tijd#00*
ONDER COLLEGA'S.
z'ïïS ïïSïS -» te, Su„. „o
DINSDAG 5 APRIL 1932
GEMEENTELIJKE WINKELSLUI-
TINGSVERORDENINGEN.
EIGENAARDIG OPTREDEN.
SMOKKELEN.
INDISCHE POSTVLUCHTEN.
LOONSVERLAGING VAN HET
A'DAMSCHE GEMEENTE-
PERSONEEL
INBRAAK, DIE TOCH GELUKT IS.
DE IDJEN-KRATER-
HET CONF* T I IN DE CARTON-
1NDUSTRIE.
VEE VERVOER LANGS DE DUITSCHE
GRENS.
UIT EEN RAAM GEVALLEN.
AUTO DOOR AFSLUITBOOMEN
GEREDEN.
KINDERWAGEN MET DRIE KINDE
REN TE WATER.
DE .NOODTOESTAND IN DE BINNEN-
SCHIPPERIJ.
Overleg tusschen handel en scheepvaart
inzake beursbevrachting.
Op de vragen van den heerr Duymaer vaji
Twist inzake de van regeert ngswege te treffen
maatregelen ter voorziening in den noodtoe
stand, waarin de binnenschlpperij verkeert,
en betreffende onverwijlde vaststelling van een
Rijkssteunregeling voor de binnenschippers
anders dan door tewerkstelling in de werk
verschaffing, heeft Minister Verschuur o.m.
geantwoord, 'dat het verstrekken van een rente
loos voorschot ernstig bezwaar ontmoet. Zooals
'reeds is medegedeeld, heeft de Minister van
Einnenlandsche zaken en Landbouw zich in
verbinding gesteld met de Staatscommissie
voor het Vervoer, welke de heffing van scheep
vaartrechten in onderzoek heeft. Het resultaat
van dit onderzoek moet worden afgewacht.
De regeering is bereid de bevrachting op
beurzen te bevorderen, ook in dien zin, dat zij,
waar de behoefte zich daaraan doet gevoelen,
haar medewerking zooveel mogelijk zal ver-
leenen tot de beschikbaarstelling van beurs-
localiteiten.
Overleg van handel en scheepvaart in take
beursbevrachting acht de Minister zeer wen-
schelljk. Dit overleg, hetwelk door de Com
missie tot onderzoek van den economischen toe
stand der binnenschipperij reeds is ingeleid,
wordt dan ook zooveel mogelijk bevorderd,
waartoe zeer binnenkort besprekingen met ver
tegenwoordigers van den handel worden ge
houden.
Indien de pogingen tot bevordering van het
overleg tusschen handel en scheepvaart slagen
zal dit ook kunnen lelden tot grootere uniformi
teit ln de bevrachtlngsvoorwaarden.
Andere maatregelen zullen voorhands niet
genomen worden.
De Minister kan geen vrijheid vinden, on
verwijld een Rijkssteunregeling voor de bin
nenschippers in het leven te roepen, wegens
de consequenties, verbonden aan het steunen
anders dan door werkverschaffing van zelf
standige ondernemers.
Sluiting van door Joodsche winkeliers
gedreven zaken.
Op de vragen van den heer I. H. J. Vos in
verband met door den Minister gemaakte be
zwaren tegen bepalingen van gemeentelijke
winkelsluitingsverordeningen, die een van de
Winkelsluitingswet afwijkende regeling inhou
den wat betreft de sluiting van door joodsche
winkeliers gedreven zaken, heeft minister Ver
schuur geantwoord, dat hij tegen eenige bepa
lingen van gemeentelijke winkelsluitingsveror
deningen. die eon van de Winkelsluitingswet
afwijkende regeling inhielden voor wat betreft
de sluiting van zaken, door joodsche winkeliers
gedreven, voorhands bezwaar heeft gemaakt.
Die bezwaren zijn aan de in aanmerking ko
mende gemeenten medegedeeld.
Bij de bepaling van zijn standpunt ter zake
de minister niet uit het oog, dat de
aanwezigheid van een belangrijke conglomera
tie van joden als een bijzondere omstandigheid
ih den zin van artikel 9, eerste lid, der wet
z^jj. kunnen gelden. Hij wil hier echter dadelijk
aan toevoegen, dat uit de omstandigheid, dat
in een gemeente een groot aantal Israëlieten,
woont, z.i. op zich zelf dbg geenszins de nood
zakelijkheid voortvloeit om nu voor die gemeen
te iedere verlangde afwijking van de bepa
lingen der Winkelsluitingswet inzake de slui
ting van de wlukels der joodsche winkeliers
goed te keuren. Dit hangt uit den aard der
zaak af van den inhoud der afwijkende regeling.
Toen de S.D.A.P. vergaderde, werd tevens
de 0. S. P. opgericht, die den Hagenaar J
Molenaar tot lid van haar bestuur koos. „Het
Volk" schrijft daaromtrent:
Deze zelfde Molenaar, die toen dus reeds
uit de S.D.A.P. getreden was, woonde des
niettemin den geheelen dag als afgevaardig-
de van een der Haagsche afdeelingen de huis-
houdelijke zitting van het congres der S.D.
