VORST™ ^YLVAMlA Maken I OS a '.I Stillen de hoest MAANDAG TT JANTTAOT T5S2 INVOERBEPERKINGEN IN POLEN WIJZIGING VAN INVOERRECHT VOOR VERSCHILLENDE ARTIKELEN. VERVROEGING VAN VERVOER EN VERKOOP VAN BROOD VERSCHE BROODJES AAN HET ONTBIJT. Onderzoek van den Hoogen Raad van Arbeid. nï HET RAAM VAN GEORG RUETER. OYER INFLATIE. DE MISLUKTE AANSLAG OP DEN KEIZER VAN JAPAN. ONZE NATIONAAL SOCIALISTEN. POLITIONEEL OPTREDEN IN KERSTNACHT. ernstige brand aan de keizersgracht. onregelmatigheden te DEURNE? Op de kas beslag gelegd. In een wassen-beelden magazijn. HET BLUSSCHINGSWERK DUURT UREN. Contingenteering voor invoer uit Neder land in de maanden Januari en Februari. De afdeeling Handel en Nijverheid van het Departement van Arbeid, Handel en Nijver heid maakt bekend, dat vanaf 1 Januari j.l. in Polen een aantal Invoerverboden van kracht zijn geworden. Ten aanzien van den invoer uit Nederland zijn, naar H. Ma. gezant te Warschau bericht, voor de maanden Januari en Februari 1932 door de Poolsche Regeering onderstaande con tingenten vastgesteld: groenten tariefp< appels cacao en hopjes plantenolie electrische lampen radio-apparaten weefsels van jute, vlas hennep, enz. 1 quintal 100 K.G. Met ingang van 14 Januari a.s. zijn verder de invoerrechten in Polen gewijzigd voor: di verse vruchten; koffie en koffie-extract; cacao- boonen en -schillen; thee, ruwe, gemalen been deren; Thomasslakken; caoutchouc; afval van gevulcaniseerde gummi en plantenvezelstoffen. Nadere inlichtingen daaromtrent zijn hij de afdeeling Handel en Nijverheid verkrijgbaar. 5 279 quintal 6 572 24 245 11 117/7 265 1» 169/20 69 >1 169/29 99 w 192/93 65 1' De voorzitter van den Hoogen Raad van Arbeid heeft omtrent onderstaande vragen van den Minister van Arbeid, Handel en Nij verheid praeadvies gevraagd aan de commis sie, die het voorontwerp van wet betreffende het aanvangsuur voor broodbakkerijen be handelt, welke commissie onlangs met eenige leden uit het banketbakkersbedrijf werd aan gevuld. 1. Is het gewen8oht, de regeling van art. 35, zesde lid der Arbeidswet 1919 in dien zin te wijzigen, dat het tijdsverloop tusschen het tijdstip', waarop met het vervoer en dat, waar op met den verkoop van versch brood begon nen mag worden, komt te vervallen of wordt ingekrompen 2. is het gewenscht een afzonderlijke voor ziening te treffen ten einde mogelijk te ma ken, dat versch klein brood zoo tijdig verkrijg baar wordt gesteld, dat het nog voor het ont bijt kan dienen 3. Indien vraag 2 bevestigend beantwoord wordt, is het dan gewenscht die verkrijgbaar stelling te beperken tot toonbankverkoop of moet ook bezorging worden toegelaten 4. Hoe laat moet, bij bevestiging van vraag 2, de verkoop en het vervoer toege staan worden ARBITRAGE-CLAUSULE EN BESTEK KEN VAN REKENPLICHTIGE BESTUREN. Nadere verklaring art. 2, 3, 7 en 9 Diocesane bouwbepalingen vaD van 4 November 1930. In „St. Janski." maakt Z. H. Exc. Mgr. A. F. Diepen, Bisschop van 's Hertogenbosch het volgende bekend: 1. In de bestekken van de bouwwerken der Ons rekenpliohtige Besturen moet na 1 Febr. 1932 de hier volgende bemiddellngs- en arbi trage-clausule worden opgenomen: „in ge schillen moet steeds eerst het verkrijgen .van overeenstemming door onderling gemoedelijk overleg of bemiddeling beiproefd worden. Ge lukt dit niet dan zullen deze worden beslecht door arbiters aan te wijzen door de partijen op de wijze der z.g. vrije arbitrage". Architecten die de A.A.V. in hun bestekken voorschrijven moeten dus nadrukkelijk de ar bitragebepaling dier A.A.V. uitsluiten en haar vervangen door vrije regeling. De voorzitter van Onzen Diocesanen Bouw- raad is desgewenscht bereid zijn hulp te ver- Ueenen tot het vinden van bemiddelaars of arbiters. 2. Behalve filiaalhouders (zie St. Janski. 