„AL IS ONS PKINSJE NOG ZOO
KLEIN. HOEZEE!"
- fr
'j
PASCHEN YIEL IN
MAAKT.
ïoïriS «espiSt mU2iek vatt Baetll0VOT
PASCHEN IN HET
DUITSCHE KOME.
ZATERDAG 2 APRIL 1932
'-V
wÊmêmmm
BIJ WELKE FABEL?
Oplossing.
LETTERRAADSEL.
Oplossing van dén v'origsn
rebus.
HOE NOEM JE?
Leeuwen vóór den Dom.
Zwaluwen over den Mijn.
WIE REDT HEN VAN DEN
DOOD?
ALLERLEI.
'n Doopplechtigheid met
hindernissen.
ONDER DE PAASCH*
VACANTIE.
Oplossing.
Hebben we méér gehad dat het Paaschfeest
In Maart viel, zelfs op denzelfdeu datum: in
1910 en 1921 was 't eveneens op 27 Maart
Eerste Paaschdag! Véél vroeger kan het niet;
op z'n vroegst 22 Maart. We zijn daar nu
tamelijk toe genaderd! Voor we wéér Paschen
op 27 Maart hebben, staan ons nog heel wat
jaren te wachten; we schrijven dan 2005, want
ik denk, dat menigeen onder ons dan tot
schrijven niet meer in staat zal zijn!
In 1864 viel Paschen ook op 27 Maart. De
veranderlijke datum hangt met den stand der
maan samen; len Paaschdag is de eerste Zon
dag na de lente volle maan. De lente
begint 21 Maart, tenminste op den kalender;
heeft de maan op dien dag haar bolrondst ge
zicht, en is 22 Maart een Zondag, dan is het
lieflijke feest der Opstanding weer aangebro
ken. Dat zou wel erg toevallig «ijn hè? 21
Maart volle maan; daags erna Zondag, dat
gebeurt wel niet dikwijls? Doet 't ook niet.
Wij beleven stellig nooit, of is er iemand, die
het jaar 2285 denkt te halen? Onder ons is
er evenmin iemand, die deze zeldzaamheid al
eens herdacht heeft; hij zou dan heugenis moe
ten hebben aan 1818. De meeste kans heeft
26 Maart voor een vroege Paschen: 17671978
—1989! 25 Maart 1951, 24 Maart 1940; Op
23 Maart valt het Paaschfeest in het jaar Onzes
Heeren 2008, ik hoop, dat menigeen van m'n
jeugdige vrinden dat beleeft!
Tenminsteals dat met dat Paaschver-
springen zoo door gaat. 'n Heeleboel menschen
willen liet op Zondag na den tweeden Zater
dag van April bepalen; de Volkenbond heeft
zich ermee bemoeid en die zal zich weer tot
de Kerk wenden, welke het laatste woord heeft.
In Engeland is men op papier reeds
zoover, op papier werd deze datum vastgelegd!
Sommigen zeggen, dat de H. Vader Zijn raad
gevers over de zaak wil hooren (concilie), en
dat er te Rome weinig of geen bezwaren be
staan.
Nummer twee van deze serie heeft véél hoofd
brekens gekost; eerlijk gezegd: toen de teeke
naar mij het plaatje toezond wist 'k 't
zelf óók niet! Het ging over dien gulzigen
wolf, die 'n bot in z'n keel kreeg bij 't schran
sen en teen naar heer Eiber liep voor 'n kleine
operatie. Bij het aanbieden der rekening dok
tersrekeningen brengen soms wel eens 'n ver
rassing! kreeg hij van den brutalen wolf,
die dacht, dat de ooievaar van niets gestudeerd
had net als sommige menschen! ten ant
woord: „Je salaris? Je mag nog blij wezen
dat 'k je je mageren hals niet heb afgebeten!"
Dit nummer hoefde niet opgelost te worden.
