y
TN VERLOREN
PARADIJS
UIT HET HOOGE NOORDEN.
P
ALLERLEI.
4
ZATERDAG 12 MAART 1932
DE AARTSBISSCHOP
BRENGT ZIJN BEZOEK
AD ITMINA".
kiBÖianmJ» oipvatt^
Memsohem uü Europa, die der
^9t> nitiugèm van «o-deditenatlB ver-
/(,Namoefes©ali"
BIJ WELKE FABEL
ut.
OM TE KLËUBEN.
j-, m-V- v^--' /S>^QL/.¥
-h
J*--
li?'
I
LANS EN NAGELEN.
WISTEN JULLIE DAT
Oplossing van den vorigen
rebus.
VOOR KNUTSELAARS.
Een hoekplankje
WIE RAADT ER MEE
Oplossing.
OPLOSSING VORIGE
PUZZLE.
LETTERRAADSEL.
x
-Het aardsahe paradijs, d&t mtesdhien gedegen
was aan die bowlen van Euphraat o£ Tigris.
Is voor den mensch gesloten, maar het hééft
wter'h^j3®* JoEiuïeitien-iinfasIe het
R B C O 'a p,rOtastantsöh sefhirijiveir.
,.A vanished °™r
TOnn«r by <tenC^'1® verdienen paradU*.
echrij-ft (mdJlL t de,T missionarissen be-
Inidianen a Zutd-Ajmeiikaansahe Guaraui-
Dis Tnrf)311 018 Parngu*y-<rtrv«e>r.
de verrm n hadden van de blanken, van
Miet vö ,öread® Spanjaarden en Portugees a
in hi e Soeds ond en-vond en; vooa- het eeirst
^y. Ja teven kwamen zij nu aan de weet. dat
Wamike mehsahen waren, die het goed
t feu voor hadden, die niet hun grond of
Rh bezittingen, maar alleen hiun ®eJ bedoel-
n te winnen. De J «smeten vestigden zica
gedurende geheel de zeventiende eeuiw m
Zuiid-Ameriika en stichtten er hun mlssi'frdcu-
Wt mieeatai: reWüctlle» genoemd, nlaar hot
Spaansahe woord: reduce! önes, nederzettingen.
Zoo ontstomdiein drie-en-dertlg Guerain^neduc-
ti^s, Indianen-dorpen, die tussohèu de 2000 en
'000 bewoners hadden. D« straten waren lange
•■echte lijnen-en rechthoekig getrokken, gelijk
ook het moderne New-York te aten geeft; n
Plein was er in het midden met kerk en schoon
en klooster, terwijl bulten het centrum het
„Cara del rey" stond, „huis de3 koning-s", inge-
•^t ais 'logement voor doartretttitoemide reizi
gers, die men Hstf«t niet met de bevolking in
nanraking -bracht.
Natuurlijk hield pp den hoek der hoofdstraat
'n Moeder-Gods-beeid de wacht en tneugjsha
ontbrak het fcrudabeeld van Den Zoon. ledero
indtean leerde lezen en schrijven tegen
woordig zijn er van de honderd zestig die
kunst niet machtig! en dis patere schreven
de Guarani-taail zoo vlot ails hun moed-ensprafee.
het SpaamscihOok gaven zij hum ibekeerilingeu
overste oven' het aaindsdhé paradijs en v ooi t aan
zonden de luidende klok-ken zwijgen, die tegen
het vallen van den avond allen naar buis rie
pen van den gemeensoha.ppelij'ken «k;k«r
De tachtigjarige Paus Clemens XIII schreef
den Koning ondier meer het vollen.de.
„Behalve de oniuitsprokeauke droefheid die
de zaak -zelve on-s aa ndoet, vreezen en sferen
wij voor de eeuwige, zaligheid uwer ziel, die
ons zoo dienbaar is
Inderdaad heeft Karei III alleen -reeds te-gen.
