ets
75 ct-
75 ct-
75 ct-
75 ct 175
75"-
75 c*"
75 ct-
75 ct-
75 ct-
75 ct-
75 ct-
75 ct-
75 ct-
75 ct-
75
75 ct-
75 ct.
75 ct.
75 ct-
75ct-
75 Ci'
75 ct*
75
75 ct-
75 ct-
75 ct-
75ct-
75 ct-
75
75 ct-
75 ct-
75 ct-
75 Ct.
KOFA MAGAZIJN gebr. bertels
DE ZAAK VAN DE VALSCHE
VAN GOGH'S.
®¥S©t gas gevulde Ballons cadeau.
DAM 9-11-24-26
Ct.
VRIJDAG 8 APRIL 1932
TWEE VROUWEN VERGIFTIGD.
CHRONISCHE ARSENICUM VER-
GIFTIGING.
12 grijze
Werkdoeken
Tricol Heeren-
Pantalons
Gevlochten
Cocos Matten
Baddoeken
2 prima
Japan matjes
Ontbijt
Tafellaken
Tricot Dames
Camisoles
Sportkousen
2 paar
Crêpe de Ctiine
12 Zakdoeken
4 paar
Dames kousen
2 Tafelkleedjes
Groote Molton
Deken
Eiken
Raamgarnituur
Huishoudzeep
Pracht zijden
Kousen
Nachthemd
Pracht
Mystère
Dames Hemd
3 Theedoeken
3 el Kola-
6 paar
Heeren sokken
3 tube prima
Tandpasta
2 ¥2 el solide
Keper Flanel
Schorten
Cretonne,
Dames-
Directoires
Wel Mousseline
Gefestonneerde
Sloopen
4 el Lingerie-
Katoen
6 el
Mousseline
Ongebleekt'
Oogjesgoed
Gebleekte Oogjes
voor luiers
Jongens-
Blouses
6 Theedoeken
gekt. ruiten
WACKER VOOR DEN RECHTER.
HET BR. INDISCH NATIONAAL
CONGRES.
Het getuigenverhoor.
GROOTE OVERSTROOMINGEN LN
ROEMENIE.
„DE NAVOLGING VAN CHRISTUS",
DE VLAAMSCHE WETENSCHAPPE-
LIJKE CONGRESSEN.
KONINKLIJKE PETROLEUM mij.
JOH AN THORN PRIKKER.
Haren en nagels der slachtoffers
hebben den moordenaar
verraden.
Over een geval van chronische arsenicum
vergiftiging bevatte het „Pharm Tijdschrift"
interessante bijzonderheden, waaraan we het
volgende ontleenen
Het hier bedoelde geval betreft den Euro
peaan B. te Bandoeng, die na van zijn eerste
vrouw gescheiden te zijn, voor de tweede maai
huwde. De tweede yrouw bezat geld van zich
zelf, wat de oorzaak is geworden van dit
drama.
Eenigen tijd na haar huwelijk begon de
tweede vrouw te klagen over buikpijn en werd
door een arts hiervoor behandeld, hetgeen
op den duur geen verbetering bracht, integen
deel, de pijn bleef aanhouden.
De arts achtte operatie noodzakelijk, om de
galblaas weg te nemen. De operatie verliep
goed en nadat zij nog een maand in het zie
kenhuis had gelegen en volkomen genezen
ontslagen kon worden, werd op een avond de
arts geroepen, omdat er een plotselinge om
mekeer had plaats gehad. Zonder dat medi
sche hulp mocht baten, stierf de patiënte den
volgenden ochtend vroeg. Arts en chirurg kon
den dit niet anders verklaren dan een natuur
lijke doodsoorzaak, wegens het ontbreken van
afwijkingen. Dit was begin Januari 1931,
Korten tijd hierna huwde de man voor de
derde maal. Deze vrouw genoot een pensioen
dat zij bij een huwelijk verliezen zou, en stel
de daarom als voorwaarde, dat hij een levens
verzekering voor haar zou sluiten. Dit ge
schiedde.
Zij begon echter ook al gauw met bulk
klachten. Hiervoor werd zij eveneens behan
deld, in den beginne met succes, maar steeds
kwamen de pijnen Jn erger mate terug. Het
lichaam verzwakte voortdurend en ten slotte,
eind Augustus 1931, dus 8 'A maand na het
overlijden van de tweede vrouw, stierf ook
zij, en, wat zeer typisch was. onder dezelfde
verschijnselen.
