KEUZEN VA.N HET NOOKDEN.
op goeden vrijdag.
EIGEN WERK.
S
wmm x
ZATERDAG 19 MAART 1932
Het H. Lijkkleed.
KARAKTER!
WIE DOOLT ER MEE?
ZIJN TERUGKEER.
'^waafc"^ luchtdulvel van het
Noorden waardig t© zjjtL
Toefoto^ak, de eland.
WSli l^fïfPS^S
4" j-7 f H
Rotterdam*
5PMEEK.W OORDss
RAADSEL.
SPREUKEN UIT DE LETTER*
KUNDE VAN SCHOLIEREN!
MetaaLslojd.
BIJ WELKE FABEL? 1
mm
^ftnp|;,v;'; PHPil
i'iLM SEN*G1t MNASTBEK,
LETTERRAADSEL.
X 6.
Oplossing vorige letterraadsels
Oplossing van den vorigen
rebus.
,jjaat one allen het heilig Lijkkleed prijzen.
Laat vroom gebed met blijde lied'ren rijzen;
En ons 't bewijs herdenken van den zegen,
poor Christus ons verkregen.
"Wat vroom gemoed zon zonder smart, te
[ontwaren.
Zou zonder klacht of bittre tranen staren
Op 't bloedig beeld, waarmee 't onwaardigst
[sterven
Dit heilig kleed kwam verven?"
Het lijdensverhaal, dat deze week aan het
altaar herhaaldelijk wordt gelezen, bericht
ons over de Joodsch-Egyptische wijze, waar
op het Llchaaan des Heeren door Jozef van
Arimathea in een lijkkleed werd gewikkeld
na de afname van het kruis. „Jozef nam he
lichaam en wikkelde het in een rein Wnwaa
en hij legde het in zijn eigen, nieuw graf.
hij in de rots had uitgehouwen" ^fuax-
evangelie van Sint Mattheus; de hei- s wlnd_
kus en Sint Lucas verhalen lwt"e L^etdoek
seis voor armen en beenen. «f® eTen.
voor het hoofd mochten niet ont llohaa.Tn
min kostbare zalven ™^e° rijke in Zij-
werd gebalsemd. „Hij is "u heilige Schrift
nen dood geweest" mel<? "dan ook best een
en Jozef van Arimathea hij deed het
begrafenis als deze bek torven Meester,
met vreugde voor sint Petrus en Sint
Op Paaschdag Sing en ,dch naar het graf.
Joannes op weg eerst; hij bukte zich voor-
Joannes was Ujnwaad liggen met den zweet-
over Heeren Hoofd had bedekt; deze
niet bij het lijnwaad, maar afzonderlijk
Infold - de Engelen houden niet van slor-
Kid - op een andere plaats De altaar
doek en meer bijzonder het corporale strita
op de altaartafel deze grafdoeken nog us-n©
Nu is het gebeurd in het jaar Onzes
1356. dat in de kerk van Lirey, in het b
^an de Praneche stad Troyes, een lijkwade
werd getoond, waarvan gezegd wed. a
de „sacra sindon", de heilige grafdoek des
Heeren was, een kostbare reliquie derhalve,
waarvan de pausen Paulus II. Sixtus IV,
Julius II, en Clemens VII de echtheid volle
dig erkenden. Paus Sixtus IV en Ju'™8
(pl.m. 1500) zeiden zelfs, dat het doek niet
alleen sporen van bloed, doch ook de e-
nis, het portret van Christus vertoonde. Den
28sten Mel 1S98 heeft men de heilige „bindone
gephotografeerddrie opnamen mis ukten;
eerst de vierde bracht het beeld van Jesus,
breed geschouderd, het gelaat langwerpig^ de
®^us door beulsbanden. iet haar
Bescheiden zooals op die mooie teekening van
Jan Toorop. a© slanke vingeren ineenstren-
geld.
„Van de open ajde, de doorboorde handen.
