VAN 'EEN
WERD
zoon
mm
Rechteroever
ZATERDAG 30 APRIL 1932
VOOR KNUTSELAARS.
WAARIN FILIPS II
HEI, 'T WAS IN DE MEI!
jji
Vaan majesteit tot aitgestooteme
-
iiÉMÊ i
mmm
Mmmm
HOE NOEM JE ZE?
v.
LEGPUZZLE
OPLOSSINGEN.
Wie tapt er mee?
e
De drie echtparen.
Linheroeuer
RIVIER
c
Oplossing vorig letterraadsel.
I
iii.-miTCai
Mei is bloei, schoonheid, licht en stralende
zon. Ik denk dat d&arom de Meimaand Maria's
maand werd, want een Mei van schoonheid
blonk in Haar rein en onbezoedeld hart.
Als Mei-melodiën door het jonge loöver en
als de geur, die de avondwind met zich draagt,
wanneer hij ritselt door een meidoornhaag,
zijn de woorden der heilige boeken, waarmede
de Kerk de Moedermaagd prijst: „Als een
lelie onder de distels glanst gij onder de meis
jes", Schoon zijt Gij, volmaakt schoon, mijne
Genoote," „Maria is een omheinde hof, een
afstraling van het hemelsch licht"
Schilders wier naam als 'n regenboog glanst
over de wereld, hebben Haar uitgebeeld over
de wereld als argeloos meisje in den trotschen
tempel, als sprekend met den engel, als Moe
der met Haar Kind op den schoot en zij heb
ben velerlei vorm en kleur en tint aan haar
gewijd, maar wat 't eerst opvalt bij al deze
onvergankelijke meesterwerken is: reinheid.
En nu komt heel de Meimaand dóór de Kerk
Maria's blanke banier beuren, smetteloos als
het wit van appelbloesems, en toont dezen aan
allen, wier reinheid werd beschadigd,- die wan
kel staan in den strijd tegen het mindere,
dat ons naar omlaag haalt. Zonder een ideaal
kan niemand rein leven en niet alles is in
een mensch, een tijd, een volk verloren, dat
Maria als het lichtend ideaal van betere be
doelingen en bovenaardsche goederen vereert.
Br zijn oudere menschen en vergrijsden zelfs,
die in hun oogen den teederen glans hunner
kinderjaren hebben weten te redden, dat zijn
zij, die met hun rozenkrans en hun bloemen
in de Meimaand voor Maria een nieuw Mag
nificat hebben gedicht; zij ook, die Jesus
hebben nagevolgd. Zijn spoTen hebben gedrukt
in de vereering Zijner Moeder.
„Toen ik zwak was en erg boos nog,
De handen laf, de oogen blind,
Kuste Zij die oogen en vouwde mij de handen,
En onderwees mij de woorden, waarmee men
aanbidt.
Ik wü niet denken dan aan Maria, mijn
Moeder.
Zetel der Wijsheid en bron van vergiffenis."
heeft Paul Verlatne gedicht in zijn „Sagesse"
en hi) is daarmee Jesus even weinig te na
gekomen als de diaken in de hoogmis den
eigenlijken offeraar.
Toen ik eenige jaren terug het voorrecht had
dn Spanje heit heiligdom van Maria op den
Momtserrat te bezoeken, waar Zij wordt ver
eerd als patrones van Cataionië, trof mij een
opschrift boven een kleine zaal: „BibJiotheca
de la Virgen", boekerij der H. Maagd. Deze
zaal bevatte haast geen enkel boek, alleen hing
het er vol van krukken en devotie-voorwerpen,
daar door pelgrims gebracht, welke in al hun
moeite en zorgen troost en opbeuring hadden
gevonden. Wanneer wij in de komende Mei
maand veel boeken uit deze bibliotheek lezen,
zal deze zelfde hulp ook aan ons worden ge
schonken door Haar, aan Wie God groote wer
ken heeft gedaan.
