y TN VERLOREN PARADIJS UIT HET HOOGE NOORDEN. P ALLERLEI. 4 ZATERDAG 12 MAART 1932 DE AARTSBISSCHOP BRENGT ZIJN BEZOEK AD ITMINA". kiBÖianmJ» oipvatt^ Memsohem uü Europa, die der ^9t> nitiugèm van «o-deditenatlB ver- /(,Namoefes©ali" BIJ WELKE FABEL ut. OM TE KLËUBEN. j-, m-V- v^--' /S>^QL/.¥ -h J*-- li?' I LANS EN NAGELEN. WISTEN JULLIE DAT Oplossing van den vorigen rebus. VOOR KNUTSELAARS. Een hoekplankje WIE RAADT ER MEE Oplossing. OPLOSSING VORIGE PUZZLE. LETTERRAADSEL. x -Het aardsahe paradijs, d&t mtesdhien gedegen was aan die bowlen van Euphraat o£ Tigris. Is voor den mensch gesloten, maar het hééft wter'h^j3®* JoEiuïeitien-iinfasIe het R B C O 'a p,rOtastantsöh sefhirijiveir. ,.A vanished °™r TOnn«r by <tenC^'1® verdienen paradU*. echrij-ft (mdJlL t de,T missionarissen be- Inidianen a Zutd-Ajmeiikaansahe Guaraui- Dis Tnrf)311 018 Parngu*y-<rtrv«e>r. de verrm n hadden van de blanken, van Miet vö ,öread® Spanjaarden en Portugees a in hi e Soeds ond en-vond en; vooa- het eeirst ^y. Ja teven kwamen zij nu aan de weet. dat Wamike mehsahen waren, die het goed t feu voor hadden, die niet hun grond of Rh bezittingen, maar alleen hiun ®eJ bedoel- n te winnen. De J «smeten vestigden zica gedurende geheel de zeventiende eeuiw m Zuiid-Ameriika en stichtten er hun mlssi'frdcu- Wt mieeatai: reWüctlle» genoemd, nlaar hot Spaansahe woord: reduce! önes, nederzettingen. Zoo ontstomdiein drie-en-dertlg Guerain^neduc- ti^s, Indianen-dorpen, die tussohèu de 2000 en '000 bewoners hadden. D« straten waren lange •■echte lijnen-en rechthoekig getrokken, gelijk ook het moderne New-York te aten geeft; n Plein was er in het midden met kerk en schoon en klooster, terwijl bulten het centrum het „Cara del rey" stond, „huis de3 koning-s", inge- •^t ais 'logement voor doartretttitoemide reizi gers, die men Hstf«t niet met de bevolking in nanraking -bracht. Natuurlijk hield pp den hoek der hoofdstraat 'n Moeder-Gods-beeid de wacht en tneugjsha ontbrak het fcrudabeeld van Den Zoon. ledero indtean leerde lezen en schrijven tegen woordig zijn er van de honderd zestig die kunst niet machtig! en dis patere schreven de Guarani-taail zoo vlot ails hun moed-ensprafee. het SpaamscihOok gaven zij hum ibekeerilingeu overste oven' het aaindsdhé paradijs en v ooi t aan zonden de luidende klok-ken zwijgen, die tegen het vallen van den avond allen naar buis rie pen van den gemeensoha.ppelij'ken «k;k«r De tachtigjarige Paus Clemens XIII schreef den Koning ondier meer het vollen.de. „Behalve de oniuitsprokeauke droefheid die de zaak -zelve on-s aa ndoet, vreezen en sferen wij voor de eeuwige, zaligheid uwer ziel, die ons zoo dienbaar is Inderdaad heeft Karei III alleen -reeds te-gen. „ver de Indianen van zijn Zuid-Ainwikaansoh ebiecL die hun vaders im Christus wiee-ne-mu razen vertrekken, 'n versoh,riikikeilij!ke verant woording op -zijn geweten gétadem. fes im. ■zang en minziek, wamt zij bad-dsn op.?2' ®rkt, dat de inboorlingen daar veel gevoel Wftnneer ilj in hum schuitje d« "atair^f^Pvoeiren, klonken de schoon®. e» 4e,n ^beurde het 36 °eVere ïndilanen in de klankl^ V. nfets van die n te maasen, Zóó wemritvr rii geva®®en au dein zoeten etrlk, dien Gods' vogeJ»®^ Sun eteldten; p® w Pr.