%im Ufdmot BEGROOTINGEN V AN ARBEID, H. EN N EN VAN FINANCIEN. DE INDISCHE BEGROOTING IN DE TWEEDE KAMER. MILLIONAIRE DOOR DE EERSTE KAMER AANGENOMEN. DE BEKENTENIS. A Igemeene Beschomm ngen T U VRIJDAG 11 MAART Ïk2 JUSTITIEBEGROOTING. PLECHTIGHEDEN DER GOEDE WEEK OP DE H. LANDSTICHTING. voordrachten prof. dr. ude. HET PROTEST TEGEN SPANJE. P. DR. BEDA KLEINSCHMIDT O.F.M. t m°" Nekkramp in een kinderbewaar plaats. grensde™1111 het minSt beleedigd- H|3 ?et 5,r m fbloe s"1'. Prettiger omgeving cn vroolijker kleeding in de gestichten? EEN FIKSCHE TERECHTWIJZING (Ad Int.) Het uitstel, dat de voorzitter Woensdag aan minister Verschuur verleemde om een gedeelte van zijn antwoordrede tot Donderdagmorgen uit te stellen, heeft de Kamer winst gebracht. Zij kreeg nu van den bewindsman van Ar- beid. Handel en Nijverheid een redevoering te hooren, die, wat diepte van inhoud en ver zorgdheid van vorm betreft, aan een gedegen tijdschriftartikel deed denken. Na uitvoerig antwoord te hebben gegeven op de vragen en opmerkingen der verschillen, de sprekers, kwam de minister tot de verde diging van zijn sociale en economische poli tiek. Dit gedeelte van zijn redevoering kon zonder overdrijving magistraal genoemd wor den. Naar aanleiding van het verwijt, dat hij in den laat sten tijd meer oog had voor de eco nomische dan voor de sociale politiek merkte de minister op. dat hij het in zooveire eens is met .het adagium van Albert Thomas: „het sociale moet het economische overtieerschen" dat de sociale sfeer, als zijnde een gemeen schapsbelang, van een hooger orde is dan de economische werkzaamheid, welke meer ge richt is op de individueele belangen Maar het begrip gemeenschap is nu eenmaal niet los te maken van den individueeien mensch Een gelijke yerdeeling van de inkomens door de ovei beid lijkt het eenvoudigste. Maar men moet het vraagstuk der verdeeling nu een maal niet statisch, docli dynamisch bekijken, omdat in de menschen verschillende kwalitei ten en hoedanigheden werken, die op het eigen belaag ingesteld zijn. Die strevingen moeten binnen zekere grenzen behouden blijven en ge ceib;edigd worden. Daarom moet naast het hoogere sociologische doel het economische niet uit het oog verloren worden. Het eerste is zelfs zonder het tweede niet bestaanbaar. Du geldt ook. merkte de minister op, ten aanzien van de loonpolitiek. Iedereen, ook de bewindsman zelf, is voorstander van zoo hoog mogelijke Ioonem. Maar voor de loonen geldt een maximum, waarboven men op straffe van werkloosheid niet kan gaan Daarmee moet ook bij de koopkracht theorie, welke door den heer Serrarens werd verdedigd, rekening wor den gehouden. Door de feitelijke daling der loonen in andere landen, kan men niet an ders deen dan fneegaan in het belang van de bestaansmogelijkheid van ons volk. In de middelen om tot daling der loonen te kruien. is de regeering zeer beperkt. Wan- Be' - n Regeering rechtstreeks het loonpeil zou drukken, dan zou ze dit consequent ook moeten doen ten aanzien van de huurprijzen der woningen, de rente der obligaties enz. Maar inflatie zou de rente toch weer stij gen. Het eenige wat de regeering kan doen, is weigeren om de loonen systematisch hoog te houden. De legeerings bemoeiing ten aanzien van loonen kaj^ dus alleen indirect zijn. De heer Polak had het oordeel van de re giering gevraagd over de denkbeelden van den heer Keesing inzake de werkloosheidverzeke- ring. Volgens Minister Verschuur beweegt de heer Keeeing zich uitsluitend in de sociale i aV„rbijzien van de economische moge lijkheden. Hij heeft zeide de Minister een sprookje geschreven, dat niet realiseerbar is eradat het geen rekening houdt met de bronnen van inkomen onzer samenleving. Toen ik in de Memorie van Antwoord die denkbeelden niet aanbevelenswaardig" noemde, heb ik mij daarover eigenlijk nog vriendelijk Uitgelaten Ten slotte kreeg het „Volk" dat dezer dagen allerlei onware fantasieën over Minister Ver schuur had geventileerd, nog even een fiksche terechtwijzing, zij het zonder den naam van het ■blad te noemen. Maar iedereen begreep waar over het ging, toen de Minister opmerkte dat men ook thans weer gemakkelijk enkele' zin sneden uit zijn redevoering zou kunnen losma ken en met vette koppen ln de dagbladen af drukken, welke dan een geheel tegenoverge- stelden indruk wekken dan de bedoeling van den spreker is geweest. Met die