ets 75 ct- 75 ct- 75 ct- 75 ct 175 75"- 75 c*" 75 ct- 75 ct- 75 ct- 75 ct- 75 ct- 75 ct- 75 ct- 75 ct- 75 75 ct- 75 ct. 75 ct. 75 ct- 75ct- 75 Ci' 75 ct* 75 75 ct- 75 ct- 75 ct- 75ct- 75 ct- 75 75 ct- 75 ct- 75 ct- 75 Ct. KOFA MAGAZIJN gebr. bertels DE ZAAK VAN DE VALSCHE VAN GOGH'S. ®¥S©t gas gevulde Ballons cadeau. DAM 9-11-24-26 Ct. VRIJDAG 8 APRIL 1932 TWEE VROUWEN VERGIFTIGD. CHRONISCHE ARSENICUM VER- GIFTIGING. 12 grijze Werkdoeken Tricol Heeren- Pantalons Gevlochten Cocos Matten Baddoeken 2 prima Japan matjes Ontbijt Tafellaken Tricot Dames Camisoles Sportkousen 2 paar Crêpe de Ctiine 12 Zakdoeken 4 paar Dames kousen 2 Tafelkleedjes Groote Molton Deken Eiken Raamgarnituur Huishoudzeep Pracht zijden Kousen Nachthemd Pracht Mystère Dames Hemd 3 Theedoeken 3 el Kola- 6 paar Heeren sokken 3 tube prima Tandpasta 2 ¥2 el solide Keper Flanel Schorten Cretonne, Dames- Directoires Wel Mousseline Gefestonneerde Sloopen 4 el Lingerie- Katoen 6 el Mousseline Ongebleekt' Oogjesgoed Gebleekte Oogjes voor luiers Jongens- Blouses 6 Theedoeken gekt. ruiten WACKER VOOR DEN RECHTER. HET BR. INDISCH NATIONAAL CONGRES. Het getuigenverhoor. GROOTE OVERSTROOMINGEN LN ROEMENIE. „DE NAVOLGING VAN CHRISTUS", DE VLAAMSCHE WETENSCHAPPE- LIJKE CONGRESSEN. KONINKLIJKE PETROLEUM mij. JOH AN THORN PRIKKER. Haren en nagels der slachtoffers hebben den moordenaar verraden. Over een geval van chronische arsenicum vergiftiging bevatte het „Pharm Tijdschrift" interessante bijzonderheden, waaraan we het volgende ontleenen Het hier bedoelde geval betreft den Euro peaan B. te Bandoeng, die na van zijn eerste vrouw gescheiden te zijn, voor de tweede maai huwde. De tweede yrouw bezat geld van zich zelf, wat de oorzaak is geworden van dit drama. Eenigen tijd na haar huwelijk begon de tweede vrouw te klagen over buikpijn en werd door een arts hiervoor behandeld, hetgeen op den duur geen verbetering bracht, integen deel, de pijn bleef aanhouden. De arts achtte operatie noodzakelijk, om de galblaas weg te nemen. De operatie verliep goed en nadat zij nog een maand in het zie kenhuis had gelegen en volkomen genezen ontslagen kon worden, werd op een avond de arts geroepen, omdat er een plotselinge om mekeer had plaats gehad. Zonder dat medi sche hulp mocht baten, stierf de patiënte den volgenden ochtend vroeg. Arts en chirurg kon den dit niet anders verklaren dan een natuur lijke doodsoorzaak, wegens het ontbreken van afwijkingen. Dit was begin Januari 1931, Korten tijd hierna huwde de man voor de derde maal. Deze vrouw genoot een pensioen dat zij bij een huwelijk verliezen zou, en stel de daarom als voorwaarde, dat hij een levens verzekering voor haar zou sluiten. Dit ge schiedde. Zij begon echter ook al gauw met bulk klachten. Hiervoor werd zij eveneens behan deld, in den beginne met succes, maar steeds kwamen de pijnen Jn erger mate terug. Het lichaam verzwakte voortdurend en ten slotte, eind Augustus 1931, dus 8 'A maand na het overlijden van de tweede vrouw, stierf ook zij, en, wat zeer typisch was. onder dezelfde verschijnselen. Bij de lijkschouwing, door twee artsen ver richt, kwamen beiden tot de conclusie, dat er zich verschijnselen voordeden, die wezen op een vergiftiging. Zij deelden hun vermoeden mede aan den echtgenoot en zeiden hem, dat zij een justitieel onderzoek noodzakelijk 'acht. ten. De echtgenoot stemde hiermee vol komen in. Het lichaam werd door de Justitie in be slag genomen. Bij de sectie kwamen afwij kingen van de inwendige organen te voor schijn die het vermoeden op een arsenicum- vergittiging deden post vatten. De lijkdeelen werden naar het Scheikundig Laboratorium opgezonden voor onderzoek. Het vinden van de kleine hoeveelheid ar senicum in de maag en maag-inhoud en de groote