De éérste fabel bleek bij de talrijke, goede
inzenders over-bekenil„le ciorbeau ét ie
renard", „de raaf en de vos". Uit Brabant kre
gen we zelfs 'n inzending in middel-Neder-
landsch! No. 3 bracht de druiven die te zuur
waren, omdat Reintje er niet bij kon, terwijl
vier aan 't roemruchtige diner herinnerde, dat
twee gladde dieren elkaar boden, de vos zette
den ooievaar 'n port/ie voor in 'n platten scho
tel en de ooievaar, ook niet mis, onthaalde vosje
op gebraden jonge haantjes of zooiets verborgen
In een flesch met langen hals!'t Zal je over
komen! Nummer laatst vertoonde den boer,
die de kip slachtte, welke hem gouden eieren
legde; hij dacht, dat 't lieve dier 'n goudmijn
in z'n lijf verborg
We verloten het mooie boek op den 3en April
en maken in het nummer van komende week
den winnaar bekend. Onderwijl begint 'n nieu
we serie!
Het geheel bestaat uit veertien letters en
stelt een dag'voor welke valt na Paschen.
X 1
X 2
X 3
X 4
X 5
X 6
a..iX«..i 7
«,»»X.«»« 3
X 3
X 70
X IX
X 12
X 13
X 14
1. Muzieknoot.
2. Niet dichtbij.
3. Frie-sohe voornaam voor 'n jongen.
4. Drijft zomers op slooten.
5. Hetgeen werd vervaardigd.
6. Die wij dagelijks in de kerk storten.
7. Die de muren van nieuw papier voorzien.
8. Voltooid deelwoord van „huppelen".
9. Kalm, rustig.
10. Kleine bazen.
11. Waarvan de chocolade gemaakt wordt.
12. Uitroep van verwondering, verrassing.
13. Sappige vrucht.
14. Afkorting van Noorden.
Zelfbeheersching moet altoos bij 't begin,
niet aan 't eind van ons werk in acht worden
genomen.
De Sint Pietershlok. Gegoten 5 Mei 1923
te Apolda, gewicht50.000 pond, hoogte
3,21 meter,breedte 3,24 meter. Opschrift:
Sint Pieter ben ih genaamd,
Bescherm het Duitsche land;
Geboren uit het Duische leed,
Roep ik tot eenheid.
het koor der seminaristen zich tegen negen
uur in toeweging om den kardinaal aan de
„Gouden Poort" der kathedraal af te halen.
Nu eerst droeg de prelaat bet vlamroode
kardinaalskleed met de „Caippa magna", een
vuurrooden schouder mantel met langen sleep,
die door een student werd opgehouden. In het
Priesterkoor werd het nu een zacht k leuren-
8Pel van allerlei tinten, het paars der kanun
niken, het wit der lager® geestelijkheid, mis
dienaars in scharlakenrood, het wemelen van
et kaarslicht aan. het hoogaltaar, onver-
eetciijk.
n Dom-Sclrweizer had me n Plaatje tegen
0 koorhek aan gewezen, hij het hoogaltaar,
'k het 'n paar uur, afwisselend op één
vol" staand, moest uit zien te houden, zóó
gevn^* h6t er- 06 ontzaglijke dom was op-
van p menschen, toen het koor de Mis
den Antina aanhief; je kon over de hoof-
tee. A^n' en tóch ging alles zéér ordelijk
j,*11 het einde der Mis gaf de kaïdinaal
staande ^fi^en zegen, met mijter en staf
den
'speld hoIÓór de communiebank; men kon 'n
S«n> mallen; aan knielen viel niet te
aan in te? hl«ren al die duizenden een lied
herhaald APuitB°h, waarvan 'k alleen het
Duitsche "eiuja" verstaan kon, m de
mee. Zwart lken zinSt het volk zéér veel
óe kardinaal331 volk zag het Domplein, toen
huiten trad. Au°Qr de «Gouden Poort' naar
r-enten) bi- 'e hoeden gingen af. „Schupo s
(agenten) braellte vەl schetste
dan gleed de auto
Snerkt6 doo!-8 ,JetUe wordt hier dan nog ge-
00 Ti" die enh16t verschijnen van de Dom-
'of manen met verscheurende
aa<TiesmenscheVan doeT1 hebben! Het zijn
d! kieken om ddie zich vóór den d°™
laten aardoor te bewijzen, dat zij
heusch Wonderwerk hebben bezocht!
En over Rijn, waarin de Dom zich
epieg^1 ^,e "^-zwaluwen", dat
de d,0 ondaTlks koud9 en
nachtvorst iden zomerdienst beginnen
en da arm e meer bewijzen, dat ook
In Duitschland één zwalUw nog geen Mmer
maakt!
