l
r-ssys? - -
DE ARBEID DER GEHUWDE VROUW
BUITENSHUIS.
DE CRISISVOORSTELLEN
IN DE MIJNINDUSTRIE.
VA!\ BJJl RTWlj\j£jrj TOT
HET MODERN WARENHUIS.
ÏÏJSS """d
Ens'Sli^ deD alhb6id
iiÉ
bisschoppelijke
DINSDAG 15 MAART 1932
WAARSCHUWING.
DE NADEELEN DAARVAN.
Tegen communistische propaganda
onder boeren en tuinders
STEUN AAN DEN MELKPRIJS.
Wetsontwerp spoedig te
wachten.
DE R. K. MIJNWERKERS EN DE
LOONSVERLAGING.
BESTUREN-CONFERENTIE VAN
DEN NED. R. K. MIJN-
WERKERSBOND.
Het bemiddelingsvoorstel aanvaard.
CRISIS-ONTWERPEN.
VAARTVERBETERING IN HET
^ESTLAND.
HET DREIGENDE CONFLICT IN DE
MEUBELINDUSTRIE.
VERGADERING VAN DE CONTACT-
COMMISSIE.
a w» i.
'ït™ 'tw,t „er m r»»n
Keien h«Vn te bieden' te dingeu en af
i ^°=?rithler gezocht worden
I
Wanneer wij nagaan, dat b.v in Frankrijk
reeds enkele jaren geleden ruim 8 millioen
gehuwde vrouwen in beroepsarbeid werk
zaam waren, waarvan de meeste buitens
huis en dat dit aantal nadien waarschijn
lijk nog gestegen is, dan moeten wij dank
baar erkennen, dat dit euvel hier te lande
Goddank niet dien omvang heelt aangeno
men.
Immers, aan de Centrale Verslagen der
Arbeidsinspectie over de jaren 1921 tot en
met 1930, ontleenen wij de volgende cijfers:
I II
Niet in verslag opgenomen
4331
4838
5801
5953
6301
7664
8204
8610
7802
1260
1570
1744
1616
1669
1704
1862
1831
2108
III
1921
1922
1923
1924
1925
1926
1927
1928
1929
1930
in
VI
13411
11644
10882
10374
12769
12811
13895
14460
14898
14920
inrich
de
I. Gehuwde vrouwen werkzaam
tingen waarop de Veiligheidswet
Arbeidswet van toepassing is {n )nl
IL Gehuwde vrouwen werk»* toepassing is
tingen waarop de Arbeidswet
!Lht2 gegeven Arbeidskaarten aan
gehuwde vrouwen.
Hierbij dient overwogen, dat in de getal
len onder Arbeidsinrichtingen, ook zijn op
genomen de gehuwde vrouwen, zijndg be
drijfshoofden en de z.g. thuiswerksters van
diverse ondernemingen.
Wat aangaat de cijfers, betreffende afge
geven arbeidskaarten, zij opgemerekt, dat
voor de gehuwde vrouw een arbeidskaart
vereischt wordt zoodra zij te werk gesteld
wordt, zij het slechts voor korten duur en
dat de kaart niet langer dan een kalender
jaar geldig is, zoodat deze cijfers minder
ernstig zijn, dan zij op het eerste gezicht
misschien zouden lijken.
Niettemin wagen wij het, de werkzaam
heid der gehuwde vrouw in beroepsarbeid
buitenshuis een euvel te noemen en wij be
vinden ons daarbij in hoogstgezaghebbend
gezelschap, want niemand minder dan onze
H. Vader Pius XI zegt in Zijne Encycliek
„Quadragesimo Anno":
Huismoeders moeten vooral in haar wonIn
of in de onmiddellijke omgeving haar bezig
heden verrichten, door zich geheel te geven
san de zorgen van het gezin. Dat echter moe
ders, wegens de ontoereikendheid van liet
loon van den vader er toe gedwongen worden
buitenshuis winstgevender arbeid te ver-
richten, met ver waar loozing van haar eigen
bezigheden en plichten, is een schandelijk
misbruik, dat, koste wat het kost, uit den
Weg geruimd moet worden.
Om den nadeeligen invloed van den be
roepsarbeid der gehuwde vrouw buitenshuis
beter te doen uitkomen, willen wij in deze
artikelen trachten de bestaande bezwaren
•tuk voor atuk te belichten.
Was de gehuwde vrouw in vroeger eeuwen
vóór alles huishoudster, meesteresse van den
huize, echtgen0ote van dsn arbeider 0f koop-
heeft die heerlijke t?'de eeUW der machm.0
Wat den Ucharrlf,iijkeadltle wreed verstoord
dat met groote sneiheid 8?eid betreft- ging
arbeid aangaat, ging 8t.d*n geestelijken
Wat de machine nog nlatV*ngzamer-
werd in den maalstroom van opgeslorpt'
btftenghuis meegetrokken «jden en arbeld
groten wereldoorlog, welke e ®n na den
mannen naar het slagveld trok de
zoo menig huishoudelijk hu? anders"
den grond en voor goed verstoor?'
