VAN 'EEN WERD zoon mm Rechteroever ZATERDAG 30 APRIL 1932 VOOR KNUTSELAARS. WAARIN FILIPS II HEI, 'T WAS IN DE MEI! jji Vaan majesteit tot aitgestooteme - iiÉMÊ i mmm Mmmm HOE NOEM JE ZE? v. LEGPUZZLE OPLOSSINGEN. Wie tapt er mee? e De drie echtparen. Linheroeuer RIVIER c Oplossing vorig letterraadsel. I iii.-miTCai Mei is bloei, schoonheid, licht en stralende zon. Ik denk dat d&arom de Meimaand Maria's maand werd, want een Mei van schoonheid blonk in Haar rein en onbezoedeld hart. Als Mei-melodiën door het jonge loöver en als de geur, die de avondwind met zich draagt, wanneer hij ritselt door een meidoornhaag, zijn de woorden der heilige boeken, waarmede de Kerk de Moedermaagd prijst: „Als een lelie onder de distels glanst gij onder de meis jes", Schoon zijt Gij, volmaakt schoon, mijne Genoote," „Maria is een omheinde hof, een afstraling van het hemelsch licht" Schilders wier naam als 'n regenboog glanst over de wereld, hebben Haar uitgebeeld over de wereld als argeloos meisje in den trotschen tempel, als sprekend met den engel, als Moe der met Haar Kind op den schoot en zij heb ben velerlei vorm en kleur en tint aan haar gewijd, maar wat 't eerst opvalt bij al deze onvergankelijke meesterwerken is: reinheid. En nu komt heel de Meimaand dóór de Kerk Maria's blanke banier beuren, smetteloos als het wit van appelbloesems, en toont dezen aan allen, wier reinheid werd beschadigd,- die wan kel staan in den strijd tegen het mindere, dat ons naar omlaag haalt. Zonder een ideaal kan niemand rein leven en niet alles is in een mensch, een tijd, een volk verloren, dat Maria als het lichtend ideaal van betere be doelingen en bovenaardsche goederen vereert. Br zijn oudere menschen en vergrijsden zelfs, die in hun oogen den teederen glans hunner kinderjaren hebben weten te redden, dat zijn zij, die met hun rozenkrans en hun bloemen in de Meimaand voor Maria een nieuw Mag nificat hebben gedicht; zij ook, die Jesus hebben nagevolgd. Zijn spoTen hebben gedrukt in de vereering Zijner Moeder. „Toen ik zwak was en erg boos nog, De handen laf, de oogen blind, Kuste Zij die oogen en vouwde mij de handen, En onderwees mij de woorden, waarmee men aanbidt. Ik wü niet denken dan aan Maria, mijn Moeder. Zetel der Wijsheid en bron van vergiffenis." heeft Paul Verlatne gedicht in zijn „Sagesse" en hi) is daarmee Jesus even weinig te na gekomen als de diaken in de hoogmis den eigenlijken offeraar. Toen ik eenige jaren terug het voorrecht had dn Spanje heit heiligdom van Maria op den Momtserrat te bezoeken, waar Zij wordt ver eerd als patrones van Cataionië, trof mij een opschrift boven een kleine zaal: „BibJiotheca de la Virgen", boekerij der H. Maagd. Deze zaal bevatte haast geen enkel boek, alleen hing het er vol van krukken en devotie-voorwerpen, daar door pelgrims gebracht, welke in al hun moeite en zorgen troost en opbeuring hadden gevonden. Wanneer wij in de komende Mei maand veel boeken uit deze bibliotheek lezen, zal deze zelfde hulp ook aan ons worden ge schonken door Haar, aan Wie God groote wer ken heeft gedaan. Den Uaatstem tijd hefbtben we 'n paar werk stukjes gegeven, die nogal pittig waren en daarom (brengen we er nu een, waarbij minder hoofdbrekens te pas komen! Poppenmeubeltjes uit kurk! Doodeenvoudig! Begin met 'n flinke kurk uit te zoeken, en- snijd er 'n schijf van af. Maak (het tafelblad van karton, waarbij te denken is aan den averatekemdian rand. Plak nu dit karton op Ihet soh.iji'je kurk. Lucifers doen dienst ais pootea en de tafel is klaar. Nu de stoel. Zitting en leuning van kurk. IrtidfeffB vormen de spijltjes