hoeveelheid in de lever, milt en Hn- kernier wettigde de veronderstelling, dat men hier met een chronische arsenicum vergifti ging te doen had. Om dit nader aan te toonen, werd verzocht de haren en nagels van het slachtoffer op te sturen. Inderdaad werd hier- ln, na destructie, arsenicum gevonden. Dooi dat nu bewezen was, dat de vrouw aan een chronische arsenicum-vergiftiging gestor ven was, achtte de Officier van Justitie het noodzakelijk cm het in Januari begraven lijk van de tweede vrouw op te graven. Het stoffelijk overschot was begraven in een grafkelder. De kist was nog geheel gaaf. -Na openen van de kist bleek het lijk nog vrij goed te zijn geconserveerd, wat wel te danken was aan den luchtdicht gesloten kelder Het onderzoek geschiedde op dezelfde wijze als boven is aangegeven. In de maag en dar men meit inhoud en de lever en milt konden sporen arsenicum aangetoond worden even eens konden hiervan zeer kleine arseen spie geitjes overgelegd worden. Het gevonden ar senicum kan van opzettelijk toegediend vergif afkomstig zijn, maar, in aanmerking genomen de geringe hoeveelheid, ook van voedingsmid delen of geneesmiddelen, hoewel volgens de visa et reperta van de artsen, geen arseni- cum-bevattend geneesmiddel voorgeschreven was. In de beenderen en haren en nagels werd echter een vrij groote hoeveelheid arsenicum gevonden, hetgeen weer wees op een chro nische arseen-vergiftiging. Het laatste onderzoek is uit een toxlco. logisoh standpunt bezien, interessanter dan het eerste. Wat het eerste betreft, dit is een normale chronische arseen-vergiftiging, waar na het slachtoffer gesuccombeerd is. Dit volgt uit de kleine hoeveelheid arsenicum, die ge vonden is in de maag en de groote hoeveel heid in de lever, nog meer uit het gevonden arsenicum in de haren en nagels. Maar bij het laatste geval komt in da eerste plaats de om standigheid, dat het slachtoffer, een maand vóór zij stierf, werd opgenomen in het zieken huis voor een operatie. Daardoor werd de ge legenheid om verder nog arsenicum toe te dienen, plotseling afgebroken en had het lichaam tijd, vergif uit te scheiden. De deelen echter van het lichaam, waar het vergif op gezameld en slechts langzaam uitgescheiden wordt, zooals haren, nagels en beenderen hielden dit vast, zoodat zelfs acht maanden na den dood het arsenicum nog duidelijk aan te toonen was. Blijkbaar was dus in dia ééne maand bijna alle arseen weggevoerd uit maag, darmen en lever. Dat de laatste hoeveelheid zeer langzaam verwijderd werd, getuigt de slechts zwakke aanduiding op arsenicum in de faecaliën. Door het vinden van arsenicum ln haren, nagels en beenderen werd aangetoond, dat de vrouw werkelijk aan chronische vergiftiging geleden had, maar de hoeveelheid kon in geen geval den dood veroorzaakt hebben, en daar mede is verklaarbaar de uitspraak van de artsen, dat de vrouw 'n natuurlijken dood ge storven was. Het einde van dit geraffineerd drama kwam spoediger, dan men verwachtte. Toen n.l. de verschillende processen-verbaal van het schei kundig onderzoek aan de Justitie waren over gelegd. ging zij onmiddellijk tot een verhoor over van den verdachte, in casu den echtge noot .Hij ontkende pertinent de dader te zijn. Alleen toen men hem vertelde, dat zijn tweede vrouw ook opgegraven en onderzocht was, schrok hij even, maar herstelde zich snel en werd weer kalm, terwijl hij hardnekkig vol hardde in zijn ontkenning. Men liet hem vrij. doch stelde hem onder politietoezicht. Den volgenden morgen bleek, dat hij des nachts door ophanging een einde aan zijn leven ge maakt had. voor Ongebleekte 70 x 40 voor flinke maat 3 stuks voor Prima 55 x 110 2 stuks voor X 4U 4/4 voor voor Gekleur. rand voor 2 stuks voor voor alle kleuren m. gekleurden Tand voor alle