i
■M
J9
00 4?
ÜÈS
DE LEEUWEN YAN HET NOORDEN.
TOOT - »SS5S"
X T^né 46 lmr'l
sif m ij
v.
De blinkende wapen*
busting.
f een stad van zout.
STREUVELS'i
VLASCHAARD'
ra w
—Bi I
tl Mm W"'
z
s
z.
z.
s:
s.
ZATERDAG 5 MAART 1932
IJII DE „GULDEN
LEGENDE,"
e^nvirr^rd' dat het vreemdelingenbezoek
HEINZ HERTZ.
Y
Oplossing van den vorigen
rebus.
v/jz//1'/ ///A'z* '•-/ 4//-'f'A
m.=a
JACHT OP ,/OWICK SOAH"
- '•»-
deed aan alsof geW°"'d WarCm
to.
DE LA WAARBAROMETER.
EVEN NADENKEN
WIE WIST DAT AL
LETTERRAADSEL.
X
X 8
Oplossing vorig letterraadsel.
WELK LAND
Uitslag.
BIJ WELKE FABEL
HU i
I fl\ it ik* 3
VOOR KNUTSELAARS.
'n Gezelschapsspel.
NIET
ERGEREN
VLEC.HT/"
'ERWONDEREh
WIE KAN
HERSENGYMNASTIEK.
Oplossing.
S.
y
J.
7
j.
3
5\
3.
y
V.
A
Z.
j.
a /r
/S*
a /5*
o~
/S*
SPREEKWOORD*RAADSEG
WIE RAADT ER MEE
De II. Longing (15 Maan),
Longinus was de booM™-
door Pilatus word belastiT" 1l<mdord' d,e
aiging tegenwoordig te HeCT€n k™U
lans die de heili»e ,H r °°k was h<3t zlJn
zien der groote teeken d«ori*orde. Bij h6t
gezelden, klopte hts f10 Jesus' 400(1 ver"
borst en getuie-i rouwmoedig op de
de Zoon Gods" "Ja' waarl)J^ Deze was
keerd tóen een 'a- méér nog werd h13
zijn is^r i .P6' Woed lattgs de scllae,:it
■wonderdadige °°s drong en daar
d© Oenh?w een kwaal genas, waaraan
denÏÏÏV*1? Iang ^d geleden. Hij verliet
door ri ^S^dienst. deed zich onderrichten
de apostelen en leidde gedurende acht en
ntfg jaren nabij Cesaréa een leven van
versterving en ontbering honderden bekeerend
door zijn wijs woord en vlekkeloozen levens
wandel.
Ten laatste werd hij voor den Bomeinsehen
landvoogd geleid, die hem gelastte den afgoden
«w te bewijzen. Maar dat was iets waar Lon
ginus heelemaal niet aan dacht ook niet toen ze
hem tanden en tong uitrukten. Doch daarom
kon hij nog wel spreken. Hij greep een bijl en
'sloeg daarmee al die steenen poppen in
„Als dat jullie goden rijndan moet
ttaar eens bewijzen" riep bij Uit -an
■•tends traden duivelen te voorschijn dm voe
den in den landvoogd en zijn trawanten Lon
ginus vroeg hun: ..Waarom bewoneu iulhe de
afgodsbeelden?» Zii antwoorddeu. M toeven
overal waar Jesus niet woont, of waai bet
teeken des fcruises ontbreekt Den
schen gouverneur sloegen ze met blind.
Longinus zeide: „Wanneer ge me gedood m
hebben zal ik voor u bidden en op m]^n
bede zult gij genezen, niet alleen ti
waar ook uw ziel".
Toen scheidden zij Longtus' hoofd van zij
»Wnp, maar de landvoogd knielde neer en
weende naast zijn stoffelijk overschot. En toen
hij zoo weende, erlangde hij het licht weer
terug in zijn door de daemonen uitgebluste
w>?en en bij legde zich voortaan alleen op ©oede
werken toe.