Bij de lijkschouwing, door twee artsen ver
richt, kwamen beiden tot de conclusie, dat er
zich verschijnselen voordeden, die wezen op
een vergiftiging. Zij deelden hun vermoeden
mede aan den echtgenoot en zeiden hem, dat
zij een justitieel onderzoek noodzakelijk 'acht.
ten. De echtgenoot stemde hiermee vol
komen in.
Het lichaam werd door de Justitie in be
slag genomen. Bij de sectie kwamen afwij
kingen van de inwendige organen te voor
schijn die het vermoeden op een arsenicum-
vergittiging deden post vatten. De lijkdeelen
werden naar het Scheikundig Laboratorium
opgezonden voor onderzoek.
Het vinden van de kleine hoeveelheid ar
senicum in de maag en maag-inhoud en de
groote hoeveelheid in de lever, milt en Hn-
kernier wettigde de veronderstelling, dat men
hier met een chronische arsenicum vergifti
ging te doen had. Om dit nader aan te toonen,
werd verzocht de haren en nagels van het
slachtoffer op te sturen. Inderdaad werd hier-
ln, na destructie, arsenicum gevonden.
Dooi dat nu bewezen was, dat de vrouw aan
een chronische arsenicum-vergiftiging gestor
ven was, achtte de Officier van Justitie het
noodzakelijk cm het in Januari begraven lijk
van de tweede vrouw op te graven.
Het stoffelijk overschot was begraven in
een grafkelder. De kist was nog geheel gaaf.
-Na openen van de kist bleek het lijk nog vrij
goed te zijn geconserveerd, wat wel te danken
was aan den luchtdicht gesloten kelder
Het onderzoek geschiedde op dezelfde wijze
als boven is aangegeven. In de maag en dar
men meit inhoud en de lever en milt konden
sporen arsenicum aangetoond worden even
eens konden hiervan zeer kleine arseen spie
geitjes overgelegd worden. Het gevonden ar
senicum kan van opzettelijk toegediend vergif
afkomstig zijn, maar, in aanmerking genomen
de geringe hoeveelheid, ook van voedingsmid
delen of geneesmiddelen, hoewel volgens de
visa et reperta van de artsen, geen arseni-
cum-bevattend geneesmiddel voorgeschreven
was.
In de beenderen en haren en nagels werd
echter een vrij groote hoeveelheid arsenicum
gevonden, hetgeen weer wees op een chro
nische arseen-vergiftiging.
Het laatste onderzoek is uit een toxlco.
logisoh standpunt bezien, interessanter dan
het eerste. Wat het eerste betreft, dit is een
normale chronische arseen-vergiftiging, waar
na het slachtoffer gesuccombeerd is. Dit volgt
uit de kleine hoeveelheid arsenicum, die ge
vonden is in de maag en de groote hoeveel
heid in de lever, nog meer uit het gevonden
arsenicum in de haren en nagels. Maar bij het
laatste geval komt in da eerste plaats de om
standigheid, dat het slachtoffer, een maand
vóór zij stierf, werd opgenomen in het zieken
huis voor een operatie. Daardoor werd de ge
legenheid om verder nog arsenicum toe te
dienen, plotseling afgebroken en had het
lichaam tijd, vergif uit te scheiden. De deelen
echter van het lichaam, waar het vergif op
gezameld en slechts langzaam uitgescheiden
wordt, zooals haren, nagels en beenderen
hielden dit vast, zoodat zelfs acht maanden
na den dood het arsenicum nog duidelijk aan
te toonen was. Blijkbaar was dus in dia ééne
maand bijna alle arseen weggevoerd uit maag,
darmen en lever. Dat de laatste hoeveelheid
zeer langzaam verwijderd werd, getuigt de
slechts zwakke aanduiding op arsenicum in
de faecaliën.
Door het vinden van arsenicum ln haren,
nagels en beenderen werd aangetoond, dat de
vrouw werkelijk aan chronische vergiftiging
geleden had, maar de hoeveelheid kon in geen
geval den dood veroorzaakt hebben, en daar
mede is verklaarbaar de uitspraak van de
artsen, dat de vrouw 'n natuurlijken dood ge
storven was.
Het einde van dit geraffineerd drama kwam
spoediger, dan men verwachtte. Toen n.l. de
verschillende processen-verbaal van het schei
kundig onderzoek aan de Justitie waren over
gelegd. ging zij onmiddellijk tot een verhoor
over van den verdachte, in casu den echtge
noot .Hij ontkende pertinent de dader te zijn.
