als mislukt worden beschouwd. Het P.B. is niettemin van oordeel, dat on danks het bedanken van de pg. Schmidt en De Kadt als leden van de redactie-commissie van „De Sociaal-Democraat", het krarakter van dit weekblad, als algemeen discussie- en voorlichtingsorgaan der Partij, gehandhaafd blijft. Het P.B. besloot de bestaande vacatures in de redactie-commissie van het blad niet aan te vullen, doch het congres in de gelegen heid te stellen, in deze vacatures twee partij- genooten te benoemen, welke geacht kunnen worden de vertegenwoordigers van afwijkende meeningen in de Partij te zijn. Het P.B. verklaart alle uitingsvormen van tegenleiding-gevende organisaties in de Partij als bijeenkomsten van een georganiseerde oppositie en het uitgeven van bladen als „De Socialist" en „De Fakkel" ontoelaatbaar. Bepalingen omtrent certificaten van oorsprong. Bij Kon. besluit is bepaald de regeling van den uitvoer van bepaalde goederen naar Frankrijk. Volgens dat besluit kunnen voor dezen uit voer door of vanwege den Minister van Ar. beid, Handel en Nijverheid certificaten van oorsprong worden uitgegeven. Ieder eertifi- caat wordt verleend voor een bepaalden tijd en voor eene zoodanige hoeveelheid goederen als in eene door of vanwege dien Minister voor allen gelijkelijk bepaalde verhouding staat tot de hoeveelheid van gelijksoortige goederen, welke in een voorafgaand tijdvak door den houder van het certificaat naar Frankrijk is uitgevoerd. Dit tijdvak wordt mede door of vanwege den Minister bepaald. De Minister is bevoegd voor den uitvoer van bepaalde goederen commissies in te stellen, belast met het geven van advies in zake de vaststelling van de in het eerste lid bedoelde hoeveelheid, en voor deze commissies instruc. ties vast te stellen. Het model der certificaten van oorsprong wordt door den Minister vastgesteld. Certificaten van oorsprong worden slechts verleend aan hem, die zich gedurende een door den Minister vast te stellen voorafgaand tijd vak met den uitvoer dier goederen naar Frankrijk voor eigen rekening heeft bezigge. houden. Hij, die een certificaat van oorsprong wenscht te verkrijgen, dient daartoe eene door hem zelf of door zijn gemachtigde ondertee- kende schriftelijke aanvrage in bij den Minis, ter of, indien deze aldus heeft beschikt, aan een door hem aangewezen persoon of aan eene commissie. Ter bestrijding der kosten, aan het uitgeven der certificaten verbonden, wordt bij het ver- leenen daarvan een door den Minister bepaald bedrag van ten hoogste 5 pet. van de waarde der goederen in rekening gebracht, waarvoor het certificaat wordt verleend. CANDIDAAT INDISCH AMBTENAAR. Het Commissariaat voor Indische Zaken hij het Departement van Koloniën deelt mede, dat in 1932 geen jongelieden zullen worden aangewezen als candidaat Indisch ambtenaar EXAMENS DER STUURLIEDEN TER KOOPVAARDIJ. De commissie voor de stuurliedenexamens, be doeld in de Schipperswet, zal, aanvangende 1 Februari, zitting houden te 's-Gravenhage. De aanvragen, om tot de examens te worden toegelaten, moeten den voorzitter der commissi© bereikt hebben vóór 16 Januari. In een der laatste no.'s van „Ontief e'*etl Vaandel", (no. 3 1931), het keurige theologische tijdschrift van de confessioneel© groep uit de Nederlandsch Hervormde Kerk onder ré- dactie van Prof. dr. Th. L. Haitjema en ds. A. B. te Winkel komt een beschouwing voor over Van Eeden en zijn bekeeringsproces- De schrijver de heer F. J. v. d. Tak uit Maastricht, ts een leerling van den bekenden Prof. dr. J- D Gunning. Het stuk is min