-2cmtoem «a-n ban arm; Ln.de verwilderde zle-k- begon het éérste tooht van hööger arcle te gloei®! Elk grain -had zijn ei,gat, womtoS hoekjegrond en meestal stond® «c*iem of Waaiif. huizen aanéén, door 'n overdekte gaan- vopbonidonTèd&rd volwas5011 Inidl'aari •revplkht dagelijks 'n o«»- etl wond- fetèdêm aan het gemeenschappeHyke rand*. waarvan de opbrengst moest -dienen om bélasUn-g aam Spanje op te brengen en tot onderhoud der warlrera ze,1,f- Geen enkel etuk grond was persoon-lijk bezit. E® paters -verstomden tiitErtedien-d de kunst om dim arbeid prettig en aanlokkelijk tie maikaar 'itiiheiid '-werd zwaan- gestraft! Geld bestond bletf het loom bèwtoni' hit wat laudibouw 'en ifeteeit opbrachtenalle buiteniaacii&che goe deren (metalen) kragen de Iadi-amen door hun DÏÏSdcnarisaan,. wedké "meestal 'betaalden met Ket gcmd, waairai-edife do Jesuï-pjem hrnn A'UlklölL, de verboTigem »cdxatteTi vaii ïieetelUl-y. bestond aifeen maarin de w- mra vah dsie lasteraairs. die aütijd erop uit en het *dn het stralende zwart to mak-en hun beared, batcre moChtem mist êén« door do ammood^^t-n ondönhouden wonden. „Opdlat ibecefend", w* '-'oiimaa-Kt mogeW11' wo,rd®" aa-n het hoord u de bedde geeateMjikam, die en waamvaia do Ajn ioriere nedthiétio stonnttn de jongste jn^^to me«n. voor geestelijsc. zórgde, 466 posètv0®»' do ttij-dclijko welvaart Staat per jaar.....; den Spaa®»®01' andere evangöMe45<x;ap,> do helft, van wat we was rijikt mienna-ntf' W€,(,&laere kregen. Ni«mand genoeg om hshooTHjk «vbrek; led-eroem had e®ea gebre-k, g««n :djk<iöI0iJ mij .slechts wat noodlg Roer, mam-r g®®! I aderen' dag werd begon®' te 1 event.....''. 8<shappedjjik ochtendgebed en het gwneer tegen het vallen van dan avtJ,a31' Mils, terwijl bed werd gestort, hetwelk a 'het avondge- worden veimiMWi. 00011 0°k w», }iöllt mc"c"ht tijdons don arbeid' «iet yer.get^a het gobcl feudansen bsoe&nd, proxies werden inktend-door de Zuidelijke opge- 08 s-choone raagétem-m^. wier en fhï0 door d« Pa-ragnay^1^ nog en hamen, meehöaa het aabdsch® Pusjj], ^«•apemd te Ii9n Kr zijn ,brlOTW1 var* waamdüge ^Iona^ 416 venting boms m een jaar goen «nlkele doodaomde w «e® mluctie voorviel! Toen de miiakd.de kom^S Karnefl uj VaQ Bpanje den 2en -W-LI 1"67 h®t bevel Wuflen^ k»nide, hém doom de v'janden dar Jeauïet«n- wde im de ,pen eeaeven dat de infomark,*n Raragnay moesten verlaten, vertrokken 385 hWcstera, 59 -jchokwlickem, H nbvlcen en ios ^■oadelra; 57 S Zit 11371» Katholieke de ónen WerHlen van hum lt*lled€n^f^é Te,InSS Yechains' k,^,„ badden, maakte aan o® BKhnmf1 a)rlb€ttid in Ammcrt-ka «-2® e Quacky 11(1 ct-kajt'holick geleerd» t E-om-euicfho Munflel. was die laatste tndsrte- H1 Van de week konden we in „De Maasbode" onder het „Kerknieuws" lezen, dat Z. H. Exe. monseigneur de Aartsbisschop, binnenkort naar Rome hoopt te vertrekken, teneinde zijn „bezoek ad llmina" aldaar af te leggen. Als vanzelf rjjst hier de vraag: wat beteekent dat, een bezoek „ad llmina Eigenlijk moest ei staan: „visité tio llminum apostolórum", letterlijk; „visite aan de drempels der aposte len", het Latijnsche woord „llmem, liminls beteekent zooveel als „dorpel", „drempel soms: „woning". Met die apostelen worden bedoeld de beide pilaren der H. Kerk, S'n Pieter en Sint Paulus, die immers te Rome den marteldood ondergingen. Eigenlijk is iédere bedevaart naar de Eeuwige Stad net- halve een bezoek „ad Hmina", „aan de drem pels" van de graven dier Apostelvorsten, maar sinds 743 wordt hiermede meer bttzonaer bedoeld het verplichte bezoek, dat de Bis schoppen van tijd tot tijd te R<®« moeten afleggen om den H. Vader rekenschap te geven van hun bestuur en van den stand van godsdienstige zaken'in hun diocees of bisdom. Paus Sixtus V vaardigde In 1685 een besluit uit, een bulle, waarbij