BROCHURES of vlugschriften danken hun
naam aan het Fransche „brocher", in-naaien,
omdat ze meestal Diet gebonden worden ver-
spreid. Zij zijn een goede bron om geschiedenis
uit te studeeren en worden da!x ook ln de
groote -bibliotheken mini* bewaard.
I.
Qp Witten Donderdag stond 'k, de zóóveel-
eit« maal in m'n leven, voor den. Keulschen
jjom; mat voor de zóóveelste maal zijn hon-
óerd-zestlg meter hooge torens met het oog
na; bewonderde de ragfijne bewerking van
De Dom van Keulen
tijn grauwe steenen en bevond, dat nog stééds
stellingen waren aangebracht om te vernieu
wen wat de tand des tijds sedert de eerste
eteenlegSing Un 1248) heeft afgeknaagd.
I>e voornaamste straten van de, naar haar
vele kerken en kapellen „het Duitsche Rome"
genoemde Rijnstad, vertoonden in haar win
kels alle aanwijzingen tot het bomende
paaschfeest! Paaschhaas en Paaschei in hout,
chocolade en suikergoed, gekleurde echte eie
ren, cadeautjes ln 'n ei verborgen, 'm naai
machinehandel had zelfs 'n machine in een
half opengebroken kunst-ei neergezet 1 De
jlol la nd scli e narcissen werden hier als
„Paaschklokjes" aan den man gebracht en 'lc
zag véél menschen met 'm fleurig bouquetje
naar huls toe gaan. Kinderen stonden met
platgedrukte neuzen begeerte tegen de lok
kende ruiten gedrukt.
Of er Véél eitjes voor hen zullen overschie
ten nu alles in Duitschland zoo slecht gaat
•lc Dénk van niet
om hen te troosten wordt verteld, dat de
■Paaschhaas niet goed op de eieren heeft ge-
o^fast en dat er kuikentjes uit gekropen zijn;
nog maar 'n paar heeft hij er kunnen redden,
het arme -dier Maar ik heb heusch niet kun
nen nagaan, of dat de kindertjes tevreden ge.
steld heeftDe .boekwinkels hebben meest
nog platen en werken uitgestald van den
Duitsehen dichter Goethe (spr.geuthe, g
van: garfion)het Was 22 Maart precies 'n
eeuw geleden dat deze schrover stierf. In het
theater wordt zijn tooneelstuk „Egmont" op
gevoerd, dat de onthoofding van deze uit de
vaderlandsche geschisa^^ ook öns bekenden
^^^tehhe^^der^^0-^'™
Blen^. Goethe-feest wlaaaschfeest met het
Voorbije niet dui(i6lljklljk dooreen. Al
leen is het eieren J at 'n haas met
eenige Ien levend Ve« Keulschen
>«»r-
!.!„w niets van 'n haas te .wjs er ^r-
v tnir -niets van n oaas te .ben ,ci"
^erfst/dat hoort bij elkaar Haas
hazerug niet moes van tamme k^f ala
pppélmoes, maar haas en eieren en 'Lte
daaruit vind 'k géén weg 1 tente,
rw, Goeden Vrijdag ten negen nUr
kardinaal-aartsbisschop dr. Bchulte aan
'n Klein gevolg haalt Z'-i'1® Eminentie bij
de deur af. Hij is in het paa™ gekieed, de
kardinaal, met 'n platte, teo-
als de geestelijken in bet Zuid® aSen.
sijn dienaar en een geestelijke ceremonie.
meester stijgen mede uit de eenvouc ge auto.
Alleen het vuurrood® calótje, tlal onder
den hoed uitkomt, duldt een prins an e H.
Kerk aan. In het koor .hebben de
en de wijbisschop plaats genom^ _~mn n»
een drom seminaristen, allen in sul
plechtigheden vangen aan het lijdens-®
wordt door drie geestelijken afwisselena^-
zongen; op sommige plaatsen valt he
koor in, waarvan de Jongensstemmen £a
als heit lied van 'n merel tegen het aan on
keren van de schemering.
