r.,"ppon
%im tijdqoqï
OTUKKEn
DE AANRANDING.
lir
DINSDAG 29 MAART 1932
HET, VONNIS VAN DEN BOSSCHEN
KRIJGSRAAD.
21-22»S"1IÏ2S
géfef vaï 21S NWiif€len nlet' of het aloohol-
raak voor a» November ia de directe oor-
C
VERPLEGING VAN LIJDERS AAN
BESMETTELIJKE ZIEKTEN.
INDISCHE ZUSTERS-MISSIONARISSEN
INVOERBEPERKING VAN
SCHOEISEL.
EXAMEN GEMEENTB-A DMINISTR ATIE.
g Zonder RECLAME geen omzet,
Boon winst; de DRUKINKT Is de
kracht van 't huidige zekenleven
^'''''''iniiniiiiiiiiiimimiiiiiiininiuiiiiiinninniiiiiiiiiiiinmniniiniTniniiW
JBL
In vel« bladen van velerlei richting wordt
met pijnlijke verbazing gewag gemaakt van een
vonnis van den krijgsraad in Den Bosch, waar
bij een officier, die in dronkenschap een agent
had mishandeld, na psychiatrisch onderzoek
als op het moment van handelen ontoereken
baar, van rechtsvervolging werd ontslagen.
Die ontoerekenbaarheid zou een gevolg zijn
van „alcoholvergiftiging".
Denzelfden dag sprak de krijgsraad een niet
malsche véroordeeling uit van een dronken
soldaat.
Men begrijpt de beschuldiging aan het adres
van den krijgsraad zelf: klassejustitle.
Wij willen die beschuldiging niet uiten, al
ïs het alleen maar omdat wij niet van de zaak
op de hoogte zijn.
Blijkens de verslagen zou voorts de verdedi
ger er op gewezen hebben dat er volgens de
psychiaters vóór den bevmsten datum zooveel
gebeurd was, dat bekl. op het oogenblik der
mishandeling niet toerekenbaar was.
Vast staat, dat, blijkens uitlatingen in ve
lerlei organen, het rechtsgevoel van ons volk
in breeden kring zich pijnlijk voelt getroffen.
Terecht of ten onrechte, dat moet klaar aan
den dag treden, ook omdat dit ontslag van
rechtsvervolging in ieder geval in onze juris
prudentie een zeer opvallend verschijnsel lijkt.
Wij hebben ten dezen het meest volledig ver
trouwen in onzen minister van justitie.
Nadere bijzonderheden over het
gebeurde.
Naar aanleiding van het vonnis van den
Bosisichen Krijgsraad heeft hot „Vaderaamd."
een nader onderzoek Ingesteld. Aam de resul
taten van dit onderzoek ontleenen we het vol
gende:
„De autoriteiten grepen reeds disciplinair in
vóór het onderzoek van den griffier-commis
saris was gesloten. Bij Kon. Besluit werd de
jonge officier uit het Jagersregiment verwij.
derd en bij ministerieels beschikking van de
Hoogere Krijgsschool. Het laatste met de be-
paling, dat hij in 1934 herplaatsing mag aan
vragen.
Bö het vooronderzoek van den Krijgsraad
bleek, dat de luitenant reeds twee Jaar vroe
ger (najaar 1929) tijdens een reis een ernstig
zenuwcrisis heeft doorgemaakt. Hii M
aIawIsa awaan
sterke ongemotiveerde angstgevoelens en aan
geheugendefect. De toestand bij thuiskomst
van dien aard, dat de patiënt eenigen tiid
in een neurologische kliniek
was
moest doorbrengen. Er volgde
zing, maar in het begin der vernWt .gene"
nerde de patiënt zich zelfs niet
trouwd was en zijn eigen vrouw'zafhu
een onbekende aan. Onder de T°°r
deze crisis komt alcoholgebruik zettf?!!?
Dit feit is bij het vooronderzoekt! «ani .af
geweest om aan de psychiaters w aanle'ding
pel mans Plat, den SychÏte" van b T
dien ook niet -ot den"1 e>l9ls e6wee8t en na
bestaan tussobpn g samenhang kon
hetgeen hem t a ho1 bleef gebruiken,
tr°UWens Moit verboden is.
Sïiefaf: S tT efnT? ZiCh
róes? echte, d.w.z. gewone
tie1? e n'k el te e r s d; Pae VermeIding' dat P°r'
vreemd geval h-v a!erm° het dadelijk een
m het bin-
vrlenden van de Witte 6611 ZÜner
deld) merkte de portïer T m° gewan_
binnenkomen van dronkl bijzonder op het
ten en deze afwijzen nip». moet let"
dat de persoon ln kwestie d' staat vast'
kortl. hoef, nod^nk,*' Z L F'.T
ontnuchtering verkeerde Was hit
logische roes, d.w.z. felle rirnnt pa o"
een persoon, die weinig alcohol vta Van
Neen, meenen de psychiater- erdragen k1"-
Bant kon vrij reelSï' 7'/e Iuite"
Regimentseommandant heeft hii gens den
dronken dan zijn kameraden S*
Op het laatst van den avond heeft htt
getoast. "ij nog
De psychiaters zijn tot het heeia
abnormalen roes gekomen, gevolg van Jf?
gebruik blijft directe oorzaak) een
weerstandsvermogen. Voor dat ver ?1"
weerstandsvermogen zijn drie gronden1"!, d
voerd: lo. psychische druk als gevolg v^w
ongeluk met het paard vijf weken te v
en het breken van het sleutelbeen. Bij dit?6"
geval heeft de luitenant veel pijn geleden h".
diner was de eerste uitgang na het ongeluk-
2o. de noodzakelijkheid, in den laatsten tiid
veel op de Krijgsschool in te haten; het on
geval had den betrokkene achteruitgezet. Tot
vlak voor den feestmaaltijd had hij ingeapan-
nen gestudeerd. Zijn geest was vermoeid. Het
sleutelbeen hinderde hem hij het schrijyen en
dit feit maakte hem bij zijn geestelijke in
spanning ook nog neerslachtig; 3o. waren er
juist den laatsten tijd famillemoelUjkheden
geweest.