Alleen toen men hem vertelde, dat zijn tweede
vrouw ook opgegraven en onderzocht was,
schrok hij even, maar herstelde zich snel en
werd weer kalm, terwijl hij hardnekkig vol
hardde in zijn ontkenning. Men liet hem vrij.
doch stelde hem onder politietoezicht. Den
volgenden morgen bleek, dat hij des nachts
door ophanging een einde aan zijn leven ge
maakt had.
voor
Ongebleekte
70 x 40
voor
flinke maat
3 stuks
voor
Prima
55 x 110
2 stuks voor
X 4U 4/4
voor voor
Gekleur. rand
voor
2 stuks
voor
voor
alle
kleuren
m. gekleurden
Tand
voor
alle kleuren
voor
mooi bedrukte
dessins
Zeer goede
kwaliteit voor
zeer voordeelig
voor
15 dubbele
stukken
mod. kleuren
voor
nieuw model,
gekleurde
garneer, voor
120 breed
voor
zeer mooi
70 x 70 prima
kwaliteit
alle kleuren
voor
fantasie
voor
voor
voor
nieuwste dess.
4 el voor
2 stuks
voor
alle kleuren
voor
2 stuks
voor
div. kleuren
voor
nieuwste dess.
voor
5 el voor
3 el prima
voor
voor
De geheimzinnige en nog steeds
anonieme Rus.
Dezer dagen hebben wij in oma Blad reeds
kunnen mededeel en., dat voor dem aan
vang van het proces-VVacker de verdediger het
verzoek deed tot afwijzing van de deskundi
gen Geheim rat Justi, de la Faille een Stoppe-
ran, die zich reeds eerder eenzijdig en nadruk
kelijk aan de verklaring gebonden hadden,
dat de schilderijen van Wacker valsch waren.
Nader meldt on3 Wolff uit Berlijn, dat na
langdurige beraadslaging het gerecht de be
slissing over het al of niet toelaten als ge-
tulgen van de la Faille en Bremmer uitstelde
Aan Geheimrat Friedlander en den leider van
de firma Cassirer heeft de rechtbank als des
kundigen geen behoefte. Het verzoek van de
verdediging tot wraking van de getuigen Ge
heimrat Justi en Stopperan werd afgewezen.
Hierop nam heit verhoor van beklaagde,
Otto Wacker, een aanvang.
Hij stamt, naar uit de verklaringen bleek,
uit een schiidersfamllie. Zijn vader was land
schapschilder en ook zijn broer en zuster heb-
ben zich met de schilderkunst beziggehouden
Reeds op 12-jarigen leeftijd heeft beklaagde
schilderijen van zijn vader zelfstandig ver
kocht en een jaar later reeds reizende tentoon
stellingen geleid.
De voorzitter: Heeft uw vader schilderijen
van Van Gogh gerestaureerd?
Beklaagde: Hij heeft de meeste van de be
treffende dertig schilderijen gerestaureerd.
Op vragen van den voorzitter geeft beklaag
de toe, dat reeds 15 jaar geleden tegen hem
de klacht is geuit, dat hij een valsch stuk
had verkocht.
De voorzitter: Hebt ge den verkoop der Van
Gogh's geboekt?
Beklaagde: Ik heb alleen de winst geno
teerd.
He voorzitter: Dat is toch een ongewone
manier van boekhouden.
Beklaagde: ik heb niet het minste verstand
van boekhouden.
herirorw Venlere Terhoor, sprekende over de
Warkor C'e schilderijen, verklaardd
te' hehhen ^een dansavond in Berlijn een Rus
treffen in M t" Sam8n'
collectie schilderijen van vl"
ken had. De ^aagdeTiidl^LfhT^
sohil^riien °Ter 06 wljze' waarop hij de
schilderijen verworven had, nadere aanwii
zingen geven. Op alle desbetreffende vragen
weigerde hij het antwoord. vragen
Hem werd dan een bijzonderheid medege
deeld komende van de politie te Bern, welke
op verzoek van het Berlijnsche politie-presi
dium verklaarde, dat de gezochte Rus een
vorst zou kunnen zijn. Wacker wenschte zich
hierover echter niet uit te laten. Wel ver
klaarde hij de schilderijen in commissie te
hebben gekregen en daarbij op eerewoord té
hebben moeten beloven nooit den naam van
den eigenaar te zullen noemen; waartoe hij
als koopman ook niet verplicht was geweest.
