tijd#00* ONDER COLLEGA'S. z'ïïS ïïSïS -» te, Su„. „o DINSDAG 5 APRIL 1932 GEMEENTELIJKE WINKELSLUI- TINGSVERORDENINGEN. EIGENAARDIG OPTREDEN. SMOKKELEN. INDISCHE POSTVLUCHTEN. LOONSVERLAGING VAN HET A'DAMSCHE GEMEENTE- PERSONEEL INBRAAK, DIE TOCH GELUKT IS. DE IDJEN-KRATER- HET CONF* T I IN DE CARTON- 1NDUSTRIE. VEE VERVOER LANGS DE DUITSCHE GRENS. UIT EEN RAAM GEVALLEN. AUTO DOOR AFSLUITBOOMEN GEREDEN. KINDERWAGEN MET DRIE KINDE REN TE WATER. DE .NOODTOESTAND IN DE BINNEN- SCHIPPERIJ. Overleg tusschen handel en scheepvaart inzake beursbevrachting. Op de vragen van den heerr Duymaer vaji Twist inzake de van regeert ngswege te treffen maatregelen ter voorziening in den noodtoe stand, waarin de binnenschlpperij verkeert, en betreffende onverwijlde vaststelling van een Rijkssteunregeling voor de binnenschippers anders dan door tewerkstelling in de werk verschaffing, heeft Minister Verschuur o.m. geantwoord, 'dat het verstrekken van een rente loos voorschot ernstig bezwaar ontmoet. Zooals 'reeds is medegedeeld, heeft de Minister van Einnenlandsche zaken en Landbouw zich in verbinding gesteld met de Staatscommissie voor het Vervoer, welke de heffing van scheep vaartrechten in onderzoek heeft. Het resultaat van dit onderzoek moet worden afgewacht. De regeering is bereid de bevrachting op beurzen te bevorderen, ook in dien zin, dat zij, waar de behoefte zich daaraan doet gevoelen, haar medewerking zooveel mogelijk zal ver- leenen tot de beschikbaarstelling van beurs- localiteiten. Overleg van handel en scheepvaart in take beursbevrachting acht de Minister zeer wen- schelljk. Dit overleg, hetwelk door de Com missie tot onderzoek van den economischen toe stand der binnenschipperij reeds is ingeleid, wordt dan ook zooveel mogelijk bevorderd, waartoe zeer binnenkort besprekingen met ver tegenwoordigers van den handel worden ge houden. Indien de pogingen tot bevordering van het overleg tusschen handel en scheepvaart slagen zal dit ook kunnen lelden tot grootere uniformi teit ln de bevrachtlngsvoorwaarden. Andere maatregelen zullen voorhands niet genomen worden. De Minister kan geen vrijheid vinden, on verwijld een Rijkssteunregeling voor de bin nenschippers in het leven te roepen, wegens de consequenties, verbonden aan het steunen anders dan door werkverschaffing van zelf standige ondernemers. Sluiting van door Joodsche winkeliers gedreven zaken. Op de vragen van den heer I. H. J. Vos in verband met door den Minister gemaakte be zwaren tegen bepalingen van gemeentelijke winkelsluitingsverordeningen, die een van de Winkelsluitingswet afwijkende regeling inhou den wat betreft de sluiting van door joodsche winkeliers gedreven zaken, heeft minister Ver schuur geantwoord, dat hij tegen eenige bepa lingen van gemeentelijke winkelsluitingsveror deningen. die eon van de Winkelsluitingswet afwijkende regeling inhielden voor wat betreft de sluiting van zaken, door joodsche winkeliers gedreven, voorhands bezwaar heeft gemaakt. Die bezwaren zijn aan de in aanmerking ko mende gemeenten medegedeeld. Bij de bepaling van zijn standpunt ter zake de minister niet uit het oog, dat de aanwezigheid van een belangrijke conglomera tie van joden als een bijzondere omstandigheid ih den zin van artikel 9, eerste lid, der wet z^jj. kunnen gelden. Hij wil hier echter dadelijk aan toevoegen, dat uit de omstandigheid, dat in een gemeente een groot aantal Israëlieten, woont, z.i. op zich zelf dbg geenszins de nood zakelijkheid voortvloeit om nu voor die gemeen te iedere verlangde afwijking van de bepa lingen der Winkelsluitingswet inzake de slui ting van de wlukels der joodsche winkeliers goed te keuren. Dit hangt uit den aard der zaak af van den inhoud der afwijkende regeling. Toen de S.D.A.P. vergaderde, werd tevens de 0. S. P. opgericht, die den Hagenaar J Molenaar tot lid van haar bestuur koos. „Het Volk" schrijft daaromtrent: Deze zelfde Molenaar, die toen dus reeds uit de S.D.A.P. getreden was, woonde des niettemin den geheelen dag als afgevaardig- de van een der Haagsche afdeelingen de huis- houdelijke zitting van het congres der S.D. A.P. bij. Blijkbaar als luisterpost, als spion! Terwijl hij reeds