De betrokkene ging dus allesbehalve opge
wekt en vermoeid naar het feest, waar hij ook
weer niet wilde wegblijven. Hij moest toch
weer ln het teven komen? Het ging dus, al
stonden zijn hoofd en zijn hart allesbehalve
naar feestvieren. Hij was reeds eenigen tijd
dat is komen vast te staan prikkelbaar
en nerveus.
Lte luitenant heeft steeds aan corpsdiners
deelgenomen. Hij is gezond, van sterke consti
tutie, kan vrij veel alcohol verdragen.
Waarom ls het dan op dezen maaltijd zoo
misgeloopen?
Aan de conclusie van het rapport ontleenen
we het volgende antwoord:
„Het betreft hier een man van gezonde
krachtige, lichamelijke constitutie, wel is
waar behept met een niet volkomen valide
zenuwstelsel, maar zich bewust zijnde dat hij
ln staat is - omdat hij altijd daartoe'in staat
gebleken is - gewoon, evenals de kameraden
aan feestelijkheden, waarbij alcohol gebruikt
wordt, dee! te nemen. Deze man neemt or
den bewusten dag deel aan een corpsdiner
zooals dat in zijn kring te doen gebruikelijk
ls en zooals hij dat talrijke malen vóór dien
gedaan heeft en weet niet - kan niet weien
want alleen het feit, dat hij zieb dien dav
wat minder gedisponeerd voelt voor zulk een
feestviering er, den laatsten tijd wat rr
voör hfr?0" DerV6U3 iS' kan redelUkerwös
te ttrwi, hfe6n aanIeiding geacht worden, dat
stand za.1 hnv~ Öat dezen avond niet be-
hoeveelheid '"Vl t®een het gebruik van een
maa?ln! lCOho1' kIeiner da" bij menig-
Sefrf.n °°rni8 h6€ft V6rdragM' en "let
Kamen tafelgen<*>ten ^id<te'd tot
Toch blijkt zulks het geval geweest te zijn
zich bij de anderen geen opval-
niH-.6 ^ee^enen va<n dronkenschap vertoonenl
althans van die zijde geen aanleiding tot
s oung van de openbare orde gegeven
vo geraakt hij vrijwel opeens ln een zoo-
nameen toestand van zinsverbijstering, dat
hij niet meer weet, wat hij doet en een delict
begaat.
Hier hebben wij inderdaad wel een bijzonder
geval voor ons, waarin het juist schijnt ten
aanzien van de vraag naar de toerekenbaar
heid van den delinquent een wat ander stand
punt in te nemen dan in de groote meerder
heid der gevallen van dronkenschap, om over
wegend sociale redenen, als juist mag be
schouwd worden.
Tot zoover het rapport, dat den krijgsraad
van den Bosch tot vrijspraak heeft genoopt en
dat voor zichzelf spreekt.
Alleen vestigen wij er de aandacht op, dat
de psychiaters den beklaagde zelfs van alle
aansprakelijkheid voor het geraken in den ab
normalen roes vrij pleiten."
Ten slotte schrijft het blad voldoen wij nog
aan een verzoek van den raadsman.
Toen de luitenant door de politie uit Paler
mo verwijderd werd, moet een der gasten zijn
opgestaan en tot den agent geroepen hebben:
„Pas op, die man is gek. Ik ben medicus". De
medicus, die dat geroepen heeft, zou door zich
bij den raadsman (T. 115910) te me'den, dezen
en zijn cliënt een dienst bewijzen. Nasporin
gen naar dien persoon hebben tot dusver niet
gebaat.
HANDEL IN GECONDENSEERDE MELK
EN MELKPOEDER.
De Ned. vereeniging van belanghebbenden
bij bovengenoemden handel beeft ln een adres
aan den minister van Btonenlandsch© Zaken
en landbouw een aantal bezwaren geformuleerd
betreffende de rijksvoorschriften voor de uit-
voercontróle en de werking van het comtróle-
station. Het betoog komt op bet volgende neer:
De contröle op de melkproducten in zijn
tegenwoordigen opzet, heeft weinig nut; eens
deels doordat bet oertificaat geen waarborgen
geeft inzake kwaliteit en anderdeels, doordat
door de bijzondere tijdsomstandigheden het
nut, dat de contröle in een enkel opzicht nog
zou kunnen hebben, niet tot uiting kan komen.
De kosten, aan de uitvoering der contröle ver
bonden, zijn dermate hoog, dat zij een drui-
kenden lastt voor bet zuivelbedrijf vormen, en
de concurrentie met andere landen, die melk
producten exporteeren, zeer verzwaren.