Den Uaatstem tijd hefbtben we 'n paar werk
stukjes gegeven, die nogal pittig waren en
daarom (brengen we er nu een, waarbij minder
hoofdbrekens te pas komen! Poppenmeubeltjes
uit kurk! Doodeenvoudig! Begin met 'n flinke
kurk uit te zoeken, en- snijd er 'n schijf van af.
Maak (het tafelblad van karton, waarbij te
denken is aan den averatekemdian rand. Plak
nu dit karton op Ihet soh.iji'je kurk. Lucifers
doen dienst ais pootea en de tafel is klaar.
Nu de stoel. Zitting en leuning van kurk.
IrtidfeffB vormen de spijltjes van de leuning,
evenals de poo tem. De teekenilng wijst het
overige uit. Bewaar de resteerende kurk tot
kamende week, dam gaan we er mee'verder.
De vader van Piliips II, keizer Karei V,
woonde im (bet klooster vain Sint Yuste zijn
eigen lijkdienst bij. Piliips zelf koos het hout
voor zijn doodkist; het was een stuk van den
kiel eener Portugoesclie schuit, die den naam
droeg van „De vijf wondien" en ergens ge
strand lag. Dat hout was van den Indisch©n
paradijsboom afkomstig. Het werd gebracht
naar de koninklijk® klooster-vesting „El
Bsoorial" 1), waar muan er eem kruis voor het
hoogaltaar uiit aneed. De rest werd gebruikt
als tafel in de eetzaal der armen die op last van
koning Pilips II dagelijks werden gespijzigd.
Toen nu de koning den len Sept. 1598 liet laat
ste oliesel 'had ontvangen, gelastte 'hij dat de
tafel moest worden omgevormd tot een dood
kist. Zijn opper-teekeruaar voldeed aan dit bevel
en het voorwerp werd tegenover het armelijke,
ijzeren ieddkant van Fillips 'neergezet; dat ledi
kant staat nu nog lm het Escorial on wordt den
bezoekers getoond; de menschen in de armem-
huiizen van tegenwoordig liggen er ongetwij
feld beter ibij.
De stervende verlangde nu het kruisbeeld
en de doodskiaars van zijn vader. Karei V, voor
Wien hij steeds veel liefde heelt gevoeld. Hij
stond ze af, aan zijn zoon,, benevens twee gee-
aeJs, waarmede hij zichzelf zoo vaak had ge
tuchtigd, zij waren met bloed bevlekt, één er
van ihad nog aan Karei V behoord. De prelaten
rond het sterfbed moestem het lijdensverhaal
naar Sint Jan luidop lezen; den 12en Septem
ber 1598 nam die uitgeteerde lijder de doods»
kaars aam: „Geef maar, mu is het tijd", fluis
terde hij. 's Morgens om vier uur overleed de
kanlmg, zijn brekende oogem gericht ap het
kruisbeeld viam Karei V.
1) Het Escoriaal is de geloofsbelijdenis in
steen van Pilips II geweest, die door de Span
jaarden 'heel anders wordt beoordeeld dam
ouis wal gebeurt, 'k Heb er, na mijn ibazoelk, in
deze courant over verteld em bem er dus verder
heel kort over. Alleen dit: in Spanje was geld
zoaieits zeldzaams in Fiiips' latere jaren, dat
een burgemeestersfamilie lm Madrid nog geen
kwartje bezat!Om nu den bouw van dit
klooster, gesticht wegens een plechtige gelofte
aan Simt Lauren this, dóór te kunnen zetten,
trokken 's koning® dienaren al bedelend langs
de hutzen, smeekemd om eem aalmoes voor hun
koning: „oairfflad para ei Rey„ liefdadigheid
voor den vorst!"
De Meimaand was al voor die menBdhem, die
vele eeuwen geleden leefden, hij uiitstek de
maand van Moei mnet haar stootenden hemel,
blauwe luchten, jonge groen en het gezang der
vogels. Zij beschouwden dit ails die bruiiilofts-
maaud van het licht en de warmtehoewei
het ook nog wM eens geducht koud kan zijn
door het optreden der ijs-heiligen Pamcraitiiiue.