In Zwit.serland had hij ook familieleden van
den eigenaar ontmoet en ondervonden, dat
een familie in Zürich eveneens twee schilde-
rijen van Van Gogh bezat. De eigenaar-zelf
had de schilderijen zeer goedkoop in zij'n be
zit gekregen en er slechts enkele duizenden
Marken voor betaald. Voor het duurste schil
derij, het zelfportret van Van Gogh, had de
Rus maar 800 Mark gegeven. De Rus had de
stukken zelf naar Berlijn gebracht. Enkele
malen had de Russische emigrant ook twee
of drie schilderijen uit Zwitserland per auto
meegebracht. Ongeveer veertien of zestien
schilderijen, die beschadigd waren, had zijn
broeder in Düsseldorf gerestaureerd. De op
brengst van den verkoop bad beklaagde aan
den eigenaar bij diens bezoeken aan Berlijn
of bij zijn reizen naar Zwitserland gegeven.
Toen in den herfst van 1926 het bericht
opdook, dat de schilderijen valsch waren,
hadden zijn vrienden er bij beklaagde op aan
gedrongen den mam van den eigenaar te
noemen. Hij was toen met dit doel naar Zwit
serland vertrokken, maar ue eigenaar was
op reis gegaan naar Egypte. In Zürich, waar
hij geld wilde opnemen om aen eigenaar nog
in Genève te treffen, was hij gearresteerd.
Van den eigenaar heeft hij uit de opbrengst
van de schilderen een leening van tusschen
de 80 en 90.000 Mark ontvangen. Met dit gelu
heeft hij de onkosten bestreden voor de in
richting van zijn zaak in de Victoriastrasse.
Nieuwe verklaringen van den
beklaagde.
Wolff seint ons uit Berlijn:
In de zitting van gister verklaarde de be
klaagde Otto Wacker, dat hij thans den in
druk heeft, dat drie der in de rechtszaal op.
gestelde schilderijen valsch zijn. Hij is een
deskundig handelaar en heeft zoowel den ver
kooper als den kooper in bescherming te ne
men. Hij had de schilderijen slechts aan be
kende deskundige kunsthandelaars verkocht
Vervolgens werd aan Wacker gevraagd,
waarvoor hij zijn broeder in Düsseldorf 51 000
Mark overgemaakt had. De beklaagde ant
woordde, dat 1000 Mark daarvan voor restau
raties en 50.000 voor den aankoop van een der
zes in Düsseldorf geëxposeerde onbekende Van
Gogh's waren gegeven. In den herfst 1927 ver
huisde hij naar de Viktoriastrasse, waar hij
NEW DELHI, 6 April. (R.O.) De Indische
rëgéering heeft besloten de gewone jaarlijk-
»ehé zitting van het Indische nationaal con-
trék 'dit jaar te verbieden.
voor het lokaal 30.000 Mark huur per jaar
betaalde. Het bedrag, dat hij voor de inrieh
ting van den kunsthandel in de Viktoria
strasse ontvangen heeft, was nog niet terug
betaald; hij was nog 10.000 Mark schuldig.
De zaak was opgeheven, omdat de krach met
de vervalschingen kwam. Hij weigerde echter
beslist voor zich gebruik te maken van para
graaf 51. In hoofdzaak was het proces op het
drijven der concurrentie terug te voeren. De
firma Cassirer had hem voor een landschap
dat 40.000 Mark moest opbrengen, een prijs
van 8000 Mark geboden.
BERLIJN, 7 April (W.B.) Als eerste getuige
in het proces tegen den kunsthandelaar Wacker
werd heden i-r. Vincent van Gogh, neef van
den kunstenaar gehoord.
Getuige verklaarde, dat na den dood van den
schilder de geheele nalatenschap van schilde
rijen in het bezit van zijn broer Theo gekomen
is, die echter nog In hetzelfde jaar als de kun
stenaar gestorven is. De moeder van getuige
is sinds I892 met den verkoop der schilderijen
begonnen en heeft ieder schilderij in haar dag
en kasboek Ingeschreven. Getuige verklaarde
dat hij de meeste schilderijen uit den verkoop
van aangeklaagde nooit gezien heeft.
Hierna werd een boekhandelaar gehoord,
die zeide, dat Wacker onder zijn kunstenaars-
naam als danser een opvallend groot aantal
boeken over van Gogh gekocht heeft.
De volgende getuige, kunsthanidelaar dr.
Feilchenfeld, mede-eigenaar van het kunstsalon
Cassirer verklaarde, dat hera in Januari 1926
door een onbekende een van Gogh werd aan
geboden, dien hij heeft afgewezen, daar hij
hem maar zeer matig vond, hoewel de prijs nog
heneden de tienduizend mark la-g, dus naar
verhouding laag was.