De ooutTóle-voorsohriften zijn van dien aard,
dat de handel daardoor zeer ongunstig beïn
vloed wordt en dikwijls groote financieel© na
doelen daarvan bet gevolg zijn- Voor de bande
laren ln melkproducten zijn enkele bepalingen
van zoo ingrijpende beteekenis voor bun nor
malen handel, dat inschrijving verlies van een
gedeelte van hun bedrijf medebrengt.
Het wordt den handelaren in melkproducten
onmogelijk gemaakt, den handel in den omvang
en op een wijze als voorheen te blijven uit
oefenen, waardoor hetgeen door moeilijken
arbeid na jaren werken is opgebouwd, dreigt
verloren te gaan.
Adr. verzoekt den minister dringend die be
zwaren uit den weg te ruimen of te vermin
deren.
Tweemaal, kort achtereen, was er een bru
tale aanranding gepleegd in een der stille
buitenwijken van het stadje en deze beide
Misdaden, hadden bij mevrouw Takstra een
gevoel van ongerustheid gewekt, dat zich niet
liet verdringen.
Die ongerustheid betrof meneer Takstra.
In de wintermaanden ging deze tweemaal per
week 's avonds naar Amsterdam voor het hou
den van wetenschappelijke voordrachten; hij
keerde altijd met den laatsten trein terug. En
dan moest hij alleen, de donkere, nog bijna ge
heel onbewoonde Esschenlaan dqor, aan welks
einde het Takstra-villatje stond. Dit waren
voor mevrouw Takstra minuten vol angst en
lederen avond, als ze hem terug verwachtte,
stond ze ln den erker van den donkeren salon
en tuurde den weg af. Als ze hem dan de
bocht om zag komen, klopte haar hart een
beetje sneller en zuchtte ze van verlichting.
Toch hield ze weken lang haar angst voor
zich, omdat ze er haar man niet mee wilde
lastig vallen. Maar toen er op een donkeren
Decemberdag een vrij guur uitziend individu
aan de villa kwam bedelen, werd het haar te
machtig en stortte zij haar hart uit.
Meneer Takstra lachte er wat om en stelde
haar gerust. Men zou hem niet aanranden en
als het haaT op de avonden, dat hij weg was,
een veiliger gevoel zou geven, moest ze maar
een flinken waakhond koopen.
Er werd niet meer over deze zaak gepraat.
December kroop langzaam voort en meneer
Takstra hield zijn laatste lezing voor de
Kerstvacantie. Toen hij ln zijn woonplaats
uit den trein stapte, hing er een vrij dikke
mist in de stille straten van het stadje. Het
deerde hem niet, zoomin als iedere andere
onaangename weersgesteldheid hem deerde.
Zijn geest was bij zijn studie en bijna automa
tisch nam hij den goeden weg naar huis. In
de Esschenlaan scheen de mist onder de
boomen nog dikker dan elders. Stevig stapte
Takstra voort, toen hij plotseling vrij onzacht
tegen iemand opbotste. Verschrikt stamelde
hij „pardon", maar de andere man was al ver
dwenen. Takstra liep door, maar hij had nog
geen tien passen gedaan, toen uit zijn onder
bewustzijn plotseling de waarschuwing, die
zijn vrouw hem eenige weken geleden gege
ven had, naar voren drong. En nerveus gleed
zijn hand langs zijn jas. Die stond half open
en er was een knoop af. AfgeruktNog
zenuwachtiger greep hij naar zijn vestzak.
LeegZijn horloge wegHij was dus toch
het slachtoffer van een brutale aanranding
geworden. Deze gedachte deed zijn verwarring
veranderen in woede. Hij draaide zich om en
holde in de richting, waarin de dief, die nog
niet ver kon zijn, verdwenen was. En Inder
daad zag hij weldra vaag een gestalte voor
zich.
Hier, blijf staan", riep hij, hijgend. „Blijf
staan
Zijn woorden hadden echter een tegenover
gestelde uitwerking. De dief verdween met
flinke snelheid. Dit vermeerderde Takstra's
woede en hij zette den vluchteling na, een
snelheid ontwikkelend, waarover hij zelf ver
baasd zou zijn geweest, als hij het zich be
wust geworden was. Maar hij had succes, hij
haalde den schurk in, kon hem eindelijk bij
zijn jas grijpen.
„M'nhorloge!"
Heesch van de geweldige inspanning, stootte
hij de woorden uit. De dief trachtte zich los
te rukken, maar Takstra hield vast.
„M'n horloge!", siste hij nogmaals, probee-
rend den ander tot staan te brengen.
Toen voelde hij, hoe hem iets in de hand
geduwd werd: zijn horloge met ketting.
Uitgeput liet Takstra zijn aanrander los,
die oogenblikkelijk verdween, en bleef hij
gend staan, zijn eigendom weer op zijn plaats
bergend. Dan liep hij vlug naar huis, zich
vast voornemend, zijn vrouw niets van het
gebeurde te vertellen. En evenmin zou hij er
aangifte bij de politie van doen. Dat zou aller
lei onnoodig gevraag geven en dan zou zijn
vrouw het toch te weten komen. En hij had
immers toch zijn horloge terug.
„Je ziet er warm uit", zei mevrouw, toen
hij thuis was.
„De trein was laat en Ik heb hard geloopen,
om je niet ongerust te maken", antwoordde
hij. Het klonk nogal aannemelijk vond hij en
ze scheen het te gelooven. „Ga jij nu maar
naar bed, ik ga nog een uurtje werken".
Den volgenden morgen, aan het ontbijt,
slaakte mevrouw Takstra, die de krant door
keek, plotseling een kreet.
