HET NEDERLANDSCH- BELGISCH VERDRAG. Wm u.c JRMHr DINSDAG 23 FEBRUARI 1932 GEEN BENADEELING VAN GERECHT VAARDIGDE NEDERLANDSCHE BELANGEN. Tusschenwateren en Limburgsehe kanalen. NEDERLANDSCHE HYPOTHEKEN IN DUITSCHLAND. Motie. NATIONAAL MARIA-CONGRES. STAF NEES. De nieuwe beiaardier van den St. Romboutstoren te Mechelen, HOEVEEL ONS VOLK VERDIENT. rv. het huis van erasmus te ONTSPORING TE REUVER. „IN DUISTERNIS TASTENDE". Rede van het Tweede Kamerlid van Vuuren. Voor de R. K. Kiesvereeniging „Ieders Recht" te Groningen heeft het Tweede Kamerlid de heer A. van Vuuren een rede gehouden, getiteld „In duisternis tastende". Spr. schetste den crisistoestand in Europa de oorzaken en de gevolgen, om dan speciaal de situatie in ons eigen land na te gaan. Ons land is verarmd in vermogen en in komen. In vermogen wordt de verarming ge schat op 5 van de 15 milliard guldens; bij realisatie zou de toestand wellicht nog slechter blijken. Erger is, dat de nationale inkomsten ■uit dat inkomen nog veel sterker verminderen. Er zijn maar weinigen, die kunnen zeggen, dat Zijn inkomen niet gedaald is. Allen hebben zich in hun uitgaven te be perken. Vooral degenen die bezitten. Erger is bet voor degenen, wier interesten dalen be neden datgene wat men noodig heeft. Dat geen reizen gemaakt of weeldeuitgaven kunnen worden gedaan of mooie kleeren kun nen worden gekocht, is niet zoo erg. Maar 't geld er voor ging naar anderen, en dat is een groote verslechtering voor onze middenstan ders en arbeiders. De vermindering van wei vaart van den een slaat op den ander terug. De werkloozen lijden er 't meest onder die wel werken willen, maar die alleen met de zorgen blijven zitten. De Staat, die ten slotte beschikt over inkomsten van de inkomens der burgers, lijdt er ook ten slotte onder. Een crisis voor den burger is ook voor den staat een ramp. Alle belastingen gaan achteruit en zullen nog achteruitgaan. De begroeting eioot met 'n tekort van 90 miilioem. Spr. diuirft te voorspellen, dat het daarbij lang niet zeil blijven. Dat is ongeveer 't beele bedrag der Inkomstenbelasting. Een huishouden zal naar den kelder gaan alls da uitgaven de Inkomsten te boven gaan.. En, zoo gaat 't ook iin den sitaat. Daarom moest men extra gaan bezuinigen en wend de commSssiie- Welter ingesteld en nieuwe middelen werden uitgevonden ais benzinebelaatlng enz. Spr. vond die maatregelen niet mooi, maar ze waren onmisbaar. Heit niet sluitend zijn van de begrooting zou den guidem niet gaaf houden. Voor den oorlog liep 't vertrouwen in 't geld geen gevaar; sedert de inflatie is elk betaal middel een kruidje-roer-mij-niet. Daarom viel 't pond. Een enkel bericht deed buitenlandsche kapitalen vluchten uit Nederland, omdat men ook hier 't verlaten van dien gouden standaard vreesde. En de sitaat heeft alle vertrouwen, noodig omdat leemingen moeten worden geconverteerd. Dat de staat weer veel moet leenen, brengt ■weer b.v. moeilijkheden voor de hypotheekban ken. Het gaat niet op, dait productieve werken worden aangevat. Het geld er voor moet mien eerst kunnen krijgen. En 't crediet van dea staat lijdt dan gevaar. Een gedwongen leeniing brengt ook geen uit komst. In den oorlog heeft men daarover ge praat. Hoe zou echter dat niu kunnen geschie den. ais men het uit zijn bezit en zijn zaken en zijn land moest los maJkem, -De toestand van den oorlog was anders dan nu. Nu zou zoo'n leening een ramp voor allen zijn. Daarbij komt nu de vraag om steun voor landbouw, voor werkloosheid, voor den uit voer. Dat is noodzakelijk. Spr. heeft graag de genomen maatregelen gesteund. Met den heer Colijn is spr. het eens, dat elk wettig middel moet worden gegrepen. Want het water moet niet boven de lippen stijgen. Spr. eindigt met aan te halen de woorden van mr. Aalberse: Hoeden we ons voor al te groot pessimisme. Eerlijk tegenover ons volk en ons geweten, vertrouwen we op Gods al macht en liefde; dan zullen we ook deze moeilijkheden van onzen tijd te boven komen. Een nieuwe reorganisatie in het leven geroepen. Met het oog op de groote moeilijkheden, welke Nederlandsche hypotheekbezitters ten gevolge van noodverordeningen en andere cri sisbepalingen bij het beheer hunner hypothe ken in Duitschland ondervinden, heeft de Ne derlandsche Kamer van Koophandel voor Duitschland, Centraal Kantoor Frankfort a./d. Main, besloten een organisatie in het leven te roepen, welke zich ten doel stelt de belangen der Nederlandsche hypotheekeigenaars in Duitschland waar te nemen. Teneinde de Nederlandsche