HET CONFLICT IN DE TWENTSCHE TEXTIELINDUSTRIE. i& I'* IIT* - DONDERDAG 28 JANUARI 1932 ÏJV ZIJN HISTORISCH EN SOCIO LOGISCH verband. p. DE BEIDE PARTIJEN EN HARE ONDERLINGE VERHOUDING. DE WERKLOOSHEIDSRAAD. OVERSTROOMING OP SUMATRA. GROOTE SCHADE AANGERICHT. vanVALKEMBURG'S-- LEEUWARDEN- DE I. K. P- ANKERSMIT'S KATOENFABRIEKEN. UIT HET BLOED VAN EEN VOLK. irw - mm f ii t Om de verhouding der beide partijen, die thans in Twente tegenover elkaar staan, te kenschetsen, zooals zij in meer normale tijden is, moeten wij op de eerste plaats de trek ken, die, naar wij in onze vorige beschou wing zagen, de groei der industrie in den Twentschen ondernemer ontwikkelde, nog iets nader bepalen. Het karakter van familiebezit, dat de meeste Twentsche, en vooral de Enschede- sche bedrijven kenmerkt bijna al deze groot-industrieën zijn firma's, geen N.V.'s, bevordert begrijpelijl^rwijze den weerzin, dien de Twentsche werkgever van nature heef1 tegen iedere inmenging van buiten zij vvind' aangevoeld als een bemoeiing met p»r<icU liere familieaangelegenheden „Hun zegt Dr. Blonk in men aan een solidaristische opvatting in Twente nog te weinig toe.,g zei bezf' Fabrieken en Men?cl^"h „is niet een tijdelijke belegging» vo1'1" ^root een erfelijk familiepalladium, dat ge scher en volkomener aan een v0 h neratie willen overdragen." e0r dan de Deze vorm van bezit, die v0esooniijke ver- moderne N. V.-vorm een onderge- houding van de leiders tot arbejdsver. schikten veroorlooft, kaatigen invloed oefe houdingen een zeer 2ua*rvUiijng van ééne nen, maar daartoe voorwaarde slechts, voorwaarde noodt* vo)strekt: het solidaris maar deze dan zijn 80cja|e p|Jch tische beseft g„ g jn Tkheid OW er - en dat niet alleen in aconotnischen zin - bevruchtend door in te v erken op de gemeenschap zooals ook macht geschonken wordt tot heil van v ie ze moet worden uitgeoefend. Dit besef nu was en is, naar het ons wil voorkomen, in Twente niet in voldoende mate aanwezig. Wij zeggen dit niet als eene beschuldiging 'doch als eene constateering. Het is niet aan ons te oordeelen, of er schuld is bij de Twent sche werkgevers inzake het ontbreken van dit besef: het vindt zijn grond in de liberale theorieën, die bij de vriendschap, welke reeds Thorbecke met verschillende Twent sche ondernemers onderhield hier zeer vroeg wortel hebben geschoten en door hechte familietradities onveranderd voort leven tot op den huidigen dag. Wij hebben geen reden kwade trouw te veronderstellen bij de aanvaarding dier liberale maatschappij beschouwing, die hier schijnbaar geheel met de feiten in overeenstemming was en wel lier oppervlakkige schijn wetenschap te ont maskeren niet allereerst op den weg van in de practijk gevormde zakenlieden lag. Groeiden de ondernemingen niet met sprongen na de inauguratie van het volko men vrijhandelsstelsel in Indië? Beteekendc deze groei der bedrijven niet tevens een groei van welvaart voor de streek, waarin zij waren gevestigd? Kon men het algemeen belang dus beter dienen dan door het die nen van zijn eigen belang hield niet iedere aanval op het energieke zakenbeleid der iu- dustrieelen een gevaar van verzwakking in van de krachtige posities der ondernemin gen, waarbij toch ondernemer, arbeider en hog zooveien meer alle belang hadden? Het waren en zijn nog ver'eidelijke theo rieën, omdat zij bij oppervlakkig toezien (vooral in Twente met zijn oorspronkelijk zeer arme bevolking) de uiterlijke feiten schenen te dekken. Maar het systeem van Adam Smith en alles wat daaruit is voortgekomen, het systeem van de „hommes oeconomici", is te mechanisch, dan da het op den duur be vredigen kan ll" ve.' JOUC'ingen tusschen menschen. Er sPe en in aJ*e ver&oudingen tusschen menschen ook in de economi sche, want die zijn van, de aadei-e niet los te maken - irration La£ °re.n, mee en het zijn deze factoren, die net liberalisme miskent. Daarom is er dorheid in de bara'e maat schappijbeschouwing, die °P 70o"Jn e,':'ng der individuen gebouwd staat.goed als 'er dorheid is in 'de 800 l iassen n°'h grondt op het eigenbelang ^C1 L el is de dorheid der systemen, die de men schen van elkaar vervreemdt, en Twente heeft zich deze dorheid we <- j -i i der Enschede gewroken. „Geen hunner (n.I- ae sche ondernemers) heeft aan e1- zj(.