H
11
s
u
m
MA
n
m a
■JliB Üf
B II
5TE.RIË.
S fll
H Ui
E3 wm
n
m fj
Élüi/Él
H o I
Hl
WM 4
f,
MAANDAG 2 MEI 1932
SCHAAKRUBRIEK.
WM *pT
WA.
DAMRUBRIEK.
M ÉKf SÉ
om y/'m
AANBESTEDINGEN.
MARKTBERICHTEN.
SCHEEPVAARTVAARTVERKEER IN
DEN NIEUWEN WATERWEG.
SCHEEPVAARTBEWEGING.
HANDELSBERICHTEN.
naar het Engelsch van
BEN BOLT.
P. A. KOETSHEID p/a. Noordsingel 46b.
r Rotterdam.
Verzoeke alle mededeelingen aan bovenstaand
adres te richten.
CORRESPONDENTIE.
C. te den H. Beknoptheid, waaraan we zijn
gehouden, noopt ons kort te zyn, gelieve zoo
goed te zijn geen andere reden te onderstellen.
S. te V. In no. 4610 weerlegt zwart 1. Tf2
door 1Fg7, indien 2. Dg8, of Dh8 dan 2
ef2: in no. 4611 1. De8 door 1Pcö dreigt;
2Pc5d7.
W. te S. Denkelijk kunnen we u nu spoedig
antwoorden.
Ir J. C. V. te H. In 4608 volgt na 1. b5
Ta4t oi Ta8: 2, Le4t, Kdl:; 3. Dblft. In 4609
is 1. Lf6 inderdaad geen nevenoplossing, dat
heeft u juist gezien. Indien men met een
schaakzet op den eersten zet er ook kan komen
dan is het geoorloofd. Maar zulke kraohtzetten
zyn niet gebruikelijk.
PROBLEEM No. 4618.
K. S. HOWARD,
lste prijs „British Chess Magazine 2de
halfjaar 1931.
Mat in twee zetten.
PROBLEEM No. 4619.
C. MANSFIELD, Bristol,
lste prijs „Gazette de Liège 1930."
Mat in twee zetten.
No. 4615.
Het is spijtig onze lezers er op attent te moe
ten maken, dat deze zelfmat nevenoplosbaar is
door 1. Df6t waarna moet volgen 1Df6: en
nu kan 2. g7t- nu heeft zwart niet anders dan
2Dg7:1"t- Met een kleine wijziging schjjnt
ons dit probleem niet gecorrigeerd te kunnen
worden. Nog erger, de auteurs-oplossing faalt.
Deze opgave is dus een mislukking.
GOEDE OPLOSSINGEN.
N. L. Coene, Den Haag alle; H. van Gaaien,
Rotterdam alle; H. A. Goemans Hillegom alle;
J. L. van Grieken, Rotterdam alle; H. Hölscher,
Enschedé alleD. de Jong, Bussum alleChr. C.
Kannemans, Breda, alle; A. Koek, Roterdam,
alle; P. A. J. de Lange, Gorlcum alle; A. H. v.
d. Linde, Den Haag alle; J. Merks, Delft alle;
B. A. Snelleman, Haarlem alle; P. Welting,
Neerloon, alle; P. J. H. Willems, Schiedam, alle;
A. Godfroy, Rotterdam no. 4610 en 4611; Ir. J.
C. Verdam, Hengelo idem; J. Happé, Rijswijk
no. 4609J. Heemskerk, Roelofsarendsveen, idem
L. Kroon, Rotterdam idem; J. P. M. Soer,
Veghel idem.
PARTIJ No. 1048.
Falkbeergambiet.
Gespeeld in het tornooi Bad Ems.
Wit: Benzinger. Zwart: H. v. Hennig.
I. e2e4 e7e5
2 f2—f4 d7d5
3. e4Vdó e5e4
4. d2—d4
Een door Cordel aanbevolen, tot nu toe echter
zoo goed als nooit gebruikte zet, die overigens
ook ouder dan Cordel is.
4Pg8f6
Cordel beschouwt slechts Dd5: 5 c4, Dd8.
5. c2c4 Lf8e7
6. Pgl—e2 0—0
7. Pe2—g3 Tf®—
8. Lfle2 c7Xc6
9. döc6
Pc3, cd verliest de pion bij slechte stelling.
Het is dus begrijpelijk dat hy voor zyn stellings
nadeel tenminste de pion houden wil.
gPb8Xc6
10. d4—d5 PcO—b4
II. 00
Na a3 kon natuurlijk eerst goed Pd3t volgen.
11Le7—c5t
12! Kgi—hl Pb4d311
13. Le2Xd3 e4Xd3
14. f4—f5
Op Dd3: zou volgen Pg4 benevenB Dh4.
14 b7b51
Dreigt met hc d3 te dekken. Op 15. cb volgt
Lb7 alsmede Pd5.
15. DdlVd3 Pf0-g4
16. Pg3-e4 T
17. Dd3Xc4 Lc8a6
Stand na den 17en zet van zwart.
neming en ook op toezending van eigen compo
sities.
No. 191 (30 April 1932).
PROBLEEM No. 507.
Zwart.
PROBLEEM No. 4820.
K. A. L. KUBBEL, Leningrad,
lste prjjs ,,Zvezda 19281932",
Mat in drie zetten.
Oplossingen over drie weken: Deze worden
by ons ingewacht tot Dinsdag 17 Mei.
