- 22 WAART - 11! belijdenis. DE GROOTE Dr. F. BAUC, De officieele herinneringsmedaille voor het Goethe-feest, ontwerp van Prof Georgii. STURM und drang. Goethe in de Romeinsche Campagne, naar de bekende schilderij van Tischbein, op de eerste reis van den dichter naar Italië (1786'88) gemaakt. Goethe's vader en moeder. Goethe's geboortehuis te Frankfort a. M. seffen, dat aan *ljn oneindlgheidsdrang palen gezet zijn, f niet kan overschrijden dat hij de volheid des geestes niet kan beleven: CLASSICISME. ROMANTIEK- De karna: van Goethe's moeder m het fiuis zijner ouders te Frankfurt a. M. Deze „opvoedingsroman, die niemand bij zijn opvoeding van dienst kan zijn" geeft de ont wikkeling van §en „problematische natuur" Goethe en Schiller, sooals zij naast elkaar rusten in den vorstelijken grafkelder. te Weimar. De beroemde ontmoeting van Goethe met Napoleon te Erfurt. Het portret van Goethe, dat de dichter, zelf het best gelijkend heeft gevonden. VON GOETHE Deze week wordt in, heel de beschaafde wereld na honderd jaar Goethe's sterfdag her dacht. In het vaderland van den dichter culmineert de viering van dit eeuwgetijde in de plechtigheden te Weimar. In ons land lijn bij de Goethe-herdenking de universiteiten voorgegaan. Rettung enthaJten. In Faust selber elne immer höhere und reinere Tatigkeit bis ans' Ende and von oben die Ihm zu Hilfe kommende ewige Liebe. Es stebt dieses mit unserer re- iigiösen Vorstellung durcbaus in Harmonie, nach welcher wir nicht bloss duroh eigene Kralt sellg werden, sondern durch die hinzu- kommende göttliche Gnade." Dat is een katholieke gedachte, zooals er trouwens in den Faust veel is, wat katholiek aandoet. Het bewijst, dat Goethe het Katholi cisme heeft bestudeerd. Hij is echter aan de kerkpoort blijven staan en niet binnengetre den. Goethe heeft vooral uit drie bronnen ge dronken: het pantheïsme, het Hellenisme en het Katholicisme. Hij heeft er uitgehaald, wat hij voor zijn kunst kon gebruiken. Dan is hij verder gestormd, rusteloos als zijn Faust, tot hij het machtige hoofd neervleide. Er ligt echter voor ons een schoone gedachte in, dat hij nergens een motief voor hemelsche adoratie, gevonden heeft dan aan den voet van Maria: Höchste Herrscherln der Welt I Lasae mlcb im blauen, Ausgespannten Himmelszelt Dein Geheimnis schauen. Billige, was des Mannes Brust Ernst und zart beweget Und mit heiliger Liebeslust Dir entgegeniraget. Unbeawinglich unser Mut, Wenn du hehr gebietest; Plötzlich mildert sicb die Glut, Wie du uns befriedest. Jungfrau, rein im schönsten Sinn, Mutter, Enren würdig, Uns erw&hlte Könlgin, Göttera ebenbürtig. W JOHANN WOLFGANG Uber allen Gipfeln 1st Ruh, m allen Wipfeln Spiirest du Ihm farbt der Morgensonne Licht Den reinen Horizont mit Flammen, Und tiber seinem schuld'gen Haupte bricht Das schone Bild der ganzen Welt zusammem Ilillüliltll n„ dichter, een heerscher! Deze gedachte van Schiller komt ons in den zin, als wij zien. dat in Weimar de volkeren samenkomen, om Goethe te eeren die daar thans sinds honderd jaren naast zijn vorst in den hertogelijken grafkelder rust. Aan dezen dichter moet Schiller gedacht heb ben, toen hij in de Jungfrau von Orleans e woorden neerschreef: Drum soil der Sanger met demKöntg|ehn. Sie stehen beide aut der Menschheit n Goethe toch troonde in Weimar als eerste minUter ging met zijn vorst als met zijn ge- Ceom. ontving koningen en keizers n audiëntie en werd als „Statthalter des poeti- schen Genius auf Erden" bewonderd en ver- e6Het lijkt een benijdenswaardig lot, dat dezen sterveling ten deel viel. En toch.... Goethe heeft van zich zelf gezegd, dat hij in zijn ge. heele leven geen vier weken van waar geluk gekend heeft. Wij doen dan ook verstandig ons niet door den nlterlijken glans, die Goethe omstraalde, te laten verblinden, maar hem te zien als mensch. Toen Napoleon Goethe voor het eerst ont moette zei hij tegen