van de leuning, evenals de poo tem. De teekenilng wijst het overige uit. Bewaar de resteerende kurk tot kamende week, dam gaan we er mee'verder. De vader van Piliips II, keizer Karei V, woonde im (bet klooster vain Sint Yuste zijn eigen lijkdienst bij. Piliips zelf koos het hout voor zijn doodkist; het was een stuk van den kiel eener Portugoesclie schuit, die den naam droeg van „De vijf wondien" en ergens ge strand lag. Dat hout was van den Indisch©n paradijsboom afkomstig. Het werd gebracht naar de koninklijk® klooster-vesting „El Bsoorial" 1), waar muan er eem kruis voor het hoogaltaar uiit aneed. De rest werd gebruikt als tafel in de eetzaal der armen die op last van koning Pilips II dagelijks werden gespijzigd. Toen nu de koning den len Sept. 1598 liet laat ste oliesel 'had ontvangen, gelastte 'hij dat de tafel moest worden omgevormd tot een dood kist. Zijn opper-teekeruaar voldeed aan dit bevel en het voorwerp werd tegenover het armelijke, ijzeren ieddkant van Fillips 'neergezet; dat ledi kant staat nu nog lm het Escorial on wordt den bezoekers getoond; de menschen in de armem- huiizen van tegenwoordig liggen er ongetwij feld beter ibij. De stervende verlangde nu het kruisbeeld en de doodskiaars van zijn vader. Karei V, voor Wien hij steeds veel liefde heelt gevoeld. Hij stond ze af, aan zijn zoon,, benevens twee gee- aeJs, waarmede hij zichzelf zoo vaak had ge tuchtigd, zij waren met bloed bevlekt, één er van ihad nog aan Karei V behoord. De prelaten rond het sterfbed moestem het lijdensverhaal naar Sint Jan luidop lezen; den 12en Septem ber 1598 nam die uitgeteerde lijder de doods» kaars aam: „Geef maar, mu is het tijd", fluis terde hij. 's Morgens om vier uur overleed de kanlmg, zijn brekende oogem gericht ap het kruisbeeld viam Karei V. 1) Het Escoriaal is de geloofsbelijdenis in steen van Pilips II geweest, die door de Span jaarden 'heel anders wordt beoordeeld dam ouis wal gebeurt, 'k Heb er, na mijn ibazoelk, in deze courant over verteld em bem er dus verder heel kort over. Alleen dit: in Spanje was geld zoaieits zeldzaams in Fiiips' latere jaren, dat een burgemeestersfamilie lm Madrid nog geen kwartje bezat!Om nu den bouw van dit klooster, gesticht wegens een plechtige gelofte aan Simt Lauren this, dóór te kunnen zetten, trokken 's koning® dienaren al bedelend langs de hutzen, smeekemd om eem aalmoes voor hun koning: „oairfflad para ei Rey„ liefdadigheid voor den vorst!" De Meimaand was al voor die menBdhem, die vele eeuwen geleden leefden, hij uiitstek de maand van Moei mnet haar stootenden hemel, blauwe luchten, jonge groen en het gezang der vogels. Zij beschouwden dit ails die bruiiilofts- maaud van het licht en de warmtehoewei het ook nog wM eens geducht koud kan zijn door het optreden der ijs-heiligen Pamcraitiiiue. Servatlus en Bomlflacdus, wier vierdag, hoeiwel reeds in deze maand vattend, soms zeer kil moet genoemd wonden. Door feestelijkheden ©n vofltegdhmiiken vend de terugkeer van de. Mei ■begroet, d» maand, waarin, naar die Hoimetoen meenden, aarde en zon een verbond met elkaar sloten. „Koos in 't groen" „Jack in tlh» green" was dien len Mei te Londen een taidrU'Chtng feest en in het Frankrijk van. vóór de revolutie hadden de pachters een meiboom op te nichten vóór het „manoiir" (jlondliudis) van hiun heer. Mei-vuren» Meilboomem» Meifeestem, het doet nog alüeimaal denken aan onze voorouders, voor wie deze tijd een feesttijd van groot gewicht was; die heksen op den Biloeksberg maakten in lauwe Meinachten kun „Hexemritt" en speelden mianll'{jeie>n een, leefliijlke poets! Liedjeszangers