Et was eens een edelknecht, die zelf graag
ridder wilde zijn. Het was hem veel te gering
zijn heer te volgen, den stijgbeugel voor hem
op te houden, hem behulpzaam te zijn bij het
wwngorden der wapenrusting en de wapenen
"•"liter hem sa® te dragen. Véél te lang reeds
ilad hij dit gedaan naar zijn meening en met
zag bij de trotschd gestalte van zijn heer
en di«hS blinkenden helm, stralende pantser
on moedig paard.
4ae< 10011 Wi ridder in 'n
v«P»fcér Sosch 'was aangekomen, i^iot im
*.en speer door den rug, trok hem zijn wapen-
rusting uit en verborg het lijk ln de rivier.
&u zat de knecht zelf hoog te paard en waande
zich een ridder, omdat hij dacht, dat het uiter
lijke kleed daarvoor al genoeg was.
Gekomen aan een brug, wilde hij zijn rijdier
dwingen erover heen te galoppeeren. Hij gaf
het de gulden sporen maar alsof het trouwe
ros wist van dcn m<)(^a en diefstal, steigerde
bet en ameet het zijn berijder in den stroom.
Het zware Pantser, dat hij zoo vurig had
met geweld haar de diepte
gorden ridder.^ tot van den ver-
De toeristen, die de Poolsch© konir,
kau bezoeken, verzuimen zelden nf,8*4®"1 Kra-
auto een bezoek te brengen aan de spoor of
liczka en haar mijn. De Poolsch© ko f ad Wle"
jnir de Groote, „de koning der anrneu^ Casl"
hier zoo te zeggen „den eersten 6te' ^eeft
Oegd" en de Saksische mijnwerkers hebben K6~
slotte de onderneming tot bloed gebracht t6n"
Tor lift gaat het een paar honderd mot
de diepte in De onderste zoutlaag waarin g
werkt wordt, ligt driehonderd meter onder
grond en daar ia het zoo druk, dat geen be
kkers kunnen worden toegelaten, dat
te duur worden. In het geheel heeft men 80o
K.M. aan gangen uitgehouwen en om alles te
vervoeren heeft men een paarden trammetje
aangelegd met 40 K.M. rails. Wie meent, dat
alles hem tegen glinstert als tafelzout, komt
teleurgesteld uit, want de wand is donkergrijs,
om niet te zeggen zwart, uitgeslagen. Er is
een kapel van zout, 'n zouten altaar, Preek-
stoel, een zouten ontvangzaal en zelfs een -
zaal met kroonluchters en pilaren. Er is oo c
een kerk aan de heilige Kunigonde gewijd, ge
heel uit zout gemaakt, met drie altaren en
twaalf lichtkronen uit zoutkristallen. Hier
wordt tweemaal per jaar de heilige Mis f?e'
vierd voor de ondergrondsche bevolking. Men
eold «,pleVert als de ontginning
(22 Februari 1857 1932).
Heinz Hertz? Nooit van geboord! Op 22
Februari zou hij 75 jaar geworden zijn? Is me
niet opgevallen
Best mogelijk, maar je maakt toch dagelijks
met zijn uitvinding kennis! Want zonder hem
Béén radio en géén klankfilm. Hertz heeft de
eerste radiogolven door de wereldruimte ge
stuwd en ze weer opgevangen ook. Hij bouwde
uit zegellak, hout en blik en eindjes gevonden
draad den eersten zender, die nu in het museum
te Miinehen onder glas bewaard wordt. Hij be
wees daarmee dat de En gelach man Maxwell
gelijk had met zijn uitspraak: er zijn electrische
golvingen, die zich net voortplanten als de
stralen van het licht.
En deze Herz was het, die als student der
technische hoogeschool te. Dregden naar huis
schreef over de leer der eiectriciteit: ,,Was hat
der ganze Unsinn eigentlich für einen'zweek'
„Wat. hebben we eigenlijk aau al. dien. onzin!"
ja, toen was hij pas zeventien jaar. en wist
hij nog niet beter, wilde hij liever in de bouw-
kunde gaan, architect worden' of zooiets Later
heeft die „onzin" hem aardig te pakken ge
kregen, toen hij reeds professor was in Karls-
nn«?J°©n f eihij' nietS li0Ver da* iuiet „den
Unsmu en vochten de hoogeeeholen om zijn les
sen. Gewerkt dat hij heeft, net of hij een voor-
f' dat ZÜn naar. mensche-
mcemng te kort zou duren. Pas 37 jaar
wibMon 0,11 ,'..t0ein d'j reeds werd opgeroepen
111 ZJjn arbeid. De veroveraar van den
ether was toen hoogleeraar te Bonn.
