am UIT BABys DA6B0EK l#f, f's KATHE KRUSE OYER HAAR LEVEN. HÈ:É SS m NAAR DE VOLMAAKT HEID. ;en goede gedachte voor SATERDAG 23 JANUARI 1932 'Tl IN DE KEUKEN. WAT ONS INTERESSEERT. ELKEN DAG. Zet Uw sympathie voor De Maasbode om in een daadVer geet niet te zorgen voor UW nieuwen abonné HOE ZIJ EEN BEROEMDHEID WERD. m 1ÉÉL Yrijdag MODEPRAATJES. „In het Boek der Boeken staat geschreven: „meest volmaakt gelijk mo Vader In den hemel volmaakt is.. (Math. 58)." Maar dat Is toch onmooglijk! Daar, staan we nu met ons goede gedrag van nijvere huisvrouwen en brave moeders, met ons daaglükoch rapport van 1000 en 1 plicht jes. Én dat schijnt zoo wat nihil te zijn bij datgene wat van ons verlangd wordt. Wij, katholieke vrouwen, zijn van onze prille jeugd af door goede en degelijke moe ders, ervaren Ieeraressen opgevoed: wij zijn meer of min getraind door het leven, de er varing, en niet 't minste door de ruwe, zor gelijke tijden, tegen wil en dank moeten we al zoo wat een stalen kaart van allerlei deugden 2ijn. We zijn ijverig, we zijn van nature, mis schien noodgedwongen zuinig, we zijn prak tisch, erg praktisch, t kan aangeboren zijn of geleerd), we zijn toonbeelden van orde, net heid, zindelijkheid, we zijn de meest frappante voorbeelden van efficiency. Heusch dat zijn we. En als wij huisvrou wen eens, laat zien, twee ,drie jaren teruggaan, voor sommigen misschien maar één jaar, en wij vergelijken onze levenswijze van toen 'met nu! Wat 'n verschil, hoeveel, dat wij toen niet dachten te kunnen missen, hebben wij lang zamerhand geleerd te ontberen. Wij zijn er niets minder om, integendeel, wat wij eertijds niet telden, is ons mi een verheugenis En dat 't voor de jeugd een zegen is, lijdt geen twijfel. Veel en veel eenvoudiger zijn de levensbe hoeften, om niet van weelde-eischen te spre ken, geworden, 't leven gaat voor de meesten eentonig z n gang: opstaan, zorgen, (ochtend, middag, avond), ter ruste gaan. Maar zij doen alles mot een zuivere meening ter liefde Cods en dragen berustend haar soms zoo zware lot. Er zijn er zelfs, die zóóveel en zoolang ge tobd, gezorgd, geduld hebben, dat ze alles als van zelf sprekend beschouwen en 't vreemd zouden vinden, haar kruisjes te missen. Anderen, die noch onder malaise, noch cri sis te iijden hadden, zijn toch zoo zeer door den eenvoucisgeest aangegrepen, dat zij het voorbeeld van hooger hand navolgehd, geen feesten noch partijen geven. Anderen voelen zich lichtelijk beschaamd en durven niet te leven, alsof er geen vuiltje aan de lucht is. En ook zij leven waardig en ingetogen een voorbeeld stellend aan allen, die weder tot haar opzien. "We zijn in dit opzicht echter kuddediertjes is de belhamel over den dam, dan volgen de anderen ten goede of ten kwade en in dit ge val mag men ons niet laken. Als wij allen, eens veel minder eischen stel den, maar dan ook allen, hoe anders zou de wereld er uit gaan zien. Momenteel is het zelfs gemakkelijk eenvoud en zuinigheid te betrach ten, nu al-les zooveel goedkooper is, maar t grootste deoi der bevolking zucht, daar het de njïB5é4?c.tea van harden arbeid en vlijt nu voor gedingen prijs moet laten, waarmede voor. kort jKfefPSR: verdiend werden. Eij nu mogen wij met eenig leedvetrmaak ons verblijden, dat al het moois en kostelijks, dat ooit ons neus voorbijging naar het buitenland, nu voor een prikje het onze is, degenen, die het treft, zijn er toch maar gebroken en geslagen onder. Aan ons de dure plicht, thans ons Hoü- landsche fabrikaat te steunen, vóór alles. Al weer n verplichting meer op ons boekje, waar wij het vroeger zoo nauw niet namen. Maar al streven wij naar de gedwongen deugden onzer dagen, en nog zoovele andere, zijn wij bij lange niet volmaakt. Toch, wij moeten het worden, al schijnt dit niet naar buiten, zóó dat mettertijd onze Za ligverklaring zal worden aangevraagd. Er loopen méér stille