In een door de firma Cassirer te zamen met
de la Faille georganiseerde van Gogh-tentoon-
stelling, die meer dan honderd schilderijen om
vatte, waren ook vier schilderijen van Wacker
opgenomen. Zijn assistente mej. dr. Ring had
bij het ophangen der schilderijen terstond ver
klaard, dat alle vier schilderijen van Wacker
valsch waren en ook hij zelf had ze op gron
den van stijlcritiek valsch bevonden.
Wacker scheen daarover niet bljzondeT ver
wonder-d te zijn en had de schilderijen terug
genomen. Later constateerde getuige, dat nog
vier schilderijen van deze tentoonstelling, die
afkomstig waren uit particulier bezit en even
eens van Wacker, ook vervalschingen waren,
zooals in het algemeen alle in den cataloog van
de la Faille, als uit een collection privêe
Suisse" afkomstig aangegeven schilderijen vol
gens zijn meening valsch waren.
Meier-Graeft had steeds weer opnieuw met
nadruk verklaard, dat hij Wacker voor een
correct man hdeJd. Getuige heeft ook in 1930
in Rusland de staatsverzameüng Morosoff ge
zien en tijdens zijn verblijf in Rusland was hem
door deskundigen verzekerd, dat een partl-
culiere verzameling met dertig van Goghs in
Rusland onmogelijk is.
De vervalschingen kende men echter op dat
oogenblik in Rusland reeds uit de bladen.
Ondanks het aandringen van den voorzitter
verklaarde Wacker, dat hij het geheim van den
oorspronkelijken eigenaar der schilderijen be
waart.
Valsche Van Gogh's op den transportband Interieur van de rechtszaal tijdens het
proces-Wacker te Berlijn.
BOEKAREST, 6 April. (V.D.) De plotseling
Ingetreden ontdooiing der sneeuwmassa's heeft
ln alle deelen van het land groote overstroo-
mlngen veroorzaakt. Talrijke spoorwegtrajec-
ten staan onder water.
Treinen uit Polen en Duitsohland moeten
worden omgelegd en komen met groote ver
traging aan.
De regeering heeft de zending van zeveD
regimenten genietroepen maar de bedreigde
streken bevolen.
DORP TE KOOP.
PARIJS, 7 April. (H. N.) In Bourgogne wordt
een heel dorp ten verkoop aangeboden, dat
door de bewoners verlaten ls. Tien Jaar geleden
bevonden er zich nog 150 personen, die gelelde
lijk naar de steden vertrokken zijn. Slechts
een bejaard echtpaar woont nog ln het dorp.
Het geheele dorp zal thans worden verkocht
en is ingezet op 500.000 francs.
De kwestie van het auteurschap.
In de te Amsterdam gehouden vergadering
der moderne theologen heeft dr. C. E. Hooy
kaas, remonstrantsch predikant te Rotterdam
gesproken over „De schrijver van de oorspron
kelijke Navolging van Christus
Aan het verslag in het „Alg. Handelsblad"
ontleenen wij
Spr. herinnerde in het kort aan den eeuwen-
langen strijd over het auteurschao, die een
halve eeuw geleden (datum van de publicaties
van Spitzen en Becker) de uitspraken van
buitenlandsche auteurs voor goed en o-nher
roepelijk afwees. Intussehen was het zwakke
punt dezerzijds steeds de vereenzeiving van
den Ned. oorsprong van het boek en de toe
wijzing van het auteurschap aan Thomas van
Kempen. Spr. verheugde zich uit de litera
tuur van de 19e eeuw echter eenige merkwaar
dige uitspraken te kunnen aanhalen van ge
leerden, die weliswaar nog niet twijfelden aan
Thomas' eigenlijke auteurschap, maar intus
sohen ruimten lieten voor de erkenning, dat
Thomas in zijn geschrift ruimschoots oudere
gegevens verwerkte, dus minstens evenzeer
redacteur als auteur was. Deze algemeene er
kenning nu heeft groote beteekenis gekregen
en een zeer aanwijsbaar positieven inhoud
daarbij door de opzienbare vondst van twee
Neder.-Duitsche handschriften in het Lübeck
sche stadsarchief. De vinder, de heer Paul
Hagen heeft reeds ln 1921 de beteekenis ge
publiceerd. In de Vereenigde Staten heeft
deze vondst de aandacht getrokken van prof.
A. Hyma, in Nederland vooral die van prof
dr. Jac. van Ginneken S.J., die reeds vele
publicaties eraan gewijd heeft en speciaal in
de Roomsche pers een strijd erover heeft ont
ketend.