betrokkenen over de details dezer organisatie in te lichten en zelf een overzicht over de belangstelling voor oen dergelijke organisatie in Nederland te krijgen, zal de Algemeene Secretaris der Ne derlandsche Kamer van Koophandel voor Duitschland, Dr. Th. Metz, te zamen met den rechtskundigen medewerker der Kamer, Dr. St. Kann, in de belangrijkste steden in Neder land eenige spreekuren houden. Voor belanghebbenden in het Zuid-Westelijk gebied van Nederland zullen spreekuren wor den gehouden te Rotterdam, en wel op Woens dag 24 Februari a.s., van 10 tot 12 en van 14 tot 16 uur, ten kantore der Kamer van Koophandel en Fabrieken. CONTINGENTEERING VAN DEN PAPIERINV OER- De Centrale Raad voor Vakbelangen heeft ■volgens toet „Nleuwsbl. voor den boekhan del" d.d. 17 Februari het volgend telegram ge zonden aan de Commissie van Advies inzake de Crisisinvoerwet: De Centrale Raad voor Vakbelangen, ver tegenwoordigende 9 organisaties op het boek en het grafisch bedrijfsgeld id, acht zich ver plicht uiw commissie te wijzen op de ernstige gevolgen van contingenteering van papierin- voer, ook op basis van 100 pet., voor het ge heels grafische vak, waarvan dezerzijds on vermijdelijke belemmering van tijdigen aan voer, gebrek aan noodzakelijke papierkwali teiten en daardoor tallooze moeilijkheden en groote schade voor papierverwerkende indu strieën en consumenten moet worden ver wacht, veweekt u met klem, contingenteering te ontraden. i TOELATING TOT DE RIJKSKWEEK SCHOLEN VOOR VROEDVROUWEN Ce Minister van Arbeid, Handel en Nijver- brengt ter algemeene kennis van haar, <fie met den cursus, welke aanvangt in het be gin van September van dit jaar, als in- of niet dan bij hooge uitzondering ais uitwonend leer ling op een der Rijkskweekscholen voor vroed vrouwen wenschen te worden toegelaten, eer lang gelegenheid zal worden gegeven tot het afleggen van het toelatingsexamen. Handhaving standpunt van 192 7 bepleit Gisterenmiddag vergaderde in de groote zaal van De Twee Steden Palace te 's-Gravenhage, de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel. Deze buitengewone algemeene veigadering, door het Hoofdbestuur belegd ter bespre king van het sluiten van een verdrag tusschen Nederland en België, was zeer druk bezocht. Heit Ministerie van Buitenlandsche Zaken was vertegenwoordigd door graaf van Bij- landt, het ministerie van Waterstaat door mr Schönfeldt en het Ministerie van Arbeid, Han del en Nijverheid door den heer Geraerts. Voorts waren aanwezig de Eerste Kamerleden prof. de Savornin Lohman, mr. Smeenge en Damtz, de Tweede Kamerleden prof. v. d. Bilt en ir. Bongaerts, de directeur-gemeraal van den Arbeid, de heer Zaalberg, de burgemeester van Maastricht, mr. v. Oppen, ir. van Konijnen burg, prof. dr. Gerretson en vele bekende per- sonen uit de kringen van handel en nijver heid. Inleiders waren de heeren mr. G. H. Guépin, voorzitter der Maatschappij, prof. dr. H. T. Co lenbrander, hoogleeraar te Leiden, die de ter ritoriale questie behandelde en ten slotte ir. A. A. Mussert uit Utrecht, die het vraagstuk der Kanalen besprak. Inleiding mr. Guépin. Mr. Guépin behandelde achtereenvolgens de verschillende punten in het ontwerptractaat van 1925, welke aanleiding hebben gegeven tot het verwerpen van het tractaat door de Eerste Kamer. Uit de door de Regeering gepubliceerde correspondentie blijkt, dat de minister van Buitenlandsche Zaken zich zeeir goed bewust is, dat de publieke opinie zich destijds met het MoerdijkAntwerpen kanaal en met de souve- reiniteitsquaestie heeft ingelaten. Voorts herin nerde spr. aan de bepaling, waardoor het moge. lijk zou worden, dat Antwerpen voortaan oor logshaven werd en aan de discussies, die zijn ontstaan over het vraagpunt of de Schelde voortaan toegankelijk zou zijn voor oorlogssche pen. Nimmer is, aldus spr., een bevredigende uitleg verschenen van de woorden: „elle ne pré- juge en rien". Vervolgens vestigde hij de aandacht op de in het tractaat voorkomende bepalingen ten op zichte van de rechten der Nederlandsche Regee ring op de Schelde en wijdde eenige woorden aan het Statuut van Barcelona. Spr. releveerde vervolgens de achterstelling van Terneuzen wat de beloodsing van schepen betreft en de spoorwegtarieven en wees op de bepaling, dat het tarief der loodsgelden voor den Waterweg en het Noordzeekanaal zoo werd geregeld, dat hierdoor Rotterdam en Amster dam bij Antwerpen werden achtergesteld. Ook tegen de regeling der beloodsing ten op zichte van de Wielingen en het Oostgat be staan