Servatlus en Bomlflacdus, wier vierdag, hoeiwel
reeds in deze maand vattend, soms zeer kil
moet genoemd wonden. Door feestelijkheden ©n
vofltegdhmiiken vend de terugkeer van de. Mei
■begroet, d» maand, waarin, naar die Hoimetoen
meenden, aarde en zon een verbond met elkaar
sloten. „Koos in 't groen" „Jack in tlh» green"
was dien len Mei te Londen een taidrU'Chtng
feest en in het Frankrijk van. vóór de revolutie
hadden de pachters een meiboom op te nichten
vóór het „manoiir" (jlondliudis) van hiun heer.
Mei-vuren» Meilboomem» Meifeestem, het doet nog
alüeimaal denken aan onze voorouders, voor
wie deze tijd een feesttijd van groot gewicht
was; die heksen op den Biloeksberg maakten in
lauwe Meinachten kun „Hexemritt" en speelden
mianll'{jeie>n een, leefliijlke poets! Liedjeszangers
hebben oip deze mtaanid hun liederen e,n gedich
ten gezongen en beeldhouwers hebben haar uit
geheeld ais 'm jongen, die 'n bloemenmand
draagt op zijn hoofd. Het is te prijzen, dat uit
de Mal-vie/ring alle bijgeloovigheld wegviel,
maar een groot stuk volks-poëzie zou viert aren
gaan, waaneer verschillende gebruiken, die in
het ileven onzer voorouders een rol van belang
speelde, in het vergeetboek zouden raken!
de beroemde schrijver van Indianen-hoeken, de
schepper van Winnetou enz., werd in 1842 in
armoedige omstandigheden geborenzijn va
der was wever en de wevers verdienden in die
dagen niet veel. Hij moest schoolmeester wor
den en bezocht daartoe de normaalschool. Dat
was in die dagen nog zoo tegenwoordig wor
den veel Duitsche onderwijzers aan de hooge-
»chool opgeleid. Eens leende hij een horloge
van een medeleerling, maar hij gaf het niet
op tijd terug. Toen zeiden ze, dat hij het ge
stolen had en hij werd van school gejaagd. La
ter is het hem héél naar gegaan en pas in 1874
kwam hij voor goed vrij. Toen hij al héél veel
boeken over de Indianen had geschreven, be
zocht hij pas Amerika. De geleerden hebben
bevonden, dat hij met zéér veel juistheid land
en menschen heeft beschreven, al heeft een
Winnetou nooit bestaan. Toen hij oud was ge
worden, Karl May hij stierf in 1912 had
je van die lieve zielen, die al die narigheid
van vóór 1874 nog eens weer begonnen op te
rakelen. Daarvan heeft May zeer veel verdriet
gehad, zóóveel, dat het zijn dood heeft ver
haast.
Het slot Linderhof in de Beierscke Alpen, waar Lodewijk II het liefst toefde.
ii.
De bevolking vain die hoofdstad Münchem
mocht dten jongen koning graag lijden; een
oude v.rouw, die hem bloemen bracht, gaf hij
zoo maar die hand; een klein meisje, dait hem
een bouqueitj© aanbood, héél verlegen, héél
schuchter, nam hij op dein schoot en in het
patois kroeg zij zooveel geschenken., dot haar
handjes ze mauwielijiks konden vasthouden! De
officieren vonden die iau;!© dichter,haren van
hun oppersten beivettheUéar niet erg militair,
en dam,.hij had nog miooiit 'n kazerne bezocht
en te paart, bij de wapenschouwing, leek 't
óók al niet v'eel; men kam het nu eenmaal niet
alten naar den zin maken!