De Lübecksche handschriften, afkomstig uit
het voormalige Zusterhuis des Gemeenten Le
vens, behelzen het tweede en derde boek van
de Navolging. Boek 3 komt hier echter voor
in een zeer veel korterea vorm er entbre.
ken ongeveer 15 hoofdstukken van de 59
en daarbij zijn deze geplaatst in een geheel
andere volgorde dan de officieel overgelever
de. Hagen heeft reeds aangetoond, dat wij bij
deze handschriften te doen hebben met een
document dat ouder en oorspronkelijker is dan
„Thomas"; hij wees ook aan dat de taal
(middai-Neder.-Duitsch) oorspronkelijker is
dan Thomas' latijn. De vraag wie de oorspron
kelijke auteur kon zijn, liet Hagen in het
midden.
Prof. Van Ginneken nu is gegrepen door
de gedachte of Ingeving, dat dit oorspronke
lijke boek 3 van niemand anders kon zijn
dan van Geert Groote, den beroemden prediker
an vader van de Moderne Devotie. In den loop
van zijn onderzoekingen is prof. Van Ginne
ken tot de overtuiging gekomen, dat ook de
boeken 1, 2 en 4 in hoofdzaak van denzelfden
auteur afkomstig zijn en dat tal van uitwen
dige getuigenissen, vooral die van handschrif.
ten van boek 1, dit waar maken. Hij beschouwt
boek 3 vervolgens als het laatst geschrevene;
de laatsite 27 hoofdstukken van de Lübecksche
handschriften brengen volgens hem het laat
ste dagboek van Geert Groote, geschreven tus
schen 1383 en 1384, het jaar van zijn dood, het
tijdperk door Acquoy reeds het belangrijk
ste van zijn leven genoemd maar ook zeker
liet smartelijkste: waarin hij door een ker
kelijk vonnis ln zijn prediking geschorst (ge
suspendeerd) was. P.rof. Van Ginneken gaat
na, hoe de barre toon van vele gedeelten van
dit geschrift getuigenis aflegt van diepe
smart en de beproeving van een man van
zeer oorspronkelijke en persoonlijke vroom
heid.
Do gangbare, officieele, vorm van boek 3
is, naar de onderstelling van prof. Van Ginne
ken, door Thomas' hand tot stand gekomen,
waarschijnlijk in opdracht van zijn superieu
ren, die hem last gaven heit nagelaten ge
schrift, dat zoo heilig was en toch iets „on-
oirbaars" had, toelaatbaar en dienstig te ma
ken voor algemeen vroom gebruik. Daartoe
wijzigde Thomas, als bewerker van Groote's
geschrift, de volgorde der hoofdstukken en
omvlocht de diepe verzuchtingen van het Dag
boek met zijn eigen gebeden en refereinen en
die welluidend-stlchtenjke meditaties, waarin
hij een meester was.
Prof. Van Ginneken heeft zijn studie go-
grondvest op een tekstcritisch onderzoek,
waarin hij een zeer uitvoerig hanuschriften-
materiaal vergeleek. De uitkomst wees op een
ver teruggaande, oorspronkelijk middel-Nedcr
landschen tekst, die uit de 14e eeuw herkom
stig moet zijn en waarvan Thomas' officieele
latijnsche tekst in pl.m. 1426 een late bewer
king moet geacht worden.
Als resultaat aanvaardde spr. mei ins-tem
mlng de hooge waarschijnlijkheid van
nieuwe inzichten
1. De Navolging van Christus ts een oor
spronkelijk Nederlandsch geschift.
Boekwezen. Kunstgeschiedenis.
Geneeskunde.
Van onzen correspondent
de
2. Er is een oudere tekstvorm aan te wij
zen dan de bekende van Thomas. Deze is n e,
anders dan een kunstmatige eindredactie, die
voortaan als textua receptus officie"- wer
3. De Navolging van Christus be^aart Ip
dezen ouderen, koi-teren, Nederlandsen n vorm
de dagboeken van Geert Groote-
4. Het derde boek brengt het dagboek uit
zijn laatste levensjaren, béPaald bet
jaar van zijn schorsing als Pl'€dl er' ll6t is
door Thomas geheel aangevuld omgewerkt en.
