„AL IS ONS PKINSJE NOG ZOO KLEIN. HOEZEE!" - fr 'j PASCHEN YIEL IN MAAKT. ïoïriS «espiSt mU2iek vatt Baetll0VOT PASCHEN IN HET DUITSCHE KOME. ZATERDAG 2 APRIL 1932 '-V wÊmêmmm BIJ WELKE FABEL? Oplossing. LETTERRAADSEL. Oplossing van dén v'origsn rebus. HOE NOEM JE? Leeuwen vóór den Dom. Zwaluwen over den Mijn. WIE REDT HEN VAN DEN DOOD? ALLERLEI. 'n Doopplechtigheid met hindernissen. ONDER DE PAASCH* VACANTIE. Oplossing. Hebben we méér gehad dat het Paaschfeest In Maart viel, zelfs op denzelfdeu datum: in 1910 en 1921 was 't eveneens op 27 Maart Eerste Paaschdag! Véél vroeger kan het niet; op z'n vroegst 22 Maart. We zijn daar nu tamelijk toe genaderd! Voor we wéér Paschen op 27 Maart hebben, staan ons nog heel wat jaren te wachten; we schrijven dan 2005, want ik denk, dat menigeen onder ons dan tot schrijven niet meer in staat zal zijn! In 1864 viel Paschen ook op 27 Maart. De veranderlijke datum hangt met den stand der maan samen; len Paaschdag is de eerste Zon dag na de lente volle maan. De lente begint 21 Maart, tenminste op den kalender; heeft de maan op dien dag haar bolrondst ge zicht, en is 22 Maart een Zondag, dan is het lieflijke feest der Opstanding weer aangebro ken. Dat zou wel erg toevallig «ijn hè? 21 Maart volle maan; daags erna Zondag, dat gebeurt wel niet dikwijls? Doet 't ook niet. Wij beleven stellig nooit, of is er iemand, die het jaar 2285 denkt te halen? Onder ons is er evenmin iemand, die deze zeldzaamheid al eens herdacht heeft; hij zou dan heugenis moe ten hebben aan 1818. De meeste kans heeft 26 Maart voor een vroege Paschen: 17671978 —1989! 25 Maart 1951, 24 Maart 1940; Op 23 Maart valt het Paaschfeest in het jaar Onzes Heeren 2008, ik hoop, dat menigeen van m'n jeugdige vrinden dat beleeft! Tenminsteals dat met dat Paaschver- springen zoo door gaat. 'n Heeleboel menschen willen liet op Zondag na den tweeden Zater dag van April bepalen; de Volkenbond heeft zich ermee bemoeid en die zal zich weer tot de Kerk wenden, welke het laatste woord heeft. In Engeland is men op papier reeds zoover, op papier werd deze datum vastgelegd! Sommigen zeggen, dat de H. Vader Zijn raad gevers over de zaak wil hooren (concilie), en dat er te Rome weinig of geen bezwaren be staan. Nummer twee van deze serie heeft véél hoofd brekens gekost; eerlijk gezegd: toen de teeke naar mij het plaatje toezond wist 'k 't zelf óók niet! Het ging over dien gulzigen wolf, die 'n bot in z'n keel kreeg bij 't schran sen en teen naar heer Eiber liep voor 'n kleine operatie. Bij het aanbieden der rekening dok tersrekeningen brengen soms wel eens 'n ver rassing! kreeg hij van den brutalen wolf, die dacht, dat de ooievaar van niets gestudeerd had net als sommige menschen! ten ant woord: „Je salaris? Je mag nog blij wezen dat 'k je je mageren hals niet heb afgebeten!" Dit nummer hoefde niet opgelost te worden. De éérste fabel bleek bij de talrijke, goede inzenders over-bekenil„le ciorbeau ét ie renard", „de raaf en de vos". Uit Brabant kre gen we zelfs 'n inzending in middel-Neder- landsch! No. 3 bracht de druiven die te zuur waren, omdat Reintje er niet bij kon, terwijl vier aan 't roemruchtige diner herinnerde, dat twee gladde dieren elkaar boden, de vos zette den ooievaar 'n port/ie voor in 'n platten scho tel en de ooievaar, ook niet mis, onthaalde vosje op gebraden jonge haantjes of zooiets verborgen In een flesch met langen hals!'t Zal je over komen! Nummer laatst vertoonde den boer, die de kip slachtte, welke hem gouden eieren legde; hij dacht, dat 't lieve dier 'n goudmijn in z'n lijf verborg We verloten het mooie boek op den 3en April en maken in het nummer van komende week den winnaar bekend. Onderwijl begint 'n nieu we serie! Het geheel bestaat uit veertien letters en stelt een dag'voor welke valt na Paschen. X 1 X 2 X 3 X 4 X 5 X 6 a..iX«..i 7 «,»»X.