Wij staan dus, ook hier te lande
feit, dat de gehuwde vrouw i~!,v°0r bat
buit,
enshuis
gaat werken en daar een arbeidsduur van
in het algemeen tenminste 8 uren heeft te
volbrengen. Wij zwijgen er nu nog van, dat
bijna al deze vrouwen 's morgens en 's
avonds een min of meer grooten afstand
naar en van haar werk hebben af te leggen
Een volkomen blootleggen van den waren
toestand in dit opzicht, zou ons zeker, in
menig geval de handen van verbazing doen
ineenslaan.
1. Haar dagtaak.
Een groot gedeelte van het jaar gaan
velen dezer van huis en keeren zij terug
in volle duisternis. Van het oogenblik dat zij
opstaat tot dat, waarop zij slapen gaat, is
zij den ganschen dag ingespannen bezig
hetzij in haar huishouden - tenzij zij daar
hulp heeft, b.v. van een oude moeder of van
een werkloozen echtgenoot - hetzij in den
haar inspannenden beroepsarbeid, hetzij in
het verkeer naar en van de werkplaats.
Altijd is ze gejaagd.
de Uelns£Zn?*IT™' «T"
doet ro ersens m bewaring, vlug
tot haar Wa vlu9 stopt ze de kousen
gen zich n dichtvallen, vlug bewe-
een blvroï Dden °m op de werkplaats
SDoedt 'fende productie te behalen, vlug
naar star Z1Ch °Ver den °Penbaren weg of
han ot 10n °f autobus> vlug bereidt ze een
zii nnr)611 V°°r Zicb en baar Kezin, vlug doet
wachtw™? haar inkooPen' "vlu9" is haar
andT V°0r den ganschen dag! Als
SDanren 'n den scba'iiijd zich kunnen ont-
in i ?n' Zal de gebuwde vrouw nog weer,
de 8 er geva' met haar geest, bezig zijn met
zoig voor haar gezin. Hoe zal zij menig
aa haar gezin aantreffen, wanneer de kin-
eien waarschijnlijk den ganschen dag aan
z,c zelf waren overgelaten? Hoeveel de kin-
en aan een behoorlijke opvoeding en aan
Jefclevolle verzorging tekort komen, laat
Zlch niet moeilijk raden.
liet uur, waarop zoo'n zorgzame moeder
zich te rusten kan begeven, zal dikwijls
zeer ,aat zijn en wij moeten dan maar ho-
Pen, dat ze door zieke kinderen niet in haar
noodzakelijke nachtrust wordt gestoord. De
gebruikelijke kinderziekten zullen echter
ook haar deur niet voorbijgaan; roodvonk,
mazelen, kinkhoest, griep, bronchitis enz.
zijn eventualiteiten waaraan vrijwel elk
kinderrijk gezin bij tijd en wijle blootstaat
en welke vaak een ernstig beslag op de
nachtrust kunnen leggen.
Nu zwijgen wij nog over andere bijzondere
omstandigheden in allerlei vorm .denk
baar welke den beschikbaren tijd van de
vrouw min of meer belangrijk kunnen in
perken.
In al deze moeilijkheden en bezwaren zal
men zich op de een of andere manier weten
te redden; maar dat deze toestand zich bijna
steeds aan de belangen van het gezin zal
wreken, staat wel onomstootbaar vast.
DE NIEUWE ELECT ROM AGV EET van het
natuurkundig laboratorium te Leidien, die
heden door prof. Terpstra in gebruik wend
gesteld.
evenmin voor het stoppen van groote gaten
in de kousen, die dus naar den voddenkoop
man gaan, en zoo vliegt het moeizaam ver
diende geld de deur uit De confectiemaga
zijnen gaan met de verdienste strijken. Hier
bij komen vaak nog andere financieele be
zwaren, zooals de kosten van vervoer .naar
en van de werkplaats, meer slijtage aan de
kleeding, kleine uitgaven voor consumptie,
allerlei kleine bijdragen, waaraan men zich
in den omgang moeilijk onttrekken kan enz.
Verder staat de vrouw, die dagelijks van
huis is, enkele malen per dag langs de eta
lages passeert, aan veel meer verleiding tot
koopen bloot dan de vrouw, die altijd jn
haar gezin leeft.