A.P. bij. Blijkbaar als luisterpost, als spion!
Terwijl hij reeds lid en bestuurder van de
nieuwe partij was, nam hij den schijn aan,
alsof hij nog lid van de S.D.A.P. was.
De beklaagde is een jonge arbeider. Op hem
had onze overzichtschrijver het oog, toen hij
vertelde, dat het toch dwaasheid was zulke
weetnieten met mandaat naar een congres te
eenden om er te debatteeren met den partij
leider over vraagstukken, waarvan het a b o
niet wordt gekend.
Waarschijnlijk heeft de jongeman niet be
eeft, dat het een hem evenmin paste als het
ander. Maar hebben zijn „opvoeders" ook niet
een beetje schuld?
DE JEUGD IN HET FRONT DER KATH.
ACTIE.
Groepsleidersdagen te Huijbergen.
Van Vrijdag tot en met Zondag IJ. hebben te
Huijbergen de groepsleidersdagen voor het dio
cees Breda plaats gehad, waaraan door onge
veer 140 K.J.V.-ers, Kath. Verkenners en leiders
van de „Jonge Werkman" werd deelgenomen.
Deze dagen hadden een enthousiast verloop
waa-uit wel bleek, dat de jeugd van Brabant,
,,het Rijk van Koning Christus", nog wol wat
anjers kan dan Carnaval vieren.
Uit het geheele Bisdom waren de leiders, en
v ortrekkers opgekomen, terwijl uit Limburg
nog eenige afgevaardigden der K.J.V. als gasten
aanwezig waren.
Vrijdagavond te 7 uur werden deze dagen ge
opend met een plechtig Lof. In de eerste bijeen
komst werd daarna voornamelijk besproken
het leekenapostolaat van de jeugd, en de prae-
tische uitoefening van dat leekenapostolaat.
De volgende dagen werd achtereenvolgens
behandeld:de eigen taak der jeugd in de Kath.
Actie; de K.J.V. en de drankbestrijding; hoe de
K.J.V. de jeugdstandsorganisatie moet bein-
vloeden en „de noodzakelijke voorwaarden voor
ons vruchtbaar apostolaatswerk".
De besprekingen werden geleid door den di
recteur der Jongens K. J. V. den Zeereerw. heer
Jos. vén Campen.
Het onderwerp de K. J. V. en de dTanbestrij-
ding werd besproken door den Zeereerw. heer
Rector Corsmit. Omtrent dit punt werd beslo
ten, dat om de drie maanden in de K.J.V .-clubs
zal gesproken worden over drankbestrijding.
De aalmoezenier van den Arbeid in het bis
dom Breda, de Zeereerw. lieer v. d. Made zette
'iiteen hoe de jeugdstandsorganisaties de pila
ren moeten zijn waarop de groote K. J. V.
rusten moet.
Naar aanleiding van een bespreking over het
noodzakelijke van ons apostolaatswerk naar
buiten, speciaal bij de schoolgaande jeugd, riep
de directeur van den Patronatenbond in het
bisdom Conrector Vermeulen de hulp in van
de K.J.V. temeer nog daar de patronaten voor
vsa beweging een eiseli van zelfbehoud zijn,
omdat later uit de patronaten de groepsleiders
moeten komen.
Een voorstel van den directeur tot het hou
den vau een nachtelijke aanbidding werd onder
daverend applaus aangenomen, zoodat ln den
nacht van Zaterdag op Zondag, na toestemming
van den Bisschop, een nachtelijke aanbidding
werd gehouden, waaraan door allen werd deel
genomen.
Zaterdagavond te half 9 uur werd in de re
creatiezaal van St. Marie een feestavond ge
houden. Onder de aanwezigen merkten we o.a.
op den algemeenen directeur der K.J.V., den
Zeereerw. heer Frenken, den dioc. commissa
ris der Kath. Verkenners van Berkum en dr.
J. v. Gils uit Roosendaal, die namens de Kath.
Jonge Werkgeversvereeniging, de idealen van
zijn vereeniging uiteenzette en steun toezegde
aan de K.J.V.
Bovendien spraken nog een jonge werkman,
een jonge boer en een voortrekker over het
doel van hun organisaties.
Daarna kwam tenslotte directeur Frenken
aan het woord.
De Zondag werd ingezet met een H. Mis met
algemeene H. Communie en daarna een plech
tige Hoogmis.
Na afloop van de vergadering van Zondag,
voormiddag werd het oordeel van de districten
gevraagd over de nieuwe K.J.V, Centrale voor
Katholieke Actie te Ginneken.
Directeur van Campen deelde mee, dat men
er na veel moeite in geslaagd was ook voor de
jongens een Bouvlgne te stichten, waar de
leiders kunnen worden gevormd, de K.J.V.-ers
weekends kunnen komen doorbrengen en waar
in de vacanti-es door jonge geestelijken, semi
naristen en onderwijzers cursussen kunnen
worden gevolgd.
Des middags had op grootsche wijze de slui
ting van deze dagen plaats; een groot aantal
K.J.V^-ers en adspiranten utt geheel West-
Brabant was naar Huijbergen gekomen om deze
gebeurtenis mee te maken.