hebben oip deze mtaanid hun liederen e,n gedich ten gezongen en beeldhouwers hebben haar uit geheeld ais 'm jongen, die 'n bloemenmand draagt op zijn hoofd. Het is te prijzen, dat uit de Mal-vie/ring alle bijgeloovigheld wegviel, maar een groot stuk volks-poëzie zou viert aren gaan, waaneer verschillende gebruiken, die in het ileven onzer voorouders een rol van belang speelde, in het vergeetboek zouden raken! de beroemde schrijver van Indianen-hoeken, de schepper van Winnetou enz., werd in 1842 in armoedige omstandigheden geborenzijn va der was wever en de wevers verdienden in die dagen niet veel. Hij moest schoolmeester wor den en bezocht daartoe de normaalschool. Dat was in die dagen nog zoo tegenwoordig wor den veel Duitsche onderwijzers aan de hooge- »chool opgeleid. Eens leende hij een horloge van een medeleerling, maar hij gaf het niet op tijd terug. Toen zeiden ze, dat hij het ge stolen had en hij werd van school gejaagd. La ter is het hem héél naar gegaan en pas in 1874 kwam hij voor goed vrij. Toen hij al héél veel boeken over de Indianen had geschreven, be zocht hij pas Amerika. De geleerden hebben bevonden, dat hij met zéér veel juistheid land en menschen heeft beschreven, al heeft een Winnetou nooit bestaan. Toen hij oud was ge worden, Karl May hij stierf in 1912 had je van die lieve zielen, die al die narigheid van vóór 1874 nog eens weer begonnen op te rakelen. Daarvan heeft May zeer veel verdriet gehad, zóóveel, dat het zijn dood heeft ver haast. Het slot Linderhof in de Beierscke Alpen, waar Lodewijk II het liefst toefde. ii. De bevolking vain die hoofdstad Münchem mocht dten jongen koning graag lijden; een oude v.rouw, die hem bloemen bracht, gaf hij zoo maar die hand; een klein meisje, dait hem een bouqueitj© aanbood, héél verlegen, héél schuchter, nam hij op dein schoot en in het patois kroeg zij zooveel geschenken., dot haar handjes ze mauwielijiks konden vasthouden! De officieren vonden die iau;!© dichter,haren van hun oppersten beivettheUéar niet erg militair, en dam,.hij had nog miooiit 'n kazerne bezocht en te paart, bij de wapenschouwing, leek 't óók al niet v'eel; men kam het nu eenmaal niet alten naar den zin maken! De tooneelspeiar Possart wist te vertellen, dat hij, hij den koning ontboden, niets dan 'n leege zaal met palmen zag. Geen geduid, geeu mienscih te bekennenI Plotseling gingen de Het mooiste kasteel op de heele wereld: Neu-Schwanstein, in de Beiersche Alpen. breed© takken uiteen en die Jonge Majesteit trad hem plechtig tegemoet! Richard Wag ner (sipr. Waagmieir), die toanlkunstenaar, heeft aan Ludwig naam en beroemdheid te danken gehad. Een der éérste diaden van den jongen koning was het ontbieden van Wagmier aan het Hof, waardoor deze een onbezorgd leven kon voeren. De toondichter was in die dagen nog weinig bekend en men verweet hem, dat hij een klapl-floper was op die gunst van een onervaren vorst. Het regende smaadschriften op deze vriendschap en Wagner werd daarin een „wagolawoio-coimiponilsit" genoemd, 'n keetimaker. meer niet; tenslotte maakte men den koning bang met een dreigende revolutie en toen moest deze dien kunstenaar wegzenden. Dat de koning van Pruisen na den oorlog met Frankrijk tot Keizer van Duitechlond werd uitgeroepen, was hieelemaai ntot naar Lud- wiig's zin. Hij begon meer en meer de hoofd stad Miinchen te mijden en vertoefde het liefst op de burcht Hahensohwamgau in de Beier sche Alpen, 'n Diner aan heit Hof wend hem een kwelling, waartegen toJj verschrikkelijk op' zag. „Lang in Miinclien te moeten wonen, ®ou mijn dood zijn" schrijft hij in