bezwaren. Ten slotte trad spr. in een beschouwing over de Wielingen. Nadat hij nog eens de aandacht had geves tigd op de overdreven bezwaren welke van Belgische zijde bij voortduring worden geop perd tegen het bevaren van het Hellegat, be ëindigde spreker zijn rede om vervolgens het woord te geven aan prof. Ooienbrander. Prof. Colenbrander aan het uoord. Prof. Colenbrander gaf een staatkundig his torisch overzicht van le onderhandelingen, welke tusschen de beide regeeringen gevoerd zijn na het verwerpen van het vorige verdrag. Spr. herinnerde aan het antwoord dat mi nister Beelaerts den 7en Mei 1929 op het Bel gische memorandum van 12 Januari 1929 gaf Toestaan van het kanaal, voorzien in het ver worpen verdrag van 1925, of van ieder kanaal dat dezelfde kenmerken zon vertoonen, heeft daarin „een politieke onmogelijkheid Iedere Nederlandsche regeering, die dit mocht ver geten, zou door de natie gewraakt worden". Heeft nu de huidige Nederlandsche regee ring inderdaad dit vergeten, zoodat wij haar te wraken hebben? De minister kan er zich op beroepen, dat op de aangehaalde forsche afwijzing van een pseudo-Moerdijkkanaal in zijn memorandum van 7 Mei 1929 woorden volgen, waaruit een halve terugnemen blijkt van wat eerst in krachtige termen was te verstaan gegeven Zouden die woorden toelaten het als limiet ge stelde kanaal Bath-Dintels&s naar het Zuiden dermate te verlengen, dat althans naar die zijde van zijn gelimiteerd karakter weinig over blijft? Maar een kanaal in de Antwerpsche dokken, beginnend door de slikken van de Schelde naar het Kreekkanaal zou beteekenen en te niet doen van één der wezenlijke kenmer ken dat het in 1928 aangeboden kanaal van het in 1927 verworpen onderscheidde Dat langs de hier toegestoken ladder niet België tot het Nederlandsche standpunt is op geklommen, is nu wel zeker. Blijkens zijn ant woord aan den heer Lohman in de Eerste Ka mer staat in tegendeel te vreezen, dat langs die ladder de Nederlandsche minister etteliijke sporen ver is afgegleden. Dat antwoord heeft onrust gewekt. Wij Nederlanders hebben er recht op precies te weten wat er van dit alles is; wij hebben ons eenmaal door een geteekend Ned -Belgisch verdrag, waarbij naar ons oordeel gewichtige Nederlandsche belangen waren opgeofferd, ver rast gezien en moeten wenschen, dat dit niet voor de tweede maal geschiedt. Het zou noch voor het Nederiandsch gevoel bevredigend, noch voor de Ned.-Belgische be trekkingen heilzaam wezen, indien wederom der Nederlandsche opinie de plicht werd opge schoven Nederlandsche levensbelangen direct tegen een Nederiandsch minister, indirect te gen België te verdedigen. Wij willen, zoo besloot spr. zoodanige zaken inwilligen van welker redelijkheid wij over tuigd kunnen worden en bij welker uitvoering bijkomstige benadeeling van gerechtvaardigde Nederland-sohe belangen zooveel doenlijk wordt vermeden. Rede Ir. Mussert, Ir. A. A. Mussert sprak vervolgens over: de Nederiandsch-Belgische onderhandelingen ten aanzien van de Tusschenwateren en de Lim burgsehe kanalen. De punten van aanraking, tevens punten van geschil, op waterstaats- en scheepvaartgebied, zei de spr. zijn vrijwel geheel geconcentreerd in twee groepen: men zou kunnen spreken van een Westelijk en Oostelijk front; gelegen reep. in Zeeland en Limburg. Over de Schelde maakte spr. slechts een opmerking, n.l. over het onrecht dat daar sedert jaren gepleegd wordt tegen onze havens in het algemeen en In het bijzonder tegen Rotterdam. Na deze opmerking behandelde spr. eerst de Limburgsehe kwesties. De industriegebieden van Luik en Charleroi behooren van nature, door de Maas tot het achterland van Rotter dam. Door verwaarloozing van den Maasweg, en aanleg van een uitstekend spoorwegnet kon België dat gebied voor Antwerpen reserveeren. Door aanleg van het Julianakanaal en aanslui tend Maas-Waalkanaal, werd de Maas op Ne deriandsch gebied tot een eerste rangs scheep vaartweg gemaakt en daardoor dreigde Ant- werpen's monopolie verloren te gaan. Om dit te voorkomen, werd besloten tot aanleg van het Albert-kanaal. Spr. wijst er verder op, dat België op 22 Mei 1931 twee sluizen van 600 ton aanbesteed heeft en alleen plaats overgelaten voor een sluis voor vaartuigen van 1350 k 2000 ton. De reden is, dat Brussel voorkomen wil, dat gedurende het bouwen van het Albertkanaal de weg Luik Rotterdam het Julianakanaal is in 1934 ge reed reeds bruikbaar zou zijn, en Rotterdam dus die kans zou krijgen. Zoodra het Albert kanaal klaar is, is die kans