HET NEDERLANDSCH-
BELGISCH VERDRAG.
Wm
u.c
JRMHr
DINSDAG 23 FEBRUARI 1932
GEEN BENADEELING VAN GERECHT
VAARDIGDE NEDERLANDSCHE
BELANGEN.
Tusschenwateren en Limburgsehe
kanalen.
NEDERLANDSCHE HYPOTHEKEN IN
DUITSCHLAND.
Motie.
NATIONAAL MARIA-CONGRES.
STAF NEES.
De nieuwe beiaardier van den
St. Romboutstoren te
Mechelen,
HOEVEEL ONS VOLK VERDIENT.
rv.
het huis van erasmus te
ONTSPORING TE REUVER.
„IN DUISTERNIS TASTENDE".
Rede van het Tweede Kamerlid
van Vuuren.
Voor de R. K. Kiesvereeniging „Ieders Recht"
te Groningen heeft het Tweede Kamerlid de
heer A. van Vuuren een rede gehouden, getiteld
„In duisternis tastende".
Spr. schetste den crisistoestand in Europa
de oorzaken en de gevolgen, om dan speciaal
de situatie in ons eigen land na te gaan.
Ons land is verarmd in vermogen en in
komen. In vermogen wordt de verarming ge
schat op 5 van de 15 milliard guldens; bij
realisatie zou de toestand wellicht nog slechter
blijken. Erger is, dat de nationale inkomsten
■uit dat inkomen nog veel sterker verminderen.
Er zijn maar weinigen, die kunnen zeggen, dat
Zijn inkomen niet gedaald is.
Allen hebben zich in hun uitgaven te be
perken. Vooral degenen die bezitten. Erger is
bet voor degenen, wier interesten dalen be
neden datgene wat men noodig heeft.
Dat geen reizen gemaakt of weeldeuitgaven
kunnen worden gedaan of mooie kleeren kun
nen worden gekocht, is niet zoo erg. Maar 't
geld er voor ging naar anderen, en dat is een
groote verslechtering voor onze middenstan
ders en arbeiders. De vermindering van wei
vaart van den een slaat op den ander terug.
De werkloozen lijden er 't meest onder die
wel werken willen, maar die alleen met de
zorgen blijven zitten. De Staat, die ten slotte
beschikt over inkomsten van de inkomens der
burgers, lijdt er ook ten slotte onder. Een
crisis voor den burger is ook voor den staat
een ramp. Alle belastingen gaan achteruit en
zullen nog achteruitgaan.
De begroeting eioot met 'n tekort van 90
miilioem. Spr. diuirft te voorspellen, dat het
daarbij lang niet zeil blijven. Dat is ongeveer
't beele bedrag der Inkomstenbelasting. Een
huishouden zal naar den kelder gaan alls da
uitgaven de Inkomsten te boven gaan.. En, zoo
gaat 't ook iin den sitaat. Daarom moest men
extra gaan bezuinigen en wend de commSssiie-
Welter ingesteld en nieuwe middelen werden
uitgevonden ais benzinebelaatlng enz.
Spr. vond die maatregelen niet mooi, maar
ze waren onmisbaar. Heit niet sluitend zijn van
de begrooting zou den guidem niet gaaf houden.
Voor den oorlog liep 't vertrouwen in 't geld
geen gevaar; sedert de inflatie is elk betaal
middel een kruidje-roer-mij-niet. Daarom viel
't pond. Een enkel bericht deed buitenlandsche
kapitalen vluchten uit Nederland, omdat men
ook hier 't verlaten van dien gouden standaard
vreesde.
En de sitaat heeft alle vertrouwen, noodig
omdat leemingen moeten worden geconverteerd.
Dat de staat weer veel moet leenen, brengt
■weer b.v. moeilijkheden voor de hypotheekban
ken. Het gaat niet op, dait productieve werken
worden aangevat. Het geld er voor moet mien
eerst kunnen krijgen. En 't crediet van dea
staat lijdt dan gevaar.
Een gedwongen leeniing brengt ook geen uit
komst. In den oorlog heeft men daarover ge
praat. Hoe zou echter dat niu kunnen geschie
den. ais men het uit zijn bezit en zijn zaken
en zijn land moest los maJkem, -De toestand van
den oorlog was anders dan nu. Nu zou zoo'n
leening een ramp voor allen zijn.
Daarbij komt nu de vraag om steun voor
landbouw, voor werkloosheid, voor den uit
voer. Dat is noodzakelijk. Spr. heeft graag de
genomen maatregelen gesteund. Met den heer
Colijn is spr. het eens, dat elk wettig middel
moet worden gegrepen. Want het water moet
niet boven de lippen stijgen.
Spr. eindigt met aan te halen de woorden
van mr. Aalberse: Hoeden we ons voor al te
groot pessimisme. Eerlijk tegenover ons volk
en ons geweten, vertrouwen we op Gods al
macht en liefde; dan zullen we ook deze
moeilijkheden van onzen tijd te boven komen.
Een nieuwe reorganisatie in
het leven geroepen.
Met het oog op de groote moeilijkheden,
welke Nederlandsche hypotheekbezitters ten
gevolge van noodverordeningen en andere cri
sisbepalingen bij het beheer hunner hypothe
ken in Duitschland ondervinden, heeft de Ne
derlandsche Kamer van Koophandel voor
Duitschland, Centraal Kantoor Frankfort a./d.
Main, besloten een organisatie in het leven te
roepen, welke zich ten doel stelt de belangen
der Nederlandsche hypotheekeigenaars in
Duitschland waar te nemen.