^ ken de rol van sociale opvoedei o 1 (üdiv getuigt genomen moet een zeer onpal tijm- o a's Dr. Blonk constateeren, als hi.i 1 Zichten der fabrikanten bespreekt en a later stelt hij vast: „in het algemeen b e - de verhouding tusschen undername' en a' beider een zuiver zakelijke" wat hü ver klaart, „doordat de Enschedesche fabrikan ten reeds vroeg voor het liberalisme waren gewonnen". Gat, de diepste grond hier werkelijk Se zocht moet worden in het economische stel gel. Hetwelk men aanhing zouden wij will®0 cQpcl«dneren uit bet. feit. dat de onder nemels overigens nje| gespeend zij>. van ge ineens' 18 Pszitj, zooa|8 ij it. verschillende schenk'Htren aan gemeente en pa.ticuliere installing11 blijkt. Gebed lll0t deze conclusie in overeenstem ming 's 1 e yeering, welke een ervaren con fessionee' ar eidersleider die zekei niet van eenig Van k'assenhaat of -strijd ver dacht kan wo, en, 0ns tijdens ons laatste bezoek °an nu eenige weken gele den. van de a n anten gaf: beeren hier hebben wee na uren: een menschelijka en een 'n s [*lee Als menscb zijn het soms prac'1,lf:te kerf> 3 maar als industrieel zijn ze bard 'En zelfs al zou er overdrijving zijtl in deM uitlating van erbetdorszijde, d8n zou toch een andere uitlating, ons van faLrikanten- iyde. gedaan, om in de meening staven, dat tien, over „Een fabrikanten-ver i-trud-vereeniging de eerste plaats eentoe„ wij spraken men ons zeer openi a over de wijze, waai"i 011 Zdfsn aTsaSwij dit toegeven", hebben wij toen opgemerkt, (naar onze meen,,,, hebben toen opr-et belangeflgroepeeringen op de Lts naar samenwerking te streven) eerste pU opvaljend; dat hjer -n Twantp'OP dat strijdende karakter een veel sterker nadruk gelegd wordt dan b.v. in BMetanVntw"ord hierop was, dat men de Twentsche toestanden met kan vergelijken met de Brabantsche, waar arbeider s zoowel |s werkgevers voor het overgroots deel ka tholiek zijn Jn dlt antwooi d schuilen juiste elementen. Tegenover de werkgeversgroep, die op het ljbe,.a!,srne bouwt, staat een zeer groot ge- deelte van de arbeiders, dat het socialisme als maatschappelijke leer aanvaard heeft. ,el.- V0lu°nderen kan dit niet: de vrij ma ei ree e niaatschappelijke theorieën, aan e e arisen der eene groep aangepast, kon ►hn ,.geniakkel'jk niet minder materieele teoi reen naar de belangen der andere groep a gemeten, te voorschijn roepen d 9. sacia'lsfische vakvereeniging „De Een tacht telt in Enschedé meer leden dan de eide confessioneele organisaties „St. Lam eitus en „Unitas" tezamen, en dit feit beeft de houding der werkgevers tegenover de arbeiders begrijpelijkerwijze weer sterk beinvloed. Dat de fout echter niet alleen bij de arbeiders lag en ligt mag wel blijken uit het feit, dat ook de confessioneele orga, nisaties sterk klagen over volslagen ont breken van samenwerking. Dit alles beeft in Twente arbeidsverhoudingen geschapen die wel zeer veel te wenschen overlaten. De Twentsche arbeider is ijverig en vak bekwaam, van nature niet heftig of emotio neel, wat reeds daaruit blijkt, dat de on regelmatigheden en relletjes van eenige we ken geleden door het overgroote deel der ar beiders sterk worden afgekeurd. In het algemeen mag men zeggen, dat de Twentsche industrie beschikken kan over een goed slag arbeiders Maar de Twentsche arbeider, evenals zijn patroon voortgekomen uit een landelijk