verkeken.. Er blijft echter reden in het Limburgsch belang later mede te werken om de stop, de sluis bij Klein Ternaaien te verwijderen. Voor compensaties onzerzijds is niet de minste aanleiding. Komende tot de Rijn-Schelde verbinding vroeg spr.: wat willen Antwerpen en Brus sel? Antwerpen wil den Rijnhandel van Rotter dam en Brussel en Parijs willen door middel van de Rijnvaart-commissie Fransche zeggen schap verkrijgen op de tusschenwateren, op de Rijn-Schelde verbinding. Het Moerdijkkanaal, de nieuwe Antwerpsche Rijnmond, ls op 24 Maart 1927 door het Neder landsche volk, bij monde van de Eerste Kamer, verworpen, waarbij tot het uiterste moest wor den gestreden tegen het ministerie van Bui tenlandsche Zaken. Wat had daarna behooren te geschieden? Noodig was; le. Snelle verbetering van het kanaal We- meldingen-Hans weert 2e. Contra-maatregelen om het effect van de beschermende maatregelen, die Antwerpen heeft genomen om den voorsprong van Rot terdam's natuurlijke ligging uit te wieschen, teniet te doen; 3e. Daarna mededeeling aan België van Ne- derland's bereidheid om opnieuw te onderhan delen, met uitsluiting bij voorbaat van elke be spreking over een Moerdijkkanaal, een Ruhrort- kanaal of geheime Scheldereeerves. Nu in 1932 weiten we, dat dit alles niet is geschied. Spr. resumeerde daarop de ontstelte- nds-wekkende onthullingen van Dr. van de Poeil, het ingrijpen van de Nationale Unie en de inter pellatie van het Eerste Kamerlid de Savornin Lohman, dien hij hulde brengt. Hierdoor weiten wij, zegt spr., dat de minister' voornemens was en naar geivreesd wordt, nog is, om aam België toe te geven door aanvaarden van een pseudo-Moeuxlijkkanaaldat van het oorspronkelijke slechts in zooverre verschilt, dot het krom zou zijn iimplaats van recht. Spr. zettn nogmaals uiteeen welke gevaren aan de voor genomen ombuiging van den Rijnmond naar Antwerpen vertoonden zijn 1. Verzwakking van de Noderfanidisch© posüti» in Zeeuwsoh-Vlaanderen en op de Weeter Schelde; 2. Afsluiting van Westelijk-Brabant vam de Zeeuwsohe wateren; 3. Bedreiging van do bestaansmogelijkheid van Rotterdam. Op welken steun, tegenover den phalanx, kan Rotterdam rekenen Wat doet onze Uegoering voor onze eerste havenstad Wat zal de toekomst ons brengen Antwer pen volijverig, bekwaam, krachtig gesteund, bezig den Maasmond naar Antwerpen te ver leggen. Thans pogend om, waartoe geen schijn van recht toestaat, ook den Rijnmond naar Ant werpen te verleggen. Gelukt dit, ondanks alle belaften der Nederiandsöhe Regeerimg, dan ver liest Rotterdam het eenige voordeel, dat het nog boven Antwerpen heeftzijn Rijmpositie. Het thans overwogen pseudo-Moeirdijlkkanaal zou bet laatste loodje zijn, dat de weegschaal ten gunste van Antwerpen den doorslag zou geven. Op de redevoeringen volgde een luid applaus. Na een korte pauze las de voorzitter de volgende motie voor: „De Nederlandsche Maatschappij voor Nijver heid en Handel, op 20 Februari te 's-Graven- bage, in buitengewone algemeene vergadering bijeen, geeft uiting aan haar onverflauwde belangstelling in de onderhandelingen tusschen de vertegenwoordigers van den Nederlandschen en den Belgischen Staat tot herziening van het verdrag van 1839 en spreekt het vaste vertrouwen uit, dat de regeering er in zal slagen de onderhandelingen over de punten in geschil met België, voorkomende in het destijds door de Eerste Kamer verworpen ontwerp-tractaat tot een bevredigend einde te brengen In den zin als door den Minister van Buitenlandsche Zaken in het memoran dum van 7 Mei 1929 neergelegd, waar gelezen wordt: dat het toestaan aan België van het kanaal, voorzien in het verworpen verdrag van 1925 of van ieder kanaal dat dezelfde ken merken zal vertoonen, een politieke onmoge lijkheid ls" Als resultaat van de besprekingen werd aan de motie van het hoofdbestuur toegevoegd: „Zij spreekt hierbij als haar oordeel uit, dat een kanaal, niet eindigende in een open Seheldehaven ten Noorden van Bath, is te beschouwen als een kanaal dat dezelfde ken merken vertoont als datgene, voorzien in het verworpen verdrag van 1925". Deze aangevulde motie werd met algemeene stemmen aangenomen, waarna de voorzitter de vergadering sloot. Veelzijdige hulde aan Maria in de stad der Katholieke Universiteit. Prof. dr. Titus Brandsma O. Carm, deelt ons o.m. het volgende mede: t Is twintig jaar geleden, dat heel Katholiek Nederland te Maastricht samenkwam of er ver tegenwoordigd was voor een groote nationale hulde aan de Moeder Gods. Twee jaar eerder werd