De tooneelspeiar Possart wist te vertellen,
dat hij, hij den koning ontboden, niets dan 'n
leege zaal met palmen zag. Geen geduid, geeu
mienscih te bekennenI Plotseling gingen de
Het mooiste kasteel op de heele wereld:
Neu-Schwanstein, in de Beiersche Alpen.
breed© takken uiteen en die Jonge Majesteit
trad hem plechtig tegemoet! Richard Wag
ner (sipr. Waagmieir), die toanlkunstenaar, heeft
aan Ludwig naam en beroemdheid te danken
gehad. Een der éérste diaden van den jongen
koning was het ontbieden van Wagmier aan
het Hof, waardoor deze een onbezorgd leven
kon voeren. De toondichter was in die dagen
nog weinig bekend en men verweet hem, dat
hij een klapl-floper was op die gunst van een
onervaren vorst. Het regende smaadschriften
op deze vriendschap en Wagner werd daarin
een „wagolawoio-coimiponilsit" genoemd, 'n
keetimaker. meer niet; tenslotte maakte men
den koning bang met een dreigende revolutie
en toen moest deze dien kunstenaar wegzenden.
Dat de koning van Pruisen na den oorlog
met Frankrijk tot Keizer van Duitechlond werd
uitgeroepen, was hieelemaai ntot naar Lud-
wiig's zin. Hij begon meer en meer de hoofd
stad Miinchen te mijden en vertoefde het liefst
op de burcht Hahensohwamgau in de Beier
sche Alpen, 'n Diner aan heit Hof wend hem
een kwelling, waartegen toJj verschrikkelijk
op' zag. „Lang in Miinclien te moeten wonen,
®ou mijn dood zijn" schrijft hij in een brief.
De plaats van dien koning aan tafel moest ai-
tijd zóó worden bedekt met bloemen en kris
tal, dat haast niemand der gasten hem zien
kon. Weeinien of Berlijn bezocht hij nooit, wèl
Parijs en de prachtige bouwwerken van Ver
sailles; d.e regeerimg liet er de woterfonted-
nen wenken ter eere van dien koninklijken
gast, een cadeautje, dat haar vijf en twintig
duizend gulden kostte! Straatjongens bootsten
den wijdbeen,sohem ganig des konings gia en een
krant schreef, dat dieze vorst gewoon was zijn
soldaten op de piano te begeleiden, 'n steek
op die hulp aan Wagner natuurlijk!
Langzamerhand toomt mu de tijd dier groote
bouwwerken en kasteden. „Lindantoof" het
eerst, dam „Neuechwomsteiin1", hot blanke won
der op die rotsen dier Beiersche Alpeh. Als 'n
sprookjesslot rijst luet omhoog temidden eener
overweldigende natuur. Géén bouwwerk ter
wereld lijkt zóó schoon, zóó prachtvol en zóó
rein van stijl. Maandenlang vertoefde de
kunstzinnige koning in die buurt oan met de
grootste blijdschap hert voltooien van zijn pa
leis gade te slaan. Menigmaal gaf hij den
kunstenaar een 'lesje hoe te handelen en, wan
neer ze 'n mooi dling af haddiem, puitit© hij zich
uit in .bewondering voor hun moeilijk werk.
De troonzaal een mengeling van goud-, mar
mer- en imozaïekipxochit, romantiiscih als ©en
opera van Wagner.
Groan en goud het studeervertrek, Miauw em
zilverblank de eetzaal, violet de kleedfingszaal
en in die slaapvertrekken goudiem ranken af
wisselend m,et lazuuiristeen-hlauw. Een troon
als uit ©en Ootsterach sprookje, zóó kostbaar;
de zertel omgeven door zes heiligen., die koning
waren en boven dl© allen Christus, der Ko
ningen Raming.
Nog schitterender zou het slot „Hennen-
chiemisee" warden. De minister durfde het
geld ervoor niet meer te tellen en bood, zijn
ontslag aan; een amdier, die het wol durfde,
volgde hem op. Marmer en goud, kunstige
weefsels en standbeelden wisselen elkaar in
dezen bouw af. Er is een spiegel-galerij van
ongelooflijke een niet ibe beschrijven pracht.
