V'1 II' ROOTE DADEN EN GROOTE PERSONEN. tziïsrziï ^rtbzhek\had ftÊ OM TE KLEUREN KOND DË PRIJSVRAAG IX, EL GHAZI, ALLERLEI, MëT schaab en lijmpot. UIT DE OUE DOOS." ZATERDAG 16 JANUARI 1932 (dem grooten veroveraar. PASSEN EN PLAKKEN! De ©plos&iag. twaalf stuiver per plaats LETTERRAADSEL. v V 4 'N EDELMAN, DIE 'N HEILIGE WERD, 1750. Dplossiirag vam dem vorigs® rebws. Eem WAT ZIJN DAT? EIGEN WERK. Vrk. Weesp \jxo-m EH5 EEN WIJNGAARD VOL DRUIVEN. t reuz0n-belangsteiling geweest, zoowel oen- ala mn t^enstift.voerders. Het TO«mt heel wat tij-d in 'beslag alles behoorlijk f schiftea en te 'beantwoorden, maar volgende week komt de uitslag In ieder geval volledig in de courant. Wij zijn zeer benieuwd, wie er t <iie ■prachtige vulpen zal gaan strijken en jullie stellig niet minder! Mohammed II, bijgenaamd el Ghazi (ver overaar) ot Bujuk (de Groote), begon in 1453 met 400 schepen en 1GO.OOO soldaten de bele gering van Constantinopel, dat na een inslui ting van 53 dagen door een stormaanval werd genomen en verschillende dagen aan moord en plundering werd prijsgegeven. Drie dagen duur den de wreedheden voort en de woede der Tuirksche soldaten kende haast geen grenzen Onder de bewoners der ongelukkige stad be vond zich zekere Notaras, admiraal van ue verslagen keizer, 'n lafhartig, verraderlijk onrechtvaardig man. Gedurende het der Mohammedanen had hij zich schuYard, den, maar toen de lucht wat was opgU)tan begaf hij zich met zijn heide zonen w schat Mohammed en bood hem een ?r0" gteenen aan, bestaande uit zilver, goud,edestopt had in menigte en paarlen ook, die b'Ygdoende, de ergens in zijn paleis. Hij hoopte, w;nnen en genegenheid van den heerscber^ beide tevens 'n paar vette postje-^ eTenwel op, zonen. Hoe teleurgesteld k®^alc; toen de monarch tot b«m je aan mij te „Hond, die je beat! H«g heeft verleend, schenken, wat Allah mU We 0T6r heel deze toen hij mij mester rom schonk je mij stad met al haar bezi z0 nog aan jezelf kunnen toonen? Veel beter ha j nog gedaan, «Leer ze je aan je keizer had gegeven tij- Lnq het beleg, als bijdrage tot zijn oorlogs- fe°Li ik neem dezen schat, die mij rechtens Y-komt, in mijn bezit en van jon en je zonen il jk niets weten, want zoo slecht als je den keizer hebt gediend, zouden jullie stellig ook mij dienen. Dien keizer komt de eer toe, dat hii als een held te midden van de ruïnen zijner residentie ls bezweken, maar jullie zijt laffe verraders! Dadelijk daarop gelastte Mohammed zijn 1 ra wanten Notaras en zijn zonen gevangen te tten. 's Anderendaags werden zij drieën op bet marktplein van Constantinopel onthoofd. Vroeg laat wreekt God het kwaad indien Hij wacht, is het alleen om den zon daar tijd tot bekeerin-g te laten. 3 C.SS.C.C. Men ziet deze afkorting ^YiiY'pater P- namen van paters; dan staat r ,rangen Jansen C.SS.CC.. dat Wil ^Lumoruni Cor- is lid der „congregatio Henige Harten, dium", der congregatie m.egatio sancti Spi- Zoo beteekent C.S.Sp.. .Hiel 1 «en Geest en ritu: congregatie yan t]g8imi Redemptoris: C.SS.R.: Congregatio y .liggten Verlossers, de congregatie des A n_ die der paters RedcmPy- y pE CONFéSSIE 8oort vertrek, dat naar het ia liturgisch M telaar toegang geeft, hetwelk g.ra£ van ®en T is aangebracht. „Conféssor" onder het a bloedgetuige, martelaar. Het beteekent er niet mee bedoeld. De oudste Ylio" bevindt zich wel to Rome in Pint 'Yt abook eene in Sint Paulus-buiten-de- Tjet oii j>e7g beide confessio's zijn evenwel niet nUUe in liuu oorspronkelijken toestand. meer in u 19 C M B 31. geheim zinnig schrift, hè? Valt veel mee, wanneer ik je vertel, dat dit de Driekoningen- zegen en hun teeken is, hetwelk men voiral in Zuid-Duitschland wel aan de huizen, boven deuren of poorten ziiet sitaan. 