„ver de Indianen van zijn Zuid-Ainwikaansoh
ebiecL die hun vaders im Christus wiee-ne-mu
razen vertrekken, 'n versoh,riikikeilij!ke verant
woording op -zijn geweten gétadem.
fes im.
■zang en minziek, wamt zij bad-dsn op.?2'
®rkt, dat de inboorlingen daar veel gevoel
Wftnneer ilj in hum schuitje d«
"atair^f^Pvoeiren, klonken de schoon®.
e» 4e,n ^beurde het
36 °eVere ïndilanen in de
klankl^ V. nfets van die
n te maasen, Zóó wemritvr rii geva®®en
au dein zoeten etrlk, dien Gods' vogeJ»®^ Sun
eteldten; p® w Pr.-2cmtoem «a-n ban
arm; Ln.de verwilderde zle-k- begon het éérste
tooht van hööger arcle te gloei®!
Elk grain -had zijn ei,gat, womtoS
hoekjegrond en meestal stond® «c*iem of
Waaiif. huizen aanéén, door 'n overdekte gaan-
vopbonidonTèd&rd volwas5011 Inidl'aari
•revplkht dagelijks 'n o«»- etl wond-
fetèdêm aan het gemeenschappeHyke
rand*. waarvan de opbrengst moest -dienen om
bélasUn-g aam Spanje op te brengen en tot
onderhoud der warlrera ze,1,f-
Geen enkel etuk grond was persoon-lijk bezit.
E® paters -verstomden tiitErtedien-d de kunst om
dim arbeid prettig en aanlokkelijk tie maikaar
'itiiheiid '-werd zwaan- gestraft! Geld bestond
bletf het loom bèwtoni' hit wat laudibouw 'en
ifeteeit opbrachtenalle buiteniaacii&che goe
deren (metalen) kragen de Iadi-amen door hun
DÏÏSdcnarisaan,. wedké "meestal 'betaalden met
Ket gcmd, waairai-edife do Jesuï-pjem hrnn
A'UlklölL, de verboTigem »cdxatteTi vaii
ïieetelUl-y. bestond aifeen maarin de w-
mra vah dsie lasteraairs. die aütijd erop uit
en het *dn het stralende zwart to mak-en
hun beared, batcre moChtem mist êén« door
do ammood^^t-n ondönhouden wonden. „Opdlat
ibecefend", w* '-'oiimaa-Kt mogeW11' wo,rd®"
aa-n het hoord u de bedde geeateMjikam, die
en waamvaia do Ajn ioriere nedthiétio stonnttn
de jongste jn^^to me«n. voor geestelijsc.
zórgde, 466 posètv0®»' do ttij-dclijko welvaart
Staat per jaar.....; den Spaa®»®01'
andere evangöMe45<x;ap,> do helft, van wat we
was rijikt mienna-ntf' W€,(,&laere kregen. Ni«mand
genoeg om hshooTHjk «vbrek; led-eroem had
e®ea gebre-k, g««n :djk<iöI0iJ
mij .slechts wat noodlg Roer, mam-r g®®!
I aderen' dag werd begon®' te 1 event.....''.
8<shappedjjik ochtendgebed en het gwneer
tegen het vallen van dan avtJ,a31' Mils, terwijl
bed werd gestort, hetwelk a 'het avondge-
worden veimiMWi. 00011 0°k w», }iöllt mc"c"ht
tijdons don arbeid' «iet yer.get^a het gobcl
feudansen bsoe&nd, proxies werden
inktend-door de Zuidelijke opge-
08 s-choone raagétem-m^. wier en
fhï0 door d« Pa-ragnay^1^ nog en
hamen, meehöaa het aabdsch® Pusjj],
^«•apemd te Ii9n Kr zijn ,brlOTW1 var*
waamdüge ^Iona^ 416 venting
boms m een jaar goen «nlkele doodaomde w
«e® mluctie voorviel!