den Bisschoppen eveneens werd opgedragen tevens een schrifte lijk overzioht van hun bestuur aan de Romein- sche Congregatie van het H- Consistorie te doen toekomen, een bulle, die nog altijd van kracht ls. Om de vijf jaren zijn alle Bisschop pen in Europa verplicht persoonlijk of door middel van een plaatsvervanger, een „vlsitatlo linilnum apostolórum" af te leggen; de hoogw. wijbisschoppen en de prelaten, die wél den rang van - bisschop hebben, nraar geen bisdom besturen zooals b.v. Z.Exc. de Nuntius - vallen niet ónder deze bepaling. De bisschop pen bulten Europa mogen één periode van vijf jaar overslaan, één quinquennium derhalve. Het êêrSté quinquennium begon 1 Januari 1911; de Duitsche bisschoppen moesten b.v. hun' bezoek ln het derde jaar van leder quinquennium afleggen, dus het eerst in 1913. De Eskimo, die hem in het hooge Noorden ziet, spreekt zijn geduchten naam slechts fluisterend uit. De halfwilde honden van het span, die het hóóven, moeten met man en macht worden vastgehouden, anders drijft liet in bruisen gebrachte bloed hen yoont tot de roomkleurige plek, die sleCih'fe weinig af steekt tegen het glinsterende pool-ijs: Nonoek- Soah! De ijsbeer. IJsschotsen en beren, dat komt zoo'n beetje bij elkaar als de Siameesohe tweeling, in het Noorden tenminste, want de Zuid-poolstreken kennen Nanoek-soa-h niet. Maar wanneer zoo'n beer negen of tien maanden niets anders als zeehondenvleesch heeft gegeten, dan verlangt hij óók wel eens naar afwisseling. Verande ring van spijs doet ook hèm eten! Dan zoekt hij het iand op en scharrelt naar kruiden en ■sappige -hessen, die de korte zomer groeien doet, a.l is bet dan- maar 'u mondje vol. „Aan de ondiepe kreekjes ligt ihij op den loer naar den zalm en wacht als 'n geduldige hengelaar z'n -tijd af; pats, daar scheert de geweldige klauw door het klare sneeuwwater, 'n zllver- vonkelin-g van schubben, u-w hooge sprongen zijn uit, heer zalm! „Mama-konnl", dat smaakt érg lekker, zeggen de Eskimo's! Jyïï.l Welke fabel wo«U mot - Br komen er nu nog twee van deze soort Onder de goede oplossers wordt weer a m^! boek verloot. Plaatjes niet opzenden het ant woord na plaatje V alleen ts voldoende. Ook 'niet tuaschentijcls antwoorden inzenden s. v. p. 1 kl^ir Duinlandschap, op té zotten in frlssche tre^^wferen na-schotsen de jongeren over- ken. fUy-V'-w. n - 1 - 1 x.i -s "Hi. t «tr-.'v,. j«. Eskimo's met Nanoek-soah. Jaicht op ijsberen en walrussen maakt het halve -bestaan van de Nomaden van het Noor den uit Daarbij -kennen zij géén vrees. Vréês hebben zij alleen maar voof de wtnveu. de witte zwarte en grijze wolven der toendra s, die de rendierkudden achtervolgen. Nooit ne men zij het tegen 'n troep wolven op' 'n half da-zijn. .mannen n-og niet, want de uitslag van een strijd tegen de-ze tijgeré ..blijft altijd af te wachten. Man tegen wolf, dat gaat nog, maar tegen wol v en-i n-v er een 1 gl tvg, merel! Maar zoo dra ze 'n ijsbeer gewaar worden, worden het anderen menschen; de honden vliegen. ero,p„ af, of de duvel hun o-p de hielen zit, bijten zich vast in hun prooi en wendden zich als pa lingen om aan de geweldige slagen deer klau wen-'van-de-dood te ontkomen. Voorwaarts, ach terwaarts, naar rechts, naar links- wendt de. heer zich om aan zijn plaaggeesten te ontko men, maar zij «even geen krimp! Het Is voor de Jagers nog 'n heel© toer te schieten zonder hun on-m.islie.re liondéiK te :rakeh! Eindelijk ligt „Nanook-soaK" "gévéfd eU^HiaaRt mén zielig dadelijk gereed. Ihem