«»« 3 X 3 X 70 X IX X 12 X 13 X 14 1. Muzieknoot. 2. Niet dichtbij. 3. Frie-sohe voornaam voor 'n jongen. 4. Drijft zomers op slooten. 5. Hetgeen werd vervaardigd. 6. Die wij dagelijks in de kerk storten. 7. Die de muren van nieuw papier voorzien. 8. Voltooid deelwoord van „huppelen". 9. Kalm, rustig. 10. Kleine bazen. 11. Waarvan de chocolade gemaakt wordt. 12. Uitroep van verwondering, verrassing. 13. Sappige vrucht. 14. Afkorting van Noorden. Zelfbeheersching moet altoos bij 't begin, niet aan 't eind van ons werk in acht worden genomen. De Sint Pietershlok. Gegoten 5 Mei 1923 te Apolda, gewicht50.000 pond, hoogte 3,21 meter,breedte 3,24 meter. Opschrift: Sint Pieter ben ih genaamd, Bescherm het Duitsche land; Geboren uit het Duische leed, Roep ik tot eenheid. het koor der seminaristen zich tegen negen uur in toeweging om den kardinaal aan de „Gouden Poort" der kathedraal af te halen. Nu eerst droeg de prelaat bet vlamroode kardinaalskleed met de „Caippa magna", een vuurrooden schouder mantel met langen sleep, die door een student werd opgehouden. In het Priesterkoor werd het nu een zacht k leuren- 8Pel van allerlei tinten, het paars der kanun niken, het wit der lager® geestelijkheid, mis dienaars in scharlakenrood, het wemelen van et kaarslicht aan. het hoogaltaar, onver- eetciijk. n Dom-Sclrweizer had me n Plaatje tegen 0 koorhek aan gewezen, hij het hoogaltaar, 'k het 'n paar uur, afwisselend op één vol" staand, moest uit zien te houden, zóó gevn^* h6t er- 06 ontzaglijke dom was op- van p menschen, toen het koor de Mis den Antina aanhief; je kon over de hoof- tee. A^n' en tóch ging alles zéér ordelijk j,*11 het einde der Mis gaf de kaïdinaal staande ^fi^en zegen, met mijter en staf den 'speld hoIÓór de communiebank; men kon 'n S«n> mallen; aan knielen viel niet te aan in te? hl«ren al die duizenden een lied herhaald APuitB°h, waarvan 'k alleen het Duitsche "eiuja" verstaan kon, m de mee. Zwart lken zinSt het volk zéér veel óe kardinaal331 volk zag het Domplein, toen huiten trad. Au°Qr de «Gouden Poort' naar r-enten) bi- 'e hoeden gingen af. „Schupo s (agenten) braellte v€ïl schetste dan gleed de auto Snerkt6 doo!-8 ,JetUe wordt hier dan nog ge- 00 Ti" die enh16t verschijnen van de Dom- 'of manen met verscheurende aa<TiesmenscheVan doeT1 hebben! Het zijn d! kieken om ddie zich vóór den d°™ laten aardoor te bewijzen, dat zij heusch Wonderwerk hebben bezocht! En over Rijn, waarin de Dom zich epieg^1 ^,e "^-zwaluwen", dat de d,0 ondaTlks koud9 en nachtvorst iden zomerdienst beginnen en da arm e meer bewijzen, dat ook In Duitschland één zwalUw nog geen Mmer maakt! BROCHURES of vlugschriften danken hun naam aan het Fransche „brocher", in-naaien, omdat ze meestal Diet gebonden worden ver- spreid. Zij zijn een goede bron om geschiedenis uit te studeeren en worden da!x ook ln de groote -bibliotheken mini* bewaard. I. Qp Witten Donderdag stond 'k, de