kleuren voor mooi bedrukte dessins Zeer goede kwaliteit voor zeer voordeelig voor 15 dubbele stukken mod. kleuren voor nieuw model, gekleurde garneer, voor 120 breed voor zeer mooi 70 x 70 prima kwaliteit alle kleuren voor fantasie voor voor voor nieuwste dess. 4 el voor 2 stuks voor alle kleuren voor 2 stuks voor div. kleuren voor nieuwste dess. voor 5 el voor 3 el prima voor voor De geheimzinnige en nog steeds anonieme Rus. Dezer dagen hebben wij in oma Blad reeds kunnen mededeel en., dat voor dem aan vang van het proces-VVacker de verdediger het verzoek deed tot afwijzing van de deskundi gen Geheim rat Justi, de la Faille een Stoppe- ran, die zich reeds eerder eenzijdig en nadruk kelijk aan de verklaring gebonden hadden, dat de schilderijen van Wacker valsch waren. Nader meldt on3 Wolff uit Berlijn, dat na langdurige beraadslaging het gerecht de be slissing over het al of niet toelaten als ge- tulgen van de la Faille en Bremmer uitstelde Aan Geheimrat Friedlander en den leider van de firma Cassirer heeft de rechtbank als des kundigen geen behoefte. Het verzoek van de verdediging tot wraking van de getuigen Ge heimrat Justi en Stopperan werd afgewezen. Hierop nam heit verhoor van beklaagde, Otto Wacker, een aanvang. Hij stamt, naar uit de verklaringen bleek, uit een schiidersfamllie. Zijn vader was land schapschilder en ook zijn broer en zuster heb- ben zich met de schilderkunst beziggehouden Reeds op 12-jarigen leeftijd heeft beklaagde schilderijen van zijn vader zelfstandig ver kocht en een jaar later reeds reizende tentoon stellingen geleid. De voorzitter: Heeft uw vader schilderijen van Van Gogh gerestaureerd? Beklaagde: Hij heeft de meeste van de be treffende dertig schilderijen gerestaureerd. Op vragen van den voorzitter geeft beklaag de toe, dat reeds 15 jaar geleden tegen hem de klacht is geuit, dat hij een valsch stuk had verkocht. De voorzitter: Hebt ge den verkoop der Van Gogh's geboekt? Beklaagde: Ik heb alleen de winst geno teerd. He voorzitter: Dat is toch een ongewone manier van boekhouden. Beklaagde: ik heb niet het minste verstand van boekhouden. herirorw Venlere Terhoor, sprekende over de Warkor C'e schilderijen, verklaardd te' hehhen ^een dansavond in Berlijn een Rus treffen in M t" Sam8n' collectie schilderijen van vl" ken had. De ^aagdeTiidl^LfhT^ sohil^riien °Ter 06 wljze' waarop hij de schilderijen verworven had, nadere aanwii zingen geven. Op alle desbetreffende vragen weigerde hij het antwoord. vragen Hem werd dan een bijzonderheid medege deeld komende van de politie te Bern, welke op verzoek van het Berlijnsche politie-presi dium verklaarde, dat de gezochte Rus een vorst zou kunnen zijn. Wacker wenschte zich hierover echter niet uit te laten. Wel ver klaarde hij de schilderijen in commissie te hebben gekregen en daarbij op eerewoord té hebben moeten beloven nooit den naam van den eigenaar te zullen noemen; waartoe hij als koopman ook niet verplicht was geweest. In Zwit.serland had hij ook familieleden van den eigenaar ontmoet en ondervonden, dat een familie in Zürich eveneens twee schilde- rijen van Van Gogh bezat. De eigenaar-zelf had de schilderijen zeer goedkoop in zij'n be zit gekregen en er slechts enkele duizenden Marken voor betaald. Voor het duurste schil derij, het zelfportret van Van Gogh, had de Rus maar 800 Mark gegeven. De Rus had de stukken zelf naar Berlijn gebracht. Enkele malen had de Russische emigrant ook twee of drie schilderijen uit Zwitserland per auto meegebracht. Ongeveer veertien of zestien schilderijen, die beschadigd waren, had zijn broeder in Düsseldorf gerestaureerd. De op brengst van den verkoop bad beklaagde aan den eigenaar bij diens bezoeken aan Berlijn of bij zijn reizen naar Zwitserland gegeven. Toen in