Onder het plechtig Lof hield directeur Fren
ken een toespraak over de revolutie, die onze
K. J. V. de wereld brengen zal, een revolutie
van de liefde.
Tijdens de slotvergadering steeg de geestdrift
ten top, hetgeen zich zeer sterk uitje in de be
geesterende woorden van de districtsleiers.
De districtleider van Breda Adri Span uit
Dongen herinnerde, tenslotte aan al hetgeen
Mgr. P. Hopmans, de Bisschop van Breda, voor
ue K.J.V. gedaan heeft. Op zijn voorstel werd
besloten op Zondag 10 April in de K.J.V. een
algemeene H. Communie voor Monseigneur te
houden.
Ten laatste sprak directeur van Campen een
slotwoord.
„NATIONALE DIERENZORG."
In den kort geleden in ges tel den beecherm-
raaf-. Van vereeniging „Nationale Dieren-
zoig hebben zitting genomen als voorzitter
de burgemeester van den Haag en als leden
de burgemeesters van Leiden, Noordwijk en
Voorschoten en jhr. mr. J. L. W. C. von Wei-
Ier, voorzitter van de Ned. Ver. tot bescher
ming van dieren.
eer een smokkelaar doodgeschoten.
In het Duitsch grensgebied langs Gelderland
en Limburg is het smokkelaarsleger nog lang
niet uitgeroeid. Nacht op naoht trekken nog
benden er met groote voorraden op uit. Dui
zenden kilo's koffie, tabak en graan worden
nog gesmokkeld, terwijl de kommiezen er bijna
iederen nacht in slagen benden te verrassen.
In de omgeving van Aken werd Vrijdag een
partij smokkelwaar van 2000 pond suiker en
koffie in beslag genomen. Bij de achtervolging
der daders werd een jongen van 10 jaar door
de kommie-zen zwaar in de dij getroffen. Te
Rurth bij Dorsten werd Vrijdagnacht een 50-
jarige smokkelaar dood langs den weg gevon
den. Naast den doode. die een schot door de
borst gekregen had, lag een bundeltje smok
kelwaar. v
De „Duif" op Schiphol.
De „Duif" vertrok Zondagmorgen om 8.20
uur uit Marseille en landde om 11.30 uur in
Parijs. Na om 11.40 uur vandaar te zijn ver
trokken landde het toestel te 13.30 uur op
Schiphol.
Aan boord bevonden zich de heeren: Q.
Tepas, eerste bestuurder, Brugman, tweede be
stuurder, Buitenhuis, mecanicien en Dik, mar
conist.
De Raaf (thuisreis) vertrok gisteren om 6.21
uur uit Calcutta, landde om 10.55 uur in Alla
habad, vertrok vandaar weder om 11.42 en ar
riveerde om 17.45 uur te Jodbpur.
De Reiger (heenreis) vertrok gisteren om
5.40 uur uit Cairo; landde om 8.15 uur in Gasa
vertrok vandaar weder om 9 uur en arriveerde
om 16 uur in Bagdad.
Het was op een der spitsuren en een massa
menschen stond op de tram te wachten.
Plotseling stak een der wachtenden zijn
hand uit en greep den pols van zijn buurman.
De eerste was een lange, keurig gekleede
man; zijn buurman 'n klein sjofel kereltje.
Enkele oogenblikken bleef de situatie onver
anderd. Toen kwam de tram en liet de lange
man den ander los.
„Kom mee", zei hij zachtjes, in de richting
van heb park knikkend, „ik moet je even
spreken".
Verwonderd keek de kleinere man den spre
ker aan en zwijgend volgde hij hem in het
park. Bij een 1-eege bank bleven ze staan.
„Hier kunnen we rustig praten", zei de
lange.
Voor bet eerst opende toen ook het kleine
sjofele mannetje zijn mond.
„As ik het mag uitleggen, meester", begon
hij-
Doch de ander viel hem in de rede.
,,Dat is heelemaal niet noodig, vrind. Ik
begrijp het volkomen. Je probeerde mijn siga
rettenkoker/ die ik heel nonohalent juist in
mijn jaszak had gestopt, te rollen".
„Mijn kinderen hebben honger", jammerde
de kleine.
Toen werd de ander ongeduldig.
„Met die smoesjes moet je bij mij niet aan
komen', zei hij kortaf.
„Maar vertel me eens, waarom vond je het
noodig mijn sigarettenkoker nog te rollen, ter
wijl je even te voren mijn portemonnale al
gegapt had?"
De zakkenroller schrok.
„Heeft U dat ook al gemerkt?" vroeg hij
fluisterend. „Ik dacht nog wel, dat Ik dat zoo
handig gedaan had, die koker? Die zag er zoo
echt verleidelijk uit. „En wat bent U nu van
plan met me te doen?" vroeg hij angstig.
„Wees maar niet bang,' dat ik een politie
agent zal roepen", was het geruststellende ant
woord. „We moeten eens met elkaar praten.
Maar geer me eerst mijn portemonnale terug".
De kleine man voldeed onmiddellijk aan dit
verzoek.