enkele woorden werd de taktiek van het socialistische orgaan scherp geteekend en veroordeeld. de Geer achter de regeeriugstafel om de be- grooting van Financiën te verdedigen Dezen bewindsman werd het dezen keer door den senaat niet al te lastig gemaakt. De heer de Gjjselaar kreeg de toezegging, dat de door hem gesignaleerde onbillijkheden m de vermogensbelasting zouden worden na gegaan en zoo mogelijk hersteld. De heer Molt- maker ontving op zijn aandrang om het kan toor der directe belastingen te Utrecht te ver- juwen weer nul op rekest, daar er te weinig wei 'verruiming aanzit om over de financieeie zwaren heen te stappen. Op zijn verzoek om tot belasting van goederen van de doode hand over te gaan, kreeg de heer Mendels ten ant woord, dat de opbrengst van een dergelijke belasting de moeite niet zou loonen, daar o.a. instellingen van socialen en humanitalren aard vrijstelling zou dienen te' worden verleend en wat er dan nog zou overblijven, zou grooten- deels aan administratiekosten weggaan. De begrooting van Financiën werd hierna vlot aangenomen en Minister de Geer mocht weer naar zijn departement terugkeeren. Zijn opvolger Minister Donner, kwam er met zijn Justitiebegrooting niet zoo gemakkelijk af. Daarvoor zitten er te veel juristen ln den senaat. Mr. Heer kens Thijssen, die thans een woord van hulde kon doen hooren over het beleid van den Minister, ten opzichte van het reclassee- ringswerk andere jaren had hij gewoonlijk meer critiek dan lof ln dit opzicht hield vervolgens een warm pleidooi voor ruimere toe passing van het instituut der openluchtgevan genissen. Vele jonge mannen, aldus deze spr., die van het gevangeniswezen een bijzondere studie heeft gemaakt, gaan in de cel lichamelijk en moreel ten onder. De openlucht-gevangenis is een veel geschikter plaats voor hen. De heer Mendels, die hij Financiën" de „stichtingen" te lijf wilde met een be lasting van goederen in de doode hand, vroeg bij „Justitie" een algemeene regeling voor dit in stituut, dat maar zonder eenig wettelijk verband kan doen en laten wat heit wil. De heer de Jong sloot zich in dit opzicht met aandrang bij den heer Mendels aan en wees op de misbruiken, welke van het instituut der „stichtingen" ge maakt wordt o.a. op het stuk van het zich onttrekken aan belastingen. Ook de heer van Sasse van Ysselt voelde veel voor een wettelijke regeling der „Stichtingen" maar ervaren politicus als hij is, zag hij de moeilijkheid van een wettelijke regeling dezer materie zeer goed in. Je krijgt zoo'n wet een. voudlg niet in het Staatsblad, zei,de hij. Er be staat in het parlement veel te weinig belang stelling voor privaat-rechtelijke regelingen, om dat daarbij altijd politieke spoken om den 'hoek komen kijken. Hij gaf daarom den Minister groot gelijk de ontwikkeling van dit instituut eerst nog maar eens aan te zien. Mevrouw Pothuis Smit bepleitte een pretti ger omgeving en wat vroolijker kleeding ln de gestichten voor verwaarloosde meisjes en stel de ten dezen den toestand in een katholiek En gelach gesticht waar men begreep, dat de kosten hiervoor uitgegeven het best waren be steed, als voorbeeld. Nog eenige andere opmerkingen werden ge maakt. welke Minister Donner hedenmiddag alle zal hebben te beantwoorden. Nadat de begrooting van Minister Ver. Bchuur was aangenomen, versoheen Minister Woensdag 23 Maart: 2.30 Conferentie: In leiding; 5 u. Completen en Dof; 7 u. Donkere Metten. Witte Donderdag8 u. Morgendienst, ge volgd van Vespers en Altaarontblooting; 10.30 Eerste Lezing; 3.30 Completen Voetwas- sching Tocht naar Gethsemanie; 7 u. Don kere Metten; Aanbidding heel den nacht door. Goede Vrijdag: 8 u. Morgendienst, gevolgd van Vespers en Altaarontblooting; 11 u. Twee de Lezing; 3 u. Plechtige Kruisweg op het terrein. Completen; 5.30 Donkere Metten door de Scholastleken-Montfortanen van Oir- sehot. Goede Zaterdag: G.30 Morgendienst; 11 u. Derde Lezing; 3 u. Rondgang. Paschen: 4.30 Metten en Lauden; 6 u. Pri- men; 6.30 H. Mis; 8 u. Tertiën; 8.30 Plechtige Hoogmis; 11 u. Laatste Lezing; 2.30 Plech tige Vespers; 5 u. Completen en Lof; 'sAvonds Lichtbeelden. Sde Paaschdag: 8.30 Plechtige Hoogmis en vertrek der Pelgrims. De Lezingen worden gehouden door Z. E. Pater Linnebank O.P.. Verdere inlichtingen worden verstrekt door Pelgrimshuis „Casa-Nova" H. Landstichting. Griffith Henty, stond op het visitekaartje. De heer Gerald Moffat, directeur van de N.V. v/h. Moffat Co legde het kaartje op z'n schrijftafel. .Griffith Henty mompelde hij, „laat dien meneer binnen komen, Parsons!" 