i ■M J9 00 4? ÜÈS DE LEEUWEN YAN HET NOORDEN. TOOT - »SS5S" X T^né 46 lmr'l sif m ij v. De blinkende wapen* busting. f een stad van zout. STREUVELS'i VLASCHAARD' ra w —Bi I tl Mm W"' z s z. z. s: s. ZATERDAG 5 MAART 1932 IJII DE „GULDEN LEGENDE," e^nvirr^rd' dat het vreemdelingenbezoek HEINZ HERTZ. Y Oplossing van den vorigen rebus. v/jz//1'/ ///A'z* '•-/ 4//-'f'A m.=a JACHT OP ,/OWICK SOAH" - '•»- deed aan alsof geW°"'d WarCm to. DE LA WAARBAROMETER. EVEN NADENKEN WIE WIST DAT AL LETTERRAADSEL. X X 8 Oplossing vorig letterraadsel. WELK LAND Uitslag. BIJ WELKE FABEL HU i I fl\ it ik* 3 VOOR KNUTSELAARS. 'n Gezelschapsspel. NIET ERGEREN VLEC.HT/" 'ERWONDEREh WIE KAN HERSENGYMNASTIEK. Oplossing. S. y J. 7 j. 3 5\ 3. y V. A Z. j. a /r /S* a /5* o~ /S* SPREEKWOORD*RAADSEG WIE RAADT ER MEE De II. Longing (15 Maan), Longinus was de booM™- door Pilatus word belastiT" 1l<mdord' d,e aiging tegenwoordig te HeCT€n k™U lans die de heili»e ,H r °°k was h<3t zlJn zien der groote teeken d«ori*orde. Bij h6t gezelden, klopte hts f10 Jesus' 400(1 ver" borst en getuie-i rouwmoedig op de de Zoon Gods" "Ja' waarl)J^ Deze was keerd tóen een 'a- méér nog werd h13 zijn is^r i .P6' Woed lattgs de scllae,:it ■wonderdadige °°s drong en daar d© Oenh?w een kwaal genas, waaraan denÏÏÏV*1? Iang ^d geleden. Hij verliet door ri ^S^dienst. deed zich onderrichten de apostelen en leidde gedurende acht en ntfg jaren nabij Cesaréa een leven van versterving en ontbering honderden bekeerend door zijn wijs woord en vlekkeloozen levens wandel. Ten laatste werd hij voor den Bomeinsehen landvoogd geleid, die hem gelastte den afgoden «w te bewijzen. Maar dat was iets waar Lon ginus heelemaal niet aan dacht ook niet toen ze hem tanden en tong uitrukten. Doch daarom kon hij nog wel spreken. Hij greep een bijl en 'sloeg daarmee al die steenen poppen in „Als dat jullie goden rijndan moet ttaar eens bewijzen" riep bij Uit -an ■•tends traden duivelen te voorschijn dm voe den in den landvoogd en zijn trawanten Lon ginus vroeg hun: ..Waarom bewoneu iulhe de afgodsbeelden?» Zii antwoorddeu. M toeven overal waar Jesus niet woont, of waai bet teeken des fcruises ontbreekt Den schen gouverneur sloegen ze met blind. Longinus zeide: „Wanneer ge me gedood m hebben zal ik voor u bidden en op m]^n bede zult gij genezen, niet alleen ti waar ook uw ziel". Toen scheidden zij Longtus' hoofd van zij »Wnp, maar de landvoogd knielde neer en weende naast zijn stoffelijk overschot. En toen hij zoo weende, erlangde hij het licht weer terug in zijn door de daemonen uitgebluste w>?en en bij legde zich voortaan alleen op ©oede werken toe. Et was eens een edelknecht, die zelf graag ridder wilde zijn. Het was hem veel te gering zijn heer te volgen, den stijgbeugel voor hem op te houden, hem behulpzaam te zijn bij het wwngorden der wapenrusting en de wapenen "•"liter hem sa® te dragen. Véél te lang reeds ilad hij dit gedaan naar zijn meening en met zag bij de trotschd gestalte van zijn heer en di«hS blinkenden helm, stralende pantser on moedig paard. 