mi lieu, is naar Twentschen aard een weinig stug, koppig en wantrouwend, gelijk ook zijn meesters zijn, en bi] de herhaalde wri, vingen is, niet het minste door de propa ganda der moderne vakbonden, het klasse bewustzijn zeer sterk in hem levendig ge worden. Dit klassebewustzijn stelt h#m lijnrecht te genover den werkgever tegen wien hij tal van grieven heeft, waaronder o.i verschil lende rechtmatige. „Wij hebben bij den Twentschen werk gever steeds een geest ontmoet die zich ster- verzet tegen iedere invoering van sociale maatregelen", klaagde een zeer gematig confessioneel arbeidersleider, en bij de lei ders eener andere confessioneele organisatie kregen wij, geheel onafhankelijk van de eerste, dezelfde klacht te hooren: „Er was verzet tegen het arbeidsverbod voor de ge huwde vrouw op Zaterdagmiddag, er was verzet tegen de 48-urige werkweek, er was verzet tegen iederen socialen maatregel van de regeering, en steeds onder het motief: hel bedrijf kan het niet lijden. Niettegenstaande dat zijn de Twentsche industrieën groot ge worden en de ondernemers zeer, zeer rijk. Is het dan te verwonderen dat wij wan trouwend zijn geworden, als men ons. zonder het met cijfers te bewijzen, zegt, dat de toe stand der bedrijven loonsverlaging nood zakelijk maakt? Zij klagen over het ontbreken van eeo «enigszins uniforme loonregeling met vast s'\lling van zekere richtloonen, van een pensioenregeling, een vacantieregeling, over de strenge discipline in de bedrijven, vooral ook over het gebrek aan samenwer mg met de arbeiders-vertegenwoordigers. Aan den anderen kant is het een groote ten op te treden. Wij herinneren aan de stakingen en uitsluitingen van 1890, 190"?, 1906, 1915 en 192311924. Typisch is, dat verschillende dezer con flicten om een betrekkelijk-geringe aanlei ding uitbraken: een bewijs dat dieper zitten de grieven op deze wijze uiting zochten De botsingen in Twente zijn psychologische conflicten, meer dan economische. Zeker was dit het geval met het scherpste en ern stigste conflict, dat de Twentsche industrie doormaakte', de strijd van 1923/1924 Naar aanleiding van het door de werkgevers ge stelde alternatief van 10 pet. loonsverlaging of invoering van de 53-urige werkweek, na dat reeds een half jaar tevoren een loons- erlaging van 10 pet. was doorgevoerd werd op 29 Oct. 1923 een staking geproclameerd op de fabriek „Kremersmaten", welke sta king op 26 Nov. een uitsluiting met zich sleepte, waardoor aanvankelijk 19 fabrieken en 10 a 11.000 arbeiders, later 39 fabrieken en 22.000 arbeiders in den strijd betrokken werden. ,Van arbeiderszijde werd het conflict op gevat als een principieele strijd tegen het kapitalisme, dat men in de macht, der 1 went scire lextiel-fabrikanten op zijn sterkst, ge personifieerd zag", zegt Ir. Bölger van dezen hardnekkig-gevoerden strijd („Organisato rische verhoudingen tusschen werkgevers en arbeiders" diss. Delft 1929). „Daartegen over stond, dat de strijd bij de werkgevers ook zeer principieel werd geacht omdat zri /an oordeel waren, dat het meer dan om een eenvoudige loonkwestie ging om de vraag, wie het in de fabrieken te zeggen zouden hebben, de werkgevers of de leiders der arbeidersorganisaties". De strijd van 1924 duurde acht maanden en eindigde zonder dat de partijen eikaars kracht hadden ge broken, zonder dat ook iets van den weder zijdschen wrok was opgeheven. De verhoudingen zijn ook thans nog de zelfde en dezelfde psychologische factoren spelen ook in het huidige conflict mee. Wel mag men' zeggen, dat de Twentsche toestanden een parallel nie^ Brabant niet toelaten. Maar als men dan tevens den moed heeft om naar de oorzaak van het verschil te zoe ken, dan zal men in diepsten groud stooten op het verschil in levensovertuiging en het verschil in maatschappijbeschouwing In