een brief. De plaats van dien koning aan tafel moest ai- tijd zóó worden bedekt met bloemen en kris tal, dat haast niemand der gasten hem zien kon. Weeinien of Berlijn bezocht hij nooit, wèl Parijs en de prachtige bouwwerken van Ver sailles; d.e regeerimg liet er de woterfonted- nen wenken ter eere van dien koninklijken gast, een cadeautje, dat haar vijf en twintig duizend gulden kostte! Straatjongens bootsten den wijdbeen,sohem ganig des konings gia en een krant schreef, dat dieze vorst gewoon was zijn soldaten op de piano te begeleiden, 'n steek op die hulp aan Wagner natuurlijk! Langzamerhand toomt mu de tijd dier groote bouwwerken en kasteden. „Lindantoof" het eerst, dam „Neuechwomsteiin1", hot blanke won der op die rotsen dier Beiersche Alpeh. Als 'n sprookjesslot rijst luet omhoog temidden eener overweldigende natuur. Géén bouwwerk ter wereld lijkt zóó schoon, zóó prachtvol en zóó rein van stijl. Maandenlang vertoefde de kunstzinnige koning in die buurt oan met de grootste blijdschap hert voltooien van zijn pa leis gade te slaan. Menigmaal gaf hij den kunstenaar een 'lesje hoe te handelen en, wan neer ze 'n mooi dling af haddiem, puitit© hij zich uit in .bewondering voor hun moeilijk werk. De troonzaal een mengeling van goud-, mar mer- en imozaïekipxochit, romantiiscih als ©en opera van Wagner. Groan en goud het studeervertrek, Miauw em zilverblank de eetzaal, violet de kleedfingszaal en in die slaapvertrekken goudiem ranken af wisselend m,et lazuuiristeen-hlauw. Een troon als uit ©en Ootsterach sprookje, zóó kostbaar; de zertel omgeven door zes heiligen., die koning waren en boven dl© allen Christus, der Ko ningen Raming. Nog schitterender zou het slot „Hennen- chiemisee" warden. De minister durfde het geld ervoor niet meer te tellen en bood, zijn ontslag aan; een amdier, die het wol durfde, volgde hem op. Marmer en goud, kunstige weefsels en standbeelden wisselen elkaar in dezen bouw af. Er is een spiegel-galerij van ongelooflijke een niet ibe beschrijven pracht. Zeventien venstens zijn er in en daartegenover zeventien spiegels tusschen rood marmeren zuilen, ter weerzijden vier en veertig meters- ihooige kandelaars, drie en dertig kroonluch ters met moer dan tweeduizend waskaarsen. Ieder jaar 'bracht de vorst hier den tijd door tusschen 7 en 16 September. Mat kletterende stappen schreed hij op en af langs de spiegels. Siuaasappellboomem stonden 0an den kant, naar zijn bevel; op zekeren dag plukt hij er een vrucht van af; dlie bleek met een ijzer draadje aan ihet loof te -zijn gehecht, sinaas appelen groeien nu eenmaal niet in Zuid- Beieren! „Alles SchWindel" „Allemaal schijn!" riep de .koning uit em simeet den appel in een der fonkelend© spiegelruiten Hij hield ervan des nachts zijn tooverpalei- zen te verlaten, Zoodma een dienaar eerbiedig had aangekondigd, dat die maan aan den he mel was antbloeid, kwam de staatsiewagen voor of, d!es winters, do slediem met drie paar melkwitte schimmels» door bepruikte diena ren beu-eden'n voor-rtjdiar met een fakkel in do hand wees dan weg. Soms moest de konin klijke kroon en de scepter gebracht worden uit de schatkamers em zart de menschen schu we keerscber als 'n zonnekoning in zijn koets. Door wouden en dorpen ging de rit, de schel letjes Tinkelden aan de tuigen der paarden, het licht der fakkels deed de stammen der besneeuwde boomen voor 'n oogenbllk glin steren. Zelfs die slaperigste 'boer kwam z'n bed Uilt, wanneer het geblaf van den waakhond, het gedraaf dier paarden en het zilveren ge klingel zich lieten hooran. Kinderen drukten hun neuzen plat tegen de