zóóveel- eit« maal in m'n leven, voor den. Keulschen jjom; mat voor de zóóveelste maal zijn hon- óerd-zestlg meter hooge torens met het oog na; bewonderde de ragfijne bewerking van De Dom van Keulen tijn grauwe steenen en bevond, dat nog stééds stellingen waren aangebracht om te vernieu wen wat de tand des tijds sedert de eerste eteenlegSing Un 1248) heeft afgeknaagd. I>e voornaamste straten van de, naar haar vele kerken en kapellen „het Duitsche Rome" genoemde Rijnstad, vertoonden in haar win kels alle aanwijzingen tot het bomende paaschfeest! Paaschhaas en Paaschei in hout, chocolade en suikergoed, gekleurde echte eie ren, cadeautjes ln 'n ei verborgen, 'm naai machinehandel had zelfs 'n machine in een half opengebroken kunst-ei neergezet 1 De jlol la nd scli e narcissen werden hier als „Paaschklokjes" aan den man gebracht en 'lc zag véél menschen met 'm fleurig bouquetje naar huls toe gaan. Kinderen stonden met platgedrukte neuzen begeerte tegen de lok kende ruiten gedrukt. Of er Véél eitjes voor hen zullen overschie ten nu alles in Duitschland zoo slecht gaat •lc Dénk van niet om hen te troosten wordt verteld, dat de ■Paaschhaas niet goed op de eieren heeft ge- o^fast en dat er kuikentjes uit gekropen zijn; nog maar 'n paar heeft hij er kunnen redden, het arme -dier Maar ik heb heusch niet kun nen nagaan, of dat de kindertjes tevreden ge. steld heeftDe .boekwinkels hebben meest nog platen en werken uitgestald van den Duitsehen dichter Goethe (spr.geuthe, g van: garfion)het Was 22 Maart precies 'n eeuw geleden dat deze schrover stierf. In het theater wordt zijn tooneelstuk „Egmont" op gevoerd, dat de onthoofding van deze uit de vaderlandsche geschisa^^ ook öns bekenden ^^^tehhe^^der^^0-^'™ Blen^. Goethe-feest wlaaaschfeest met het Voorbije niet dui(i6lljklljk dooreen. Al leen is het eieren J at 'n haas met eenige Ien levend Ve« Keulschen >«»r- !.!„w niets van 'n haas te .wjs er ^r- v tnir -niets van n oaas te .ben ,ci" ^erfst/dat hoort bij elkaar Haas hazerug niet moes van tamme k^f ala pppélmoes, maar haas en eieren en 'Lte daaruit vind 'k géén weg 1 tente, rw, Goeden Vrijdag ten negen nUr kardinaal-aartsbisschop dr. Bchulte aan 'n Klein gevolg haalt Z'-i'1® Eminentie bij de deur af. Hij is in het paa™ gekieed, de kardinaal, met 'n platte, teo- als de geestelijken in bet Zuid® aSen. sijn dienaar en een geestelijke ceremonie. meester stijgen mede uit de eenvouc ge auto. Alleen het vuurrood® calótje, tlal onder den hoed uitkomt, duldt een prins an e H. Kerk aan. In het koor .hebben de en de wijbisschop plaats genom^ _~mn n» een drom seminaristen, allen in sul plechtigheden vangen aan het lijdens-® wordt door drie geestelijken afwisselena^- zongen; op sommige plaatsen valt he koor in, waarvan de Jongensstemmen £a als heit lied van 'n merel tegen het aan on keren van de schemering. Het in zeer, zeer schoon. De „verwijtingen «- „Mijn volk, wat heb ik u gedaan" eh®- klinken tijdens de kruisvereering, waarbij de kardinaal vóórgaat. Het kruishout wordt in De Keulsche Dom van binnen. processie naar een zij-kapel gebracht; aan de voeten van het altaar op 'n kussen neerge legd; 'n witte, kanten doek daarover heenge- spreid; de kardinaal strooit rozen oveir de rijkwaden heen Zóó blijft het heel den Goeden Vrijdag lig gen en honderden storten hier een kort gebed. Donker is het in den Dom en ondanks alle