lid en bestuurder van de nieuwe partij was, nam hij den schijn aan, alsof hij nog lid van de S.D.A.P. was. De beklaagde is een jonge arbeider. Op hem had onze overzichtschrijver het oog, toen hij vertelde, dat het toch dwaasheid was zulke weetnieten met mandaat naar een congres te eenden om er te debatteeren met den partij leider over vraagstukken, waarvan het a b o niet wordt gekend. Waarschijnlijk heeft de jongeman niet be eeft, dat het een hem evenmin paste als het ander. Maar hebben zijn „opvoeders" ook niet een beetje schuld? DE JEUGD IN HET FRONT DER KATH. ACTIE. Groepsleidersdagen te Huijbergen. Van Vrijdag tot en met Zondag IJ. hebben te Huijbergen de groepsleidersdagen voor het dio cees Breda plaats gehad, waaraan door onge veer 140 K.J.V.-ers, Kath. Verkenners en leiders van de „Jonge Werkman" werd deelgenomen. Deze dagen hadden een enthousiast verloop waa-uit wel bleek, dat de jeugd van Brabant, ,,het Rijk van Koning Christus", nog wol wat anjers kan dan Carnaval vieren. Uit het geheele Bisdom waren de leiders, en v ortrekkers opgekomen, terwijl uit Limburg nog eenige afgevaardigden der K.J.V. als gasten aanwezig waren. Vrijdagavond te 7 uur werden deze dagen ge opend met een plechtig Lof. In de eerste bijeen komst werd daarna voornamelijk besproken het leekenapostolaat van de jeugd, en de prae- tische uitoefening van dat leekenapostolaat. De volgende dagen werd achtereenvolgens behandeld:de eigen taak der jeugd in de Kath. Actie; de K.J.V. en de drankbestrijding; hoe de K.J.V. de jeugdstandsorganisatie moet bein- vloeden en „de noodzakelijke voorwaarden voor ons vruchtbaar apostolaatswerk". De besprekingen werden geleid door den di recteur der Jongens K. J. V. den Zeereerw. heer Jos. vén Campen. Het onderwerp de K. J. V. en de dTanbestrij- ding werd besproken door den Zeereerw. heer Rector Corsmit. Omtrent dit punt werd beslo ten, dat om de drie maanden in de K.J.V .-clubs zal gesproken worden over drankbestrijding. De aalmoezenier van den Arbeid in het bis dom Breda, de Zeereerw. lieer v. d. Made zette 'iiteen hoe de jeugdstandsorganisaties de pila ren moeten zijn waarop de groote K. J. V. rusten moet. Naar aanleiding van een bespreking over het noodzakelijke van ons apostolaatswerk naar buiten, speciaal bij de schoolgaande jeugd, riep de directeur van den Patronatenbond in het bisdom Conrector Vermeulen de hulp in van de K.J.V. temeer nog daar de patronaten voor vsa beweging een eiseli van zelfbehoud zijn, omdat later uit de patronaten de groepsleiders moeten komen. Een voorstel van den directeur tot het hou den vau een nachtelijke aanbidding werd onder daverend applaus aangenomen, zoodat ln den nacht van Zaterdag op Zondag, na toestemming van den Bisschop, een nachtelijke aanbidding werd gehouden, waaraan door allen werd deel genomen. Zaterdagavond te half 9 uur werd in de re creatiezaal van St. Marie een feestavond ge houden. Onder de aanwezigen merkten we o.a. op den algemeenen directeur der K.J.V., den Zeereerw. heer Frenken, den dioc. commissa ris der Kath. Verkenners van Berkum en dr. J. v. Gils uit Roosendaal, die namens de Kath. Jonge Werkgeversvereeniging, de idealen van zijn vereeniging uiteenzette en steun toezegde aan de K.J.V. Bovendien spraken nog een jonge werkman, een jonge boer en een voortrekker over het doel van hun organisaties. Daarna kwam tenslotte directeur Frenken aan het woord. De Zondag werd ingezet met een H. Mis met algemeene H. Communie en daarna een plech tige Hoogmis. Na afloop van de vergadering van Zondag, voormiddag werd het oordeel van de districten gevraagd over de nieuwe K.J.V, Centrale voor Katholieke Actie te Ginneken. Directeur van Campen deelde mee, dat men er na veel moeite in geslaagd was ook voor de jongens een Bouvlgne te stichten, waar de leiders kunnen worden gevormd, de K.J.V.