En voeten, van de lêen, door geeseltanden
Verscheurd en, de in het hoofd gedrukte krone,
Blijft het de beeltnis toonen"
De hertog van Savoye verkreeg dè reliquie
in 1452 en bewaarde haar in zijn hoofdstad
Chambéry. „San Carlo Borromeo" de heilige
bisschop van Milaan, wilde de grafdoek gaan
teMèren ten gintij, God tg. danken voor het
opbonden der pestziekte in zijn bisschopsstad.
Toen deed Etnanuël PhiHBert van Savoyo liet
kleinood naar Turijn oven-brengen, om San
Carlo een verre reis te besparen (157S).
De heilige lijkwade werd voor de oogen van
den bisschop uitgespreid en deze mocht, on
der tranen, de windsels vereeren, waarop eens
de gestorven Verlosser rustte.
De reMqulB ls ln Turyn gebleven en er werd
een prachtige kapel gebouwd om haar pas
send te bewaren. Het Italiaanscbe konings
huis ran Savoye heeft qltöd zeer veel eerbied
voor de heilig© Slndóae getoond en deae werd
nceLp-cardinaaT o^dé^^" 't
van geloovigen t^ geweldigen toeloop
vereermg uitgesteld.
„De sporen 8taan
Geprent in 't hetiige ge d®ze daad
k Dat na de zege, aidu8
't Bebloede lijk emhuiIen m^ht„
Nu rust de H. Lijkwade
kristallen schrijn, gouTeil haar
SgÏÏst; men onderhoudt
vóór d« relikwie.
Er zijn héél wat Pfn^nJ» beweglng
bracht vóór en tegen de echtheid van d
sindóne, waarbij te ^d®nkea T®.1.1' dat „véél
is eeuwig waar, ofsch°° Jo Met daar
ta" - volgens 'n bekend njmpje.
„Toen de heette wereld lee3J'k bij eeri
Dtldtscthem sdhrijver V» If-""
Voor Napoleon boog, bleef alléén n zwakke
v ..i— dajsr^n
Voor impo/Jeon boog, Meed: aflueeu a
grijsaard orareiinjd staan, die i» d>ie -
Paus was. Aan zijn ambt ontleen"6
kreic.'ht, die hij als meoscih miet 0°"*
hebben en zóó verdroeg hij zwijg®®** ',e
ceweLd en«.-Hi.o n V»ï m /I o,n fvri«wi-rv •7/V.tT/^UT"
geweLd ©narije n. va/n den tyran, zoorder
m Tingonbreed toe te gevon. In een tijd, a
getwijfeld wend, of er nag wel ineli®C'l3el,J
vvaardlgttuedid op aard© viett te bc-epeure®, WJÖ
HU de eernige, die hot geloof aan het ktadöóbap
Gods des memsohon staande hield
We beginnen bij het pijltje en gaan langs den
koristen weg naar den koepel, die zich in het
centrum bevindt.
(Oplossing den volgenden keer
De eerste sneeuwstormen van het jaar 1950
ziin langs de Baf finsbaai getrokken. Een bleek
blauwe hernel overkoepelt nu de roerlooze witte
antennemasten van bet radio-sta-
H rauerS° de vliegroute Canada—Poolgebied—
A-.ië lijnen lange schaduwen over de
wilde' witte vlakte van het vliegveld. De dik-
iJï-Hnt.e antennedraden hangen zwaar omlaag,
concentreeren zich bij het blokhuis.
Pe marconist neemt juist een telegram op,
de gestationneerde arts, een jonge man nog,
leest nieuwsgierig over den schouders van zijn
kameraad, de boodschap uit de verre beschaaf
de wereld „Typhus In Maachon, serum nood
zakelijk vertrek onmiddellijk" De marconist
ziet zijn makker veelbeteekenend aan.
Binnen enkele seconden is de arts gèkleed
in zijn vliegcostuum. Een fleschje serum steekt
hij bij zich. Zwijgend gaan zij samen naar den
hangar, en rijden het drie-motorig vliegtuig
naar bulten, de wielen worden door ski's ver
vangen. Dan reiken de twee eenzamen elkaar
de hand, misschien voor het laatst
De vliegmachine is wel veilig, maar de af
stand is groot en het weer verraderlijk. Een
sneeuwstorm in het hooge Noorden komt
geen aviateur te boven.