„O, zie Je nu wel Weer een aanranding
Hier in de Esschenlaan, gisterenavond, om
half één. Meneer Verschuur, het gemeente
raadslid, je weet wel, was bij kennissen ln de
Iepenlaan geweest en ging door de Esschen
laan naar huis. Plotseling botste iemand tegen
hem op. Het was zoo mistig, dat Verschuur
hier niets vreemds ln vond, maar omdat het
al laat was, liep hij vlug door. Even later
merkte hij echter, dat iemand hem achterop
kwam en hem toeriep, te blijven staan. Ver
schuur liep natuurlijk zoo hard mogelijk weg,
maar de boef haalde hem ln en eischte zija
horloge. In zijn angst voldeed Verschuur hier
aan, kon zich dan losrukken en een villa bin
nenvluchten. En dat was om half één, Juist
voor jij thuis kwam. Wie weet, hebben ze ook
op jou geloerd. Het is eigenlijk een geluk,
dat jij gisteren jouw horloge op de toilettafel
hebt laten liggen, maar ze hadden je toch
misschien wel kunnen vermoorden".
Deze laatste onlogische noodkreet drong
niet tot meneer Takstra door. Een vreemde
gewaarwording had zich van hem meester
gemaakt.
„We moeten een politiepost in de buurt
hebben, ging mevrouw zenuwachtig voort, je
moest er vandaag met den commissaris over
gaan spreken. Dan zijn we
„Ja, ja", viel hij haar in de rede, terwijl hij
opstond. „Ik zal het doen, maar ik moet- even
iets nakijken".
DE TOONEELCRISIS TE AMSTERDAM.
B. en W. wijzen herope
ning van de onderhandelin
gen over de instandhou
ding van de Kon. Vereen,
van de hand.
Naar wij vernemen, ls van de zijde van de
gemeente op het schrijven van den heer mr.
A. B. Gomperts, namens de N.V. Hollandsche
Schouwburg geantwoord, dat, daar B. en W.
van directie en commissarissen der K. V. het
Ned. Tooneel op 24 Maart de offlcleele mede-
deeling ontvangen hebben, dat bet gezelschap
der K. V. is ontbonden, het geen zin meer
heeft de bespreking over hervatting der werk
zaamheden door de K. V. het Ned. Tooneel te
heropenen.
Faillissementsaanvraag 7
De situatie in de tooneelcrisis is op het
oogenblik zoo, dat nagenoeg alle artisten van
de Koninklijke Vereeniging „Het Nederlandsch
Tooneel", die in het oude verband de exploi
tatie heeft stopgezet, te beginnen met Zater
dagavond, onder den naam van „Vereenigde
Spelers, van de Koninklijke Vereeniging „Het
Nederlandsch Tooneel"," voor gezamenlijke re
kening zullen doorspelen tot, zooals de afspraak
Is, het einde van het seizoen, begin Mei. Ook
de groep Van Praag-Tourniaire blijft tot dezen
datum haar medewerking verleenen, om daar
na afzonderlijk te gaan optreden.
Over de al- of niet-ontbinding der „Konink
lijke" zal intusschen ln een Donderdag a.s. te
houden vergadering officieel een beslissing
worden genomen.
In dit verband kan er nogmaals op gewezen
worden, dat de laatste poging tot haar instand
houding, ondanks het ontmoedigend resultaat
van de met den president-commissaris gehou
den conferentie, is uitgegaan van de N.V. Hol
landsche Schouwburg, van welker jongste stap
pen de bijzonderheden en voorwaarden bekend
zijn geworden door de publicatie van den brief,
welke aan wethouder Boekman is gezonden.
Indien deze poging niet tot een bevredigend
resultaat leidt., dan dreigt na Paschen van de
zijde der N.V. Hollandsche Schouwburg de
faillissementsaanvrage der Koninklijke met de
verschillende gevolgen, die daaruit kunnen
voortvloeien, terwijl ook van de zijde der uit
getreden artisten, Henri Eerens en Else Mauhs
op grond van nlet-nakoming hunner contrac
ten door de betrokken partij, rechtsmaatrege
len verwacht kunnen worden. Bij hen heeft
zich thans, naar geiqeld is, Mevrouw Magda
Janssens aangesloten.
Redenen tot bevredigdheld geeft de algemee-
ne toestand dus nog allerminst.
(Buiten verantwoordelijkheid der redactie).
ONZE KOSTSCHOLEN EN PENSIONATEN.
Geachte Redactie,
itoi vind ,dat de beer p- (waarom niet naam en
voluit genoemd) wel op een
manier zjjn grieven over
^enaer^i' gef>erad) 'wel °P byder
F-Mis manl-:r Zijn grieven over een vol
te berde .hooS>in Pi'u's van pensionaatkoaten
0e beer Verscflinur ontving twee dagen
later zijn gestolen horloge en ketting per post
pakket van den onbekenden, berouwvollen
aanrander terug.»
(NADRUK VERBODEN).
DOOD GEVONDEN
Te Hoeven (N. Br.) is op het veld het lijk
gevonden van den ongeveer 60-jarigen land
bouwer C. C. Men vermoedt, dat hij bij den
arbeid door een hartverlamming getroffen is.
Een adres der Walchersche gemeenten
aan den minister van Arbeid.