t)
„.N "Viaaohaard" is heit beroemde boeik' van
biijn^ Sitreiuvels, bet boek van boer Veroieulem
611 "ftens zoon Louis en SahelilelbeUe, boer Ver
uteulen, die „den zwaren mispelaar awaaide
m de iuchit en kletste met een diragendén stog
111 Louis zijn ne/kke....,"
De ouderen, die het gelezen kefobem, hoort
men dan veelal spreken over den „Vlas-gaard'
rf zooieitis. ZeK bab 'k daar eeno een kibbel
Partijtje over gehad met een leeraar in de Ne
denlandsche Taal, een kiibltelpairtijf jei dat da&r
op uiitliep, diat ik de stoute schoenen aantrok
en mij tot den beroemden bewoner van „Het
Lijsternest" in bet Vlaamscbe Ingoygibem wend
de.
Het huis van Stein Streuvels.
Groot was mijn vreugde, toen 'k korten tijd
daarna 'm 'brief ontving, dien ik «redert als een
irefiiidulle bewaar, eein ibrlief, idBe (b^,, met
„Waarde Heer" en eindigde „met hartelijke
Lentegroet
Dit stond ©r in:
Over dat woord „Vlaschaard" is al veel ge
Mbbdd111 West-Vlaanderen, spreekt men
heel duidelijk de sc/i niL ongeveer wat zachter,
als sic: Vüastomrd. Dit voor dte uitspraak
Voor Vlaagaamt" ben mk niet te spreken.!
Een gaard is «n omsloten stuk grond -t
geen met vlaacihiweek nooit het geval is.
Mijne öohriif^Ö2® "VIlaKcfll"alajrd" ls 1,libr°P ge
steund: De ouuo
(Bngelsch: flax). „Vlaisehen bestaat nog: tets
dat veizeflit wolachtig uitpluist. Aamd - ak,ker„
vrtd. Zoo hebben wij Mer nog: toornaard, boon-
^nTefït noemde
Duido Gezelle onider zijn werk0n d6n oaa™
Wn hoek „waar 'k 't ^t ^n laond-',
m,aar hst gohnjmt niet discreet, dat hier m de
c°urant te vemmeMen.
Imn^ben bleek uit dit whrijvem da ik èn
niet met*1? lllet liefhebben met woorden, ook
waarheid. tong, maar met de daad en in
Vit Fridtjof Hansen's „SiMrien",
Het ongebargten ijs, waaraan wij verankerd
lagen, begon plotseling te drijven, bet bewoog
zich langzaam naar het Noorden en groote
stukken .brokkelden of.
Om negen uur vertoonde zich ook op den
Westrand sterke verbrokkeling, en wij maakten
het anker los om langs-het ijsvlak heen te ko
men, dat zich nog altijd ate een groote vlakte
aan ons voordeed. De wind frisebte op en het
was heiïg in de lucht.
Nu bewoog zich iets levends over het ijs.
Een kleine schots droeg een grooten, ouden
walrus, van twee slagtanden was de eene hoe.
lemaal afgebroken, terwijl de andere nog slechts
als een korte stomp uit den bek stak. Hoe ge
weldig moeten 'de krachten geweest zijn, die
zulke tanden vermochten te breken! Dadelijk
ontstond groote bedrijvigheid aam boord. De
oogen der begeerige jagers glansden, toen zij
zooveel vleesch op het ijs zagen. De geweren
werden klaar .gehouden, maar het schip gleed
aan den windkant verder en toen de walrus den
rook van onzen schoorsteen in zijn neus kreeg,
plompte hij het water in en verdween
Ook een paar zeehonden daagden op. Eens
klaps riep iemand van de commandobrug, dat
er in het Westen een heele troep lag! De verre
kijker verklapte evenwel dat het twee walrus
sen waren, een derde die nog rondzwom pro-
beerde op het ijs te klauteren en vlak in zijp
buurt namen weer vier of vijf groote walrus,
eenkoppen waar. Alles vloog aan boord door
elkander. De jol werd uitgezet en Lied en ik
namen erin plaats, want de kapitein wou zijn
schuit niet in den steek laten. De dieren hiel.