„Eric, jongen hou je taai! Als je binnen
-4 uur niet terugbent laat ik zoeken!"
„Maak je niet te gauw ongerust, binnen een
dag sta ik hier weer! Adieu!"
De dokter stapt in, laat eerst de propellers
even proefdraaien, dan trekt zijn kameraad de
blokken weg voor de ski's, nog een groet, en
snel glijdt het vliegtuig weg, draalt tegen den
wind, nog meer vaart, een schokje, de machine
los, cirkelt nog even boven het veld en
verdwijnt dan in Noordelijke richting. De mar
conist snelt naar zijn toestellen en even later
heeft hij de verbinding tot stand gebracht.
Duidelijk hoort nij de kalme stem van zijn
vriend, hoog ln de lucht. Het uitzicht is niet
meer zoo helder, maar toch is het nog prachtig
vlegweer.
De aviateur beschrijft het landschap dat als
ben reusachige film onder hem voorbijglijdt;
de meren als zilveren platen tusschen het, met
bet groen der dennen doorspikkelde wit van de
besneeuwde aarde. Zoo gaan twee uren voor
bij.
De eerste helft van den tocht is al achter
den rug, nu komt de vliegende zender weer
zwakker door; de man in het blokhuis, hon
derden kilometers Zuidelijker hoort nog dat
de lucht loodgrijs geworden is, en dan, dat
schrikbeeld van 't Noorden „verwacht sneeuw
storm". Hoe hij verder ook draaide, hoelang
hij z'n hallo's door den aether slingerde, geen
teeken meer. Zuchtend legde de marconist de
telefoon neer en peinsde over zijn kameraad,
die nu waarschijnlijk met den storm vocht
Deze laatste verwonderde zich intnsschen
evenzeer dat hij niets meer hoorde. „Misschien
dienstgesprek" concludeerde hij en staakte
toen zijn verbindingspogingen.
Hij had nu ook alle aandacht voor zijn om
geving noodig. Weliswaar was de atmosfeer
nog betrekkelijk kalm, maar de violette wolken
aan den horizon voorspelden niet veel goeds.
Na nog een half uur vliegen was zijn be
stemming bereikt. HU zette zijn toestel neer
Of. den bevroren rivier waarlangs het besmette
dorp gelogen was.
Men had zijn komst al bemerkt; ln het eerst
als uitgestorven dorp kwam eenige beweging.
Enkele Eskimo's strompelden op hem toe. In
hun holle oogen gloeide de koorts.
Z'n zware taak nam nu een aanvang. Na eerst
zich zelf ingespoten te hebben, tegen het be
smettingsgevaar begon Erie zijn tocht langs de
lage vervuild© hutten.
Niemand had de koorts onaangetast gelaten.
De 'bben waren niet begraven, zoodat een
vrees j lucht het onmogelijk maakte vrij te
ademen.
Bric wilde juist voor de laatste maal zijn
injectiespuitje v^len toen de zieke waarnaast
hij geknieId hevige koortsaanval kreeg.
Van benauwdheid sloeg hij met armein en
beenen, raakte het serumfleschje. het ontglipte
Eric, en de kostbare inhoud vloeide uit over
de sneeuw.
Verloren was de redding van zijn laatste
patiënten, die ^ed,k°"d®° ,Wor/en' mits het
serum binnen vijf uul, ^ed^d we«L
Onbegrepen aangestaard door eenig©
mo's droeg hij zijn zieken in de vliegma^^
^Ondanks de zware belqdiag, kwam hij vrij
gemakkelijk van het ijs Bnö1 verwijderde
hij zich van de ongeluksplaa»-
De kreunende zieken achterin maakten hem
nerveus; toch moest hij nu al zyn^aandacht
concentreeren op de machine. e ver-
wachta storm opzetten, dat zijn toestel zoo
"mvast lag? Of verbeeldde hij het zich maar?