Toen de miiakd.de kom^S Karnefl uj VaQ
Bpanje den 2en -W-LI 1"67 h®t bevel Wuflen^
k»nide, hém doom de v'janden dar Jeauïet«n-
wde im de ,pen eeaeven dat de infomark,*n
Raragnay moesten verlaten, vertrokken 385
hWcstera, 59 -jchokwlickem, H nbvlcen en ios
^■oadelra; 57 S Zit 11371» Katholieke
de ónen WerHlen van hum lt*lled€n^f^é
Te,InSS Yechains'
k,^,„ badden, maakte aan o®
BKhnmf1 a)rlb€ttid in Ammcrt-ka «-2® e
Quacky 11(1 ct-kajt'holick geleerd» t
E-om-euicfho Munflel. was die laatste tndsrte-
H1
Van de week konden we in „De Maasbode"
onder het „Kerknieuws" lezen, dat Z. H. Exe.
monseigneur de Aartsbisschop, binnenkort
naar Rome hoopt te vertrekken, teneinde zijn
„bezoek ad llmina" aldaar af te leggen. Als
vanzelf rjjst hier de vraag: wat beteekent dat,
een bezoek „ad llmina Eigenlijk moest ei
staan: „visité tio llminum apostolórum",
letterlijk; „visite aan de drempels der aposte
len", het Latijnsche woord „llmem, liminls
beteekent zooveel als „dorpel", „drempel
soms: „woning". Met die apostelen worden
bedoeld de beide pilaren der H. Kerk, S'n
Pieter en Sint Paulus, die immers te Rome
den marteldood ondergingen. Eigenlijk is
iédere bedevaart naar de Eeuwige Stad net-
halve een bezoek „ad Hmina", „aan de drem
pels" van de graven dier Apostelvorsten,
maar sinds 743 wordt hiermede meer bttzonaer
bedoeld het verplichte bezoek, dat de Bis
schoppen van tijd tot tijd te R<®« moeten
afleggen om den H. Vader rekenschap te
geven van hun bestuur en van den stand
van godsdienstige zaken'in hun diocees of
bisdom. Paus Sixtus V vaardigde In 1685 een
besluit uit, een bulle, waarbij den Bisschoppen
eveneens werd opgedragen tevens een schrifte
lijk overzioht van hun bestuur aan de Romein-
sche Congregatie van het H- Consistorie te
doen toekomen, een bulle, die nog altijd van
kracht ls. Om de vijf jaren zijn alle Bisschop
pen in Europa verplicht persoonlijk of door
middel van een plaatsvervanger, een „vlsitatlo
linilnum apostolórum" af te leggen; de hoogw.
wijbisschoppen en de prelaten, die wél den
rang van - bisschop hebben, nraar geen bisdom
besturen zooals b.v. Z.Exc. de Nuntius -
vallen niet ónder deze bepaling. De bisschop
pen bulten Europa mogen één periode van vijf
jaar overslaan, één quinquennium derhalve.
Het êêrSté quinquennium begon 1 Januari
1911; de Duitsche bisschoppen moesten b.v.
hun' bezoek ln het derde jaar van leder
quinquennium afleggen, dus het eerst in 1913.
De Eskimo, die hem in het hooge Noorden
ziet, spreekt zijn geduchten naam slechts
fluisterend uit. De halfwilde honden van het
span, die het hóóven, moeten met man en
macht worden vastgehouden, anders drijft liet
in bruisen gebrachte bloed hen yoont tot de
roomkleurige plek, die sleCih'fe weinig af
steekt tegen het glinsterende pool-ijs: Nonoek-
Soah! De ijsbeer.
IJsschotsen en beren, dat komt zoo'n beetje
bij elkaar als de Siameesohe tweeling, in het
Noorden tenminste, want de Zuid-poolstreken
kennen Nanoek-soa-h niet. Maar wanneer zoo'n
beer negen of tien maanden niets anders als
zeehondenvleesch heeft gegeten, dan verlangt
hij óók wel eens naar afwisseling. Verande
ring van spijs doet ook hèm eten! Dan zoekt
hij het iand op en scharrelt naar kruiden en
■sappige -hessen, die de korte zomer groeien
doet, a.l is bet dan- maar 'u mondje vol. „Aan
de ondiepe kreekjes ligt ihij op den loer naar
den zalm en wacht als 'n geduldige hengelaar
z'n -tijd af; pats, daar scheert de geweldige
klauw door het klare sneeuwwater, 'n zllver-
vonkelin-g van schubben, u-w hooge
sprongen zijn uit, heer zalm! „Mama-konnl",
dat smaakt érg lekker, zeggen de Eskimo's!