4ae< 10011 Wi ridder in 'n v«P»fcér Sosch 'was aangekomen, i^iot im *.en speer door den rug, trok hem zijn wapen- rusting uit en verborg het lijk ln de rivier. &u zat de knecht zelf hoog te paard en waande zich een ridder, omdat hij dacht, dat het uiter lijke kleed daarvoor al genoeg was. Gekomen aan een brug, wilde hij zijn rijdier dwingen erover heen te galoppeeren. Hij gaf het de gulden sporen maar alsof het trouwe ros wist van dcn m<)(^a en diefstal, steigerde bet en ameet het zijn berijder in den stroom. Het zware Pantser, dat hij zoo vurig had met geweld haar de diepte gorden ridder.^ tot van den ver- De toeristen, die de Poolsch© konir, kau bezoeken, verzuimen zelden nf,8*4®"1 Kra- auto een bezoek te brengen aan de spoor of liczka en haar mijn. De Poolsch© ko f ad Wle" jnir de Groote, „de koning der anrneu^ Casl" hier zoo te zeggen „den eersten 6te' ^eeft Oegd" en de Saksische mijnwerkers hebben K6~ slotte de onderneming tot bloed gebracht t6n" Tor lift gaat het een paar honderd mot de diepte in De onderste zoutlaag waarin g werkt wordt, ligt driehonderd meter onder grond en daar ia het zoo druk, dat geen be kkers kunnen worden toegelaten, dat te duur worden. In het geheel heeft men 80o K.M. aan gangen uitgehouwen en om alles te vervoeren heeft men een paarden trammetje aangelegd met 40 K.M. rails. Wie meent, dat alles hem tegen glinstert als tafelzout, komt teleurgesteld uit, want de wand is donkergrijs, om niet te zeggen zwart, uitgeslagen. Er is een kapel van zout, 'n zouten altaar, Preek- stoel, een zouten ontvangzaal en zelfs een - zaal met kroonluchters en pilaren. Er is oo c een kerk aan de heilige Kunigonde gewijd, ge heel uit zout gemaakt, met drie altaren en twaalf lichtkronen uit zoutkristallen. Hier wordt tweemaal per jaar de heilige Mis f?e' vierd voor de ondergrondsche bevolking. Men eold «,pleVert als de ontginning (22 Februari 1857 1932). Heinz Hertz? Nooit van geboord! Op 22 Februari zou hij 75 jaar geworden zijn? Is me niet opgevallen Best mogelijk, maar je maakt toch dagelijks met zijn uitvinding kennis! Want zonder hem Béén radio en géén klankfilm. Hertz heeft de eerste radiogolven door de wereldruimte ge stuwd en ze weer opgevangen ook. Hij bouwde uit zegellak, hout en blik en eindjes gevonden draad den eersten zender, die nu in het museum te Miinehen onder glas bewaard wordt. Hij be wees daarmee dat de En gelach man Maxwell gelijk had met zijn uitspraak: er zijn electrische golvingen, die zich net voortplanten als de stralen van het licht. En deze Herz was het, die als student der technische hoogeschool te. Dregden naar huis schreef over de leer der eiectriciteit: ,,Was hat der ganze Unsinn eigentlich für einen'zweek' „Wat. hebben we eigenlijk aau al. dien. onzin!" ja, toen was hij pas zeventien jaar. en wist hij nog niet beter, wilde hij liever in de bouw- kunde gaan, architect worden' of zooiets Later heeft die „onzin" hem aardig te pakken ge kregen, toen hij reeds professor was in Karls- nn«?J°©n f eihij' nietS li0Ver da* iuiet „den Unsmu en vochten de hoogeeeholen om zijn les sen. Gewerkt dat hij heeft, net of hij een voor- f' dat ZÜn naar. mensche- mcemng te kort zou duren. Pas 37 jaar wibMon 0,11 ,'..t0ein d'j reeds werd opgeroepen 111 ZJjn arbeid. De veroveraar van den ether was toen hoogleeraar te Bonn. t) „.N "Viaaohaard" is heit beroemde boeik' van biijn^ Sitreiuvels, bet boek van boer Veroieulem 611 "ftens zoon Louis en SahelilelbeUe, boer Ver uteulen, die „den zwaren mispelaar awaaide m de iuchit en kletste met een diragendén stog 111 Louis zijn ne/kke....," De