-ers weekends kunnen komen doorbrengen en waar in de vacanti-es door jonge geestelijken, semi naristen en onderwijzers cursussen kunnen worden gevolgd. Des middags had op grootsche wijze de slui ting van deze dagen plaats; een groot aantal K.J.V^-ers en adspiranten utt geheel West- Brabant was naar Huijbergen gekomen om deze gebeurtenis mee te maken. Onder het plechtig Lof hield directeur Fren ken een toespraak over de revolutie, die onze K. J. V. de wereld brengen zal, een revolutie van de liefde. Tijdens de slotvergadering steeg de geestdrift ten top, hetgeen zich zeer sterk uitje in de be geesterende woorden van de districtsleiers. De districtleider van Breda Adri Span uit Dongen herinnerde, tenslotte aan al hetgeen Mgr. P. Hopmans, de Bisschop van Breda, voor ue K.J.V. gedaan heeft. Op zijn voorstel werd besloten op Zondag 10 April in de K.J.V. een algemeene H. Communie voor Monseigneur te houden. Ten laatste sprak directeur van Campen een slotwoord. „NATIONALE DIERENZORG." In den kort geleden in ges tel den beecherm- raaf-. Van vereeniging „Nationale Dieren- zoig hebben zitting genomen als voorzitter de burgemeester van den Haag en als leden de burgemeesters van Leiden, Noordwijk en Voorschoten en jhr. mr. J. L. W. C. von Wei- Ier, voorzitter van de Ned. Ver. tot bescher ming van dieren. eer een smokkelaar doodgeschoten. In het Duitsch grensgebied langs Gelderland en Limburg is het smokkelaarsleger nog lang niet uitgeroeid. Nacht op naoht trekken nog benden er met groote voorraden op uit. Dui zenden kilo's koffie, tabak en graan worden nog gesmokkeld, terwijl de kommiezen er bijna iederen nacht in slagen benden te verrassen. In de omgeving van Aken werd Vrijdag een partij smokkelwaar van 2000 pond suiker en koffie in beslag genomen. Bij de achtervolging der daders werd een jongen van 10 jaar door de kommie-zen zwaar in de dij getroffen. Te Rurth bij Dorsten werd Vrijdagnacht een 50- jarige smokkelaar dood langs den weg gevon den. Naast den doode. die een schot door de borst gekregen had, lag een bundeltje smok kelwaar. v De „Duif" op Schiphol. De „Duif" vertrok Zondagmorgen om 8.20 uur uit Marseille en landde om 11.30 uur in Parijs. Na om 11.40 uur vandaar te zijn ver trokken landde het toestel te 13.30 uur op Schiphol. Aan boord bevonden zich de heeren: Q. Tepas, eerste bestuurder, Brugman, tweede be stuurder, Buitenhuis, mecanicien en Dik, mar conist. De Raaf (thuisreis) vertrok gisteren om 6.21 uur uit Calcutta, landde om 10.55 uur in Alla habad, vertrok vandaar weder om 11.42 en ar riveerde om 17.45 uur te Jodbpur. De Reiger (heenreis) vertrok gisteren om 5.40 uur uit Cairo; landde om 8.15 uur in Gasa vertrok vandaar weder om 9 uur en arriveerde om 16 uur in Bagdad. Het was op een der spitsuren en een massa menschen stond op de tram te wachten. Plotseling stak een der wachtenden zijn hand uit en greep den pols van zijn buurman. De eerste was een lange, keurig gekleede man; zijn buurman 'n klein sjofel kereltje. Enkele oogenblikken bleef de situatie onver anderd. Toen kwam de tram en liet de lange man den ander los. „Kom mee", zei hij zachtjes, in de richting van heb park knikkend, „ik moet je even spreken". Verwonderd keek de kleinere man den spre ker aan en zwijgend volgde hij hem in het park. Bij een 1-eege bank bleven ze staan. „Hier kunnen we rustig praten", zei de lange. Voor bet eerst opende toen ook het kleine sjofele mannetje zijn mond. „As ik het mag uitleggen, meester", begon hij- Doch de ander viel hem in de rede. ,,Dat is heelemaal niet noodig, vrind. Ik begrijp het volkomen. Je probeerde mijn siga rettenkoker/ die ik heel nonohalent juist in mijn jaszak had gestopt, te rollen". „Mijn kinderen hebben honger", jammerde de kleine. Toen werd de ander ongeduldig. „Met die smoesjes moet je bij mij niet aan komen', zei hij kortaf. „Maar vertel me eens, waarom vond je het noodig mijn sigarettenkoker nog te rollen, ter wijl je even te voren mijn portemonnale al gegapt had?" De zakkenroller schrok. „Heeft U dat ook al gemerkt?" vroeg hij fluisterend. „Ik dacht nog wel, dat Ik dat zoo handig gedaan had, die koker? Die zag er zoo echt verleidelijk uit. „En wat bent U nu van plan met me te doen?" vroeg hij angstig. „Wees maar niet bang,' dat ik een politie agent zal roepen", was het geruststellende ant woord. „We moeten eens met elkaar praten. Maar geer me eerst mijn portemonnale terug". De kleine man voldeed onmiddellijk aan dit verzoek. „Dank je. Ik merk, dat je in je wiek bent