smalle ruiten: de koning rijdt voorbij! Als 'n geheimzinnig sprookje leek dit alles en mendgem, die den snellen stoeit in het maanlicht zag verdwijnen, vonwde de handen em bad: „Bdb's Gott, llaJba Küni, dksz Dir nix passiemt" (God geve, bemande koning, dat U niets overkomt; Beiersch dialect). In „Liniderhof" was de koning het liefst. Hier lag de grof der zwanen, die eigenhandig door den koning werden gevoerd. Hij voer er rond in een boot als een mosselschelp; om de tiien minuten werd het licht verwisseld, blauw, nood, rose, gnoen en geel en voortdu rend waren arbeiders bezag aan de vuren, om het water op 16 gr. Reaumur te houden. Eeme nabootsing was dit van de azuren grot van Capri (hij Napels) en men wist er hetzelfde blauw tie voorschijn te tooverem; blauw was steeds zijn lievelingskleur. De golfslag der zee werd op den vijver kunstmatig nagebootst en tot de grort hadden maair weinigen toegang waaronder het lievelingspaard des vorsten. Dichtbij hot feeën-slat Hahennihwangau stond een prachtig© spar en d© moeder des koniinigs had eens gezegd, dat die zoo mooi zou zijn om als Kerstboom dienst te doen. Ludwig had dit gehoord en toen nu het Ge boortefeest was gekomen, nam hij zijn moe- dier bij dia hand, schoof ihet gordijn op zij em toonde haar buiten in Gods' vrije natuur, mid den in een blinkend sneeuwlandschap den sparneboom, geheel versiert miet kaarsen en engelen,haar en alles, wat er zoo bij behoort. De vorstin begon bij diezen ontróerenden aan blik te ween en em kuste haar zoon, die haar deze fijne verrassing had bereid. Meer en meier begon Ludwig Bieb van de menschen terug te trekken. Te Miinchen, waar hij anders bij de Sacramentsprocessie nooit ontbrak, zag men hem niet bij het Veer tigurengebed, hetgeen hem een openlijk stand je van mgr. den Aanteiblssiehop bezorgde in een 'vastenbrief. TVxjOjeeispeleirs moesten in het hoftheater allerlei stukken opvoeren met den koning als eendgisitsn toeschouwer. Dienaren zagen hem voor een schilderij van den Zonne koning, Lodewijk XIV van Frankrijk, buigen eu knielen en een wiend moest hetzelfde doen, Een paard stond met hem aan tafel en wanneer dit dier dan het theeservies stuk maakte, van de ©enige bemerking tot de knechten„Laat hem maan- begaan, hij liegt tenminste niet?" Bij wijlen bralk de ongeluk kige, in wien de waarnam al heftiger to ritse len begon, zonder eemöge oorzaak in luid scha terlachen uit. Dam weer stond hij zeer lang stil in zijn kamer en meende diaar iets op den vloer te zien, stemmen te hoarem, voetstap pen te vernemien» Ondraaglijk werden de schuldenlasten, en de bouw der tooverkastee- ten onderwond veel vertraging. De Ministers trokken bedenkelijke gezichten en dat was hun niets kwalijks te nemen. „Dè koning" schreef een verslaggever van een Beadijnsche krant „loopt nfieit als 'n gewoon mensch, miaar als 'n toonieelspeler, in bestudeerden gang, bet hoofd naar achteren gebogen en den hoed iin de hand als mioodigend voor zich uit. Ondanks de zomerwarmte draagt hij eem pels, die hem slecht ztilt. Zijn haar is met veel han digheid gekruld". M De gala-slede van den korting. Iu de residentie vertoonde de zieke vorst zich nog slechts door zwaar bewapende die naren omgeven. Er werden rijmpjes gemaakt, die den koning bespotten. „Tot speeltuig is de scepter U geworden, Een booverstaf voor ij,dele droombeelden. Alleen om sprookjessloten op te richten Schijnt U de koninklijke macht geschonken". 