Meen toch, onder hem bogen de dennen als
door een onzichtbare reuzenhand plat gestre-
ken.
Al heeI gauw fl00.t ae wind langs de vleu-
f*1*' on het duurde niet laag ot Dricbevond
zeid mi(iden in eeQ sneeuworkaan, zooals hij
®n had meegemaakt.
eau, Saeeuw bedekte de cabine-ruiten binnen
sober60, ^nden. De automatische rudtenwis-
struuirÜl0pte' Nu moest hij enkel op zijn ta-
heid itt v"egen, een volslagen onmog
En razenden orkaan,
die voif, liie knagende pijn in zijn hersens,
de ontnm*a|8en machteloosheid om te denken,
jL enWiikheid - aandacht ook maar
koortssympton^nden te concentreeren.
aiJee^stuk'68* het toestel nn door de lucht,
gerukt door da,r>ier duikt en danst het, voort-
Eric's i,pi.0 gierenden storm,
val alleen a°S 8cïlijiien omhuld door een
j6 zieken arbt Verantwoordelijkheitl voor de
S WWt hangen, als een bran-
u' "l Wanhmv3 Woede maakt z!ch van hem
nUe kracht °mknelit hij hel hoogteroer,
0P n elkaar de drie motoren, de tan-
den °dle oude dük'6!fd door, bij voelt
weeT büna z'cü ontwaken, hij zal
Steeds °dTde bli de lucht in. maa.r hij
kwam ^He d hthuUenden storm uit. Piot-
«UW*® 7nVlV bil eetT WoWi !er te stoeten, cm-
middellij stuk, teruggezogen door
deD Tin De twee re door' imviger gierde
de orkaan. rro„„Teereödo motoren zou
den het n kouden, dit was boven
hun machta-icbesef^ zlch
toch niet gewonnen.
Dsn bo°Bt«meter terug,
van 5000 Met.fd° v,,? !,4.800 4700 de
aviateur k*6® alt met dulaelingwek-
irftTióA snölfr®*
In het besef van zijn verlopen zijn Wordt
Erio roekeloos hu yil meer uit de motoren
halen dan mogelijk ie, de oliemeter loopt on-
mstbarend terug-
^ekrask^ j.et OMpUnterbaar jan
'n Donkere schaduw glijdt als 'n spook door
het dichte bosch. Geen houtje kraakt; alleen
ritselt nu en dan 'n takje van eik of spar.
van berk of linde, dat de schaduw tot zich
neemt. Toek-to-ak, „het groote rendier" in de
taal der Eskimo's, zoekt naar voedsel! Vindt
hij het hier niet, dan draaft hij straks naar
het moeras, waar het wollegras en het hei
dekruid ervoor zorgen, dat hij °P krachten
Een eland op tveg door de bosschen.
blijft! De wolven, zijn gezworen vijanden, heb
ben héél gauw gemerkt, of ze met 'n bonfer"
lijder, of 'n goed-doorvoed dier te doen he
ben, en toonen heelemaal géén respect voor
'n eland, die eigenlijk maar op halven stoom
werkt!
De groote neusgaten, waar Je je hand wel
kunt in leggen, de baard en de korte as
aan het paarde-lijf geven den eland het voor
komen van 'n dier van vóór den zondvloed en
de geweldige bovenlip heeft tot het praa je
aanleiding gegeven, dat Toek-to-ak achteruit
loopend eet! Nu, méér dan 'n praatje is nat
niet, alleen, kort gras moet hij laten 6 aalJ'
zoodat er óók wat voor de reeën, de be en en
de haasjes overblijft! Ja, stel je voor dat die
allemaal hetzelfde aten, hoe zouden ze dan n
strengen winter moeten doorkomen' aarom
heeft de Schepper de smaken zéér wijselijk
verschillend gemaakt!