Jyïï.l
Welke fabel wo«U mot -
Br komen er nu nog twee van deze soort
Onder de goede oplossers wordt weer a m^!
boek verloot. Plaatjes niet opzenden het ant
woord na plaatje V alleen ts voldoende. Ook
'niet tuaschentijcls antwoorden inzenden s. v. p.
1
kl^ir Duinlandschap, op té zotten in frlssche
tre^^wferen na-schotsen de jongeren over-
ken.
fUy-V'-w. n - 1 - 1
x.i
-s
"Hi.
t «tr-.'v,. j«.
Eskimo's met Nanoek-soah.
Jaicht op ijsberen en walrussen maakt het
halve -bestaan van de Nomaden van het Noor
den uit Daarbij -kennen zij géén vrees. Vréês
hebben zij alleen maar voof de wtnveu. de
witte zwarte en grijze wolven der toendra s,
die de rendierkudden achtervolgen. Nooit ne
men zij het tegen 'n troep wolven op' 'n half
da-zijn. .mannen n-og niet, want de uitslag van
een strijd tegen de-ze tijgeré ..blijft altijd af te
wachten. Man tegen wolf, dat gaat nog, maar
tegen wol v en-i n-v er een 1 gl tvg, merel! Maar zoo
dra ze 'n ijsbeer gewaar worden, worden het
anderen menschen; de honden vliegen. ero,p„
af, of de duvel hun o-p de hielen zit, bijten
zich vast in hun prooi en wendden zich als pa
lingen om aan de geweldige slagen deer klau
wen-'van-de-dood te ontkomen. Voorwaarts, ach
terwaarts, naar rechts, naar links- wendt de.
heer zich om aan zijn plaaggeesten te ontko
men, maar zij «even geen krimp! Het Is voor
de Jagers nog 'n heel© toer te schieten zonder
hun on-m.islie.re liondéiK te :rakeh! Eindelijk
ligt „Nanook-soaK" "gévéfd eU^HiaaRt mén zielig
dadelijk gereed. Ihem de kostbare wacht af
te stroopen vóór deze met 'het-dier stijf be
vroren is en men den volgenden zomer zou
moeten afwachten, die de buit .tot ontdooien zou
brengen. Do zeehonden; die witpels onder de
sneeuw had verstopt voor komende da-gen, zul
len nu hun weg naar den -honpeiigen beren-
maag niet vinden.
Het had Nanoek anders moeite genoeg ge
kost deze boutjes te verschalken, want zeebon
den blijven óók liever leven dan aan ijsbe
ren ten offer te vallen! Maar wie had nu ook
kunnen denken, dat dat drijvende stukje ijs
aan de oppervlakte van het water de neus van
Nanoek-Soah- was? Langzaam schoof het na
der, terwijl de zeehond zijia altoos onrustige
slaapje in zee deed, 'n mln-uut de oogen dicht,
'n pa.ar tellen weer open om ove-ral rond te kij
ken, niets verdachts? alleen 'n grauw
stukje ijs in de buurt?prachtig, dan
maar wéér 'n minuutje geslapen doch na
dit minuutje zou geen ontwaken meer komen,
want met ééri slag was de ijsbeer, onder wa
ter behoedzaam zwemmeud, meester van zijn
buit! een tweeden zeehond had hij eveneens
door list overrompeld, -dien dag op het ijs, en
rustte, uit volgens hetzelfde zeehondenrecept:
'n minuut slapen, 'n paar tellen rondzien, wéér
'a minuut slapen enz. Geen onraad in de buurt?