'n Ander: „Wee TJ Wee ons Zal waarheid worden Des wijzen Salomon's spreuk: Wee U, o land, Wanneer een kind tat koning U gegeven. Voorwaar, ons redt alleen nog Godes' Hand". Vergeefs probeerde Ludwig van buitenland- sche vorsten geld te leenen, zelfs bij Bis marck klapte hij daartoe aan, maar ze gaven het hem, en dat was wel begrijpelijk, niet. De opwinding, die dit allemaal meebracht, maakte het zielelijden van den ongelukkige nog veel enger. Zijn sterke uil weird ten slotte door den waanzin overmand. De zenuwartsen moesten tat de smartelijke pltohrt oveTgaan den „ro manticus op den Koningskroon" als onmacht door den waanzin, te verklaren. (1886). DB GROOTSTE STAD der wereld, waarmee in den regel wordt be doeld de stad, tot wier bestuursgebied de meeste menschen behooren', is New-York, met 9 millioen, 200.000 inwoners, Londen 8.200.000, Chicago 5)4 millioen, Tokio bijna 6 millioen. Parijs 4% millioen, Berlijn 4% millioen en ten laatste Weenen met 1.800.000. TEN ONRECHTE wordt het aantal inwoners van China regel matig op 400 millioen gesteld, 'n Fransche doc tor, die langen tijd in China vertoefde, spreekt dit vierkant tegen. Er is lo. 'n groote sterfte onder de kinderen beneden het jaar daarvan komt 60 om het leven 2o. hongersnood en misgewas maaien mlllioenen weg in 1878 acht millioen, 1925 twee millioen 3o. de burger oorlog sinds 1911, oprichting der republiek, heeft tot nu toe aan 25 millioen Chineezen het leven gekost. De geheele bevolking komt niet hooger dan 260 millioen, volgens dezen genees heer. JULES VERNE, de beroemde schrijver van „De reis om de we reld in 80 dagen heeft de armoede gekend, vóór hij rijk was geworden, na de uitgave zij ner boeken. Hij schreef eens aan zijn moeder den volgen den brief „Wat mijn kousen betreft, lieve moeder, de wollen zijn al lang overleden en met alle eer ter aarde besteld. De katoenen, die ik thans draag, doen denken aan een spinneweb, waar in gedurende enkele dagen een nijlpaard heeft gewoond. Mijn oom, die op dit gebied toch ook geen vreemde is, heeft het tot zülke knollen nog nooit kunnen brengen. Nóg ben lk omge ven door zachte werkelijkheid, maar ik voel nu al het groote niets rond mijn voeten 'N DURE HAZEWIND is de Engelsche hond „Mick the Miller", voor wien onlangs 10.000 pond sterling, zijnde onge veer 90.000 werd geboden Het lieve dier heeft zijn bezitster aan prijzen opgebracht ƒ450.000 bij de honden-rennen, nog afgezien van allerlei medalje3 en dure bekers Mlcky maakt de 550 meter in 34,l*seeonde, en dat doet géén andere hond na. Drinken krijgt het arme dier zoo goed als niet, hij moet de nattigheid in zijn soep, zijn bouillon en zijn eitjes maar voor lief nemen. Wanneer hij héél goed heeft gerend, wacht hem een heerlijke tractatie: 'n tasje koude thee dóar is hij gek op. Twee jaar heeft hij nu al voor zijn gebiedster ge draafd en hij denkt zachtjes aan aan pensfben; hij vindt het nu zeker welletjes PAPIEREN PANTOFFELS staan tegenwoordig in de Amerikaansche hft- telkaroers voor de gasten klaar. Ze koBten hun niets en zijn vervaardigd uit Japan-papier, zoo wel buitenstof als voering. De zolen bestaan uit een paar lagen karton en dat houdt de voe ten lekker warm papier is immers 'n slechte warmtegeleider Iedere gast mag zijn pantof fels meenemen, ze zijn aan den ruimen kant en veToorlooven hun bezitters op grooten voet te leven DIEFSTAL KOMT NIET of althans zelden voor in het gelukkige Fin land. De kranten hebben daar geen „kopje" voor bet vak van de langvingersIn de buurt van Vlborg ligt een dorp, waar aan de huizen geen grendels of sloten voorkomen. Levensmid delen worden er per stoombóot aangevoerd, neergezet en later wel eens afgehaald door den geadresseerde; heit zou niemand anders iu zijn bol opkomen het