De besturen der plattelandegeimeeriten op
Walcheren, met uitzondering van Domburg,
hebben zich gezamenlijk tot den Minister van
Arbeid, Handel en Nijverheid gewend met een
adres, waarin zij melden, tot heden nog geen
overeenkomst gesloten te hebben met een zie
kenhuis tot verpleging van lijders aan be
smettelijke ziekten.
Daar nu de commissaris der Kóningin heeft
aangedrongen op het aangaan van eene dergelij
ke overenkomet welke met de ziekenhuizen in
Middelburg en VlissLngen kan worden getrof
fen tegen betaling van 6 cent per inwoner ge
durende 40 jaar, verzoeken adressanten den
minister het daarheen te leiden dat, hetzij de
verplichting tot het bouwen van, dan wel aan
sluiting bij een ziekenhuis, komt te vervallen,
of wordt uitgesteld, totdat de terugkeer van
meer normale omstandigheden het de gemeen
ten mogelijk maakt, de geeischte financieele
offers te brengen.
FRANSCHE GYMNASIASTEN IN
ONS LAND.
Een gezelschap Franeche Gymnasiasten
maakt dezer dagen een excursie naar ons land.
Het betreft hier een groep jongelui, die op
stellen gemaakt hadden over de Nederland-
sche inzendirg ter Parijsche tentoonstelling.
Ter beoordeeling van die opstellen, was een
jury gevormd, welke de opstellen heeft uitge
kozen.» Deze jury bestond uit de heeren jhr.
Jan Feith, dr. Jan Walch, ir. Ott de Vries (Ne
derland in den Vreemde), dr. W. v. d. Wijk,
(Nederland-Frankrijk), Henry Asselin en W.
P. F. van Deventer secretaris.
De jongelui zijn Vrijdag in Amsterdam aan
gekomen on bnachitem Zondag een bezoek
aan Volemdam en Marken. Maandagoch
tend kwam 't gezelschap naar Den Haag in
autocars van Amsterdam via Noordwijk. Heden
werd de stad bezichtigd terwijl de dag
besloten wordt met 'n ontvangst, om half vijf,
door H. K. H. Prinses Juliana in het paleis
Noordeinde.
■s Woensdags wordt een bezoek gebracht aan
Rotterdam. Op den terugweg naar Den Haag
wordt eenige tijd doorgebracht in Delft. Deze
dag wordt besloten met een receptie door den
Franschen gezant in het gezantschapsgebouw.
Bij deze receptie is ook een aantal Haagsche
gymnasiasten uitgenoodigd om kennis te ko
men maken met hun Fransche collega's.
DIRECTEUR STADSSCHOUWBURG.
Aan den gemeenteraad wordt door B. en W.
voorgesteld de betrekking van Directeur van
den Stadsschouwburg, met ingang van 1 Sep
tember a.s., op te heffen en aan mr. H. M.
Merkelbach met ingang van dien datum eervol
ontslag te verleenen.
Mevrouw Jacqueline Royaards-Sandberg, ver
zoekt mededeeling te doen van het navolgende:
Aangezien de partagebespeling der Vereenig
de Leden der Koninklijke Vereeniging niet
leidt tot een weder opvatten der werkzaamhe
den der Koninklijke Vereeniging „Het Neder
landsch Tooneel", trekt zij zich alsnog uit
deze partagebespeling terug. Zij heeft zich be
reid verklaard belangeloos mede te werken bij
liet gezelschap der „Vereenigde Spelers", tot
de liquidatie der Kon. Vereeniging een feit zal
zijn geworden.
Zij behoort tot diegenen, die zich niet kun
nen vereenigen met het feit, dat de heeren
Saalborn en Verbeek, die als Directeuren der
Koninklijke Vereeniging hun verplichting niet
nakomen, thans weder de hoofdleiding verte
genwoordigen in dit partage-gezelschap.
Hetn® brengt-
over te absolu"t onnoodig er binnenshuis
gevondenmh^ebenn- T,°Ch !T ik het Veel reëeler
streeks tot dfn in de heer P" zich recht-
gewend, indien\,,cteur v/h- pensionaat had
op een pensionaat n6/*] zÜner kinderen
zijn grieven had hói! 93 cbo°l beeft en dezen
weet zeker, dat ve^,n(.„?emaakt' Pï voor mU
kostscholen hun prui.„„ L ende Pensionaten en
Is my meer dan eens ten ver'aagd; zulks
directeur of directrice. 'iegedceld door een
Er zyn altyd personen, -
mededeelingen lezen daar miah^. -,dergelyke
om tegen het R.-K. OnderwÜ, van maken
tingen van leer te trekken. n zÜn inrich-
Hoogachten-d
HENKf J. van Bijnen
Amsterdam, Maart 1932.
(Van redactiewege ingekort).
„Agentia Fides" meldt uit Madras:
De congregatie der Indische Zusters-Mis-
sionarissen telt reeds 25 religieuzen, 13 no
vicen en 23 postulanten. De Indische Zusters
hebben in Ajmer de „Sophia School", waar
160 meisjes uit de stad (uit de klassen der
Hindoes, Paria's of Mohammedanen) onder
wezen worden volgens het leerplan der Envel-
sche scholen.
Tevens besturen deze Zusters de „Imelda-
school" voor arme kinderen.
In Jaipur bezitten zij een weeshuis met
dertig meisjes, alsmede een school met 40
teerlingen, die door de regeering officieel ls
erkend en thans wordt gesubsidieerd.
De bekeering der paria's.
t Tan O.L. Vrouw der
Engelen uit het moederhuis in Angers heb
ben in December 1929 in Ajmer een school
gesticht voor kinderen van Indiërs uit de
kaste der paria's.