'n Oogenblik later trad een jonge man het prlvé-kantoor binnen. Onderzoekend keek de heer Moffat zijn bezoeker aan, kuchte en wees op 'n stoel. „U komt dus voor die betrekking, meneer Henty", begon de directeur gewichtig. „De vraag is, of u over de noodige capaciteiten beschikt. En afgezien van de capaciteiten verlang ik werklust. Bovendien takt en ver antwoordelijkheidsgevoel. Meent u die drie eigenschappen te bezitten 'n Ondeelbaar oogenblik sloot de sollicitant de oogen. Werklust bezit ik zeer zeker", zei hij lang zaam. „Ook durf Ik 'gerust te zeggen, dat ik takt bezit". Toen zweeg hij en sloeg z'n oogen neer. Scherp keek de heer-Moffat hem aan. „En uw referenties Hebt u uw getuig schriften bij -p Hoe lang bent u Getroffen door 't gezicht van den sollicitant brak hij het gesprek af. Er lag iets gejaagds, iets ongelukkigs in. ,Ik meen alle eigenschappen te bezitten, die u verlangt, meneer. Maarik heb geen referenties". Verbaasd wilde de heer Moffat zijn mond openen. Doch lntusschen was Henty opgesprongen en keek hem smeekend aan. Ik heb geen getuigschriften", herhaalde hij zacht, „omdat men die niet geeft aan een dief", eindigde hij met een snik. Toen lachte hij schril. „Ik durf, vindt u niet Om zóó uit de gevangenis bij u te komen solliciteeren. Ik'n dief!" Stil en bedaard zat Moffat hem aan te kijken. Inwendig gistte het in hem. Nieuws gierigheid en medelijden streden om den voor rang. Ook voelde hij bewondering voor zóó veel moed. Dit was Iets unieks in zijn een tonige zakenleven „Geen getuigschriften", zei hij langzaam. „En meent u, na hetgeen u me verteld heeft, dat ik De jongeman steunde zijn handen op den lessenaar. Gejaagd begon hij te spreken: „Vijf jaar geleden", zei lilj bitter, „had ik precies zoo'n betrekking als waarnaar ik nu solliciteer. Den naam van de firma kan Ik u niet noemendaar heb ik 'een gewichtige reden voor. Ik bestal mijn patroon. Het eene tekort dekte ik met het andereOm de liefde te behouden van het meisje, dat ik liefhad Voor haar bezoedelde Ik rn^i eer Uitgeput, zweeg hij 'n oogenblik. „Hm", merkte de heer Moffat op, „de vrouw in 't spel". Zijn belangstelling was gaande gemaakt. Henty boog beschaamd het hoofd. „Ja, meneer, 'n vrouw. Maar ik had haar lief. En zijzij speelde met me. Het oude liedje Ik was ook nog zoo groen En dan zeggen ze nog, dat de vrouw altijd de dupe is". „Maar dat is waarachtig niet altijd waar", ging hij hartstochtelijk voort. Om haar te winnen leefde ik boven m'n stand. Ze was ook van beteren stand dan ik. En ik was naiet genoeg om te denken, dat er eens 'n dag zou komenI „Niet alleen leefde ik boven m'n stand, maar ik speculeerde met het geld van m'n patroon. Wat een idioot was ik Als ik meer ondervinding gehad had, zou ik haar wel be grepen hebben. Zou ik man genoeg geweest zijn om haar uit mijn gedachten te zetten. Doch ik was een van die dwazen, die niet te raden zijn Zijn houding drukte zooveel wanhoop uit, dat de heer Moffat hem met medelijden aanzag. Je wilde je niet laten raden, hè", zei hij meewarig. „Zooals zoovele anderen niet te raden waren en er zullen zijn, zoo lang de wereld bestaat." „Ik voelde", ging Henty voort, dat Ik haar verliezen zou als ik haar niet kon geven wat ze gewend was. Vóór een bepaalden dag moest ik het tekort aangezuiverd hebben, of alles zou uitkomen. In m'n wanhoop ging ik naar een geldschieter. Voorloopig was het gevaar afge wend. In m'n verblindheid hoopte Ik nog steeds op een gelukkige speculatie. Die zou me er met één slag boven op helpen. Natuur lijk kwam de tijd, dat de geldschieter op be taling aandrong. Maar m'n geluk was nog steeds niet gekeerd. En weer vergreep ik me aan het geld van de firma 1 Roekeloozer dan ooit stak ik me in de wildste speculatie. Het verduisterde bedrag werd voortdurend grooter. Ik leefde in onafgebroken angst voor ontdekking. Tenslotte kon ik den druk niet langer verdragen en bekende alles aan mijn patroon. Aangifte bij de politie volgde!" Henty verborg het gelaat in z'n handen, hardop snikkend. Innig medelijden teekende zich op het gelaat van den heer Moffat. „Den naam van het meisje verzweeg lk", ging Henty voort. Op haar verzoek hadden wij, wat zij »nze liefde