heiligen rond dan wij vermoeden, eenvoudige werkers, simpele huis moeders, Opofferende zielen. God zal niemand beproeven boven zijne krachten, en niet het volmaakte vergen, zoo wij het niet kunnen hereiken. Maar hoe dan wij, gewone wezens, vol «wak heden, nalatigheden en gebreken? We mogen wel halve heiligen zijn? Half, mevrouwtjes? Wol, neen: heelt Wij beginnen 's morgens vroeg onze goede meening te maken: alles voor U o God! En help mij alles zoo volmaakt moog- lijk te doen. Dan zijn we al een heel eind op en> al.3 wij nu en dan door den dag, deze opdracht hernieuwen, dan gevoelen wij ook die geheime maar onverstaanbare stuwing tot het vol maakte. Dan, alles aanvaarden wat komt, kalm en blijmoedig, niet morren noch tegenstreven, doen wat noodzakelijk gebeuren of gedragen moet. Verder: bidden. Het hoeft niet zoo lang te duren, niet iedere huisvrouw is in staat ter kerke te gaan, dat ware voor menig een feest, een oase in de woestijn van haar beslommerin gen. Een eerwaardig oud geestelijke, zoo'n eohte gemoedelijke Brabander zeide eens: „een kort gebed en een lange meiworst, dat komt de wSfke's toe!" Hij bedoelde bet zoo goed en kende zoozeer de nooden der Brabantsche vrouwke's. Begin toch nooit een dag, zonder gebed en door den dag, benut een minuut 'n seconde om fe bidden. Gedachten zijn snel als het weer licht; 'n schietgebedje is 'n ademtocht der ziele, die slechts 'n oogwenk vraagt om op te stijgen! Even in 'n moeilijk oogenblik, in de eenzaamheid de knie gebogen, geklaagd, ge schreid 'n enkele traan, 'n akte van onderwer ping, wie onzer kan dat niet? Abonne A. Tl. te Leiden vraagt: hoe moet een wit en zwart bont, hetwelk door het dragen vuil is geworden, wederom helder wit gemaakt worden U doet het beste zoo het zwarte bont niet van het witte scheiden kunt, het witte bont voorzichtig met warme zemelen in te wrijven, laat ze eenigen tijd inzitten, en klop het daarna buiten uit, u klopt aan de achterzijde tot zich geen sporen van zemelen meer vertoo- nen. Is het bont niet helder genoeg, herhaal dan de behandeling. Lnkt deze methode niet, wend U dan tot een vakman. Abonné J. M. L. te Rotterdam vraagt wat er al zoo noodig 13 om een jonge huishouding in te richten. In ieder geval heeft U een uitzet noodig, lijf-, bed-, huishoudliunen. De goedkoopste tot de duurste meubelmaga zijnen leveren gewoonlijk de benoodigde woon- siaap-kamer, zit-kamer in eene combinatie. U kunt dit ook uitbreiden met heeren of stu- 1 eerkamer, logeer-, dienstbo-denkamer enz. Keukeninrichting vindt U compleet in de magazijnen voor huishoudelijke artikelen. Eventueele zolder en kelder, bevatten droog- rekken, vuillinnenkis-t, brandstofbergplaatsen, provisa ekasten. In nadere détails treden gaat hier niet, we gens de beperkte ruimte. Eventueele leveranciers zullen U volledig in zicht geven: U kunt overal advies en prijsno- teeringen bekomen. Een ander abonne D. M. vraagt, hoe een bad waarin veel gebaad wordt achter elkaar, eens n extra beurt te geven. De eenvoudigste meest doeltreffende manier is de volgende) Leg een witten lap ln paraffine en laat dit er goed intrekken. Daarna doopt men de lap ln zout en wrijft daarmede het geheele bad tot allo vlekken en aanzetsel verdwenen zijn en vervolgens wordt het bad uitgespoeld met schoon warm water. Deuren en ramen der bad kamer openzetten om de paraffinelucht er uit te laten trekken. Voor diep ingetrokken randen of kringen, neemt njen gemalen badsteen, maar men mag dit niet te dikwijls herhalen, omdat heit emailie dan wordt aangetast. Abonné L. C. te Oss verzoekt ons nogmaals het recept voor vloeibare zeep te plaatsen. Gaarne voldoen wij hieraan: Het recept luidt als volgt: Sapon viridit EO Solvé lini calore in spirit vini 250, filtra ed adde ol lavandul 3, ol birgamoth 3. Misci d.s. vloeibare zeep. Oproep. En nu een „kunt U mij ook zeggen" aan onze lezeressen. Een