1931 als jaartal en dan de namen der Heilige Mannen zelf: Caspar, Melchior en Balthasar. De Dom van Keulen bewaart hun prachtig reliekschrijn. Zelfs de Duitsclie keizers waren gewoon, na hun kroning te Aken, een bedevaart naar de heilige overblijfselen te Keulen te ondernomen. betaalden de bezoekers van het Londensche theater, waar de onsterflijke stukken van Sbaikespeare (1600) werden vertoond. Dat was dan nog wel voor de beste plaats op het too- neel 0f jn een ]0ge! Deze voorname bezoe kers mochten dan door de kleedkamers der artlsten hun zitje gaan innemen. Zij zaten op drie-pootjes en verdreven tijdens de voorstel ling hun verveling met rooken, drinken, kaar ten en moppen tappen op het mindere publiek beneden hen, „grondelingen" (groundlings!) gescholden!! 's Middags om drie uur ving het spul aan en 't was tegen den avond uit. Damespubliek zag men er maar héél zelden en de dames die er zaten, hadden steeds 'n masker voor om niert herkend to worden. Er werd som wijlen een taaltje uitgeslagen, dat 'n dragonder er nog 'n kleur van krijgen zou. Niets voor dames dus! HERTIEN arme priesters plaatsen zich telken jare voor den Paus, om door hem de voeten gewasschen en aan tafel bediend te worden op Witten Donuderdag, 'n herinnering aan de twaalf apostelen, die zich door Jesus de voeten lieten wasscben in de zaal van het Laatste Avondmaal. Maar waar om dan geen twaalf, doch dertien priesters? Dat vertelt ons Paus Benedictus XIV in zijn geschiedenis van Paus Gregorins den Groote. Deze laatste had twaalf priesters genood, maar telde dertien aanwezigen, tot zijn groote ver bazing; één van hen nam beurtelings de ge daante van 'n. grijsaard aam, dan weer dïe vam een jongeling. Het was een Engel des Heeren! „Hier spijst Gregorins twaalf grijsaards God ter eere, De dertiende zit aan, een Bode van den Heere". VONDEL'S LEVENSWANDEL wordt door dominee G. Brandt aldus beschre ven: Voorts droeg hij zich in al zijnen handel en wandel onbesprooken, zeedig, needrig, vreedt- zaam, zonder gewinzucht, en zoo maaitig om trent den drank, dat ik niet weet, of hem iemant ooit beschonken zag. Maar omtrent het eeten viel hij graaglh; (Vondel hli-eilid veel van goed en hartig eten) zonderling bijzonder) van hartige spijze, tot im sijnen hooghsten ouderdom. nok bij de R«>'ter m0€at 't eten altijd naar do pekel smaken!! Mijn geheel bestaat iflt acht lettors en is een hoog bergland. X 1 X 5 t X g X 1 X 8 X 1. Afkorting voor Karei. 2. 'n Jolig klauter-dier! 3. Onze onmiddellijke omgeving. 4. "Wat ieder kind graag lust. 5. Het gewicht van iets. 6- Klein meisje uit de naaste omgeving. Zestig minuten. 