noemde, geheim ge houden. Ze was de dochter van mijn patroon Nu begrijpt u meteen, waarom ik u den naam van mijn vorige firma niet kan noemen". „Vijf jaar gevangenisstraf" luidde de uit spraak. „Nu weet u alles", eindigde Henty gebro ken, en heel misschien.... kunt u.... mijn toestand 'n blfetje begrijpen". De heer Moffat kuchte om z'n aandoening te bedwingen. „En dat meisje vroeg hij moeilijk. „Liet me onmiddellijk schieten, 'n Half jaar later was ze getrouwd!" Zenuwachtig liep de heer Moffat het ver trek op en neer. Vriendelijk klopte hij den jongen man, op z'n schouder. Met onzekere stem begon hij: „En toch solliciteer je naar deze betrekking? Je moet weten, dat er een groot verschil be staat tusschen deze en je vorige positie. Bij mij hebben de reizigers niets met de afreke ning uit te staan. Betalingen hebben plaats vla het hoofdkantoor. Hm, ja. Hm, je geval interesseert me erg. Bovendien heb je voor je daad geboet. Hm, 't Is een buitengewoon geval. In ieder geval beu je oprecht geweest tegen me. Kom, Ik zal het er op wagen", be sloot hij. „Vandaag over een maand kan je in dienst treden. En wat het salaris betreft... Griffith Henty knikte opgewekt tegen z'n verloofde. „Ik heb dat baantje by Moffat gekregen", juichte hij. Innig keek ze hem aan. „Wat heerlijk voor je", zei ze blij. „Er waren zeker bosjes sollicitanten? Maar jij met je schitterende getuigschriften". Niks hoor", grinnikte Griffith. Aan getuig- schriften heb je niets. Die heeft immers ieder- een Als je tegenwoordig wilt slagen moet je origineel zijn- buitengewoons doen". Toen vertelde de ordelijke, door en dooT eerlijke Grif£itb Henty, zijn verloofde, welke comedie hij gespeeld had. Jeremy Hopkins, die -juist drie jaar wegens diefstal achter den rug had, hield een brief in z'n hand. Dat baantje bij Moftat wordt mets", infor meerde hij z'n vrouw. go lk had nog wel zóó m'n best gedaan op die getuigschriften". „Natuurlijk hebbën ze iemand met een smetteloos verleden aangenomen", zei hij garcastiscb. (Nadruk verboden Het staat thans vast, dat de alom bekende redenaar en boogleeraar te Graz, prof. dr. Joh Ude, zijn openbare voordrachten In Nederland de volgende week zal aanvangen en wel in de plaatsen (de tusschen haakjes geplaatste cijfers duiden de data in Maart aan) Den- Haag (16), Leiden (17), Utrecht (18), Hilversum (19), Apeldoorn (20), Dordrecht (21), Rotterdam (22) en Amsterdam (23). Prof. Ude zal op de genoemde avonden in combinatie met sprekers van de genoemde orga nisaties, spreken ln het algemeen over „De Humanitaire Idee", waarbij behandeld zal wor den o. a. wereldoorlog, anti-vlvisectle, vegeta risme, dierenbescherming, het vraagstuk van den gasoorlog, benevens problemen, die betrek king hebben op den opbouw van de thans zich vernietigende maatschappij. Wie gevoelig in hun beurs getroffen werden VERSTANDIGE OPMERKINGEN Minister de Graaff, die reeds even aan het woord kwam, heeft juist kunnen constateeren dat de financieeie toestand van Indië eigenlijk' de hoofdmoot der algemeene beschouwingen is geweest. Men kon ook moeilijk anders verwach ten, nu het met de Indische schatkist zoo slecht geschapen staat. Dr. Beumer, die voor- de anti-rev. fractie sprak, heeft nog eens her innerd aan de Indische begrooting van 1932. De zuivere gewone landsuitgaven zijn ge raamd op 504.9G1.000, door nieuwe bezuini gingen teruggebracht tot 458.517.000, en de inkomsten zullen vermoedelijk 305 millioen bedragen. Waarom een stabilisatiebasis van 400 millioen aangenomen is, kon hij evenmin begrijpen als ir. Feber. Misschien, zoo spotte de a.-r. afgevaardigde, op grond der formule 500 300 - 200 X 2 - 400. In elk geval blij ven er reusachtige tekorten ongedekt en dit feit dwingt nu eenmaal tot het dragen van crisisheffingen en salarisverlaging. Met den heer van Poll, die op dit punt ster ken nadruk legde, heeft mr. Beumer een dif ferentiatie in de salariskorting verdedigd in het belang der gehuwden. In de memorie van ant woord is geschreven, dat dit practisch moei lijk doorvoerbaar was „gezien ook de bijzon dere familie-verhoudingen in de Inlandsche maatschappij en het ontbreken van een burger lijken Stand voor de inheemsche bevolking". De beer van Poll meende echter, dat hetzelfde ap paraat, dat voor zoo'11 goede volkstelling zorg de, ook op dit gebied diensten kon bewijzen en wees op de differentiatie, welke reeds, o.a. door