in strijd met de oorspronke'Uke vo Sorde, in
den tegenwoordigen vorm £el>iaf',1
Prof. dr. W. J. Kühler releveerde in de dis
cussie over het reteraat-Hooykaas het nj,et
geheel afgesloten onderzoek van prof. Van
Ginneken. De tegenstand van an b. room
sche bestrijders verklaarde spr. m.de
vrees
dat Thomas zijn aureool vei ezen zal. Langs
den weg der tekstcritiek spr resultaten
gevonden, die met die van prof. /an Gjnne_
ken overeenkomen. Thomas leeft mt een
groot origineel geschrapt wat net bestaan heb
ben van het onderhavige iet zch kunnen
verraden. In 1441 zijn de Imitatio en de Vita
dan tegelijk gepubliceerd- Lij dit alles moet
echter worden bedach-a in de Windeshei-
mer kringen de weteusc ap eer biografie be
dreven werd enkel om evotie op te wekken,
en niet om de wetenschap 2elf<
De laatste dagen doen te Parijs en Berlijn
herhaaldelijk geruchten omtrent de Konink
lijke Shell-groep de ronde. Zoo verluidde o.a
te Parijs, dat Sir Henry Deterding op het
oogenblik nergens te vinden zou zijn. Hij zou
sedert eenige weken spoorloos zijn verdwenen.
Op een vergadering van den raad van commis
sarissen, die de vorige week in den Haag werd
gehouden zou Deterding niet verschenen zijn.
Naar aanleiding hiervan vernemen wij alt de
beste bron dat dit alles pure phantasle ls
De heer Deterding bevindt zich te Lorden
In den Haag staat men dagelijks met hem in
telefonisch contact.
Een vergadering van den raad van commis
sarissen is de vorige week in den Haag in het
geheel niet gehouden.
Onze zegsman verklaarde ons, dat alle deze
geruchten aan baissemanipulaties van uit Parijs
en Berlijn zijn toe te schrijven.
Brussel, 6 April 1932.
Als wij zuilen gezegd hebben, dat op da
Vlaamsche Wetenschappelijke Congressen, die,
zooals men weet, te Gent worden gehouden,
meer dan 200 sprekers zijn opgetreden (waaron
der meer dan 60 Nederlanders), dan zal men
begrijpen, dat wij er in de verte niet aan kun
nen denken hiervan ook maar bij benadering
een verslag te geven, dat het besprokene
eenigszins van nabij zou kunnen resumeeren.
Toch kunnen wij manifestaties zooals deze niet
zonder meer voorbijgaan, en zullen wij hier en
daar in de voordrachten en referaten een greep
doen, in onderwei pen van meer direct belang,
of die de massa interesseeren.
Op het Congres voor boek- en bibliotheek
wezen had dr. D. Burger (Rotterdam) het over
boek-illustraties van fantastische reisverhalen,
en zei-de spreker in dit verband o.m.: „Fantas
tische reisbeschrijvingen hebben, de eeuwen
door, belangstellende lezers gevonden. Alge
meen bekend zijn de boeken van Jules Verne
in alle talen vertaald maar Verne is slechts
een uit zeer velen. Onder degenen, die zich
aan deze literatuur hebben gewijd, zijn zeer
bekende schrijvers als Lucianus, Cyrano de
Bergerac, Jonathan Swift, Holberg, Verne, H.
G. Wells. Dez© verhalen leenen er zich meer
dan andere toe. om door illustraties te worden
verlucht, die het verhaal kunnen verlevendi
gen, ja, -dikwijls mede het karakter er van kun
nen bepalen. Soms ook wordt een eeuwenoud
verhaal door de teekeningen van een modern
kunstenaai ^oor een 20-ee-uwschen lezer weer
volkomen begi ijpelijk. x>it alles werd aan de
hand van een reeks goed uitgekozen lichtbeel
den door spreker verduidelijkt.
Veel belangstelling werd op bet Congres voor
Algemeene Kunstgeschiedenis aan den dag ge
legd voor een lezing van prof. dr. F. w. Hudig
(Aerdenhout-bij-Haarlem), over gothiek en r£
naissance.
Gothiek en renaissance, aldus spreker, zijn
namen, die bij het voortschrijden der weten
schap, voor het aanduiden van kunsthistorische
begrippen niet meer voldoen. De Duitsche theo
retici hebben dit reeds lang ingezien en ma
ken onderscheid tusschen Hochgotik en Spat>
gotik, tusschen Protorenaissance, Friihrenais-
sance, Hoch- en Spatrenaissance, waarmee pe
rioden in de kunstgeschiedenis worden aan
geduid van onderling totaal verschillende
strekking.