den zich tamelijk rustig en we kwamen er dicht
genoeg bij. Ik vroeg aam Lied om precies achter
op den kop te mikken, want dan blijft het wild
liggen. Maar na zijn eerste schot sulsden de
walrussen met zoo'n vaart het water in, dat
hoog het schuim opspatte. Het gewonde dier
dook imtusschen weer op erl probeerde op den
schots te komen, maar het viel weer in het
water. Vergeefs probeerden wij de harpoen,
maar deze was te stomp.Het gelukte óns ln-
tiiss'cijen het 4J®r dqw mlddpi ,vaa- .da. har poe n-
liin op sleeptouw te nemen en naar het èch.ip
te roeien. Doör de lichtheid van het lolletje èh
liet groote' gewicht van ouze buit was dit éem
zware karwei, maar eindelijk 'bereikten wij
toch ons doel, do walrus werd aan dek ge-
.heschen en van alle kanten gefotografeerd.
e
Uit Robert E. Peary's The North Pole",
bladzijde 83 e.v.
I eaiy ts de éénige van alle menschen geweest
die met vijf anderen (één kleurling en vier
Eskimos) de Noordpool onder zijn voeten heeft
gehad (6 April 1909)er over héén vliegen tel
ik niet mee, Over de walrussenjacht schrijft
hij in zijn Poolboek dit:
„The bunting of these monsters is the most
exciting and dangerous sport in the Arctic
regions De jacht op deze monsters is de
opwindendste en gevaarlijkste sport in de
Noordpoolstreken, We probeerden zoo dicht mo.
gelijk de walrussen langs om het ijs te naderen,
Als ze vast eliepen konden we al roeiende
op een paar meters afstand komen en er een
stuk of wat harpoeneeren, maar meestal werden
te wakker als we nog een meter of zes van
hen af waren en .plonstem het water in. Dan
losten we een schot en probeerden het dier
aan een harpoemlijn te krijgen, voor het als een
ton lood naar de diepte zonk.
Nooit vergeet ik mijn eerste ontmoeting met
een kudde. Wij hadden er tien bijeen gezien
en sprongen dadelijk in een boot. Op zes jneter
a stand werd een walrus wakker, begon te
glommen, stiet een collega aan, wekte hem en
oen begonnen we te vuren. Plotseling doken
J,e' gwalrussen uit het water op die naar
aaldieren hadden gezocht, alsof ze eens wil-
'lv^t'en, wat al dat lawaai beteekende.
stieh* klmo'e waren hier niet erg over ge-
boot m T t>6s'om''en ©P don rand van onze
1 de roeispanen te roffelen en te gillen
v^i-oom-sirenen, maar ze hadden met even-
llet'!" IT een wiegeliedje kunnen aanheffen!
wat-. 5fr*nal der geweren het lawaai, dat de
Een aanvalkr 2 8 21J" 405 6r at m0e8t-
haakte ziin tandÏ "T in ™8
Wesharkou-psi 1^® 0"W iK>0t•
van man te-^n m >m°' °P geV6cM
schrik zijn lia.-nos^ "fot verdacht, liet van
vlak in zijn an^t te e® b€g°n m°n9ter
nog juist bijtij(ls J?„SPUWen! O^kkig kon ik
na onze ^r"
Het vleesch van
hond is van veel bel*™,'T' Be°'
een blanke heeft er n i
hij. half dood va„.ho^aidal ™ieo °P.
m twinttev,.- "ber Gedurende mun.
VU Hansen's „7u nacht en y»'< Ue deel.