Anders, tjoe-p, het water in#en weg! Niets te
alen. Daarginder 'n blok Ijs nou ja, dat
lag stil! 'n Doodgewoon verschijnsel! Maar
ln de minuut, dat de zeehond sliep, kwam het
ijsblok dichter bij, héél langzaam, maar héél
-zeker, zooals kinderen dichter bij honk komen,
wanneer de omroeper zich 'n paar tellen moet
omdraaien! 'n Eskimo zou gezworen hebben,
dat de booze geest, Tornrak, het ijsblok in
beweging bracht, maar het was niemand an
ders dan Nanoek-Soah, die op deze listige wijze
naar eten zocht. Nog lag de zeehond ln het
warme zonnetje, dat zijn vel glimmen deed
liet ijsblok was dichtbij gekomen daar
suisde het door de lucht en verbrijzelde het
slapende dier den schedel. Niet voor niets hou
den de Eskimo's vol, dat de ijsbeer op één na
het slimste wezen van de heele schepping
is bet allerslimste is de Eskimo zélf
natuurlijk! Verder op, waas»de hééle zee één
Ijskorst vormde, wist Nanoek-Soah de luchtga
ten van den zeehond, die daar zijn longen vol
lucht kwam halen, om dan weer onder het
ijs-te verdwijnen, waar niemand hem meer te
-pakken zou kunnen krijgen! Geduldig en
stil met haar twee jongen zat de ijsberen .mama
nabij het gat, wachtend op den snoet van het
begeerde lekkerbeetje. Even 'n rimpeling van
het water, 'n bliksemsnelle beweging van den
voorpoot mis, de zeelhond schoot weg!
Maar nu komt er werk voor do kleintjes aan
dén winkel. Zij stampen op het ijs verder in de
buurt én maken een kabaal, dat het ontsnapte
dier niet eens meer dóór durft zwemmen,
maar ln de omgeving van h-et luchtgat blijft,
waar het zooveel rustiger is. Nu het dan wéér
bovenkomt, slaat één ljsberenklauw toe, de
andeTe breekt het dikke ijs af als geldt bet 'n
stuk krantenpapier, de zeehond wordt aan
dè oppervlakte gesleurd en ouder moeder en
kroost verdeeld! Dat zijn zoo de maniertjes
van Nanoek-Soah om voor zijn middagtafel te
zorgen!
Niet altijd loo-pt het gevecht tnsschen ijsbeer
en Eskimo In het voordeel van den laatste
afl O, zeker, met 'n gewéér is 't geen kunst
te winnen, maar als je niets anders bij je
hebt dan 'n mes en het dén opnemen moet
tegen, die machtige klauwen, tegen die scherpe
tanden- en die -kaken als stalen klemmen, dat
valt heusch niet mee! Moet Je maar eens naar
do* oud© berenjagers k'tjken van Groenland en
Noord-Canada, hoe die OP borst en armen zijn
toegetakeld door Nanoek-Soah! Als hun lln-
koihand of arm al niet" met één beet door het
taaie dier werd afgerukt! _Eh.„wJe niet eef-
i]k ,'ieéft gevochten en geen eerbied heeft ge
toond voor de onsterfelijke ziel, die, naar het
oordeel der nomaden van het Noorden óók ln
den ijsbeer huist, nou, die heeft 'n héél onge
lukkig leven voor zich en hiernamaals loo-pt
het slecht met hem af, wanneer hij zijn diep-
-baleedigd slachtoffer ln de eeuwige jachtvelden
tegen het lijf loopt! Daarom zal géén recht
geaarde Eskimo Nanoek-Soah dooden zonder
véél ceremoniëel, want anders ziet het er al
héél zuinig voor -hem Uit!
Nanoek-soah.
