H 11 s u m MA n m a ■JliB Üf B II 5TE.RIË. S fll H Ui E3 wm n m fj Élüi/Él H o I Hl WM 4 f, MAANDAG 2 MEI 1932 SCHAAKRUBRIEK. WM *pT WA. DAMRUBRIEK. M ÉKf SÉ om y/'m AANBESTEDINGEN. MARKTBERICHTEN. SCHEEPVAARTVAARTVERKEER IN DEN NIEUWEN WATERWEG. SCHEEPVAARTBEWEGING. HANDELSBERICHTEN. naar het Engelsch van BEN BOLT. P. A. KOETSHEID p/a. Noordsingel 46b. r Rotterdam. Verzoeke alle mededeelingen aan bovenstaand adres te richten. CORRESPONDENTIE. C. te den H. Beknoptheid, waaraan we zijn gehouden, noopt ons kort te zyn, gelieve zoo goed te zijn geen andere reden te onderstellen. S. te V. In no. 4610 weerlegt zwart 1. Tf2 door 1Fg7, indien 2. Dg8, of Dh8 dan 2 ef2: in no. 4611 1. De8 door 1Pcö dreigt; 2Pc5d7. W. te S. Denkelijk kunnen we u nu spoedig antwoorden. Ir J. C. V. te H. In 4608 volgt na 1. b5 Ta4t oi Ta8: 2, Le4t, Kdl:; 3. Dblft. In 4609 is 1. Lf6 inderdaad geen nevenoplossing, dat heeft u juist gezien. Indien men met een schaakzet op den eersten zet er ook kan komen dan is het geoorloofd. Maar zulke kraohtzetten zyn niet gebruikelijk. PROBLEEM No. 4618. K. S. HOWARD, lste prijs „British Chess Magazine 2de halfjaar 1931. Mat in twee zetten. PROBLEEM No. 4619. C. MANSFIELD, Bristol, lste prijs „Gazette de Liège 1930." Mat in twee zetten. No. 4615. Het is spijtig onze lezers er op attent te moe ten maken, dat deze zelfmat nevenoplosbaar is door 1. Df6t waarna moet volgen 1Df6: en nu kan 2. g7t- nu heeft zwart niet anders dan 2Dg7:1"t- Met een kleine wijziging schjjnt ons dit probleem niet gecorrigeerd te kunnen worden. Nog erger, de auteurs-oplossing faalt. Deze opgave is dus een mislukking. GOEDE OPLOSSINGEN. N. L. Coene, Den Haag alle; H. van Gaaien, Rotterdam alle; H. A. Goemans Hillegom alle; J. L. van Grieken, Rotterdam alle; H. Hölscher, Enschedé alleD. de Jong, Bussum alleChr. C. Kannemans, Breda, alle; A. Koek, Roterdam, alle; P. A. J. de Lange, Gorlcum alle; A. H. v. d. Linde, Den Haag alle; J. Merks, Delft alle; B. A. Snelleman, Haarlem alle; P. Welting, Neerloon, alle; P. J. H. Willems, Schiedam, alle; A. Godfroy, Rotterdam no. 4610 en 4611; Ir. J. C. Verdam, Hengelo idem; J. Happé, Rijswijk no. 4609J. Heemskerk, Roelofsarendsveen, idem L. Kroon, Rotterdam idem; J. P. M. Soer, Veghel idem. PARTIJ No. 1048. Falkbeergambiet. Gespeeld in het tornooi Bad Ems. Wit: Benzinger. Zwart: H. v. Hennig. I. e2e4 e7e5 2 f2—f4 d7d5 3. e4Vdó e5e4 4. d2—d4 Een door Cordel aanbevolen, tot nu toe echter zoo goed als nooit gebruikte zet, die overigens ook ouder dan Cordel is. 4Pg8f6 Cordel beschouwt slechts Dd5: 5 c4, Dd8. 5. c2c4 Lf8e7 6. Pgl—e2 0—0 7. Pe2—g3 Tf®— 8. Lfle2 c7Xc6 9. döc6 Pc3, cd verliest de pion bij slechte stelling. Het is dus begrijpelijk dat hy voor zyn stellings nadeel tenminste de pion houden wil. gPb8Xc6 10. d4—d5 PcO—b4 II. 00 Na a3 kon natuurlijk eerst goed Pd3t volgen. 11Le7—c5t 12! Kgi—hl Pb4d311 13. Le2Xd3 e4Xd3 14. f4—f5 Op Dd3: zou volgen Pg4 benevenB Dh4. 14 b7b51 Dreigt met hc d3 te dekken. Op 15. cb volgt Lb7 alsmede Pd5. 15. DdlVd3 Pf0-g4 16. Pg3-e4 T 17. Dd3Xc4 Lc8a6 Stand na den 17en zet van zwart. neming en ook op toezending van eigen compo sities. No. 191 (30 April 1932). PROBLEEM No. 507. Zwart. PROBLEEM No. 4820. K. A. L. KUBBEL, Leningrad, lste prjjs ,,Zvezda 19281932", Mat in drie zetten. Oplossingen over drie weken: Deze worden by ons ingewacht tot Dinsdag 17 Mei. PROBLEEMOPLOSSINGEN. No. 4609. 1. Ld4e5 enz. (gewyzlgde positie.) No. 4610. 1. Tg2—g7 (tempo). 1Pg7:, P anders 2. Dg8! Dh8 enz. No. 4611. 1. Del—e6 dreigt; 2. Pb3, Kb5:; 3, Pc7tt. 1Ld6; 2. Dc4, Pc5; 3. Dc3:ft. 1Pcö; 2. Df51, Pad lib; 3. Pb3tt. Jammer dat deze mooie opgave als nevenop lossing heeft 1. Lb5—a4: dreigt 2. De2, met cm afwendbaar mat op b5. De krachtige leiding van den aanval is voor tref felyk 18. Dc4Xa8 Te8Xe4 19. Lelf4 Op Fc3 volgt natuurlyk Dh4; 20 h3 Dg3! 