„Dank je. Ik merk, dat je in je wiek bent
geschoten, omdat ik dat van die portemonnale
gemerkt had. Maar laat ik je de verzekering
geven, dat je het keurig had gedaan. Ik had er
absoluut niets van gemerkt".
Sprakeloos keek de ander hem aan. Zijn
oogen zochten hulpeloos om een verklaring.
„Hoe wist U dan, dat ik hem had", vroeg hij
eindelijk.
„Omdat ik je een paar haltes Vroeger de por
tefeuille van een ouden heer zag rollen. Dat
bracht me op het idee om je er eens te laten
invliegen. Met veel vertoon haalde ik mijn
beurs te voorschijn en haaide er langzaam een
gulden uit. Zoodoende kon jij zien, dat er flink
wat in zat: Daarna stak ik hem in mijn achter
zak. Natuurlijk vloog je er in want toen Ik
doorliep merkte ik direct, dat je achter me
aan kwam. Met opzet bleef ik teen hier bij
deze tramhalte staan en maakte dezelfde
komedie met mijn sigarettenkoker. Mijn bere
keningen kwamen precies uit!"
De zakkenroller wist niet hoe hij 't had.
„U bent toch geen rechercheur", vroeg hij
schuchter, „wat heeft U er eigenlijk allemaal
mee voor?"
Op zijn gemak stak de ander een sigaret
op. Vol verwachting keek de kleine hem aan.
Die man was voor hem een raadsel!
„Ik bestudeer mijn medemenschen", was' het
langzame antwoord. „In hoofdzaak maak ik
studie van mijn misdadig-aangelegde mede
menschen. Maar bovendien doe ik nog .andere
dingen ook. Jij en ik hebben veel meer ge
meen, dan je zoo op het eerste gezicht zoudt
denken. Immers ook ik behoor tot de cate
gorie menschen, die zich tot taak hebben ge
steld, hun evemmenschen van overtollige be
zittingen te ontlasten. Maar ik vlei me met de
gedachte, dat ik het ln dit opzicht 'n stuk
verder heb gebracht dan jij! Toch heb ik wel
gemerkt, dat je veel aanleg hebt, al moet Je
nog veel leeren. Zooals ik reeds zei, rolde je
die portemonnale al buitengewoon handig. Je
maakte echter één groote fout: je was te in
halig. Een mensch moet altijd weten wanneer
bij genoeg heeft. Zelfbeheerscbing! Toen je
dien ouden heer gerold had, had je er voor
vandaag mes moeten ophouden. Het leek me
een goed gevulde portefeuille en van den in
houd hadt je zeker een paar weken op je
lauweren kunnen rusten. In dien rusttijd hadt
je je thuis prachtig kunnen oefenen. Door dat
oefenen zou je je stijl verbeterd hebben. En
door iet verbeteren van j© stijl, zou je steeds
minder resico gaan 1-oopen om gesnapt te wor
den. Is dat logisch geredeneerd of niet?"
De kleine man gaf geen antwoord.
„Weet je waarom ik je dien goeden raad
geef?" vroeg de ander plotseling. „Omdat ik
het land heb aam knoeiers!"
Onder dien vloed van woorden zat de zak
kenroller als verdoofd. Toen het tot hem door
drong, dat de ander zweeg slaakte hij 'n
zucht van verlichting en stamelde woorden van
dank.
„Maar u maakt mij niet wijs, dat u een
zakkenroller bent", zei hij uitdagend. „Daar
is voor u veel te weinig mee te verdienen.
Vooral in dezen tijd loont het bijna de moeite
niet!"
De lange man keek gepikeerd.
„Dat heb ik toch ook niet gezegd", begon
hij minachtend. „De manier waarop ik werk
is niet zoo primitief".
„Heb je gehoord van die inbraak in de
diamantslijperij vannacht? Dat was mijn werk.
Goedenavond".
Vóór de stomverbaasde zakkenroller iets
kon zeggen was de ander in het donker ver
dwenen.
De keuriggeltleede man stapte stevig door
tot hij buiten het park was. Daar sprong hij
in een taxi en liet zich naar een voornaam
restaurant rijden.
Met groote kennis van zaken bestelde hij
een uitgezocht diner. Buiten zijn medemen
schen bestudeerde hij blijkbaar ook de kunst
om een goed leventje te leiden!
Toen de kellner zich verwijderd had, haalde
hij een portefeuille te voorschijn. De porte
feuille, die de kleine sjovele man van den
ouden heer gerold had!
„Ziet er goed pit", mompelde hij tevreden.
Eensklops slaakte hij 'n kreet van teleur
stelling. De dikke portefeuille was gevuld met
krantenuitknipsels, die over bloembollen han
delde. Verder zat er maar één oud briefje
van tien in.
„Verdikkeme" bromde de man, „al weken
lang vang ik telkens bot! Zakkenrollen is
tegenwoordig ook al niets gedaan. Tien pep!
En daar moet ik mijn vertering van betalen?
Ik zal er wat op moeten verzinnen".