de kostbare wacht af te stroopen vóór deze met 'het-dier stijf be vroren is en men den volgenden zomer zou moeten afwachten, die de buit .tot ontdooien zou brengen. Do zeehonden; die witpels onder de sneeuw had verstopt voor komende da-gen, zul len nu hun weg naar den -honpeiigen beren- maag niet vinden. Het had Nanoek anders moeite genoeg ge kost deze boutjes te verschalken, want zeebon den blijven óók liever leven dan aan ijsbe ren ten offer te vallen! Maar wie had nu ook kunnen denken, dat dat drijvende stukje ijs aan de oppervlakte van het water de neus van Nanoek-Soah- was? Langzaam schoof het na der, terwijl de zeehond zijia altoos onrustige slaapje in zee deed, 'n mln-uut de oogen dicht, 'n pa.ar tellen weer open om ove-ral rond te kij ken, niets verdachts? alleen 'n grauw stukje ijs in de buurt?prachtig, dan maar wéér 'n minuutje geslapen doch na dit minuutje zou geen ontwaken meer komen, want met ééri slag was de ijsbeer, onder wa ter behoedzaam zwemmeud, meester van zijn buit! een tweeden zeehond had hij eveneens door list overrompeld, -dien dag op het ijs, en rustte, uit volgens hetzelfde zeehondenrecept: 'n minuut slapen, 'n paar tellen rondzien, wéér 'a minuut slapen enz. Geen onraad in de buurt? Anders, tjoe-p, het water in#en weg! Niets te alen. Daarginder 'n blok Ijs nou ja, dat lag stil! 'n Doodgewoon verschijnsel! Maar ln de minuut, dat de zeehond sliep, kwam het ijsblok dichter bij, héél langzaam, maar héél -zeker, zooals kinderen dichter bij honk komen, wanneer de omroeper zich 'n paar tellen moet omdraaien! 'n Eskimo zou gezworen hebben, dat de booze geest, Tornrak, het ijsblok in beweging bracht, maar het was niemand an ders dan Nanoek-Soah, die op deze listige wijze naar eten zocht. Nog lag de zeehond ln het warme zonnetje, dat zijn vel glimmen deed liet ijsblok was dichtbij gekomen daar suisde het door de lucht en verbrijzelde het slapende dier den schedel. Niet voor niets hou den de Eskimo's vol, dat de ijsbeer op één na het slimste wezen van de heele schepping is bet allerslimste is de Eskimo zélf natuurlijk! Verder op, waas»de hééle zee één Ijskorst vormde, wist Nanoek-Soah de luchtga ten van den zeehond, die daar zijn longen vol lucht kwam halen, om dan weer onder het ijs-te verdwijnen, waar niemand hem meer te -pakken zou kunnen krijgen! Geduldig en stil met haar twee jongen zat de ijsberen .mama nabij het gat, wachtend op den snoet van het begeerde lekkerbeetje. Even 'n rimpeling van het water, 'n bliksemsnelle beweging van den voorpoot mis, de zeelhond schoot weg! Maar nu komt er werk voor do kleintjes aan dén winkel. Zij stampen op het ijs verder in de buurt én maken een kabaal, dat het ontsnapte dier niet eens meer dóór durft zwemmen, maar ln de omgeving van h-et luchtgat blijft, waar het zooveel rustiger is. Nu het dan wéér bovenkomt, slaat één ljsberenklauw toe, de andeTe breekt het dikke ijs af als geldt bet 'n stuk krantenpapier, de zeehond wordt aan dè oppervlakte gesleurd en ouder moeder en kroost verdeeld! Dat zijn zoo de maniertjes van Nanoek-Soah om voor zijn middagtafel te zorgen! Niet altijd loo-pt het gevecht tnsschen ijsbeer en Eskimo In het voordeel van den laatste afl O, zeker, met 'n gewéér is 't geen kunst te winnen, maar als je niets anders bij je hebt dan 'n mes en het dén opnemen moet tegen, die machtige klauwen, tegen die scherpe tanden- en die -kaken als stalen klemmen, dat valt heusch niet mee! Moet Je maar eens naar do* oud© berenjagers k'tjken van Groenland en Noord-Canada, hoe die OP borst en armen zijn toegetakeld door Nanoek-Soah! Als hun lln- koihand of arm al niet" met één beet door het taaie dier werd afgerukt! _Eh.