In ieder geval staat vast, dat een niet on
belangrijk gedeelte van het loon, dat de
buitenshuis werkende gehuwde vrouw langs
de voordeur binnenbrengt, door de achter
deur weet buitenvliegt
Breda. A. B. MICHIELSEn.
2. Het loon geen zuiver inko
men voor het gezin
Hoe ferm de vrouw ook haar best moge
doen, toch zal zij er niet in slagen om een
huishouden, waar zij dagelijks 8 9 uren
of meer uit verwijderd is, behoorlijk in orde
te houden.
Verricht de vrouw overdag geen lichame-
lijken arbeid of hchamelijken arbeid van
üchteren aard, dan zal het euvel misschien
iets minder zijn, maar de ernstige nadeelen
voor het gezin blijven ook in dat geval.
Bovendien zijn die inkomsten der vrouw
ook meestal geen zuivere winst. Doordat de
kleeding, het huishoudelijk gerief, de meu.
beien enz. niet behoorlijk kunnen worden
onderhouden, moet telkens vernieuwing van
het een of ander plaats hebben en z00 kan
men als het ware voortdurend aan het koo
pen blijven. Voor het eigenhandig vervaar
digen van kleedingstukken bestaat geen tijd,
In de parochiekerken van het Aartsbisdom,
welke boeren of tuinders als parochianen heb
ben is Zondag van den kansel het volgend
schrijven van Z. H. Exc. den Aartsbisschop
voorgelezen:
Wij meenen ernstig te moeten waarschu
wen tegen de propaganda, die in den laat-
sten tijd op het platteland gemaakt wordt
onder de boeren en tuinders. Men tracht
hen te winnen voor aansluiting bij organi
saties, die hun redding uit den nood belo
ven, doch ófwel openlijk of bedektelijk re-
volutlonnair zijn, ófwel een zoogenaamde
neutraliteit voorstaan en een gezamenlijk
optreden van alle boeren van alle richtin
gen als het eenige redmiddel aanprijzen.
Wij sporen alle katholieke boeren en tuin
ders ten sterkste aan, zich te houden aan of
zich aan te sluiten bij den A.B.T.B., hij
wien niet alleen de godsdienstige en zede
lijke belangen veilig zijn, doch die ook al
zijn invloed aanwendt om den nood te leni
gen en den ondergang van vele boeren en
tuiders te voorkomen.
In de vergadering van het dagelijksch be
stuur der Gelderscb-Overijsselsche Mij. van
Landbouw zijn o.m. behandeld de verzoeken,
welke van vele afdeelingen waren binnenge
komen om opnieuw bij de regeering aan te
dringen op meer steun voor den landbouw.
Het bestuur was van oordeel, dat het op dit
moment, na de interpellatie-Weitkamp geen
zin heeft crisisvergaderingen te beleggen of
verzoeken tot de regeering te deen omdat
men de regeering toch eenigen tijd moet geven
ter voorbereiding van de te nemen maatrege
len.
Medegedeeld werd, dat een ontwerp tot steun
aan den melkprijs zeer spoedig door de Twee
de Kamer zal worden behandeld.
Besloten werd nog, dat het bestuur aan het
Kon. Ned, Landbouwcomité in overweging zal
geven, bij de regeering aan te dringen op het
indienen van een nieuw ontwerp-Pachtwet,
waarin voorzieningen worden getroffen inge
val van onbillijke opzegging der pacht door
den verhuurder (recht op schadeloosstelling
voor den pachter).
Wettelijke sanctie van contingen-
teeringsbepalingen.
Ingediend zijn wetsontwerpen: le. tot rege
ling van den invoer van tricotgoederen; 2e.
tot regeling van den invoer van wollen en
halfwollen stoffen; 3e. tot regeling van den
invoer van bovenkieeding; 4e. tot regeling van
den invoer van schoeisel.
Al deze ontwerpen zijn samengesteld ter
voldoening aan de bepaling van art. 3 der
Crisis-invoerwet 1931, waarbij is voorgeschre
ven, dat onverwijld een voorstel van wet moet
worden gedaan tot voorziening van een ver
bod van invoer, geregeld ln een Kon. besluit
krachtens art. 2 dier wet genomen.
Ten aanzien van sub. 1 zet de minister
uiteen, dat een contingenteering naar de
hoeveelheid, welke op zichzelf groote voor
deelen zou bieden, in de practijk onuitvoer
baar ls. Hetzelfde geldt ten aanzien van sub,
2 en sub. 3.
t J. H. G. JANSEN.
Aartsbisschop van Utrecht.
Commissie ad hoe door Ged. Staten
ontbonden.
Onvoldoende samenwerking.