hem: „Monsieur Goethe vous êtes un homme". Daarmede karakteri seerde hij kort maar krachtig d6 be teekenis van Goethe. Hij was een mensch een volledig mensch met groote kwaliteiten, maar ook met fouten en gebreken, een genie met een ontzaglijk verstand begaafd, die het weten van zijn tijd in zich opnam en met kwistige hand weer uitdeelde. Maar Goethe was ook een tra gisch mensch. Een gave was hem echter ge schonken „zu sagen, wie ich leide". Hij heeft vaak gekrompen van pijn, maar hij heeft het geluk gehad, alles, wat hem op een gegeven oogenblik smartte, neer te kunnen leggen In zijn "edichten en zich zoo te bevrijden. Zoo zijn al zijn werken geworden „Bruchstücke j einer grossen Konfesion'i In het leven van Goethe zün duidelijk drie «mtwikkelingsphasen waar te nemen, die zich ™6t «e drie stroomingen op het gebied van de literatuur van zijn tijd dekken: de Sturm und aag. bet Classicisme en de Romantiek. 1749 te Franfef10 ouders geboren (28 Aug- vergeefs getracht^ a' d' Main> beeft Goetbe diging voor zijn bet protestantisme bevre- de Verlichting, de^6(J.slev«n te vinden. Ook van zijn tijd kon niet aa„efschentie 8troomIns bleef bet antwoord op behoefte voldoen, schuldig. Daarom zocht h/d?,01* levensvragen mystiek en in de geheimen' antwoord ln d€ sophle van de 16e eeuw, diaS6 natuurphilo- eevoel gemeen heeft, dat het gen« het menschelijke één zijn. Zoo leerde J^e.en hf vroeg in den gedachtengang Van reeda •wegen. Het Deïsme leek hem absurd Was wfi-r' ein Gott, der nur voo aUB86 W in Sicb Sicb i0btNa^w-tbe^u. Aan het pantheïsme heeft hij zijn leVen lang vastgehouden, tot het zich op rijper ieef. tijd vermengt met de van de Grieken overgenomen noodlotsidee, die hij ech ter altijd weer met het begrip Voorzienigheid verbindt, zoodat hij het Christendom schijnt te naderen. Goethe was nietde eenige, die inzag; dat het Rationalisme aan 'het verlangen naar een dieperen levensinhoud niet kon voldoen. Engelsche geleerden en dichters hadden reeds op de beteekenis van de persoonlijkheid gewezen; zij hadden vrijheid geëischt voor den genialen dichter, die in geestvervoering scheppend, niet kon letten op regels van aesthetica en conven tie. In Frankrijk had Rousseau zijn natuur- evangelie verkondigd. „Terug naar de natuur!" werd de leus. Deze nieuwe ideeën maken zich stormenderhand van Goethe meester, als hij in Straatsburg hier voltooide hij zijn Juridi sche studies Herder leert kennen. Deze wijst hem vooral op de volkspoëzie, op Shakespeare en Homerus. Thans eerst wordt Goethe zich van zijn dichterroeping bewust. Hij verzamelt volksliederen en schrijft zelf gedichten in dien trant o.a. H^ld'Gnröslcin. Zooals Shakespeare wil hij groote menschen se ePPen- Hij voelt in zich een titanische kracht. In trotschen overmoed dicht hij zijn Prometheus: Unter T® *n,chta Armere, Ihr nfl h-'t ,°??ne a-ls euch, Götter V„' ni-h/et kümmerlioh TT rSteUern Und Gebetshauch Eure Majestat UndI darbtet; wkren HoHn Kinder und BettJer noffnungsvolle Toren. wIVdLCh ehren Wofür T V. du die Schmerzen gellndert Je des Beladenen j du die Tranen gestillet Je des Geangsteten "at nicht mich zum Manne geschmledet Die aUmkchtlge Zeit jJUu das ewlge Schicksal, "teine Herren und deine Hier sitz' ich, forme Menschen Nach meinem Bilde, Ein Geschlecht, das mir glelch «el, Zu leiden, zu weinen, Zu geniessen und zu freuen «ich, Und dein nicht zu achten, Wie Ich Maar nu ontstaat la zijn ziel dat tragisch conflict, dat al zijn dichten en daden kenmerkt tot hij gaat inzien, dat de zelfbeperking en de beteekenisvolle daad aan het leven van den mensch pas waarde geven. De geniale dich ter, hij. die zich een titaan meent, moet be- Illllllllllllillllllllllllllllljlllillllitlllllll |,||t Ill :i;:i:ii;illl|!ll)ll I l|| IMIIIIII Mi!