Teneinde de Nederlandsche betrokkenen over
de details dezer organisatie in te lichten en
zelf een overzicht over de belangstelling voor
oen dergelijke organisatie in Nederland te
krijgen, zal de Algemeene Secretaris der Ne
derlandsche Kamer van Koophandel voor
Duitschland, Dr. Th. Metz, te zamen met den
rechtskundigen medewerker der Kamer, Dr.
St. Kann, in de belangrijkste steden in Neder
land eenige spreekuren houden.
Voor belanghebbenden in het Zuid-Westelijk
gebied van Nederland zullen spreekuren wor
den gehouden te Rotterdam, en wel op Woens
dag 24 Februari a.s., van 10 tot 12 en van
14 tot 16 uur, ten kantore der Kamer van
Koophandel en Fabrieken.
CONTINGENTEERING VAN DEN
PAPIERINV OER-
De Centrale Raad voor Vakbelangen heeft
■volgens toet „Nleuwsbl. voor den boekhan
del" d.d. 17 Februari het volgend telegram ge
zonden aan de Commissie van Advies inzake
de Crisisinvoerwet:
De Centrale Raad voor Vakbelangen, ver
tegenwoordigende 9 organisaties op het boek
en het grafisch bedrijfsgeld id, acht zich ver
plicht uiw commissie te wijzen op de ernstige
gevolgen van contingenteering van papierin-
voer, ook op basis van 100 pet., voor het ge
heels grafische vak, waarvan dezerzijds on
vermijdelijke belemmering van tijdigen aan
voer, gebrek aan noodzakelijke papierkwali
teiten en daardoor tallooze moeilijkheden en
groote schade voor papierverwerkende indu
strieën en consumenten moet worden ver
wacht, veweekt u met klem, contingenteering
te ontraden.
i TOELATING TOT DE RIJKSKWEEK
SCHOLEN VOOR VROEDVROUWEN
Ce Minister van Arbeid, Handel en Nijver-
brengt ter algemeene kennis van haar,
<fie met den cursus, welke aanvangt in het be
gin van September van dit jaar, als in- of niet
dan bij hooge uitzondering ais uitwonend leer
ling op een der Rijkskweekscholen voor vroed
vrouwen wenschen te worden toegelaten, eer
lang gelegenheid zal worden gegeven tot het
afleggen van het toelatingsexamen.
Handhaving standpunt van 192 7 bepleit
Gisterenmiddag vergaderde in de groote zaal
van De Twee Steden Palace te 's-Gravenhage,
de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid
en Handel.
Deze buitengewone algemeene veigadering,
door het Hoofdbestuur belegd ter bespre
king van het sluiten van een verdrag tusschen
Nederland en België, was zeer druk bezocht.
Heit Ministerie van Buitenlandsche Zaken
was vertegenwoordigd door graaf van Bij-
landt, het ministerie van Waterstaat door mr
Schönfeldt en het Ministerie van Arbeid, Han
del en Nijverheid door den heer Geraerts.
Voorts waren aanwezig de Eerste Kamerleden
prof. de Savornin Lohman, mr. Smeenge en
Damtz, de Tweede Kamerleden prof. v. d. Bilt
en ir. Bongaerts, de directeur-gemeraal van
den Arbeid, de heer Zaalberg, de burgemeester
van Maastricht, mr. v. Oppen, ir. van Konijnen
burg, prof. dr. Gerretson en vele bekende per-
sonen uit de kringen van handel en nijver
heid.
Inleiders waren de heeren mr. G. H. Guépin,
voorzitter der Maatschappij, prof. dr. H. T. Co
lenbrander, hoogleeraar te Leiden, die de ter
ritoriale questie behandelde en ten slotte
ir. A. A. Mussert uit Utrecht, die het vraagstuk
der Kanalen besprak.
Inleiding mr. Guépin.
Mr. Guépin behandelde achtereenvolgens de
verschillende punten in het ontwerptractaat
van 1925, welke aanleiding hebben gegeven tot
het verwerpen van het tractaat door de Eerste
Kamer. Uit de door de Regeering gepubliceerde
correspondentie blijkt, dat de minister van
Buitenlandsche Zaken zich zeeir goed bewust is,
dat de publieke opinie zich destijds met het
MoerdijkAntwerpen kanaal en met de souve-
reiniteitsquaestie heeft ingelaten. Voorts herin
nerde spr. aan de bepaling, waardoor het moge.
lijk zou worden, dat Antwerpen voortaan oor
logshaven werd en aan de discussies, die zijn
ontstaan over het vraagpunt of de Schelde
voortaan toegankelijk zou zijn voor oorlogssche
pen. Nimmer is, aldus spr., een bevredigende
uitleg verschenen van de woorden: „elle ne pré-
juge en rien".
Vervolgens vestigde hij de aandacht op de
in het tractaat voorkomende bepalingen ten op
zichte van de rechten der Nederlandsche Regee
ring op de Schelde en wijdde eenige woorden
aan het Statuut van Barcelona.
Spr. releveerde vervolgens de achterstelling
van Terneuzen wat de beloodsing van schepen
betreft en de spoorwegtarieven en wees op de
bepaling, dat het tarief der loodsgelden voor den
Waterweg en het Noordzeekanaal zoo werd
geregeld, dat hierdoor Rotterdam en Amster
dam bij Antwerpen werden achtergesteld.
Ook tegen de regeling der beloodsing ten op
zichte van de Wielingen en het Oostgat be
staan bezwaren.