In verband met de omstandigheid, dat geen
gegronde verwachting gekoesterd kan worden
omtrent de voor het slagen van een plan tot
vaartverbetering in het Westland onontbeer
lijke samenwerking van de verschillende daar
bij betrokken belanghebbende instellingen
hebben Ged. Staten van Zuid-Holland de voor
deze aangelegenheid ingestelde commissie
onder voorzitterschap van mr. C. P. Zaaijer,
dijkgraaf van Delfland, ontbonden, onder
dankbetuiging voor de door haar verstrekte
voorlichting.
Partijen door den Rijksbemiddelaar
opgeroepen.
De Rijksbemiddelaar In het 2e district, mr.
s- de Vries, heeft partijen, betrokken hij het
dreigend conflict in het meubelmakersbedrijf,
opgeroepen tot het verstrekken van inlich
tingen op Donderdag 17 Maart ln het depar
tement van Arbeid, Nijverheid en Handel te
's Gravenhage.
ZILVEREN PRIESTERFEEST
E. LEMMENS.
Woensdag zal de WelEerw. heer Eug. Lem-
mens, leeraar in de Fransche taal aan het
Bisschoppelijk College „St. Joseph" te Sittard
den dag herdenken, waarop hij voor 25 jaar
de H. Priesterwijding mocht ontvangen.
Prof. Lemmens heeft als zijn ultdrukke-
1 ijken wensch te kennen gegeven, dat zijn zil
veren jubileum alleen kerkelijk sou gevierd
worden.
Zonldagmiddag kwam, zooals wij gisitertm
nog in 't kort vernield hebben, te Heerlen de
Ned. R. K. Mijnwerkersbond in 'n buitengewone
Desturen-conferentie bijeen ter bespreking van
de loonvoorstellen der mijndirecties.
In zijn openingswoord releveerde de bonds
voorzitter, de heer H. Stins, de behaalde succes
sen van den R.-K. Mijnwerkersbond, welke naar
men weet 12.000 van de 20.000 georganiseerde
mijnwerkers omvat. Deze betreffen de verkre
gen toezegging van de directies der Particu
liere mijnen om eenzelfde bijdrage voor de pen- i
sioenverzekerlng der mijnwerkers te storten
als de Staatsmijnen toen reeds gedaan hadden
en de ongedaanmaking van de opzegging der
loonovereenkomst op de Particuliere Mijnen
thans staat men voor nieuwe en zeer zware
moeilijkheden. De steeds verder doordringende
crisis heeft ons Limburgsche bekken niet ge
spaard. Als weerslag hiervan heeft men thans
voor zich het loonvoorstel der gezamenlijke
mijndirecties tot 10 verlaging. In de ge
houden vergaderingen der Contact-Commissie
kon men hieromtrent tot geen beslissing
komen.
Spr. gaf vervolgens het woord aan den bonds-
penningmeester, den heer J. Nieuwhof, die de
huidige situatie nader zou uitleggen om ten-
Slotte de conclusie van het hoofdbestuur mede
te deelen.
De heer Nieuwhof behandelde de diverse be
sprekingen in de vergaderingen der Contact
Commissie. Hierbij wees hij er op, dat tusschen
de Mijndirecties en de samenwerkende bonden
geen overeenstemming was te verkrijgen, om
dat de mijndirecties op het standpunt bleven
staan, dat de huidige toestand van het mijnbe
drijf het noopte tot een loonsverlaging van 10
procent, welke verlaging het minste was, waar
toe zij konden gaan. De oorzaken van deze loons
verlaging, welke van zeer ingrijpende beteeke-
nis voor de geheele mijnstreek is, liggen in den
huldigen slechten toestand van de internatio
nale kolenmarkt, de contingenteeringsbepalin-
gen in Frankrijk en België, ook bij onze Regee
ring, die niet hielp tegen den onbelemmerden
invoer van vreemde kolen en de dumping voor
al van Duitsehe kolen op onze markt Met een
loonsverlaging zullen de bedrijven niet beter
worden. Door dit alleen ais middel tot verbete
ring te zien, blijft men in den vicieusen cirkel
De voorstellen van den Alg. Ned. Mijnwerkers-
bond onderwierp spr. aan eenige critlek. 'n Wel
vaartsplan, gelijk deze bond wil, moet alleen
voor onze mijnindustrie falen, wijl men hier
niet op een eiland leeft. Werden de voorstel
len van den A. N. M. B. ten aanzien van sala
riskorting voor de hoogere ambtenaren en dl
videndkorting toegepast, dan zou dit de loons
verlaging voor de mijnwerkers slechts brengen
van 10 op 9 Bij intrekking van het mijn
recht treeds de zakelijke bedrijfsbelasting in de
plaats. c
Spr. wees er vervolgens op, dat de mïjntWrec-
ties met April een groote verslechtering ver
wachten. De samenwerkende bonden zijn tot
de overtuiging gekomen, dat de toestand thans
al inderdaad slecht is en dat de mijnwerkers
ook een offer moeten brengen. Drie wegen blij
ven er voor hen over en wel deze
lo. het bemiddelingsvoorstel van de con
tact-commissie-vergadering voor de samenwer
kende bonden, voorgesteld aan de directies
(1 April 5 en 1 Juni a.s. wederom 5 te
verwerpen en de staking te proclameeren
2o. de voorstellen verwerpen en dan afwach
ten en 'n contractlooze periode tegemoet gaan;
3o. de voorstellen aanvaarden,
gaan, dan immers is de kans zeer groot, dat
De mijnwerkersstakingen in Polen, België en
Tsjecho-Slowakije hebben dat uitgewezen. Een
contractlooze periode kan men ook niet binnen
gaan, dan immers is de kans zeer groot, dat
weer verloren zal gaan, wat de bonden in de
vele jaren van hunne werkzaamheid wisten te
veroveren. Tenslotte adviseerde spr. tot het
aanvaarden van het bemiddelingsvoorstel, waar
bij men behoudt den gezinstoeslag en de verlof
regeling.