geschoten, omdat ik dat van die portemonnale gemerkt had. Maar laat ik je de verzekering geven, dat je het keurig had gedaan. Ik had er absoluut niets van gemerkt". Sprakeloos keek de ander hem aan. Zijn oogen zochten hulpeloos om een verklaring. „Hoe wist U dan, dat ik hem had", vroeg hij eindelijk. „Omdat ik je een paar haltes Vroeger de por tefeuille van een ouden heer zag rollen. Dat bracht me op het idee om je er eens te laten invliegen. Met veel vertoon haalde ik mijn beurs te voorschijn en haaide er langzaam een gulden uit. Zoodoende kon jij zien, dat er flink wat in zat: Daarna stak ik hem in mijn achter zak. Natuurlijk vloog je er in want toen Ik doorliep merkte ik direct, dat je achter me aan kwam. Met opzet bleef ik teen hier bij deze tramhalte staan en maakte dezelfde komedie met mijn sigarettenkoker. Mijn bere keningen kwamen precies uit!" De zakkenroller wist niet hoe hij 't had. „U bent toch geen rechercheur", vroeg hij schuchter, „wat heeft U er eigenlijk allemaal mee voor?" Op zijn gemak stak de ander een sigaret op. Vol verwachting keek de kleine hem aan. Die man was voor hem een raadsel! „Ik bestudeer mijn medemenschen", was' het langzame antwoord. „In hoofdzaak maak ik studie van mijn misdadig-aangelegde mede menschen. Maar bovendien doe ik nog .andere dingen ook. Jij en ik hebben veel meer ge meen, dan je zoo op het eerste gezicht zoudt denken. Immers ook ik behoor tot de cate gorie menschen, die zich tot taak hebben ge steld, hun evemmenschen van overtollige be zittingen te ontlasten. Maar ik vlei me met de gedachte, dat ik het ln dit opzicht 'n stuk verder heb gebracht dan jij! Toch heb ik wel gemerkt, dat je veel aanleg hebt, al moet Je nog veel leeren. Zooals ik reeds zei, rolde je die portemonnale al buitengewoon handig. Je maakte echter één groote fout: je was te in halig. Een mensch moet altijd weten wanneer bij genoeg heeft. Zelfbeheerscbing! Toen je dien ouden heer gerold had, had je er voor vandaag mes moeten ophouden. Het leek me een goed gevulde portefeuille en van den in houd hadt je zeker een paar weken op je lauweren kunnen rusten. In dien rusttijd hadt je je thuis prachtig kunnen oefenen. Door dat oefenen zou je je stijl verbeterd hebben. En door iet verbeteren van j© stijl, zou je steeds minder resico gaan 1-oopen om gesnapt te wor den. Is dat logisch geredeneerd of niet?" De kleine man gaf geen antwoord. „Weet je waarom ik je dien goeden raad geef?" vroeg de ander plotseling. „Omdat ik het land heb aam knoeiers!" Onder dien vloed van woorden zat de zak kenroller als verdoofd. Toen het tot hem door drong, dat de ander zweeg slaakte hij 'n zucht van verlichting en stamelde woorden van dank. „Maar u maakt mij niet wijs, dat u een zakkenroller bent", zei hij uitdagend. „Daar is voor u veel te weinig mee te verdienen. Vooral in dezen tijd loont het bijna de moeite niet!" De lange man keek gepikeerd. „Dat heb ik toch ook niet gezegd", begon hij minachtend. „De manier waarop ik werk is niet zoo primitief". „Heb je gehoord van die inbraak in de diamantslijperij vannacht? Dat was mijn werk. Goedenavond". Vóór de stomverbaasde zakkenroller iets kon zeggen was de ander in het donker ver dwenen. De keuriggeltleede man stapte stevig door tot hij buiten het park was. Daar sprong hij in een taxi en liet zich naar een voornaam restaurant rijden. Met groote kennis van zaken bestelde hij een uitgezocht diner. Buiten zijn medemen schen bestudeerde hij blijkbaar ook de kunst om een goed leventje te leiden! Toen de kellner zich verwijderd had, haalde hij een portefeuille te voorschijn. De porte feuille, die de kleine sjovele man van den ouden heer gerold had! „Ziet er goed pit", mompelde hij tevreden. Eensklops slaakte hij 'n kreet van teleur stelling. De dikke portefeuille was gevuld met krantenuitknipsels, die over bloembollen han delde. Verder zat er maar één oud briefje van tien in. „Verdikkeme" bromde de man, „al weken lang vang ik telkens bot! Zakkenrollen is tegenwoordig ook al niets gedaan. Tien pep! En daar moet ik mijn vertering van betalen? Ik zal er wat op moeten verzinnen". Hij was op het punt zijn troost te zoeken .hij een sigaret