Ten slotte trad spr. in een beschouwing over
de Wielingen.
Nadat hij nog eens de aandacht had geves
tigd op de overdreven bezwaren welke van
Belgische zijde bij voortduring worden geop
perd tegen het bevaren van het Hellegat, be
ëindigde spreker zijn rede om vervolgens het
woord te geven aan prof. Ooienbrander.
Prof. Colenbrander aan het
uoord.
Prof. Colenbrander gaf een staatkundig his
torisch overzicht van le onderhandelingen,
welke tusschen de beide regeeringen gevoerd
zijn na het verwerpen van het vorige verdrag.
Spr. herinnerde aan het antwoord dat mi
nister Beelaerts den 7en Mei 1929 op het Bel
gische memorandum van 12 Januari 1929 gaf
Toestaan van het kanaal, voorzien in het ver
worpen verdrag van 1925, of van ieder kanaal
dat dezelfde kenmerken zon vertoonen, heeft
daarin „een politieke onmogelijkheid Iedere
Nederlandsche regeering, die dit mocht ver
geten, zou door de natie gewraakt worden".
Heeft nu de huidige Nederlandsche regee
ring inderdaad dit vergeten, zoodat wij haar
te wraken hebben?
De minister kan er zich op beroepen, dat op
de aangehaalde forsche afwijzing van een
pseudo-Moerdijkkanaal in zijn memorandum
van 7 Mei 1929 woorden volgen, waaruit een
halve terugnemen blijkt van wat eerst in
krachtige termen was te verstaan gegeven
Zouden die woorden toelaten het als limiet ge
stelde kanaal Bath-Dintels&s naar het Zuiden
dermate te verlengen, dat althans naar die
zijde van zijn gelimiteerd karakter weinig over
blijft? Maar een kanaal in de Antwerpsche
dokken, beginnend door de slikken van de
Schelde naar het Kreekkanaal zou beteekenen
en te niet doen van één der wezenlijke kenmer
ken dat het in 1928 aangeboden kanaal van
het in 1927 verworpen onderscheidde
Dat langs de hier toegestoken ladder niet
België tot het Nederlandsche standpunt is op
geklommen, is nu wel zeker. Blijkens zijn ant
woord aan den heer Lohman in de Eerste Ka
mer staat in tegendeel te vreezen, dat langs
die ladder de Nederlandsche minister etteliijke
sporen ver is afgegleden. Dat antwoord heeft
onrust gewekt.
Wij Nederlanders hebben er recht op precies
te weten wat er van dit alles is; wij hebben
ons eenmaal door een geteekend Ned -Belgisch
verdrag, waarbij naar ons oordeel gewichtige
Nederlandsche belangen waren opgeofferd, ver
rast gezien en moeten wenschen, dat dit niet
voor de tweede maal geschiedt.
Het zou noch voor het Nederiandsch gevoel
bevredigend, noch voor de Ned.-Belgische be
trekkingen heilzaam wezen, indien wederom
der Nederlandsche opinie de plicht werd opge
schoven Nederlandsche levensbelangen direct
tegen een Nederiandsch minister, indirect te
gen België te verdedigen.
Wij willen, zoo besloot spr. zoodanige zaken
inwilligen van welker redelijkheid wij over
tuigd kunnen worden en bij welker uitvoering
bijkomstige benadeeling van gerechtvaardigde
Nederland-sohe belangen zooveel doenlijk wordt
vermeden.
Rede Ir. Mussert,
Ir. A. A. Mussert sprak vervolgens over: de
Nederiandsch-Belgische onderhandelingen ten
aanzien van de Tusschenwateren en de Lim
burgsehe kanalen.
De punten van aanraking, tevens punten van
geschil, op waterstaats- en scheepvaartgebied,
zei de spr. zijn vrijwel geheel geconcentreerd
in twee groepen: men zou kunnen spreken van
een Westelijk en Oostelijk front; gelegen reep.
in Zeeland en Limburg. Over de Schelde
maakte spr. slechts een opmerking, n.l. over
het onrecht dat daar sedert jaren gepleegd
wordt tegen onze havens in het algemeen en
In het bijzonder tegen Rotterdam.
Na deze opmerking behandelde spr. eerst de
Limburgsehe kwesties. De industriegebieden
van Luik en Charleroi behooren van nature,
door de Maas tot het achterland van Rotter
dam. Door verwaarloozing van den Maasweg,
en aanleg van een uitstekend spoorwegnet kon
België dat gebied voor Antwerpen reserveeren.
Door aanleg van het Julianakanaal en aanslui
tend Maas-Waalkanaal, werd de Maas op Ne
deriandsch gebied tot een eerste rangs scheep
vaartweg gemaakt en daardoor dreigde Ant-
werpen's monopolie verloren te gaan. Om dit
te voorkomen, werd besloten tot aanleg van
het Albert-kanaal.
Spr. wijst er verder op, dat België op 22 Mei
1931 twee sluizen van 600 ton aanbesteed heeft
en alleen plaats overgelaten voor een sluis voor
vaartuigen van 1350 k 2000 ton. De reden is,
dat Brussel voorkomen wil, dat gedurende het
bouwen van het Albertkanaal de weg Luik
Rotterdam het Julianakanaal is in 1934 ge
reed reeds bruikbaar zou zijn, en Rotterdam
dus die kans zou krijgen. Zoodra het Albert
kanaal klaar is, is die kans verkeken.. Er blijft
echter reden in het Limburgsch belang later
mede te werken om de stop, de sluis bij Klein
Ternaaien te verwijderen. Voor compensaties
onzerzijds is niet de minste aanleiding.