de standplaatstoelagen bestaat. Wij ho pen, dat de Minister op deze zaak zijn volle aan dacht gericht houdt en er in slaagt ongemo- tlveerden tegenstand te breken. De salarisverlaging ln Indië is niet gering het gemiddelde ipkomen is van 14 tot 20 pet. teruggegaan en natuurlijk hebben de slacht offers haar niet met gejuich ontvangen. De heer Kupers, die verleden jaar als voorzitter van het socialistisch N. V. V. een reis naar Indië maakte, vertolkte deze ontevredenheid, al erkende hij, dat salarisverlaging niet in elk geval afgewezen kon worden. Hij had echter beter overleg gewenscht tusschen Regeering en ambtenarenorganisaties en diende twee mo ties in. De eerste motie noodigt de regperlng «it de korting op te heffen als de financieeie toestand dit zal veroorloven (dat ie vaag ge noeg uitgedrukt!) en de tweede, die een ver beterde van de eerste schijnt, vraagt ongedaan* making der Januari-korting met Juli a.s. Ook over de rechtspositie der ambtenaren heeft de heer Kupers gesproken maar blijk- - -r deed hij het zóó slecht, dat burgemees ter ter Laan dezelfde stof nog eens behandelde op de hem eigen ampele wijze. Men weet, dat Gouverneur-Generaal de Jonge het bestuur van het Nederlandsch-Indlsch On derwijzersgenootschap 'naar aanleiding van eenige artikelen, in het orgaan dier vereenlging „De School van N.-I." verschenen, heeft te ver staan gegeven, dat onderwijzers, die zich bul ten de school op ongepaste wijze over de Re geering uitlaten, op dien grond uit 's Lands dienst kunnen worden ontslagen. Van socialis tische zijde achtte men dit een ongepasfen aan slag op de vrijheid. Daartegenover betoogde dr. Beumer, dat de gewraakte artikelen onbehoor lijk waren en de Regeering dus terecht optrad tegen menschen, van wie een voorbeeldige hou ding ton opzichte van de Overheid mag wor den geëischt. Wij kunnen begrijpen, dat de zoo gevoelig in hun beurs getroffenen uit reactie niet geheel beschaafd „au" hebben geroepen en dit zal de Indische Landvoogd ook wel billijken. Maar zoo ver gaan als de magistraat ter Laan. die elke uiting van ambtenaren tegen de Overheid toelaatbaar schijnt te achten, zoolang de rech te] niet straffend optreedt, i6 ons niet mogelijk. Ook de Pers-ordonnantie verdedigde dr. Beu mer, Zij geeft den Gouverneur-Generaal welis- waar de groote macht om, na den Raad van Indië gehoord te hebben, een dagblad te waar schuwen en- weer dien Raad gehoord, zulk een. dagblad gedurende acht dagen te schorsen, maar de Volksraad gaf den landvoogd deze macht zonder eenige beperking voor te stel len met 32 tegen 23 stemmen. Dr. Beumer heeft er ook nog aan herinnerd, welk een invloed ten goede er uitgaat van zen ding en missie: „geen verstandig rèensch", al dus de a.-r. afgevaardigde, kan dezen weldadi- gen invloed op elk terrein nu nog ontkennen. Dat de Kamer den heer Wijnkoop niet onder de verstandige mensehen rekent, al beweert hij ook, dat Minister Deckers naar Indië is ge weest om den oorlog met Japan tégen Rusland voor te bereiden, spreekt vanzelf. Diens de S. D. A. P. ontroerende moties -— algeheele persvrijheid, vrijlating van alle politieks gevan genen en schrapping van alle uitgaven voor de weermacht kregen natuurlijk geen schijn van kans op behandeling. Verstandig waren de opmerkingen van den heer Kupers over het propagandistisch tekort van de Nederlandsche nijverheid in Indië, ver- geleken met die uit andere landen. En de aan dacht waard was de heer ter Laan, toen hij op kwam voor een rechtvaardige behandeling van „geknoeide" ambtenaren en het lot der oud gepensioneerden bepleitte. Iedereen zal het wel met den soc.-dem. afgevaardigde eens zijn, dat het aan de Indische bureaucratie onmoge lijk moet worden gemaakt om landsdienaren onrechtvaardig te behandelen terwijl ook wij van meening zijn, dat, zoo dit maar eenigszlns kan, de verdiende pensioenen moeten worden ontzien. Wij zeggen uitdrukkelijk: zoo dit eenigszins kan, want de Indische salaris- en pensioenwet Is zoo zwaar en de middelen vloeien daar zoo traag, dat men werkelijk niet kan zeggen, wat daar nog mogelijk Is. Het is hard, doch de waarheid Is, dat de schoonste en billijkste eischen afstuiten op de wreede wer kelijkheid, dat elke gulden maar ëén'keer uit gegeven kan worden. Na een langdurige ziekte is te Paderborn overleden de bekende kunst-criticus Pater dr. Beda Klelnschmldt. De Dultscha