Het zijn merkwaardige dieren Toen zli daar
bfjeen lagen, stieten zij elkander onophoudelijk
met hun ontzaglijke slagtanden la hu"
ren, zoowel de groote ouden, als de kleine jon
gen. Wanneer een van beu zich even omkeerde
en zijn buurman te nabij kwam of hem bin-
derde, verhief de laatste zich dadelijk met ge
brom eu stootte zijn slagtanden in den rug
van den eersten. Het was geenszins een
dere liefkopziag, veeleer schijnt het zeer goed
voor hen te zijn dat hun huid zoo dik i« want
bij veracheidenen hunner stroomde bet' bloed
langs den rug. De andere richtte zich ook
dikwijls op en beantwoordde de kleine beleefd
heid op dezelfde wijze. Maar er ontstond pas
beweging in het leger, als er een nieuwe .gast
uit de zee opdook. Dan bromden alle in koor
en een van de oude mannetjes gaf hem eeuige
welgemeende stooten. De nieuweling trok zich
eebter voorzichtig op het ijs boog eerbiedig en
schoof zeer zacht tueschen de anderen, die hem
eveneens zooveel stooten toebrachten als tijd en
omstandigheden toelieten, waarop zij eindelijk
kalm werden en bedaard lagen, totdat de rust
weer werd verstoord.
Eindelijk brandden wij los. De heele kudde
hief enel de leelijke koppen omhoog, 6taarde
ons aan en stormde, de een na den ander op den
rand van het ijs af. Daar lagen twee dieren,
een oud en een jong. Slechts één bleef rustig
liggen kijken naar zijn beide doode kameraden
en keek verwonderd, toen wij naar deze toe
gingen.
Uit Christian Leden's üeber die
Eifelder von Kiwatin",
Dé walrus is wantrouwend en voorzichtig
(N au sen beweert juist het tegendeel Jgd-red)
doch lang niet zoo schuw als een zeehond. Merkt
een walrus, die op wacht „staat", iets ver-
dachts, dan begint hl] te grommen. Nu beuren
ook de overige walrussen den kop op: na eenig
gegrom en overleg storten zij zich ln het water.
Daar is het dier niet schuw, maar brutaal en
Vechtlustig.
liet is voor zoo'n dier een klein kunstje met
%n kolossale slagtanden een bootje te ver
splinteren! Kan hij dat niet boven water, dan
Ptebeert. hij het van onderen op, waarbij hij
een aanhoudende kwaadaardigheid aan den dag
le©t..
Eens waren Netschilllk--Eskimo's op jacht
naar wal rosse hen en harpoeneerden er eentje,
dien zy met de karopenlijn aan 'hun houten no-
tedepje vastlegden. Net wilden zij het gewonde
dier mêt; jjUB verroeste geweren onder vuur
nernen, toen dit met merg-bevrieaend gebrul
op het Jolletje af kwam zetten. Alle Eskimo's
°P dén kreupele na, wipten op een ijsschots
ovsr, schreeuwden of ze vermoord werden en
vergaten heelemaal hun wapens te gebruiken.
Da eenzame hinkepink riep om hulp en had
er ook al geen erg in lans of geweer te vatten,
die naast hem op den vloer lagen. De walrus
begon nu als een razende aan de harpoenlij n te
trekken, waardoor het ranke vaartuigje de zon
derlingste bokkesprongen maakte, totdat het
een ervaren jager uit een anderen stam gelukte,
het dolgeworden dier te dooden. Toen het
avontuur doorstaan was, moesten de kreupele
en zijn maats er zelf om lachen; laf waren zij
niet, want ieder van hen zou met een mes ge
wapend en niet meer op een ijsbeer zijn af
gestapt.
De Heilige Albertus Magnus pl.m
1280) schrift er dit over, dat tk,
vond in Hansen's NebelheimII:
De walrussen hebben lange tanden, die veel
waard zijn. Zij haken zich daarmee vast aan de
Wippen, wanneer zij gaan slapen .Daar komt
de jager aan en trekt hun aan den staart zoo
veel vel weg, dat hij een sterk touw kan vast
maken aan het aldus verwonde deel. Dit touw
wordt aan ringen bevestigd en die ringen zitten
weer vaat aan rots of paal. Nu smijt de ja.ger de
dieren met groote steenen en maakt ze wakker.
willen nu verder het water ingaan, maar
ziin dan genoodzaakt de huid van den staart tot
over den kop af te stroopen en achter zich te
laten
In onze oogen doet zdoh zooiets als een weer
zinwekkende wreedheid voor,; hoewel de heilige
er niets bij aanteekent, moet hij toch wel het
zelfde er over geoordeeld hebben jgdred.)