ouderen, die het gelezen kefobem, hoort men dan veelal spreken over den „Vlas-gaard' rf zooieitis. ZeK bab 'k daar eeno een kibbel Partijtje over gehad met een leeraar in de Ne denlandsche Taal, een kiibltelpairtijf jei dat da&r op uiitliep, diat ik de stoute schoenen aantrok en mij tot den beroemden bewoner van „Het Lijsternest" in bet Vlaamscbe Ingoygibem wend de. Het huis van Stein Streuvels. Groot was mijn vreugde, toen 'k korten tijd daarna 'm 'brief ontving, dien ik «redert als een irefiiidulle bewaar, eein ibrlief, idBe (b^,, met „Waarde Heer" en eindigde „met hartelijke Lentegroet Dit stond ©r in: Over dat woord „Vlaschaard" is al veel ge Mbbdd111 West-Vlaanderen, spreekt men heel duidelijk de sc/i niL ongeveer wat zachter, als sic: Vüastomrd. Dit voor dte uitspraak Voor Vlaagaamt" ben mk niet te spreken.! Een gaard is «n omsloten stuk grond -t geen met vlaacihiweek nooit het geval is. Mijne öohriif^Ö2® "VIlaKcfll"alajrd" ls 1,libr°P ge steund: De ouuo (Bngelsch: flax). „Vlaisehen bestaat nog: tets dat veizeflit wolachtig uitpluist. Aamd - ak,ker„ vrtd. Zoo hebben wij Mer nog: toornaard, boon- ^nTefït noemde Duido Gezelle onider zijn werk0n d6n oaa™ Wn hoek „waar 'k 't ^t ^n laond-', m,aar hst gohnjmt niet discreet, dat hier m de c°urant te vemmeMen. Imn^ben bleek uit dit whrijvem da ik èn niet met*1? lllet liefhebben met woorden, ook waarheid. tong, maar met de daad en in Vit Fridtjof Hansen's „SiMrien", Het ongebargten ijs, waaraan wij verankerd lagen, begon plotseling te drijven, bet bewoog zich langzaam naar het Noorden en groote stukken .brokkelden of. Om negen uur vertoonde zich ook op den Westrand sterke verbrokkeling, en wij maakten het anker los om langs-het ijsvlak heen te ko men, dat zich nog altijd ate een groote vlakte aan ons voordeed. De wind frisebte op en het was heiïg in de lucht. Nu bewoog zich iets levends over het ijs. Een kleine schots droeg een grooten, ouden walrus, van twee slagtanden was de eene hoe. lemaal afgebroken, terwijl de andere nog slechts als een korte stomp uit den bek stak. Hoe ge weldig moeten 'de krachten geweest zijn, die zulke tanden vermochten te breken! Dadelijk ontstond groote bedrijvigheid aam boord. De oogen der begeerige jagers glansden, toen zij zooveel vleesch op het ijs zagen. De geweren werden klaar .gehouden, maar het schip gleed aan den windkant verder en toen de walrus den rook van onzen schoorsteen in zijn neus kreeg, plompte hij het water in en verdween Ook een paar zeehonden daagden op. Eens klaps riep iemand van de commandobrug, dat er in het Westen een heele troep lag! De verre kijker verklapte evenwel dat het twee walrus sen waren, een derde die nog rondzwom pro- beerde op het ijs te klauteren en vlak in zijp buurt namen weer vier of vijf groote walrus, eenkoppen waar. Alles vloog aan boord door elkander. De jol werd uitgezet en Lied en ik namen erin plaats, want de kapitein wou zijn schuit niet in den steek laten. De dieren hiel. den zich tamelijk rustig en we kwamen er dicht genoeg bij. Ik vroeg aam Lied om precies achter op den kop te mikken, want dan blijft het wild liggen. Maar na zijn eerste schot sulsden de walrussen met zoo'n vaart het water in, dat hoog het schuim opspatte. Het gewonde dier dook imtusschen weer op erl probeerde op den schots te komen, maar het viel weer