|l!l;J:llll,Ji IIIILLIjIIIMIIIIII ii!:Lli;i 1:LLLLL11 genooten maakte deze apologie van den zelf moord een geweldigen Indruk Er ontstond een ware „Wertherkoorta", enkele dweepzieke menschen volgden zelfs het voorbeeld van den held. Goethe had zijn Werthertrekken van zich zelf geleend, maar zooals Werther was bij toch Nu moet men echter niet denken, dat Goethe voor goed tot rust gekomen is. Tot aan zijn dood heeft hij geworsteld met de demonische machten, die in hem woelden. Een gevolg van dien strijd was reeds zijn vertrek naar Italië, dat veel op een vlucht geleek. Charlotte had hem gegeven, wat zij geven kon. maar Goethe Könnt' ich doch a-usgeflUlt einmal Vnn dir. 0 Ew ger werden Ich diese lange, tlefe Qual> Wie dauert sie auf Erden zucht zijn Faust. Vol van dezen Sturm und Drang i8 het treur spel, dat de geschiedenis van Götz von Ber. lichingen dramatiseert, den roofridder uit het begin van de 16® eeuw. a em ten verderve voert is de matelooze drang naar vrijheid. De dood is voor hem ®en ve'r °®slns- Deze beteekenis heeft de dood ook voor den titelheld van den roman „Die Leiden des jUn. gen Werthers". Zooals alle werken van Goethe 's ook dit een belijdenis. Het is de neerslag v*n «en ongelukkig© li©^e eD e^aaitioor in ^ethe veroorzaakte „Weltschmerz De hoofd- is echter de zelfmoord, dien de held pleegt. °ez*n zelfmoord psychologisch te verklaren fs de gebeele opzet van het werk en daarin ls ^etbe volkomen geslaagd. Hij teekent Wer- "7 als een buitengewoon sentimenteelen, a.erf hartstochtelijken jongen man, die even- Sn2ljQ Prometheus het Al willen door- dInhS!n- zich door zijn aardsche gebon- hö 54 daaria verhinderd ziet- Daarom gaat den dood is. op Goethe's sentimenteeie tfld- nlet. Daartoe voelde hij in zich een te groo- ten levensdrang Met zijn Faust begeerde bij „Aller Erden Weh und all ihr Glück zu tra- gen". Deze levensdrang komt vooral tot uiting in het treurspel „Egmpnt", dat spoedig na den Werther ontworpen werd. Het behandelt de bekende episode uit den tachtigjarigen oorlog. De held heeft echter met den historischen Eg. mont weinig gemeen. Goethe beeldde in hem zijn eigen innerlijk wezen uit. De gave, alle menschen aan zich te boeien, het groote, bijna misdadige zelfvertrouwen, de onstuimig® zucht zich uit te leven, dat allee leefde ook in hem. Egmont valt dan ook niet als offer voor de vrijheid van het vaderland; daarvoor had Goethe geen begrip. De vrijheid, die Egmont verdedigt en waarvoor hij sterft, is zijn. per soonlijke vrijheid. Aan lediggang en zelfvertering was Werther te gronde gegaan. Goethe kende het gevaar in eigen boezem en beschouwde het dan ook als een verlossing, dat de Hertog van Weimar hem bij zloh ultnoodigde en hem langzamer hand ambten opdroeg, die den geheelen mensch verelschten. Hartstochtelijk streefde hij naar overwinning van den Sturm und Drang. Vurig verlangde hij naar gemoedsrust: Der dn von dem Himmel bist. Alles Leid und Schmerzen stillest, Den, der doppelt elend 1st, Doppelt mit Erquickung füllest, Ach, ich bin des Treibens milde Was soil all der Schmerz und Lust T Süsser Friede, Komm, ach, komm ln melne Brust I Steeds streefde hij er naar zijn karakter te vormen. Daarin vond hij grooten steun bij de beschaafde hofdame Charlotte von Stein, die in die jaren van innerlijken strijd zijn goede engel geweest is: Tropftest Mttssigung dem hetssen Blute, Richtetest den wilden irren Lauf, Und in deinen Engelsarmen ruhte Die zerstörte Brust sich wieder auf. Nog een keer komt zijn Sturm und Drang op grootsche wijze tot uiting in het treurspel „Torquato Tasso". In dit drama teekent de dichter 't conflict dichter man van de wereld in zijn eigen leven. Tasso is een verhevigde Werther en evenals deze een man, die door zijn hoogvliegende phantasie het begrip ver liest voor de werkelijkheid. Zoodra hij zijn ge- phantaseerde wereld verlaat, stoot hij op de realiteit. Ze is belichaamd in den practischen staatsman Antonio. Het onoplosbaar conflict tusschen Tasso en Antonio, tu&scben