abonné uit Limburg schrijft: Op een verknoping van olieverfschil derijen werden schilderstukjes verkocht voor stellende eendjes, in, om en nabij vijvers. Men beweende dat de maker een Amsterdamsch artist is welke er een keurbende van eenden op na houdt levende modellen voor zijn produc ties. Kan iemand ons aan bet adres van dezen artist helpen? De schilder Is te Amsterdam woonachtig. Bij voorbaat dank. HUISMOEDER. □HO Dat men bij het verrichten van kcukenwerk- zaamheden een zeer eenvoudig kleed moet dra gen, dat gemakkelijk te reinigen is. laat zich begrijpen. Maar zelfs het soberste kleed ver langt het dragen van een schort, omdat al te gemakkelijk vlekken worden veroorzaakt, 'n Sch&rt is veel gauwer gewasschen en weer schoon Een huishoudschort moet gemakkelijk zitten, naar den vorm ongedwongen zijn en uitmunten door soepelheid. Dit wil evenwel niet zeggen, dat steeds weer de modellen van vroeger moe ten aangehouden. Moe vreemd het wellicht ook klinken zal, feit ie, dat de laatste mode tot zelfs op de schorten haar stempel heeft gedrukt. Als gevolg daarvan worden de nieuwste schor ten zóó vervaardigd, dat ze met geringe moeite geheel en al los te maken en open te leggen zijn. Dit is voor het reinigen van groot belang. Omdat het niet noodig is, dat het schort het kleed geheel en al bedekt, zijn de laatste, modellen bijna alle driekwart lang. dus korter dan het toiletje. 'n Lijfje mag nimmer er aan ontbreken, want bij het bukken over dampende pannen, het schoonmaken van groeten, het bereiden van koekdeeg etc., of bij het afnemen van een ge bruikte schaal of schotel, voorkomt het vlek ken. ..Ook moet een schort steeds juist passen, de- goede vorm is door een smullen band, dien men zelf bindt, te bevorderen. Voor de chique moet men op 'n schort nooit zakken maken; ze zijn uitsluitend bestemd om sleutels, 'n zakdoek, enz. er in te bewaren. Met zal nu wel duidelijk eijn. dat ook bij de schortenniode de „nieuwe zakelijkheid" tot leit- motief is gekozen. Op de plaat beelden wij eenige schorten van de nieuwe „richting" af; de eerste ls in het midden dichtgeknoopt en uiterst handig is het gebruik, vooral als afzonderlijke, van boven en onder gesloten gummimouwen er bij worden gedragen. Daarnaast 'n door smalle bandjes vastgebonden, iets klokkend lijfjesschort met band en grooten opgestikten zak. ln 't midden een door z'n snit lang niet alle- claagsch type met een lijfje dat den hals nauw omsluit en uitloopt in een spitse punt, van waaruit de klokbanen loopen. Een, hiervan zeer verschillend model, is dat der voorlaatste figuur, een op en top zakelijk schort. Gracieus en voor jonge vrouwtjes uiterst ge schikt is het schort met sjaalkraag, zakvormi- gc volant en korte pofmouwtjes der laatste sil houette. De R.K. Kraamverzorging te Rotterdam gaf ons dezer dagen een vriendelijk telefoontje om hartelijk te danken voor de regelen door Helle nen in den Nieuwjaarswensch aan hare uit zend koffers gewijd- Triomfantelijk gaf zij ons te verstaan, dat weer verscheidene koffers dis ponibel zijn. Dus a.s. moedertjes en ook de meer ervare- nen; voorziet U toch tijdig van de bruikleen dezer koffertjes. Zo worden steeds vollediger. Voor de som van twee gulden (zoo u wenscht meer) kunt U deze schatten gedurende tien dagen tar bezichtiging en copieering ontvangen. Adres Goudsche Singel 203, telefoon 12012. De handwerkclub van de Graal, Mathenesser- laan te Rotterdam gaf twee eigengemaakte wiegjes cadeau aan de Nieuwe Kraamzaal van het t vranciscus Gasthuis te Rotterdam. koge dit voorbeeld door velen gevolgd wor den, ook voor andere, de zoovele arme moeders en zuigelingètjes helpende inrichtingen. CRONICA. XII. Hè, hè, we zijn gelukkig allemaal weer ge wend: pappie aan z'n .werkje, mam aan d'r boerenkool met worst, Leentje aan d'r luiers en ik Nee, ik niet. Ik kan opa en ai wat des opa's was nog niet