den herfst van 1926 het bericht opdook, dat de schilderijen valsch waren, hadden zijn vrienden er bij beklaagde op aan gedrongen den mam van den eigenaar te noemen. Hij was toen met dit doel naar Zwit serland vertrokken, maar ue eigenaar was op reis gegaan naar Egypte. In Zürich, waar hij geld wilde opnemen om aen eigenaar nog in Genève te treffen, was hij gearresteerd. Van den eigenaar heeft hij uit de opbrengst van de schilderen een leening van tusschen de 80 en 90.000 Mark ontvangen. Met dit gelu heeft hij de onkosten bestreden voor de in richting van zijn zaak in de Victoriastrasse. Nieuwe verklaringen van den beklaagde. Wolff seint ons uit Berlijn: In de zitting van gister verklaarde de be klaagde Otto Wacker, dat hij thans den in druk heeft, dat drie der in de rechtszaal op. gestelde schilderijen valsch zijn. Hij is een deskundig handelaar en heeft zoowel den ver kooper als den kooper in bescherming te ne men. Hij had de schilderijen slechts aan be kende deskundige kunsthandelaars verkocht Vervolgens werd aan Wacker gevraagd, waarvoor hij zijn broeder in Düsseldorf 51 000 Mark overgemaakt had. De beklaagde ant woordde, dat 1000 Mark daarvan voor restau raties en 50.000 voor den aankoop van een der zes in Düsseldorf geëxposeerde onbekende Van Gogh's waren gegeven. In den herfst 1927 ver huisde hij naar de Viktoriastrasse, waar hij NEW DELHI, 6 April. (R.O.) De Indische rëgéering heeft besloten de gewone jaarlijk- »ehé zitting van het Indische nationaal con- trék 'dit jaar te verbieden. voor het lokaal 30.000 Mark huur per jaar betaalde. Het bedrag, dat hij voor de inrieh ting van den kunsthandel in de Viktoria strasse ontvangen heeft, was nog niet terug betaald; hij was nog 10.000 Mark schuldig. De zaak was opgeheven, omdat de krach met de vervalschingen kwam. Hij weigerde echter beslist voor zich gebruik te maken van para graaf 51. In hoofdzaak was het proces op het drijven der concurrentie terug te voeren. De firma Cassirer had hem voor een landschap dat 40.000 Mark moest opbrengen, een prijs van 8000 Mark geboden. BERLIJN, 7 April (W.B.) Als eerste getuige in het proces tegen den kunsthandelaar Wacker werd heden i-r. Vincent van Gogh, neef van den kunstenaar gehoord. Getuige verklaarde, dat na den dood van den schilder de geheele nalatenschap van schilde rijen in het bezit van zijn broer Theo gekomen is, die echter nog In hetzelfde jaar als de kun stenaar gestorven is. De moeder van getuige is sinds I892 met den verkoop der schilderijen begonnen en heeft ieder schilderij in haar dag en kasboek Ingeschreven. Getuige verklaarde dat hij de meeste schilderijen uit den verkoop van aangeklaagde nooit gezien heeft. Hierna werd een boekhandelaar gehoord, die zeide, dat Wacker onder zijn kunstenaars- naam als danser een opvallend groot aantal boeken over van Gogh gekocht heeft. De volgende getuige, kunsthanidelaar dr. Feilchenfeld, mede-eigenaar van het kunstsalon Cassirer verklaarde, dat hera in Januari 1926 door een onbekende een van Gogh werd aan geboden, dien hij heeft afgewezen, daar hij hem maar zeer matig vond, hoewel de prijs nog heneden de tienduizend mark la-g, dus naar verhouding laag was. In een door de firma Cassirer te zamen met de la Faille georganiseerde van Gogh-tentoon- stelling, die meer dan honderd schilderijen om vatte, waren ook vier schilderijen van Wacker opgenomen. Zijn assistente mej. dr. Ring had bij het ophangen der schilderijen terstond ver klaard, dat alle vier schilderijen van Wacker valsch waren en ook hij zelf had ze op gron den van stijlcritiek valsch bevonden. Wacker scheen daarover niet bljzondeT ver wonder-d te zijn en had de schilderijen terug genomen. Later constateerde getuige, dat nog vier schilderijen van deze tentoonstelling, die