Hierna ontstond een zeer uitgebreide discus
sie. Verschillende bestuurders bepleitten het
oude standpunt van de vertegenwoordigers der
organisatie in de Contact-Commissie, n.l. om
slechts 5 verlaging te aanvaarden. Zij be-
critiseerden de overgelegde beschouwingen der
mijnwerkers en wezen er op, dat er nooit cij
fers voorgelegd zijn, toen het mijnbedrijf bloei
de als ooit te voren. Bepleit werd geen loons
verlaging zonder intrekking der feierschichten.
Mgr. Dr. Poeh voert het woord.
Het zou hem zwaar gevallen zijn, indien hij
niet het woord had kunnen voeren. Spr. heeft
'n arbeidershart en daar wil hij zich thans op
beroepen. Steeds heeft hij voor de arbeiders
gedaan wat hij kon-
Ai komt hij dan
ook niet in de hui
zen der mijnwer
kers, hij kent hun
ellende, omdat zij
bij hem komen in
hun nood.
Er is één ding,
waarover alle men-
schen bet eens
zijn: de wereldtoe
stand van thans is
onhoudbaar. Er zijn
millioenen en mil-
lioenen arbeiders
werkeloos. Voor dit
feit staan we. Er is
gebrek, waarnaast
overvloed aan alles.
Men leeft in een
gekkenhuis» Dat
kan niet blijven be
staan.
De menschen hein
ben eeuwenlang g
leefd onder een eoo
nomisch stelsel, dat
slavernij heette. Nil
lachen we er om,
Is we dit 'n stel*
sel noemen. Vroe»
ger meende men,
dat het niet anders
ging. Toch is alles
Mgr. dr. Poeh. veranderd. Door ds
doorvoering der Christelijke beginselen, die ds
menschelijke waardigheid herstelden. Het lijf
eigenschap kwam nog en duurde eeuwen, maar
verdween ook door de zuurdeesem van het
Christendom.
Thans hebben we groote Naamlooze Ven
nootschappen en kartels, die de wereld regee-
ren. De macht van l»et geld beheerscht alles.
Gij, arbeiders, aldus spr» gij zit vast aan ds
mijnen, zooals vroeger de lijfeigenen vastzaten
aan den grond. We leven onder de dictatuur
van het kapitaal. Wij streven naar publiek
rechtelijke bedrijfsorganisatie en zijn daarvoor
radicaler dan wie ook. Wij zijn niet bang voor
het stellen van daden Kunnen wij thans onze
mijnwerkers helpen door verwijten tegen het
kapitalisme te uiten Het hoofdbestuur heeft
een groote verantwoordelijkheid op zijn schou
ders genomen, maar ook gij, mijnwerkers
Spr. heeft gedaan wat hij kon, bij de direc
teuren in Den Haag.
Als nu het Hoofdbestuur zegtWij móéten
kiezenéén van drie, moeten wij dat dan
niet doen Als we staken gaan, dan wil dat
zeggenkommer. Wil men een contractlooze
periode ingaan houdt dan uw hart vast. We
kunnen dus slechts de derde mogelijkheid aan
vaarden.
Nog voerde de bondsvoorzitter, de heer Stilte
het woord, waarna de vergadering met vrij
wel algemeene stemmen vertrouwen in het
Hoofdbestuur stelde en het bemiddelings
voorstel aanvaardde.
Overeenstemming tusschen directies
en R. K Mijnwerkersbond.