heelemaal ver geten. Wel ben ik al stukken zoeter. Ik huil nu alleen nog maar, als m'n portie op is, of m'n flesch leeg en als me iets hindert. Zooals van de week! Ja, toen was ik niet erg pruts. Ik had „diarrhea" en moest af en toe overgaven Nu zegt 't Duitsche spreekwoord wel „Speikin der sind Gedeihkinder", maar dat zijn da,n ze ker alleen maar Duitsche babies die daarvan gedijen. Ik werd er tenminste slap en akelig van, en, als mam me in 't bad deed, zong ze inplaats van m'n lievelingsdeuntje „ich heb 'ne alte Tante": „Tante Griet wat wordt je mager''. Nou, toen moest ik natuurlijk weer aandik ken. In plaats van de smurrie slappe thee en dergelijke die ik tijdens m'n diarrhee periode te verzwelgen kreeg, geven ze me nu dikke pap met room Daar heb ik natuurlijk geen bezwaar tegen. Ik krijg nu, als ik wak ker wordt, pap met een theelepeltje room. Ge- woon zalig. Dan, als ik uit m'n badje kom, een portie groente, met de gebruikelijke appelmoes, aard- appel plus klontje boter. Dan 's middags weer pap met room, 's avonds bruine boonen met appelmoes en bouillon en, voor ik definitief ga slapen, weer pap met room en levertraan. Alles bij elkaar krijg ik dus drie theelepeltjes room per dag. Nu boft mam er weer bij dat zoo'n klein maatje niet te krijgen is, want nu neemt ze iederen dag een heel flesclije, en smult de heele familie mee. Net zooals ze allemaal van m'n Birkenwasser meegenieten. Ieder hoofd dat zich over me heen buigt ruikt er naar 1 En van m'n bouillon profiteerem ze ook, want van het vleesch maakt mam altijd zalige schoteltjes, met kerrie en weet i-k wat alle maal. Enfin, als ik m'n porties maar naar binnen krijg, moeten ze 't verder zelf maar weten. Ze hebben ook nog iets mals met me gedaan toen ziek was. Mam kwam op een goeien dag met een lange pin aanzetten, die doopte ze even voor een klein deel in de vaseline, en dat geval werd toen zoo maar in mijn lichaampje gepord. Mam zei, dat heette „ree- taal koorts opnemen". M'n beentje hield ze stijf vast. Mam keek toe hoe het kwik steeg en toein het stil bleef staan trok ze de pin weer uit me weg. Ik had 37 gr. zei ze, en dat was mooi. Onder 37.2 heb je als baby blijkbaar geen verhooging. Nu zijn. er wel kindertjes zei mam, die direct ontlasting krijgen, als je zoo temperatuur bij hen opneemt. Dus dan moet je 't anders doen. Dan leg je de thermometa» in de lies en druk je het dijbeentje zoo vast tegen het buikje aan dat het kwikzuiltje ingesloten ligt. Dat kan natuurlijk ook, dat snap ik. Maar nu geen ziekte-praatjes meer, ik ben veel te blij, dat ik weer gezond ben. Even iets mals vertellen "We had-den vandaag visite. Maar gekke men- schë-n als dfit tóch warehTé 'zot denken 't zijn babies, maar dan heele groote. Ze zei den precies dezelfde dingen tegen elkaar, die de omajen altijd tegen mij zeggen, met net zoo'n lief zacht stemmetje. Ik begreep et niets van. „Die menschen" vertelde mam later waren verloofd Ze zei, dat zij vroeger net zoo gedaan had met pappie, nèt zoo gek. Toen was ik er nog niet. Wat jammer. Gisteren kwam grootvader ineens naar me kijken. Hij riep er over, dat ik zoo zoet was. Wees nu maar eens niet zoet als je groot, vader op bezoek is, als je aan z'n baard mag trekken ik ging er heelemaal aan hangen en als hij dan slotte nog vraagt waar je spaarpot staat Vanmorgen zijn we weer gaan rijden. „Wat een zomersch weertje" zeiden alle moeders tegen elkaar, 't Was ook weer echt fijn op 't Apolioiaantje. Daar ontmoette ik ook m'n windje Kees. Die was met z'n moeder tante Mlep 't ivande-len. Wan-t Kees is een paar ji.ai ouder dan ik en loopt al. Toen zijn we met z n vieren verder gegaan. Kees riep maar aale-aaie, kintie aaie en gaf iederen keer met zn groote hand een veegje over mijn wang. De mamsen vonden 't een idylle. Toen ik thuis kwam, vond ik een gek R-pel. letje. 