19Te4Xf4!l 20. TfïXfi 21. h2h3 Dh4—g3 22. Tf4Xg4 Wat anders? Op hg4: volgt Dh4tt. 22Dg3—elt Opgegeven want na Kh2 23. Lglt is het mat niet meer te verhinderen. Aanteekeningen van M. B. in de Deutsche 3chachzeitung. Alle correspondentie te richten aan den dam redacteur dezer .courant. OPLOSSERS-WEDSTRIJD. Met a.s. week te beginnen, schryft ons blad een oplosserswedstryd aan. Er zullen in totaal 40 problemen worden geplaatst, zoodat de wed- stryd na 10 weken is afgeloopen. Het ligt niet in de bedoeling buitengewoon moeilyke pro blemen of eindspelen te plaatsen, zoodat een ieder kan deelnemen. De oplossingen moeten uiterlyk 14 dagen na de verschyning der problemen worden ingezonden. Enkele fraaie pryzen zyn ter beschikking gesteld. Iedere goede oplossing telt voor 2 punten, een nevenoplossing 1 punt. Men kan ook problemen mits nog niet elders gepubliceerd inzenden. By plaatsing worden den inzender 2 punten toegekend. De redacteur rekent op een zeer groote deel- W i t. Zwart: 2, 7/10, 13, 16, 19/21, 24, 26/7, Wit: 11, 28/9, 32/3, 35/8, 43/4, 46/8. PROBLEEM No. 508. J. BOURQUIN. Zwart. Wit. Zwart: 8, 11(4, 17/22, 25/7, 30. Wit: 28/9, 34/4, 37/41, 43/4, 46/7. PROBLEEM No. 509. A. MEAUDRE. Zwart. OPLOSSINGEN. Probleem No. 499 (A. MEAUDRE). Zwart: 2, 7/8, 10, 12/3, 18/20, 23/4, 26. 29/30, 40. Wit: 16/7, 21, 31/2, 35, 37/8, 43/4, 46, 48, 50. Wit 32—28, 46 37, 37—32, 38—32, 21 5, 5 1. Probleem No. 500 (A. MEAUDRE). Zwart: 1, 4/6, 8, 11/3, 17, 19, 21, 26, 35. Wit: 22, 24, 28/9, 32/3, 36, 38, 41, 44/5, 47. Wit: 36—31, 32—27 27 9, 24 2, 2 27. PROBLEEM No. 501. (G. FELé.) Probleem No. 501 (G. PELé.) Zwart: 2 4/6, 8, 13/4, 18/9 23/5, 30, 36, dam op 12. Wit: 16, 21/2, 27,8, 32/5, 39, 46/7, dam op 38. Wit: 3849, 22—17, 16—11, 28—22, 47—41, 4940, 27—22, 40—45, 45 7, 35 2. Probleem No. 502 (F. JACQUOT.) Zwart: 2, 4/5, 7/9, 14, 16, 19, 28, 33, 38. Wit: 11, 17/8, 20, 34, 36/7, 41, 44, 46/8. Wit37—31, 44—39, 34—30, 47—42, 48—42, 41 1, 1 49. Probleem No. 503. (C. BLANKENAAR.) Zwart: 10, 13, 17, 19, dam op 5. Wit: 12, 14, 23, 28, dam op 21. 1 21—38, 17 8; 2 38—5, 8—12 A; 3 15 1, 19 10; 4 28—22 10—14 de beste; 5 22—18, indien 5—10; 6 23—19' 14 :12; 7 1:5 of 5 14—20; 6 23—19. 7; 7 1:15. A. Indien 19—24, wit, 15 18 en 23 14 of op 13—38 wit 23 3 gevolgd door 1923 en 28 19, op 19-1-24, wit 15 29 en 29—23. Probleem No. 504. (A. MEAUDRE.) Zwart: 2 5, 9 10, 12/3, 16/7, 19/21, 23, 25, 8/9, 33. Wit: 27, 32, 35, 37, 39/41, 43/4, 49. Wit40—34, 35—30, 44—35, 49 7, 32 3, 3 18. Goede oplossingen ontvangen van: H. H. W. Borghardt, Joh. Lodewykx, C. v. d. S. en D. R., allen Rotterdam; W. Schaap, J. A. v. Olfen en C. W. R., allen Amsterdam. Overschie, 30 April. By de heden gehou den aanbesteding voor den bouw van een school met 7 lokalen voor 1. o. en onderwyzerswoning aa.n de Schoolstraat was de laagste inschryver P. Langeveid Zn alhier met 56.600. Gedurende de afgeloopen week zjjn volgens onze statistiek den Nieuwen Waterweg binnen- geloopen 217 schepen, waarvan 0 zeilschepen en 1 zeelichter, met inbegrip van 7 bunkerboo ten. Hiervan waren bestemd voor Rotterdam 170 Hoek van Holland 7, Poortershaven 1 Maassluis 2, Vlaardingen 8, Vondelingenplaat 4, Pernis 3, Schiedam 10, andere Nederlandscbe havens t en üuitschland 11. Gedurende betzelfde tijdvak van 1931 kwamen den Nieuwen Waterweg binnen 271 schepen, waar van 0 zeilschepen en 1 zeelichter. Sedert 1 Januari zijn aangekomen: Schepen Netto ree tons N WATERWEG 1932 3.705 5.795.483 1931 4.375 7.422.930 ROTTERDAM, 30 April. (Coöp. Tuinbouwvei ling Rotterdam en Omstreken G. A.) Holl. kas- komkommers le srt 9.4017, 2e srt 711, 3e art 5.20—8.30 per 100 stuks, Holl. platg. komkom mers le srt 18—23 ct, 2e srt 13—17 ct, 3e srt 10—13 ct per stuk, komkommerstek 521 ct per kg., sla. (Meikoning) 3.72—6.30, 2e srt 1.30—3.80 per 100 krop, slavellen 414 ct per kg., spinazie 3.60—0 per 100 kg., tomaten 2242 ct per pond, postelein 1828 ct per kg. Aanvoer sla 487.000 krop. ROTTERDAM, 30 April. (Coöp. Tuinbouwvei ling De 'Zuid-Hollandsche Eilanden G. A.) Bloem kool le srt 20—28. 