„wJe niet eef- i]k ,'ieéft gevochten en geen eerbied heeft ge toond voor de onsterfelijke ziel, die, naar het oordeel der nomaden van het Noorden óók ln den ijsbeer huist, nou, die heeft 'n héél onge lukkig leven voor zich en hiernamaals loo-pt het slecht met hem af, wanneer hij zijn diep- -baleedigd slachtoffer ln de eeuwige jachtvelden tegen het lijf loopt! Daarom zal géén recht geaarde Eskimo Nanoek-Soah dooden zonder véél ceremoniëel, want anders ziet het er al héél zuinig voor -hem Uit! Nanoek-soah. DE GRAAF VAN M a CON was 'n woesteling, die zich vergreep aan de geestelijken on aan de Kerk. Hoe sterker zijn vuist op deze drukte, deg te meer eer stelde hl) daar openlijk in. Eens, zoo verhaalt de eerbiedwaardige Petrus, abt van Cluny, dat hij. ln zijn paleis gezeten, omringd van een groote schare edolen en andere peTsonèn wéér. zat te snoeven over zijn schanddaden, zag men een onbekende te paard naderen die den graaf vroeg een óogenblik met hem mee te gaan. Deze voldeed .aan dit verzoek. Aan de poort van zijn kasteel gekomen, vindt hij een paard op hem wachten, bestijgt het, en wordt dadelijk daarop meegevoerd ln de lucht, met vervaar lijke stem om hulp schreeuwend. Heel de be volking van Vllle de M&con liep uit om te zien wat er aan de hand was, maar de ongelukkige was reeds wijd-buiten haar bereik. DE KRONIEK VAN HERSAUGE. uit het jaar 1130 verhaalt, dat men ln het bisdom van Hildeshelm langen tijd iemand zag rondwaren, die men „Heidekind" noemde. HU nam verschillende vormen aan en gaf raad in alle mogelUke gevallen. Menigmaal verleende Heidekind hulp in de keuken van monseigneur den vorst-bisscbop van Hildeshelm. Op zekeren dag werd hU daar door het koksmaatje belee- digd en beklaagde zich daarover bU den chef kok van den bisschop. Deze schonk er geen aandacht aan. Toen nu het jongmaatje in de keuken was ingeslapen wreekte Heidekind zich door het te dooden, terwijl hij eveneens anderen dienaren van monseigneur het leven meer dan zuur maakte. Tenslotte moesten er duivelban ners tegen hem optreden, die den boozen geest Heidekind uit het land van Hildeshelm bezwoe ren weg te gaeau „Gegroet, o nagelen en lans, Die eertijds neerlaagt zonder glans, Doch, sinds ge' in Christus leden daa.ldet. Van 't purper zoenbloed heerlijk straaldet Wij weten, dat het Longinus' lans was, die het lichaam van Jesus doorstak op den Cal varieberg. 'n Druppeltje Bloed, dat langs de schacht van die lans leek, kwam terecht in het kranke oog van den honderdman en ge nas het. Aan de heilige Helena werd het op hoogen leeftijd vergund zij was toen bijna tachtig jaar oud de reliquie naast het ware kruis terug te vinden op den berg der krui siging. Zij stelde het kleinood onder de hoede der H. Graf-kerk te Jeruzalem, maar in latere tijden ging het onder de véle woelingen, die de Heilige Slad teisterden, verloren. Op won derbare wijze in 1098 te Antioehië terugge vonden, voerde de keizer de reliek naar Con- stantinópel en werd ze ter vereering overge bracht naar de „Hagia Sopbia"-kerk_ gewijd aan de Heilige Wijsheid. De punt werd er evenwel van afgenomen en bewaard in de kapel van het keizerlijk paleis. Later kwam deze in handen van Sint Lodewijk van Frank rijk, die de reliquie naar Parijs bracht, waar zij nog steeds de diepste vereering geniet. Tot 1453 bleef de schacht bewaard