3 Oct. 1931 n. 457) moeten dus onder de woor den „katholiek georganiseerde patroons, fabri kanten of handelaren" van Art. 2 en 3 onzer Bouwbepalingen ook verstaan worden de be hoorlijk naar stand en vak katholiek georga niseerde reizigers, die vertegenwoordigers zijn van welke Nederlandsche onderneming ook. 3. Van art. 3 der Bouwbepalingen wordt door sommige handelaren misbruik gemaakt door wat door Ons „dringend verzocht" wordt voor te stellen als een streng gebod, welks over treding door den Bouwraad bereoht en gestraft wordt. Die voorstelling is onwaar; Wij bepalen Ons tot een „dringend verzoek". 4. Bij Sohoolbouw moet, als het Schoolbe stuur dat aanbesteedt tevens kerkbestuur is, In de bestekken alleen gesproken worden van Schoolbestuur en wordt dit, terwllle van de eamenwerklng met het Gemeentebestuur, vrij gesteld van de verplichte nakoming onzer Bouwbepalingen. 5. Ter behoorlijke uitvoering van art. 7 zijn de architecten verplicht aan de inschrijvers die voor vergoeding in aanmerking komen, hun begroeting en de gevorderde verklaring te vragen. 6. Wij verzoeken den Besturen bijzonder te letten op de naleving van Art. 9, gericht tegen (het handstop-systeem .dat, hoe onrechtvaardig ook èn bij architecten èn bij aannemers èn bij opzichters ên hij leveranciers nog lang niet heeft uitgediend en dat, naast en met het „opzet-systeem" mede schuldig staat voor de nog steeds yeel te hooge bouwkosten. De bestu ren hebben recht te weten, of en welke pro visie procenten enz. worden toegekend of ge noten. Persoonlijke misbruiken dienen streng geweerd en door den Bouwraad gestraft te worden. Het is de plicht der Katholieke Orga nisatie ook de z.g. „algemeen geldende" mis bruiken tegen te gaan en uit te roeien. COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREEN KOMSTEN IN 1931. Teruggang tengevolge van de crisis. Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft weder het jaarlijksch overzicht van den stand der collectieve arbeidsovereenkomsten op den lsten Juni van het afgeloopen jaar gepubli ceerd. Hieraan ontleenen wij de volgende cijfers aangaande de aantallen, bestaande over eenkomsten, alsmede de aantallen van de daarbij betrekken ondernemingen en arbeiders in 1931 en vroegere Jaren. s mm BIJ HET WRAK VAN DE „STANFRIES IV'. De Rijksbetonningü dienst plaatst een boei bij den nog zichtbaren laadmast van de „Stanfries IV", die recht voor Hindteloopen op het Breezand ia vergaan Datum Januari 1920 Januari 1922 Juni 1924 Juni 1926 Juni 1927 Juni 1928 Juni 1929 Juni 1930 Juni 1931 Overeen Onder Werk komsten nemingen nemers 924 22541 273598 728 20919 257592 830 16578 285607 810 16555 264695 893 16975 267726 1015 17203 279530 1250 18542 291608 1538 23524 385564 1478 23341 358354 Na een periode van teruggang na 1920 heeft men in het tijdvak 1926-1930 een gestadige uit breiding kunnen waarnemen van de aantallen, overeenkomsten en daarbij betrokken onderne mingen en werknemers. Deze groei is in 1931 tot stilstand gekomen ten gevolge van de eco nomische crisis. Het aantal onder collectieve contracten werkende arbeiders nam in het afgeloopen jaar vergeleken met 1930 af met ruim 27000, terwijl daarentegen het aan tal ondernemingen vrijwel gelijk bleef, een ver schijnsel, dat duidt op inkrimping van per soneel. Na 1 Juni 1931 (den datum, waarop de sta tistiek gebaseerd is) is deze teruggang nog sterker geworden, o.m. doordat eenigé belang rijke overeenkomsten beëindigd en tot dusver niet weer vernieuwd zijn, zóoals de overeen komsten in de metaalindustrie, de havenbedrij ven in Amsterdam en Rotterdam, zoomede voor de schepelingen ter koopvaardij. Voor hen, die zich op het gebied van de in ons land hij collectief contract geregelde ar beidsvoorwaarden wenschen te oriënteeren, vormt deze statistiek een rijke bron van gege vens. Vergeleken met 1930 hadden een hooger con tractloon o. a. typografie-arbeiders en boekbin ders, monteurs in de verwarmingsindustrie, enkele groepen arbeiders In de Waalsteenindus- trie. Een lager loon hadden o. a. landarbeiders in verschillende plaatsen, arbeiders in export slachterijen te Oss, in beetwortelsuikerfabrie ken te Groningen en Hoogkerk, alsmede een aantal categorieën van arbeiders in de sigaren- industrie en scheepspersoneel ter koopvaardij. De statistiek is verkrijgbaar gesteld hij de Algemeens