In de gister gehouden vergadering van dd
Contactcommissie in het Mijnbedrijf is het be
middelingsvoorstel, dat de R.K. Mijnwerkers
bond ln de vergadering van Zaterdag J.L te
berde had gebracht en dat in de besturencon-
ferentie van Zondag met algemeene stemmen
werd goedgekeurd, door de directie aanvaard.
Het voorstel houdt in, dat de mijnwerkers de
10 pet. loonsverlaging aanvaarden, terwijl ge
zinstoeslag en verlofregeling blijven gehand
haafd.
Op 1 April a.s. gaat de eerste S pet verlaging
in, terwijl de tweede 5 pet. verlaging op l
Juni ingaat.
"tls al meer dan een halve eeuw geleden,
dat we als kinderen zongen en hoorden zingen
het oude liedje van „In den winkel van Sinkel
Is alles te koop"
Het was toch wel een erg dichterlijke vrij
beid. meer nog louter fantasie, want de winkel
van Sinkel was wel een heel deftige affaire,
Ieker beneden haar traditioneele waar-
koon Z°n hebben geacht, om van alles te
8 e'elIen' en TCker nlet de allereenvou-
g Artikelen als waarvan het populaire
liedje gewaagde.
De winkel van Binkel, en 't was een eerbied
waardig bedrijf, dat in verschillende steden van
kfd zijn even voorname nederzettingen
ad, behoort ook al lang weer tot de historie,
ftn, hoe menig Wjnkeller ult dIen ti;jd heeft
toen ook al met naijverige oogen opgezien
Baar de groote spiegelruiten en het paleisach
tige in eur van de Sinkelwinkels, gelijk hij
in onze dagen met begrijpelijke bezorgdheid op
kijkt naar de alles overheerschende warenhuis
gebouwen.
Meer en meer verrijzen in OT,H a
groote bevolkingscentra ook van ons land 3e
groote winkels, als men ze nog winkel8 noe
men kan, werkelijk van aUes te koop
wordt aangeboden.
En tegelijkertijd groeit ook voor
actueele probleem van het winkelens?- tri
drijf, de warenhuizen, en alles'wat zlh^ det
lijn 'en richting ontwikkelen gaat
MAar ten tijde van den winkel van Sinkel
■e*ar dan alles te koop heette. was er toch ook'
al, in onze drie voomaamse steden do
'Jï Wt«»»nd l«u,. ,.-l« Fran-die
zeker de woorden van het oude Smkelliedje toch
T_r.m?ei' van toepassing op waren.
Bazaars >beD instellingen, als de Fransche
nooit r! naar wij ons herinneren, in die <^gen
de modi opposltie en wrevel gewekt als thans
veroorzaken Warenhuizen bÜ velen scll1:|Ile11 te
B?aard ui van een enkele Fransche
men, of il ,aiet direct zoo au serieux geno-
dagen nog li' dat de winkelstand tich in d a
buitenlands^0 Zeker voelde' dat Z°°n
kon deren 6 buit®nissigheid nog moeilijk
En och.
Fransche Bazaa loop der jaren
den, waarover -l alweer een instelling gewo
hoofd zal breke!60 Z1°h kwalijk h6t
Taam en zijn vZ die met zb'n Franschen
ï/ioner kan besch nscbe mentaliteit als de voor-
in
nlhe origine Vir0rkeliih van onvervalschte
Fra ?n kwam gewOTfr ™ze vaderlandsche
grenzen kwam gewaald, dat in Parijs, net va-
dG?a?ds Magasins?ewIa7nbuizep- de bekende
waarvan onze vaders ver
haalden, als ZG Van een zakenreisje uit Parijs
terugkwamen, de „Bon Marché" het Louvre",
de ..P»nte™psde ..Galeries Lafayette" en
de „Samar en hoe ze verder allemaal
heeten mochten, tot hun grooten bloei geraak
ten.
En toch lijkt het ons dat de Fransche Bazar
als zoodanig in het winkelbedrijf historisch ten
onzent de voorlooper ls geweest van het mo
derne warenhuis van onze dagen. Als instel
ling toch bracht de Fransche Bazar drie nieuwe
beginselen naar voren, die tot dusverre in het
traditioneele winkelzakenbedrüf aog totaal e„.
bekend waren, en die toch in zich het geheim
borgen van den lateren grooten opbloei der
warenhuisinstituten.
Deze drie beginselen waren, ten eerste vrij
entree"de menschen konden deze Inrichting
ri-ij binnen gaan, zonder verplichting van te
moeten koopen, zij konden vrij en frank aan
bun geprikkelde nieuwsgierigheid voldoen, ter
wijl de handige ondernemer rekende op de be-
Proefdheid van zijn Fransche spreekwoord
»1 appétit vient en mangeant". De nieuwsgie-
nëe kijker zou licht straks een kooper worden.