Komende tot de Rijn-Schelde verbinding
vroeg spr.: wat willen Antwerpen en Brus
sel? Antwerpen wil den Rijnhandel van Rotter
dam en Brussel en Parijs willen door middel
van de Rijnvaart-commissie Fransche zeggen
schap verkrijgen op de tusschenwateren, op de
Rijn-Schelde verbinding.
Het Moerdijkkanaal, de nieuwe Antwerpsche
Rijnmond, ls op 24 Maart 1927 door het Neder
landsche volk, bij monde van de Eerste Kamer,
verworpen, waarbij tot het uiterste moest wor
den gestreden tegen het ministerie van Bui
tenlandsche Zaken. Wat had daarna behooren
te geschieden? Noodig was;
le. Snelle verbetering van het kanaal We-
meldingen-Hans weert
2e. Contra-maatregelen om het effect van de
beschermende maatregelen, die Antwerpen
heeft genomen om den voorsprong van Rot
terdam's natuurlijke ligging uit te wieschen,
teniet te doen;
3e. Daarna mededeeling aan België van Ne-
derland's bereidheid om opnieuw te onderhan
delen, met uitsluiting bij voorbaat van elke be
spreking over een Moerdijkkanaal, een Ruhrort-
kanaal of geheime Scheldereeerves.
Nu in 1932 weiten we, dat dit alles niet is
geschied. Spr. resumeerde daarop de ontstelte-
nds-wekkende onthullingen van Dr. van de Poeil,
het ingrijpen van de Nationale Unie en de inter
pellatie van het Eerste Kamerlid de Savornin
Lohman, dien hij hulde brengt.
Hierdoor weiten wij, zegt spr., dat de minister'
voornemens was en naar geivreesd wordt, nog
is, om aam België toe te geven door aanvaarden
van een pseudo-Moeuxlijkkanaaldat van het
oorspronkelijke slechts in zooverre verschilt, dot
het krom zou zijn iimplaats van recht. Spr. zettn
nogmaals uiteeen welke gevaren aan de voor
genomen ombuiging van den Rijnmond naar
Antwerpen vertoonden zijn
1. Verzwakking van de Noderfanidisch© posüti»
in Zeeuwsoh-Vlaanderen en op de Weeter
Schelde;
2. Afsluiting van Westelijk-Brabant vam de
Zeeuwsohe wateren;
3. Bedreiging van do bestaansmogelijkheid
van Rotterdam.
Op welken steun, tegenover den phalanx, kan
Rotterdam rekenen Wat doet onze Uegoering
voor onze eerste havenstad
Wat zal de toekomst ons brengen Antwer
pen volijverig, bekwaam, krachtig gesteund,
bezig den Maasmond naar Antwerpen te ver
leggen. Thans pogend om, waartoe geen schijn
van recht toestaat, ook den Rijnmond naar Ant
werpen te verleggen. Gelukt dit, ondanks alle
belaften der Nederiandsöhe Regeerimg, dan ver
liest Rotterdam het eenige voordeel, dat het
nog boven Antwerpen heeftzijn Rijmpositie.
Het thans overwogen pseudo-Moeirdijlkkanaal
zou bet laatste loodje zijn, dat de weegschaal
ten gunste van Antwerpen den doorslag zou
geven.
Op de redevoeringen volgde een luid
applaus.
Na een korte pauze las de voorzitter de
volgende motie voor:
„De Nederlandsche Maatschappij voor Nijver
heid en Handel, op 20 Februari te 's-Graven-
bage, in buitengewone algemeene vergadering
bijeen, geeft uiting aan haar onverflauwde
belangstelling in de onderhandelingen tusschen
de vertegenwoordigers van den Nederlandschen
en den Belgischen Staat tot herziening van
het verdrag van 1839 en spreekt het vaste
vertrouwen uit, dat de regeering er in zal
slagen de onderhandelingen over de punten
in geschil met België, voorkomende in het
destijds door de Eerste Kamer verworpen
ontwerp-tractaat tot een bevredigend einde
te brengen In den zin als door den Minister
van Buitenlandsche Zaken in het memoran
dum van 7 Mei 1929 neergelegd, waar gelezen
wordt: dat het toestaan aan België van het
kanaal, voorzien in het verworpen verdrag van
1925 of van ieder kanaal dat dezelfde ken
merken zal vertoonen, een politieke onmoge
lijkheid ls"
Als resultaat van de besprekingen werd aan
de motie van het hoofdbestuur toegevoegd:
„Zij spreekt hierbij als haar oordeel uit,
dat een kanaal, niet eindigende in een open
Seheldehaven ten Noorden van Bath, is te
beschouwen als een kanaal dat dezelfde ken
merken vertoont als datgene, voorzien in het
verworpen verdrag van 1925".
Deze aangevulde motie werd met algemeene
stemmen aangenomen, waarna de voorzitter
de vergadering sloot.
Veelzijdige hulde aan Maria in de stad der
Katholieke Universiteit.
Prof. dr. Titus Brandsma O. Carm, deelt ons
o.m. het volgende mede:
t Is twintig jaar geleden, dat heel Katholiek
Nederland te Maastricht samenkwam of er ver
tegenwoordigd was voor een groote nationale
hulde aan de Moeder Gods.