2e srt 13—17, sla le srt 3.605.40, 2e srt 1.40—3.30, perziken 16 per 100 stuks, radys 1.806.30, seldery 2.704.30, rabarber 2.50—7, prei 1.60-^1.10, pieterselie 1.60—3, peen 20, raapstelen 3 per 100 bos, witlof le srt 2329, 2e srt 1121, spinazie 8.20—14.20, dubbele stamprinsesseboonen 100— 104, peen 1.90—2.30, peentjes 12.80—13, poste lein 2628, eigenheimers 3.705, stoofsla 6 9.40 per 100 kg., slavellen 37—78 ct, zuring 36 ct per kist. RODENRIJS, 30 April. (Coöp. Groentenveiling- Vereen, Berkel en Rodenrys G. A.) Komkommers le srt ƒ15—21.30, 2e srt 13—17.40, kaskomkom- mers le srt 14, 2e srt 11, bloemkool le srt 20, 2e srt 15, sla le srt 2.90—6.20, 2e srt 1.20 3.80 per 100 stuks, stamprinsesseboonen 130, tomaten A 54.8074, B 1 48—60, C 1 54—67 per 100 kg., komkommerstek 12.30—3.50, slavellen 10.15—1.25 per kist. Heden werden aangevoerd 195.111 krop sla, doorsneeprys 4.98 per 100 krop. W i t Zwart: 4, 5, 7, 9, 15, 29, dam op 8. Wit: 20, 22, 28, 37/8, 40/1, 44, 50. PROBLEEM No. 510. G. BONNE. Zwart. Wit. Zwart: 1, 6, 8/12. 14/5, 17/8, 21/2, 26, 32. Wit: 24/5, 28/30, 33/7, 39, 40, 42, 45, 47, 49. Verschil... 670- - 1.627.417 ROTTERDAM 1939 3.035 4.597.849 1931 3.476 5.827.123 Verschil... 441 - -1.229.274 VLAARDINGEN 1932 142 235.504 1931 246 515.707 Verschil 104 280.143 167 557.227 186 605.643 Verschil.., 19 49.416 35 85.913 32 54.02' Verschil.., -f A +31.893 T.4 30.742 1931 124 47.900 Verschil.,, 49 —17.168 38 8.639 1931 5 620 Verschil.,, 33 8019 POORTERSHAVEN 1932 12 20.048 HOEK VAN HOLLAND 1932 121 240.760 VONDELING EN PLAAT 1932 63 86.139 Andere Ned. havens 1932.... 4 68 24.601 Naar Rotterdam zijn opgestoomd 2 schepen met 4628 n. reg. tons welke ojfers zijn inbe grepen in de statistiek voor de haven van Kol ter- dam. Maandstatistiek, Gedurende de maand April zijn volgens onze statistiek den Nieuwen Waterweg binnengeJoopen 892 schepen, waarvan 0 zeilschepen en 3 zee' lichters, met inbegrip van 25 bunkerbooten Hiervan waren bestemd voor Rotterdam 712 Hoek van Holland 30, Poortershaven 2, Maassluis 8, Vlaardingen 30, Vondelingenplaat 15, Pernis 8, Schiedam «2. andere NederI. havens lOenüuitsch land 35. Gedurende dezelfde maand, van het vorig Jaar kwamen den Nieuwen Waterweg binnen 1100 schepen, waarvan 0 zeilschepen en 4 lichters. Naar Rotterdam zijn opgestoomd 18 schepen met 30.503 n. reg. tons welke cijfers zijn inbegrepen in de statistiek voor de haven van Rotterdam. ROTTERDAM, 30 April 1932. BUITENLANDSCHE GRANEN. (Bericht van de makelaars Broedelet Boaman) De Argen- tynsche regeering is niet by machte de boeren voldoende te steunen, dientengevolge heeft de graanhandel besloten, indien mogelyk te helpen. Gisteren is er over vergaderd in Buenos-Ayres, waar verschillende voorstellen ter sprake kwa men, allereerst vaststelling van een minimum- prys, een ander voorstel behelsde vernietiging van een gedeelte van den oogst. Tot definitieve resultaten sehynt het nog niet gekomen te zyn, doch voorloopig was de maarkt wat beter ge stemd. MAIS. De week werd al direct ingezet met oploopende malspryzen. De maisnood was hier het gevolg van. De kooplust nam echter weer even hard af als de prys steeg. Na een vermoeide Dinsdagmarkt ging het de volgende dagen sprongsgewys omlaag. De loco-voorraden, hoewel abnormaal klein, bleken toch nog voldoende voor de kleine vraag. Voor de eerstaankomende par tyen bestond er aanvankelyk flinke belangstel ling, doch met een flinke verlaging was tegelijk alle interesse zoek. Op aflading gebeurde wel wat meer dan de voorafgaande weken, doch kwantum was nie tte plaatsen. De groote verschepingen hebben tot gevolg, dat men ernstig gaat twyfelen aan de berichten betreffende een kleinen mais- oogst. Is de oogst inderdaad zoo kiein als vermeld wordt, dan worden de laagste pryzen in het mid den van den zomer verwacht met weinig aanbod en hoogere pryzen voor leveringen op najaar. GERST. Van de disponibele gerst is wederom meer afgegaan dan bygekomen. Op spoedige afla ding was Canada zeer concurrent aan de markt, de meeste zaken kwamen dan ook ten name van