Zeventien venstens zijn er in en daartegenover
zeventien spiegels tusschen rood marmeren
zuilen, ter weerzijden vier en veertig meters-
ihooige kandelaars, drie en dertig kroonluch
ters met moer dan tweeduizend waskaarsen.
Ieder jaar 'bracht de vorst hier den tijd door
tusschen 7 en 16 September. Mat kletterende
stappen schreed hij op en af langs de spiegels.
Siuaasappellboomem stonden 0an den kant,
naar zijn bevel; op zekeren dag plukt hij er
een vrucht van af; dlie bleek met een ijzer
draadje aan ihet loof te -zijn gehecht, sinaas
appelen groeien nu eenmaal niet in Zuid-
Beieren! „Alles SchWindel" „Allemaal schijn!"
riep de .koning uit em simeet den appel in een
der fonkelend© spiegelruiten
Hij hield ervan des nachts zijn tooverpalei-
zen te verlaten, Zoodma een dienaar eerbiedig
had aangekondigd, dat die maan aan den he
mel was antbloeid, kwam de staatsiewagen
voor of, d!es winters, do slediem met drie paar
melkwitte schimmels» door bepruikte diena
ren beu-eden'n voor-rtjdiar met een fakkel in
do hand wees dan weg. Soms moest de konin
klijke kroon en de scepter gebracht worden
uit de schatkamers em zart de menschen schu
we keerscber als 'n zonnekoning in zijn koets.
Door wouden en dorpen ging de rit, de schel
letjes Tinkelden aan de tuigen der paarden,
het licht der fakkels deed de stammen der
besneeuwde boomen voor 'n oogenbllk glin
steren. Zelfs die slaperigste 'boer kwam z'n bed
Uilt, wanneer het geblaf van den waakhond,
het gedraaf dier paarden en het zilveren ge
klingel zich lieten hooran. Kinderen drukten
hun neuzen plat tegen de smalle ruiten: de
koning rijdt voorbij! Als 'n geheimzinnig
sprookje leek dit alles en mendgem, die den
snellen stoeit in het maanlicht zag verdwijnen,
vonwde de handen em bad: „Bdb's Gott, llaJba
Küni, dksz Dir nix passiemt" (God geve,
bemande koning, dat U niets overkomt;
Beiersch dialect).
In „Liniderhof" was de koning het liefst.
Hier lag de grof der zwanen, die eigenhandig
door den koning werden gevoerd. Hij voer er
rond in een boot als een mosselschelp; om de
tiien minuten werd het licht verwisseld,
blauw, nood, rose, gnoen en geel en voortdu
rend waren arbeiders bezag aan de vuren, om
het water op 16 gr. Reaumur te houden. Eeme
nabootsing was dit van de azuren grot van
Capri (hij Napels) en men wist er hetzelfde
blauw tie voorschijn te tooverem; blauw was
steeds zijn lievelingskleur. De golfslag der zee
werd op den vijver kunstmatig nagebootst en
tot de grort hadden maair weinigen toegang
waaronder het lievelingspaard des vorsten.
Dichtbij hot feeën-slat Hahennihwangau
stond een prachtig© spar en d© moeder des
koniinigs had eens gezegd, dat die zoo mooi
zou zijn om als Kerstboom dienst te doen.
Ludwig had dit gehoord en toen nu het Ge
boortefeest was gekomen, nam hij zijn moe-
dier bij dia hand, schoof ihet gordijn op zij em
toonde haar buiten in Gods' vrije natuur, mid
den in een blinkend sneeuwlandschap den
sparneboom, geheel versiert miet kaarsen en
engelen,haar en alles, wat er zoo bij behoort.
De vorstin begon bij diezen ontróerenden aan
blik te ween en em kuste haar zoon, die haar
deze fijne verrassing had bereid.