of meer een tegenhanger van dr. G. Kalff Jr.'s „Fsychalo- van den Tachtiger" en geeft nog al veel critiek op dit werk. Eerst w©rdt de ontwikkelingsgang van Van Eeden beschouwd van 't jaar 1915 af: zijn lid maatschap van de Redactie van de „Groene Amsterdamnier", zijn diplomatieke zending naar Londen in I9i7t met de critiek van Rae- makers daarop, de stichting van de „Alge meene Staatspartij* en van de „Akademie" samen f®1 Mannoury en Borel; „de Lichtstad" op Creta en ,1e werken, die zijn overgang tot de Kerk voorbereidden: „Jesus leer en verbor gen leven en het „roode lampje". Ten slotte wórdt het proces van herkenning van de oude Kerk beschreven. De ouderdom bracht de ont goocheling. Zün er aanvankelijk nog bezwa ren o.a. het afioffeleu van de gebeden in de Roomschp Kerk (voor hueveel andersdenken den is dat niet de steen des aanstoots: telkens hoort men al of niet gegronde klachten daar over). Tën slotte zegt de heer v. d. Tak £on de teleurgestelde en uitgeputte yrijgeest heel weinig inbrengen tegen de goed ge a uaste en geslepen dialectiek van Je81"6.6" en Dominicanen. „Van Eeden" zoo vervo het artikel „ontmoette voor het eerst tegen standers, die zich niet op zich zeiven beriepen, critici, die hem goed gezind waren en geen hatelijkheden lanceerden." De schrijver geeft dan zijn orthodox-Piotes- taotseh oordeel over het geval. En dan doe zeker de wijze, waarop hij er over spreekt, Weldadig aan tegenover de verdachtmakingen Vatl Kalff Jr. De heer v. d. Tak heeft „met t'erschiilende goed-önderlegde Gereformeerden an Eeden's Kerstrede van 1921 te Maastricht '.'gewoond. Allen kwamen onafhankelijk van elkander tot dezelfde slotsom, dat hier van ce't echte bekeering sprake was. r, ,V6r ^eze ''de heet. het o.a.: „Het lijden van 1 lnstus werd besproken in een tusscbenzin, maar zóó, dat het den hoorder was, alsof het Go golha-offer een week te voren, dus als iets tegenwoordigs, had plaats gehad. De geheele persoonlijkheid was één ootmoed, geen dee- moed. Wat me bijzonder trof, was, dat met geen enkel woord lof werd toegezwaaid aan menschen, monniken of grootheden der R.K. Kerk Dr. Schoennlaekers wordt terecht gewe zen, als hij Van Eeden's bekeering toeschrijft aan „wraakgevoel van het miskende genie". „Omgekeerd zegt de heer v. d. Tak deze boutade van Schoenmaekers kan veeleer worden toegeschreven aan een défroqné, die na zijn uittreden geen vrede kende én nu wrêvélig wordt, dat een eerlijk man van groote betee- kenis dezen vrede wél had bij zijn intrede in de Kerk". En verdér nog in hét artikel luidt het ovèr Schoènmaekers: „Zoo'n man, die bee- lemaal zijn stuur kwijtraakte, heeft de onbe schaamdheid om Van Eeden te biameeren." Wij zijn blijde, dat zelfs de Protestanten van de kerkelijke groep, waartoe ook Ds. Lingbeek behoort, althans een Van Eeden prefereeren boven den afgevallen priester. Protestantsch standpunt ontbreekt er, vol gens den heer v. d. Tak véél aan de bekeering van an Eeden. „Geen flauwe weerspiegeling zien we van de vreeselijke worsteling tussehen vleesch en geest als bij Augustinus". Had hü met een oprecht hart naar God verlangd, hij zou naar de meening van den heer v. d. Tak in Protestantschen zin zijn bekeerd ge worden. „Juist omdat, hij dat niet gedaan heeft (zijn vroegere minachting voor Protestantsche vroomheid stond hem in den weg," en zijn hoog moed belette hem om in eigen kring God te zoeken) richtte hij den blik naar Rome. Rome maakt het verloren zonen gemakkelijker dan in de gelijkenis. Zij behoeven dan niet in het aard- sche