't Was iets gouds, dat op den muur zan. Ik wou het grijpen, maar kon het maar niet te pakken krijgen. Mams zei het was een zon. nestraal. Flauw speelgoed eigenlijk. Ik ken ook weer een nieuw kunstje. Als do groote menschen de deur bij me uitgaan, zeg. gen ze altijd: dag, d&kg. Dat kan ik nu ook zeggen. En nu heeft Leentje me geleerd om gelijk mot dat dèg te wuiven met m'n handje. En <lat.ltan lk nu ook. Leentje heeft er zoo. veel lijd aan besteed, dait ik gisteren geen een schoons luier meer hadJa, toen waa mams wel boos. Maar ik vind Leentje lief. Vannacht heb ik me bepaald onhebbelijk aangesteld. In plaats van „diarrhee" had ik nu „obstipatie' (wat een stadhuiswoorden!). En daar was ik vreeaelijk lastig van. Ieder uur organiseerde ik een enthousiast gekrijsch en ieder uur haalde ik mam uit d'r bed! Eén keer liep ze zoo te brommen op weg naar mo toe. Ik moest eens even luisteren wa-t ze be weerde en toen hoorde ik dat ze een versje opzei. Van Goethe nog wel! „Heil dom Weib, das daran sicih gewöhnt, dasz kein Weg ihm zu sauer wird, und die Sfunden der Nacht ihm sind wie die Standen dea Tages....'' Mam zei die Inspiratie zou wel over oom Goethe gekomen zijn toen hij zelf lekker warm in z'n bed lag! - Zoo zijn de mannen! BABY. Zondag Zorgt dat gij zelf inwendig rustig zijt, want het is vergeefs deze elders te zoenen. LA ROCHEFAUCOULD. Maandag. De roem is een grillige vrouw, zij wijst hen af die haar met al te slaai'sche knieën het hof maken. KEATS. Ook versterven voert tot volmaaktheid! Is ons leven niet boordevol gelegenheden, uiterlijk en innerlijk, als we maar zoo verstandig zijn 't te willen zifen, te benutten En last not least: plichtsbetrachting, in naastenliefde, huwelijksdeugd, plichten van staat en alle andere deugden, die het leven zelf ons daaglljks VTaagt, ja afdwingt. „Volmaakt" zijn in alles' of minstens er naar streven. Dat is wat God van ons vraagt, onze roepning enons kunnen'. En dan in allen ootmoed bedenken, dat wij dat alles uit ons zeiven niet of zeer gebrekkig maar met Zijne Hulpe wel vermogen, dan zijn we bes-liet een aardig eind in de richting! Een goed begin, is 't halve werk! HELLENEN. Een interview met Kathe Kruse had ik me stellig voorgenomen. Maar ik kon het gevoeg lijk van mijn agenda schrappen, want met haar, al3 gast in hetzelfde huis, wist ik na een allergezelligste lunch en dito theeuurtje al veel meer van het leven en werken van deze wereldbekende vrouw dan ik bij mogelijkheid zou kunnen neerschrijven. Dit koffiedrink- partiitje was een verrassing van mijn Amsterdam- eche vriendin, die me vaag beloofd had om te trach ten me een inter view met Kathe Kruse te bezorgen. En nu had ze 't zoo gearrangeerd, dat ik bij aan komst deze be roemdheid in le venden lijve bij haar aantrof. Toen ik hoorde, wie het kleine vrouwtje, dat zoo beha-gelijk In de diepe easy-chair weggedoken zat, wel was, bleef ik sprakeloos van vèTbazing! Kathe Kruse. Wat overigens heelemaal geen bezwaar op leverde, daar de eeregast zóó welbespraakt was en haar verhalen dermate boeiend wa ren, dat het overige gezelschap er gerust het zwijgen toe kon doen! Oorspronkelijk ging de liefde van deze be gaafde vrouw uit naar het tooneel en nauwe lijks 15 jaar oud debuteerde ze in het Lesslng- theater te Berlijn. Zij ondervond geenerlei te genwerking van haar vader, een dichter, die uit noodzaak zijn leven sleet op de kantoor kruk en zijn kind het leed wilde sparen, dat zijn ei-gen leven verwoest had. Het was echter maar een korte vreugde, want nauwelijks 18 jaar verdween de kleine „ingênue" van de planken om in het huwelijk te treden met den veel ouderen en toen reeds beroemden beeldhouwer Max Kruse. „Het kwam als een droom over me! Ik kon maar niet begrijpen, waarom die mooie, veel begeerde man juist mij vroeg. Ik was zóó ver eerd door zijn aanzoek, dat de mogelijkheid van weigeren niet eens bij me opkwam. Pas veel iater