8- Afkorting voor „heilige". Hij werd geboren ergens in Savoye, op het graaflijk kasteel van Sales, dichtbij Annécy, de beroemde badplaats. Men schreef het jaar On- zes Heeren 1567. De oudste van dertien kinde ren was hij, en bracht zijn jeugd door in ver binding met de sclioone natuur rond zijn ge boorteplaats, die hem méér dan de in boeken opgetaste wijsheid den diepen zin des levens leerde verstaan. Parijs en Padua telden hem onder hun beste studenten, Rome zag hem en ook Loreto. Tegen den zin van zijn vader weid hij geestelijke (1593). Vier jaren na zijn H. Wijding zou hij doorbrengen arbeidend aan de moeilijke taak, de bewoners van de landstreek Chablais terug te voeren tot de oude Moeder kerk, een missie, die onder ontzettende moei lijkheden en bezwaren tot een goed en blij emde werd gebracht. In 1599 begaf Francois zich wederom naar de Eeuwige Stad en werd tot helper van den bisschop van Genève benoemd. In 1602 werd hij er zelf bisschop. Sterk was hij doordrongen van het zware ge wicht van dit H. Ambt. Steeds was hij op reis door heel zijn bisdom, predikend, vermanend, biechthoorend, de goeden aansporend tot vol harden. Des avonds, wanneer hij vermoeid van zijn verheven arbeid thuis kwam, lag meestal een stapel brieven op beantwoording te wach ten, een correspondentie, die de Bisschop steeds met evenveel zorg afdeed. Hij maakte geen onderscheid tusschen eenvoudige of def tige briefschrijvers, hij vleide niemand en trok voor niemand den neus op. Onder al deze be drijvigheid hield Monseigneur op andere plaat sen de vasten-predikaties, die steeds met zéér veel aandacht weTden gevolgd. Bij het einde van zijn edel leven, dat opbrandde voor het geestelijk welzijn van zijn evenmensch, mocht Saint Francois wël klagend verzuchten, dat hij nooit één heel en dag vrij was geweest om alléén te zijn met zijn hoeken. luidde het antwoord op vóór het altaar schaamd af! „die vriendschap houdt De vrager droop be- Eens op 'n morgen was de bisschop zéér vroeg opgestaan om aan een zaak van groot belan» te gaan werken. Hij riep zijn kamer dienaar om hem bij het aandoen van het bis- schormelijk ornaat behulpzaam te zijn, maar deze sliep zóó vast, dat niets tot hem door- droos- De Bisschop, die meende, dat hem gedu rende den nacht een krankheid of 'n ongeval was overkomen, ging naar zijn slaapvertiek, maar bevond niets anders dan dat zijn dienaar Woerden i!'ü ne uitgo- Dttmaal een moeilijker karweitje. wor<jen knipte zwarte stukken moeten ge plu cjvj, in een recht hóek van 10 c.M. lang «h rec]lt. breed. Uit het onbeplakte deel van dien hoek kijkt je dan een bekend grapPe aan. r>'ie1Calrue wijsheid, vol vertrouwen. Een <J;iar' waar alles valt en stort, En zoekt om weer op te bouwen, 11 geen storm verbijsterd wordt. De laatste maal, dat hij de II. Mia las, was op 27 Dec. 1622 te Lyon„ Daags daarna, des avonds om acht uur, werd hij opgenomen in de blijde eeuwigheid, waaraan hij „steeds met veel lief de had gedacht". Reeds in 1661 werd hij zalig, vier jaar later heilig verklaard. Nogmaals eerde hem héél de Katholieke strijdende gemeenschap op bijzon dere wijze, toen de Paus den Geneefschen bis schop in 1877 tot leeraar der kerk verhief. Eén zijner bekendste geschriften is de „Introduc tion la vie dévote", of „Inleiding tot het de vote leven", dat wel in alle beschaafde talen der wereld werd overgezet. Het