Het in zeer, zeer schoon. De „verwijtingen
«- „Mijn volk, wat heb ik u gedaan" eh®-
klinken tijdens de kruisvereering, waarbij de
kardinaal vóórgaat. Het kruishout wordt in
De Keulsche Dom van binnen.
processie naar een zij-kapel gebracht; aan de
voeten van het altaar op 'n kussen neerge
legd; 'n witte, kanten doek daarover heenge-
spreid; de kardinaal strooit rozen oveir de
rijkwaden heen
Zóó blijft het heel den Goeden Vrijdag lig
gen en honderden storten hier een kort gebed.
Donker is het in den Dom en ondanks alle
menschen toch als verlaten; de Dom leeft zoo
zijn machtige, eigen leven. Hij weet, dat de
ronddrentelende mieren om zijn zuilen maar
van héden zijn en dat hij daar gesteld is, om
de eeuwen uit te dagen; zijn lijfwacht, de
„Dom-Zwitsers", typische Duitsehers met 'n
zwarte koksmuts en in rooden tabbaard met
staf, zorgen ervoor, dat de menschjes het
respect voor zijn waardigheid niet verliezen.
Op Goeden Vrijdag zijn de beide schouw
burgen gesloten; de bioscopen draaien slechts
ernstige films. Het straatbeeld van „das alte,
heilige Köln heeft iets van 'n Zondag weg,
voor de „Evangelischan", de Protestanten, die
hier talrijk zijn, is het 'n Zondag. De dom
duifjes trippelen even goed uit naar het voer,
dat hun door gedienstige handen graag ge
spreid wordt! Enkele vliegen zelfs al met
takjes ln hun snavel omhoog en bouwen hun
nest heel gemoedelijk achter een heiligen
beeld boven het kerkportaal! Er zijn er lang
niet zooveel als in Venetië, waar zij vanwege
de stad des middags om twaalf uur op de
„piazza di San Marco", het plein -naiist de
wereldberoemde Sint Marcus-kathedraal, hun
lunch bekomen.
Niet zooveel en niet zoo mak! 'n
Kleine boy probeert tevergeefs de ranke dier
tjes bij z'n hand te lokken, wèl gevuld met
maïs en lekkere zaadjes, maar de dom-duif-
jes aarzelen toe te pikken. „D'r worden er zoo
veel gepakt en dat maakt hen schuw" vertelt
hij me, als ik hun zeg, dat de Venetiaansehe
zooveel toeschietelijker zijn
Faasch-Zaterdag. Om negen uur, zoo ha
mij de Dom-Schweizer gezegd, zou de 1
naai komen. Enkele dom-heeren haalden que
Eminentie af. De machtige troppen oPSaite
naar het heiligdom lag verlaten; ik was de
eenige, die er neerknielde en den Zegen
Wéér was de Kerk-prins In bet viole eer ns-
schoppem gekleed; alleen droeg nu te ie-
naar den rooden kardinaalshoed. °0'-
geestelijkheid was net aan de groo.e nle
bezig, toen de aartsbisschop P aa ,s nam on
der den troonhemel op zijn jsetei (ephedra;
vandaar: kathedraal, eigenlijk, keik met de
cathedra van den bisschop.
Bij het „Gloria" begon de groote Slnt-Pie-
terklok van den te luiden en zette wel
alle straten van 'de stad vol met zijn donkere
klanken: het 1** net' n feweldige bij
zoemde ta den toren .„Christus is verrezen"!
Het hoogtePUIlt der kerkelijke feesten viel
op eersten Paaschdag. Onder -het hlijde gejubel
der klokken Bette héél het Dom-kapittel en
Ja, hoe noem je iemand, die er zóó uitziet
en die zóó doet als op dit plaatje? 'n
Juist! Er komen nu nog vier nummers van
dezelfde soort. Daarna verwacht ik de oplos
sing aan mijn adres. Onder de goede oplossers
wordt weer een mooi boek verloot.
Willem II, vader van Willem III.