DE GRAAF VAN M a CON
was 'n woesteling, die zich vergreep aan de
geestelijken on aan de Kerk. Hoe sterker zijn
vuist op deze drukte, deg te meer eer stelde
hl) daar openlijk in. Eens, zoo verhaalt de
eerbiedwaardige Petrus, abt van Cluny, dat hij.
ln zijn paleis gezeten, omringd van een groote
schare edolen en andere peTsonèn wéér. zat te
snoeven over zijn schanddaden, zag men een
onbekende te paard naderen die den graaf
vroeg een óogenblik met hem mee te gaan.
Deze voldeed .aan dit verzoek. Aan de poort
van zijn kasteel gekomen, vindt hij een paard
op hem wachten, bestijgt het, en wordt dadelijk
daarop meegevoerd ln de lucht, met vervaar
lijke stem om hulp schreeuwend. Heel de be
volking van Vllle de M&con liep uit om te zien
wat er aan de hand was, maar de ongelukkige
was reeds wijd-buiten haar bereik.
DE KRONIEK VAN HERSAUGE.
uit het jaar 1130 verhaalt, dat men ln het
bisdom van Hildeshelm langen tijd iemand zag
rondwaren, die men „Heidekind" noemde. HU
nam verschillende vormen aan en gaf raad in
alle mogelUke gevallen. Menigmaal verleende
Heidekind hulp in de keuken van monseigneur
den vorst-bisscbop van Hildeshelm. Op zekeren
dag werd hU daar door het koksmaatje belee-
digd en beklaagde zich daarover bU den chef
kok van den bisschop. Deze schonk er geen
aandacht aan. Toen nu het jongmaatje in de
keuken was ingeslapen wreekte Heidekind zich
door het te dooden, terwijl hij eveneens anderen
dienaren van monseigneur het leven meer dan
zuur maakte. Tenslotte moesten er duivelban
ners tegen hem optreden, die den boozen geest
Heidekind uit het land van Hildeshelm bezwoe
ren weg te gaeau
„Gegroet, o nagelen en lans,
Die eertijds neerlaagt zonder glans,
Doch, sinds ge' in Christus leden daa.ldet.
Van 't purper zoenbloed heerlijk straaldet
Wij weten, dat het Longinus' lans was, die
het lichaam van Jesus doorstak op den Cal
varieberg. 'n Druppeltje Bloed, dat langs de
schacht van die lans leek, kwam terecht in
het kranke oog van den honderdman en ge
nas het. Aan de heilige Helena werd het op
hoogen leeftijd vergund zij was toen bijna
tachtig jaar oud de reliquie naast het ware
kruis terug te vinden op den berg der krui
siging. Zij stelde het kleinood onder de hoede
der H. Graf-kerk te Jeruzalem, maar in latere
tijden ging het onder de véle woelingen, die
de Heilige Slad teisterden, verloren. Op won
derbare wijze in 1098 te Antioehië terugge
vonden, voerde de keizer de reliek naar Con-
stantinópel en werd ze ter vereering overge
bracht naar de „Hagia Sopbia"-kerk_ gewijd
aan de Heilige Wijsheid. De punt werd er
evenwel van afgenomen en bewaard in de
kapel van het keizerlijk paleis. Later kwam
deze in handen van Sint Lodewijk van Frank
rijk, die de reliquie naar Parijs bracht, waar
zij nog steeds de diepste vereering geniet.
Tot 1453 bleef de schacht bewaard te Con-
stantinopel, waar zelfs een Mohammed II niet
bot vernietiging ervan overging. Sultan Baja-
zet II schonk de reliek aan Paus Innocentius
VIII (1592) die haar in de Sint-Pleter deed
bewaren. Benedictus XIV vergeleek de spits
van het ParUsche gedeelte met het overige
stuk, dat te Rome werd vereerd, en de beide
partikels pasten volkomen bij elkaar, gelUk de
gezant van sultan Bajazet dan ook den Paus
had te kennen gegeven.