gulden boekske toont ons in onberispelijk Fransch aan, dat de godsdienst moet en kan trillen door alle daden in ons leven, al zijn die op zich nog zoo onbe langrijk. De soldaat in zijn compagnie, de kun stenaar in zijn atelier, de edelman op zijn kasteel, do vrouw in haar huishouding, zij kunnen het allen met veel succes raadplegen en dit werkje zal nèt zoolang worden gewaar deerd als het inwendig leven der ziel de adel eens menschen zal uitmaken. De schrijfwijze, de stijl, wordt door een Henry Bordeaux gelijk gesteld in menig opzicht met d'ien van den be roemden Bossuet. De Engelsche schrijver, Leigh Hunt, heeft den heiligen bisschop van Genève genoemd den „gentleman Saint" den gentleman-heilige! Eenmaal bisschop van Genève, deelde S. Franoiscus zóóveel aalmoezen uit, dat men schier niet begreep, hoe hij deze uit zijn zoo bescheiden inkomsten kon bestrijden. Hij gaf maar steeds, zonder rekening te houden met de uitgaven zijner huishouding. Menigmaal zat de „intendant" of rentmeester zonder eenig geld en dan wilde hij monseigneur's dienst gaan verlaten, tenminste daar dreigde hij mee! „Meneer, u hebt schoon gelijk", antwoordde de heilige „ik ben voor geen verbetering vat- baaiMaar", vervolgde hij, den beheerder zijn borstkruis toonend, „zou men iets kunnen wei geren te geven aan de lijdende lidmaten van e6-L 1 <lie zicJl voor ons in dézen toestand wild© laten brengen?" Een andere Bisschop beklaagde zich op ze keren dag tegenover Saint Frangois, dat zijn I bisdom geen toereikende Inkomsten bood om de groote uitgaven ervan te bekostigen „Mijn bisdom" merkte de Heilige op „is mij evenveel waard als het? aartsbisdom van Toiédo in Spanje, het schenkt mij namelijk den hemel of de hel evengoed als liet diocees van Toiédo aan zijn bisschop schenkt; het hangt er maar alleen van af, hoe wij er voor zorgdragen!" Zéér slechte weersgesteldheid tijdens een reis door zijn diocees dwong den bisschop zijn toevlucht te nemen voor een onderkomen in de schamele hut van een arbeider. Verschillende dagen toefde monseigneur daar op niet veel mear dan water en brood, terwijl 'a stroozak hem tot legerstede diende. Iemand beklaagde hem om het ongemak, dat hij zoodoende had te verduren, maar de waardige prelaat gaf dien persoon ten antwoörd: „Is het dan zóó erg, als wy 'n paar dagen meemaken wat deze men schen heel hun leven moeten torsen? Wel verre van ons te beklagen moeten wij ons liever gelukwenschen hun armoede te déelen, waar door wij hen mede aansporen haar duldend te dragen!" Een adellijk beer, bevriend met den bis- i schop, verlangde van bem een kerkelijk ambt, waaraan bepaalde inkomsten waren verbonden. De Heilige achtte zich niet verantwoord dit ambt aan dien vrager te schenken, waarop deze den nobelen prelaat van onrechtvaardig heid betichtte, terwijl hij hem herinnerde aan hun langdurige vriendschap. „Mijnheer". den slaap der rechtvaardigen sliep! Hij liet hem rustig dóór slapen en zette zich aan den arbeid Geruimen tijd later ontwaakte de „valet- de-chambre" uit zijn diepe droomen, ging naar de studeerkamer van zijn meester en vond 'hem gekleed en wel, aan 't werk. ,En wie heeft U aangekleed?" vroeg hij nogal hoos. „Ik zelf! Daar ben ik toch zeker oud en wijs genoeg voor?" ,U had mij toch kunnen roepen? „Dat heb ik gedaan en zelfs méér dan één keert Ik ben bovendien nog naar je wezen kijken, of je soms wat scheelde, en merkte toen, dat je zéér gezond sliep. Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen je in die bezigheid te storen!" „U behoeft mij anders óók niet uit te lachen", mopperde de beleedigde kamerdienaar. „Best kerel", troostte hem de Bisschop, „ik lach Je heelemaal niet uit, ik heb alleen maar schik in bet geval. Maar voortaan zal ik je heusch zóó lang roepen, tot je wakker wordt en, omdat je er op staat, zal ik me ook niet meer zonder je hulp aankleeden Aldus eindigde de „twist" tusschen een Hei lige en 'n beperkt manneke! Den 29en Januari bidt telken jare de H. Kerk: „O God, die gewild hebt, dat tot heil der zielen uw zalige Belijder en Bisschop Fran- ciscus alles voor allen zou worden, verleen goedgunstig, dat wij, vervuld van de zoetheid Uwer liefde, geleid, door zijn onderrichtingen door zijn voorspraak geholpen, tot de eeuwi- S® goederen mogen doordringen." is een vrij net Steed je en taamlijk wel be woond. Men heeft er een bekwaam Marktplein. De Stad is ook bevoorregt met drie Jaar markten, of liever Paarden- en Beestenmark ten. Die van magere Beesten wordt gehouden op de drie laatste Woensdagen in de maand April. De Roomscli gezinden hebben er een Statie onder de Bediening van een Minder broeder. In den jaare 1732 zijn er 387 Huizen binnen de Stad en 128, zoo Hulzen als Steen- plaatsen, buiten de Vesten. Aan de Behoefti- gen wordt weeklijks, des Donderdatgs in den namiddag, Brood uitgedeeld. Er zijn twee Bur- gem eest eren. Schokland is, gelijk Urk, een klein Eilandje, ten Oosten van Urk in de Zuiderzee gelegen. Ennmeloord is het Noordelijkste gedeelte van het Eüand. De Huizen staan er op Werven, van Koemist opgehoogd, di emet Planken en Paaien wel moeten voorzien worden om hij Overstrooming het Water te keeren. (lat echter dikwijls in de Huisen vloeit. Veele Huizen zijn in 't mid den atgeschooten, boo dat ze door twee Huis- geoinnen bewoond worden. Dewijl de Ingeze tenen meest allen of, gelijk er getuigt wordt, behalven den Koster en zijn Vrouw, allen Roomoch zijn, hebben de Predikanten door gaans vergesefsche moeite gedaan om hem ter kerken te lokken of te belceeren. Sommigen der Ingezetenen drijven Handel In Graanen. Allo, jongens, jullie eens aan het werk om wat voor je kleine zusjes gereed te maken, n poppenkamer, waar ze veel plezier mee zullen hebben. Ridderlijk genoeg om je vrijen tijd daarvoor te geven? Had niet anders verwacht!. De kamer bestaat uit vloer en drie wan den. Fig. I stelt den bodem voor; II den ach terwand; 3 en 4 de zijwanden; alle maten in millimeters. De ramen worden aangegeven door 5 en 6, terwijl 7 de deur voorstelt. Ra men en deur worden apart gemaakt en buiten aan de zijwanden bevestigd, gelijk je onder op de teekening kunt zien. De wanden worden tot aan den bovenkant van deur en vensters met behangselpapier be plakt, waar je natuurlijk best een leuk pa troontje voor vindt. Daar boven komt weer wit papier; de scheidingslijn tusschen dit en het behang wordt aangeduid door een smal stukje zwart papier. ■■■■■■■■«■■uraaMBnifraBn'sivw "SS mmmi r.