drong het tot me door, waarom deze door het leven gedesillusioneerde man zoo'n jonge vrouw genomen had. Zooals hij zijn beelden modelleerde uit klei, zoo vormde hij mijn karakter naar zijn opvattingen en theo rieën. Het is niet makkelijk om een goede echtge- noote voor een kunstenaar te zijn. In tijden van inspiratie moet de vrouw er zich in schik ken, dat ze als het ware niet bestaat; ze moet zich achteraf houden, geen aanspraken doen gelden. In de regelmatig terugkomende tijden van inzinking mag zij nooit eenig ongeduld toonen of den kunstenaar lastig vallen met aansporingen om toch aan het werk te gaan. Ik had echter niet veel tijd om me verwaar loosd te voelen, of mijn tooneelloophaan te be treuren want al heel gauw kwam kleine Mim- merle, die spoedig door andere babies gevolgd werd! Vrij kort na ons huwelijk vestigden we ons in Ascona aan het Lago Magglore. We beland den daar in een kolonie, waar gedesillusioneer de menschen trachtten het geluk te vinden door erg onmaatschappelijk te doen en te bre ken met de bestaande verhoudingen. Het milieu trok mij, gelukkige jonge moe der, niet erg aan en toen mijn man voor zijn werk naar Berlijn terug moest, wijdde ik me heelemaal aan de kleintjes. Op een goeden dag eischte mijn oudste meisje, dat wat jaloersch was, omdat ik den heelen dag bezig was met kleine Fifi, ook een baby om voor te zorgen. Ik toog naar Locarno, maar kwam onverrichter zake thuis. Mijn ge voel kwam er tegen in opstand om een pop te koopen met een porceleinen kop en handjes, terwijl het overige deel van het lichaam uit ander materiaal gemaakt was. Tegen de toen in zwang komende celluloid-poppen had ik het bezwaar, dat ze zoo onwezenlijk licht aanvoel den. Ik wil niet ontkennen, dat ze er op het oog niet onaardig uitzagen, maar de factor „gevoelspreekt ook mee en, als poppemoe- dertje zich over het wiegje buigt om haar kind er uit te tillen, moet ze ook werkelijk eenige zwaarte voelen. Toen ik thuis kwam en het bedroefde snuitje van Mimi zag, voelde ik wel eenige wroeging en ging eens probeeren, of ik zelf niet een poppeklnd kon fabrieken. Een beschilderde aardappel diende voor kopje; het lijfje werd gemaakt uit een met zand gevul- den handdoek, waarvan de punten de armen en beenen vormden. Het eenige wat deugde aan mijn créatie was de zwaarte, voor de rest leek het op niets. Maar mijn kleine meisje was er gelukkig mee; ze torste haar kind heel den dag op haar kleine armpjes, vleide het kopje tegen haar borst, verlegde voorzichtig een armpje of beentje. Er kwamen telkens nieuwe babies, zoodat er ook telkens weer nieuwe poppen noodig waren voor verjaardag en andere feesten. En, of schoon ik vond, dat ik met reuzen schreden vooruit ging in de edele kunst van het poppen- maken en mijn kinderen dol waren op het zelf gemaakte speelgoed, scheen er toch nog wel een ert ander aan te mankeeren, want vrien den en geburen verbaasden er zich altijd over, dat Max Kruse zijn kinderen nooit eens een „fatsoenlijke pop" gaf. Toen we enkele jaren later weer in Berlijn woonden, kwamen vrienden aandragen met het prospectus van een groot warenhuis, dat een wedstrijd organiseerde van eigen gemaakt speelgoed. De poppen verhuisden erheen en dank zij de waardeerende artikelen in de pers, werd de onbekende vrouw van den beeldhou wer Kruse opeens een beroemdheid. Van alle kanten kwamen de speelgoedfabri kanten opdagen en trachtten mij aan hun fa briek te verbinden. Met een van hen kwam ik overeen, dat hij mij gedurende eenigen tijd een paar van zijn beste werksters zou sturen en mijn kléine vijf-kamer woning veranderde in een atelier. Na 'n maand geerden ze terug naar de fabriek in Thürin- gen, de fabrikant kocht het vervaardigings- recht en er kwamen al spoedig heel wat be stellingen binnen. Vóór we echter een half jaar verder waren, kocht ik alle rechten terug, want, ofschoon ze