toen hij als een wilde opsprong, 'n Stortvloed van leelijke woorden ontsnapte aan zijn mond. Zijn zilveren sigarettenkoker was verdwenen. Evenals zijn horloge met ketting enzijn portemonnale. (NADRUK VERBODEN). Communisten vragen spoed vergadering. Door de communistische Raadsfractie is Za terdag het volgende schrijven gezonden aan den Voorzitter van den Gemeenteraad „In verband met de berichten in de pers van Vrijdag 1 April betreffende een voorgenomen loonsverlaging van 4 voor het Amsterdam- sche gemeentepersoneel, aanvangende met de eerste loonweek in Mei a.s., door het College van Burgemeester en Wethouders, verzoeken ondergeteekenden ter bespreking van deze aan gelegenheid, een spoedvergadering in den ge meenteraad te willen doen bijeenroepen." Dis verzoek is door de communistische raads leden Seegers, Schalker, Huizinga en Wijnkoop onderteekend. Naar „de Telegraaf" verneemt, zijn do Cen. trale Commissies voor Georganiseerd Overleg voor de ambtenaren, werklieden en het po litic-personeel tegen. Donderdagochtend opge roepen voor een gecombineerde bijeenkomst ter behandeling van het agenda-punt; mededee- ling van den. voorzitter inzake het kortlngs- wetje. De voorzitter mr. Kropman zal een rede houden, waarin de loonsverlaging voor het gemeentepersoneel zal worden aangekondigd. Op een later te bepalen dag beginnen, dan de eigenlijke onderhandelingen. Bank van leening no. 1. bestolen 3000 aan sieraden verdwenen. Ln de Slt. Barbevemateeg te Amsterdam zag een agent in den nacht van Zaterdag op Zondag een man langs de regenpijp van een dak glijden. De agent had een schot op den man gelost, doch deze was ontkomen. Bij een onderzoek op de daken der naburige perceeleu werd niets verdachts gevonden. Zoo stond het in het dagelijksehe politierapport, dat altijd de eigenschap heeft zeer kort en zakelijk te zijn. Dit heeft tengevolge, dat het een positieven indruk maakt en den schijn wekt, dat de mannen, die het opstellen, zeker van hun zaak zijn. Dit heeft voordeelen, maar het kan ook wel eens in bun nadeel verkeeren, zooals gister bleek. We hoorden n.l. dat heit Perceel, waartegen de regenpijp stond, waar langs de man zich liet afglijden de stadsbank van leening no. 1 op den hoek van de Oudezijds Voorburgwal en de St. Barberensteeg was en voorts, dat de agent zich, ondanks zijn waak zaamheid, door de duisternis heeft laten mis leiden. Toen namelijk de ochtend aanbrak en het personeel van de bank van leening aan het werk toog, ontdekte men, dat de nachtelijke dakklauteraar danig had huisgehouden onder de aan de bank toevertrouwde panden. Op de binnenplaats van de bank van leening staat een gebouw van één verdieping met een plat dak, waarin zich een zgn. koek-oe/k bevindt. Do Inbreker heeft het lood, waarin het venster gevat zit, omgebogen, heeft daarna de geheele ruit eruit gelicht, heeft zich naar beneden laten glijden eti kwam terecht in een lokaliteit, waar in vitrines gouden, zilveren en diamanten pan den, die wegens 't niet tijdig inlossen ver kocht moeten worden, bewaard werden. Pan den, die een waarde van meer dan honderd gulden vertegenwoordigen, gaan in de brand kast, maar sieraden, die minder waard zijn, worden in vitrines bewaard. De inbreker, die met vakmanschap te werk Is gegaan, kon een gemakkelijken slag slaan. De vitrines heeft hij geplunderd. De politie, die thans met dien directeur van de bank van leening den inventaris heeft opgemaakt, is reels tot de slotsom gekomen, dat de inbreker er met een aantal voorwerpen, welke minstens een waarde van 3000 vertegenwoordigen, vandoor is gegaan. Bij het onderzoek heeft men nog het touw ontdekt, dat langs de regenpijp hing en waarin groote lussen zaten, die den inbreker gemak kelijk waren, om er bij het op- en afklimmen zijn voeten in te plaatsen Van den dader is slechts een vaag s*gna!