„ rr-n r._ _r; Iltwi =5.2: II II I1 (MM imii man iiaan iimi i Twee journalisten, waarvan je de namen niet hoeft te kennen, zijn eens opgetreden om avondturen door te maken als etrvul maar in! Oplossingen, liefst snel en per briefkaart, der geheele serie van vijf, aan postbus 8, Hil versum. Er wordt een mooi boek verloot. een klein Eilandje in de Zuiderzee bestaat ten deele uit Hooiland. Het "Westelijkste ge deelte is Weiland. Ieder Huisgezin mag echter niet meer dan twee Beesten weiden. Op het Eiland zijn verscheiden Waterputten van Zoet Water ten diensite van Mensch en Vee. Sedert ee-nige jaaren hebben die van Ur> zig ook van Schoorsteetien bediend, voormaals Met men de Rook ter Deur of ter Venster uitvliegen. Aan lasten moeten zij opbrengen 100 Gulden tot de Weidde van den Predikant en 200 Gulden voor den Schoolmeester. Naar maate van het Getal der Ingezetenen, plagten er veele Roomschge- zinden' te zijn, doch men vindt er thans geen één RoomsChgezinden. De Ingezetenen zijn hieT allen Vissoher», V olendam legt tegen den Zeedijk, een klein half uur gaans van Edam. De Huisen neemen hier jaarlijks toe en de Buurt is zeer volkrijk. De Ingezetenen zijn meest RoomsChgezinden, doclh eenvoudig en opregt dn Handel en Wandel. Zij geneerien zig met vissdhen, waar toe hier Honderddertig Visscbuiten, Botters, genaamd gevonden worden. Beverwijk is een open Vlek met Stederegt. Beverwijk is eene verkorting van Bedevaart- of Beevaart- wijk, naar de menigvuldige Bedevaarten, die er oudtijds plagten te geschieden. De Ingeze tenen hebben hier hun bestaan uit de omgele- gene Tuinen, waar van de VelzeT-kersen en an deren zeer smaakiijk zijn. of, gelijk anderen schrijven, Wezop, de aanzien lijkste der drie Steden, die in of omtrent Gooi land leggen. Het Stadhuis, staande op de Greb be aan een steenen Brug, met een fraai Voor plein werdt in den jaare. 1634, vrij deftig ge bouwd doch in den jaare 1660, merkelijk ver groot. Het pronkt met een doorlugtig TooreiUje De Statie der RoomsChgezinden in Weesp wordt bekleed door een Werelds Priester. In Wieesp plagten voor deezen veele Brouwerijen en der zei ver Bieren zeer vermaard te zijn, boo binnen als buiten 's Lands, doch deeze Neerlag is genoegzaam geheel vervallen. Men heeft er dertig Branderijen, met Vijfenvijftig ruige Ketels, waar toe tien Moolens in gang zijn. De Lakenweeverij wordt ook In Weesp geoeffend. De stad Graave (a. d. Maas Graave, Graaf, of de Graaf legt ruim twee Uuren gaans ten Zuidwesten van Nimwegen, en kan in een vierden deel Uurs rond gegaan worde, doch is zij zeer sterk, uit hoofde van haare' gelegenheid. De Vestingwerken bestaan uit vijf goede Bolwerken, die door vier halve Maanen bestreeken worden. Men heeft te Graave Nonnen van S. Franclskus Orde, die haar Klooster bewoonen, en deszelfs inkomen blijven genieten, mids dat ze eene jaarlijksche erkentenis voor deeze gunst aan den Raad ces Prinsen van Oranje, in den Haage betaalen. r n De vloer wordt gebeitst en in de was gezet. De ramen krijgen „beelderige" gordijntjes, zoodat er alles fleurig uitziet. Volgende week komt de verhuiswagen voor met de poppenmeubels! We zullen ze netjes installeeren, de lievelingen van kleine zus! Zij nemen haaren Godsdienst in een Kamer van 't Klooster waar, die