in het water. Vergeefs probeerden wij de harpoen, maar deze was te stomp.Het gelukte óns ln- tiiss'cijen het 4J®r dqw mlddpi ,vaa- .da. har poe n- liin op sleeptouw te nemen en naar het èch.ip te roeien. Doör de lichtheid van het lolletje èh liet groote' gewicht van ouze buit was dit éem zware karwei, maar eindelijk 'bereikten wij toch ons doel, do walrus werd aan dek ge- .heschen en van alle kanten gefotografeerd. e Uit Robert E. Peary's The North Pole", bladzijde 83 e.v. I eaiy ts de éénige van alle menschen geweest die met vijf anderen (één kleurling en vier Eskimos) de Noordpool onder zijn voeten heeft gehad (6 April 1909)er over héén vliegen tel ik niet mee, Over de walrussenjacht schrijft hij in zijn Poolboek dit: „The bunting of these monsters is the most exciting and dangerous sport in the Arctic regions De jacht op deze monsters is de opwindendste en gevaarlijkste sport in de Noordpoolstreken, We probeerden zoo dicht mo. gelijk de walrussen langs om het ijs te naderen, Als ze vast eliepen konden we al roeiende op een paar meters afstand komen en er een stuk of wat harpoeneeren, maar meestal werden te wakker als we nog een meter of zes van hen af waren en .plonstem het water in. Dan losten we een schot en probeerden het dier aan een harpoemlijn te krijgen, voor het als een ton lood naar de diepte zonk. Nooit vergeet ik mijn eerste ontmoeting met een kudde. Wij hadden er tien bijeen gezien en sprongen dadelijk in een boot. Op zes jneter a stand werd een walrus wakker, begon te glommen, stiet een collega aan, wekte hem en oen begonnen we te vuren. Plotseling doken J,e' gwalrussen uit het water op die naar aaldieren hadden gezocht, alsof ze eens wil- 'lv^t'en, wat al dat lawaai beteekende. stieh* klmo'e waren hier niet erg over ge- boot m T t>6s'om''en ©P don rand van onze 1 de roeispanen te roffelen en te gillen v^i-oom-sirenen, maar ze hadden met even- llet'!" IT een wiegeliedje kunnen aanheffen! wat-. 5fr*nal der geweren het lawaai, dat de Een aanvalkr 2 8 21J" 405 6r at m0e8t- haakte ziin tandÏ "T in ™8 Wesharkou-psi 1^® 0"W iK>0t• van man te-^n m >m°' °P geV6cM schrik zijn lia.-nos^ "fot verdacht, liet van vlak in zijn an^t te e® b€g°n m°n9ter nog juist bijtij(ls J?„SPUWen! O^kkig kon ik na onze ^r" Het vleesch van hond is van veel bel*™,'T' Be°' een blanke heeft er n i hij. half dood va„.ho^aidal ™ieo °P. m twinttev,.- "ber Gedurende mun. VU Hansen's „7u nacht en y»'< Ue deel. Het zijn merkwaardige dieren Toen zli daar bfjeen lagen, stieten zij elkander onophoudelijk met hun ontzaglijke slagtanden la hu" ren, zoowel de groote ouden, als de kleine jon gen. Wanneer een van beu zich even omkeerde en zijn buurman te nabij kwam of hem bin- derde, verhief de laatste zich dadelijk met ge brom eu stootte zijn slagtanden in den rug van den eersten. Het was geenszins een dere liefkopziag, veeleer schijnt het zeer goed voor hen te zijn dat hun huid zoo dik i« want bij veracheidenen hunner stroomde bet' bloed langs den rug. De andere richtte zich ook dikwijls op en beantwoordde de kleine beleefd heid op dezelfde wijze. Maar er ontstond pas beweging in het leger, als er een nieuwe .gast uit de zee opdook. Dan bromden alle in koor en een van de oude mannetjes gaf hem eeuige welgemeende stooten. De nieuweling trok zich eebter voorzichtig op het