Landsdrukkerij. In de Nieuwe Kerk te Delft. Vrijdagmiddag heeft jhr. mr. dr. E. A. van Bereeteyn voorzitter der Glasramen-commissie voor de Nieuwe Kerk te Delft, namens deze commissie het glasraam, geschonken door het Zee uw sell Huldeblijk-Comité 1923, ontwoTpen door den heer Georg Rueter, overgedragen aan kerkvoogden der Ned. Herv. Gemeente. De heer J. C. van Woerden dankte namens kerkvoogden. Op Maandag 11, 18 en 25 Januari a.s. worden ie Schagen een drietal cursus-vergaderingen gehouden,, georganiseerd dooi- de Ver- eeniglng van oud-leerlingen der Rijkslandbouw- winterschool, aldaar. Op de eerste vergadering zal besproken worden het onderwerp: „Is het bij het nemen van crisismaatregelen wensche- iijk daarbij tevens op geldverruiming aan te sturen?" Over deze vraag zijn praeadWezen verschenen van ir. C Nobel te Haarlem (pro) en mr. F. A- Josephus Jitta, directeur van het Noord-Hol- landsch Landbouwcrediet'te Alkmaar (contra). In zijn praeadvies betoogt mr. Josephus Jitta: Ik voor mij meen, dat wij met alle macht moeten trachten den gulden op peil te hou den, gelijk trouwens ook de Nederlandsche regeering en de Nederlandsche Bank dit wil len. Ik schaar mij bij diegenen, die van oor deel zijn dat waardevermindering van den gulden per saldo véél grooter nadeel voor onze volkshuishouding zal opleveren dan voordeel. De heer Jitta wijst op de moeilijkheden, welke zoowel uit- als invoer bij inflatie onder vinden en zegt dan: Het is wel opmerkelijk, dat juist die lan den, die daarvan het ergst hebben geleden, Duitschland en Oostenrijk, het meest hun best doen hun valuta op peil te houden, hoe veel moeite hun dat ook kost. Toen vijf maan den geleden de Duitsche banken zich genood zaakt zagen met haar buitenlandsche credi teuren een regeling te treffen, waarbij afge sproken werd dat die buitenlandsche credi teuren voorloopig hun saldi niet zouden op- eisc'hen, had Duitschland aan de moeilijk heden het hoofd kunnen bieden, door te verklaren dat het niet langer vasthield aan den gouden standaard, maar juist Duitsch land, dat In oorlogs- en na-oorlogsjaren de gevolgen van een steeds dalende valuta aan den lijve zoo sterk heeft ondervonden, heeft zich bijna boven-menschelijke, inspanningen getroost (en tot nu toe met succes), om de nieuwe valuta op het goud-peil te houden. Van een eenvoud, welke verbluffend is, geeft het advies bliik van ir. Nobel. Deze betoogt: Er dient in de allereerste plaats een dam te worden opgeworpen tegen de prijsdaling, die een-gevolg is van het hamsteren van bankbiljetten en in de tweede plaats zal men diegenen, die het gevoeligst onder den crisis toestand lijden, zoo flink met geld moeten steunen, dat inderdaad van steun kan worden gesproken. Een doelmatig middel hiertoe schijnt mij het van Rijkswege in omloop brengen van muntbiljetten in zoodanige hoeveelheid, dat zij de gehamsterde bankbiljetten kunnen ver vangen en bovendien nog kunnen bijdragen tot een geleidelijke verhooging der prijzen. De regeering kan zich door middel van een wet doen machtigen, gedurende den loop van een jaar voor een bedrag van 500 millioen gulden aan muntbiljetten uit te geven en dit geld te gebruiken om geldelijken steun te verleenen aan de landbouwende bevolking, om alle werklooze arbeiders weer tegen een behoorlijk loon aan passend werk te helpen en om de ondernemers in staat te stellen het benoodigde kapitaal daarvoor te stichten. Bo vendien kunnen de gemeenten daarmede aan het noodige kasgeld worden geholpen en kan de uitvoering van openbare werken zooveel worden bespoedigd als mogelijk zal blijken, zonder een al te groote vraag naar sommige grondstoffen te doen ontstaan. Deze economische slmplicissimus, die munt biljetten blijkbaar voor goederen aanziet, maakt het een beetje te bar. Ook wie in 'deflatie niet alle heil ziet, kan alleen maar huilen over de lichtvaardigheid waarmee hier hèt middel tot inflatie wordt aangeprezen. Geen wonder, dat „Het Volk", van deze adviezen melding makende, zuchtend schrijft; Inderdaad, het lijkt heel mooi, maar als