hetzelfde materiaal gebruik ten en naar myn modellen werkten, waren de poppen toch niet naar mijn zin en wilde Ik ze niet onder mijn naam de wereld in hebben. Daar er nog contracten liepen, moest ik zelf aan den slag en geheel tegen mijn oorspron kelijke bedoeling in, richtte ik een klein ate lier in. Sinds we voor Hannerle's kinkhoest naar Bacl-Kösen gingen, zijn we daar blijven wonen en worden de „Kathe I-Crusepoppen" daar ge maakt." Na de lunch kwamen de foto's te voorschijn. Een ernstig uitziend meisje, dat bezig is een jongenskopje te modelleeren, blijkt de 26- j'arige Fifi .te zijn. In plaats van met poppen te spelen is zij altijd een moedertje gewêest voor haar jongere zusjes en broertjes en nu er geen babies meer te vertroetelen vallen, is zij moeder's rechterhand in de werkplaats. De af- deeling, waar de kleertjes gemaakt worden, staat ónder haar leiding. „Ik betwijfel echter, of ze me nog lang hei- pen zal, want het ziet er naar uit, dat zij het talent van haar vader geërfd heeft. De buste van Friedebald, die ze enkele maanden den boetseerde, wordt algemeen zeer geroemd, ook door kunstenaars." De naam „Friedebald" Is een dichterlijke vrijheid van ouders, die het niet eens konden worden, hoe ze hun zesde zouden noemen. Hij werd in Augustus 1918 geboren, in een tijd, dat iedereen naar een spoedigen vrede smakte. En nauwelijks was .friedebald," drie maanden oud, of de wapens werden neergelegd en de innigste wensch van zijn ouders was vervuld. Als zij over haar tienjaren Max, bet hekken- sluitertje, spreekt, verinnigt haar stem zich. Kiithe Kruse hoort tot de vrouwen, die er zich slecht bij kunnen neerleggen, dat haar kinde ren grooter worden en minder afhankelijk van moeder. Zü tracht de jongste van haar zeven tal nog zoo lang mogelijk klein te houden, maar ook hij ontgroeit zoo langzamerhand de moederlijke knuffelpartijen. Met een zucht en een eenigszins weemoedi gen blik vertelt ze: „Een paar weken geleden, toen ik aan tafel lachte om een stoutigheidje van Max, verweet Jockérle me: „Moeder, Je verwent Max, daar komt op die manier niets van terecht!" Ik zocht hulp bij mijn jongste en vroeg: „Vindt jij nu ook, dat moeder je verwent?" Xu plaats van de stellige ontkenning, die Ik verwachtte, kwam er een dralend: „Ik geloof wel een beetje." Het antwoord deed me meer pijn, dan mis schien gemotiveerd ia en 11c was de rest van den maaltijd wat stil. Toen iedereen van tafel opgestaan was, legde kleine Max zijn smerig pootje, waarvoor ik hem eigenlijk van tafel had moeten sturen, op mijn arm en zegt met zijn zangerig stemmetje: „Als we alleen zijn, mag je nog Wel lief tegen me doen, maar je moet oppassen, dat de anderen het niet zien!" Zelf vóór alles moeder, streeft ze er naar haar poppen zóó op echte kindertjes te laten lijken, dat zij het moederlijke in het kleine meisje doen ontwaken. Maar niet alleen voor kinderen heeft Kathe Kruse haar poppen ge maakt. Haar nieuwste vinding zijn levensgroo- te êtalagepoppen met draaibare gewrichten, die evenals de kleinere poppen, met de hand ingeplant haar hebben. En „Traumerchen", de baby-pop, wordt a leen al in ons land in ruim 125 inric)lt,rl^en gebruikt bij de lessen over „zuigellnS®n/'01" Op mijn veronderstelling, dat oo^ ®ar ln dustrie wel te lijden zou hebben oo eT e ui- dlge malaise, antwoordde Kathe f1"'1130' „Zelfs héél erg, want ik h®0 nI0 a '-en te kampen met de verminderde k°°P lacht van't publiek, maar ook niet v«lu a moeilijkheden, booge invoer-tarleven e° s°ms ^e ts tegen antt- Duitsche gezindheid. D" op Amerika ligt dan ook nagenoeg stil, daar er 95 pet. bo venop komt. Ensela Scandinavië vermij den zooveel mogeiyk onl In het buitenland te koopen, terwü1 Ts-'ecio"SIowaklë veel goedkoo per zelf fabriceert. Zwitserland was vrOeger een goed afzetge- bied. Sinds de Zwitser zich echter gedupeerd voelt door^ Duitschland, staat