geleerde wereld verliest in hem een der meest vooraanstaande vertegenwoor digers en bevorderaars der christelijke kunst geschiedenis. Duitsche waardeering voor de Neder landsche actie- De „Kath. Korrespondenz" bespreekt ln haar jongste nummer de protestbeweging dei Nederlandsche Katholieken tegen de kerkver. volging in Spanje en brengt in verband hier' mede hulde aan den gezonden zin van den Katholieken Nederlander voor recht en vrij heid, alsmede aan zijn liefde voor de Katho lieke Kerk. zijn trouw aan den H Stoel en zijn hoogschatting van bet leven der ordes geestelijken. Geen land kent zooveel religieus© roepingen als Nederland en geen telt zooveel ordes geestelijken, zelfs als de verdreven buiten- landsche niet meegerekend worden, die daai steeds gastvrij en liefdevol werden opgenomen- Na een beschrijving der protestbewegins volgt dan dit slot:- „Deze voorbeeldige protestactie der Neder landsche Katholieken bewijst; dat zd de e" lreneD des tijds goed verstaan en op ]iun posl zijn. Geldt dat ook in gelijke mate voor ons, Duitsche Katholieken?" De ontvangst r '^IJaarische Jesuieten LimbUrg Aan het bekende Spaao»che Katholieke blad „El Matl" ontleenen wf v°lsendi vu.,,u^Onaane^l brief van een verbannen P When Jezuïet in Limburg aan een vriend in Barcelona. „De Limburgsche Katholieken hebben ona een ontroerende ontvangst bereid. T-oen wij uit den trein stapten namen eenige jongens onze bagage over en door two® dichte rijen van menschen, die ons hartelijk toejuichten, verlieten wij het station. Derl Zondag daarop kwamen de bewoners van het dorp ons offi cieel verwelkomen. He' wa« een heele stoet, voorafgegaan door d« kerkelijke autoriteiten en den burgemeester die het teeken van zijn. waardigheid zW" ambtsketen, om den hals droeg. Er werde" ordroerende woorden in do Fransche taai tot ons gericht: ook de burge meester hl®Id to»spraak, evenals do voor zitters van verschillen^ vereenigingen. Ds Ho"8" zijn practische menschen; zij geven one a-ken aardappelen, appels, eieren, i Wegen' die Mar «oed onderhouden vaak 1 ,n de muren der huiz0n ziet me a en kruisbeeld of een monument ter eors van het H. Hart. Wat een verschil met ons hip?f De kinderetl «roeten ons heel eer- c ig, zelfs de kleinste geven ons een hand. Bij een tweetal 5-jarige kinderen in de kin- dorbewaarplaats aan don Sonsbeeksingel to Arnhem zijn gevallen van nekkramp geconsta teerd. De kinderen zijn naar het kinderzieken huis te Arnhem overgebracht. Hun toestand is redelijk wel. De klnderbewaarplaata is tot 14 Maart a.s. gesloten. *15 A 606 S JflC-S 100*» l!W» K IVOO PMSIflOH 1VS —'••WA (B00 lOOSKV'S IKI H 500 6 10lj4lftl iW3 R UW 4 101 Hij IV2J B WOO ft tOi Vrij naar het Engel och van F. TINDEL. 30). Om het gat te stoppen! Ja, dat was het fei telijk alleen een gat stoppen, en ze voelden het allebei. Het zou werkelijk vriendelijk ge weest zijn van George, als hij er eenvoudig had uitgeflapt: ,,Jobn, het is gewoon met goed geld naar kwaad geld gooien Je bent als za kenman misilukt en je toemf pias op je plaats, als je voor iemand anders werkt. Je zou het ibeste doen, als je de zaak verkocht voor wat je .ervoor krijgen kunt" Maar Miller kon dat tegen zijn ouden vriend niet zeggen, aak al dacht hij het, en het was ook te om vriendschappelijk gedacht, om er anaar «ven bij stil te staan En zoo vroeg hj John, hoeveel geld hij noodig had. Ik zou het niet met niet minder dan 3000 pond kunnen doen en ik moest eigenlijk 5000 hebben, antwoordde John. Ik heb een paar vreeselijke ongelukkige speculaties op de markt gehad. George. Nn, ik geloof, dat we je wel kunnen bij spijkëren, John. Wat oonfcamt geld betreft zal lik eens kijken, hoeveel ik bij elkaar kan krij gen. Je kent den toestand, John. O, 'ik denk er niet aen, je te vragen, dat je het geld uitgeeft, George. Je hebt al ge Boog voor ma gedaan. Ik dacht, als je mijn hoeken als onderpand wou nemen jouw naam le goed bij de Nationale en Smith jtou me het geld wel geven. Hoeveel papier hebben z® van je, John? t oor eenig antwoord haalde John een stuk Papier uit zijn zak, en reikte het den ander over Ho.0-0! Miher keek bedenkelijk.». PO0(ie genade, jongen, zeg hoe heb je t "!11;-'snaam enfin, het heeft geen zin, k-pr j-.,n t°en\ni1. 