ijs boog eerbiedig en schoof zeer zacht tueschen de anderen, die hem eveneens zooveel stooten toebrachten als tijd en omstandigheden toelieten, waarop zij eindelijk kalm werden en bedaard lagen, totdat de rust weer werd verstoord. Eindelijk brandden wij los. De heele kudde hief enel de leelijke koppen omhoog, 6taarde ons aan en stormde, de een na den ander op den rand van het ijs af. Daar lagen twee dieren, een oud en een jong. Slechts één bleef rustig liggen kijken naar zijn beide doode kameraden en keek verwonderd, toen wij naar deze toe gingen. Uit Christian Leden's üeber die Eifelder von Kiwatin", Dé walrus is wantrouwend en voorzichtig (N au sen beweert juist het tegendeel Jgd-red) doch lang niet zoo schuw als een zeehond. Merkt een walrus, die op wacht „staat", iets ver- dachts, dan begint hl] te grommen. Nu beuren ook de overige walrussen den kop op: na eenig gegrom en overleg storten zij zich ln het water. Daar is het dier niet schuw, maar brutaal en Vechtlustig. liet is voor zoo'n dier een klein kunstje met %n kolossale slagtanden een bootje te ver splinteren! Kan hij dat niet boven water, dan Ptebeert. hij het van onderen op, waarbij hij een aanhoudende kwaadaardigheid aan den dag le©t.. Eens waren Netschilllk--Eskimo's op jacht naar wal rosse hen en harpoeneerden er eentje, dien zy met de karopenlijn aan 'hun houten no- tedepje vastlegden. Net wilden zij het gewonde dier mêt; jjUB verroeste geweren onder vuur nernen, toen dit met merg-bevrieaend gebrul op het Jolletje af kwam zetten. Alle Eskimo's °P dén kreupele na, wipten op een ijsschots ovsr, schreeuwden of ze vermoord werden en vergaten heelemaal hun wapens te gebruiken. Da eenzame hinkepink riep om hulp en had er ook al geen erg in lans of geweer te vatten, die naast hem op den vloer lagen. De walrus begon nu als een razende aan de harpoenlij n te trekken, waardoor het ranke vaartuigje de zon derlingste bokkesprongen maakte, totdat het een ervaren jager uit een anderen stam gelukte, het dolgeworden dier te dooden. Toen het avontuur doorstaan was, moesten de kreupele en zijn maats er zelf om lachen; laf waren zij niet, want ieder van hen zou met een mes ge wapend en niet meer op een ijsbeer zijn af gestapt. De Heilige Albertus Magnus pl.m 1280) schrift er dit over, dat tk, vond in Hansen's NebelheimII: De walrussen hebben lange tanden, die veel waard zijn. Zij haken zich daarmee vast aan de Wippen, wanneer zij gaan slapen .Daar komt de jager aan en trekt hun aan den staart zoo veel vel weg, dat hij een sterk touw kan vast maken aan het aldus verwonde deel. Dit touw wordt aan ringen bevestigd en die ringen zitten weer vaat aan rots of paal. Nu smijt de ja.ger de dieren met groote steenen en maakt ze wakker. willen nu verder het water ingaan, maar ziin dan genoodzaakt de huid van den staart tot over den kop af te stroopen en achter zich te laten In onze oogen doet zdoh zooiets als een weer zinwekkende wreedheid voor,; hoewel de heilige er niets bij aanteekent, moet hij toch wel het zelfde er over geoordeeld hebben jgdred.) Later vangt men het dier, wanneer het zijn kracht kwijt is, niet ver van de plaats waar het verbloedt aan de oppervlakte of halfdood aan het strand spoelt. De Heilige verhaalt nog, dat op de markt te Keulen algemeen koorden van walrusvel verkocht werden, zéér