Toek-to-ak houdt zich graag op ln moeras
sen; een huisvlies tusschen de beide hoeven
geeft dezen in dén drasslgen bodem meer
steun. De uitgestrekte grasvelden %an
hooge Noorden versmaadt hij evenmin en e
jagers hebben vastgesteld, dat hij hoe an-,er
hoe dichter tot de koudere streken^ nader en
de warmere vaarwel zegt! De Duitschers e-
schermen 'n paar honderd van deze reuzen
der dierenwereld in de omgeving van de "Ly
rische Nelirung", (Oost-Pruisen), maar net
was niet mogelijk het aantal, dat de rij s-
bosschen bevolkt, boven de vier a vijfhonderd
te laten stijgen, want dan was er geen boom
meer staan gebleven! De overtolligen moes
ten eraan gelooven! Erg makkelijk zijn de
dieren niet c mier schot te krijgen, zij ruiken
hun grootsten vijand, den mensch, al op 'n
afstand tot duizend meter en nemen dan
haastig de beenen, desnoods dwars door 'n
rij van drijvers, die het wild opjagen, heen.
Listig ztin ze als 'n vos en geruischloos als 'n
veldmuisje tusschen d© halmen! Is er 'n kud
de, dan volgt die op wol ven-manier het spoor
van den aanvoerder, dat meestal een veiligen
uitweg wijst, terwijl één dier alleen in het
water telkens ombuigt, om zijn vervolgers op
n dwaalspoor te brengen! Dom zijn deze die
ren allesbehalve, en beren en wolven mogen
bij een aanval wel goed op hun tellen passen,
willen zij niet door 'n slag met de pooten 'n
verwonding ©ploopen, die hen geheel buiten
gevecht stelt. De lynx ls gevaarlijker als te
genstander, die springt den eland naar de
slagaderen aan den hals en brengt hem zoo
doende een doodelijke wonde toe. De wolven
voeden zich, met wat er van het prachtige
dier overblijft, de Jagers hakken het het gewei
af en stellen dit te pronk in hun huis. Toen
fk ln Noorwegen reisde viel het mij op hoe
veel van zulke jaeht-trofeeën ln hotel-kamers
en gewone huizen te kijk hingen; dit waren
dan de horens van de mannelijke dieren, want
de dames dragen deze vervaarlijke wapens
niet! Sven von Hedin verhaalt, hoe de Ghi-
neezen geraspte eland-geweien als geneesmid
del gebruiken, 'n Vreemd recept, ja maar 'd
tientai jaren geleden, dus heuscb nog in onze
verlichte eeuw, kende 'k in Amersfoort iemand
die 'n menschenschedel van het kerkhof had
bemachtigd en het geraspte bot bij wijze van
'n poeder innamIk weet niet of dat er toe
meegewerkt beeft, dat de Hollanders de rare
Chineezen van het Noorden genoemd worden!
Die Amersfoortsche zieke verzekerde me
plechtig, dat hij bij zijn vreemd 'recept vee!
baat vond!
In de Miiddeleeuwen gold Iemand, die 'n jak
uit het taaie elandsvel droeg voor onkwets
baar en gingen de hoeven van het dier ais
geneesmiddel tegen alie mogelijke kwalen
door!
De vermaalde jager Fritz Bley vertelt van
'n jachtpartij (in „Von nordischem Urwilde"),
waaraan ook de Duitsche keizer deelnam, en
die ln September 1912 plaats vond. 's Avonds
zoo schrijft hij werd het p!ar voor deD
komenden ochtend besproken; het ging om
twee kolossale dieren met zéér sterk gewei.
De grootste eland was bestemd om door den
keizer te worden geschoten, de kleinere door
'n jonker uit het gevolg. Op verschillende
Plaatsen stonden jachtopzieners, die 'n oogje
in het zeil moesten houden, 's Ochtends werd
regen gemeld en het duurde langer dan 'n uur,
vóór het eerste wild zich vertoonde 'n Goed
gemikt schot uit het geweer van den jonker
^tnaakte een einde aan den eland. die
eigenlijk voor den Keizer was bestemd! Groo-
ter dier weTd Tn Oost-Pruisen nog nooit ga
schoten. De allerhoogste jachtheer was, ga
lukkig voor den voorbarigen schutter, heele
maal niet ontstemd en feliciteerde hem zelfs
met den afloop.