Ondanks de vrees, die de ouders gevoelen
voor het katholiek onderwijs, en ondanks de
plagerijen, waaraap zij zich blootstellen, wan
neer zij hun kinderen toevertrouwen aan de
Franciscanessen, is da St. Franciscusschool
in twee jaar tijd tot grooten bloei gekomen;
zij telt reeds 72 leerlingen, 55 jongens en 17
meisjes.
De Fransche Zusters worden bij haar misslo-
neeringsarbeid trouw terzijde gestaan door de
Engelsche regeering.
DE PARIJSCHE SCHOUWBURGCRISIS.
PARIJS, 26 Maart. (V.D.) De minister van
onderwijs en kunst heeft verklaard, dat hij
bezig is met het bestudeeren van een nieuw
voorstel, dat ook de bioscoopdirecties zal kun
nen bevredigen, zonder het evenwicht van de
begrooting te verstoren.
Door de federatie van Nederlandsoh© Schoen,
fabrikanten ls aan den Minister van Arbeid,
het volgende telegram verzonden:
„Federatie van Nederlandsche Schoenfabri
kanten, verontrust door het tot nu toe uit
blijven van een nader contlngenteeringsbesiuit
met betrekking tot den Invoer van schoeisel,
dringt er met klem bij Uwe Excellentie op
aan de afkondiging van dit besluit zooveel
mogelijk te bespoedigen teneinde aan d©
thans zoowel voor de Industrie als voor den
handel noodlottige onzekerheid een eind« te
maken".
JOS. DE PONT, voor2dtter\
VAN SPAENDONCK, secretaris-
Tot leden, belast met het afnemen van het
examen ter verkrijging eener akte van bekwaam
heid In de gemeente-administratie, zyn benoemd
de heerenG. van Andel, burgemeester-secre
taris van Zuid land; F Bisschop, secretaris van
Vlisslngen; h. van Boeyen, lid van Ged. Staten
van Zuid-Holland, Voorburg; A. A. C. van Dort
secretaris van Hulssen; E. 'van Douwen, burge-i
meester van OoststellingwerfG. J. Hardick.
secretaris van Apeldoorn; J. Kamman, secreta
ris van Den Helder; H. Th. Klein, oud-directeur
der Vereeniging van Ned. Gemeenten, 's-Gra-
,P- Kooiman, lid van Ged. Staten van
va°n'Öüm?wPKee£di«fK- fcretarla
taie te DordrechtK. Nieland' rArnndaria
der derde afdeeling ter Prov. griffie te Óronin
gen; mr. G. Noorman te Utrecht; H. J. Nou-
wen, secretaris van Venlo; u. j. van Qortmers-
sen, referendaris ter secretarie te Groningen- C
Pais, burgemeester van Menaldum; Th.
Roeffen, referen daris ter Rrov. griffie van Noord
Brabant; mi. dr. H- pomeyn, advocaat te
's-Gravenhage, J. o?er8, secretaris van
Eindhoven; J- »Ss, hoofdcommies ter
secretarie te MaantrMmt; mr. H. G. Scholten.
secretaris van zaandam; p sikkeSi secretaris
van Sneek, Th. Ppers, wethouder van Heer
len; J. J- L. M. Verwie,, burgemeester van Oister-
wyk; J. p- Vis' secretaris van Weesp.
MIDDENSTANDS-DIPLOMA HAN
DELSKENNIS.
Evenals vorige jaren zal de Nederlandsch»
Diocesane ij andsbo (Federatie van de vjjf
f Har ze-Bonden in Nederland) weder-
h® &elegenheid openstellen tot het afleggen
Het eng6n0emd <"xamen-
at examen zal worden gehouden by voldoen
de deelname te 's-Hertogenbsoch, Roermond,
Rotterdam Breda, Endhoven. Boxmeer en even-
tueel andere plaatsen en wel het schriftelyn
examen op 26 Mei op alle genoemde plaatsen en
het mondeling examen op Juni te Roermond
°P 15 Juni te Breda en op 22 Juni te 's-Herto-'
Nadere' inlichtingen by den heer A. J. Spie-
rings, Accountant, Verwerstraat 9 te 's-Hertoy
g"enbosch.
ca
iHAAQ. het EriaEifjCH
VAM M. F. LEATi.
Heel zeker, lieveling. Ik zou me scha
men, als ik er alleen maar aan dachrL Boven
dien wordt ik al een oude vrouw, May.
O, moedte! Meit uw laatste verjaardag
bent u nog pas 29 geworden. Alle meisjes
zeggen, dat u er zoo jong uitziet. Ze dachten
dat u een oudere zuster van me was, toen ze
U voor het eerst zagen. En Pater Brevilte
zet- gisteren, dat hij u niet meer dan 20 zou
gegeven hehben.
Ik lachte. Eigenlijk had ik wel graag, dat
ik voor heel jong gehouden werd, nu lk een
dochter had, die met haar hoofd boven mijn
schouder uitkwam. Maar ik zed May, dat ze
niet om zulke dwaze praatjes moest geven, en
dat de meisjes beter deden, als ze aan haar
lessen dachten, ln plaats van naar mijn leef
tijd te raden.
En Patèr Breville ook, zei mijn kind
ondeugend.