pakje mee te nemen De Finnen staan bekend als goede vaklui; haast ieder hunner verstaat méér dan,^én vak gron dig. DE ENGELSCHEN heffen in Voor-Indië een zoutfoelastlng, die hun per jaar zestig millioen opbrengtAl het zout wordt er van regeeringswege aangemaakt; nie mand mag dat op z'n eigen houtje doen. Gan dhi en de zijnen deden dit tóch en kwamen daardoor in openlijken strijd met het Engelsche gezag, DE TOONEELSPELER KEAN kwam op zekeren dag zóó laat in den schouw burg, dat hij géén tijd meer had om zich te verkleeden. Met zijn gewone kleeren aan stond hij voor het voetlicht, waar hij zeggen moest: „Ik, arme bedelaar, ik sterf van honger On gelukkigerwijze had hij een zwaren gouden ketting op z'n vest hangen. De galerij had dit in de gaten en er werd geschreeuwd „Maar kerel, breng dan toch dien ketting naar de lommerd Kean, die bekend stond als iemand, dien men niet gauw van streek kan brengen,riep te rug, terwijl hij bedroefd zijn hoofd schudde „Die is, helaas, van doublé!" Geweldig applaus HONDERTWINTIG MILLIOEN mark, allemaal gouden munten, ter waarde der halve van 72-000.000, lagen tot gedurende den wereldoorlog in den Juliustoren van de Duit sche garnizoensstad Spandau, daar, waar de Spree uitkomt in de Havel. Deze geweldige som vormde de Duitsche „Reichskriegsschatz", een oorlogsfonds, berwaakt door een sterke wacht van soldaten. Tegenwoordig herinneren nog slechts enkele leege kisten aan die gouden tijden en aan een pracht, die verloren ging. 'n Zware pantserdeur sloot de schatkamers af voor ongewenschte belangstelling. Hoe noem je Iemand, die er zóó uitziet en op welk edland vap Imdiië komt hij voor? De oplossingen van de vijf plaatjes kunnen nu aan ona adires, postbus 8, Hilversum, worden toe gezonden dadelijk na ontvangst van deze krant en uiterlijk tot Zatertag as,, want dan ver- eahijnt de oplossing van alle vijf. 'n Mooi boek wordt verloot onder de goede oplossers. Wie Sliim is, zendt tegelijk de 19© prijsvraag in, Van fig. I knippen we vier stuks en van tig. n zee. We krijgen dan tien figuurtjes, hé? Nu moet je probeeren die zóó te rangschikken, dat ze samen het heksetnlkrais vormen. a). Noem het vat, waarin de wijn zit A, het 8-liter vat B en het derde (5 L.) C. Er moet dan zóó getapt worden. A. B b) 12 4 4 9 9 1 1 6 A14 14 8 8 2 2 13 13 7 7 0 8 3 3 0 8 6 6 Bil 0 0 6 6 11 0 1 1 7 C. 0 0 5 0 8 3 5 0 - C 6 0 6 0 6 1 1 0 6 0 c) d) A 24 B 13 ■Cll D 5 24 0 0 0 13 0 11 0 8 0 11 0 8 11 5 11 8 0 5 16 8 0 0 16 0 0 3 13 8 0 3 8 8 6 8 8 8 0 A 24 B18 Cll 47 24 0 0 0 13 0 11 0 13 0 4 7 13 4 0 7 20 4 0 0 9 4 11 0 9 4 4 7 16 8 0 0 8 8 11 0 B 8 4 7 12 8 4 0 12 8 0 4 1 8 11 4 1 S 8 7 8 8 S 0 Noem de echtparen A a, B b en Cc, dan moet de overtocht als volgt geschieden; Aa A A A A C c C c b c b c e c Bb B B B B Cc Co. Co C a b b o -b -S» A B B C a b c B b a o a a a b a b A a A A A Aa a B C B C B C b o Aa B C Aa Bb Co Von Hlimdenibuirg. 1 V voor 5; 2 hor; 3 Erna; 4 gehot; 5 geien; 6 grondig; 7 gelederen 8 'bedeesd 9 'benul; 10 Helbbe; 11 gal; 12 dra 13 G. voot grein. HET SCHOONSTE BOUWWERK van geheel Indië is 't marmeren „Taj Mahal"- monument (spr.: „Taadsj MaJhal") dat de groot- mogol Shah Jahan tegen het midden der 17de eeuw liet bouwen bij Agra (Bengalen), als graf voor zijn gemalin, Arjemand. De rijkdommen van een keizerrijk werden voor dezen tempel met zijn koepel en torens en tallooze schoone lijnen opgeofferd. Er zijn lanen van cypressen bij en kristalklare vijvers en het volksgeloof wil, dat de betreurde keizerin hier ln «om©*- nachten rondwaart.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 7