Later vangt men het dier, wanneer het zijn
kracht kwijt is, niet ver van de plaats waar
het verbloedt aan de oppervlakte of halfdood
aan het strand spoelt.
De Heilige verhaalt nog, dat op de markt
te Keulen algemeen koorden van walrusvel
verkocht werden, zéér gezocht om hun taaiheid.
In Berlijn heeft een professor het straatlawaai
gemeten Het toestelletje stond op het Pots-
dammerplein en heeft het vier en twintig uur
moeten uithouden daar. De geluidsistenkte was
ook des nachts niet gering, nam met den mor
gen toe, bleef zoowat gelijk over heel den dag,
ibehalve tegen den middag en des avondB om
elf uur, het tijdstip van bioscoop- en theater
sluiten, dan steeg het weer. Het ergste geluld
werd teweeg gebracht door het geknetter van
motorfietsen, dit won het nog van de krachtig
ste auto-sirene. Ook bij den ondergrondschen
spoorweg werd veel spektakel gemeten, méér
nog dan tijdens de geslaagde te herrie op den
„Potsdammer Plata". Een Rekenzaal van het
postkantoor werd eveneens met een bezoek ver
eerd, het geraas van de aanwezige 230 cijfer-
machines was net zoo sterk als het leven om
één.uur 'g middags in het hart der stad!
Daar een middagdutje doen voor het open
raam
I. De kennis van zichzelf is de weg naar
alle verbetering en Christelijke wijsheid.
II. Aleen wie zich op de rots van het recht
stelt, stelt zich op de rots der eer en der over
winning.
III. Na een slechte daad oordeelt een menscü
er heel anders over dan ervóór.
IV. Iedere val van een druppel maakt het
gat in den hards ten steen, een muiskan een
scheepskabel doorknagen en door kleine slagen
valt de grootste elk.
V. Alleen dwazen wensc.hen de toekomst te
kennen en voor den tijd maatregelen te nemen
tegen wat toch een gesloten boek voor ben
blijft.
Een reus is eigenlijk niets anders dan een
flink uit de kluiten geschoten persoon, want
het woord is afkomstig van het oude werk'
woord „vrisan" groeien. En een ballade komt
van het Latijnsche „ballare", dansen, en be
teekende da.n ook in Frankrijk en Italië een
klein liedje, waarin het hart een woordje
meesprak, denk maar aan bal! 't Welk doende
enz, staat altijd onder requesten, verzoekschrif
ten en is een verkorting van een oude formule,
die aldus luidde: ,,'t Welk doende, zoo zult Gij
wel doen en zal requestrant God voor u bidden'"
iets waaraan menigeen niet meer denkt!
Een contract is dikwijls een veilig stuk pa
pier; het woord beteekent letterlijk „samen
trekking" van het Latijnsche „contrahere".
In een laboratorium worden soms wonderlijke
ontdekkingen gedaan en professor Keesom
kan het daar koud genoeg maken! Maar eigen
lijk is iedere werkplaats een laboratorium
want het grondwoord is „labor", arbeid. Nie
mand wordt tegenwoordig graag voor kerel uit
gemaakt in verachtelijken zin, maar vroeger
was dit een doodonschuldig woordeke, zooiets
ais „gehuwd persoon" „verloofde". Ons woordje
„riem" ziet er zoo echt Hollandsch nit, maar
wij ontleenden het aan den „remus" der onde
Romeinen, terwijl tenslotte manoeuvre uit
hand (manus) en werk (opus) is opgebouwd.
Mijn geheel bestaat uit negen letters en
stelt dieren voor uit het hooge Noorden.
X 1
X 2
t X 2
i X
....X...S
i X i
X 9
1. Westen.
2. Onbeweeglijk, stilstaand; eikenhouten of
metalen pen of klomp.
3. Zuil, pilaar, gedeelte eener ln de lengte
verdeelde bladzijde.
4. Runderen, geiten en schapen hebben
holle
5. Dof geluid of geraas, rumoer, leven.
6. Openingen in een muur, door rammeien
of schieten.
7. Runderen, die men. als trekdier gebruikt.
8. De groote onbekende, dJe zooveel zegt!
9. Noorden.
Blauwbaard.