den ge- voelsmensch en den verstands mensch, voelt Eleonore van Este, die in zeer veel aan Char lotte herinnert, het duidelijkst: Zwei Manner sind's, ich hab's l&ngst gefühlt, Die darum Feinde sind, well die Natur Nicht e i n e n Mann aus ihnen formte. In Eleonore echter stoot Tasso op een an deren kant van het leven, de zede, de maat schappelijke gebondenheid. Dat hij deze ln haar persoon kwetst, wordt hem noodlottig. Wat Tasso echter niet kon, dat had Goethe geleerd, hij had zich leeren bedwingen, hij lad wet«n te ontzeggen: Sfr«»erJ<*e™|t. die alle Menschen bindet der Mensch sich, der sich überwindet. Hij had ingezien, dat aan de vlucht van den mensch paien gezet zijn: unterscheidet potter von Menschen? J_>ass viele Wellen rror lenen wandeln, TtL. 1wiger Strom: Uns hebt die Welle. Una ingt dJe Welle, Wlr versinken. Ein kleiner Ring unser Leben, Anhihn Sie (dauehrndhter Unendhche^Kettg, Hij vindt de oplossing in ^e Ethica van Kant en de humaniteit: „Edel sei der Mensch, hilfreich und gut. Sein Vorbild lehr' uns, jene (de goden) glauben." Een zoete rust komt over hem- schijnt meer verlangd te hebben. Hij moest weg. Zijn verblijf In Italië (1786—1788) kreeg echter nog een andere beteekenis voor hem: de volksdichter ontwikkelt zich tot klassiek kunstpoëet, de mensch tot Grleksch helden. In Straatsburg had Goethe vol bewondering opgekeken naar den gothieken dom, ln Italië verloor hij eiken eerbied voor de Christelijke kunst en had slechts oog voor de antieke. Door de werken van Winokelmann en Lessing voor bereid, brak in Italië het besef bij hem door, dat alleen de antieke kunst in haar vermeen de „einfache Erhabenheit und Stille Grosse" het ideaal van den kunstenaar kon zijn. Het eerste werk, dat sporen draagt van zijn nieuwe kunstbeschouwing ls het tooneelspel ..Iphigenie auf Tauris". Goethe behandelt hier dezelfde antieke stof, die reeds Euripides ge dramatiseerd had. De inhoud is de uitwerking van den vloek, die rust op het geslacht van Tantalus. Orest, de zoon van Agamemnon heeft bloedwraak aan zijn moeder moeten uitoefenen. Hij wordt daarom door wraakgodinnen ver- v®lgd, tot hij in Tauris landt, waar hij zijn sdster Iphigenia als priesteres van Diana te- rng vindt. In de meening, dat nu zij bloed wraak op hem zal nemen, vervalt hij in waan- zin. Maar Iphigenia kan In haar menscheiijk- beld den broeder niet dooden en zoo wordt Goethe's schrijftafel, een geschenk van zijn vader. de vloek van het geslacht der Tantaliden ge- nomen. De antieke mythe van Orest en Iphigenia wordt onder de handen van Goethe symbool voor de 18e eeuwsche humaniteitsgedachte: „Alle irdischeu Gebrechen sühnet reine Mensch- liehkeit." Schiller noemde dan ook dit werk „erstaun- lich modern und ungriechisch"; hij bewonder de de groote dichterlijke kunst, waarmede Goethe zijn idee vasten vorm gegeven had, maar miste volkomen de Grielcsche tragiek. Schit terend is de taal en gekuischt de vorm: Goethe bekent, dat hij zich voorgenomen had, aan het schoone beeld van de H. Agatha in Bologna in den geest zijn Iphigenie voor te lezen, en zijn heldin niets te laten zeggen, wat de Heilige niet zou willen uitspreken. Iphigenie draagt zeer duidelijk de trekken van Charlotte von Stein, voor wie hij hier wel een zeer schoon monument heeft opgericht. Hoezeer Goethe in de Grieksche gedachten- wereld opging, bewijst, dat de harpspeler ln „Wilhelm Meisters Lehrjabren" het noodlot als dei hoogste macht viert: Wer nle sein Brot mit Tranen ass, Wer nie die kummervollen Nachte Auf seinem Bette weinend sass, Der kennt euch nicht, ihr himmlichen Machte Ihr führt ins Leben uns hinein, Ihr lasst den Armen schuldig werden, Dann tiberlasst ihr ihn der Pein; Denn alle Schuld racht sich auf Erden. zooals de dichter zelf was in zijn Sturm- und Drang- tijd, tot kunstenaar en tot mensch. Hetzelfde noodlot, dat de harpspeler bezingt, speelt de hoofdroi ln den roman „Die Wahlver wandtschaften", een „na. tuurwetenschappijke demonstratie in verhaal trant" .