'-n Sohiip voer im de Middeïilandache Zee met
ails paseagti-ea's 15 Oh/ristenem en 15 Turken
Br staJk zóó'.n hevige stonm op, dat de kapitefl-i.
geen 'kans -aaig -zijn schudt naair een reddende
.teven te loodsen zonder ingrijpende maatre
gelen.. Hij 'bepaalde daarom, dat de helft van
die -passagiers over 'boord moest springen, dan
zou ihij nuaikan, dat de andere 15 werden gered
Begrij.peilijikorwijs ontstond er géén gedrang
aan de reel-irug om het eerst in de kokende gol
ven te duilkien! Oe dertig opvarenden toelegden
vflu.g een faijigsnaad. Men 'kwam overeen, dat
'"ze aioh allien ln één rij zo-uden opstellen. Er
zon dan warden geteld telkens van 1 tot 9 en
wie 9 ,had, moest aanstonds overboord. Was de
•rij eenmaal teneinde geteld, dan ibegon men
weer met nummer één door te tellen, die dus
op den laatsten man volgde; die passagiers,
welke al met 9 wanen aangeduid, hadden hun
plddht reeds volbracht en telden dus niet meer
mee bij hiet nulmmeren.
Gevraagd wordt nu de Christenen zóódanig
ap te stellen, dat zij alten gered wordlen. Op
lossing den volgenden keer.
DE KANO is niet door één, maar door twee
volken, verschillend van elkander, uitgevon
den. De Noord-Amerlkaansche kano door de
Indianen, gemaakt uit berkenhout, hoog van
voren en van achteren, het model, dat we nog
hebben op onze meren en plassen, elegant en
tot véél in staat. De Eskimo's brachten den
„kajak", laag gebouwd, vlak, met ovale opening
net breed genoeg om erin te glijden. De
Eskimo's gebruikten een „pagaai" met dubbele
bladen, de Indianen met een enkele.
HET GOLFSPEL heeft met een „golf of
golven niets te maken. Het woord is afgeleid
van het Schotsche „gowf", dat „slag" be-
teekent. Het wordt gespeeld op een met gras
begroeid terrein, heidegrond, hoschgrond e.d.
Doel; ergens in verschillende openingen van
10.7 c.M. doorsnee een bal te slaan, in zoo
weinig mogelijk slagen. De stokken heetea
„clubs", de velden: „links", al naar gelang
de te overwinnen moeilijkheid gras, boomen,
struiken, moeras, zand, water, heuveltjes
wordt een andere stok gekozen, die dan dient
om langs den bodem, of door de lucht te
slaan. (Het Engelsche werkwoord „to link"
beteekent: veroorzaken te bewegen).
Sommigen meenen, dat „golf met ons
„kolven" zou samenhangen, maar de geweldige
Oxford-dictionary wil daar niets van weten;
er werd al van „golf" gesproken, voor hier
aan „kolven" niet: kolf gedacht werd.
ROUWRANDJES langs de nagels staan lang
niet netjes 1 De Franschen noemen iemand's
voorkomen pas beschaafd, gedistingeerd, wan
neer zijn nagels behoorlijk schoon zijn „dis-
tingué ju-squ'au bout de ses ongles" heet zoo
iemand dan, „beschaafd tot aan het randje van
z'n nagels toe
N AMERIKAANSCHE KRANT heeft uitgere
kend, dat 'n Amerikaan van 72 jaar zijn levens
jaren aldus gemiddeld heeft doorgebracht23
jaar verslapen, 19 jaar en 8 maanden gewerkt,
9 jaar en 8 maanden gerust, 6 jaar en 2 maan
den ver-eten, 6 jaar verreisd, 4 jaar verdokterd
en 2 jaar verkleed
„Den 14en November 1650, wesente Maan-
dagh avondts omtrent quartier uyr voor ne
gen", aldus de kamerdienaar van stadhouder
Willem II, zijn vader, werd het kleine prinsje
ge-boren, dat later Koning van Engeland zou
zijn! De vader zélf kon het blijde bericht niet
meer opschrijven, die was 6 November, n
week eerder dus, aan de „kinderpokjens"
(pokken) ten grave gedaald. Sommige men
schen waren blij, dat zij van den tweeden Wil
lem af waren, zij waren liever alléén baas.
„De prins Is dood,
Mijn gaaf vergroot
Geen blij der maar
In tachtig jaar", luidda een versje, dat
men in een kerkzakje vond, waarmede werd
gecollecteerd! Maar het gewone volk dacht
over de Oranje-prinsen heel anders! Constan-
tijn Huygens, de secretaris van den overleden
Willem III op negen jarigen leefijd.