^ ment bekend, dat de agent, die hem zag v,uc ten, kon geven. BONDOWOSO, 4 ApH1 <ANETA)- De temperatuur het Kra«rmne^op^et Idjenplateau is plotseling *eratuurstjjging Vermoedelijk wordt deze t gcheur w veroorzaakt door een nieu VuUuuiol j heete gassen stroomen, D Dienst stelt een onderzoek Naar een compromis Naar wij vernemen, hebben de heeren Van Geuns en Wilkens, nadat zij van den Commis saris der Koningin in de provincie Groningen opdracht hebben gekregen door het aanbieden en verleenen van tus-sehenkomst bijlegging van het reeds 9 maanden durende conflict in de car- ton-industrie te bevorderen, partijen tot een be spreking opgeroepen tegen Woensdag a.s. te Groningen. We vernemen dat de beide bij het conflict betrokken organisaties daarbij zullen vertegen woordigd zijn. Er is groote kans dat een com promis gevonden zal worden. V oibod opgeheven. De Minister van Binnentandsche Zaken en Landbouw heeft met ingang van 5 April in getrokken zijne beschikking van 17 September 1931, waarbij werd verboden het vervoeren en doen vervoeren van herkauwende dieren en varkens binnen een strook in de provinciën Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland en Limburg, langs de Node rlan dsch-D uitsche grens ter breedte van 300 meter. Slachtoffer ln het ziekenhuis overleden. In de Poelestraat te Groningen is de echt- genoote van den heer J. L. bij het schoonma ken van de ramen harer woning van de bo venverdieping op de straat gevallen. Ernstig gewend werd de vrouw in het R. K. Zieken huis te Groningen opgenomen waar zij aan de bekomen verwondingen is overleden. Koelbloedig chauffeur redt zijn leven. Aan den overweg Trumpert op den Roer. mondsche weg te Weert reed een auto door den afsluitboom juist op het oogenbllk, dat een zware goederentrein op enkele meters af stand naderde. De autobestuurder gaf vol gas en reed met groote kracht ook door den twee den afsluitboom, waardoor hij buiten de spoor baan kwam en aan den dood ontsnapte. De auto werd zwaar beschadigd. Drie heeren springen de kleinen na. Ten slotte Men gered. - Gisteren wandelde een meisje van circa 14 jaar met een kinderwagen, waarin drie babys, op de Mannixkad© bij f Marnixplaimtsoen te A'dam. Plotseling verstuikte 't meisje haar voet met het gevolg, dat zij van pijn den kinder wagen los liet, welke laatste van de helling van de gracht afreed, de Nassaukade in. En kele voorbijgangers hadden echter het inci dent zien gebeuren en liefst drie heeren spron gen geheel gekleed den wagen na en smaak ten het genoegen de kleineu op het droge te brengen. Omwonenden hadden inmiddels den Geneeskundigen Dienst gewaarschuwd, dié, toen bij arriveerde, de kinderen in den dienst wagen onderzocht, waarbij bleek, dat geen hunner eenig letsel had bekomen. Daarna wer den de kleintjes in den gereinigden kinder wagen gezet en zoo naar huis vervoerd. Helaas konden zij de dappere redders" niet danken voor hun ridderlijk gedrag. „HET VUILE EI". He advocaat-generaal bij den Hoogen Raad mr- Wijnveld nam gisteren conclusie ln de zaak van G. G. F. A. S., koopman te Helmond, óoor den politierechter te Roermond veroor deeld tot tweemaal 4 weken hechtenis, in twee ^ken betreffende eenvoudige beleediging van hotaris Dijkhoff te Helmond en den heer J. Boelen, directeur van het bijkantoor der Am- sterdamsche Bank te Helmond, in het perio diek „Het vuile Ei", welke straffen in hooger beroep door het Gerechtshof te 's-Hertogen- bosch in voorwaardelijke werden veranderd. De advocaat-generaal bij den Hoogen Raad, mr. Berger, concludeerde tot vernietiging en verwijzing. Arrest 2 Mei. Viy MAAT3, HET EMöEIÖCH M. F. LEAtt. VAM S>' Hij staarde mij met onverholen verbazing San. Ik zag hem verbleeken. U spreekt toch niet in ernst? zei hij na «en oogenblik. U schertst zeker? Btellig niet! Zou ik over zoo'n ernstig onderwerp schertsen? Maar wat is er dain gebeurd, dat u van gedachten deed veranderen? Wie is hier in mijn afwezigheid geweest? Niemand. Wiat hebt u voor reden, om te meemen, dat ik eerst anders over de zaak dacht? Het is waar, u hebt dat niet gezegd. Maar tk dacht, ik hoopte,... O, Catherine, ging hij hartstochtelijk voort, bedenk je toch nog eens! Zeg, dat er eenige kans bestaat, dat je OP je besluit terugkomt, dat mijn altijdduren de toewijding.... j— Lord Eustace, riep ik uit, terwijl !k in mijn opgewondenheid opstond en voor hem terugweek, ik bid u, zeg niets meer. Het was om te beletten, wat u nu gezegd hebt, dat ik zoo sprak. Ik zal oprecht tegenover p zijn. Ik