Canada te staan. HAVER. De afdoeningen in de diverse haver- soorten waren zeer klein. Vermeldenswaardig zyn alleen enkele verkoopen in spoedige Da Plata- haver, die op later tegen iets lageren prys weer werden ingedekt. Voor de andere soorten wordt nog steeds het hooge prijsniveau gehandhaafd, hetgeen de belangstelling op aflading totaal deed verdwijnen. ROGGE. De geheele week heeft Nonrd-Amerika op de roggemarkt gedomineerd. De La Tlata en Russische partyen hebben wel hun pryzen ver laagd, doch concurrentie met de Amerikaansche soorten viel er nog niet te bespeuren. De meeste zaken kwamen tot stand op spoedige aflading tegen dagelyks lagere pryzen. ROTTERDAM, 30 April 1932. MEEL. (Medegedeeld door P. C. C. Bimons, meelagent) In de afgeloopen week daalden de noteeringen der tarwe-termijnmarkten dagelyks, waardoor de stemming niet williger werd, of schoon zulks op de bloem-offertes niet de gedach te uitwerking had. Zoowel in buiten- als binnenlansch ging een en ander om. De noteeringen luidden Amerlk. High Patent ƒ15, Kansas Top-Patent ƒ11.25 boordvrjj vóór loods na aankomst van Mei zeehaven, exclusief de 2.25 vervoerconsent-kosten Ned. Meel-Cen- Inlandsche A 10, inlandsche Patent A 11 franco. ROTTERDAM, 30 April 1932. EIEREN. (Weekbericht van de N.V. Eierhan- del W. J. Krudde, Deventer). De stemming aan de eiermarkten werd deze week geleidelijk iets vriendelyker en voor witte eieren werd vlot 2.30 tot 2.50 betaald, terwijl bruine eieren gemak kelijk 2.50-3 opbrachten. De vraag uit Duitschland werd weer iets beter; in Engeland is nog weinig animo, in verband met de groote binnenlandsche productie, doch ook vandaar kwamen reeds zeer beduidende koelhuisorders binnen en het verbruik in het binnenland blyft nog steeds bevredigend. In de binnenlandsche koelhuizen wordt wel wat opgeslagen, doch nog niet veel, in hoofd zaak omdat de meeste handelaren zich nog af- zydig houden. In het algemeen voelt men er terecht weinig voor in het komende najaar te worden beconcurreerd door met regeeringssteun opgeslagen coöperatie-eieren, en geeft men er de voorkeur aan, nog even de kat uit den boom te kyken. Het deze week ingediende wetsontwerp betref fende garantie voor het opslaan van koelhuis eieren heeft in handelskringen buitengewoon veel ontstemming gewekt. De regeering wenscht steun te verleenen aan den kippenhouder en meent zulks het beste te kunnen bereiken, door aan enkele groote coöpe raties, een regeeringsgarantie te verleenen waar door zy, zonder beduidende risico, zich kunnen belasten met het koelen van 100 millioen eieren. De handelaren, die reeds jaren lang dezen tak van bedrijf hebben uitgeoefend werden voorby- gegaan, zelfs zonder dat hun gelegenheid gege ven is, daaromtrent van hunne meening te doen blyken. Wanneer mer. nu weet, dat dit koel< van eieren tot nu toe slechts bij uitzondering door deze coöperaties is ter hand genomen, dat daaren tegen verschillende handelaren die hierin reeds jaren ervaring en relaties hebben, telken jare voor eigen rekening en risico een hoeveelheid eieren uit de markt hebben genomen en in koel huizen hebben opgeslagen, ongeveer even groot ais wat nu door de regeering wordt voorgesteld, dat deze handelaren thans geheel worden uitge schakeld en met hun het personeel werkloos ge maakt, tenzy 2y den ongelyken stryd willen wa gen tegen de met regeeringshulp gekoelde eieren, dan zal men begrypen, dat van oneerlyke con currentie gesproken wordt. Indien zulks nu nog ten goede zou komen aan den pluimveehouder, doch ook dit is niet het ge val. De eierpryzen zyn thans reeds op liet niveau dat door de regeering gesteld is, en ze zouden daar waarschynlyk ook niet onder geweest zyn, indien de regeeringsplannen geen ongerustheid (naar nu blykt, volkomen terecht), hadden ver oorzaakt. Een daling is niet te vreezen, zeker niet, indien de regeering zich terugtrekt, omdat dan iedere gegadigde, zoowel handel als coöperatie, zich in onderlinge concurrentie zal dekken. Het voorgestelde wetsontwerp