dat* bankpapier dan eens niet waard blijkt te zijn? Wat doen we dan, mijnheer Nobel, zegt u het eens! Zullen we dan niet met waardeloos papieren geld er nog naarder aan toe zijn dan nu met goedkoops producten? Neen, men houde het geld gezond. Althans, geen ongezond-makerij op de boven- aangegeven min nobele manier. Gclukwenschen van onze regeering. H.Ms. Gezant te Tokio heeft langs telegra- fischen weg opdracht ontvangen om aan de Japansclie Regeering de sympathie der Ne derlandsche Regeering to betuigen, naar aan leiding van de op den Keizer van Japan ge- pleegden aanslag. Bovendien heeft de ohef van het kabinet van den Minister van Buitenlandsche Zaken een bezoek gebracht aan den Japanschen Gezant om hem, in verband met de misluk king van dien aanslag, de gelukwenschen van genoemden Minister over te brengen. Zooals wij reeds meldden, is opgericht de Nationaal Soc. Nederl. Arbeiderspartij, zetel „De Binckhorst", Den Haag, voorzitter Adal bert Smit. Het „Volksblad" publiceert den volgenden oproep van den heer Smit j Kasteel „De Binckhorst". Den Haag, 2 Jan. 1932. Partij- en Volksgenooten. Heil Het thans voorbije crisis-jaar, de bittere bijnaam, die 1931 lang behouden zal in de weemoedige herinnering van millioenen, heeft toch één lichtpunt zien gloren in het eind van zijn dagen de nationaal-socialis- tische gedachte immers is óók vaardig ge worden over het vrijheidlievend volk der Bataven en Kaninefaten. In de balkenzolder-overwelfde ridderzaal van het onde kasteel „De Binckhorst" von den de eerste ridders van den nieuwen tijd zich te zamen om den kruistocht te heramen, die weldra qen.béir van vastberaden strij ders naar voren zou roepan om, bezield door wil tot verovering op. te trekken, door de lage dunden bij de Noordzee tegen den de stof aan- biddeuden geest van onze dagen, Ben kruistocht zeker achter kruis- gesierde vanen het kruisteeken van de levenbrengende zon het eeuwig wentelend rad het heil-belovende Hakenkruis. Het voetvolk in de steden en de vlekken wacht met ongeduld op de komst van hun leiders een maliënkolder van bewègelijk- beid sluit om moedig-voorwaarts-trekkende lijven. Een nieuwe geest, die de heldengedachte herroept in de hoofden van duizenden, voert de loten van germaanschen stam diep ln den schoot der wachtende aarde en opnieuw stijgt er levenskracht in het verdorde hout, dat de kroon der germaanscho beschaving dreigde te verliezen. Een nieuw en onbeschreven jaar wacht op de vervulling van een geheel nieuwen tijd de tot werkelijke hoogten voerende gedachte der Nationaal Socialistische beweging houdt de belofte in van hetgeen onze tijd behoeft. De Nationaal Socialistische Nederl. Arbei ders-Partij neemt voor Nederland de taak op zich, die de N. S. D. A. P. in Duitschland de N. S. D. A. P. in Zweden e.n hét Nat. Soil daristisch Verbond in Vlaanderen zich ge steld heeft d.i. den strijd voor vrijwording van vreemden Invloed herstel, van eigen cultuurvernietiging van de ons opgedron gen lévenshouding Winst als doel en ver vanging van dit begrip door Algemeen be lang voor eigen belang. ADALBERT SMIT. De Nederlandsche Hitier heeft den waren toon niet beet. Te veel „Germanismen" maar daar is hij uiteraard niet vies van en te langdradig. Maar alle begin is moeilijk. In „Ons Noorden (6 Jan.) schrijft de heer Hoeke WIerema uit Bolsward over 'n politioneel optreden in. den Kerstnacht tegen Katholieke kerkgangers, o.a.: „Toen de parochianen van Roodhuis, die hoofdzakelijk de landelijke bevolking van deze kleine plattelands-parochie uitmaken, zich vóór de nachtmis naar de kerk spoedden per fiets, per auto of wagen, werden zij opgehouden door de controle. Daar op den weg loerden met argusoogen de marechaussee's, om na te gaan of ieder fietser wel een fietsplaatje had. En vóór de Hoogmis verscheen ook nog een com mies en politie op 't tooneel. Schrille tegenstelling. Prikkelend optreden. Hier mag wel eens de vraag worden gesteld: wie is de acteur van dit bedrijf. Wie heeft deze miiKkiesche actie in scène gezet? Eischte het algemeen belang en de