Hij was op het punt zijn troost te zoeken
.hij een sigaret toen hij als een wilde opsprong,
'n Stortvloed van leelijke woorden ontsnapte
aan zijn mond. Zijn zilveren sigarettenkoker
was verdwenen. Evenals zijn horloge met
ketting enzijn portemonnale.
(NADRUK VERBODEN).
Communisten vragen spoed
vergadering.
Door de communistische Raadsfractie is Za
terdag het volgende schrijven gezonden aan den
Voorzitter van den Gemeenteraad
„In verband met de berichten in de pers van
Vrijdag 1 April betreffende een voorgenomen
loonsverlaging van 4 voor het Amsterdam-
sche gemeentepersoneel, aanvangende met de
eerste loonweek in Mei a.s., door het College
van Burgemeester en Wethouders, verzoeken
ondergeteekenden ter bespreking van deze aan
gelegenheid, een spoedvergadering in den ge
meenteraad te willen doen bijeenroepen."
Dis verzoek is door de communistische raads
leden Seegers, Schalker, Huizinga en Wijnkoop
onderteekend.
Naar „de Telegraaf" verneemt, zijn do Cen.
trale Commissies voor Georganiseerd Overleg
voor de ambtenaren, werklieden en het po
litic-personeel tegen. Donderdagochtend opge
roepen voor een gecombineerde bijeenkomst
ter behandeling van het agenda-punt; mededee-
ling van den. voorzitter inzake het kortlngs-
wetje. De voorzitter mr. Kropman zal een
rede houden, waarin de loonsverlaging voor het
gemeentepersoneel zal worden aangekondigd.
Op een later te bepalen dag beginnen, dan de
eigenlijke onderhandelingen.
Bank van leening no. 1.
bestolen
3000 aan sieraden verdwenen.
Ln de Slt. Barbevemateeg te Amsterdam zag
een agent in den nacht van Zaterdag op
Zondag een man langs de regenpijp van een
dak glijden. De agent had een schot
op den man gelost, doch deze was ontkomen.
Bij een onderzoek op de daken der naburige
perceeleu werd niets verdachts gevonden. Zoo
stond het in het dagelijksehe politierapport,
dat altijd de eigenschap heeft zeer kort en
zakelijk te zijn. Dit heeft tengevolge, dat het
een positieven indruk maakt en den schijn
wekt, dat de mannen, die het opstellen, zeker
van hun zaak zijn. Dit heeft voordeelen, maar
het kan ook wel eens in bun nadeel verkeeren,
zooals gister bleek. We hoorden n.l. dat heit
Perceel, waartegen de regenpijp stond, waar
langs de man zich liet afglijden de stadsbank
van leening no. 1 op den hoek van de Oudezijds
Voorburgwal en de St. Barberensteeg was en
voorts, dat de agent zich, ondanks zijn waak
zaamheid, door de duisternis heeft laten mis
leiden.
Toen namelijk de ochtend aanbrak en het
personeel van de bank van leening aan het
werk toog, ontdekte men, dat de nachtelijke
dakklauteraar danig had huisgehouden onder
de aan de bank toevertrouwde panden. Op de
binnenplaats van de bank van leening staat
een gebouw van één verdieping met een plat
dak, waarin zich een zgn. koek-oe/k bevindt. Do
Inbreker heeft het lood, waarin het venster
gevat zit, omgebogen, heeft daarna de geheele
ruit eruit gelicht, heeft zich naar beneden laten
glijden eti kwam terecht in een lokaliteit, waar
in vitrines gouden, zilveren en diamanten pan
den, die wegens 't niet tijdig inlossen ver
kocht moeten worden, bewaard werden. Pan
den, die een waarde van meer dan honderd
gulden vertegenwoordigen, gaan in de brand
kast, maar sieraden, die minder waard zijn,
worden in vitrines bewaard.
De inbreker, die met vakmanschap te werk
Is gegaan, kon een gemakkelijken slag slaan.
De vitrines heeft hij geplunderd. De politie, die
thans met dien directeur van de bank van
leening den inventaris heeft opgemaakt, is reels
tot de slotsom gekomen, dat de inbreker er
met een aantal voorwerpen, welke minstens
een waarde van 3000 vertegenwoordigen,
vandoor is gegaan.
Bij het onderzoek heeft men nog het touw
ontdekt, dat langs de regenpijp hing en waarin
groote lussen zaten, die den inbreker gemak
kelijk waren, om er bij het op- en afklimmen
zijn voeten in te plaatsen
Van den dader is slechts een vaag s*gna!^
ment bekend, dat de agent, die hem zag v,uc
ten, kon geven.
BONDOWOSO, 4 ApH1 <ANETA)-
De temperatuur het Kra«rmne^op^et
Idjenplateau is plotseling *eratuurstjjging
Vermoedelijk wordt deze t gcheur w
veroorzaakt door een nieu VuUuuiol j
heete gassen stroomen, D
Dienst stelt een onderzoek
Naar een compromis
Naar wij vernemen, hebben de heeren Van
Geuns en Wilkens, nadat zij van den Commis
saris der Koningin in de provincie Groningen
opdracht hebben gekregen door het aanbieden
en verleenen van tus-sehenkomst bijlegging van
het reeds 9 maanden durende conflict in de car-
ton-industrie te bevorderen, partijen tot een be
spreking opgeroepen tegen Woensdag a.s. te
Groningen.