Brabant o, wij weten zeer goed. dat ook daar niet alles rooskleurig is maar in Brabant is toch in diepsten grond bij werkgevers en arbeiders het gemeenschap pelijke besef aanwezig der noodzakelijk beid van samenwerking ter wille van een boogei doel. In Twente ontbreekt dit besef nog bij te velen. liet woord, waarmee in 1891 een katho lieke Twentsche arbeidersbond werd opge richt „tusschen het liberalisme in de fabriek en bet solidarisme op straat" kan ook lieden nog gelden. Meer dan alle voorstellen van bemidde laars zou in Twente een geest van solida risme, een geest van waarom zouden wij het woord niet gebruiken liefde een defi nitieve oplossing brengen. Een geest, die niet tusschen liberalisme en socialisme blijft instaan, maar hoog boven deze twee uit gaat, en hunne economische principes ver heft tot op een niveau, waar alle menschen voor elkaar gelijk zijn: het niveau, dat uit zicht geeft op de eeuwigheid. v. D. Een waterstand als sinds menschen.' heugenis niet is voorgekomen. DE De BEVOLKING KON ZICH TIJDIG REDDEN. BUITENZORG. 27 Januari (ANETA1. jezagtretaber van Moeara Tebo seint d.d Reel. 678 DG VS l( 2Baten Januari, dat in den nacht van 21 op 22 Januari te Loeboek Landai. gelegen aan de Tebo-rivier, een zware bandjir beeft plaats ge had, waardoor veel groot en klein pluimvee, benevens padl verloren ging. Een nuls werd meegesleurd, tn den nacht van 22 np 23 Janu ari had te Moeara Boengoe een zware bandjir plaats, waardoor een waterstand werd öereikt. welke sinds menschenlieugenis niet is voor gekomen. n.I. twee meter hooger dan de nor nijle hoogwaterstand. Groote schade werd aan gericht. De omvang daarvan wordt nog opge- nomeü. Tot nog toe is bekend, dat een per soon verdronken is dooi bet omslaan van een prahoe. De bevolking kon tijdig naar een hoo ger terrein worden gebracht. Zal hij worden opgeheven? Naar de „Volkskrant" verneemt, beeft de Nederlandscho Werkloosheiidsraad besloten een commissie te benoemen, welke zal hebben te onderzoeken, of er geen aanleiding is d« werkzaamheden van den Raad over te dragen aan den Hoogen Raad van Arbeid, dan wel, of er andere mogelijkheden bestaan om versnip perlng in adviezen terzake van werkloosheid te voorkomen. Moties tegen het afgetreden Dag. bestuur. BANDOENG, 27 Januari (ANETA). Alhier werd een vergadering gehouden van de afd. Bandoeng de< I. K. P-, waarin bij ac clamatie een motie werd aangenomen tegen bet afgetreden Dagelijksch Bestuur, terwij] aan Mgr. Van Velsen in die motie buide wordt ge bracht. Vervolgens heeft de vergadering een motie aangenomen, waarin diep leedwezen wordt uitgesproken over de beleedigiugen, het Katholicisme in Spanje toegebracht. De Afd. Buitenzorg en Soekaboemi van de I. K. P. heb ben eenzelfde houding aangenomen tegenover het bestaande conflict. DE STAKING BIJ DE SCHEEPSWERF „VOORUIT'. De staking bij de scheepswerf „Vooruit" ta Spaarndarn heeft zich thans tot het geheels personeel uitgebreid. Ook de niet-georganiseer- de arbeiders zijn in staking gegaan. De Rijksbemiddelaar Mr. S. de Vries heeft aan do betrokken partijen inlichtingen gevraagd. Bij de N'.V. Ankersmit's Katoenfabrieken te Deventer wordt met het personeel onderhan deld over een nieuwe loonovereenkomst op lagere basis, om daardoor in de mogeiijkbeid te voorzien de concurrentie beter het boofd te bieden en weer een volle werkweek te kun nen invoeren. VERLAGING PACHTPRIJZEN. De gemeente Roggel heeft de pachtprijzen der gemeentegronden over 1931 met 15 verlaagd. WERKLOOZEN-DEMONSTRATIE Gistermiddag hebben de weirkloozen van Am sterdam 'n demonstratie gehouden. Om 2 uur kwamen zij op het Amstelveld bijeen, vanwaar zij onder begeleiding van politieruiters en voet agenten langs bet Westeinde, van Woustraat, Ceintuurbaan, van Baerlestraat, Stadhouders kade, Overtoom, le