algemeene veiligheid op dien dag, op die uren een leiding van het publieke verkeer? Geen sterveling die zulks zal durven heweren. Werd het niet geëischt, was het niet noodig, dan is het tactloos optre den onder protest veroordeeld." MIJN HARDT'S SA LM IA K-TA B LETTEN Doozen 20 en 30 ct. Bij Apoth. en Drogisten Reel. 5117 DG VB 9! De secretaris van den Boerenbond voortvluchtig. Men schrijft ons uit Deurne: Dinsdag j.l. verliet de landbouwer G. P. te Vlierden zijn gezin met "de mededeeling dat hij zich naar Veghel begaf in zijn kwaliteit van secretaris van den Boerenbond om zaken te bespreken met de C.H.V. te Veghel. Tot groote verwondering keerde P. van zijn fietstocht niet terug en op Driekoningen werd vanwege de familie navraag gedaan of P. te Veghel was geweest. Dit werd ontkennend be antwoord. Intusschen werd van de verdwijning aangifte gedaan bij de politie. De burgemees ter van Deurne liet beslag leggen op do kas der plaatselijke afdeeling van tien. Boerenbond. Daarbij ls gebleken dat" een groot- gedeelte kas geld is verdwenen. Omtrent de verblijfplaats van P. wist men ons mee te doelen dat de voortvluchtige telegra fisch bericht zond dat hij verblijf hield in Kort- rijk, waaruit hij nader zou schrijven. BELEEDIGING OP EEN BRIEFOMSLAG. Voor de rechtbank te Assen stond terecht KI. B., lid van Gedeputeerde Staten te Assen, wien wordt ten laste gelegd dat hij in de maand December 1930 te Assen opzettelijk mr. N. S. Kalma, advocaat te Assen door een toegezonden geschrift heeft beleedigd door deze per post toe te zenden een briefomslag waarop bij wijze van adresseering was ge schreven: „Advocaat Kalma, advocaat in vuile zaken, Assen", welke woorden voor mr. Kalma beleedigend waren. Verd. ontkende den briefomslag te hebben geschreven. De deskundige dr. W. S. Hesselink zegt in de conclusie van het rapport, dat het eckfift van den heer B. is, terwijl de deskundige va" den heer B. dr. J. Schrijver te Amsterdam 0 de conclusie komt dat het schrift niet van ze afkomstig te. Het O. M. gaat met het rapport van - selink mede en eischte 25 boete o hechtenis. De verdediger van verd. mr, sterdam acht den Officier nie daar deze de dagvaarding r 9, R e" kend voor de instructie was ««loten Boven, dien acht pl. dat niet is aangetoond, dat verd. de enveloppe heeft verz°ndel1' Pleiter iet brieven °ver i er. chiUeil(|e „..^oiien, die verdachte tot vooraanstaande pei»°nc [ot zoo iets niet in staat ac Men meldt ons uit Amsterdam: Zaterdagmiddag omstreeks twee uur werd de brandweer gealarmeerd voor een middel- brand aan de Keizersgracht no. 89. In den aan vang liet het brandje zich niet zoo ernstig aanzien, maar al heel spoedig bleek, dat het "voor de brandweer uiterst lastig was den vuurhaard te bereiken. Eerst na twee uur lang met vier stralen water te hebben gegeven, was alle gevaar voor uitbreiding geweken en kon de brandweer er langzamerhand aan den- ken in te rukken. De brand is ontstaan in het onderstuk van perceel no. 89, waarin gevestigd is een maga- zijn van wassen étalage-poppen en vitrine- werk, toebehoorend aan de firma S. Muys Jr. Boven deze ruimte bevinden zich het kantoor lokaal en een showroom van deze l'Irma. Toen de brand uitbrak bevond de heer Muya zich nog op zijn kantoor. Even te voren was hij nog in het magazijn geweest en waar schijnlijk is een vonk van zijn sigaret in de in bet magazijn liggende houtwol terecht gekomen, met bet gevolg, dat deze aan bet smeulen ging- De brand ontwikkelde huiten- gewoon veel geeibï uineu rook, die door de deur van het onderstuk naar huiten drong en ook een uitweg zocht door de naden in den vloer van het kantoor. De brandweer arriveerde reeds na enkele minuten met veel materiaal De brandwachts, die onder leiding stonden, van hoofd brandmeester Brunet de Rochebruno, tastten het vuur krachtig aan, maar aanvanke lijk met weinig resultaat. Door den dikken rook, die door de deur naar buiten drong en in een vervaarlijke kolom opsteeg langs den gevel van het ge bouw, was het vooreerst niet mogelijk den kel der binnen te dringen. Zelfs