De spijkers of nagelen waren ten getale van
vier, on verroest en nog Klinkend door Co n-
stantljn's Moeder eveneens In de nabUheld
van het H. Kruis gevonden. Op haar terugreis
naar Rome ging de zee zóó te keer, dat zij één
nagel overboord wierp, om de woede der ele
menten te bezwichtigen. De tweede nagel werd
omgesmeed tot een paardetoom voor keizer
Constantijn. De derde kwam in de Byzantijn,
sche kroon, rijk met gemmen en goud versierd,
maar om de heilige reliquie gemeenlijk aan
geduid als „IJzeren JCroon", terwijl de vierde
in de Romeinsche kerk van „Santa Crooe",
toegewijd aau het heilig kruis, wordt bewaard,
waar zij aan de pelgrims wordt vertoond met
een gedeelte van het kruis-opschrift
De „IJzeren Kroon" werd later van Constan-
tlnopel naar Rome overgebracht en geschon
ken aan de inwoners van Monza, nabij Milaan,
bU gelegenheid van den bouw eener kerk aan
Sint Jan den Dooper gewijd Sindsdien Is de
reliquie bekend als de „IJzeren Kroon van
Monza". De latere paus Benedictus XVI is
v-oor de echtheid van het heilig kleinood in
het krijt getreden en zijn vereering werd
opnieuw bevestigd en toegestaan bij pauselijk
decreet van Aug. 1717.
De paardetoom van ConstantUn kwam te
recht in de Fransche stad Carpentras (pan-
tra-ss), bij Avignon, de vroegere pauselijke
residentie (1.709—1377). Hoe hij daar geko
men is, zal altijd wel een raadsel blUven, maar
vele pauselijke en bisschoppelUke stukken
steunen de echtheid van „le Saint Mors" („het
heilige gebit") en talrijke bedevaartgangers
verkregen er belangrUke verhooring. „Le Saint
clou ou le Saint mors de Carpentras" werd
tijdens de Fransche revolutie (1793) in de bi
bliotheek der stad bewaard, maar de bisschop
van Avïgn-cn herstelde de reliquie in haar
akmóen luister, en velen, die het volle gebruik
hunner verstandelijke vermogen» niet meer
hebben, viBden daar genezing en opbeuring
voor hun lUden.
WU zeiden daar straks, dat keizerin Helena,
de moeder van Constantijn den Groote, (zU
stierf ln 327), één nagel overboord wierp om
de golven te bezwichtigen. Het water weTd in
derdaad vlak als 'n Brabantsch ven het
gebeurde in de Adriatlsche Zee maar met
de heilige reliquie ging het als met den b®
van den profeet Elizeus?? Ja juist de pro
feet. die door straatjongens werd nagejouwd
voor „Kaalkop, kaalkop" en die aan den Jor-
daan het ijzer van een bijl, die nog wel ge
leend was, deed bovendrijven De ijzeren nagel,
o wonder! verdween niet ln de diepte, maar
kwam later in het bezit van de kerk te Trier;
de punt wordt nochtans bewaard te Toul, ln
Frankrijk.
De feestdag van 's Heeren Lans en Nagelen
valt op den 2en Vrijdag in den H. Vastentijd.
„Doorwond van nagelen en speer.
Zij U, o Jesus, de eigen eer,
Den Vader en den Geest gegeven,
En nu en ln het eeuwig leven.
Amen".