egter te klein is, om alle de Roamsdhigezinden van Graave te vervatten, welken daarom nog een ander Kerkhuis ,tot het pleegen van hunnen Gods dienst vergund wordt. De Algemeene Staaten hebben, in 't jaar 1731, beslooten, dit Klooster te laaten uitsterven. Hilversum is het grootste Dorp van Gooiland, hoewel het in het uiterlijk aanzien zou schijnen kleiner dan Huiizen te zijn. De Heuvels, welke rondom Hilversum leggen, leveren zeer nangenaame Verschietigezigten op. Het jaar 1672 is mede voor dit Dorp zeer ongelukkig geweest. In het laatst van de maand September, werdt het door de Franschen geheel en al uitgeplunderd, of het overige, dat zij niet konden medenee- men geheel en al vernield. Laaren dat voor het oudste Dorp in Gooiland gehou den wordt, is -tevens geen der onvermaaklijk- sten in deeze Landstreek: het is Boomrijk, vol Akker en met Hoagitens amringdl, die alle zeer vrugtbaar zijn in Graangewassen. De RoomsChgezinden willen, dat op het Laarder Kerkhof verscheiden Mirakelen zouden gebeurd zijn en men zegt, dat ze er somtijds hun aan- dagt bij wijize van Bedevaart verrigten. en als gereed om geplukt te worden, deed Jean Fauste Cudlingen, een Duitscher, opdoe- men voor een gezelschap en dat nog wel mid- den in December! De aanwezigen moebten echter niet van hun plaatsen komen en geen enkele vrucht afsnijden, aldus was overeenge komen. Toen nu de wijngaard verscheen, greep ieder naar zijn mes, in afwachting van Cudlingen's permissie. Na eenige oogenblik- ken deed de goochelaar echter het tafereel verdwijnen. Iedere gast bevond zich toen met zijn mes gewapend in de ééne, in de andere handden neus van zijn buurman, zoo dat, wanneer Cudlingen verlof had gegeven, een aantal neuzen als trossen druiven waren gevallen! door Tonny v. L., Waalwijk. Het geheel ia 'n zin van 59 letters. 28, 12, 20, 49, 53, 2, 57 is 'n viervoetig dier, dat vooral in 't Noorden voorkomt. 6, 27, 51, 38, 13, 22 is 't tegenovergestelde van laatste. 52, 2, 28, 15, 35, 39, 17, 21 is 'a heerlijke tijd, in de maand December. 14, 15 is bevroren water. 33,47, 7, 8 geeft 'n ander woord voor 100 jaren. 40, 3, 38, 30, 48 is 'n groote fabrieksstad in Duitschland, in 't Rijnland. 44, 19, 1, 29, 45, ,37 begint om 12 uur op den dag. N Eigen haard is goud 23, 45, 45, 43, 49 46, 24, 31 is 'n nuttig huisdier. 37, 42, 10, 33, 41 58 is 'n voorname stad in Zwitserland, vooral in den tegenwoordigen tijd. 43, 45 is 'n deel aan 'n mast van 'n schip. 11, 56, 59 'n an-dor woord voor kip. 16, 7, 25, 55, 30, 32, 34 is 'n plaats in 't Zuid-Westen van Noor-d-Brabant. In 'n 26, 43, 36, 9 of 50, 4 dient men de soep meestal op! 37, 45, 18, 16, 5, 54 loopen niet, maar wag gelen! Tonny heeft dat netjes voor mekaar ge bracht! Alleen wijs 'k er even op, dat blijkbaar de spelling-Terpstra wordt gevolgd, (de in plaats van den), dat no. 33 voor die groote stad in Zwitserland 'n krijgt, dus met „scherp accent" en dat dat soep-meubel wèl zoo wordt uitgesproken door velen, doch geschreven: ter rine! Eti ga nu je gang maar. Bestemd voor de jongere garde. I tusschen het groen van bóomen en ran he* Denk aan héldere kleuren en maak verschil gras, het laatste ie meestal lichter!.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 7