In de oude Nortoer- tijner-abdij van Averbode de grondslag gelegd voor dezen vorm van huldebetoon in de Neder landen. Om de twee jaar zou afwisselend in Noord-Nederland en België een groot-Neder- landsch congres worden gehouden, Maria ter eer. In Maastricht werd in 1912 voortgezet, wat in 1910 te Averbode met zoo grootsohen luister was ingezet. De groote oorlog, heèft de reeks van Neder landsche Mar ia-congressen reeds met 't tweede afgebroken, scheen er geheel de dood van te zullen worden. Meer dan eeins werd de wensch gehoord, dat hetgeen zoo heerlijk begonnen was weer diende te worden hernomen. En zoo groeide al jaren het verlangen naar een nieuw gnoot-Nederlandsoh Maria-oongres. Na twintig jaar meende men niet langer te mogen wachten. Bij den hoogen Moei van het Katholiek leven in ons vaderland onder zoo memig opzicht vraagt ook de Maria-vereering om de schoonste en schitterendste uiting. Onder de plaatsen, waar de oude Maria-ver eering in nieuwe vormen uiting zocht, nam Nijmegen wel een bijzondere plaats in. In een langzaam groeiende Maria-omdracht werd aan sluiting aan de oude traditie gezocht. Toen deze het vorig jaar haar eerste lustrum vierde, kwam het verlangen naar grootscher hulde heel sterk naar voren. In tal van besprekingen op onzen Carmel te Nijmegen gehouden werd de mogelijkheid van een Maria-tentoonstelling en in aansluiting daaraan van een Maria-congres besproken. Het vorig jaar is het er niet van gekomen. Toen vierde de stad haar zevenhonderd-jarig bestaan. Beide feestvieringen bleken moeilijk tot een harmonisch geheel te verbinden. Maar de gedachte werd niet prijsgegeven. Een groep van degenen, die voor die besprekingen samen kwamen, vereenigden zich opnieuw op onzen Carmel om de mogelijkheid te bespreken om hetgeen het vorig jaar werd overwogen zoo op te zetten, dat het een voortzetting mocht wor den van de afgebroken reeks van Nederland sche Maria-oongressen. De Rector Magnificus der kath. universiteit, zoon van de Maria-trouwe Orde van Sint Domi- nicus, prof. Reginald Janssen, door zijn hoog ambt de geroepen vertegenwoordiger van de eigen katholieke cultuur, verklaarde zich be reid als voorzitter van het voorloopig comité op te treden. Met blijde geestdrift werden de eerste plan nen door het Hoogwaardig Episcopaat ont vangen. Hunne Excellenties aanvaardden gaarne het Beschermheerschap van het con gres en bepaalden, dat, nu te Maastricht op bijzondere wijze hulde was gebracht aan Maria als de Moeder van God, dit Congres een bijzon dere hulde moest worden aan Maria als de Moeder der mensehen. Met de Hoogw. Bisschoppen aanvaardde ook Zijn Excellentie Mgr. Sohioppa, de Pauselijke Nuntius, het beschermheerschap en naast deze hooge kerkelijke beschermers wilden ook de vier katholieke ministers met den minister president aan het hoofd optreden als bescherm- heeren van dit Nederiandsch Maria-congres. Het wordt hierdoor al aanstonds door bijzon deren luister omgeven. Xn een eere-comité hebben verder de meest vooraanstaande priesters en leeken zitting ge ronnen. Het algemeen bestuur van het congres kwam dezer dagen te Nijmegen in eerste vergadering bijeen. In dit algemeen bestuuT zijn naast de ver- eeni gingen van zuiver geestelijken aard ook die van maatschappelij ken aard vertegenwoor digd, alle grootere organisaties, die ia staat mogen worden geacht, een beteekenende ou. derafdeeling van het congres te vormen en te kunnen bijdragen tot een massale deelname van katholiek Nederland aan dit Congres. Overeenkomstig de wenschen van het Hoogw. Episoopaat is de organisatie beperkt tot Nederland. Als tijd van het congres is de maand Augus tus aangewezen. De juiste dagen zijn nog niet vastgesteld. Zeer binnenkort zullen door het Hoogw. Episcopaat de dagen definitief wor den aangewezen. Het Hoogw. Episcopaat, heeft de stad der Kath. Universiteit tot zetel van het congres willen aanwijzen. Het congres zal een zeer veelzijdige hulde zijn aan Maria. Allereerst zullen haar ter eere grootsche godsdienstige plechtigheden plaats hebben. Zoo zal een zoo luisterrijk mogelijk opge dragen Pontificale H. Mis, gecelebreerd door den Aartsbisschop van Utrecht en een schit terende Sacramentshulde en Pontificaal Lof in verbinding met de plechtige kroning van het oudste Mariabeeld der stad door den Bis schop van 's-Hertogenbosch het hoogtepunt vormen van dit Congres. In aansluiting aan de kroning van het oud ste- Mariabeeld der stad, thans vereerd in de Sint Canisiuskerk ln de Molenstraat, zal d'e Vlaggenparade