gezocht om hun taaiheid. In Berlijn heeft een professor het straatlawaai gemeten Het toestelletje stond op het Pots- dammerplein en heeft het vier en twintig uur moeten uithouden daar. De geluidsistenkte was ook des nachts niet gering, nam met den mor gen toe, bleef zoowat gelijk over heel den dag, ibehalve tegen den middag en des avondB om elf uur, het tijdstip van bioscoop- en theater sluiten, dan steeg het weer. Het ergste geluld werd teweeg gebracht door het geknetter van motorfietsen, dit won het nog van de krachtig ste auto-sirene. Ook bij den ondergrondschen spoorweg werd veel spektakel gemeten, méér nog dan tijdens de geslaagde te herrie op den „Potsdammer Plata". Een Rekenzaal van het postkantoor werd eveneens met een bezoek ver eerd, het geraas van de aanwezige 230 cijfer- machines was net zoo sterk als het leven om één.uur 'g middags in het hart der stad! Daar een middagdutje doen voor het open raam I. De kennis van zichzelf is de weg naar alle verbetering en Christelijke wijsheid. II. Aleen wie zich op de rots van het recht stelt, stelt zich op de rots der eer en der over winning. III. Na een slechte daad oordeelt een menscü er heel anders over dan ervóór. IV. Iedere val van een druppel maakt het gat in den hards ten steen, een muiskan een scheepskabel doorknagen en door kleine slagen valt de grootste elk. V. Alleen dwazen wensc.hen de toekomst te kennen en voor den tijd maatregelen te nemen tegen wat toch een gesloten boek voor ben blijft. Een reus is eigenlijk niets anders dan een flink uit de kluiten geschoten persoon, want het woord is afkomstig van het oude werk' woord „vrisan" groeien. En een ballade komt van het Latijnsche „ballare", dansen, en be teekende da.n ook in Frankrijk en Italië een klein liedje, waarin het hart een woordje meesprak, denk maar aan bal! 't Welk doende enz, staat altijd onder requesten, verzoekschrif ten en is een verkorting van een oude formule, die aldus luidde: ,,'t Welk doende, zoo zult Gij wel doen en zal requestrant God voor u bidden'" iets waaraan menigeen niet meer denkt! Een contract is dikwijls een veilig stuk pa pier; het woord beteekent letterlijk „samen trekking" van het Latijnsche „contrahere". In een laboratorium worden soms wonderlijke ontdekkingen gedaan en professor Keesom kan het daar koud genoeg maken! Maar eigen lijk is iedere werkplaats een laboratorium want het grondwoord is „labor", arbeid. Nie mand wordt tegenwoordig graag voor kerel uit gemaakt in verachtelijken zin, maar vroeger was dit een doodonschuldig woordeke, zooiets ais „gehuwd persoon" „verloofde". Ons woordje „riem" ziet er zoo echt Hollandsch nit, maar wij ontleenden het aan den „remus" der onde Romeinen, terwijl tenslotte manoeuvre uit hand (manus) en werk (opus) is opgebouwd. Mijn geheel bestaat uit negen letters en stelt dieren voor uit het hooge Noorden. X 1 X 2 t X 2 i X ....X...S i X i X 9 1. Westen. 2. Onbeweeglijk, stilstaand; eikenhouten of metalen pen of klomp. 3. Zuil, pilaar, gedeelte eener ln de lengte verdeelde bladzijde. 4. Runderen, geiten en schapen hebben holle 5. Dof geluid of geraas, rumoer, leven. 6. Openingen in een muur, door rammeien of schieten. 7. Runderen, die men. als trekdier gebruikt. 8. De groote onbekende, dJe zooveel zegt! 9. Noorden. Blauwbaard. 1. b. als molteeken in de muziek! 