te Con- stantinopel, waar zelfs een Mohammed II niet bot vernietiging ervan overging. Sultan Baja- zet II schonk de reliek aan Paus Innocentius VIII (1592) die haar in de Sint-Pleter deed bewaren. Benedictus XIV vergeleek de spits van het ParUsche gedeelte met het overige stuk, dat te Rome werd vereerd, en de beide partikels pasten volkomen bij elkaar, gelUk de gezant van sultan Bajazet dan ook den Paus had te kennen gegeven. De spijkers of nagelen waren ten getale van vier, on verroest en nog Klinkend door Co n- stantljn's Moeder eveneens In de nabUheld van het H. Kruis gevonden. Op haar terugreis naar Rome ging de zee zóó te keer, dat zij één nagel overboord wierp, om de woede der ele menten te bezwichtigen. De tweede nagel werd omgesmeed tot een paardetoom voor keizer Constantijn. De derde kwam in de Byzantijn, sche kroon, rijk met gemmen en goud versierd, maar om de heilige reliquie gemeenlijk aan geduid als „IJzeren JCroon", terwijl de vierde in de Romeinsche kerk van „Santa Crooe", toegewijd aau het heilig kruis, wordt bewaard, waar zij aan de pelgrims wordt vertoond met een gedeelte van het kruis-opschrift De „IJzeren Kroon" werd later van Constan- tlnopel naar Rome overgebracht en geschon ken aan de inwoners van Monza, nabij Milaan, bU gelegenheid van den bouw eener kerk aan Sint Jan den Dooper gewijd Sindsdien Is de reliquie bekend als de „IJzeren Kroon van Monza". De latere paus Benedictus XVI is v-oor de echtheid van het heilig kleinood in het krijt getreden en zijn vereering werd opnieuw bevestigd en toegestaan bij pauselijk decreet van Aug. 1717. De paardetoom van ConstantUn kwam te recht in de Fransche stad Carpentras (pan- tra-ss), bij Avignon, de vroegere pauselijke residentie (1.709—1377). Hoe hij daar geko men is, zal altijd wel een raadsel blUven, maar vele pauselijke en bisschoppelUke stukken steunen de echtheid van „le Saint Mors" („het heilige gebit") en talrijke bedevaartgangers verkregen er belangrUke verhooring. „Le Saint clou ou le Saint mors de Carpentras" werd tijdens de Fransche revolutie (1793) in de bi bliotheek der stad bewaard, maar de bisschop van Avïgn-cn herstelde de reliquie in haar akmóen luister, en velen, die het volle gebruik hunner verstandelijke vermogen» niet meer hebben, viBden daar genezing en opbeuring voor hun lUden. WU zeiden daar straks, dat keizerin Helena, de moeder van Constantijn den Groote, (zU stierf ln 327), één nagel overboord wierp om de golven te bezwichtigen. Het water weTd in derdaad vlak als 'n Brabantsch ven het gebeurde in de Adriatlsche Zee maar met de heilige reliquie ging het als met den b® van den profeet Elizeus?? Ja juist de pro feet. die door straatjongens werd nagejouwd voor „Kaalkop, kaalkop" en die aan den Jor- daan het ijzer van een bijl, die nog wel ge leend was, deed bovendrijven De ijzeren nagel, o wonder! verdween niet ln de diepte, maar kwam later in het bezit van de kerk te Trier; de punt wordt nochtans bewaard te Toul, ln Frankrijk. De feestdag van 's Heeren Lans en Nagelen valt op den 2en Vrijdag in den H. Vastentijd. „Doorwond van nagelen en speer. Zij U, o Jesus, de eigen eer, Den Vader en den Geest gegeven, En nu en ln het eeuwig leven. Amen". DEN WIND VERKOCHTEN de Inwoners van Fionie de Zweedsctoe ge sohiedschrijver Olaus Magnus heeft het zelf verhaald aan de matrozen, die uitvoeren naar zee. ZU gaven hun een stuk touw met drie knoopen erin. Wanneer zij den eersten knoop losmaakten, dan begon er 'n zachte koel te te waaien; de