afkomstig waren uit particulier bezit en even eens van Wacker, ook vervalschingen waren, zooals in het algemeen alle in den cataloog van de la Faille, als uit een collection privêe Suisse" afkomstig aangegeven schilderijen vol gens zijn meening valsch waren. Meier-Graeft had steeds weer opnieuw met nadruk verklaard, dat hij Wacker voor een correct man hdeJd. Getuige heeft ook in 1930 in Rusland de staatsverzameüng Morosoff ge zien en tijdens zijn verblijf in Rusland was hem door deskundigen verzekerd, dat een partl- culiere verzameling met dertig van Goghs in Rusland onmogelijk is. De vervalschingen kende men echter op dat oogenblik in Rusland reeds uit de bladen. Ondanks het aandringen van den voorzitter verklaarde Wacker, dat hij het geheim van den oorspronkelijken eigenaar der schilderijen be waart. Valsche Van Gogh's op den transportband Interieur van de rechtszaal tijdens het proces-Wacker te Berlijn. BOEKAREST, 6 April. (V.D.) De plotseling Ingetreden ontdooiing der sneeuwmassa's heeft ln alle deelen van het land groote overstroo- mlngen veroorzaakt. Talrijke spoorwegtrajec- ten staan onder water. Treinen uit Polen en Duitsohland moeten worden omgelegd en komen met groote ver traging aan. De regeering heeft de zending van zeveD regimenten genietroepen maar de bedreigde streken bevolen. DORP TE KOOP. PARIJS, 7 April. (H. N.) In Bourgogne wordt een heel dorp ten verkoop aangeboden, dat door de bewoners verlaten ls. Tien Jaar geleden bevonden er zich nog 150 personen, die gelelde lijk naar de steden vertrokken zijn. Slechts een bejaard echtpaar woont nog ln het dorp. Het geheele dorp zal thans worden verkocht en is ingezet op 500.000 francs. De kwestie van het auteurschap. In de te Amsterdam gehouden vergadering der moderne theologen heeft dr. C. E. Hooy kaas, remonstrantsch predikant te Rotterdam gesproken over „De schrijver van de oorspron kelijke Navolging van Christus Aan het verslag in het „Alg. Handelsblad" ontleenen wij Spr. herinnerde in het kort aan den eeuwen- langen strijd over het auteurschao, die een halve eeuw geleden (datum van de publicaties van Spitzen en Becker) de uitspraken van buitenlandsche auteurs voor goed en o-nher roepelijk afwees. Intussehen was het zwakke punt dezerzijds steeds de vereenzeiving van den Ned. oorsprong van het boek en de toe wijzing van het auteurschap aan Thomas van Kempen. Spr. verheugde zich uit de litera tuur van de 19e eeuw echter eenige merkwaar dige uitspraken te kunnen aanhalen van ge leerden, die weliswaar nog niet twijfelden aan Thomas' eigenlijke auteurschap, maar intus sohen ruimten lieten voor de erkenning, dat Thomas in zijn geschrift ruimschoots oudere gegevens verwerkte, dus minstens evenzeer redacteur als auteur was. Deze algemeene er kenning nu heeft groote beteekenis gekregen en een zeer aanwijsbaar positieven inhoud daarbij door de opzienbare vondst van twee Neder.-Duitsche handschriften in het Lübeck sche stadsarchief. De vinder, de heer Paul Hagen heeft reeds ln 1921 de beteekenis ge publiceerd. In de Vereenigde Staten heeft deze vondst de aandacht getrokken van prof. A. Hyma, in Nederland vooral die van prof dr. Jac. van Ginneken S.J., die reeds vele publicaties eraan gewijd heeft en speciaal in de Roomsche pers een strijd erover heeft ont ketend. De Lübecksche handschriften, afkomstig uit het voormalige Zusterhuis des Gemeenten Le vens, behelzen het tweede en derde boek van de Navolging. Boek 3 komt hier echter voor in een zeer veel korterea vorm er entbre. ken ongeveer 15 hoofdstukken van de 59 en daarbij zijn deze geplaatst in een geheel andere volgorde dan de officieel overgelever de. Hagen heeft reeds aangetoond, dat wij bij deze handschriften te doen hebben met een document dat ouder en oorspronkelijker is dan „Thomas"; hij wees ook aan dat de taal (middai-Neder.