Meer en meier begon Ludwig Bieb van de
menschen terug te trekken. Te Miinchen,
waar hij anders bij de Sacramentsprocessie
nooit ontbrak, zag men hem niet bij het Veer
tigurengebed, hetgeen hem een openlijk stand
je van mgr. den Aanteiblssiehop bezorgde in een
'vastenbrief. TVxjOjeeispeleirs moesten in het
hoftheater allerlei stukken opvoeren met den
koning als eendgisitsn toeschouwer. Dienaren
zagen hem voor een schilderij van den Zonne
koning, Lodewijk XIV van Frankrijk, buigen
eu knielen en een wiend moest hetzelfde
doen, Een paard stond met hem aan tafel en
wanneer dit dier dan het theeservies stuk
maakte, van de ©enige bemerking tot de
knechten„Laat hem maan- begaan, hij liegt
tenminste niet?" Bij wijlen bralk de ongeluk
kige, in wien de waarnam al heftiger to ritse
len begon, zonder eemöge oorzaak in luid scha
terlachen uit. Dam weer stond hij zeer lang
stil in zijn kamer en meende diaar iets op den
vloer te zien, stemmen te hoarem, voetstap
pen te vernemien» Ondraaglijk werden de
schuldenlasten, en de bouw der tooverkastee-
ten onderwond veel vertraging. De Ministers
trokken bedenkelijke gezichten en dat was
hun niets kwalijks te nemen. „Dè koning"
schreef een verslaggever van een Beadijnsche
krant „loopt nfieit als 'n gewoon mensch,
miaar als 'n toonieelspeler, in bestudeerden
gang, bet hoofd naar achteren gebogen en den
hoed iin de hand als mioodigend voor zich uit.
Ondanks de zomerwarmte draagt hij eem pels,
die hem slecht ztilt. Zijn haar is met veel han
digheid gekruld".
M
De gala-slede van den korting.
Iu de residentie vertoonde de zieke vorst
zich nog slechts door zwaar bewapende die
naren omgeven. Er werden rijmpjes gemaakt,
die den koning bespotten.
„Tot speeltuig is de scepter U geworden,
Een booverstaf voor ij,dele droombeelden.
Alleen om sprookjessloten op te richten
Schijnt U de koninklijke macht geschonken".
'n Ander:
„Wee TJ Wee ons Zal waarheid worden
Des wijzen Salomon's spreuk: Wee U, o land,
Wanneer een kind tat koning U gegeven.
Voorwaar, ons redt alleen nog Godes' Hand".
Vergeefs probeerde Ludwig van buitenland-
sche vorsten geld te leenen, zelfs bij Bis
marck klapte hij daartoe aan, maar ze gaven
het hem, en dat was wel begrijpelijk, niet.
De opwinding, die dit allemaal meebracht,
maakte het zielelijden van den ongelukkige
nog veel enger.
Zijn sterke uil weird ten slotte door den
waanzin overmand. De zenuwartsen moesten
tat de smartelijke pltohrt oveTgaan den „ro
manticus op den Koningskroon" als onmacht
door den waanzin, te verklaren. (1886).
DB GROOTSTE STAD
der wereld, waarmee in den regel wordt be
doeld de stad, tot wier bestuursgebied de
meeste menschen behooren', is New-York, met
9 millioen, 200.000 inwoners, Londen 8.200.000,
Chicago 5)4 millioen, Tokio bijna 6 millioen.
Parijs 4% millioen, Berlijn 4% millioen en
ten laatste Weenen met 1.800.000.
TEN ONRECHTE
wordt het aantal inwoners van China regel
matig op 400 millioen gesteld, 'n Fransche doc
tor, die langen tijd in China vertoefde, spreekt
dit vierkant tegen. Er is lo. 'n groote sterfte
onder de kinderen beneden het jaar daarvan
komt 60 om het leven 2o. hongersnood en
misgewas maaien mlllioenen weg in 1878 acht
millioen, 1925 twee millioen 3o. de burger
oorlog sinds 1911, oprichting der republiek,
heeft tot nu toe aan 25 millioen Chineezen het
leven gekost. De geheele bevolking komt niet
hooger dan 260 millioen, volgens dezen genees
heer.