Twee jaar eerder werd In de oude Nortoer-
tijner-abdij van Averbode de grondslag gelegd
voor dezen vorm van huldebetoon in de Neder
landen. Om de twee jaar zou afwisselend in
Noord-Nederland en België een groot-Neder-
landsch congres worden gehouden, Maria ter
eer. In Maastricht werd in 1912 voortgezet, wat
in 1910 te Averbode met zoo grootsohen luister
was ingezet.
De groote oorlog, heèft de reeks van Neder
landsche Mar ia-congressen reeds met 't tweede
afgebroken, scheen er geheel de dood van te
zullen worden.
Meer dan eeins werd de wensch gehoord, dat
hetgeen zoo heerlijk begonnen was weer diende
te worden hernomen.
En zoo groeide al jaren het verlangen naar
een nieuw gnoot-Nederlandsoh Maria-oongres.
Na twintig jaar meende men niet langer te
mogen wachten.
Bij den hoogen Moei van het Katholiek leven
in ons vaderland onder zoo memig opzicht
vraagt ook de Maria-vereering om de schoonste
en schitterendste uiting.
Onder de plaatsen, waar de oude Maria-ver
eering in nieuwe vormen uiting zocht, nam
Nijmegen wel een bijzondere plaats in. In een
langzaam groeiende Maria-omdracht werd aan
sluiting aan de oude traditie gezocht. Toen
deze het vorig jaar haar eerste lustrum vierde,
kwam het verlangen naar grootscher hulde
heel sterk naar voren.
In tal van besprekingen op onzen Carmel te
Nijmegen gehouden werd de mogelijkheid van
een Maria-tentoonstelling en in aansluiting
daaraan van een Maria-congres besproken.
Het vorig jaar is het er niet van gekomen.
Toen vierde de stad haar zevenhonderd-jarig
bestaan. Beide feestvieringen bleken moeilijk
tot een harmonisch geheel te verbinden. Maar
de gedachte werd niet prijsgegeven. Een groep
van degenen, die voor die besprekingen samen
kwamen, vereenigden zich opnieuw op onzen
Carmel om de mogelijkheid te bespreken om
hetgeen het vorig jaar werd overwogen zoo op
te zetten, dat het een voortzetting mocht wor
den van de afgebroken reeks van Nederland
sche Maria-oongressen.
De Rector Magnificus der kath. universiteit,
zoon van de Maria-trouwe Orde van Sint Domi-
nicus, prof. Reginald Janssen, door zijn hoog
ambt de geroepen vertegenwoordiger van de
eigen katholieke cultuur, verklaarde zich be
reid als voorzitter van het voorloopig comité
op te treden.
Met blijde geestdrift werden de eerste plan
nen door het Hoogwaardig Episcopaat ont
vangen. Hunne Excellenties aanvaardden
gaarne het Beschermheerschap van het con
gres en bepaalden, dat, nu te Maastricht op
bijzondere wijze hulde was gebracht aan Maria
als de Moeder van God, dit Congres een bijzon
dere hulde moest worden aan Maria als de
Moeder der mensehen.
Met de Hoogw. Bisschoppen aanvaardde ook
Zijn Excellentie Mgr. Sohioppa, de Pauselijke
Nuntius, het beschermheerschap en naast deze
hooge kerkelijke beschermers wilden ook de
vier katholieke ministers met den minister
president aan het hoofd optreden als bescherm-
heeren van dit Nederiandsch Maria-congres.
Het wordt hierdoor al aanstonds door bijzon
deren luister omgeven.
Xn een eere-comité hebben verder de meest
vooraanstaande priesters en leeken zitting ge
ronnen.
Het algemeen bestuur van het congres kwam
dezer dagen te Nijmegen in eerste vergadering
bijeen.
In dit algemeen bestuuT zijn naast de ver-
eeni gingen van zuiver geestelijken aard ook die
van maatschappelij ken aard vertegenwoor
digd, alle grootere organisaties, die ia staat
mogen worden geacht, een beteekenende ou.
derafdeeling van het congres te vormen en te
kunnen bijdragen tot een massale deelname
van katholiek Nederland aan dit Congres.
Overeenkomstig de wenschen van het
Hoogw. Episoopaat is de organisatie beperkt
tot Nederland.
Als tijd van het congres is de maand Augus
tus aangewezen. De juiste dagen zijn nog niet
vastgesteld. Zeer binnenkort zullen door het
Hoogw. Episcopaat de dagen definitief wor
den aangewezen.
Het Hoogw. Episcopaat, heeft de stad der
Kath. Universiteit tot zetel van het congres
willen aanwijzen.
Het congres zal een zeer veelzijdige hulde
zijn aan Maria.
Allereerst zullen haar ter eere grootsche
godsdienstige plechtigheden plaats hebben.
Zoo zal een zoo luisterrijk mogelijk opge
dragen Pontificale H. Mis, gecelebreerd door
den Aartsbisschop van Utrecht en een schit
terende Sacramentshulde en Pontificaal Lof
in verbinding met de plechtige kroning van
het oudste Mariabeeld der stad door den Bis
schop van 's-Hertogenbosch het hoogtepunt
vormen van dit Congres.
In aansluiting aan de kroning van het oud
ste- Mariabeeld der stad, thans vereerd in de
Sint Canisiuskerk ln de Molenstraat, zal d'e
Vlaggenparade voor het Rijksdaggebouw
op „Volkstrauertag".
nader te beschouwen in eigen kring met be
trekking tot de eigen organisatie.
Van verschillende groote organisaties is dit
reeds in het vooruitzicht gesteld.