'let Scbeurd is. En de sui- 1 nog in jouw voordeel omslaan zoo- da je er nog wat van terugkrijgt. In iedra- ge. val moet je geld 'hebban rneopen. ik 334 morgenoch tend dadelijk naar Smith gaan. Neen wacht even. ik zal vanavond naar hem toegaan als hij thuis is. Wacht even, terwijl ik zijn 'hu-is opbel. Miller verliet het vertrek. Toen hij terug kwam, zag hij John zitten met zijn ellebogen op zijn knieën, en zijn handen onder zijn kin, terwijl hij voor zich u-i-t op den grond staarde' Hij wii ons dadelijk ontvangen, als we nu bij hem komen, John. Trek je jas aan. ik zal den wagen, in eén ommezien laten voorkomen. Zou het niet beter zijn, als je alleen ging? vroeg John bedeesd. Miller schudde het hoofd. Maar die vraag joeg hem een rilling over de leden. Hij had nooit zóó duidelijk als op dat oogenblik be seft, hoe ontzettend ongesonikt zijn vroegere compagnon voor zakelijke dingen was. Tien minuten later zaten de beide mannen in di spreekkamer van Mr. Smith. De directeur van de Nationale Bank, een kleine, gezette, vriendelijke heer, met oogen zoo scherp als het lemmet van een mes, voorkwam allerlei omslachtige uiteenzettingen. Nu, Miller, je vriend Wallis zi't er leelijk tusschen. Ik kan niets meer voor hem doen. Ik heb al een beetje meer gedaan, dan lk als goed bankier mag doen. De kwestie is, Miller, dat, toen jij uit de zaak ging, de zakenman <t uit ging. Dat weten jullie allebei, niet waar? Het was brutaal, maar het was ronduit en naar waarheid. John heeft 8000 pond noodig, Mr. Smith, antwoordde Miller, die zich niet zóó gemakke lijk uit het veld Het slaan, en zijn ouden vriend ook niet zóó gemakkelijk in een hoek liet slaan, en zijn ouden vriend ook niet zóó ge- duwen. Ik denk, dat u dat wel kunt passen. Het ia de moeite waard, dat u er wat bijlegt, om de rest te redden, niet waar? Mr. Smith lachte. Dat is al overbekend, zei hij. Ik krijg dat tien keer per dag te hoorem, Miller. Heb je Wallis' boeken ingezien? Neen nog niet. Nu, die zouden je wel wat kunnen vertel len. Ik zeg het niet graag, 'heeren, maar je wSilt de waarheid hooren. Zooals de zaken nu staan, Is het alleen ruaar een kwestie van dagen, dat we de zaken in hand-en moeten ne men en eruit moeten halen, wat er in zit. Neen, mijnheer! riep Miller strijdlustig. Ge banken verdienen al veel te veel geld op die gemakkelijke man-Ier. Ik bedoel daar na tuurlijk u niet mee, Mir. Smith, maar u weet dut het waar is. soed. Miller. Misschien heb je g u aar het is verduiveld weinig, wat we hier uit zouden rauem Miiio,A1\v'!i e€ai? borg bleef voor John? vroeg MOlen. Wilt u hem dan geven, wat hij noodig nagenoeg toe. Als je ons behoorlijke zekerheid kunt geven, ja, antwoordde hij langzaam. U bedoelt mijn naam? De naam alleen zou niet voldoende zijn Miller, word nu niet vervelend. Ik zie aaT|' voor een verduiveld goed zakenman. Als je wat meer initiatief had gehad., en van jongsaf geschoold was, dan zou je hoepen geld ver diend hebben. Maar j-e bent op het oogenblik niet in zaken, neem ik aan. Iic vraag je ook niet, dat je me meer vertelt dan je- kwijt wilt zijn. Ik weet alleen, dat je een berg geld uit geeft. Maar het geld, dat je uitgeeft, maast bij ens niet je oreidiet uit; wèl het geld, dat je hebt en niet uitgeeft. Maar mijn huis.stamelde Miller Aha, nu zeg je wat. Natuurlijk, als Je je vriendschap voor Wallis op zioo'n tastbare manier wilt toonen, dan kunnen we zaken doen. Miller werd kwaad. Hij was laag neergezet in bijzijn van John, zooals hij het beschouwde. Tot dan toe had hij gewoon gedacht, dat zijn credieit bij de Nationale goed was. Hij el geen oogenblik bij stilgestaan, om eens kalm bij zichzelf te overwegen, dat de bank n e.;s' absoluut niets wtet omtrent de br-on van zijn inkomen, en dat hij geen zakenman meer was, volgens de opvatting van de bank- Mr. Miller liet John aan zijn huis afstappen, en gaf hem een fermen klap op den sc houder, toen hij afscheid van hem nam. Komaan, John, moed houden. - zal dat gold wel voor je krijgen. Maar zelf ging hij naar huis met minder prettige gedachten. Hef heerenhuis stond op naam van Jane. De toelage van de volgende maand, van oom Parker, zou nog elf dage-n uitblijven. En spijtig bedacht Miller, dat er beslist niets anders was, waar geld kon wor den opgenomen. Hij was als verpletterd, toen hij het goed begreep. Hij was een rijk m-a-n. en toch had hij geen geld om handen! Nu, lieve? begroette mrs. Miller hem. toen hij terugkwam. Jane, ik zou je een gunst willen vragen. Dit huis staat op jouw naam: vrij op naam, wat dat betreft. Wil je mij drie-, neen, vier duizend pond daarop laten opnemen tol over anderhalve maand? Ik zal je eerlijk zeggen Jane: het is voor John. Hij kan niet meer. Hij staat op valley- c ik zal eens hij hem aanloopen »n "J,t helpen, als hij dit geld gekregen tt kunnen hem niet zon der geld ,"U,en' vind je wel? Het ie J°aw huis, al staat het op mijn naam, Gem's - woordje zijn vrouw. Je kunt doen. 7'oGil,]S| 6 y''t> lieve. Als je denkt, dat John aan nat ge^ wat heeft, dan wil Ik ook iWat k daar zegt. Daar wordt ge- Oeld- 0 16riel, zou dat Jo-h-n weer zijn? Mni'S John> maar mr- Smith. «el hij, ik zal je iets zeggen, wat ,g je muis niet vertellen kon. Ik zou het voor zoo gord als niemand doen, maar ik mag je graag, en Ik ho-op nog een massa zaken niet je e oen jjj cje toekomst. Hoor eens hter: je meet je g6ld n)et weggooien. Het spijt m« voor a'üs, evenals het jou spjjt. maar: als Je d-at voor hem opneemt, dan zal de Nationale "et opstrijken, tenzij hij er mee randooi gaat, hiaar daar is hij de man niet naar. Binnen een dag of twee zal de bank zijn zakvn in handen nemen en jouw geld zou een deel van den inventaris uitmaken. Begrijp je me? Genadige hemel, dat meent u toch niet? bracht Miller uit. Arme John! john Wallis begreep nooit, hoe het allemaal gebeurde. Hij had geen liegrip van de finan cieeie wereld. Alles, wat hij wist, was, dat hij bankroet was, dat er niets voor hem zou over blijven, als de bank zijn zaken liquideerde, en dat Geoige Miller hem op de een of and-ere manier in den steek had gelaten. Van alle slagen trof deze laatste hem het zwaarst. Hij trachtte te begrijpen, dat George zelf machte loos was. De directeur van de bank was zelfs bulten zijn boekje gegaan, toen hij John duide lijk maakte dat Miller hem eerlijk had willen helpen, maar dat het van geen nut zou ge weest zijn. Maar hij heeft een hoop geld, Margaret! zei John op matten toon. AJs hij.... als hij we-rkelijk had willen Hij heeft niet gewild!, riep mrs. Wallis hartstochtelijk uit. He-b je dat dam al lang niet gezien, John? Ze hebben ons behandeld als honden, wij, die alies met hen hebben mee gemaakt. En die arme Allee! Dat was het vuilste, wat ze deden, John. Het geld, dat waa niette. Maar Allee op zoo'n manier te be handelen! O, ik haat die lui, lk haait ze! En ik geloof vast, dat hij blij was, d-at hij zoo vau Je afkwam, ook. Als de waarheid is, zooals je daar zegt, moeder, antwoordde John beslist, dian zou ik liever do straat willen vegen, dan ooit de waarheid kennen. George ons bedriegen! Go nodige hemel! XIL Op het eind van de vijftiende maand, nadat de wind te zijnen gunste gedraaid waa, kon Mr. George Miller tamelijk wel dan afstand berekenen, diien hij en zijn gezin h-adden af gelegd, en d-e richting bepalen, waarin zij gingen. Op zekeren av-ond zei hij tot zijn vrouw: Jane, lk heb eens over een en andar na gedacht. Ik geloot, dat we nu zijn, waar we terecht gekomen zijn. Maar ik weet niet, of we met dat al ook zijn, waar we wezen wil len. Wat bedoel je, George? Wel, ik dach-t aan die „groote wereld", waarin we nu verkeere-n, Jane. Ben je ooit wel een-s op de gedachte gekomen, vrouw, dat we zoo ongeveer net op den binnenkant van dem buitenkant staan, en meer niet? Ik weet waarachtig niet. wat Je bedoelt, George. Maar lk wou, dat je die woorden „groote wereld" niet altijd zoo spottend zet-. Hot komt mij voor, dat we tamelijk aardig belrand-eid zijn. (Wordt vervolgd). H u i Uitzenc K-R.o. „Tosca sextet. 2.00 g- ÏDOfoo mofoo 8Ta.iT)Q causAj ding K-R.0 °-ai. i tb1'6 r 3°°npl lO.oo v pant 1 c°0eer Hil Vara bastie] Prr "l VARA ntofoo; „Walz kwarti Joh, j a>mir tomitc beoete 6.1a t ««ana A. 7.00 a "eStuv hlaten bo°r5|, hinder Vara ■"TOste 0rkest Ga sein stuato orgeïc Grand Interi land»» derm, 7.10 Sted. O.a. Gans 9.20 1 „Hls Mark 12.20 pa 8.05 i cert t duttio' ».50 1 Uit 1 e« Oi 3- J2-20 5°°np] b^edet Uit yaa r v. ■ka-une La >cer ^•25 c -."Syl' £.a,-en ^et rr 5vond. 5vo«d. en r - en 6.1 Meule Strau: Fall; man. ten; opera sche B o 6.05 c Trioiot Z e nas tii genbe llngsl zer F V. so ten e Goroi Ro ma Wustf CVlaa Pro borg den 1 9.30 1 12) hein laat baar mij -sn j tl eehtle a<3er b'et v den. j «etele; waar ze; dat zij bier a 1 hhnt kant I Ik t «r tot dan v lallen Jnoest slecht: bulten bet ec Bclve] jj Daa fceschc

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 6