Gedachtig deze ervaring plaatste de Fransche
azar zijn tweede, zoo deugdelijk gebleken
l '"c'eP- De Bazar stalde zijn artikelen ter ver-
ing, niet alleen voor zijn vensters aan de
raat "it. maar maakte heel zijn verkooprulm-
t waarin de klanten vrijelijk flaneeren moch-
We'^n groote étalage. Niets was zorgzaam
we?f rgen in kasten en doozen, maar alles
tastb °Peu en bloot, voor allen zichtbaar en
vermin ten toon gesteld en uitgelegd op de
En i verkoopbanken.
goede aarbü kwam dan het derde, niet minder
princiep in toepassing, alles stond daar
De k in vaste prijzen.
nipf t^°i°Per wist waar hij mee af was, hij had
men noemt r g niet het gevoel' dat nU wat
Tenant den nek werd gezlen"
erootstA ?,,.te kwam dan nog een laatste en
stand tot Vn01ep' dat de bestaande winkel-
waarloosd -3deSkhade 200 langen tijd beeft ver-
Gezien d KO°Per moest contant betalen.
Ïpn ra 1 m»,?26 practische en gezonde beginse-
Bazar in al _™0eten toegeven, dat de Fransche
het winkelbedrijf bfehe?eia diei: dageD voor
richt door ho„- baanbrekend werk heeft ver-
cn mee? tocrSnS,eIen te stellen' die late' "eer
vonden. SSms en bavolging hebben ge-
n'?vl Pu,.dat ons eigen land op het ge-
Mi het wiuke]bedrijf en warenhuiswe-
r?vc ccnw i? v!nland zeker dab een
halve eeuw is achter gebleven
n ,rl?nis van O™ kleine land.
Onze grootste steden droegen een halve eeuw
geleden nog een zeer sterk, laten we maar
zeggen provinciaal karakter, zij konden, als
de groote wereldsteden in het buitenland, geen
voedingsbodem zijn yoor «en omvangrijk win
kelbedrijf, dat tot het warenhuiswezen, is
bitgegroeid.
Elke vaderlandsche stad had wel zijn voor
name winkelstraat, waar het verkeer en de
drukte zich concentreerden, maar de winkel
uit vroeger dagen droeg toch zeker sterk het
buurtkarakter. De winkels voorzagen in de
behoeften van hun omgeving, en elke winkel
zag zich doorgaans aangewezen op zijn vaste
clientèle.
Die clientèle bediende men met trouw en
voorkomendheid. Zij was goed voor haar cre-
diet, al liep de rekening al eens van het eene
jaar over in het andere.
Groote reclame was niet noodig, een naam
van soliditeit was voldoende. Het winkelper
soneel was van een bescheiden omvang, werd
behandeld als kind in huis, als een lid van de
familie. Het bestond gewoonlijk uit jongelie
den van goeden huize, die zich in het vak wil
den bekwamen met het doel om later met
steun der ouders voor zich zelf te beginnen.
De winkelier was niet gebonden aan aller
lei wettelijke bepalingen en verordeningen, hij
was vroeg uit de veeren, en sloot eerst
'e avonds laat de blinden toe, als hij er lust
toe had. Gelegenheid tot ontspanning was er
weinig, men had er ook weinig behoefte aan.
De zaak was zijn lust en zijn leven. Men zou
nu zeggen, dat hij eigenlijk een slaaf was van
zijn bedrijf, maar dan was ons dit toch een
soort slavernij, die niet al te drukkend werd
aangevoeld.
Eenmaal in de week, of voor de groote ste
den tweemaal, was 't marktdag, en dan kwa
men de buitenlieden met hun eigen gerij naar
de stad, wat voor de winkellade een fortuin
lijke dag beteekende.
De buitenmenschen werden bijna ale naaste
familie ontvangen, onderwijl de boer op de
markt zijn bezigheden had, ging de vrouw al
vast vooruit naar den winkel. Ze werd ont
vangen in de huiskamer, waar voor dien dag
extra stoelen waren bijgezet, de koffie stond
al naast de koek te geuren, en onder een ver
sterkend bakje troost werden huiselijk en ge
moedelijk de zakelijke dingen afgehandeld.
Dat gemoedelijk kopje koffie met een koekje
is zeker al de historische aa.nloop geweest
van de gratis buffetten, welke zooveel later de
„Grands Magazine" van Parijs voor hun clien-
tèl§ beschikbaar gouden stellen,
Hoe is dit alles in den loop der Jaren van
aspect veranderd!
De boer komt niet meer eens in de week
met zijn karretje naar de stad gereden, ook
hij heeft zijn auto, waarmede hij gaat en staat
waar hij wil. De autobussen verbinden in ge-
regelden meer dagelijkschen dienst het platte
land met de stad, en dragen hunnerzijds in
onze dagen niet weinig debiet bij voor het
grootee tads-warenhuis.