is thans geen steun aan den kippenhouder, doch enkel een on gemotiveerde subsidie aan eenige coöperaties, die dit jaar een deel hunner eieren aan de regeering leveren, in plaats van ze te moeten uitvoeren. ROTTERDAM, 30 April 1932. VETWAREN. (Weekbericht van de makelaars F. N. W. H. Montauban van Swyndregt) OLEO OIL PREMIER JUS. Hiervoor was de belangstelling zeer gering en bleven de pryzen geheel onveranderd. TALK. Door den schommelenden Ponden-koers ondergingen de noteeringen in de afgeloopen week nogal eenige verandering. Het begin en het slot Is echter vrywel geheel onveranderd. Dit wat betreft de Zuid-Amerikaansche soorten. Australische kwaliteiten trokken iets aan en hierin hadden eenige afdoeningen plaats in stoo- mende partyen betere runder- en schapentalk. Woensdag a.s. zal er sinds geruimen tyd weer een veiling gehouden worden, waar ca. 1200 vaten zullen worden aangeboden, hetwelk een bedui dend kwantum mag heeten. PALMOLIE vertoonde ongeveer hetzelfde beeld als de Zuid-Amerikaansche talk; de belangstel ling was ook niet groot te noemen. COCOSOLIE PALMPITOLIE. Laag en onver anderd met eenige flinke afdoeningen. Import kwaliteiten zooals Cochin en White Ceylon blyven nog te hoog in prys. SOYA-OLIE. Zeer stil met lagere pryzen. Koop lust miniem. VETZUREN. Bevredigende omzet in cocos- en grondnotenvetzuren tot lageren prys. ROTTERDAM, 30 April 1932. AMERIK. TERPENTIJNOLIE. (Weekbericht van de makelaars Cantzlaar Schalkwjjlv) markt liep deze week iets terug, zoodat Savannan sluit op 38 c. (v. w. 39V& C.). Voor loco blyft hier nog goede vraag beBtaanj het aanbod is nog StN^teebringr Londen 29 April 1932 sh. 56/6, 1931 sh 43/- 1930 sh. 41/3; noteering Savannah 29 Abriite 38 c„ 1931. 46 a 50 c 1930 44% A Statistiek Rotterdamaangevoerd indirect 250 vaten aangevoerd per s. Co-id water 500, afgels van 22—29 April 1932 842, 1931 782, afgeleverd sedert 1 Jan. 12.540 en 12.995, voorraad 29 April 3MStaSsUek Thóofdhavens Amerika Savannah Jacksonville en Pensacola)voorraad 1 April 1934 73 640 en 1931 45.232. aanvoeren tot 23 April II.81J en 18.216, totaal 85.512 en 63.448, afleveringen 16.092 en 19.040, voorraad 23 April 69.420 en 44.408 vaten. „PASSING SHOW". Bootsman: „Waaraan moest ik ook weer denken voor m'n vrouw HOOFDSTUK I. Het was de avond van Boat-ra6e dag, en het bekende restaurant Semiramis was overvol. Alle tafels waren bezet en hoewel het beroem de orkest zijn best deed, overstemden het ge lach en gesnap van vele vroolijke jonge stem men de muziek bijna geheel. Want dit is de dag, zooals ledereen weet, waarop de jeugd gewoon is de bloemetjes eens buiten te zetten, terwijl hier de natuurlijke uitgelatenheid nog verhoogd werd door de overvloedig geschonken champagne. Aan verscheidene tafels werd men dan ook reeds een beetje luidruchtig en de er varen oberkelner, die van het eene tafeltje naar het andere slenterde en al die opgewon den roode gezichten zag, glimlachte tegen den zaalchef, terwijl hij opmerkte: Wij zullen er niet veel last van hebben, sir, maar de hemel helpe de schouwburgen. In dien dat volkje straks eens goed loskomt Ja, stemde de chef vergoelijkend toe, maar men Is tenslotte maar eenmaal jong. Dat is zoo, sir, en Op dat oogenblik kwam een portier van reus achtige afmetingen, gekleed in een schitterend uniform, door de deur welke naar de hall voerde, vanwaar hij den ober een teeken gaf. Deze liet zijn blikken over de zaal gaan, en schudde zijn hoofd. Er was geen enkel tafeltje vrij, zelfs geen enkele stoel meer en hij was niet van plan zich druk te maken voor de on mogelijke verlangens van den een of anderen laatkomer. Maar de portier ging niet heen. Hij wenkte nog «ons waarop de ober zich een beetje onge duldig naar de deur begaf terwijl hij protestee- rend zeide: Absoluut geen kans, Charles. De zaal is opgepakt als een sardineblikje, en Ik heb geen tafel noodig. Hier is een da me die mr. Oarrington moet spreken, en zij «egt dat het dringend is. Een dame! Charles, je moet toch