JULES VERNE,
de beroemde schrijver van „De reis om de we
reld in 80 dagen heeft de armoede gekend,
vóór hij rijk was geworden, na de uitgave zij
ner boeken.
Hij schreef eens aan zijn moeder den volgen
den brief
„Wat mijn kousen betreft, lieve moeder, de
wollen zijn al lang overleden en met alle eer
ter aarde besteld. De katoenen, die ik thans
draag, doen denken aan een spinneweb, waar
in gedurende enkele dagen een nijlpaard heeft
gewoond. Mijn oom, die op dit gebied toch ook
geen vreemde is, heeft het tot zülke knollen
nog nooit kunnen brengen. Nóg ben lk omge
ven door zachte werkelijkheid, maar ik voel
nu al het groote niets rond mijn voeten
'N DURE HAZEWIND
is de Engelsche hond „Mick the Miller", voor
wien onlangs 10.000 pond sterling, zijnde onge
veer 90.000 werd geboden Het lieve dier
heeft zijn bezitster aan prijzen opgebracht
ƒ450.000 bij de honden-rennen, nog afgezien
van allerlei medalje3 en dure bekers Mlcky
maakt de 550 meter in 34,l*seeonde, en dat doet
géén andere hond na. Drinken krijgt het arme
dier zoo goed als niet, hij moet de nattigheid
in zijn soep, zijn bouillon en zijn eitjes maar
voor lief nemen. Wanneer hij héél goed heeft
gerend, wacht hem een heerlijke tractatie:
'n tasje koude thee dóar is hij gek op. Twee
jaar heeft hij nu al voor zijn gebiedster ge
draafd en hij denkt zachtjes aan aan pensfben;
hij vindt het nu zeker welletjes
PAPIEREN PANTOFFELS
staan tegenwoordig in de Amerikaansche hft-
telkaroers voor de gasten klaar. Ze koBten hun
niets en zijn vervaardigd uit Japan-papier, zoo
wel buitenstof als voering. De zolen bestaan
uit een paar lagen karton en dat houdt de voe
ten lekker warm papier is immers 'n slechte
warmtegeleider Iedere gast mag zijn pantof
fels meenemen, ze zijn aan den ruimen kant
en veToorlooven hun bezitters op grooten voet
te leven
DIEFSTAL KOMT NIET
of althans zelden voor in het gelukkige Fin
land. De kranten hebben daar geen „kopje"
voor bet vak van de langvingersIn de buurt
van Vlborg ligt een dorp, waar aan de huizen
geen grendels of sloten voorkomen. Levensmid
delen worden er per stoombóot aangevoerd,
neergezet en later wel eens afgehaald door den
geadresseerde; heit zou niemand anders iu zijn
bol opkomen het pakje mee te nemen De
Finnen staan bekend als goede vaklui; haast
ieder hunner verstaat méér dan,^én vak gron
dig.
DE ENGELSCHEN
heffen in Voor-Indië een zoutfoelastlng, die hun
per jaar zestig millioen opbrengtAl het zout
wordt er van regeeringswege aangemaakt; nie
mand mag dat op z'n eigen houtje doen. Gan
dhi en de zijnen deden dit tóch en kwamen
daardoor in openlijken strijd met het Engelsche
gezag,
DE TOONEELSPELER KEAN
kwam op zekeren dag zóó laat in den schouw
burg, dat hij géén tijd meer had om zich te
verkleeden. Met zijn gewone kleeren aan stond
hij voor het voetlicht, waar hij zeggen moest:
„Ik, arme bedelaar, ik sterf van honger On
gelukkigerwijze had hij een zwaren gouden
ketting op z'n vest hangen. De galerij had dit
in de gaten en er werd geschreeuwd „Maar
kerel, breng dan toch dien ketting naar de
lommerd
Kean, die bekend stond als iemand, dien men
niet gauw van streek kan brengen,riep te
rug, terwijl hij bedroefd zijn hoofd schudde
„Die is, helaas, van doublé!"