-Duitsch) oorspronkelijker is dan Thomas' latijn. De vraag wie de oorspron kelijke auteur kon zijn, liet Hagen in het midden. Prof. Van Ginneken nu is gegrepen door de gedachte of Ingeving, dat dit oorspronke lijke boek 3 van niemand anders kon zijn dan van Geert Groote, den beroemden prediker an vader van de Moderne Devotie. In den loop van zijn onderzoekingen is prof. Van Ginne ken tot de overtuiging gekomen, dat ook de boeken 1, 2 en 4 in hoofdzaak van denzelfden auteur afkomstig zijn en dat tal van uitwen dige getuigenissen, vooral die van handschrif. ten van boek 1, dit waar maken. Hij beschouwt boek 3 vervolgens als het laatst geschrevene; de laatsite 27 hoofdstukken van de Lübecksche handschriften brengen volgens hem het laat ste dagboek van Geert Groote, geschreven tus schen 1383 en 1384, het jaar van zijn dood, het tijdperk door Acquoy reeds het belangrijk ste van zijn leven genoemd maar ook zeker liet smartelijkste: waarin hij door een ker kelijk vonnis ln zijn prediking geschorst (ge suspendeerd) was. P.rof. Van Ginneken gaat na, hoe de barre toon van vele gedeelten van dit geschrift getuigenis aflegt van diepe smart en de beproeving van een man van zeer oorspronkelijke en persoonlijke vroom heid. Do gangbare, officieele, vorm van boek 3 is, naar de onderstelling van prof. Van Ginne ken, door Thomas' hand tot stand gekomen, waarschijnlijk in opdracht van zijn superieu ren, die hem last gaven heit nagelaten ge schrift, dat zoo heilig was en toch iets „on- oirbaars" had, toelaatbaar en dienstig te ma ken voor algemeen vroom gebruik. Daartoe wijzigde Thomas, als bewerker van Groote's geschrift, de volgorde der hoofdstukken en omvlocht de diepe verzuchtingen van het Dag boek met zijn eigen gebeden en refereinen en die welluidend-stlchtenjke meditaties, waarin hij een meester was. Prof. Van Ginneken heeft zijn studie go- grondvest op een tekstcritisch onderzoek, waarin hij een zeer uitvoerig hanuschriften- materiaal vergeleek. De uitkomst wees op een ver teruggaande, oorspronkelijk middel-Nedcr landschen tekst, die uit de 14e eeuw herkom stig moet zijn en waarvan Thomas' officieele latijnsche tekst in pl.m. 1426 een late bewer king moet geacht worden. Als resultaat aanvaardde spr. mei ins-tem mlng de hooge waarschijnlijkheid van nieuwe inzichten 1. De Navolging van Christus ts een oor spronkelijk Nederlandsch geschift. Boekwezen. Kunstgeschiedenis. Geneeskunde. Van onzen correspondent de 2. Er is een oudere tekstvorm aan te wij zen dan de bekende van Thomas. Deze is n e, anders dan een kunstmatige eindredactie, die voortaan als textua receptus officie"- wer 3. De Navolging van Christus be^aart Ip dezen ouderen, koi-teren, Nederlandsen n vorm de dagboeken van Geert Groote- 4. Het derde boek brengt het dagboek uit zijn laatste levensjaren, béPaald bet jaar van zijn schorsing als Pl'€dl er' ll6t is door Thomas geheel aangevuld omgewerkt en. in strijd met de oorspronke'Uke vo Sorde, in den tegenwoordigen vorm £el>iaf',1 Prof. dr. W. J. Kühler releveerde in de dis cussie over het reteraat-Hooykaas het nj,et geheel afgesloten onderzoek van prof. Van Ginneken. De tegenstand van an b. room sche bestrijders verklaarde spr. m.de vrees dat Thomas zijn aureool vei ezen zal. Langs den weg der tekstcritiek spr resultaten gevonden, die met die van prof. /an Gjnne_ ken overeenkomen. Thomas leeft mt een groot origineel geschrapt wat net bestaan heb ben van het onderhavige iet zch kunnen verraden. In 1441 zijn de Imitatio en de Vita dan tegelijk gepubliceerd- Lij dit alles moet echter worden bedach-a in de Windeshei- mer kringen de weteusc ap eer biografie be dreven werd enkel om evotie op te