We vernemen dat de beide bij het conflict
betrokken organisaties daarbij zullen vertegen
woordigd zijn. Er is groote kans dat een com
promis gevonden zal worden.
V oibod opgeheven.
De Minister van Binnentandsche Zaken en
Landbouw heeft met ingang van 5 April in
getrokken zijne beschikking van 17 September
1931, waarbij werd verboden het vervoeren
en doen vervoeren van herkauwende dieren en
varkens binnen een strook in de provinciën
Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland en
Limburg, langs de Node rlan dsch-D uitsche
grens ter breedte van 300 meter.
Slachtoffer ln het ziekenhuis
overleden.
In de Poelestraat te Groningen is de echt-
genoote van den heer J. L. bij het schoonma
ken van de ramen harer woning van de bo
venverdieping op de straat gevallen. Ernstig
gewend werd de vrouw in het R. K. Zieken
huis te Groningen opgenomen waar zij aan de
bekomen verwondingen is overleden.
Koelbloedig chauffeur redt
zijn leven.
Aan den overweg Trumpert op den Roer.
mondsche weg te Weert reed een auto door
den afsluitboom juist op het oogenbllk, dat
een zware goederentrein op enkele meters af
stand naderde. De autobestuurder gaf vol gas
en reed met groote kracht ook door den twee
den afsluitboom, waardoor hij buiten de spoor
baan kwam en aan den dood ontsnapte.
De auto werd zwaar beschadigd.
Drie heeren springen de kleinen na.
Ten slotte Men gered. -
Gisteren wandelde een meisje van circa 14
jaar met een kinderwagen, waarin drie babys,
op de Mannixkad© bij f Marnixplaimtsoen te
A'dam. Plotseling verstuikte 't meisje haar voet
met het gevolg, dat zij van pijn den kinder
wagen los liet, welke laatste van de helling
van de gracht afreed, de Nassaukade in. En
kele voorbijgangers hadden echter het inci
dent zien gebeuren en liefst drie heeren spron
gen geheel gekleed den
wagen na en smaak
ten het genoegen de kleineu op het droge te
brengen. Omwonenden hadden inmiddels den
Geneeskundigen Dienst gewaarschuwd, dié,
toen bij arriveerde, de kinderen in den dienst
wagen onderzocht, waarbij bleek, dat geen
hunner eenig letsel had bekomen. Daarna wer
den de kleintjes in den gereinigden kinder
wagen gezet en zoo naar huis vervoerd.
Helaas konden zij de dappere redders" niet
danken voor hun ridderlijk gedrag.
„HET VUILE EI".
He advocaat-generaal bij den Hoogen Raad
mr- Wijnveld nam gisteren conclusie ln de
zaak van G. G. F. A. S., koopman te Helmond,
óoor den politierechter te Roermond veroor
deeld tot tweemaal 4 weken hechtenis, in twee
^ken betreffende eenvoudige beleediging van
hotaris Dijkhoff te Helmond en den heer J.
Boelen, directeur van het bijkantoor der Am-
sterdamsche Bank te Helmond, in het perio
diek „Het vuile Ei", welke straffen in hooger
beroep door het Gerechtshof te 's-Hertogen-
bosch in voorwaardelijke werden veranderd.
De advocaat-generaal bij den Hoogen Raad,
mr. Berger, concludeerde tot vernietiging en
verwijzing. Arrest 2 Mei.
Viy MAAT3, HET EMöEIÖCH
M. F. LEAtt.
VAM
S>'
Hij staarde mij met onverholen verbazing
San. Ik zag hem verbleeken.
U spreekt toch niet in ernst? zei hij na
«en oogenblik. U schertst zeker?
Btellig niet! Zou ik over zoo'n ernstig
onderwerp schertsen?
Maar wat is er dain gebeurd, dat u van
gedachten deed veranderen? Wie is hier in
mijn afwezigheid geweest?
Niemand. Wiat hebt u voor reden, om te
meemen, dat ik eerst anders over de zaak
dacht?
Het is waar, u hebt dat niet gezegd. Maar
tk dacht, ik hoopte,... O, Catherine, ging hij
hartstochtelijk voort, bedenk je toch nog
eens! Zeg, dat er eenige kans bestaat, dat je
OP je besluit terugkomt, dat mijn altijdduren
de toewijding....
j— Lord Eustace, riep ik uit, terwijl !k in
mijn opgewondenheid opstond en voor hem
terugweek, ik bid u, zeg niets meer. Het
was om te beletten, wat u nu gezegd hebt, dat
ik zoo sprak. Ik zal oprecht tegenover p zijn.
Ik begrijp, wat u voelt, maar ik heb mij zelf
onderzocht en ben tot het inzicht gekomen
dat het mij of anderen niet gelukkig zou
maken, als Ik den levensstaat vaarwel zeide,
dien ik mij voorgenomen heb, te blijven vol
gen.
Maar dat is dwaasheid! riep hij uit. Te
zeggen, dat u altijd weduwe zult blijven, op
uw leeftijd! Hoe oud bent u? Vtj£-en-dertig!