menschen toch als verlaten; de Dom leeft zoo zijn machtige, eigen leven. Hij weet, dat de ronddrentelende mieren om zijn zuilen maar van héden zijn en dat hij daar gesteld is, om de eeuwen uit te dagen; zijn lijfwacht, de „Dom-Zwitsers", typische Duitsehers met 'n zwarte koksmuts en in rooden tabbaard met staf, zorgen ervoor, dat de menschjes het respect voor zijn waardigheid niet verliezen. Op Goeden Vrijdag zijn de beide schouw burgen gesloten; de bioscopen draaien slechts ernstige films. Het straatbeeld van „das alte, heilige Köln heeft iets van 'n Zondag weg, voor de „Evangelischan", de Protestanten, die hier talrijk zijn, is het 'n Zondag. De dom duifjes trippelen even goed uit naar het voer, dat hun door gedienstige handen graag ge spreid wordt! Enkele vliegen zelfs al met takjes ln hun snavel omhoog en bouwen hun nest heel gemoedelijk achter een heiligen beeld boven het kerkportaal! Er zijn er lang niet zooveel als in Venetië, waar zij vanwege de stad des middags om twaalf uur op de „piazza di San Marco", het plein -naiist de wereldberoemde Sint Marcus-kathedraal, hun lunch bekomen. Niet zooveel en niet zoo mak! 'n Kleine boy probeert tevergeefs de ranke dier tjes bij z'n hand te lokken, wèl gevuld met maïs en lekkere zaadjes, maar de dom-duif- jes aarzelen toe te pikken. „D'r worden er zoo veel gepakt en dat maakt hen schuw" vertelt hij me, als ik hun zeg, dat de Venetiaansehe zooveel toeschietelijker zijn Faasch-Zaterdag. Om negen uur, zoo ha mij de Dom-Schweizer gezegd, zou de 1 naai komen. Enkele dom-heeren haalden que Eminentie af. De machtige troppen oPSaite naar het heiligdom lag verlaten; ik was de eenige, die er neerknielde en den Zegen Wéér was de Kerk-prins In bet viole eer ns- schoppem gekleed; alleen droeg nu te ie- naar den rooden kardinaalshoed. °0'- geestelijkheid was net aan de groo.e nle bezig, toen de aartsbisschop P aa ,s nam on der den troonhemel op zijn jsetei (ephedra; vandaar: kathedraal, eigenlijk, keik met de cathedra van den bisschop. Bij het „Gloria" begon de groote Slnt-Pie- terklok van den te luiden en zette wel alle straten van 'de stad vol met zijn donkere klanken: het 1** net' n feweldige bij zoemde ta den toren .„Christus is verrezen"! Het hoogtePUIlt der kerkelijke feesten viel op eersten Paaschdag. Onder -het hlijde gejubel der klokken Bette héél het Dom-kapittel en Ja, hoe noem je iemand, die er zóó uitziet en die zóó doet als op dit plaatje? 'n Juist! Er komen nu nog vier nummers van dezelfde soort. Daarna verwacht ik de oplos sing aan mijn adres. Onder de goede oplossers wordt weer een mooi boek verloot. Willem II, vader van Willem III. '-n Sohiip voer im de Middeïilandache Zee met ails paseagti-ea's 15 Oh/ristenem en 15 Turken Br staJk zóó'.n hevige stonm op, dat de kapitefl-i. geen 'kans -aaig -zijn schudt naair een reddende .teven te loodsen zonder ingrijpende maatre gelen.. Hij 'bepaalde daarom, dat de helft van die -passagiers over 'boord moest springen, dan zou ihij nuaikan, dat de andere 15 werden gered Begrij.peilijikorwijs ontstond er géén gedrang aan de reel-irug om het eerst in de kokende gol ven te duilkien! Oe dertig opvarenden toelegden vflu.g een faijigsnaad. Men 'kwam overeen, dat '"ze aioh allien ln één rij zo-uden opstellen. Er zon dan warden geteld telkens van 1 tot 9 en wie 9 ,had, moest aanstonds overboord. Was de •rij eenmaal