Het ls niet gemakkelijk elanden in den die
rentuin ln 't leven te houden. Te Amsterdam
is dat 'n tijdje goed gegaan, maar erg vlotten
wou het toch niet.
Een Am.erikaa.hsch damhert.
Mt ,\i' o-*
Een gehoornde eland.
Voor den artis van Koningsbergen hadden
eens 'n kalfje gevangen, dat met 'n flesch
werd groot gebracht door de dochter van den
houtvester der „Koerische Nehrung". Het
bandje ging zich gauw aan zijn nieuwe moe-
der hechten en liep haar, op zijn in het eerst
ei'ge stijve pootjes, als 'n jong hondje overal
na. Het taalde niet naar de bosschen en. wou
óók de yrjjheld niet op zoeken, aelts niet, toen
het, voorthollend naast het rijdier van zijn
verZoi'g8tw, de lokkende bosschen doorkruis
te- Vijf maanden lang kreeg „Luting" de
flesch, want ook in het wild worden de kalfjes
minstens zoo lang door hun moeder gevoed.
Eindelijk was de tijd gekomen om naar Ko
ningsbergen te vertrekken. Het werd 'n heel
afscheid, want de pleegmoeder had zich erg
aan haar pleegkind gehecht en Luting van
haar kant sloeg telkens weer den weg in yan
het gastvrije huis, maar dat mocht natuurlijk
niet. Twee jaren lang hebben de bezoekers van
den Koningsbergschen dierentuin Luting daar
achter de tralies aangegaapt, zich verbaasd
over den zwaren kop en de wijde neusgaten,
de krachtige pooten en de practiscbe huid
plooi, die het steunvlak der hoeven verbreedt.
Toen kreeg de eland er genoeg van of was
het uit heimwee naar de ruischende bosschen
van het Noord-Oosten? en bezweek. De op
volgster van Luting hield het niet zoo lang uit,
die stierf reeds na 'n paar dagen en toen gaven
Se heeren van den dierentuin het plan om
elanden te houden op.
Toek-to-ak leeft meestal in ruzie en onmin
met zijn goortgenooten. Het zwijgende maan
licht ig soms getuige van de verschrikkelijke
vechtpartijen die tusschen twee dieren plaats
vinden, waarvan ieder zich aan het hoofd
eener kudde wenseht te plaatsen. Het dreu
nend stampen der hoeven, het kraken van ver
brijzeld hout en de doffe slag der geweien, die
als degens tegen elkaar slaan, duidt erop, dat
'n strijd op leven en dood gaande is Enkele
malen komt het daarbij voor, dat de overwin
naar met een tak van zijn gewei haken blijft
in de wonde, die hij zijn vijand heeft toege
bracht, dan moet hij net zoo goed, maar veel
langzamer en martelender, sterven als de over
wonnen tegenstander; uilen en viiegen doen
zich te goed aan het overschot en het varen
kruid breidt zijn fijne blaadjes over de twee
ruzie-zoekers uit!
Toek-to-ak, die zich gemakkelijk weet aan
te passen aan veranderde levensomstandig
heden is, gelukkig nog lang niet uitgeroeid,
maar komt in Siberië, Noord-Amerika, Zwe
den en Alaska veelvuldig in het wild voor.
Het woord „eland" ls wel afkomstig uit de
taal der Lithauera; „eel" zou „hoorn" betee-
kenen en familie zijn van ons „eelt", eland
dus: hoorndler.
ivT n"lil'14^keurt middendoor, alles
r de stuurinrichting, het Instru-
mentenbord; dit is het einde
De wrakstukken suizen omlaag, Erie valt te-
rug in een donkere bewusteloosheid.