de handel nage noeg stil- Zoo zijn we dan in hoofdzaak op Hol land en Uuitschland aangewezen." Zoo graag 30U Küthe Kruse haar poppen tegen Populair6n prijs verkoopen, maar dit ls haai niet mogelijk, gezien de hooge fabricage- kosten. E,,te pop bestaat uit een beweegbaar ge- iaamte, dat zorgvuldig met watten en linnen omwonden is. De tricotstof, waarmee het ge heel overtrokken wordt, en de verf van het ge dichtje zijn wasch-echt, terwijl de zorgvuldig kruid kunnen worden. Alleen aan het pruikje moet een gerouti- ingeplante haren naar hartelust gekamd en ge neerde arbeidster al 8 a 10 uren werken. Het kopje, dat 4 of 5 maal overgeschilderd moet worden, gaat ongeveer drie maanden door de handen, voordat het klaar is. Toch zou Kathe Kruse er nooit toe willen overgegaan om haar bedrijf fabriekmatig in te richten. Haar streven is er op gericht om haar poppen zoo volmaakt mogelijk af te leveren. Verschillende poppen komen na korter of langer omzwerving weer naar „Bad-Kösen" om er herstel te zoeken. De verfomfaaide „Ilsebill" of „Jockerle" hoeven niet langer van poppen-moedertje weg genomen te worden en vervangen door een splinternieuwe, maar o zoo vreemde pop. Hier door wordt tegemoet gekomen aan de natuur lijke gehechtheid van het kind voor zijn speel goed en wordt zijn gevoel van trouw versterkt Dezen zomer komt KSthe Kruse waarschijn lijk terug voor het houden van lezingen. Zijn haar stem en voordracht reeds de moeite waard, de boodschap van liefde en toewijding die zij ons te brengen heeft, kan niet anders dan heilzaam zijn voor ons nuchtere, zake lijke vrouwen der twintigste eeuw. CATY VERBEEK Dinsdag Waakt ervoor, dat niet uw woordbreuk groote dingen vernielt in 'n menschenhart, dat vol vertrouwen was gesteld op argeloos gelooven iu uw beloften. Woensdag, Verlang het noodzakelijke, streef naar het bereikbare, wees tevreden n,et 'le' mogelijke,. Donderdag Onttrek U aan ieder gezelschap dat den tijd zoekt te doóden met 00rheelen over dé afwezi- gen. A- (Het is c®" waarheid, dat rust roest, bedenk e f-1' dat roest nooit rust en altijl diepe'' Zaterdag. Een rein en zuiver bewaarde jeugd is een bron van onvergankelijke levensvreugde. H. P a r ij e, 20 Januari 1932. Practischè zin en gezonde smaak doen op het oogenblik MJ de keuze van een ochtendjapon veel meer hun Invloed gelden dan vroeger het geval wel was. In plaats van de firaglele zijde, waarop men vroeger vaak de keus bepaalde voor de deshabillés, geeft men nu voorkeur aan de wollen stoffen, Bpeciaal niet een zacht fluweelachtig aspect. "Waarbij <je groote ver* scheidenheddj die in den laatstën tijd in deze stoffen aangeboden Wordt, de keuze zeer Vergemakkelijkt. Een aardig model voor een modernen och tendjapon geeft het tee- kenlngetje hiernaast weer. Het is een uiterst sobere maar zeer aan trekkelijke Japon uit duvetlne in licht-blauws tint. De lichte tinten zijn voor creaties van dit genre verreweg het meest aangewezen. Maar men kan natuurlijk ook een sterker tint kiezen, wanneer men vreest, dat de lichte kleuren wat besmettelijker zijn. De sterke roode tinten eU ook de groene geven eveneens een aardig effect. De garneering van de peignoirs blijft meest tot een piaurc-werkje beperkt. Ook voor de meer elegante deshabillés prefereert men déze garneering, terwijl de douilleUes van rose, of bleek-blauwe satijn of crêpe-de-chlne versierd met piqué dessins, dit seizoen bijzonder in smaak zijn. Voor de modellen van het eenvoudige genre, zooals het hiernaast weergegevene, geeft men aan de piqures den vorm van diagonale strepen. Het effect is-intusschen heel charmant, vooral als men voor col, ceintuur, garneering varl zakken en mouwen en knoopen een donkerder tint stof kiest. Een constrasteerend© tint komt in aanmerking als de stof voor de peignoir een donkere kleur gekozen ls.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 6