voor het Rijksdaggebouw op „Volkstrauertag". nader te beschouwen in eigen kring met be trekking tot de eigen organisatie. Van verschillende groote organisaties is dit reeds in het vooruitzicht gesteld. Het spreekt vanzelf, dat deze grootsche op zet giroote kositem medebrengt Hiertoe wordt een garantie-fonds gevormd van bijdragen van als regel een honderd gulden. Een zeer groote groep van bescherm- heeren, leden van het eere-oomité vertegen woordigers der onderscheiden organisaties, eere-leden van bet congres en begunstigers heeft zich reeds bereid verklaard, het genoem de bedrag in het garantie-fonds t© storten, zoodat ook met betrekking tot den financiee- len grondslag van het congres reeds nu van succes mag worden gesproken. Bedriegen de teekenen niet, dan zal de opzet boven om schreven geheel en in vollen luister verwezen lijkt kunnen worden en zullen binnenkort nog nadere mededeelingen de bevestiging brengen van hetgeen hier in hat vooruitzicht mag worden gesteld als een nieuwe schitterende en grootsche uiting van ons aller kinderlijke lief de en vereering van Maria. Maria-Omdracht, welke de laatste jaren da Sint Augustinuskerk naar de k L. Vrouw van Lourdes trok en bij van O laats t« Lj. ïiuuw VCLll UUUIUCS LIVJUV *311 W'J S3-CTÜ- kerk besloten werd door een plechtig® lu.ister Men schrijft ons: De gouden jubilaris van het Carillon, de groote meester Jef Denijn, heeft zijn zware taak als stadsbeiaardier neerlegegd. Zooals wij reeds berichten, wend Donderdag, door den gemeenteraad van Mechelen in zijn plaats benoemd de heer Staf Nees. Voor de bewonderaars van het Carillon-spel is hij geen onbekende. Staf Nees werd geboren te Mechelen in 1901. Zijn muzikale opleiding ontving hij aan de muziek-academie te Me chelen. Als leerling van het vermaarde Lemmens- gesticht behaalde hij in 1922 de hoogste onder scheiding: den Lemmens- Tinel-prijs. Intusschen had hij zich als een der eer ste leerlingen der beiaard school toegelegd op het carillonspel, onder leiding van den grooten Jef De nijn. Ook hierin behaalde hij het diploma „met c r ar groote onderscheiding". btaf IVees yan toen af ga£ jjees z;ch aan het beiaardspel en wist, door de ontwikke ling van zijn muzikaal talent, een eigen cachet te geven aan zijn spel. Sinds jaren reeds is Nees professor aan d® beiaardschool, en hoe hij daar door de lingen wordt gewaardeerd bleek on® eigen- als opvol die ooit Inkomens 500 millioen ten achter bij 1921. Belastingcijfers over de laatste tien jaren. De eerste aflevering van het Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek vermeldt van de Rijksinkomstenbelasting we derom de voornaamste cijfers en wel thans over het belastingjaar 1930/1931, die in vergelijking worden gebracht met de cijfers over enkele voorafgaande jaren. Voor alle natuurlijke binnen het Rijk wo nende belastingplichtigen tezamen volgen hier allereerst enkele cijfers betreffende een aantal achtereenvolgende jaren. Opgemerkt zij, dat bij onderstaande gegevens geen rekening is gehouden met de in den loop der jaren gewijzigde waarde van het geld. I Jaren. II Aantal aangeslagenen. III Bedrag van het inkomen in miilioenen guldens. IV Bedrag der belasting in hoofdsom X 1000. II. 1.638.456 1.690.155 1.631.980 1.624.580 1.657.883 1.694.049 1.719.376 1-746.075 1 830.875 1.892.553 Hl. 4.292 653) 130.093 4.138 154) 110.987 3.848 290) 94.852 3.761 87) 90.539 3.864 103) 96.511 3.903 39) 98.937 3.932 29) 100.056 4.029 97) 83.579 4.285 256) 90.694 4.367 82) 91.048 EEN BEZEM ACHTER T BESCHOT- Na den brand in de Langedelft te Middelburg vond men in de ruïnes van het Grand Ho'®1 Versseput in een nis een bezem ingemetseld. Nadat hiervan in de pers een bericht was ver schenen, kwamen meer mededeelingen van dezen aard binnen. Het is daarom merkwaar dig genoeg, dat men, bij het wegnemen van een eikenhouten betimmering in de oudheidkamer van het thans gerestaureerd wordende Raad huis te Veere, achter het beschot wederom zulk een bezem heeft gevonden. Deze oudheidkamer was vroeger de vierschaar en de mogelijkheid van verband tusschen de bestemming van deze ruimte, waar veel rapalje en gespuls voor zijn rechters verschijnen moest, en het inmetselen van dien bezem, is niet uitgesloten, Hoe dit zij het gebruik, zulk een amulet als middel van bescherming tegen of ter verdrijving van booze geesten in een bouwwerk in te metselen, schijnt dus in oude tijden in Zeeland wel verbreid ge weest te sjjs. ren imsier mentshulde, dit jaar met b«zo"d oTffanlsatie worden gehouden. Voor