de brandwachts, die voorzien waren van gasmaskers, moesten al heel spoedig hun pogingen opgeven. Er zat niets anders op, dan het vuur te verdrinken en het bluschwater werd dan ook met groote hoeveelheden tegelijk in het maga- -zijn geworpen. De witte stoom van het ver dampende water vermengde zich nu met de gele rookmassa's en het duurde niet lang of de geheel® gracht was gehuld in een mist van rook. Het gevaar van uitbreiding was nu spoedig geweken, want de hoofdbrandmeester gaf be vel een gat in den vloer te hakken en daar door werd eveneens water geworpen in den vuurhaard, die zich loodrecht daarónder bevond. Ook aan de achterzijde van het huis werd hét vuur aangetast, zoodat de b-rarul nu gfetóëél geïsoleerd' was; Panopticum op straat. In verband met een toch altijd nog mogelijke uitbreiding van den brand werd bevel gegeven de étalage-poppen, die zich nog m de show room bevonden, naar buiten te diagen. En spoedig zag men de spuitgasten leder met een pop in de armen van de s oep a dalen. Het verschijnen van al deze onverstoorbaar glim lachende gedaanten d e metlzaam bij elkaar geplaatst werden aan den weikant, veroor zaakte een algemeene hilariteit. De talrijk® toeschouwers, die aan den over kant on dekschuiten een plaats hadden ge zocht, i>egroet;ten iedere nieuwe pop met een hoera'tje- Al heel spoedig was op deze wijze een heel panopticum ontstaan aan den water- leant. waar de brandwachts blijkbaar groot vermaalt in schepten en dat de lachspieren van alle omstanders danig in beweging bracht. Het blusschingswerk vorderde intusschen slechts langzaam. De ramen werden door de brandwachts ingeslagen, teneinde het leggen der spuiten te vergemakkelijken. Voorzien van gasmaskers slaagden de brandweerlieden er »u ook in verder door te dringen in den kel- der. vuur was er bijkans niet te tién. De eenige vlammen, die in den rook een rossig scliijnsel verspreidden, waren die van de fak- Reis, die de manschappen met zich mee droegen. Na twee uur was de brandweer het vuur ge heel meester en konden enkele wagens weer inrukken. Het nablusschingswerk nam echter nog gerulmen tyd in beslag. Het gehece on er- stuk van het huis is uitgebrand Overigens is de schade, door vuur en water teweeg ge. bracht, echter gering. De heer Muys was ver zekerd voor tienduizend gulden. Vrij naar het Engelsch van FERGUS HUME 2). Als zij glimlachten beteekende dat een zeldzaam en kostbaar blijk van gunst. Een onverstoorbare kalmte in al haar gedragingen was een nagenoeg onafscheidelijk deel van haar opvoeding. Doch hier was een vrouw uit de Nieuwe Wereld, die daar was hij zeker vaD niet minder eerbied verdiende dan haar zusters in Sylvamië. Oostenrijk en Rusland, maar niettemin het leven van een heel verschil lend standpunt beschouwde. Allereerst was er voor Stirua iets merkwaardig boeiends in de volmaakte natuurlijkheid en het zelfvertrou wen van dit meisje, dat op dat oogenbllk met ai haar gedachten en energie bezig scheen met dat spel. Haar lippen waren een weinig vaneen, haar oogen schitterden, haar gelaat was een en al kleur en leven. Zij sprong achteruit en vooruit en danste en bukte met de verrukkelijke vrijheid van volmaakte gezond heid en kracht. En tegelijk nam zij deel aan de scherts, die over en weer over het net ge wisseld werd. altijd goed gehumeurd, altijd vroolijk. maar ook altijd persoonlijk, wat wees op een meer dan gewone vertrouwelijk heid tusschen de spelers van dit kleine groepje, Stirna zou heel tevreden zijn geweest, als bij daar had kunnen zitten kijken, tot het spel uit was. Maar opeens deed zich iets voor. wat hem ten uiterste verbaasd®. Op een kritiek oogwbUk mist® Eriito een moeilijken slag, eq, de jpngste en slankste van zijn beide tegenstanders wierp zijn racket in de lucht met een eigenaardigen uitroep van triomf. Ho-e-la! Ho-e-la! Stirna was bijna opgesprongen. Zijn bloed begon wild door zijn aderen te stroomen. Waar had hij dien uitroep vroeger gehoord? Hij nam den man op met een snellen en onder zoekenden blik. Met zijn olijfkleurige wangen, zijn