TJTi mopgen belicht de witte zon
6611 h b -ivn fd '"-odschap; waar gisteren
600 "Skte J!, °U eon oihdelooze wijde
sneeu en zttn gevuld en sneeuw-
beuvels weer verdwenen
Ef Jn?T*r sulst de helling af,
en stopt b j hout, dat boven de sneeuw
uitsteekt.
Met Zijn handen graaft hij haastig de losse
sneeuw weg. Een halfgeblakerde vltegtuigvleu-
gel komt bloot, drie letters zijn nog zicht
baar, S. L. X
'g Middags begroeit de eenzame marconist
zijn gevallen kameraad. Nog een laatsten blik
wierp hij op de lijken van zijn vriend en diens
patiënten.
„Arme jongen. Je viel vcor j© pilcht>
Adieu!.
Eiken morgen balieht 4» Mn «n vlieg,
tuig wrak, dat de boven de sneeuw oprijst, en
een gedenkteeken ls voor hem, die ging voor
zijn plicht, en terugkwam zooals hij beloofde!
J. A- M. B„tl.
door B. v. d. ff., Tenlo.
Mijn geheel bestaat uit 31 letters en is een
spreekwoord van kat en muizen
29-—51438 'n Zeer schoon villa-dorp
Jn Utrecht.
1—6—22—11: 'n Duitsche stad, waar Karei
de Groote graag vertoefde; ook Reinier reed
er met z'n stramme leden henen, volgens
Staring.
20—7—26—30—23 'n Stad in België, waar
de Duitschers in 1914 op sterke forten stieten.
12—27—2—21—8Plaatsje ln Zeeuwsch-
Vlaanderen, dat met Kerstmis veel genoemd
wordt
4131692531 Dorpje aan de spoor
lijn naar Zevenaar, dat men eerder in een til
zou verwachten.
15—1017 Plaatsje ln Zeeuwsch-Vlaande-
ren, meestal met „van Gent" verbonden.
1816241926 Dorpje in de buurt van
Zevenaar.
28: Het begin van een bekend ezel-lied.
door WW,ti V., Breskens.
WiP niet eterk is, moet slim zijn.
Goed rapport.
„Een diertje, wiens gelaet
In zeldaaemheydt bestaat!
MARIA VISSCHER Wilde Zaglhster
Paaschvacantle.
„Helaas, helaas, hoe vlieden onze dagen'"
VAN HAREN.
Proefioerk.
„Al d'voorigbe uurem bracht hij met blokken
en zorgen door".
P. C. HOOFT.
Tegen de Paaschvacantie.
„De moedt der ingezetenen rijst"
P. C. HOOFT.
Spiedende leeraren.
„Het moght den vrundt niet gebeuren seinen
vrundt (vriend), noch den gebuur seinéh ge-
buur an te spreken, houdende de Spanjaarden
een waakzaam oog op ieder, die sicih bij een
ander voegde."
P. C. HOOFT.
Dag vrij voor schaatsenrijden.
„Zu schön turn wahr zu seon!"
KONGRESZ TANZT.
Bij den directeur ontboden.
„Laat aille hope varen
Gij die hier binnentreedt!'
Vóór 't rapport.
„Meirne Ruih' 4st Mn!"
DAN TE.
GRETCHEN.
'n LIJMPOT.
Iedereen loopt van z'n leven wel eens met
'n lijmpot, maar hoe zoo'n onmisbaar gereed
schap eigenlijk in elkaar zit, is voor velen
een diep geheim. Nu we onze soldeerkachel
zoo netjes gefabriceerd hebben, gaan we ver
der met de metaal-slöjd en zetten we voor de
Paaschvacantie 'n lijmpot op het menu!