Het spreekt vanzelf, dat deze grootsche op
zet giroote kositem medebrengt
Hiertoe wordt een garantie-fonds gevormd
van bijdragen van als regel een honderd
gulden. Een zeer groote groep van bescherm-
heeren, leden van het eere-oomité vertegen
woordigers der onderscheiden organisaties,
eere-leden van bet congres en begunstigers
heeft zich reeds bereid verklaard, het genoem
de bedrag in het garantie-fonds t© storten,
zoodat ook met betrekking tot den financiee-
len grondslag van het congres reeds nu van
succes mag worden gesproken. Bedriegen de
teekenen niet, dan zal de opzet boven om
schreven geheel en in vollen luister verwezen
lijkt kunnen worden en zullen binnenkort nog
nadere mededeelingen de bevestiging brengen
van hetgeen hier in hat vooruitzicht mag
worden gesteld als een nieuwe schitterende en
grootsche uiting van ons aller kinderlijke lief
de en vereering van Maria.
Maria-Omdracht, welke de laatste jaren
da Sint Augustinuskerk naar de k
L. Vrouw van Lourdes trok en bij
van O
laats t«
Lj. ïiuuw VCLll UUUIUCS LIVJUV *311 W'J S3-CTÜ-
kerk besloten werd door een plechtig® lu.ister
Men schrijft ons:
De gouden jubilaris van het Carillon, de
groote meester Jef Denijn, heeft zijn zware
taak als stadsbeiaardier neerlegegd.
Zooals wij reeds berichten, wend Donderdag,
door den gemeenteraad van Mechelen in zijn
plaats benoemd de heer Staf Nees.
Voor de bewonderaars van het Carillon-spel
is hij geen onbekende.
Staf Nees werd geboren te Mechelen in 1901.
Zijn muzikale opleiding ontving hij aan de
muziek-academie te Me
chelen. Als leerling van
het vermaarde Lemmens-
gesticht behaalde hij in
1922 de hoogste onder
scheiding: den Lemmens-
Tinel-prijs. Intusschen had
hij zich als een der eer
ste leerlingen der beiaard
school toegelegd op het
carillonspel, onder leiding
van den grooten Jef De
nijn. Ook hierin behaalde
hij het diploma „met
c r ar groote onderscheiding".
btaf IVees yan toen af ga£ jjees z;ch
aan het beiaardspel en wist, door de ontwikke
ling van zijn muzikaal talent, een eigen cachet
te geven aan zijn spel.
Sinds jaren reeds is Nees professor aan d®
beiaardschool, en hoe hij daar door de
lingen wordt gewaardeerd bleek on®
eigen-
als opvol
die ooit
Inkomens 500 millioen ten
achter bij 1921.
Belastingcijfers over de laatste
tien jaren.
De eerste aflevering van het Maandschrift
van het Centraal Bureau voor de Statistiek
vermeldt van de Rijksinkomstenbelasting we
derom de voornaamste cijfers en wel thans over
het belastingjaar 1930/1931, die in vergelijking
worden gebracht met de cijfers over enkele
voorafgaande jaren.
Voor alle natuurlijke binnen het Rijk wo
nende belastingplichtigen tezamen volgen
hier allereerst enkele cijfers betreffende een
aantal achtereenvolgende jaren.
Opgemerkt zij, dat bij onderstaande gegevens
geen rekening is gehouden met de in den loop
der jaren gewijzigde waarde van het geld.
I Jaren. II Aantal aangeslagenen. III
Bedrag van het inkomen in miilioenen guldens.
IV Bedrag der belasting in hoofdsom X 1000.
II.
1.638.456
1.690.155
1.631.980
1.624.580
1.657.883
1.694.049
1.719.376
1-746.075
1 830.875
1.892.553
Hl.
4.292
653)
130.093
4.138
154)
110.987
3.848
290)
94.852
3.761
87)
90.539
3.864
103)
96.511
3.903
39)
98.937
3.932
29)
100.056
4.029
97)
83.579
4.285
256)
90.694
4.367
82)
91.048
EEN BEZEM ACHTER T BESCHOT-
Na den brand in de Langedelft te Middelburg
vond men in de ruïnes van het Grand Ho'®1
Versseput in een nis een bezem ingemetseld.
Nadat hiervan in de pers een bericht was ver
schenen, kwamen meer mededeelingen van
dezen aard binnen. Het is daarom merkwaar
dig genoeg, dat men, bij het wegnemen van een
eikenhouten betimmering in de oudheidkamer
van het thans gerestaureerd wordende Raad
huis te Veere, achter het beschot wederom zulk
een bezem heeft gevonden. Deze oudheidkamer
was vroeger de vierschaar en de mogelijkheid
van verband tusschen de bestemming van deze
ruimte, waar veel rapalje en gespuls voor zijn
rechters verschijnen moest, en het inmetselen
van dien bezem, is niet uitgesloten, Hoe dit zij
het gebruik, zulk een amulet als middel van
bescherming tegen of ter verdrijving van booze
geesten in een bouwwerk in te metselen, schijnt
dus in oude tijden in Zeeland wel verbreid ge
weest te sjjs.
ren imsier
mentshulde, dit jaar met b«zo"d oTffanlsatie
worden gehouden. Voor een be£ anderen m
heeft men gemeend, dit jaar e®^ opd&t
historischen weg te moeten qa(.rftmont
wel de Omdracht als de "hni-
de in de open lucht me®v *lljven lu cen
trum van de stad.