beter /weten. Je kent geen discretie. Denk je U kit«4 zelf oordeelen, viel de portier hem bruusk in de rode. Zij is op en top een dame en kent den jongeman hier. De ober keek in de aangeduide richting en wijzigde terstond zijn gedragslijn. Nu, misschien wil mr. Carrington wel weten dat de dame bier is. Hoe is de naam, Charles? Miss Joyce Adderley. Goed, Charles. Ik zal het mr. Carrington zeggen. De ober ging de zaal weer binnen en zocht zijn weg naar een tafeltje achterin, waaraan vier jongelui gezeten waren en waar de wijn blijkbaar nog al royaal gevloeid had, want dit clubje was een van de luidruchtigste van het geheele restaurant. De ober was een man van takt. Terwijl hij naast den vroolijken jonge man, die tegen den muur zat, kwam staan zei- de hij zachtjes: Sir, mag ik U even persoonlijk spreken? Drommels, Henri, ik ben toch zeker niet dronken? lachte mr. Carrington. Neen, sir, antwoordde de ober, maar eT is een bondschap voor U, sir. Hij liet het kaartje zien en voegde er nog zachter aan toe: Van een jonge dame, sir. Geen geheimen, Henri, lachte een van de vrienden van den jongeman. Weet je niet dat het onbeleefd is in gezelschap te fluisteren? De Honourable William Berkley Carrington stond op, terwijl hij verbaasd naar het kaartje staarde. Hij wist niet wat hij er van moest denken. De ober had verteld, dat de dame jong was terwijl hij den naam op het kaartje abso luut niet kende. De boodschap? vroeg hij kort. De dame wenscht U te spreken mr. Car rington. H'm. Carrington keek nog eens twijfelend naar het kaartje. Je zei toch een dame, Henri? Zeker sir, antwoordde de ober prompt. Indien ik daaraan had getwijfeld, sir, zou ik U niet hebben lastig gevallen terwijl ook Char les niet zoo indiscreet zon zijn geweest om' Het is goed. Breng mij bij haar, Macduff. De ober kende zijn plaats. Koning in zijn eigen domein, volgde bij mr. Carrington tot de deur, maar hij was daar juist op tijd om die voor den bezoeker open te houden, toen deze zich naar de hall begaf. Dat is de dame, sir daar in den stoel bij den palm. Dank je wel, Henri. Met een nieuwsgierigen blik in zijn oogen begaf Carrington zich in de aangegeven rich ting, doch spoedig maakte de nieuwsgierig heid plaats voor verraste bewondering. De da- gu bij dan na l m -was zeer jong, hoogstens ne gentien meende hij. Bovendien was zij, niette genstaande zij op dat moment heel bleek zag, ontegenzeggelijk buitengewoon aantrekkelijk, met donkere oogen ondier breede wimpers, ravenzwart baar en frissche volle lippen, die hun roode kleur zeker niet dankten aan de zoo in de mode zijnde lippenstift. Terwijl hij haar aanzag, kwam er plotseling een zachte blos op baar gelaat. Haastig trad hij op haar toe, terwijl hij haar visitekaartje tusschen vinger en duim hield. Terwijl hij dit deed, stond zij haastig op en kreeg hij een vluchtlgen indruk van een slank, meisjesachtig figuurtje en van een mooi handje, dat zenuwachtig speelde met een lang snoer amberkralen, dat zij om haar hals droeg. Miss Adderley? vroeg hij glimlachend, zich bewust van het onzekere in haar houding en er op uit om haar op haar gemak te brengen. Ja, mr. Carrington, antwoordde zij zach tjes. Ik kom namens mijn broer, Selby, van wien ik U een briefje moest brengen. Terwijl zij sprak, haalde zij den brief te voorschijn en, terwijl Carrington dezen aannam zocht hij zijn geheugen af naar eenigen manne- 1 ijken kennis van den door haar genoemden naam. Selby Adderley! Selby Hij kon er niet achter komen en het briefje openend, be gon hij te lezen. „Beste Dick Hij wachtte even. Tenslotte was het briefje dus toch niet voor hem bestemd maar voor zijn neef, die ook in het Semiramis zou gedi neerd hebben maar die des middags van en thousiasme zijn voet had verstuikt en nu ka merarrest had. Misschien teekenden zijn ge dachten zich op zijn gelaat af, want het meisje zei plotseling heel dringend; „Oh, ik hoop toch dat U zult kunnen gaan, mr. Carrington. De zaak is zeer dringend en indien U niet kunt, moet ik