Wilt u al die lange jaren, die u nog vóór u
hebt twintig, dertig, veertig misschien
alleen blijven leven, zonder liefde, en onbe
schermd
Ik heb mijn kind, zeide ik.
Maar hoe lang zult u haar bij u houden?
Het Volgend jaar doet zij haar intrede in de
„society", is 't niet? Hoeveel maanden denkt
u, dat het nog duren zal, vóór ze gevraagd
wordt, en wat aan volgt?
O, spreek daar niet van! riep ik uit
mijn gelaat met de handen bedekkend.
Het leek mij zoo biter, dat ik mijn eigen
geluk vaarwel zeide voor nagenoeg niets
voor enkele maanden van rustige gezellig-
head en dian scheiding, twee huisgezinnen,
verdeelde belangen van mijn kind en mij...
Ik moet er van spreken, Catherine. Ik
wil er van spreken. Het is onnatuurlijk, dat
je nog langer trouw zou blijven aan een her
innering of een denkbeeldige® plicht. Hugh
was een beste, brave man, maar hij kan je
gezelschap niet meer genieten en ik zie niet
in, hoe je hem genoegen kunt doen, door je
zelf ongelukkig te maken.
O, zeg toch niets meer, bid ik u. Ik heb
allee goed overdacht, héél goed, en ik heb
mijn besluit genomen. Ik zal nooit wat an
ders zijn, dan ik nu ben.
U zult nooit mijn vrouw zijn, bedoelt u.
Zeg het duidelijk, alstublieft.
Ik zal nooit meer iemands vrouw zijn.
U geeft dus niet om me. U hebt dus met
mij gespeeld, Mrs. Power.
Ik had het wel willen uitschreeuwen: neen!
Miaar ik durfde niet Ik had het voorzien. Ik
moest hem de waarheid zeggen, of hem laten
gelooven, dat ik hem bedrogen had.
Ja, tk geloof, dat ik met u gespeeld heb,
als u dat zoo noemt, antwoordde ik.
Als ik dat zoc noem! zei hij woedend.
Hoe noemt u het dan zelf? Bent u de talloo-
ze gelegen, heden vergeten, dat u zoo al
niet met zooveel woorden dan toch door
uw houding goedvond, dat ik sprak op een
wijze, die u niet in twijell had moeten la
ten omtrent mijn bedoelingen? Wilt u somt.
zeggen, dat u niet bemerkt hebt, wat zelfs
uw minst initlieme kennissen schijnen te we
ten, n.l. de reden, waarom ik zoolang in Brus
sel ben gebleven? Maar nauwelijks zult u
zeggen, dat u het niet gemerkt hebt, dat u
het vergeten bent. Vrouwen van uw soort
hebben meestal een buitengewoon gemakkelijk
geheugen. Miaar ik had het van jou niet ge
dacht, Catherine, van jou niet.
Er was zooveel pathes in don toon, waarop
hij de laatste woorden zei, dat de tranen in
mijn oogen kwamen.
Denk niet zoo slecht van mij, riep ik
uit. Ik ben ergik ben altijd erg op u
gesteld geweest, als vriend, miaar in een an
dere verhouding zouden we niet gelukkig zijn,
zeker niet.
Wie is het, die tusschen ons gekomen is?
zei hij kort.
Niemand.
Ik geloof het niet,
Loid Eustace!
Het klinkt niet beleefd, meen, maar in
sommige gevallen is de waarheid te verkiezen
boven beleefdheid. Nog eens, wie is de man,
die tusschen ons gekomen is?
Wilt u het beslist weten?
Ik heb er recht op, om het te weten.
Het is Hugh, en Hugh alleen. Geloof me
of geloof me niet, zooals n wilt, Lord Eusta
ce, maar het is de waarheid. Ik mag u" graag.
Niet meer dan dat?
Ik mag u graag, herhaalde ik op vasten
toon en uw blijken van belangstelling voor
mij waren vleiend voor me. Maar toen ik de
zaak aandachtiger ging beschouwen, om te zien,
of er een nauweto betrekking tusschen ons zou
kunnen bestaan dan vriendschap zag ik duide
lijk, dat het omogelijk was dat ik moest
blijven wat Ik an ben.
Ik zal u wel van besluit deen veranderen,
zei hij beslist.
Dat zult u nooit. En om u dat te be
wijzen, verzoek ik u, dat u niet in Brussel
blijft. Andere zult u mij dwingen, dat ik wegga
Hebt u er dun al hinder van als u mij
ziet?
Dat niet. Maar het is beter, dat we
elkaar niet ontmoeten, althans voor den eer
sten tijd. Een ontmoeting zal niet anders dan
onaangename herinneringen oproepen en belet
ten dat \ve weer evenals vroeger heken
den van elkaar zijn.
Ik word dus verbannen?
Dat woord hoor ik u niet graag gebrui
ken. Als het u ongelegen komt, om te ver
trekken, zal ik mijn kind naar Parijs bren
gen.