teneinde geteld, dan ibegon men weer met nummer één door te tellen, die dus op den laatsten man volgde; die passagiers, welke al met 9 wanen aangeduid, hadden hun plddht reeds volbracht en telden dus niet meer mee bij hiet nulmmeren. Gevraagd wordt nu de Christenen zóódanig ap te stellen, dat zij alten gered wordlen. Op lossing den volgenden keer. DE KANO is niet door één, maar door twee volken, verschillend van elkander, uitgevon den. De Noord-Amerlkaansche kano door de Indianen, gemaakt uit berkenhout, hoog van voren en van achteren, het model, dat we nog hebben op onze meren en plassen, elegant en tot véél in staat. De Eskimo's brachten den „kajak", laag gebouwd, vlak, met ovale opening net breed genoeg om erin te glijden. De Eskimo's gebruikten een „pagaai" met dubbele bladen, de Indianen met een enkele. HET GOLFSPEL heeft met een „golf of golven niets te maken. Het woord is afgeleid van het Schotsche „gowf", dat „slag" be- teekent. Het wordt gespeeld op een met gras begroeid terrein, heidegrond, hoschgrond e.d. Doel; ergens in verschillende openingen van 10.7 c.M. doorsnee een bal te slaan, in zoo weinig mogelijk slagen. De stokken heetea „clubs", de velden: „links", al naar gelang de te overwinnen moeilijkheid gras, boomen, struiken, moeras, zand, water, heuveltjes wordt een andere stok gekozen, die dan dient om langs den bodem, of door de lucht te slaan. (Het Engelsche werkwoord „to link" beteekent: veroorzaken te bewegen). Sommigen meenen, dat „golf met ons „kolven" zou samenhangen, maar de geweldige Oxford-dictionary wil daar niets van weten; er werd al van „golf" gesproken, voor hier aan „kolven" niet: kolf gedacht werd. ROUWRANDJES langs de nagels staan lang niet netjes 1 De Franschen noemen iemand's voorkomen pas beschaafd, gedistingeerd, wan neer zijn nagels behoorlijk schoon zijn „dis- tingué ju-squ'au bout de ses ongles" heet zoo iemand dan, „beschaafd tot aan het randje van z'n nagels toe N AMERIKAANSCHE KRANT heeft uitgere kend, dat 'n Amerikaan van 72 jaar zijn levens jaren aldus gemiddeld heeft doorgebracht23 jaar verslapen, 19 jaar en 8 maanden gewerkt, 9 jaar en 8 maanden gerust, 6 jaar en 2 maan den ver-eten, 6 jaar verreisd, 4 jaar verdokterd en 2 jaar verkleed „Den 14en November 1650, wesente Maan- dagh avondts omtrent quartier uyr voor ne gen", aldus de kamerdienaar van stadhouder Willem II, zijn vader, werd het kleine prinsje ge-boren, dat later Koning van Engeland zou zijn! De vader zélf kon het blijde bericht niet meer opschrijven, die was 6 November, n week eerder dus, aan de „kinderpokjens" (pokken) ten grave gedaald. Sommige men schen waren blij, dat zij van den tweeden Wil lem af waren, zij waren liever alléén baas. „De prins Is dood, Mijn gaaf vergroot Geen blij der maar In tachtig jaar", luidda een versje, dat men in een kerkzakje vond, waarmede werd gecollecteerd! Maar het gewone volk dacht over de Oranje-prinsen heel anders! Constan- tijn Huygens, de secretaris van den overleden Willem III op negen jarigen leefijd. Stadhouder toekende tenminste in deftig la- tijn aan, dat de geboorte van Willem III „tot ongeloofelijlce vreugde onder de menschen aanleiding gaf! De Haagsche dienders lieten op straat vreugdevuren toe moet je nu niet meer om komen! en hier en daar stonden tafeltjes-dek-je gereed ,waar je zóó maar voor niemendal eens lekker kon gaan smullen! Huygens