alleen gaan. Natuurlijk begon de jongeman, ter wijl hij thans haastig het briefje doorlas. „Beste Dick! Ik zit er leelijk in en ben gedwongen reeds nu een beroep te doen op de mede werking, die je mij gisteren toezegde. De bespreking is bepaald op hedenavond, en ik kan niet gaan, daar ik, zooals je weet, aan bed gebonden word door malaria. Joyce zal in mijn plaats de papieren naar Levisohn brengen maar daar ik haar niet gaarne ge heel alleen naar Gravesend laat gaan, doe ik een beroep op jou om haar te vergezellen. Ik weet dat je je niet aan je belofte zult ont trekken, vooral niet, omdat er eenig risico aan verbonden is, zooals ik Je verteld heb Joyce brengt 4U briefje naar het Semiramis, waar je zoudt dineeren. Zij heeft den auto bij zich om terstond te kunnen ver trekken. Als altijd je, SELBY ADDERLEY. Toen hij het briefje gelezen had, keelk hij an dermaal naar het meisje, terwijl hij glim lachte. Zijn besluit stond reeds vast. Hij had er niet het flauwste vermoeden van, wat er achter dit verzoek zou kunnen schuilen, maar aangezien, neef Dick niet in staat was de rol te spelen, welke hij blijkbaar reeds op zich had genomen, zou hij in zijn plaats treden. Wanneer vertrekken wij? vroeg hij vroo- lijk, terwijl hij een blik van verlichting In de oogen van het meisje zag. Indien het U schikt, terstond, mr.' Car rington. Hij lachte opgewekt. Zoodra ik mijn hoed en jas bemachtigd heb, miss Adderley. Indien U mij even wilt verontschuldigen. Ik ben in tien seconden terug. Het duurde echter langer en terwijl de be diende in de garderobe hem in zijn jas hielp, vroeg hij zich verwonderd af wat dit alles te beteekenen had. Even schoot het hem te bin nen, dat bij Dick Carrington kon opbellen en hem om inlichtingen kon vragen maar toen hij zich herinnerde dat Joyce Adderley zat te wachten, verwierp hij dat idee. Eenig risico, zeide het briefje, maar wat kon dat in 's hemelsnaam beteekenen. En wat de papieren, die op dit uur van den Zaterdag avond naar Gravesend gebracht moesten wor den? Hij kon op deze vragen geen antwoord vin den, noch eenige reden voor de belangrijkheid, waarvan het meisje had gesproken. En er was geen tijd voor het stellen van vragen. Joyce Adderley wachtte op hem en hij had een tocht naar Gravesend in haar gezelschap in 't voor uitzicht. De gedachte daaraan was zeker ple zierig genoeg en de mogelijkheid van een risi co, dat hij met haar zou deelen, had iets op windends. Het was wel niet bepaald de manier waarop hij gedacht had zijn verderen avond door te brengen, maar hij had niet het minste bezwaar tegen deze programma-wijziging. Terwijl hij zijn hoed in de hand hield, be trad hij andermaal do hall en toen hij naar voren kwam vielen zijn blikken op een man met onaangename gelaatstrekken. Hij had een dikke snor, vierkante kin, en glimmend kaal hoofd en heel bijzondere oogen, licht blauw en scherp als pijlen. De man, die in avondtoilet was, met een don kere overjas en een clacque-hoed, stond bij den ingang van de htól «o terwDl Oamngton zich naar het wachtende meisje begaf, werd hij zich er van bewust dat de vreemdeling hem onderzoekend aanstaarde. Er lag iets onbe schaamds in dat staren, dat Carrington hin derde en na dit eenige oogenblikken verdragen te hebben keerde hij zich om waarna hij den man eveneens onderzoekend midden in het gelaat keek. De ander wendde haastig zijn blik ken af te haastig, vond Carrington, want het leek hem niets voor een zoo grof en brutaal uitziend man om ontsteld te zijn indien hij betrapt werd een vreemdeling aan te staren. Het kwam hem voor dat de man niet wilde laten merken dat hij hem gadegeslagen had en de haast waarmede de man zijn blikken af wendde, kwam Carrington nu juist verdacht voor. Plotseling schoot het hem te binnen, dat de man mogelijk geïnteresseerd was in Joyce Adderley en in de boodschap, die zij te ver richten hadden. De brief aan zijn neef sprak van een mogelijk risico, dat zij zouden loopen. Vormde deze man misschien het risico? Doch spoedig