vaderhuis terug te komen en daar oudere broeders te woord te staan, maar zij krijgen een keurig verblijf in het hotel naast of tegen over het vaderlijk verblijf." Dit laatste is wel aardig: het ia inderdaad voor den afgedwaal de gemakkelijker in een nieuw milieu weer te beginnen, maar is daarmee alles verklaard? En het keurige verblijf in het hotel wordt ook nog we! eens vergald door het feit dat oudere broers binnendringen en de gerechten van tafel weghalen! Van Eeden heeft het ondervonden! Niet aardig is dat de heer v. d. Tak zegt, dat „Van Eeden onwetend do meest schitterende hulde bracht aan de Protestantsche opvatting van het Paulinische leerstuk der heiligmaking, zonder welke niemand God zien zal d.w.z. in dit leven moet die heiligmaking beginnen, ter wij! de Roomsche opvatting luidt, dat voor de leeken de heiligmaking begint in het vage vuur." Als men zoo iets leest, weet men niet wat te denken. Hébben wij niet altijd gèzègd, dat het in het Christelijk leven op de héilig- making aankomt, dat het heele leven één stre ven moet zijn naar volmaaktheid? En heeft niet juist het Calvinisme een neiging gehad om de heiligmaking op den achtergrond te schuiven om wille van de (uiterlijke) recht- vaardigmaking? En zijn er aparte regels voor de leeken in het vagevuur? Ach. wat een mis verstand! Hoe wenschte ik dat alle Protes tantsche theologen in het bezit kwamen van een katholieke dogmatiek. Laat ik het dan den heer v. d. Tak nog eens zeggen: daar is geen kerk, die zóó den nadruk legt op de hei ligmaking reeds in dit leven ais de Katholieke Kerk. Deze heiligmaking is in de rechtvaardig- making als 't ware inbegrepen, zooals het Con cilie van Trente decreteerde: dat de rechtvaar diging niet slechts is de vergiffenis van zon den, maar ook de heiligmaking en de vernieu wing van den inwendigen mensch. Deze heilig making steeds weer te volvoeren door het be oefenen van goede werken, wordt juist den Katholiek steeds voorgehouden. Wat nu de heiligmaking in bet vagevuur (voor geeste lijken én leeken!) betreft, deze is toch van een geheel ander karakter. In het vagevuur worden slechts de tijdelijke straffen, die na de zonde nog overgebleven zijn, uitgeboet. Wat verder in dit artikel treft, is. dat de schrijver diep doordrongen is van de superiori teit van een orthodox-Protestantsche bekeeriug bovi n een bekeering tot. het Katholicisme. ,,H'. komt mij voor zegt de heer v. d. Tak „dit Kalff aan v. Eeden als geloovige den maatstnl van een Protcstantsch-Calvinistische bekeering aanlegt. En dan voorzeker blijkt Van EedeL onder de maat. Wat spreekt hij bi^voorbee'a wel veel over de verkregen „genade", maar hoe gansch niet over de „zonde", die zelfs den „braven kerkschen mensch" verdoemelijk voor God maakt alleen over zijn zonden, zijn na deelig saldo in dit of dat, maar niet over net geheele natuurlijke bestaan van dei. mensen, ook van den godsdienstigen mensch, dat voor God zonder Middelaar niet bestaan kan. Luther maakte die phase van bekeering wèl door en leerde daardoor den Heiland als Verlosser van zijn „Ik" kennen. Van Eeden meer als den Goeden Heruer, die goede gaven uitdeelt, en hem bevrediging, rust aan den vermoeiden petu zer Van Eeden schenkt. Hij kent daardoor de vruchten van het Kruis, de opsUndmgsweV daden, maar niet de echte diepe heileyaart der zelfkennis, waarbij de brave mensch, de chris telijke kerksche man, zichzelf als een wegwar- pelijk kleed ziet, en bereid om zijn eigen dood vonnis te teekenen. Misschien als Van Eedeu op dertig-jarigen leeftijd