(Verwey). De liefde wordt voorgesteld als een natuurkracht, die bij haar werking geen rekening houdt met zedelijke of verstan delijke overwegingen. Door allerlei oorzaken dreigde de bron van Goethe's poëzie uit te drogen. Langen tijd hield bij zich bijna uitsluitend met wetenschappe lijke studies bezig. Maar eindelijk kwam de vriendschap tot stand, die voor Goethe van de grootste beteekenis werd: de vriendschap met Schiller. Deze wekte weer de insluimeren de kracht van den dichter. Hij doorleefde een tweede jeugd en werd aan zijn volk teruggege ven. De banden, die door de reis naar Italië verbroken waren, werden steviger aangehaald: het Duitsche volksleven kreeg opDieuw beteeke nis voor hem. Duitsche volkskunst en Griek sche kiassiciteit versmolten tot een grootscb geheel. Waarnaar Hölderlin, de voorlooper van de Romantiek streefde, dat bereikt Goethe. Hij wordt romanticus. Iets onderscheidt hem echter van de andere romantici: de accentueering van de beteekenis van de daad, de afschuw voor den lediggang. „Die Tat 1st alles, der Ruhm 1st niohts" dat Is het leitmotiv van zijn Faust, dat is het ook van „Hermann und Dorothea", een burgerlijk epos. Dit laatste behelst de geschiedenis van een Jongen man, die een meisje leert liefhebben en onder medewerking van den predikant en den apotheker van het stadje den aanvankelij- ken tegenstand van den vader weet te over winnen. Bijzonder scherp is de karakteristiek van den jongen Hermann. Hij teekent ln hem den gezonden Duitscher, die ln scherpe tegen stelling met Werther wars van alle sentimen taliteit en geblaseerdheid het leven lief heeft, ln gestadlgen arbeid zijn plicht ziet en zijn geluk vindt Het meest beroemde werk van Goethe, waar door hij een plaats inneemt ln de wereldlitera tuur naast Dante en Shakespeare is „Faust". Twee figuren, die op Goethe sterken in vloed hadden: Charlotte von Stein en de dichter Friedrich Schiller naar oude silhouet-portretten) Aan dit treurspel heeft Goethe zijn leven lang gewerkt. Het werd pas afgesloten vlak voor zijn dood en verscheen ln zijn geheel eerst een Jaar nadien In 1833. Het ls de dramatisee ring van de bekende sage van Faust een too- venaar, die in de 16e eeuw geleefd moet heb ben. Deze sage is ontelbare malen ln veie vormen bewerkt. Zij wil aantoonen, hoe de algemeen menschelijke drift om de absolute waarheid te leeren kennen tot afval van God, tot een verbond met den duivel en tot de eeuwige verdoemenis voert Zoo wordt dan ook ln de oudere lezingen van deze sage Faust door den duivel gehaald. Lessing echter was van meening, dat God den mensch die edele drift niet kon hebben verleend om voor eenwig ongelukkig te worden. Daarom laat ook Goethe Faust niet ten onder gaan. Maar bij Goethe vermengt zich deze idee met een andere. Goethe zag op zijn levensavond in voortdurende actie den sleutel voor de eeuwigheid. Zoo komt hij uit ln de leerstelling van de Scholastiek: fa- cientl, qnod in se est. Deus non denegat gra- tiam. Faust wordt de rusteloos voorwaarts stre vende, steeds onbevredigde mensch, die wel kan dwalen, maar niet verloren kan gaan, die in zijn hartstochtelijk verlangen naar levensuiting alles wil genieten en alles wil lijden, wat de geheele menschlieid ls toegedeeld. Volkomen consequent is dan ook het slot, dat culmineert in den zang der engelen: Gerettet 1st das edle Glied Der Geisterwelt vom Bösen: „Wer immer strebend sich bemüht. Den können wir erlösen." Und hat an ihm die Liebe gar Von oben teilgenommen, Begegnet ihm die selige Schar Mit herzlichem Willkommen. welke woorden Goethe als volgt verklaarde: „In diesen Versen 1st der Schlüssel zu Fausts Kaura einen Hauch Die Vögelein schweigen im w-.ia- Warte nur, balde Ruhest du lucht

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 9