wekken, en niet om de wetenschap 2elf< De laatste dagen doen te Parijs en Berlijn herhaaldelijk geruchten omtrent de Konink lijke Shell-groep de ronde. Zoo verluidde o.a te Parijs, dat Sir Henry Deterding op het oogenblik nergens te vinden zou zijn. Hij zou sedert eenige weken spoorloos zijn verdwenen. Op een vergadering van den raad van commis sarissen, die de vorige week in den Haag werd gehouden zou Deterding niet verschenen zijn. Naar aanleiding hiervan vernemen wij alt de beste bron dat dit alles pure phantasle ls De heer Deterding bevindt zich te Lorden In den Haag staat men dagelijks met hem in telefonisch contact. Een vergadering van den raad van commis sarissen is de vorige week in den Haag in het geheel niet gehouden. Onze zegsman verklaarde ons, dat alle deze geruchten aan baissemanipulaties van uit Parijs en Berlijn zijn toe te schrijven. Brussel, 6 April 1932. Als wij zuilen gezegd hebben, dat op da Vlaamsche Wetenschappelijke Congressen, die, zooals men weet, te Gent worden gehouden, meer dan 200 sprekers zijn opgetreden (waaron der meer dan 60 Nederlanders), dan zal men begrijpen, dat wij er in de verte niet aan kun nen denken hiervan ook maar bij benadering een verslag te geven, dat het besprokene eenigszins van nabij zou kunnen resumeeren. Toch kunnen wij manifestaties zooals deze niet zonder meer voorbijgaan, en zullen wij hier en daar in de voordrachten en referaten een greep doen, in onderwei pen van meer direct belang, of die de massa interesseeren. Op het Congres voor boek- en bibliotheek wezen had dr. D. Burger (Rotterdam) het over boek-illustraties van fantastische reisverhalen, en zei-de spreker in dit verband o.m.: „Fantas tische reisbeschrijvingen hebben, de eeuwen door, belangstellende lezers gevonden. Alge meen bekend zijn de boeken van Jules Verne in alle talen vertaald maar Verne is slechts een uit zeer velen. Onder degenen, die zich aan deze literatuur hebben gewijd, zijn zeer bekende schrijvers als Lucianus, Cyrano de Bergerac, Jonathan Swift, Holberg, Verne, H. G. Wells. Dez© verhalen leenen er zich meer dan andere toe. om door illustraties te worden verlucht, die het verhaal kunnen verlevendi gen, ja, -dikwijls mede het karakter er van kun nen bepalen. Soms ook wordt een eeuwenoud verhaal door de teekeningen van een modern kunstenaai ^oor een 20-ee-uwschen lezer weer volkomen begi ijpelijk. x>it alles werd aan de hand van een reeks goed uitgekozen lichtbeel den door spreker verduidelijkt. Veel belangstelling werd op bet Congres voor Algemeene Kunstgeschiedenis aan den dag ge legd voor een lezing van prof. dr. F. w. Hudig (Aerdenhout-bij-Haarlem), over gothiek en r£ naissance. Gothiek en renaissance, aldus spreker, zijn namen, die bij het voortschrijden der weten schap, voor het aanduiden van kunsthistorische begrippen niet meer voldoen. De Duitsche theo retici hebben dit reeds lang ingezien en ma ken onderscheid tusschen Hochgotik en Spat> gotik, tusschen Protorenaissance, Friihrenais- sance, Hoch- en Spatrenaissance, waarmee pe rioden in de kunstgeschiedenis worden aan geduid van onderling totaal verschillende strekking. Maar ook deze indeeling zal op den duur blij ken, vooral omdat de stijlrichtingen, die men er mee wil aanduiden veel universeeler zijn dan men gewoonlijk aanneemt. Feitelijk kunnen deze stijlrichtingen worden gezien, als geleld door twee zich voortdurend afwisselende prin cipes, de werkelijkheidszin en de fantasie Da psychologen spreken, zooals prof. dr. H. H. Bou- man nog onlangs in een voordracht heeft uit eengezet, van sensopsychische en ideopsychischa kunst, waarmede onderscheid wordt gemaakt tusschen die Kunst, die op directe zinnelijke waarneming is gebaseerd, en die, waarbij de kunstenaar vormen