Een schitterende buide aan Maria zal ook
bestaan in de opdring - al zoo lang
verhooüt van Eerste BIiscap van Maria
Een andere grootsche Maria-bukle zal be
staan in 6611 broerl OE>£ezette tentoonstelling
'van oude en nieuwe Maria-kunst.
Reeds kreeg men beschikking over een
prachtgebouw voor het houden dezer tentoon
stelling. huize „Belvoir", dat voor eenigem
tijd van den heer Anton Jurgens aan de ge
meente Nijmegen overging. Deze tentoonstel
ling zal niet tot de enkele dagen van het
Congres beperkt blijven, doch de geheele
maand Augustus voortduren. Er zal getracht
worden naar een uitbeelding van hetgeen in
de eeuwen, die achter ons liggen, tot heden
toe in de Nederlanden is gewrocht tot voor
stelling en verheerlijking van Maria.
En eindelijk zijn er de algemeene vergade
ringen «n de secties van het congres. De
groote organisaties, die toch allen bestaan
uit kinderen van Maria, zullen er prijs op
stellen, in die dagen te Nijmegen samen te
komen, om het groote onderwerp van het con-
gres, dat ln drie groote algemeene vergaderin
gen, een bij de opening op Zaterdagmiddag,
een op den Zondagavond, een bij de sluiting
op Maandag voor alle Katholieken wordt be
handeld met betrekking tot het individu, tot
dagen, toen allen, reeds vóór
lijke benoeming, professor Nee®
ger hadden „benoemd". led®*,
met hem kennis maakte ui-o®, deren
zijn hartelijke toewijding, geP8-^, eeO „on
verwoestbaar geduld", om n?en in te
leiden in de geheimen "eilijke b®1"
aardspel .Zijn kunsten® -j hooren niet
alleen in België, 1 frankrijk, o.a.
te Reims en St. °ff^aux; in Enge and
te Loughborough en te Cattistock. Vooral ln
Nederland i® beiaardier zeer eien.
Hij concert®®' meerdere malen te Tilburg,
Breda Utrecht, Amsterdam, Nijkerk, Arnhem
en Ens®uerte- Zeer Soed bekend is hij ook te
's Bosch' waar hij vooral de avondconcerten in
breed®" knnS vermaard deed worden.
ginds S jaren ls Nees hulp-beiaardier te Me
chelen op den St, Rombouts-toren, organist der
Kerk van 0. L. Vrouw van Hanswijk, en mu
ziekleeraar aan verschillende hoogere scholen.
Als bestuunjgj, van den Edgard-Tinelkring was
hij de ziel van de Beethoven-avonden en van
van andere uitvoeringen, o.a. ,,De Jaargetij-
hen" van Haydn, „de Leye" en „de Schelde"
Van Peter Benoit, het Franeiscus-Oratorium van
Tinel.a Van zijn composities noemen wij de
eigen werken voor beiaard: Preludium, Thema
met Variaties, Suite en Vlaamsche dans; ver
der talrijke liederen: Levensvreugd, O mijn
Dietsch. Primula Veris. De zonne zegent de
wereld, zonnestralen en het heerlijke Roeping-
Als componist van kerkmuziek maakte hij
zes Latijnsche gezangen. Gezangen voor het lof
en een mis ter eere van O. L. Vrouw van Hans-
wijk.
1921/1922
1922/1923
1923/1924
1924/1925
1925/1926
1926/1927
1927/1928
1928/1929
1929/1930
1030/1931
De vermeerdering of vermindering van het
totaal der inkomens ten aanzien van het
voorafgaand jaar ls telkens tusschen haakjes
vermeld.
Uit deze cijfers blijkt, dat, als gevolg van
de in 1920 ingetreden malaise, het totale inko
men van alle belastingplichtigen van 1921/1922
tot 1924/1925 is gedaald met 530 millioen en
van laatstgenoemd jaar tot 1930/1931, als ge-
volg van de verbetering ln den algemeenen
economischen toestand ls gestegen, met 606
millioen gulden, zoodat laatstgenoemd jaar
weer 76 millioen hooger is dan het jaar
1921/1922. Daar de Inkomensbedragen in het
algemeen betrekking hebben op de inkomsten,
genoten in het voorafgaande kalenderjaar, zijn
de cijfers over 1929/1930 nog niet en die over
1930/1931 nog slechts in geringe mate beïnvloed
door de in het najaar van 1929 opnieuw inge
treden economische crisis.
De bevolking is van 1 Januari 1922 tot 1931
toegenomen met 13,51 pot., met welk percen
tage een vermeerdering der gezamenlijke inko
mens correspondeert van 580 millioen, zoodat,
rekening houdend met de toeneming der bevol
king, het totaal der Inkomens over 1930/1931
nog 504 millioeii achterblijft bij het totaal over
1921/1922. De totaalcijfers der belasting doen
overeenkomstige dalingen en stijgingen zien.
Het cijfer over 1928/1929 is evenwel ongeveer
16,5 millioen lager dan dait over 1927/1928
als gevolg van de op 1 Mei 1928 ln werking
getreden tariefsverlaging.
In tegenstelling met het bedrag der Inkomens
en der belasting, blijkt, dat het aantal aangesla-
genen over 1922/23 hooger ls dan over 1921/22,
waarna een daling is ingetreden tot 1924/1925.
Daarna stijgen de aantallen weer tot 1930/1931
waardoor het aantal over dit jaar dat over
1922/1923 met 202.398 overtreft of met 11,98 pet.