Const. Huygensstraat, Bil- derdijkstraat en Rozengracht naar de Wester- markt trokken. Hoewel de demonstratie bij de politie was aangevraagd voor 1500 man, bleken er slechts 800 op het appèl te zijn verschenen. Onderweg werd gecollecteerd. Om vier uur werd de stoet op de Westermarkt ontbonden. Moussorgsky's Boris Godunoy. Men schrijft ons uit Amsterdam Zoo heeft Amsterdam dan voor het eerst na vijftig jaar volledig kennis gemaakt met een der grootste scheppingen, welke de toonkunst heeft voortgebracht. Wij zijn natuurlijk de zeer goede kooruitvoeringen van Boris Godunov mei vergeten, maar zij waren surrogaten, die ons niet konden doen begrijpen, welke uitwerking het drama in zijn omgeving, het theater, kon hebben. Het buitenland echter, Rusland in de eerste plaats, heel't het wel kunnen weten. Men heeft de grootheid van dit werk ten volle ondergaaDi doch men zal tevergeefs zoeken naar een school- Moussorgsky, terwijl Wagner een cultus heefi ontketend. Er is zelfs onder de componisten geen beweging ontstaan om volksdrama's te schrijven. Moussorgsky is gestorven en de ratio- grief van de werkgevers dat de energie en de werkkracht, waarmee zij hunne bedrijven groot hebben gemaakt en in dezm moei lijken tijd groot trachten te houten, waai' mee zij dus indirect en dit zijn Z-U zl0 1 bewust de welvaart van de gansche streek, ook die der al door de organisaties al te zeer kend. „De Twentsche werkgever nt,0g te krijgen van de verwijten meiischelijkheid, die de vakbonden hem naar kel hoofd plegen te gooien", heette het in H u'teenzetting der werkgevers op een der eer sle bijeenkomsten met den Rijksbemid e beiders bevorderen, wordt mis begint ge van on laar, en men kan dit aanvoelen waar toch ««getwijfeld het laatste ondernemingen 1wente de -schillende jaar vei uit de reserves die m persoonlijke vermogens der fn nanten zijn 0p gang gehouden moesten e". Wij weten, dat bij dit aan den ganJ muren zakelijke motieven een belangrijke 1 8I"e'en- niettemin is het den ondernemer nie, na"jk te nemen, als hij zich bewust is aardoor tevens liet bejang van den ar beider te dienen. *Vat nu de verhoudingen in Twente zoo uitermate moeilijk maakt, is dat de beide pat voor eikaars motieven en strevin- S?e" l e 'ui'iste waardeering hebben. le^ 111 de laatste 10 jaar een groot aanta besprekingen tusschen vertegen- wo0rdigers van ondernemers en arbeiders aangehoord', schreef Dr. A. C. Josephus Jjtta, die mede als rijksbemiddelaar in Twente optiad, in de „Amsterdammer" van 2 Jan. 193~, „maar bijna nooit heb ik ver gaderingen van dezen aard bijgewoond, waar de beide partijen zoo weinig begrip hadden van eikaars standpunt en eikaars toch niet gei inge verdiensten zoo weinig wisten te waardeeren" Het gevolg van deze verhouding waren tel kens terugkeerende scherpe conflicten,-waar bij rijks- en andeie bemiddelaars tevergeefs .verzoenend tusschen do beide gartijen tracht- Chaliapine in de titelrol van Boris Godunov. neele wereld, die van alles de oorzaak vil kennen en met de eerste de beste formule tevre den is, zei/hoogst voldaan.: wodka, en bewon derde zijn werk. zonder recht te beseffen waar om. Misschien vond zij het ook wel een curieuse opera. Ho arme Moussorgky heeft het slecht getrof fen door in het tijdperk van mannen als Wagner en Mahier te moeten leven. Want wat kon Moussorgsky tegenover de feillooze structuur, de geraffineerde orkestratie, de grandioze apPa latuur en de duistere diepzinnigheden van zulke Westersche grooten stellen Wat liede ren, liefst kinderliedjes, pianostukken en een c,pel a- waarin al heel raar en onachtzaam me' uoofd personen werd omgesprongen, waarbij geen commentator kans zag boekdeelen vol onbegrijpelijke filosofie te schrijven, een opera- die met eindigde met een extatische apotheose, maai waarin aan het slot