DEN WIND VERKOCHTEN
de Inwoners van Fionie de Zweedsctoe ge
sohiedschrijver Olaus Magnus heeft het zelf
verhaald aan de matrozen, die uitvoeren
naar zee. ZU gaven hun een stuk touw met
drie knoopen erin. Wanneer zij den eersten
knoop losmaakten, dan begon er 'n zachte koel
te te waaien; de tweede bracht forschere win
den, maar de derde deed MJna een storm ont
staan. ik denk, dat de llchtgeloovige zeelieden
wel nooit meer dan twee knoopen zullen hebben
losgemaakt 1
ft i
DE GROOT-INQUISITEUR
van. Spanje, en cbef der heilige Inquisitie,
Thomas Torqueméda (pl.m. 1498) verbaalt, hoe
twee zUner kennissen, die naar Granhda reis
den, vader en zoon, onderweg iemand ontmoet
ten, die dezelfde route moest afleggen. Nadat
zU eun paar uur hadden gereden, spreidde deze
onbekende zUn mantel op het gras uit. maar
zonder er één plooi In te laten en daar legden
alle drie in, wat zU aan levensmiddelen bU zich
hadden. Zij dronken en aten op hun dooie
gemak en dachten niet meer aan het verre doel
hunner reize, tot de onbekende bun zei„Hee
ren, u hoeft u niets te haasten, u zult tijdig
genoeg in Granèdja zUn 1" HU strekte zUn
vinger uit en wees hun de stad, die nog slechts
óp 'n kwartier afstands lag
RIJK GOOCHELDEN
zich de dienaars der O. Ind. Compagnie ln
Iürtië. De bewindhebbers klaagden ln 1708 over
hun ambtenaren „het stelen en plunderen van
onze goederen wil tot ons leedwezen nog
«teeds niet ophouden," De gouverneur-generaal
van Hoorn, die cp 'n schoen en 'n slof in In
d-ië was aangekomen, keerde in 1709 huis
waarts; hU had toen het voor die dagen enor
me bedrag van tien mill 1 oen gulden Mjeen ge-
goocheld-
BIJ KAAP HOORN, ean de Zuldpunit van
Zuid-Amerika, stormt of „orkaantt drie
honderd dagen per jaar! De zeelui noemen dit
stukje aarde: het vaderland der stormen! De
lucht ls er kil en snijdend, hóóg gaat de bran
ding en van de zon is zoo goed als heel den
dag niets te zien. De „duivelskltppen" honden
deze barsche kaap gezelschap.
Men moet 't goede voorstaan en overal, waar
de gelegenheid zich voordoet, wêl trachten te
-doen zonder hoop op vergelding.
Zoo'n hoekplankje vindt overal 'n geschikt»
plaats. Je kunt er 'n bloempot op zetten, 'n
schemerlampje, 'n beeld van het H. Hart of
wat dan ook.
Zoek 'n plankje op van 1,5 c.M. dikte. Vlak
schaven en de teekeningen I en II er op over
brengen. Uitzagen met de figuurzaag. Aam
plankje I worden keurige veilingen gestoken.
Opsehuren met schuurpapier, niet te grot,
Langs plankje II komt 'n latje, gelUk III te
zien geeft. Dit latje is 3 c.M. breed, 0,5 c.M.
dik en 35 c.M. lang. Zaag het ln drieën. De
verbindingen komen ln de richting der stippel.
lUnen op de tweede figuur. Overbrengen met
den „zwaai" als Je dien bezit is het
makkelijkst. De rand moet aan de bovenzUde
der plank 'n halve c.M. oversteken.
1. de letter e; 2. de schaduw; 8. 'n spons;]
4. het slakkenhuis; 5. de spU'ker i-n den schoen
zool; 6. met den paddestoel: hanekam; 7. met
den maansikkel; 8. 'n hans-worst; 9. hand
schoen; 10. met de d; 11. In het hemelrijk;]
12. de echo; 13. de ha-ring; 14. omdat er minder
zwarte voorkomen; 15. het bed; 16. twee bont.
jassen; 17. de wolvin; 18. die de langste nach
ten hebben; 19. 30 Januari; 20. Hoeden- en
m uts en-fabr ikaa-t.
Mijn geheel bestaat uit tien letter» en is een
dorp ln de buurt van Zwartsluis.
X
X
X
ft X
X
X
X 9
X 10
1. Afkorting voor „gram" of „wichtje".
2. Onderricht, onderwijs, leering, voorschrift,
3. Verduisteren, zqn glans of glorie verliezen.
4. Niet met andere metalen verbonden.
6. Molen, die door treden ln beweging wordt
gebracht.
6. Zich bedienen van,
7. Beweegbare waterkeerlngen in een rivier*
kanaal, dok.
8. Huisden volgen» de oude Grieken op den
Olympus.
9. Redelooze dieren.
10. Noorden.
m