een be£ anderen m heeft men gemeend, dit jaar e®^ opd&t historischen weg te moeten qa(.rftmont wel de Omdracht als de "hni- de in de open lucht me®v *lljven lu cen trum van de stad. Een schitterende buide aan Maria zal ook bestaan in de opdring - al zoo lang verhooüt van Eerste BIiscap van Maria Een andere grootsche Maria-bukle zal be staan in 6611 broerl OE>£ezette tentoonstelling 'van oude en nieuwe Maria-kunst. Reeds kreeg men beschikking over een prachtgebouw voor het houden dezer tentoon stelling. huize „Belvoir", dat voor eenigem tijd van den heer Anton Jurgens aan de ge meente Nijmegen overging. Deze tentoonstel ling zal niet tot de enkele dagen van het Congres beperkt blijven, doch de geheele maand Augustus voortduren. Er zal getracht worden naar een uitbeelding van hetgeen in de eeuwen, die achter ons liggen, tot heden toe in de Nederlanden is gewrocht tot voor stelling en verheerlijking van Maria. En eindelijk zijn er de algemeene vergade ringen «n de secties van het congres. De groote organisaties, die toch allen bestaan uit kinderen van Maria, zullen er prijs op stellen, in die dagen te Nijmegen samen te komen, om het groote onderwerp van het con- gres, dat ln drie groote algemeene vergaderin gen, een bij de opening op Zaterdagmiddag, een op den Zondagavond, een bij de sluiting op Maandag voor alle Katholieken wordt be handeld met betrekking tot het individu, tot dagen, toen allen, reeds vóór lijke benoeming, professor Nee® ger hadden „benoemd". led®*, met hem kennis maakte ui-o®, deren zijn hartelijke toewijding, geP8-^, eeO „on verwoestbaar geduld", om n?en in te leiden in de geheimen "eilijke b®1" aardspel .Zijn kunsten® -j hooren niet alleen in België, 1 frankrijk, o.a. te Reims en St. °ff^aux; in Enge and te Loughborough en te Cattistock. Vooral ln Nederland i® beiaardier zeer eien. Hij concert®®' meerdere malen te Tilburg, Breda Utrecht, Amsterdam, Nijkerk, Arnhem en Ens®uerte- Zeer Soed bekend is hij ook te 's Bosch' waar hij vooral de avondconcerten in breed®" knnS vermaard deed worden. ginds S jaren ls Nees hulp-beiaardier te Me chelen op den St, Rombouts-toren, organist der Kerk van 0. L. Vrouw van Hanswijk, en mu ziekleeraar aan verschillende hoogere scholen. Als bestuunjgj, van den Edgard-Tinelkring was hij de ziel van de Beethoven-avonden en van van andere uitvoeringen, o.a. ,,De Jaargetij- hen" van Haydn, „de Leye" en „de Schelde" Van Peter Benoit, het Franeiscus-Oratorium van Tinel.a Van zijn composities noemen wij de eigen werken voor beiaard: Preludium, Thema met Variaties, Suite en Vlaamsche dans; ver der talrijke liederen: Levensvreugd, O mijn Dietsch. Primula Veris. De zonne zegent de wereld, zonnestralen en het heerlijke Roeping- Als componist van kerkmuziek maakte hij zes Latijnsche gezangen. Gezangen voor het lof en een mis ter eere van O. L. Vrouw van Hans- wijk. 1921/1922 1922/1923 1923/1924 1924/1925 1925/1926 1926/1927 1927/1928 1928/1929 1929/1930 1030/1931 De vermeerdering of vermindering van het totaal der inkomens ten aanzien van het voorafgaand jaar ls telkens tusschen haakjes vermeld. Uit deze cijfers blijkt, dat, als gevolg van de in 1920 ingetreden malaise, het totale inko men van alle belastingplichtigen van 1921/1922 tot 1924/1925 is gedaald met 530 millioen en van laatstgenoemd jaar tot 1930/1931, als ge- volg van de verbetering ln den algemeenen economischen toestand ls gestegen, met 606 millioen gulden, zoodat laatstgenoemd jaar weer 76 millioen hooger is dan het jaar 1921/1922. Daar de Inkomensbedragen in het algemeen betrekking hebben op de inkomsten, genoten in het voorafgaande kalenderjaar, zijn de cijfers over 1929/1930 nog niet en die over 1930/1931 nog slechts in geringe mate beïnvloed door de in het najaar van 1929 opnieuw inge treden economische crisis. De bevolking is van 1 Januari 1922 tot 1931 toegenomen met 13,51 pot., met welk percen tage een vermeerdering der gezamenlijke inko mens correspondeert van 580 millioen, zoodat, rekening houdend met de toeneming der bevol king, het totaal der Inkomens over 1930/1931 nog 504 millioeii achterblijft bij het totaal over 1921/1922. De totaalcijfers der belasting doen overeenkomstige dalingen en stijgingen zien. Het cijfer over 1928/1929 is evenwel ongeveer 16,5 millioen lager dan dait over 1927/1928 als gevolg van de op 1 Mei 1928 ln werking getreden tariefsverlaging. In tegenstelling met het bedrag der Inkomens en der belasting, blijkt, dat het aantal aangesla- genen over 1922/23 hooger