Stadhouder toekende tenminste in deftig la-
tijn aan, dat de geboorte van Willem III „tot
ongeloofelijlce vreugde onder de menschen
aanleiding gaf! De Haagsche dienders lieten
op straat vreugdevuren toe moet je nu niet
meer om komen! en hier en daar stonden
tafeltjes-dek-je gereed ,waar je zóó maar voor
niemendal eens lekker kon gaan smullen!
Huygens zelf, die al onder Maurits (f
gediend had, versierde den ingang van zijn
huis nfet mooie regels uit het Oude Testa
ment en de „cleyne luyden", het gewone volk
dus, hielden niet op te zingen:
„Al isser ons Prinsje noch so cleijn,
hoezee,
AI-AtoI zal hij stadhouder zijn,
hoeizee!"
Ja, en onder al die vreugde stond het ge
balsemde lijk van 's prinsje's vader nog boven
aarde, want dat werd pas den 8sten Maart
op 'n guren voorjaarsdag naar zijn laatste
rustplaats, de n-grafkelder te Delft, gebracht
Toen liet borelingske gedoopt werd, was de
Groote Kerk tot in alle hoeken gevuld! Tegen
de muren waren ladders gezet en op iedere
sport zat 'n belangstellende. Ze hingen met
d'r beenen van het groote orgel af, ze stonden
op banken en zaten op lessenaars en zóó'n
spektakel was er ln het bedehuls, dat de def
tige dominee Tegnejus, die de preek hield,
méér dan eens op den stoel moest kloppen om
stilte to gebieden! Het wachten duurde nog
lang ook, want In het Paleis was er hóógloo-
pende ruzie onder allerlei personen-van-rang,
wie nu eigenlijk den doopeling dragen mocht!
Toen de vrede daar weer hersteld was, zette
de lange rij van staatsie-karossen zich in be
weging en kon de plechtigheid een aanvang
nemen. Na afloop daarvan brachten hooge
heeren de moeder, Maria Stuart, 'n bezoek! Ze
was pas'twintig jaar oud en vond het als En
gelsche prinses eigenlijk wel 'n beetje bene
den haar stand en waardigheid om met 'n
Hollandschen stadhouder, 'n ambtenaar van
de republiek dus getrouwd geweest te zijn!
Ze haalde voor de Hollandsche 'bestuurders
haar neus op en taalde niet naar den rente
brief van vijfduizend gulden, noch naar de
duizend guldens „in schoon goudt" door
hunne hoog-mogenden in haar kamer, als
cadeau voor het prinsje, achter gelaten! 'n
Stug karakter, waarvan weinig liefde uitging,
al schreef zij eens aan haar broer, den En-
gelschen koning Karei II: „Ih wil je in alles
gehoorzamen, maar mijn jongen blijf boven
alles liefhebben!" ,,'t Papier is geduldig"
zegt het spreekwoord; misschien heeft vrouwe
Maria het goad gemeend, maar toen het man
neke zes jaar was, vertrok zijn moeder naar
Parijs en liet hem 'n jaar in den steek! Het
teere prinsje met z'n scherpen neus en mager
lichaam werd door de Haagsche hofdames
niet zoo'n klein beetje verwend; allerlei wijze
lessen werden hem voorgélepeld en den heelen
catechismus moest hij van buiten kennen, niet
'n gewonen voor kinderen geschreven, maar den
Heidelbeirgschen catechismus, vól van moeilijke
woorden, lastige zinnen en nóg lastiger om
te begrijpen. „Hij, die meester is van zich
zelven, is het ook van anderen", het was één
der wijze spreuken, waaraan „monseigneur
van „Oranje" ln zijn leven véél heeft gehad.
„Ik ben geboren en opgevoed in tegenspoeden"
zou hij later klagen tegen 'n Duitschen me
neer! Dat was niets te veiel gezegd. Amper
tien jaar was Willem oud, toen hij zijn moe
der in Den Briel voor het laatst vaarwel zei,
„de Koninklijke prinses" scheepte zich over
Hellevoet naar Engeland ln en overleed daar,
vèr van haar zoontje, op Kerstavond aan de
„kinderpokjes en bedorven longa", zooals het
geboekt staat.