„Neem" zoo beginnen nu eenmaal
alle recepten twee bussen, de eene 11.5 cM.
hóóg en 7.2 cM. breed en de andere 12.4 bij
9.8 cM„ die wordt dus iet3 omvangrijker; de
maten komen op de werkteekening trouwens
„sprekend" genoeg voor! De groote bus dient
voor water, de kleinere voor lijm. Aan beide
bussen zie je „pootjes" zitten, het zal derhal
ve wel het beste zijn, dat je bussen neemt met
overstekenden zijkant. Afbeelding II wijst
aan, hoe de vork aan den steel zit, of liever,
hoe de steel aan de bus zit. De binnenste bus
komt te rusten op 'n rand, welke je laat staan,
van den dekstel. In dezen rand sla je gaatjes
met een spijker, zoodat de ontstane dampen
een nitweg vinden, anders zou het heele ge
valletje wel eens uit elkaar kunnen springen!
Maak óók nog 'n paar klemmen gelijk de
eerste figuur aantoont, waarmede de binnen
ste bus wordt bevestigd, zoodat die niet als
'n duiveltje uit 'n doosje onverwachts omhoog
rijst. Dwars over de kleinste bus komt een
IJzerdraad om de dijmkwast aan af te strijken.
Beide bussen worden zwart gelakt, om het
roesten tegen te gaan.
TE PALERMO, op het eiland Sicilië, wordt
op Goeden Vrijdag de beroemde processie
gehouden, waarin een glazen kist wordt mee
gedragen, die verondersteld wordt het Lichaam
des Heeren te bevatten. Kinderen met bran
dende kaarsen loopen er naast; de Bedroefde
Moeder volgt, in een kleed, door de Italiaansche
koningin geschonken. Edelen nlt de deftigste
geslachten stellen er een eer in, de kist te
dragen van 's morgens negen tot 's avonds
tien. Om het kwartier zetten zij de baar op
den grond, de kinderen zeggen hun liederen,
de muziek laat zich hooren. Het ls de grafleg
ging des Heeren, die hier wordt verzinne
beeld.
IV.
Op welke fabel „staat" dit plaatje? Wie wa#
de gastheer en wie kwam er „op de koffie?"
En hoe wreekte deze laatste zich?
!A?\.
Met het antwoord op het eerste vraagteekem
zijn wij al voldaan. Van verschillend» kantens
werd geklaagd, dat de tweede teekeming zon
moeilijk was! Wij hebben daarom afgesproken
dat vier goede antwoorden er komt nu nog
één prentje voldoende zijn om aan de ver
loting deel te nemen. De tweede fabel word*
je dus geschonken.
Plaats de cijfers in de cirkels zóó, dat dé
som der dirie cijfers aan elke zijde van den
zevenhoek 19 vormt.
Oplossing komende week.
Mijn geheel bestaat uit 12 letters en is een
godsdienstige plechtigheid, dezer dagen in alle
stilte door tienduizenden Nederlandsche man
nen te Amsterdam voitrokken.
X t.
X 2-1
X 3.
4.
4.
7.
8.
X
X
X
i I i X lil
X 3.
X 10.
X 11.
X 12.
1. Afkorting voor: alleenzang.
2. Iets kan ons goed van pas, te... kernen!)
3. Niet mager.
4. In de aarde ontstane grotten, spelonk
ken, enz.
5. Verdragen.
6. Vreemd woord voor: ketterij.
7. Hooge, loodrecht opgetrokken smelt»
ovens voor ijzererts.
8. Kruidenierswinkel.
9. De vrucht der naaldboomen.
10. Stuk leer ter plaatse van den hiel.
11. Verkorting voor: er volgt nog meer,
12. Gram grein of wichctje.
Genemuiden.
1. G.° van gram; 2. les; 8. tanen; 4. gede
gen; 5. tredmolen; 6. gebruiken; 7. sluizenj]
8. goden; 9. vee; 10. N. van Noorden.
Walrussen.
1. W. van Westen; 2. pal; 3. kolom; 4.
hoornen; 5. gedruisch; 6. bressen; 7. ossen;
9. men; 9. N. van Noorden.
Een belofte moet met het hart gedaan en
met het hoofd onthouden worden: er zijn
vele goedhartigen met een zwak geheugen.
aasoe
È&étP