zelf, die al onder Maurits (f gediend had, versierde den ingang van zijn huis nfet mooie regels uit het Oude Testa ment en de „cleyne luyden", het gewone volk dus, hielden niet op te zingen: „Al isser ons Prinsje noch so cleijn, hoezee, AI-AtoI zal hij stadhouder zijn, hoeizee!" Ja, en onder al die vreugde stond het ge balsemde lijk van 's prinsje's vader nog boven aarde, want dat werd pas den 8sten Maart op 'n guren voorjaarsdag naar zijn laatste rustplaats, de n-grafkelder te Delft, gebracht Toen liet borelingske gedoopt werd, was de Groote Kerk tot in alle hoeken gevuld! Tegen de muren waren ladders gezet en op iedere sport zat 'n belangstellende. Ze hingen met d'r beenen van het groote orgel af, ze stonden op banken en zaten op lessenaars en zóó'n spektakel was er ln het bedehuls, dat de def tige dominee Tegnejus, die de preek hield, méér dan eens op den stoel moest kloppen om stilte to gebieden! Het wachten duurde nog lang ook, want In het Paleis was er hóógloo- pende ruzie onder allerlei personen-van-rang, wie nu eigenlijk den doopeling dragen mocht! Toen de vrede daar weer hersteld was, zette de lange rij van staatsie-karossen zich in be weging en kon de plechtigheid een aanvang nemen. Na afloop daarvan brachten hooge heeren de moeder, Maria Stuart, 'n bezoek! Ze was pas'twintig jaar oud en vond het als En gelsche prinses eigenlijk wel 'n beetje bene den haar stand en waardigheid om met 'n Hollandschen stadhouder, 'n ambtenaar van de republiek dus getrouwd geweest te zijn! Ze haalde voor de Hollandsche 'bestuurders haar neus op en taalde niet naar den rente brief van vijfduizend gulden, noch naar de duizend guldens „in schoon goudt" door hunne hoog-mogenden in haar kamer, als cadeau voor het prinsje, achter gelaten! 'n Stug karakter, waarvan weinig liefde uitging, al schreef zij eens aan haar broer, den En- gelschen koning Karei II: „Ih wil je in alles gehoorzamen, maar mijn jongen blijf boven alles liefhebben!" ,,'t Papier is geduldig" zegt het spreekwoord; misschien heeft vrouwe Maria het goad gemeend, maar toen het man neke zes jaar was, vertrok zijn moeder naar Parijs en liet hem 'n jaar in den steek! Het teere prinsje met z'n scherpen neus en mager lichaam werd door de Haagsche hofdames niet zoo'n klein beetje verwend; allerlei wijze lessen werden hem voorgélepeld en den heelen catechismus moest hij van buiten kennen, niet 'n gewonen voor kinderen geschreven, maar den Heidelbeirgschen catechismus, vól van moeilijke woorden, lastige zinnen en nóg lastiger om te begrijpen. „Hij, die meester is van zich zelven, is het ook van anderen", het was één der wijze spreuken, waaraan „monseigneur van „Oranje" ln zijn leven véél heeft gehad. „Ik ben geboren en opgevoed in tegenspoeden" zou hij later klagen tegen 'n Duitschen me neer! Dat was niets te veiel gezegd. Amper tien jaar was Willem oud, toen hij zijn moe der in Den Briel voor het laatst vaarwel zei, „de Koninklijke prinses" scheepte zich over Hellevoet naar Engeland ln en overleed daar, vèr van haar zoontje, op Kerstavond aan de „kinderpokjes en bedorven longa", zooals het geboekt staat. Holland had zij gehaat; niemand hier liet 'n traan om haar, misschien niet eens haar eigen kind, dat nooit veel genegenheid van zijn moeder had ondervonden. De provincie Holland nam nu de opvoeding Van den wees over en hierin speelde Jan de Witt den baas. Ik