begrijp, wat u voelt, maar ik heb mij zelf onderzocht en ben tot het inzicht gekomen dat het mij of anderen niet gelukkig zou maken, als Ik den levensstaat vaarwel zeide, dien ik mij voorgenomen heb, te blijven vol gen. Maar dat is dwaasheid! riep hij uit. Te zeggen, dat u altijd weduwe zult blijven, op uw leeftijd! Hoe oud bent u? Vtj£-en-dertig! Wilt u al die lange jaren, die u nog vóór u hebt twintig, dertig, veertig misschien alleen blijven leven, zonder liefde, en onbe schermd Ik heb mijn kind, zeide ik. Maar hoe lang zult u haar bij u houden? Het Volgend jaar doet zij haar intrede in de „society", is 't niet? Hoeveel maanden denkt u, dat het nog duren zal, vóór ze gevraagd wordt, en wat aan volgt? O, spreek daar niet van! riep ik uit mijn gelaat met de handen bedekkend. Het leek mij zoo biter, dat ik mijn eigen geluk vaarwel zeide voor nagenoeg niets voor enkele maanden van rustige gezellig- head en dian scheiding, twee huisgezinnen, verdeelde belangen van mijn kind en mij... Ik moet er van spreken, Catherine. Ik wil er van spreken. Het is onnatuurlijk, dat je nog langer trouw zou blijven aan een her innering of een denkbeeldige® plicht. Hugh was een beste, brave man, maar hij kan je gezelschap niet meer genieten en ik zie niet in, hoe je hem genoegen kunt doen, door je zelf ongelukkig te maken. O, zeg toch niets meer, bid ik u. Ik heb allee goed overdacht, héél goed, en ik heb mijn besluit genomen. Ik zal nooit wat an ders zijn, dan ik nu ben. U zult nooit mijn vrouw zijn, bedoelt u. Zeg het duidelijk, alstublieft. Ik zal nooit meer iemands vrouw zijn. U geeft dus niet om me. U hebt dus met mij gespeeld, Mrs. Power. Ik had het wel willen uitschreeuwen: neen! Miaar ik durfde niet Ik had het voorzien. Ik moest hem de waarheid zeggen, of hem laten gelooven, dat ik hem bedrogen had. Ja, tk geloof, dat ik met u gespeeld heb, als u dat zoo noemt, antwoordde ik. Als ik dat zoc noem! zei hij woedend. Hoe noemt u het dan zelf? Bent u de talloo- ze gelegen, heden vergeten, dat u zoo al niet met zooveel woorden dan toch door uw houding goedvond, dat ik sprak op een wijze, die u niet in twijell had moeten la ten omtrent mijn bedoelingen? Wilt u somt. zeggen, dat u niet bemerkt hebt, wat zelfs uw minst initlieme kennissen schijnen te we ten, n.l. de reden, waarom ik zoolang in Brus sel ben gebleven? Maar nauwelijks zult u zeggen, dat u het niet gemerkt hebt, dat u het vergeten bent. Vrouwen van uw soort hebben meestal een buitengewoon gemakkelijk geheugen. Miaar ik had het van jou niet ge dacht, Catherine, van jou niet. Er was zooveel pathes in don toon, waarop hij de laatste woorden zei, dat de tranen in mijn oogen kwamen. Denk niet zoo slecht van mij, riep ik uit. Ik ben ergik ben altijd erg op u gesteld geweest, als vriend, miaar in een an dere verhouding zouden we niet gelukkig zijn, zeker niet. Wie is het, die tusschen ons gekomen is? zei hij kort. Niemand. Ik geloof het niet, Loid Eustace! Het klinkt niet beleefd, meen, maar in sommige gevallen is de waarheid te verkiezen boven beleefdheid. Nog eens, wie is de man, die tusschen ons gekomen is? Wilt u het beslist weten? Ik heb er recht op, om het te weten. Het is Hugh, en Hugh alleen. Geloof me of geloof me niet, zooals n wilt, Lord Eusta ce, maar het is de waarheid. Ik mag u" graag. Niet meer dan dat? Ik mag u graag, herhaalde ik op vasten toon en uw blijken van belangstelling voor mij waren vleiend voor me. Maar toen ik de zaak aandachtiger ging beschouwen, om te zien, of er een nauweto betrekking tusschen ons zou kunnen bestaan dan vriendschap zag ik duide lijk, dat het omogelijk was dat ik moest blijven wat Ik an ben. Ik zal u wel van besluit deen veranderen, zei hij beslist. Dat zult u nooit. En om u dat te be wijzen, verzoek ik u, dat u niet in Brussel blijft. Andere zult u mij dwingen, dat ik wegga Hebt u er dun al hinder van als u mij ziet? Dat niet. Maar het is beter, dat we elkaar niet ontmoeten, althans voor den eer sten tijd. Een ontmoeting zal niet anders dan onaangename herinneringen oproepen en belet ten dat \ve weer evenals vroeger heken den van elkaar zijn. Ik word dus verbannen? Dat woord hoor ik u