lachte hij ora zijn gedachten. Nonsens, meende hij, en ziende dat de man in kwestie zich reeds naar den Piccadilly-uit- gang begaf, wendde hij zich tot. het meisje. Ik ben gereed, miss Adderley. Zij vertrokken door een zij-uitgang, welke naar een stille straat voerde, waar het meisje haar auto had geparkeerd. Buiten den hellen lichtschijn, welke door den uitgang van het restaurant naar buiten straalde, was de straat vol schaduwen en bijna zonder verkeer. Er stonden verschillende auto's voor den uitgang en het meisje bracht hem naar den achtersten in de rij. Een flinke open two-seater, met op geslagen kap. Juist toen zij bij den auto kwa men sprong er plotseling een man vanuit de schaduw op haar toe, die haar de tasch, welke zij ouder den arm droeg, probeerde te ontruk ken. Hij greep de tasch maar kon deze niet vast houden en liet haar op den grond vallen. Hij bukte zich haastig om haar op te rapen maar op het zelfde oogenblik schoot Carring- tons voet naar voren en trof hij met de punt van zijn schoen de ribben van den aanrander. Deze verloor zijn evenwicht en tuimelde tegen den auto. Carrington plaatste haastig zijn voet op de tasch en maakte zich gereed een verde ren aanval af te wachten. De aanvaller echter slaagde er met verwonderlijke vlugheid in zijn evenwicht te hervinden waarop hij haastig de straat afrende. Carrington lachte en raapte de tasch op. Zeker een van die mooie zakkenrollers, merkte hij op. Maar gelukkig bad hij geen succes, ant woordde het meisje haastig. De papieren, web ke ik naar mr. Levinsohn moet brengen, be- X vmaen woa U de twesk Is dat zoo? vroeg de jongeman, terwijl hij plotseling een heel anderen kijk op den toe stand kreeg. Ja, het zou vreeselijk geweest zijn, indien ik ze verloren had. Zij beteekenen zoo ontzet tend veel voor mijn broer. Nu, wij hebben ze behouden, lachte Car rington, en naar het gevoel in mijn teenen te oordeelen zal de man morgen weten, dat WJ ribben heeft! Hij sprak met geforceerde zorgeloosheid, maar terwijl hij het meisje in den auto volgde, vroeg hij zich af of het Incident werkelU ™as wat het scheen, of dat de dief, bekend ««et den inhoud van de tasch, misschien tets f dan de ordinaire zakkenroller waaroP W leek. Gezien den inhoud van Selby Addeidey s brief, was dit mogelijk, hoewel, zooals bd Elch voor- hield, nauwelijks denkbaar, en da Uit zyn hoofd zettend dacht hij na over den aard van de papieren, waarvan de aflevering met alleen met spoed moest geschieden maa!' waaraan zelfs gevaar verbonden sehe011 te Z13n. Inmid dels had het meisje den auto in den grooten verkeersstroom gestuurd e« reden zij in de richting van West-minster Bridge. De eerste oogenblikken 8Prak het meisje niet daar zij al haar aandacht noodig had voor het besturen van den »uto maar toen zij ne eentonige lange Old Ke»1 ^ad bereikt hadden, verbrak zij plotseling het stilzwijgen- Het is eigenlijk te -erg 0m U op een der. gelijken avond van U*v vrienden te komen neg halen, mr. Carringtoh- Dat wordt mij ruimschoots vergo >d, lach te hij zonder een verdere verklaring van zijn woorden te geven. Maar hoe gaat lwt met Uw broer? Is hij erg riek? jjy yy heeft een aanval van malaria antwoordde'zij na een bijna onmerkbare aar zeling. U weet dat hij daar erg veel last van li&sft Carrington die haar aarzeling bemerkt had, wierp een haastigen Jlaar' HeL 1!cht van een straatlantaarn toonde hem een blos op haar wangen en een blik vol kommer in haar oogen en plotseling kwam de mogelijkheid hem voor den dat Selby Adderley misschien in het geh®ri niet zoo ziek was als zijn briefje voorgaf, O® de gevoelens van het meisje niet te kwetscn s'ng hierop echter niet verder in en het volgende oogenblik veranderde zij zelf reeds van onderwerp. u zeide, dat U een vergoeding nan. ik begrijp ulet wat dat kan zijn? Oh, antwoordde hij, glimlachend om haar naiveteit en haar gebrek aan ijdelheid. Ik boa nog nooit in Gravesend geweest. (Wordt vervolgd), j

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 10