Ln het geheel niet. Lk ben het, die hier
blaam verdien, schijnt het, en daarom is het
niet meer dan billijk, dat ik het ook moet
lijden. Ik zal u niet meer met mijn tegen
woordigheid lastig vaillen, Mrs. Power.
O, wees niet boos, zeide ik, met moeite
mijn tranen bedwingend, toen hij aanstalten
maakte, om de kamer te verlaten.
Hij sloeg er geen acht op, maakte een buiging
terwijl hij mij voorbijging ik mieende meer
toorn en teleurstelling op zijn gezicht te lezen,
dan verdriet en verdween.
Ik hoorde de voordeur dichtslaan, en alles
was voorbij. Ik wist, dat Lord Eustace het
een vrouw nooit vergeven zou, dat zij zijn
IJdelheid gekwetst had en voor alle tranen en
smeekbeden ontoegankelijk zou blijven.
Mijn eerste gevoel was een gevoel van ver
lichting. Hij had gesproken en mijn antwoord
ontvangen. Hij was nu weg en de zaak zou
nooit meer worden aangeroerd.
Mijn naaste zorg was, om alle sporen van
mijn ontroering te doen verdwijnen, en er zoo
vroolijk uit te zien, als lk kon, ten einde mijn
kind bij haar thuiskomst te verwelkomen. Ik
slaagde daar zóó good i,n- <lat terstond
het verschil opmerkte.
Lieve moedie, wat ziet u er gelukkig uit!
Wat is er gebeurd, terwijl ik weg was? Hebt
hartelijk. Hoe wei'Hk zij, dat zil de
waarheid geraden hartlk antwoordde op even
luchtigen toon
Verscheidene. Levend! je denkt toch ze
ker niet dat ëén aanzoek zoo'n goede uitwer
king op'mij zolt g"ella<1 hebben? Maar ik voel-
me werkelijk odht vraoJjjk, May. wat zullen we
nu eens doen? ult- r'Men gaan, in de stad eten
en vanavond naar de opera? Ze geven van
avond dat »tuk dat jij zoo graag wou zien.
O heerlijk! Wat een fijne dag zal dat
zijn! rW May opgewonden. Wat een üeve
moedte bent u! i)at zaj weer zijn als in den
goeden, ouden tijd, als we arm im arm loopeu.
Ik vind alles zooveel mooier, als wij beidjes
heelemaal alleen zijn.
Het scheen mij toe, dat lk mijn belooning al
ontvangen had, toen ik zag, wat een genoegen
ze had. Ik voelde, dat geen nieuw geluk zou
hebben opgewogen tegen het verlies van mijn
dierbaar kind. k vond zelfs de kracht, om
haar te vertellen dat Lord Eunstace er geweest
was.
Tusschen haakjes, zei ik, zoo onverschil
lig mogelijk, toen wij tegenover elkaar In het
restaurant zate®, Lord Eustace kwam van
morgen, toen jij OP lfts was.
In een oogwer.k zag ik een schaduw over
haar vroolijk gezichtje glijden.
Hij is dus uit Parijs teruggekomen, zeide
zij»
ja, vervolgde lk vlug, en hij kwam even
aam, om afscheid te nemen. Het spijt m®> <^a-t
je er ntel hij was
Waarom, om af scheld te nemen?
- Omdat hij Brussel gaat yerlaton voor
goed, geloof ik, HU schijnt deze plaats moe
te zijn.
En gaat hl] terug naar Ierland? Voor
goed?
Niaar Ierland, of ergens ander» heen. In
ieder gevall heeft hij met Brusssel afgedaan.
Ik zei hem, dat dit ook het beste was, wat hij
kon doen. Voor iemand als hij is het leven
hier niets dan tijd verknoeien.
Dus u zei nem, dat het beste, wat hij
kon doen, was: weg te gaan? zei May vroo
lijk.
Het bleek duidelijk, dat zij ten hoogste vol
daan was.
Dat zei ik, 1a. Ik hoop. dat ik niet te
veel zei, miss May! Maar, als je al dien tijd
geen dubbel spel gesp®®1'0 heK zak zijn ver
trek je niet al te zeer bedroeven.
Xk geloof het niet, antwoordde zij la
chend, hoewel onso}mMlg genoeg is. Zoo
zoo, hij is dus Voor goed weg. Het ver
wondert me, dat hij er niet aan dacht, om mij
een cadeautje te Seven, vóór hij wegging; of
U, moedie.
Nu, oin wiaauheid te zegigen, kind,
hij bracht een heel stel sieraden mee uit Pa
rijs. HU vroeg me, of ik die wilde aannemen,
ln ruil voor de attentie, die we voor hem mis
schien aan den aag gelegd hebben, denk ik,
maar ik weigerde. Ik geef niets om steraden
dat weet je, en lk wil ook geen oadeaux van
iemand, die niets meer dan een vriend is.
Hoe zagen ze er uit? vroeg May, met
vrouwelijke nieuwsgierigheid.
Heel mooi, in blauw en goud. MaaT ik
draag immers nooit kleuren, en ik zal dat ook
nooit doen.
O lieve Moedie, zei May, begrijpend, ter
wijl zij mijn hand teeder drukte.
(Wordt- vervolgd).