niet graag gebrui ken. Als het u ongelegen komt, om te ver trekken, zal ik mijn kind naar Parijs bren gen. Ln het geheel niet. Lk ben het, die hier blaam verdien, schijnt het, en daarom is het niet meer dan billijk, dat ik het ook moet lijden. Ik zal u niet meer met mijn tegen woordigheid lastig vaillen, Mrs. Power. O, wees niet boos, zeide ik, met moeite mijn tranen bedwingend, toen hij aanstalten maakte, om de kamer te verlaten. Hij sloeg er geen acht op, maakte een buiging terwijl hij mij voorbijging ik mieende meer toorn en teleurstelling op zijn gezicht te lezen, dan verdriet en verdween. Ik hoorde de voordeur dichtslaan, en alles was voorbij. Ik wist, dat Lord Eustace het een vrouw nooit vergeven zou, dat zij zijn IJdelheid gekwetst had en voor alle tranen en smeekbeden ontoegankelijk zou blijven. Mijn eerste gevoel was een gevoel van ver lichting. Hij had gesproken en mijn antwoord ontvangen. Hij was nu weg en de zaak zou nooit meer worden aangeroerd. Mijn naaste zorg was, om alle sporen van mijn ontroering te doen verdwijnen, en er zoo vroolijk uit te zien, als lk kon, ten einde mijn kind bij haar thuiskomst te verwelkomen. Ik slaagde daar zóó good i,n- <lat terstond het verschil opmerkte. Lieve moedie, wat ziet u er gelukkig uit! Wat is er gebeurd, terwijl ik weg was? Hebt hartelijk. Hoe wei'Hk zij, dat zil de waarheid geraden hartlk antwoordde op even luchtigen toon Verscheidene. Levend! je denkt toch ze ker niet dat ëén aanzoek zoo'n goede uitwer king op'mij zolt g"ella<1 hebben? Maar ik voel- me werkelijk odht vraoJjjk, May. wat zullen we nu eens doen? ult- r'Men gaan, in de stad eten en vanavond naar de opera? Ze geven van avond dat »tuk dat jij zoo graag wou zien. O heerlijk! Wat een fijne dag zal dat zijn! rW May opgewonden. Wat een üeve moedte bent u! i)at zaj weer zijn als in den goeden, ouden tijd, als we arm im arm loopeu. Ik vind alles zooveel mooier, als wij beidjes heelemaal alleen zijn. Het scheen mij toe, dat lk mijn belooning al ontvangen had, toen ik zag, wat een genoegen ze had. Ik voelde, dat geen nieuw geluk zou hebben opgewogen tegen het verlies van mijn dierbaar kind. k vond zelfs de kracht, om haar te vertellen dat Lord Eunstace er geweest was. Tusschen haakjes, zei ik, zoo onverschil lig mogelijk, toen wij tegenover elkaar In het restaurant zate®, Lord Eustace kwam van morgen, toen jij OP lfts was. In een oogwer.k zag ik een schaduw over haar vroolijk gezichtje glijden. Hij is dus uit Parijs teruggekomen, zeide zij» ja, vervolgde lk vlug, en hij kwam even aam, om afscheid te nemen. Het spijt m®> <^a-t je er ntel hij was Waarom, om af scheld te nemen? - Omdat hij Brussel gaat yerlaton voor goed, geloof ik, HU schijnt deze plaats moe te zijn. En gaat hl] terug naar Ierland? Voor goed? Niaar Ierland, of ergens ander» heen. In ieder gevall heeft hij met Brusssel afgedaan. Ik zei hem, dat dit ook het beste was, wat hij kon doen. Voor iemand als hij is het leven hier niets dan tijd verknoeien. Dus u zei nem, dat het beste, wat hij kon doen, was: weg te gaan? zei May vroo lijk. Het bleek duidelijk, dat zij ten hoogste vol daan was. Dat zei ik, 1a. Ik hoop. dat ik niet te veel zei, miss May! Maar, als je al dien tijd geen dubbel spel gesp®®1'0 heK zak zijn ver trek je niet al te zeer bedroeven. Xk geloof het niet, antwoordde zij la chend, hoewel onso}mMlg genoeg is. Zoo zoo, hij is dus Voor goed weg. Het ver wondert me, dat hij er niet aan dacht, om mij een cadeautje te Seven, vóór hij wegging; of U, moedie. Nu, oin wiaauheid te zegigen, kind, hij bracht een heel stel sieraden mee uit Pa rijs. HU vroeg me, of ik die wilde aannemen, ln ruil voor de attentie, die we voor hem mis schien aan den aag gelegd hebben, denk ik, maar ik weigerde. Ik geef niets om steraden dat weet je, en lk wil ook geen oadeaux van iemand, die niets meer dan een vriend is. Hoe zagen ze er uit? vroeg May, met vrouwelijke nieuwsgierigheid. Heel mooi, in blauw en goud. MaaT ik draag immers nooit kleuren, en ik zal dat ook nooit doen. O lieve Moedie, zei May, begrijpend, ter wijl zij mijn hand teeder drukte. (Wordt- vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 6