alleen nog maar een in lompen gehulde idioot over het tooneel rond zwierf en daarbij een onnoozel wijsje zong. Deze en nog meer soortgelijke dingen hebben da positie, welke Moussorgsky gedoemd was in de wereld in te nemen, bepaald. Het is de eeuwenoude tegenstelling, welke, als de wereld zoo lang blijft draaien, nog eeuwen zal bestaan: ;ie tegenstelling tusschen den verstandelijke!) Westerling en den Oosterling, die slechts te luisteren heeft naar de revelatie. En waar Wagner zijn diepste inspiratie perste in geniaal berekende en haarfijn beredeneerde formules, waar hij liet muziekdiama meende te construee- ren en tot een product kwam dat geen drama was, daar schiep Moussorgsky, zoo onbeholpen als hij was, liet muziekdrama, dat uit het bloed van het volk kwam en er naar terugkeerde. Moussorgsky zal wel nooit van Jeanne d'Arc gehoord hebben. Maar hij had een vreemde ge woonte met haar gemeen hij luisterde naar de stemmen Wij staan na alle geestelijke voortbrengselen eener ratioueele en verindividualiseerde eeuw genoten en verstooten te hebben voor de beken tenis, dat het werk van dawwi ruigen en, in den bij ons gangbaren zin Vwrs het woord, on kundigen Rus een geniaal vv*k is, dat ondei een onbegrijpelijke inspirath» is geschreven Deze muziek is van primtbtWve simpelheid Structuur en thematiek, alles IH- even eenvoudig Maar het bloed gaat ervan aan het stroomen. de diepste harttoon wordt «rin aangeslagen. Er zijn zelfs wei scènes, waarin we de muziek totaal yers«ta* i? fNkwflk Paar H«t effect geen primaire factor. Naar den opzet is zij dat echter wel. Zij is het element, dat aan het drama zijn wezenlijke beteekenis verleent, om dat alleen zij in staat is zulke diepe roerselen te wekken Ondanks deze primaire functie voelen we ons niet in de opera, maar beleven we het drama in grootschen, universeeleu stijl. De menigte deint en stuwt over het tooneel, een tsaar staat tusschen haar In, majestueus naar het uiterlijk, doch stervend van berouw. Deze geweldige ge stalte wordt omgetrokken als een vergaan standbeeld, ondergraven door intriganten, ver trapt door de menigte, die als een vloed over het tooneel golft, aanwassend tot een huive ringwekkende macht. En onder dit alles gaal de muziek als een stroom, die heel het gebeuren opneemt, in enorme spanningen opjaagt of in heel stille momenten aarzelend ermee voortgaat. Kr zijn natuurlijk ook zwakkere momenten, doch men vergeet ze tegenover de vondsten, waarmee deze partituur vol staat. Het zou te ver voeren dit alles hier naar voren te brengen. De lust tot analyseeren van een zoo zeldzaam gaaf, als uit ééu enkelen hartslag geboren werk, is ook niet groot. Ieder, die ontvankelijk is voor ongekunstelde, uit het hart van een rijk begaafd volk opgekomen muziek, bewaart één herinnering aan dit werk. Wij weten slechts boe wij een avond theater beleefden, waarin tijd en plaats dikwijls verdwenen en we zaten toe te zien, gevangen in een betoovering, die ons klein en tevens groot gelukkig maakte. Moussorgsky is de laatste en de grootste Rus sische componist geweest, diie onbesmet bleef door vreemde invloeden en geheel volgens zijn natuur, de natuur van den Aziaat, te werk ging. Hieruit kunnen wij verklaren, dat hij niet nagevolgd werd, evenals wij hierdoor kunnen begrijpen, dat men meende hem te moeten bewerken. De Russen hebben zich laten verlei den door het Westen. Zij hebben zich op de techniek en de vormleer toegelegd als gold het hun leven en onder meer hebben wij hieraan te danken, dat de meerderheid de hybridische producten van een Tschaïkowsky voor echte Russische muziek houdt en dientengevolge Rusland geen zier kan naderen. Rimskv Korsakow heeft het ongetwijfeld goed gemeend met zijn vriend Moussorgsky. Tegen het aandeel, dat hij in de instrumentatie genomen heeft, kan