Geweldig applaus
HONDERTWINTIG MILLIOEN
mark, allemaal gouden munten, ter waarde der
halve van 72-000.000, lagen tot gedurende den
wereldoorlog in den Juliustoren van de Duit
sche garnizoensstad Spandau, daar, waar de
Spree uitkomt in de Havel. Deze geweldige
som vormde de Duitsche „Reichskriegsschatz",
een oorlogsfonds, berwaakt door een sterke
wacht van soldaten. Tegenwoordig herinneren
nog slechts enkele leege kisten aan die gouden
tijden en aan een pracht, die verloren ging.
'n Zware pantserdeur sloot de schatkamers af
voor ongewenschte belangstelling.
Hoe noem je Iemand, die er zóó uitziet en
op welk edland vap Imdiië komt hij voor? De
oplossingen van de vijf plaatjes kunnen nu aan
ona adires, postbus 8, Hilversum, worden toe
gezonden dadelijk na ontvangst van deze krant
en uiterlijk tot Zatertag as,, want dan ver-
eahijnt de oplossing van alle vijf. 'n Mooi boek
wordt verloot onder de goede oplossers. Wie
Sliim is, zendt tegelijk de 19© prijsvraag in,
Van fig. I knippen we vier stuks en van tig.
n zee. We krijgen dan tien figuurtjes, hé?
Nu moet je probeeren die zóó te rangschikken,
dat ze samen het heksetnlkrais vormen.
a). Noem het vat, waarin de wijn zit A,
het 8-liter vat B en het derde (5 L.) C. Er
moet dan zóó getapt worden.
A. B
b)
12
4
4
9
9
1
1
6
A14
14
8
8
2
2
13
13
7
7
0
8
3
3
0
8
6
6
Bil
0
0
6
6
11
0
1
1
7
C.
0
0
5
0
8
3
5
0 -
C 6
0
6
0
6
1
1
0
6
0
c)
d)
A 24
B 13
■Cll
D 5
24
0
0
0
13
0
11
0
8
0
11
0
8
11
5
11
8
0
5
16
8
0
0
16
0
0
3
13
8
0
3
8
8
6
8
8
8
0
A 24
B18
Cll
47
24
0
0
0
13
0
11
0
13
0
4
7
13
4
0
7
20
4
0
0
9
4
11
0
9
4
4
7
16
8
0
0
8
8
11
0
B
8
4
7
12
8
4
0
12
8
0
4
1
8
11
4
1
S
8
7
8
8
S
0
Noem de echtparen A a, B b en Cc, dan
moet de overtocht als volgt geschieden;
Aa
A
A
A
A
C c
C c
b c
b c
e
c
Bb
B
B
B
B
Cc
Co.
Co
C
a b
b o
-b
-S»
A B
B C
a b
c
B b
a
o
a
a
a b
a b
A a
A
A
A
Aa
a
B C
B C
B C
b o
Aa B C
Aa Bb Co
Von Hlimdenibuirg. 1 V voor 5; 2 hor; 3 Erna;
4 gehot; 5 geien; 6 grondig; 7 gelederen 8
'bedeesd 9 'benul; 10 Helbbe; 11 gal; 12 dra
13 G. voot grein.
HET SCHOONSTE BOUWWERK
van geheel Indië is 't marmeren „Taj Mahal"-
monument (spr.: „Taadsj MaJhal") dat de groot-
mogol Shah Jahan tegen het midden der 17de
eeuw liet bouwen bij Agra (Bengalen), als graf
voor zijn gemalin, Arjemand. De rijkdommen
van een keizerrijk werden voor dezen tempel
met zijn koepel en torens en tallooze schoone
lijnen opgeofferd. Er zijn lanen van cypressen
bij en kristalklare vijvers en het volksgeloof
wil, dat de betreurde keizerin hier ln «om©*-
nachten rondwaart.