Maar ook deze indeeling zal op den duur blij
ken, vooral omdat de stijlrichtingen, die men
er mee wil aanduiden veel universeeler zijn
dan men gewoonlijk aanneemt. Feitelijk kunnen
deze stijlrichtingen worden gezien, als geleld
door twee zich voortdurend afwisselende prin
cipes, de werkelijkheidszin en de fantasie Da
psychologen spreken, zooals prof. dr. H. H. Bou-
man nog onlangs in een voordracht heeft uit
eengezet, van sensopsychische en ideopsychischa
kunst, waarmede onderscheid wordt gemaakt
tusschen die Kunst, die op directe zinnelijke
waarneming is gebaseerd, en die, waarbij de
kunstenaar vormen gebruikt, die van de wer
kelijkheid. zijn geabstraheerd.
liet afwisselen van perleden, -waarin een da- u
zer principes heerscht, kan reeds voor pnë-
historische tijden worden aangetoond. Ook hij
de periode-indeeling op het gebied der nieuwere
kunstgeschiedenis kunnen op dazen grondslag
gevormde begrippen in toepassing worden ge
bracht.
Zoo is de Romaansche beeldhouwkunst even
als de Byzan-tijnsche, waar zij uit voortkomt als
ideopsychisch te verklaren, de z.g. „Hochgo-
tische" beeldhouwkunst is sensopsychisch en
wordt door dit begrip vereenigd met die der
proto-renaissance in Italië, bij bei-de is het
sensopsychische gematigd door de inwerking
van ideopsyckische voorbeelden uit de Oud
heid.
In de 14de eeuw krijgt de verbeelding weer
geheel de overhand over den werkelijkheidszin.
Zoo ontstaat de kunst die men naar Keizer
Karei IV 2011 kunnen noemen en die heerscht
van Slena over Frankrijk tot Bohemen. De
sensopsychische reactie zet in met Claus Slu-
ter aan het eind der 14-de eeuw. Masaccio, Do
natello, Jan van Eyck kunnen hiermede in één
adem genoemd worden, al is in Italië ook bier
bij weer de inwerking van antieke ideopsy-
cliische voorbeelden te bemerken.
reactie in de ideopsychische richting
treedt m Italië weer op met Botticelli, Pol-
«-uolo, Filippino Lippi. in het Noorden is
^Ulnten Metsys, men denke hierbij aan de
evens in zijn kunst, nog tot de sensipsy-
en te rekenen. De z.g. Antwerpsche Manierts-
fen toonen echter ton duidelijkste de ideopsy.
ehische reactie aan, die met antieken inslag
door kunstenaars als Bernard van Orley Go
■saaert, Scorel, Heemskerck wordt voortgezet,
waar Pieter Breughel al weer een reactje op
vormt. In onzen tijd is de „Neue Sachligkeit"
de sensopsychische reactie na het ideopsvchl
sche futurisme, waaraan het sensopsychische
impressionisme voorafging. Tot zoover spr,
wiens rede druk gecommenteerd werd.
Een der belangrijkste congressen was dat
voor natuur- en geneeskunde, waar meer dan
honderd sprekers het woord voerden.
Prof. Daels gaf in zijn voordracht een over.
zicht over de gezamenlijke klinische gegevens
in zijn kliniek verkregen over het kiemdoo-
dend vermogen van het bloed. Deze opzoekip.
gen hebben als hoofdgegevens het bewijs gele
verd dat de bloedtransfusie niet alleen van
belang is om aan de nadeellge gevolgen van
een bloedverlies te verhelpen, of aan de ge
volgen van een bloedvernietiging in het lichaam
maar nog, en misschien veel meer van i>at is
om aan een lichaam dat zich moeilijk, of heele-
maal onvoldoende verdedigt in den strijd tegen
bacteriën, de hulp te schenken van een bloed
dat sterk kiemdoodend is (baetericled). Deze
nieuwe methode heeft reeds prachtige resul
taten gegeven in zake behandeling van de
kraambedkoorts, en op dit oogen„.ik kan het
veld van de toekomende toepassingen nog niet
worden overzien. Nieuwe gegevens worden bij
iedere nieuwe onderzoeking geleverd. De ver
andering in het bloed teweeg gebracht in zake
kiemdoodend vermogen, door de spuiting van
medicamenten, door operatieve tusschenkomst,
door narcose, enz., werden reeds in tal van ge
vallen, met hulp van de nieuwe methode en
technieken bestudeerd, en bij meer dan één
opzoeking kwamen verrassende uitslagen naar
voren, welke opnieuw aanleiding geven tot on
vermoe-de, therapeutische toepassingen.
In den loop van de maand April zal In het
„Kunstgewerbemuseum" te Keulen een ten
toonstelling worden gehouden, gewijd aan d«
nagedachtenis van Johan Thorn Prikker, den
onlangs overleden Nederlandschen schilder,
die ruim 25 jaar van zijn leVen in Dultscbland
werkzaam is geweest. Op de tentoonstelling
zullen talrijke zijner schilderijen en ook eea
aantal door hem vervaardigde glasvenster^
vereenigd zijn.