tweede bracht forschere win den, maar de derde deed MJna een storm ont staan. ik denk, dat de llchtgeloovige zeelieden wel nooit meer dan twee knoopen zullen hebben losgemaakt 1 ft i DE GROOT-INQUISITEUR van. Spanje, en cbef der heilige Inquisitie, Thomas Torqueméda (pl.m. 1498) verbaalt, hoe twee zUner kennissen, die naar Granhda reis den, vader en zoon, onderweg iemand ontmoet ten, die dezelfde route moest afleggen. Nadat zU eun paar uur hadden gereden, spreidde deze onbekende zUn mantel op het gras uit. maar zonder er één plooi In te laten en daar legden alle drie in, wat zU aan levensmiddelen bU zich hadden. Zij dronken en aten op hun dooie gemak en dachten niet meer aan het verre doel hunner reize, tot de onbekende bun zei„Hee ren, u hoeft u niets te haasten, u zult tijdig genoeg in Granèdja zUn 1" HU strekte zUn vinger uit en wees hun de stad, die nog slechts óp 'n kwartier afstands lag RIJK GOOCHELDEN zich de dienaars der O. Ind. Compagnie ln Iürtië. De bewindhebbers klaagden ln 1708 over hun ambtenaren „het stelen en plunderen van onze goederen wil tot ons leedwezen nog «teeds niet ophouden," De gouverneur-generaal van Hoorn, die cp 'n schoen en 'n slof in In d-ië was aangekomen, keerde in 1709 huis waarts; hU had toen het voor die dagen enor me bedrag van tien mill 1 oen gulden Mjeen ge- goocheld- BIJ KAAP HOORN, ean de Zuldpunit van Zuid-Amerika, stormt of „orkaantt drie honderd dagen per jaar! De zeelui noemen dit stukje aarde: het vaderland der stormen! De lucht ls er kil en snijdend, hóóg gaat de bran ding en van de zon is zoo goed als heel den dag niets te zien. De „duivelskltppen" honden deze barsche kaap gezelschap. Men moet 't goede voorstaan en overal, waar de gelegenheid zich voordoet, wêl trachten te -doen zonder hoop op vergelding. Zoo'n hoekplankje vindt overal 'n geschikt» plaats. Je kunt er 'n bloempot op zetten, 'n schemerlampje, 'n beeld van het H. Hart of wat dan ook. Zoek 'n plankje op van 1,5 c.M. dikte. Vlak schaven en de teekeningen I en II er op over brengen. Uitzagen met de figuurzaag. Aam plankje I worden keurige veilingen gestoken. Opsehuren met schuurpapier, niet te grot, Langs plankje II komt 'n latje, gelUk III te zien geeft. Dit latje is 3 c.M. breed, 0,5 c.M. dik en 35 c.M. lang. Zaag het ln drieën. De verbindingen komen ln de richting der stippel. lUnen op de tweede figuur. Overbrengen met den „zwaai" als Je dien bezit is het makkelijkst. De rand moet aan de bovenzUde der plank 'n halve c.M. oversteken. 1. de letter e; 2. de schaduw; 8. 'n spons;] 4. het slakkenhuis; 5. de spU'ker i-n den schoen zool; 6. met den paddestoel: hanekam; 7. met den maansikkel; 8. 'n hans-worst; 9. hand schoen; 10. met de d; 11. In het hemelrijk;] 12. de echo; 13. de ha-ring; 14. omdat er minder zwarte voorkomen; 15. het bed; 16. twee bont. jassen; 17. de wolvin; 18. die de langste nach ten hebben; 19. 30 Januari; 20. Hoeden- en m uts en-fabr ikaa-t. Mijn geheel bestaat uit tien letter» en is een dorp ln de buurt van Zwartsluis. X X X ft X X X X 9 X 10 1. Afkorting voor „gram" of „wichtje". 2. Onderricht, onderwijs, leering, voorschrift, 3. Verduisteren, zqn glans of glorie verliezen. 4. Niet met andere metalen verbonden. 6. Molen, die door treden ln beweging wordt gebracht. 6. Zich bedienen van, 7. Beweegbare waterkeerlngen in een rivier* kanaal, dok. 8. Huisden volgen» de oude Grieken op den Olympus. 9. Redelooze dieren. 10. Noorden. m

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 7