zwarte oogen en donkeren knevel, zijn lichtgebogen neus. en zijn gemakkelijke en bevallige houding kon hij tot elk Zuidelijk ras behoord hebben. In ieder geval was hij geen Engelschman. Ho-e-la! Ho-e-la! Het vuur van den haat begon in Stirna's hart op te vlammen, toen die uitroep door het vertrek galmde. Zijn geheugen was snel en levendig. Hij zat nu niet meer op die kale zolderkamer naar die heen en weer snellende spelers te kijken, of naar hun vroolijk gesnap te luisteren. Hij zag nu geen muren meer om zich heen. Hij keek uit over zee en land, en zag dingen, waarvan de herinnering zijn polsen nog deed kloppen, en zijn hart deed trillen. Hij reed over de met sneeuw bedekte henvete. Hij was gehuld in militaire bontjas. Zijn sabel rinkelde aan zijn zijde. En een storm van sneeuw en hagel woei en stak hom in het gelaat. Beneden hem flikkerden lichten in een witte wildernis. Tusschen de heuvels vlamde de roode gloed der kanonnen. Het gedreun en gebulder van hot geschut weerklonk ln zijn coren. Langs den stellen pas reed hij omlaag, aan het hoofd van zijn troep, en het geluid van hun nadering werd gedempt door de diepe laag sneeuw. Dan het geraas van het samen treffen, da ademlooze opwinding van het ge vecht, en die luide strijdkreet van de mannen van Albanië en van die anderen ah, daar had hij het! Ilo-e-ia! Ho-e-la! Allah! Allah! Een zegekreet. Het spel was uit. Sara Roger wierp zich ia een stoel tuaachen haar vader en den hertog van Stirna, en Woei zich koelte toe met haar zakdoek. De anderen lachten en praatten met elkander. Eriito kwam terstond naar haar toe. Miss Roger, zei hij vroolijk, we zijn onoverwinnelijk. U hebt prachtig gespeeld, btirna, we krijgen nu dadelijk thee, en dan ben ik tot je beschikking. Hé, onze worsteling schijnt je geïnteresseerd te heDben. Stirna wendde wrevelig zijn oogen van Has san af. Hij glimlachte flauwtjes. Ja, zeide hij, nieuwe dingen zijn altijd Interessant. Nieuwe dingen en oude vrienden. II De thee werd gebracht door een bejaarden knecht in eenvoudig livrei. Het was misschien de meest inconventioneele thee-visite, die Stir na ooit had meegemaakt. Zij zaten door eikaar op stoelen en omgekeerde kisten, en voerden een tamelijk levendig gesprek. Brand wu* een journalist, die als oorlogscorrespondent met Eriito den veldtocht in Egypte had meege maakt. Mr. Roger was een rijke Amerikaan, die met zijn, dochter door Europa rondslen terde. Hassan bleef zwijgen, en Stirna kwam niets meer van hem te weten. Maar het wei nige, dut hij van hem wist, was voldoende. Brand kwam naast Stirna zitten. Hij was groot en knap, met scherpe oogen, en veT- weerde huid. Hij verschilde niet zooveel van Eriito, behalve dat zijn schouders niet zoo breed waren en hij had ook geen militaire houding. Ik stel belang in uw land, hertog, zeide hij. U maakt daar geschiedenis. Het komt me voor, dat het nog Europeesche geschiedenis wordt. Het zijn slechte tijden voor Sylvanië, ant woordde Stirna. Alles, wat we van Europa vra gen, is, dat men ons met rust laat. Als meu ons dat toestaat, zullen we ons zelf wel redden. Sara zag hom aan met onverholen belang stelling. Komt u van Sylvanië, hertog? vroeg zij. Stirna hoog. 11c heb daar mijn heele leven gewoond, zeide hij, en ik ken het beter dan welke plaats ook. Het is een zeer mooi land (ging hij voort) en het volk is er aan verknocht. Maar ik moet bekennen, dat vreemdelingen, en vooral u, die In Amerika bent opgevoed, heel waarschijnlijk van ons zult denken, dat wij buiten de 'beschaafde wereld staan. O, waarom? vroeg Waar bent u dan zoo achterlijk in? In alle gemakken, antwoordde hij. We hébben geen electrisch licht. Maar dat vind ik juist afschuwelijk, riep ze uit En geen trams. Die zijn vreeselijk! Stirna glimlachte kalmpjes We hebben nauwebjka een paar spoor lijnen, ging hij voort, -■ en de telefoon ia er zeldzaam genoeg, om een curiositeit te zijn. Zij lachte en gaf haar joege kopj« aan Brand. Prtmitlefheid is juist het verrukkelijkste wat er bestaat, zei ze En dan moot uw politiek ook buitengewoon