May kwam 's Zaterdags thuis, en bleef dan
tot Maandagmorgen bij me. Ze leerde goed,
en ik was in de wolken over haar succes. Lang
zamerhand kreeg ik zelf kennissen, Engelsche
en andere, leerde gemakkelijk Fransch spre
ken, en begon van Brussel te houden. Na een
jaar had ik een gevoel, alsof May en lk bij
de stad hoorden. We brachten in dien tijd
samen een bezoek aan Juliet, in Londen, en
mijn schoonzuster was even opgetogen over
May «Ie ik.
Zoo woonden we nog vijf jaar in Brussel ge
lukkig in eikaars nabijheid. Die tijd werd
slechts onderbroken door een jaarlijksch be
soek aan Londen en Dublin, Eén gedachte
bhu&ardie mjjj Lady Power tod als haar weasch
Dn,,.»» gegeven, dat May met 16 jaar naar
terugkeoren. De laatste jaren had
«a-hfr,20 d vau ""in schoonmoeder te wen-
dat zii hI?sTlaten' Het dus begrijpelijk,
niet 9 maakte. Doch zóóver was het nog
IL
kapitein
met wlen hij in Indië gediend tja
bracht mij in ?be3ter
van Bussel en weldra voelde
ambtswoning geheel en al thuis. Aan één «Sri
van amusement deed lk nooit mee, n 01
dansen. Ik had heit nooit geleerd, maar al w!
ik het geleerd, dan zou ik todh niet naar ©en
bal zijn gegaan. Ik heb daarin altijd tets on
waardigs gezien, vooral voor een weduwe en
moeder, en niemand kon mij ertoe bewegen
naar zulk een gelegenheid, te gaan, al was
het alleen maar, om er naar te kijken.
Omstreeks den tijd, waarvan ik nu schrijf,
was May 14 Jaar. Ik nam nooit een uitnoodl.
ging aan voor Zaterdagavond, want die was
en bleef bestemd voor mijn kind. Haar gezel
schap was voor mij altijd het aantrekkelijkst
Maar op één Zaterdag wat herinner Ik mij
dat nog goed ln het midden van Januari,
had lk beloofd, op het consulaat te komen.
Het was de verjaardag van mevrouw Chester
en ik had al lang te voren gezegd, dat ik zou
komen.
Ik heb er nooit ook maar een oogenblik
aan gedacht om uit te rekenen, op wat voor
dag het zou vaalen, zei ik mistroostig tot May,
terwijl ik mij voor de gelegenhetid kleedde.
Dat hindert immers niets, lieve moedte zei
May op sussenden toon. Ik zal me heel goed
aimuseeren, zoolang u weg bent En u zult im
mens niet laat thuiskomen,
O, ik zal zeker niet iaat thuis komen,
lieveling. Ik zal er maar al te veel naar ver
langen, om bij jou terug te zijn.
Maar u moet niet weglooipen, vóór de
halve avond voorbij is, moedie. Anders zal
Mirs. Oheeter beleedigd zijn.
Mijn groote meid kwam naast mie staan en
sloeg de armen om mij heen,
U bent de liefste, zoetste, knapste en ver
standigste moedie, die er ooit geweest is. dat
blijf lk zeggen! zei ze vleiend.
Het was een zeer drukke bijeenkomst bij
de Chesters. Zij woonden al zóó larag ln Brus
sel, dat zij de halve stad kenden. Aan tafel
kwam ik in gesprek met een ouden Franschen
heer, die op weg was naar Parijs, en, bij
het vernemen, dat lk die stad kende, met
belangstelling informeerde naar de redem. van
mijn verblijf aldaar. Zoo kwamen wij ten Laat
ste te spreken over het kerkhof van Père-la-
Chalse, waaraan lk sindsdien nog geen bezoek
ha-d durven bremgen, en mdjn buurman be
loofde mij, dat hij, bij zijn aankomst in de
stad, zoif een onderzoek zou instellen naar den
toestand van het graf van mijn echtgenoot,
waaromtrent hij mdj dan bericht zou zenden.
c ^mk zóó lang en zóó ernstig met mijn
n euwen kennis over dit onderwerp dat ik
nauwe jks aandacht schonk aan de rest van
het gezelschap. Maar toch voelde lk, dat
iemand naar mij keek. Een of twee keer zag'
ik op en ontmoette ik plotseling den blik van
em heer, die tegenover mij zat, achter een
breed© haag van bloemen. Nóg zie ik vóór
mij die groote donkere oogen, zooals hij ze op
mij riohtte en nóg hortoner ik mij hoe ik
lichtelijk schrok, lederen keer, dat onze oogen
elkaar ontmoetten, en hoe vlug hij dan zijn
blik afwendde, en zich met een achteloos
woord tot zijn buurman richtte. Na tafel sitel-
da Mr. Cchester dien hear aan mjj voor.
Lord Eustace Amnerley zou gaarne aan
u voorgesteld worden, Mrs. Power, zeide hij
vormelijk. En dan fluisterde hij mij haastig
in het oor: „Een verbazend goede kerel, zoon
van den graaf vam Riversdale, kent de familie
van uw mam, u moet vrienden worden''.
Ik was altijd tamelijk schuw tegenover
vreemden en toetn Lord Eustace buigend voor
mij stond, voelde ik, dat ik tot over mijn ooren
bloosde. Ik wist geen woord te zeggen. Maar
Lord Eustace leed niet aan hetzelfde gebrek.
Zijn groote, donkere oogen bleven op mij ge
vestigd.
Dein heeden avond heb ik er naar ver
langd, aan u voorgesteld te worden, begon hij.