gebruikt, die van de wer kelijkheid. zijn geabstraheerd. liet afwisselen van perleden, -waarin een da- u zer principes heerscht, kan reeds voor pnë- historische tijden worden aangetoond. Ook hij de periode-indeeling op het gebied der nieuwere kunstgeschiedenis kunnen op dazen grondslag gevormde begrippen in toepassing worden ge bracht. Zoo is de Romaansche beeldhouwkunst even als de Byzan-tijnsche, waar zij uit voortkomt als ideopsychisch te verklaren, de z.g. „Hochgo- tische" beeldhouwkunst is sensopsychisch en wordt door dit begrip vereenigd met die der proto-renaissance in Italië, bij bei-de is het sensopsychische gematigd door de inwerking van ideopsyckische voorbeelden uit de Oud heid. In de 14de eeuw krijgt de verbeelding weer geheel de overhand over den werkelijkheidszin. Zoo ontstaat de kunst die men naar Keizer Karei IV 2011 kunnen noemen en die heerscht van Slena over Frankrijk tot Bohemen. De sensopsychische reactie zet in met Claus Slu- ter aan het eind der 14-de eeuw. Masaccio, Do natello, Jan van Eyck kunnen hiermede in één adem genoemd worden, al is in Italië ook bier bij weer de inwerking van antieke ideopsy- cliische voorbeelden te bemerken. reactie in de ideopsychische richting treedt m Italië weer op met Botticelli, Pol- «-uolo, Filippino Lippi. in het Noorden is ^Ulnten Metsys, men denke hierbij aan de evens in zijn kunst, nog tot de sensipsy- en te rekenen. De z.g. Antwerpsche Manierts- fen toonen echter ton duidelijkste de ideopsy. ehische reactie aan, die met antieken inslag door kunstenaars als Bernard van Orley Go ■saaert, Scorel, Heemskerck wordt voortgezet, waar Pieter Breughel al weer een reactje op vormt. In onzen tijd is de „Neue Sachligkeit" de sensopsychische reactie na het ideopsvchl sche futurisme, waaraan het sensopsychische impressionisme voorafging. Tot zoover spr, wiens rede druk gecommenteerd werd. Een der belangrijkste congressen was dat voor natuur- en geneeskunde, waar meer dan honderd sprekers het woord voerden. Prof. Daels gaf in zijn voordracht een over. zicht over de gezamenlijke klinische gegevens in zijn kliniek verkregen over het kiemdoo- dend vermogen van het bloed. Deze opzoekip. gen hebben als hoofdgegevens het bewijs gele verd dat de bloedtransfusie niet alleen van belang is om aan de nadeellge gevolgen van een bloedverlies te verhelpen, of aan de ge volgen van een bloedvernietiging in het lichaam maar nog, en misschien veel meer van i>at is om aan een lichaam dat zich moeilijk, of heele- maal onvoldoende verdedigt in den strijd tegen bacteriën, de hulp te schenken van een bloed dat sterk kiemdoodend is (baetericled). Deze nieuwe methode heeft reeds prachtige resul taten gegeven in zake behandeling van de kraambedkoorts, en op dit oogen„.ik kan het veld van de toekomende toepassingen nog niet worden overzien. Nieuwe gegevens worden bij iedere nieuwe onderzoeking geleverd. De ver andering in het bloed teweeg gebracht in zake kiemdoodend vermogen, door de spuiting van medicamenten, door operatieve tusschenkomst, door narcose, enz., werden reeds in tal van ge vallen, met hulp van de nieuwe methode en technieken bestudeerd, en bij meer dan één opzoeking kwamen verrassende uitslagen naar voren, welke opnieuw aanleiding geven tot on vermoe-de, therapeutische toepassingen. In den loop van de maand April zal In het „Kunstgewerbemuseum" te Keulen een ten toonstelling worden gehouden, gewijd aan d« nagedachtenis van Johan Thorn Prikker, den onlangs overleden Nederlandschen schilder, die ruim 25 jaar van zijn leVen in Dultscbland werkzaam is geweest. Op de tentoonstelling zullen talrijke zijner schilderijen en ook eea aantal door hem vervaardigde glasvenster^ vereenigd zijn.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 2