interessant zijn. hebt revoluties, en zoo, !s 't niet? Ik 'begrijp u niet, Miss Roger, zei de hertog kalm. Wilt a mij misschien zeggen, wat u bedoelt? De couranten zijn allemaal zoo vaag, ant woordde zij. Maai men begrijpt er dan uit, dat Sylvanië in een otaat van polltieate onrust verkeert. Ik geloof, tót ze dat in Zuld-Amerika een revolutie zondes, noemen. De oogeu van Stirna schoten vuur. Een flaiuwe glimlach spoc-lde om Hassan's lippen. Er is geen er.kel punt van vergelijking, zei do hertog, ietwat uit de hoogte. Er is ook geen vergelijking mogelijk tusschen den stand van zaken ln een van de oudste en meeat historische landen van Europa, en dien in de paddenstort-staten van Zuid-Amerika. Het is waar - «"en ,hectt L<!U'ten Smaakt in Sylvanië en mm^ltóar onder moeten lijden. bijvoorbeeld, merkte Hassan kalm op- Sylvanië ls een land, waar net republl- keinsch Instinct tot dusver nog niet ontwik keld antwoordde Stirna. De mannen zijn er huiselijk er. brave landbouwers ot soldaten, -^fjj hebben maar weinig steden, <tte bedorven kunnen worden, en bij ons woroen er maar heel welig pogingen gedaan in de rtcntJng van een opvoeding, die van eerlijke menscnen be driegers en anarchisten maken. Misschien is dat de reden, waarom we onafhankelijk zijn 'gebleven, 'hoewel we rondom worden ingeslo ten door V8teche vrienden en openlijk® vijanden Stirna sprak met geestdrift, téfwJJi zijn don kere oogen r-oeiden, en zijn stom vop harts tocht trilde. Vooral het meisje sloeg iiem f®' levendige belangstelling gade. Voor naar was dit alles nieuw en ongelooflijk. Zij was gewoon aan mannen, die zelfbehecrsching ais bun voornaamste deugd beschouwde o, aan patriottisme van fakkeloptochten en voetzoe kers. Dit alles was zoo geheel anders. Het was, alsof iemand voor haar de bladzijden der geechiedenlv had teruggeslagenStirna behoorde stellig niet tot dit geslaiöbt. Eriito had zijn gelaat afgewend. Hassan was bezig een cigaret op te steken. Mr. Roger was even v-cribaasd ala zijn dochter. Toch had den de woorden van Stirna in zeseren zin op allen indruk gemaakt. Het. was Hassan, die het eerst antwoordde. Als het republikeinsche instinct tot dus ver nog niet ontwikkeld is in Sylvanië, merkte hij kalm op, hoe komt het dan, dat de familie Melo.no verbannen is, en er een republlkeinsch® regcoring gevestigd i»T Stirna zag hem vlak in het gelaat, en zijn oogen waren als die van een woeoenoen leeuw. johan van Melano was een ontaarde telg van een edel ras, zeide hij. Meer wilik niet zeggen van iemand, dien ik nog altijd als mijn koning 20,1 erkennen, als hU nog leefde. Hasean haalde zijn schouders op. U bent hier ver van Sylvanië, hertog, merkte hij scherp op_ u hebt toen zeker den eed van trouw afgelegd aan de republiek, des tijds, veronderstel ik? Neen! verklaarde Stirna op verachtelij- ken toon. Ik heb nooit dien eed afgelegd, en ook do tegenwoordige regeering niet erkend. Ep toch vonden zij goed, dat u in de hoofdstad bleef? vroeg Hassan. Er was niemand, die het zou gewaagd hebben, mij te vragen, om heen te gaan, ant woordde Stirna Wij %ll®en van den ouden adel van Sylvanië zijn in het land blijven wonen, zij het dan ook helaas in afzondering. En luistert u eens, mijnheer, ging hij voort, terwijl hij zich meer rechtstreeks tot Hassan wendde. U moest toch weten, waar dat slechte zaad van de republiek vandaan Kwam. Ik zal het u dan nog e0ns zeggen. Het was allemaal het werk van buitenlandse,ha spionnen, die met buitenlandse tl geld onder het uitvaagsel van Sylvaalö werkten. Het was niet oe keuze van het volk. Het was oproer listige omkoo. pertj vuile onderhandische pogingen vaa buitenlandsche staatslieden, die ooor verraad een land trachtten te verzwakken, dat zij niet openlijk tot den strijd durfden uitdagen, hoe klein het ook is. Br volgde een vreemde, gespannen stiBo Niemand dacht er aan, die te onderbreken. ZIJ hielden hun adem In, en wachtten. Het gei sprek, dat onschuldig genoeg ->egonnen w^ was nu een duel geworden. (Wordt vorvo

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 6