ls dan over 1921/22, waarna een daling is ingetreden tot 1924/1925. Daarna stijgen de aantallen weer tot 1930/1931 waardoor het aantal over dit jaar dat over 1922/1923 met 202.398 overtreft of met 11,98 pet. Bij de vergelijking van het totaal der inko mens van jaar op jaar dient er rekening mee te worden gehouden, dat na de invoering vaa de wet op de dividend- en tailt i LQ e]>6 lciS ti IL£ op 1 Mei 1918 een aantal eigen zaken, veutivof schappen ondeir firma e.d. zijn omgezet in z.g. „besloten" naamlooze vennootschappen, als ge volg, waarvan sindsdien slechts dat gedeelte van de gemaakte winst in de inkomstenbelas ting valt, dat aan de naamlooze vennootschap pen onttrokken wordt. De vergelijking van jaar tot jaar wordt hierdoor onzuiver gemaakt. Voor enkele van bovengeo0emde jaren en wel het laatste jaar, dat n0K niet beïnvloed werd door de ln U»20 Streden malaise (1921/1922), het jaar. waarin het bedrag der belaste inkomens der malaise het laagst was (1924/iff) en de laatste twee jaren, volgen hiero"der 0 totaalcijfers betreffende liet aantal aangeslagenen, verdeeld naar da hoegróot"®13 van het belastbaar inkomen, in pot. v®" totaal. 1921/22 1924/25 1929/30 1930/31 31,62 37,83 41,47 41.BS 31,43 28,56 20.90 18,62 9,47 9,33 4,40 3,99 1,39 1,13 0,34 0,25 0,37 0,25 0,08 0,04 800— 1.400 2.000— 3.000— 5.000-/ 10.000— 20.000— 30.000—100.000 100.000 ©n daarboven ANDERLECHT. Onze Brusselsche oorres'pondent meldt ons: Onlangs hebben wij details verstrekt over liet huis in de Brussel&che voomtad Anderlecht, waar Erasmus eenigen tijd heeft gewoond en waarvan men een gemeentelijk museum wil maken. Men ie momenteel volop met de restau ratiewerken bezig. In een der met Mechelsch leder bekleede zalen zullen oude meubelen, portretten, een borstbeeld van Kareil den Vijfde en medailles, die op Erasmus betrekking hebben, worden ge plaatst. In een andere zaal zuiden oudere Eras mus-souvenirs worden bijeengebracht, in het gereconstitueerd kader van diens werkkamer. Thans heeft men besloten,' in dit huis ook enkele zalen te reserveeren als Joodsch mu seum, omdat op het grondgebied van deze ge meente sedert een eeuw een talrijke Joodsche kolonie woont, vooral bestaande uit Joden uit Rusland, Polen e,n Galleië, die daar stilaan een 1.400 2.000 3.000 5.000 10-000 20.000 30.000 28.30 15,90 8,38 3,80 1,20 0,30 0,30 0,05 28,44 15,97 8,17 3,67 1,17 0,29 0.29 0,05 100.— lOO.-r- 100.— 100.— Uit dit staatje blijkt onder meer, dat over alle jaren slechts een zeer klein deel van alle belastingplichtigen in de hoogere Inkomens vallen. Zoo maakt over 1930/1931 het aantal aangeslagenen met inkomens van 5000 en- meer slechts 5,47 pet. (1921/1922 6,58 pet.) uit van het totaal aantal aangeslagenen. De inko mens voor deze aangeslagenen bedragen 30,94 pot. (1921/22 35,30 pet.) van het totaal, terwtll aan belasting werd bijgedragen 70,43 pet. (1921/22 72,86 pet.) van het totaal. De V&W deze belasting geldende progres®le blijkt uit deze cijfers duidelijk. Van 1921/1922 af is bet gemaddelid inkomen per aangeslagene hieronder vermeld. 1921/1922 1922/1923 1923/1924 1924/1925 1925/1926 1926/1927 1927/1928 1928/1929 1929/1930 1930/1931 2.619 2.448 2.358 2.315 2.331 2.304 2.2S7 2.307 2.340 2.308 Uit deze cijfers blijkt, dat het gemiddeld inkomen pGr aangeslagene van 1921/22 tot en met 1924/1925 voortdurend is gedaald en wel van 2.619 tot 2.315, waarop na enkele schommelingen een stijging is gevolgd tot 2.340 over 1929/1930, om daarna over 1930/1931 wederom te dalen tot 2.308, waar door laatstgenoemd jaar nog 311 lager is dan dat over 1921/1922. gesut «b tot de aewëheimp aan het vermen gijn. Vertraging in den treinloop. Gistermiddag te half vier ontepoordie te Reu ver bij het ranigeeren een beladen wagon steen kolen. Doordat dit juist op de hoofdlijn Vemlo— Roermond gebeurde veroorzaakte diiit een heele stagnatie. De reizigers van den treén die vanuit Venlo om 4,09 te Reuver arriveerde, moestem overstappen in een inmiddels ontboden hulp- trei.n van Roermond. De ongevalileimwagen van Roermond was spoedig ter plaatse; er werd met man en madht gewerkt om de lijm wederom vrij te krijgen. Tegen 5.30 was de hoofdlijn in zooverre vrij, dat de sneltrein Maastricht Amsterdam wederom, hoewel langzaam rijden de, passeerem kon. De materieele schade ls wiet groot en persoonlijke ongelukken kwamen ge lukkig wiet voor. Een en ander veroorzaakte ln den treinenloop iin deze drukke uiren nogal ver- tra-siaig. t

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 10