2. elf; 3. blaam; 4. breuken; 5 doorwaden; 6. wolk breuk; 7. schaduw; S draak; 9. dra; 10. d. voor dimumlendo". Er is zeer veel belangstelling geweest voor onzen interland-wedstrijd, zelfs van groo teren, die echter van een prijs afzagen voor de jongere deelnemers. Tot de leukste oplossingen behoorde wel degene, die wij vorige week publiceerden, uit Arnhem, en wij zijn geneigd daarvoor den in zender een troostprijs te doen toekomen, De eigenlijke prijs werd geloot door Hans v. d. H., Hertog Reinoudsingel 12, Venlo. En nu wachten we maar weer af, wat de nieuwe serie brengt. ii Welks fabel wordt met dit plaatje bedoeld? Er komen nu nog drie van deze soort teeke- Uiingen. Onder do goede oplossers van alle vijf wordt een mooi hoek verloot. Plaatje® nu nog niet opzenden, ook inter is alleen het entwoord voldoende. Een gemakkelijk werkstuk en tegelijkertijd een, dat voldoening schenkt. Het mes snijdt dus aan twee kanten. Breng de teekening over op een flinke plank In het middelpunt sla je een langen spijker. Nu nog een sleutel en het zaakje is voor el kaar het spel gaat beginnen. FB-V De teekening geeft acht speelvelden te zien. Acht kunnen er dus meedoen, maar minder gaat ook wel. Iedere speler zet zijn naam in het speelveld dat hij kiest. Het handigst is dit met krijt te doen, dan kunnen de namen weer gemakkelijk worden uitgevlakt. De bedoeling is den sleutel in de richting van de pijl te slingeren en ln welk speelveld die sleutel nu maar terecht komt, daarvan moet de eigenaar een pand of fiche betalen. Blijft de sleutel het tenslotte op je eigen speelveld hou den, dan moet je zelf ook betalen en mag je nog een keer. Aan het eind van het spel wordt de pot verdeeld. onderstaande figuur ln één trek teekenen? Oplossing volgende week. N DOOR WILLY V. BRE9KENS. Aan mijn adres, postbus 8 te Hilversum, zond de klein© vuurtorenwachter het volgen de spreekwoord-raadsel: Mijn geheel -bestaat uit 25 letters en is een spreekwoord waaraan sterk en slim te pas komen! 1551418 berucht verschijnsel in Londen. 1131020, zoo zitten er vier aan een koets. 22244625, maken in oorlogstijd het vaarwater voor schepen onveilig. 1221720, onder aan een schip, ook 5 Duitsche haven. 199112112, waarvan de stroopers zich bedienen om wild te vangen. 14168, internationaal noodsein voor sche pen, ook voor de radio. 71611, zeker soort Insect. 233 persoonlijk voornaamwoord. 1. Wat hebben de vier Jaargetijden gemeen? 2. Wat wordt nooit door den zon beschenen? 3. Wat laat zich niet door woorden uit drukken? 4. Wat is het kleinste huis? 6. Wie loopt altijd op zijn kop? 6. Met welk kammetje kan je je niet kam men? 7. Met welken sikkel wokdt geen koorn gesneden? 8. Welk© worst lust graag worst? 9. Welke schoen is niet om op te loopen? 10. Waarmee eindigt de werold en begint de dood? 11. In welk rijk komengeen dieren voor? 12. Wie moet meestal het laatste woord hebben? 13. Welke ring is niet rond? 14. Waarom eten witte schapen meer daa zwarte? 15. Wat wordt dagelijka opgemaakt zondef verteerd te worden? 16. Wat is nog warmer dan een bontjas? 17. Welk dier lijkt het meest op den wolft 18. Wat zijn de kortste dagen? 19. Wanneer telt een jaar dertig dagen? 20. Welk fabrikaat vindt de meeste sfb nemers? fOpïoe&i&geB, yoigeaA» jroeSO, j'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 7