Roomsch was gewo.' den en de gestippelde lijnen zijner christelijke bekeeringservaring later doortrok, zou hij het in de Roomsche Kerk niet eens meer kunnen uithouden Men ziet in het verlengde van de Katholieke bekeering ligt nog de orthodox-Protestantsche bekeering. Ik zal over het hier opgeworpen vraagstuk niet uitvoerig uitweiden, te mee,, daar het in mijn uedoeling ligt het vraagpunl van de „bekeering in Protestantschen zin" neg eens afzonderlijk te behandelen. Roomsche a i Protestantsche „bekeering" zijn trouwens on vergelijkbare groothedenhet eerste is een intellectueel proces, waardoor men de juistheio van een standpunt gaat inzien, dat men vroeger niet aende of niet begreep. Protestantsche „oe- keering" is daarentegen een psychologisch pro ces, dat zich afspeelt binnen het kader van een bepaalde theologische gedachten wereld. Ik wil thans volstaan met enkele opmerkingen. Is het nu werkelijk noodig, dat ieder mensch hel bekeeringsproces van Augustinus doormaakt V Moet ook hij een strijd tussehen vleesch en geest doormaken, bij wie het vleésch nimmer op deze wijze de overhand heeft gehad over den geest Moet men een „verleden" gaan scheppen, als men zooals de heer v. d. Ta.i van Van Eeden zegt eigenlijk heelemaal geen „verleden" (in ongunstigen zin) heeft Zijn le verloren zoon, de tollenaar, de moordenaar aan het kruis en Augustinus vóór zijn bekeering, werkelijk de ideaal-typen, naSj> wie ieder zfca moet oriëuteeren, om van uit dien val tot een nieuw leven op te staan Het is deze waan, die een Luther reeds dee l twijfelen aan de zaligheid van Thomas van Aquino, die zich in zijn jeugd reed3 dadelijk vau da zondige neiging afkeerde en dua nouU een strijd als Augustinus tussehen vleesch en geest gekend heeft. Heeft deze ongerepte deugi geen waarde En de onschuld van Franciscus van Assisië ook niet En de verzekering van de Kleine Theresia, dat zij Jesus nimmer iets had geweigerd Men doet waarlijk de herwon nen ceugd geen onrecht, als men d'ep het hoofd buigt voor de ongeschonden Jeugd Of voorts de brave kerksche mensch verdoa- melijk is voor God Na het Doopsel zeker nint, want dan is de zonde afgewasscben en de ziol is getooid met het bruilofskleed der heilig- makende genade en aangenaam in Gods oig. Tenzij hij weer in zware zonde mocht zija gevallen Ik meen met deze opmerkingen orthodox- Protestantsche meeningen te hebben aangetast, waarvan het mijn diepe overtuiging is, dat z» er de sfeer bederven en elke toenadering tus sehen Katholiek en Protestant al Van te vorea. met lamheid slaan. Als men de orthodoxe Pro testanten met apologetische argumenten tracht te overtuigen, vluchten zij in de mystiek of het mysticisme en zeggen dat zij ervaringen hebben dia wij missen. Daar tegenover geloof ik, dat beide groepen deel hebben aan hetzelfde boven natuurlijk leven, dat bij het H. Doopsel is ingestort, terwijl de „ervaringen" van de Pro testanten ten deele met analoge verschijnselen, doch anders omschreven, bij de Katholieken correspondeeren, tendeele berusten op verkeer de theologische onderstellingen en dus doop auto-suggestie in het leven worden geroepen. Als ik critiek op het artikel van den heer v. d. Tak moest uitoefenen, beteekent dit niet dat ik zijn poging om het zielsproces van Van Eeden te begrijpen, niet hoogelijk waardeer. Door dergelijke pogingen om van weerszijden, elkaar te begrijpen, zal tenslotte de sfeer van toenadering geschapen worden, waarom dojr, zoovelen wordt gebeden. J. T, '•-kV

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 5