Holland had zij gehaat; niemand hier liet
'n traan om haar, misschien niet eens haar
eigen kind, dat nooit veel genegenheid van
zijn moeder had ondervonden.
De provincie Holland nam nu de opvoeding
Van den wees over en hierin speelde Jan de
Witt den baas. Ik zal mij wèl wachten van
deze groote figuur kwaad te spreken, maar
het was toch niet aardig van hem, dat hij
het jonge vorstentelgje als „kind van Staat"
(1666) van zijn beste vrienden beroofde, om
dat die teveel met Engeland op hadden, waar
mede we toen juist in een vreeselijken oorlog
waren gewikkeld. Het was wel niet slecht be
doeld, en eerder 'n buitenkansje dan 'n vea-ne-
dering, dat „kind van Staat" worden, maar
Willem was er eenige dagen ziek van. want
hij zag hierin 'n soort medelijden, dat hem
aan de rijksliefdadigheid over gaf.
Ja, hij was al vroeg oud, monseigneur van
Oranje. Grappig is het 'n paar brieven te le
zen, welke hij in de Fransche taal als veer
tienjarige knaap aan een bediende schreef, die
tien jaar ouder was, baron von Freysheim:
„Drink geen drank en blijf verre van andere
ondeugden, leef altijd volgens de goede zeden
en wees niet wild ;ik maak mij wel eens on
gerust, dat ge met minder nette personen
omgaat; als dat wéér is zou je me 'n groot
Plezier doen met die lui te breken Ouder-
teekend: „G. H. Prince d'Orange (Willem,
Hendrik, prins van Oranj!) Nog al krans,
hè! Ja, maar de vorstentelg gaf in alles zelf
het goede voorbeeld. Van verkeerde dingen
moest hij niets hebben. Om half acht verliet
hij naar gewoonte de avondpartijtjes, en de
Engelsche gezant, Temple, heeft aangetee-
kend, dat Zijne Hoogheid 's avonds om tien
Uur al op bed lag; „hij houdt net zooveel van
jagen, als hij het vloeken haat", voegde deze
schrijver aan dit bericht toe.
„Lange Jan" zoo werd Jan die Witt dioor
de onzen genoemd werd zooveel als school
opziener over het kind van Staat; 's Maan
dags gaf hij hem zelf 'n uut les ln staat
kunde, maar zij deden samen ook wel eens
'n spelletje, zooals tennis b.v., en dan kon het
gebeuren, dat de Fransche gezant De Witt
met de tennisballen in de hand aantrof en
vroeg of hij óók eens 'n potje mocht mee
spelen! Geen bezwaar! „Zonder zich te ver-
kleeden speelde en won hij zes partijen", ver
meldt de geschiedenis.
Erge goeie rapporten had de Prins van
Oranje nooit; hij muntte nergens In uit; ai-
leen kon hij somwijlen 'n ongemakkelijken zet
Plaatsen om iemand den mond te snoeren. Hij
was te ernstig om grapjes te verkoopen en
het Engelsch, da taal zijner moeder, heeft hij
HenrietteMaria Stuart, moeder van
Willem III.
nooit goed geleerd, tenminste niet zóó, dat
bij de Tweede Kamer daar (Parlement) in
haar eigen sprake kon toespreken. Meestal
stelde hij, wat hij te zeggen had, in het
Franpch op en liet dit door anderen vertalen.
Met 'n leuk voorval uit het jaar 1668 be
sluit *k dit eerste stukje over Willem III.
Zijn Hoogheid vertoonde zich, buiten weten
van de Hollandsche heeren, in Middelburg,
hij was immers „eerste Edele" van de pro
vincie Zeeland? Toen hij aan wal stapte stond
er 'n koets met zes paarden voor hem gereed
en nog heel veel andere karossen kwamen daar
achter. De kanonnen deden zich ter verwel
koming hooren, de klokken klepten hun vreug
de uit, de schutters schoten hun geweren af,
dat hooren en zien je verging.
Als 'n landheer ontvingen de Zeeuwen den
Oranje-telg en het moet den armen, eenzamen
mensch goed gedaan hebben, al die liefde, al
die eer. De staten van Holland waren woest
staken hun boosheid niet ondeir stoelen of
banken; zij bleven liever zélf baas dan 'n
ander boven zich te stellen!