1. b. als molteeken in de muziek! 2. elf;
3. blaam; 4. breuken; 5 doorwaden; 6. wolk
breuk; 7. schaduw; S draak; 9. dra; 10. d.
voor dimumlendo".
Er is zeer veel belangstelling geweest voor
onzen interland-wedstrijd, zelfs van groo
teren, die echter van een prijs afzagen voor
de jongere deelnemers.
Tot de leukste oplossingen behoorde wel
degene, die wij vorige week publiceerden, uit
Arnhem, en wij zijn geneigd daarvoor den in
zender een troostprijs te doen toekomen,
De eigenlijke prijs werd geloot door Hans
v. d. H., Hertog Reinoudsingel 12, Venlo.
En nu wachten we maar weer af, wat de
nieuwe serie brengt.
ii
Welks fabel wordt met dit plaatje bedoeld?
Er komen nu nog drie van deze soort teeke-
Uiingen. Onder do goede oplossers van alle vijf
wordt een mooi hoek verloot. Plaatje® nu nog
niet opzenden, ook inter is alleen het entwoord
voldoende.
Een gemakkelijk werkstuk en tegelijkertijd
een, dat voldoening schenkt. Het mes snijdt
dus aan twee kanten.
Breng de teekening over op een flinke plank
In het middelpunt sla je een langen spijker.
Nu nog een sleutel en het zaakje is voor el
kaar het spel gaat beginnen.
FB-V
De teekening geeft acht speelvelden te zien.
Acht kunnen er dus meedoen, maar minder
gaat ook wel. Iedere speler zet zijn naam in
het speelveld dat hij kiest. Het handigst is
dit met krijt te doen, dan kunnen de namen
weer gemakkelijk worden uitgevlakt.
De bedoeling is den sleutel in de richting van
de pijl te slingeren en ln welk speelveld die
sleutel nu maar terecht komt, daarvan moet
de eigenaar een pand of fiche betalen. Blijft de
sleutel het tenslotte op je eigen speelveld hou
den, dan moet je zelf ook betalen en mag je
nog een keer.
Aan het eind van het spel wordt de pot
verdeeld.
onderstaande figuur ln één trek teekenen?
Oplossing volgende week.
N
DOOR WILLY V. BRE9KENS.
Aan mijn adres, postbus 8 te Hilversum,
zond de klein© vuurtorenwachter het volgen
de spreekwoord-raadsel:
Mijn geheel -bestaat uit 25 letters en is een
spreekwoord waaraan sterk en slim te pas
komen!
1551418 berucht verschijnsel in Londen.
1131020, zoo zitten er vier aan een
koets.
22244625, maken in oorlogstijd het
vaarwater voor schepen onveilig.
1221720, onder aan een schip, ook 5
Duitsche haven.
199112112, waarvan de stroopers zich
bedienen om wild te vangen.
14168, internationaal noodsein voor sche
pen, ook voor de radio.
71611, zeker soort Insect.
233 persoonlijk voornaamwoord.
1. Wat hebben de vier Jaargetijden gemeen?
2. Wat wordt nooit door den zon beschenen?
3. Wat laat zich niet door woorden uit
drukken?
4. Wat is het kleinste huis?
6. Wie loopt altijd op zijn kop?
6. Met welk kammetje kan je je niet kam
men?
7. Met welken sikkel wokdt geen koorn
gesneden?
8. Welk© worst lust graag worst?
9. Welke schoen is niet om op te loopen?
10. Waarmee eindigt de werold en begint
de dood?
11. In welk rijk komengeen dieren voor?
12. Wie moet meestal het laatste woord
hebben?
13. Welke ring is niet rond?
14. Waarom eten witte schapen meer daa
zwarte?
15. Wat wordt dagelijka opgemaakt zondef
verteerd te worden?
16. Wat is nog warmer dan een bontjas?
17. Welk dier lijkt het meest op den wolft
18. Wat zijn de kortste dagen?
19. Wanneer telt een jaar dertig dagen?
20. Welk fabrikaat vindt de meeste sfb
nemers?
fOpïoe&i&geB, yoigeaA» jroeSO, j'