En nu doet zich ten onzent het merkwaardi
ge feit voor, dat in ons land, een halve eeuw
later dan elders, de groote warenhuizen kant
en klaar in al hun enorme afmetingen uit den
grond zijn getooverd, terwijl daarentegen in
het buitenland deze warenhuizen en Grands
Magasine langzaam aaD en successsievelijk
uit het kleine winkelbedrijf zijn opgegroeid.
In een pas verschenen boek, gewijd aan een
grondige enquête over het waren Luis wezen
vertelt de Fransche schrijver Francis Am.
brière over het ontstaan der bekende en be
roemde Grands Magasins te Parijs, dat eigen
lijk de bakermat is geweest van het moderne
warenhuis.
In 1852 associeerde een zekere Videau, die
onder het opschrift van de „Bon Marché" een
onbeduidend zaakje dreef zich met den veer
tigjarigen handelsbediende Aristide Bouci-
cant. Deze Boucicant was een ondernemend
man met geavanceerde ideeën, hij opende zijn
nieuwe zaak met de nieuwe, toen nog onge
kende methoden van „vrij entree", „vaste prij
zen", en „bescheiden winst."
„Vrij entrée," en hij zag zijn zaakje krioelen
van nieuwsgierigen, die eens kwamen kijken.
De een trok den ander mee, serieuze koopers
volgden de nieuwsgierigen door den lust om
te koopen. In de vroegere wirukete was alles
netjes ingepakt en opgeborgen, bij de Bon
Maa-ohé van Boucicant lag heel de rijkdom van
zijn veelvuldige artikelen smakelijk uitgestald
en vam vaste verlokkelijke billijke prijzen vo :r-
zieai. De „Bon Marohé" had duizend en één
artikelen, alles, wat gij noodig hadt, en oot
alles wat ge niet direct noodig hadt, maar dit
is het voornaamste, wat u todh begon te lokken
om 't wel te hebben ein te bezitten. Het liep
atonm, en Boucicant verkocht au in twee
maanden tijdis, wat foutf anders in geen heel jaar
kwijt raakte,
gij deed eerst uitsluitend in japonnen,
tels en couiponstoffen. Toen begon hij ook in
hoeden, ondergoed en aöhoenen.
Hij gang verder parapl-uiies verkoopen, hand
schoenen, gemaakte bloemen, parfums en al die
kleiine prettige Parijsche artikelen. En, toen
hij alles bijeen Ihad gegaard, wat de vrouw
kon boeien en bevredigen, zon ihij weer op an
dere middielen om de vrouw aan zldh te binden.
Hij ging o.p 'haar smaak werken, hij verblindde
haar met allerlei fijne snuisterijen, kleedjes,
taipijteni, meubelen. Hij verzuimde niet ook
lt- -,T intieme gevoelens te wekken ten opzichte
van mam en kind. En zijn magazijn werd al
grooter en grooter, werd een wonderbaar pa-
radlijs, waar al de verlokkingen der wereld
samenvloeiden, en de wouw werd de koningin
en meteen de slaivtn van deze verleidelijke
wereld.
Maar maast al deze verlokkelijke rijpe vruch
ten zette Boucdoant ook den tradïtioneeleu ver
leider, den knappen en spraakzaimen varkooper.
Want ook dit was door Boucicant goed gezien,
hij maakte van zijn beste bedienden ook zija
trouwe medewerkers, die hij zoovéél mogelijk
voor zijn zaak interesseerde. Zijn eerste rayon-
chefis staken mede hun verdiende geld in de
proapereerende onderneming. Zij werden zijn
raadgevers, zijn vrienden, zij vormden zijn
staf. De baas van de „Bon Marché" maakte er
zijn leerlingen vam, hij lieerde hiun het geheim
vam zijn welslagen en succes.
Da meest helderzienden ondier hen begrepen,
dat hun meester hun een goudader had ont
dekt, dien zij slechts hadden te exipdoiteeren.
En binnen twintig jaren tijds verrezen de Wa
renhuizen en. Grand Magazine als paddestielen
uit den grond, de „Printem/ps", de „Samari-
taime", het „Louvre", de „Galeries Lafayette",
en al die schitterende verkoophuizen, die thans
de merkwaardigheden en attracties zijn gewor
den van Parijs, en die op hun beurt weer filia
len hebben gesticht in de voornaamste steden
van Frankrijk, en zelfs in de Koloniën en ita
het buitenland.
Warenhuizen, die eigenlijk steden en klein#
werelden zijn geworden op zich zelf.
P. HYACINTH HERMANS.