Ik zou dat al eerder verzocht hebben, als u
niet zoo omringd was geweest van bewonde
raars.
Alleen mieneer Odot, zei ik, bij wijze
van verklaring.
O, die oude Fransche heer. Ik zag, dat
u in een hoogst onderhoudend gesprek met
hem gewikkeld was. U hadt oogen en ooren
voor niemand anders. Iedereen benijdde hem.
Wij spraken amdens niet over een benij
denswaardig onderwerp, zei ik, met een zucht,
hoewel het mij wel interesseerde. Ik sprali
met hem over het graf van mijn man, in Par
rijs.
Excuseer me, riep Lord Eustace ernstig
uit. Ik had dat niet zoo achteloos moeten zeg.
gen. Ik had er natuurlijk geen Idee van, wat
het onderwerp van uw gesprek was. Ik hoop
dat u het mij wilt vergeven.
Er is niets te vergeven. En alles i« Al
lang geileden. Mr. Chester zegt, dat u de fa
milie van mijn man kent?
Ik heb er maar één van die faimlUe ge
kend een fijnen, jongen kerel maar hij
ls dood laat eens kijken: dat 1« «I 20 l®"-1
geleden. Wij gingen samen op sehool, in Ier
tend. Hg heette Hugh Power, en waa de zoon
van Sir Thomas Power, van Ge®*®®8 Cboss,
die ook al dood is.
Maar dat was mijn Hugh1 rieP ik adem
loos uit. Het is geen twintig' "War veertien
jaar geleden, dot hij stierf. lBiet duni a.s.
Was dat uw mian? Pent u Werkelijk de
weduwe vara Hugh power- vergeef me mijn
onwetendheid, Mts. Power ja, ik hoorde er
iets van, maar het drong uoait heelemaal tol
me door', dat Hugh g®trouwd was. Het lijkt
al eeuwen geleden. war®n precies eveu oud.
Ik zag hem tnet verbazing aan. Het leek
haast niet te gelo°veii. dat Hugh even oud
zou geweest zün a's Lord Eustace, wanneer
hij was blijven leven. gn toch was het natuur
lijk zoo. Lord Eustace was nu een van gg
jaar, en mijn Hugh was 21 ihar, toem wij
trouwden.
Ja, dat was mijn man, zei Ik. jjy stierf
een jaar na ons trouwen- 111 PaHJs, aan typhus.
koorts.
Maar, neem mw> n'iet kwalijk, dat ik het
zeg, hernam Lord Eustace, u z]et Z<K) yer.
bazend jong uit, Mrs- Power, ik was ai hoogst
verwonderd, toen lk boorde, dat u ooit getrouwd
was geweest.
Ik ben een paar jaar jonger dan Hugh,
antwoordde ik, ben veertien jaar we
duwe. En ik "eb dbcihter van veertien
jaar, voegde er met voldoening bij.
Omzto! Dat kan ik niet gelooven!
Vraafw"Ir' Lhester dan! En ze
lijkt Lo®d Eustace. U moet haar
Ik zeker, dat
u dade^ktrekken herkennen zult.
-v Saartoe to /i Waar genoegen zijn, als
at riivt gelegenheid word gesteld.
Maar het 1« m* nog ongeloofIijk;
met een dochter van veertien jaar! V
moet er uitzien als zU6tera.
sommJge menschen zeggen dat ook, ant
woordde lk, kalm lachend.
DUS Hugh trouwde met 21 Jaar. Zoo zoo.
En wat zieidien zijn ouders daarvani, mrs.
Power?
Dat wae een onderwerp, waar ik In thuis
was! Ik vertelde hem alles, wat er van te
vertellen was. Lord Eustace luisterde aan
dachtig on trok daarbij nadenkend aan zijn
lange knevels. Gedurende dit gesprek had lk
gelegenheid,, om op te merken, hoe buiten
gewoon knap hij was. Dit maakte evenwel geen
verschil ten aanzien van mijn gevoelens voor
hem. Ik dacht maar aan één ding: hij had
mijn Hugh gekend,, en van hem gehouden.
Ik sitel levendig belang in U, mrs. Power,
zei Lord Eustace ten laatste, toen lk aan het
eind van mijn verhaal was. Het was een goede
inivnl van me, vanavond; naar mijn ouden
vriend Chester te gaan. Ik ben hier op de
doorreis.
O, dus U woont hier niet? 2ei lk, ©enigs
zins teleurgesteld.
Ik? Wel neen! Men veronderstelt, dat ik
woon op het landgoed van m^'n vader in
Wicklow, maar In werkelijkheid woon ik hier
en daar en overal. Dat is nu eenmaal zoo,
als men de oudste zoon ie, Mijn broers, die
moeten werken voor hun brood, zijn oneindig
veel gelukkiger dian tk, die beslist niets te doea
heb.
U bent dus niet getrouwd?
Neen, gelukk.... ©jj, ongelukkigerwijze
tiet. Ik zal ééns wel moeten trouwen. Maar
ik heb nog geen enkel meisje gezien, waar ik
mee trouwen kon.
Wat moet u dlam kieskeurig zijn!
Toch niet. Ik ken tal van lieve meisjes,
maar zij willen niet.
Hebt U ze dan wël gevraagd1, Lord
Eustace?
- Altijd. En lk ben altijd afgewezen. Zoo
ben Ik nu 36 jaar, en nog een ongelukkig
vrijgezeil.
[(Wordt vervolgd)-