zal mij wèl wachten van deze groote figuur kwaad te spreken, maar het was toch niet aardig van hem, dat hij het jonge vorstentelgje als „kind van Staat" (1666) van zijn beste vrienden beroofde, om dat die teveel met Engeland op hadden, waar mede we toen juist in een vreeselijken oorlog waren gewikkeld. Het was wel niet slecht be doeld, en eerder 'n buitenkansje dan 'n vea-ne- dering, dat „kind van Staat" worden, maar Willem was er eenige dagen ziek van. want hij zag hierin 'n soort medelijden, dat hem aan de rijksliefdadigheid over gaf. Ja, hij was al vroeg oud, monseigneur van Oranje. Grappig is het 'n paar brieven te le zen, welke hij in de Fransche taal als veer tienjarige knaap aan een bediende schreef, die tien jaar ouder was, baron von Freysheim: „Drink geen drank en blijf verre van andere ondeugden, leef altijd volgens de goede zeden en wees niet wild ;ik maak mij wel eens on gerust, dat ge met minder nette personen omgaat; als dat wéér is zou je me 'n groot Plezier doen met die lui te breken Ouder- teekend: „G. H. Prince d'Orange (Willem, Hendrik, prins van Oranj!) Nog al krans, hè! Ja, maar de vorstentelg gaf in alles zelf het goede voorbeeld. Van verkeerde dingen moest hij niets hebben. Om half acht verliet hij naar gewoonte de avondpartijtjes, en de Engelsche gezant, Temple, heeft aangetee- kend, dat Zijne Hoogheid 's avonds om tien Uur al op bed lag; „hij houdt net zooveel van jagen, als hij het vloeken haat", voegde deze schrijver aan dit bericht toe. „Lange Jan" zoo werd Jan die Witt dioor de onzen genoemd werd zooveel als school opziener over het kind van Staat; 's Maan dags gaf hij hem zelf 'n uut les ln staat kunde, maar zij deden samen ook wel eens 'n spelletje, zooals tennis b.v., en dan kon het gebeuren, dat de Fransche gezant De Witt met de tennisballen in de hand aantrof en vroeg of hij óók eens 'n potje mocht mee spelen! Geen bezwaar! „Zonder zich te ver- kleeden speelde en won hij zes partijen", ver meldt de geschiedenis. Erge goeie rapporten had de Prins van Oranje nooit; hij muntte nergens In uit; ai- leen kon hij somwijlen 'n ongemakkelijken zet Plaatsen om iemand den mond te snoeren. Hij was te ernstig om grapjes te verkoopen en het Engelsch, da taal zijner moeder, heeft hij HenrietteMaria Stuart, moeder van Willem III. nooit goed geleerd, tenminste niet zóó, dat bij de Tweede Kamer daar (Parlement) in haar eigen sprake kon toespreken. Meestal stelde hij, wat hij te zeggen had, in het Franpch op en liet dit door anderen vertalen. Met 'n leuk voorval uit het jaar 1668 be sluit *k dit eerste stukje over Willem III. Zijn Hoogheid vertoonde zich, buiten weten van de Hollandsche heeren, in Middelburg, hij was immers „eerste Edele" van de pro vincie Zeeland? Toen hij aan wal stapte stond er 'n koets met zes paarden voor hem gereed en nog heel veel andere karossen kwamen daar achter. De kanonnen deden zich ter verwel koming hooren, de klokken klepten hun vreug de uit, de schutters schoten hun geweren af, dat hooren en zien je verging. Als 'n landheer ontvingen de Zeeuwen den Oranje-telg en het moet den armen, eenzamen mensch goed gedaan hebben, al die liefde, al die eer. De staten van Holland waren woest staken hun boosheid niet ondeir stoelen of banken; zij bleven liever zélf baas dan 'n ander boven zich te stellen!

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 7