Bij de vergelijking van het totaal der inko
mens van jaar op jaar dient er rekening mee
te worden gehouden, dat na de invoering vaa
de wet op de dividend- en tailt i LQ e]>6 lciS ti IL£
op 1 Mei 1918 een aantal eigen zaken, veutivof
schappen ondeir firma e.d. zijn omgezet in z.g.
„besloten" naamlooze vennootschappen, als ge
volg, waarvan sindsdien slechts dat gedeelte
van de gemaakte winst in de inkomstenbelas
ting valt, dat aan de naamlooze vennootschap
pen onttrokken wordt. De vergelijking van jaar
tot jaar wordt hierdoor onzuiver gemaakt.
Voor enkele van bovengeo0emde jaren en
wel het laatste jaar, dat n0K niet beïnvloed
werd door de ln U»20 Streden malaise
(1921/1922), het jaar. waarin het bedrag der
belaste inkomens der malaise het
laagst was (1924/iff) en de laatste twee jaren,
volgen hiero"der 0 totaalcijfers betreffende
liet aantal aangeslagenen, verdeeld naar da
hoegróot"®13 van het belastbaar inkomen, in
pot. v®" totaal.
1921/22 1924/25 1929/30 1930/31
31,62 37,83 41,47 41.BS
31,43 28,56
20.90 18,62
9,47 9,33
4,40 3,99
1,39 1,13
0,34 0,25
0,37 0,25
0,08 0,04
800—
1.400
2.000—
3.000—
5.000-/
10.000—
20.000—
30.000—100.000
100.000 ©n daarboven
ANDERLECHT.
Onze Brusselsche oorres'pondent meldt ons:
Onlangs hebben wij details verstrekt over
liet huis in de Brussel&che voomtad Anderlecht,
waar Erasmus eenigen tijd heeft gewoond en
waarvan men een gemeentelijk museum wil
maken. Men ie momenteel volop met de restau
ratiewerken bezig.
In een der met Mechelsch leder bekleede
zalen zullen oude meubelen, portretten, een
borstbeeld van Kareil den Vijfde en medailles,
die op Erasmus betrekking hebben, worden ge
plaatst. In een andere zaal zuiden oudere Eras
mus-souvenirs worden bijeengebracht, in het
gereconstitueerd kader van diens werkkamer.
Thans heeft men besloten,' in dit huis ook
enkele zalen te reserveeren als Joodsch mu
seum, omdat op het grondgebied van deze ge
meente sedert een eeuw een talrijke Joodsche
kolonie woont, vooral bestaande uit Joden uit
Rusland, Polen e,n Galleië, die daar stilaan een
1.400
2.000
3.000
5.000
10-000
20.000
30.000
28.30
15,90
8,38
3,80
1,20
0,30
0,30
0,05
28,44
15,97
8,17
3,67
1,17
0,29
0.29
0,05
100.— lOO.-r- 100.— 100.—
Uit dit staatje blijkt onder meer, dat over
alle jaren slechts een zeer klein deel van alle
belastingplichtigen in de hoogere Inkomens
vallen. Zoo maakt over 1930/1931 het aantal
aangeslagenen met inkomens van 5000 en-
meer slechts 5,47 pet. (1921/1922 6,58 pet.) uit
van het totaal aantal aangeslagenen. De inko
mens voor deze aangeslagenen bedragen 30,94
pot. (1921/22 35,30 pet.) van het totaal, terwtll
aan belasting werd bijgedragen 70,43 pet.
(1921/22 72,86 pet.) van het totaal. De V&W
deze belasting geldende progres®le blijkt uit
deze cijfers duidelijk.
Van 1921/1922 af is bet gemaddelid inkomen
per aangeslagene hieronder vermeld.
1921/1922
1922/1923
1923/1924
1924/1925
1925/1926
1926/1927
1927/1928
1928/1929
1929/1930
1930/1931
2.619
2.448
2.358
2.315
2.331
2.304
2.2S7
2.307
2.340
2.308
Uit deze cijfers blijkt, dat het gemiddeld
inkomen pGr aangeslagene van 1921/22 tot en
met 1924/1925 voortdurend is gedaald en wel
van 2.619 tot 2.315, waarop na enkele
schommelingen een stijging is gevolgd tot
2.340 over 1929/1930, om daarna over
1930/1931 wederom te dalen tot 2.308, waar
door laatstgenoemd jaar nog 311 lager is dan
dat over 1921/1922.
gesut «b tot de aewëheimp aan het vermen gijn.
Vertraging in den treinloop.
Gistermiddag te half vier ontepoordie te Reu
ver bij het ranigeeren een beladen wagon steen
kolen. Doordat dit juist op de hoofdlijn Vemlo—
Roermond gebeurde veroorzaakte diiit een heele
stagnatie. De reizigers van den treén die vanuit
Venlo om 4,09 te Reuver arriveerde, moestem
overstappen in een inmiddels ontboden hulp-
trei.n van Roermond. De ongevalileimwagen van
Roermond was spoedig ter plaatse; er werd met
man en madht gewerkt om de lijm wederom
vrij te krijgen. Tegen 5.30 was de hoofdlijn in
zooverre vrij, dat de sneltrein Maastricht
Amsterdam wederom, hoewel langzaam rijden
de, passeerem kon. De materieele schade ls wiet
groot en persoonlijke ongelukken kwamen ge
lukkig wiet voor. Een en ander veroorzaakte ln
den treinenloop iin deze drukke uiren nogal ver-
tra-siaig. t