men alleen maar het be zwaar hebben, dat het niet in den stijl van het werk is, want Rimsky was een meester in het instrumenteeren. Maar dat hij Mous sorgsky's vondst om de opera met de klacht van den onnoozele te laten eindigen, zoo radi caal heeft bedorven door de voorlaatste scène, Boris dood, aan het slot te plaatsen, bewijst reeds, dat de Westersche pedanterie bedenkelijk in Rimsky gevaren was. De uitvoerenden van Dinsdagavond, die nood gedwongen (de origineele partituur ligt aan den ketting in een Russische staatsbibliotheek) Rimsky's versie gebruikten, hielden zich ook hier weer niet aan. De tweede scène van het voorspel plaatsten zij na de eerste scène van het eerste bedrijf en de eerste scène van het derde bedrijf verviel heelemaal. De uitvoering heeft op de belangrijkste pun ten den zwaksten indruk gemaakt. Het voor naamste is het volk, dat door Moussorgsky als een zelfstandig ageerend element, als een van de hoofdrollen zelf, is opgevat. Waar het volk optrad, stelde het teleur. Dit kwam gedeel telijk doordat deze partij te dun bezet was. Men moet hier de suggestie van een geweldige menigte krijgen, die den indruk wekt, alsof het tooneel te klein is. Het was in de tweede plaats de schuld van den regisseur Karakasch, die de groepen op de traditioneele wijze door elkaar liet warrelen, waardoor zij hun werking totaal misten. Slechts een keer vond de regie een kort moment in het vierde bedrijf een ge bonden vorm voor de groepen en bet was op merkelijk, dat dit ook het eenige aangrijpende oogenblik waB. Ook de dirigent, Michael Steiman, draagt voor een deel de schuld. Vooral in de proloog scènes was zijn directie vrij slap. Over het ge heel nam hij langzame tempi, die ook in het liefdesduet aan het slot van III, het effect aanzienlijk schaadden. Doch behalve eenige ongelukjes bij koor en orkest, leidde hij met kennis van zaken. De solistische bezetting was over het alge meen uitstekend. Niet allen muntten door hun stemmiddelen uit, maar zelden zag men betere acteurs in een opera, dan deze Russen. Feodor Chaliapine heeft van den Boris een grootsche creatie gemaakt door zijn prachtig spel. Een domineerende verschijning als tsaar Boris was hij, maar inwendig verteerd door wroeging. Hoe prachtig getypeerd was dit met de krampachtig samentrekkende vingers en den steeds terzijde loerenden blik. Met Posem- kovslty als prins Chouisqky, een uitstekend karakterspeler en voortreffelijk zanger, be reikte hij een hoogtepunt in het tweede bedrijf en dit overtrof Chaliapine daarna nog in de hallucinatie-scène. Hij zong de partij overigens met merkbare voorzichtigheid. Zijn mezza-voce was bewonderenswaardig. Een goede, maar niet zeer krachtige Marina was Hélène Sadoven. De Dimitri-Grégori van V--"5" PRINSES JULIANA, die de opvoering van „Boris Godounov" bijwoonde, in haar loge Perkovich was eveneens zeer goed geacteerd, doch de stem miste in het hooge register den open klank te zeer. Varlaam en Missail van Kaydanoff en Lavretzky waren een prachtig stel bedelmonniken, maar Kaydanoff kon „stimmlich" niet meer voldoen. De kleinere partijen waren goed bezet. De aankleeding was een weelde van kleur. De onnoozele, die door een anonymus werd gezongen, stelde zeer teleur. Hoe aangrijpend zou zijn liedje geweest zijn, als hij het stil voor zich uit geklaagd had. En hoe veel schoo ner zou het geweest zijn, als hiermee de opera was geëindigd. Het hart van Rusland dat zijn onnoemelijk heimwee uitklaagt, het heimwee, waaraan ook Moussorgsky gestorven is..,. Hi „BONIS dODOUNOV" BIJ DE IV A GE E RV ER LENIG ING. In de Stadsschouwburg te Ama^dam wd een Roering Moussorgfeky'a „Boria Godounov"; Chaliapin vertolkte ée titelrol; de voorstelling werd bewoond door H. K, H. Prmses Juliana

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 5