PROBLEEMOPLOSSINGEN.
No. 4609. 1. Ld4e5 enz. (gewyzlgde positie.)
No. 4610. 1. Tg2—g7 (tempo).
1Pg7:, P anders 2. Dg8! Dh8 enz.
No. 4611. 1. Del—e6 dreigt; 2. Pb3, Kb5:; 3,
Pc7tt.
1Ld6; 2. Dc4, Pc5; 3. Dc3:ft.
1Pcö; 2. Df51, Pad lib; 3. Pb3tt.
Jammer dat deze mooie opgave als nevenop
lossing heeft 1. Lb5—a4: dreigt 2. De2, met cm
afwendbaar mat op b5.
De krachtige leiding van den aanval is voor
tref felyk
18. Dc4Xa8 Te8Xe4
19. Lelf4
Op Fc3 volgt natuurlyk Dh4; 20 h3 Dg3!
19Te4Xf4!l
20. TfïXfi
21. h2h3 Dh4—g3
22. Tf4Xg4
Wat anders? Op hg4: volgt Dh4tt.
22Dg3—elt
Opgegeven want na Kh2 23. Lglt is het mat
niet meer te verhinderen.
Aanteekeningen van M. B. in de
Deutsche 3chachzeitung.
Alle correspondentie te richten aan den dam
redacteur dezer .courant.
OPLOSSERS-WEDSTRIJD.
Met a.s. week te beginnen, schryft ons blad
een oplosserswedstryd aan. Er zullen in totaal
40 problemen worden geplaatst, zoodat de wed-
stryd na 10 weken is afgeloopen. Het ligt niet
in de bedoeling buitengewoon moeilyke pro
blemen of eindspelen te plaatsen, zoodat een
ieder kan deelnemen. De oplossingen
moeten uiterlyk 14 dagen na de verschyning
der problemen worden ingezonden. Enkele fraaie
pryzen zyn ter beschikking gesteld. Iedere goede
oplossing telt voor 2 punten, een nevenoplossing
1 punt. Men kan ook problemen mits nog niet
elders gepubliceerd inzenden. By plaatsing
worden den inzender 2 punten toegekend.
De redacteur rekent op een zeer groote deel-
W i t.
Zwart: 2, 7/10, 13, 16, 19/21, 24, 26/7,
Wit: 11, 28/9, 32/3, 35/8, 43/4, 46/8.
PROBLEEM No. 508.
J. BOURQUIN.
Zwart.
Wit.
Zwart: 8, 11(4, 17/22, 25/7, 30.
Wit: 28/9, 34/4, 37/41, 43/4, 46/7.
PROBLEEM No. 509.
A. MEAUDRE.
Zwart.
OPLOSSINGEN.
Probleem No. 499 (A. MEAUDRE).
Zwart: 2, 7/8, 10, 12/3, 18/20, 23/4, 26. 29/30, 40.
Wit: 16/7, 21, 31/2, 35, 37/8, 43/4, 46, 48, 50.
Wit 32—28, 46 37, 37—32, 38—32, 21 5, 5 1.
Probleem No. 500 (A. MEAUDRE).
Zwart: 1, 4/6, 8, 11/3, 17, 19, 21, 26, 35.
Wit: 22, 24, 28/9, 32/3, 36, 38, 41, 44/5, 47.
Wit: 36—31, 32—27 27 9, 24 2, 2 27.
PROBLEEM No. 501. (G. FELé.)
Probleem No. 501 (G. PELé.)
Zwart: 2 4/6, 8, 13/4, 18/9 23/5, 30, 36, dam op 12.
Wit: 16, 21/2, 27,8, 32/5, 39, 46/7, dam op 38.
Wit: 3849, 22—17, 16—11, 28—22, 47—41, 4940,
27—22, 40—45, 45 7, 35 2.
Probleem No. 502 (F. JACQUOT.)
Zwart: 2, 4/5, 7/9, 14, 16, 19, 28, 33, 38.
Wit: 11, 17/8, 20, 34, 36/7, 41, 44, 46/8.
Wit37—31, 44—39, 34—30, 47—42, 48—42, 41 1,
1 49.
Probleem No. 503. (C. BLANKENAAR.)
Zwart: 10, 13, 17, 19, dam op 5.
Wit: 12, 14, 23, 28, dam op 21.
1 21—38, 17 8; 2 38—5, 8—12 A; 3 15 1, 19 10;
4 28—22 10—14 de beste; 5 22—18, indien 5—10;
6 23—19' 14 :12; 7 1:5 of 5 14—20; 6
23—19. 7; 7 1:15.
A. Indien 19—24, wit, 15 18 en 23 14 of op
13—38 wit 23 3 gevolgd door 1923 en 28 19,
op 19-1-24, wit 15 29 en 29—23.
Probleem No. 504. (A. MEAUDRE.)
Zwart: 2 5, 9 10, 12/3, 16/7, 19/21, 23, 25,
8/9, 33.
Wit: 27, 32, 35, 37, 39/41, 43/4, 49.
Wit40—34, 35—30, 44—35, 49 7, 32 3, 3 18.
Goede oplossingen ontvangen van: H. H. W.
Borghardt, Joh. Lodewykx, C. v. d. S. en D.
R., allen Rotterdam; W. Schaap, J. A. v. Olfen
en C. W. R., allen Amsterdam.
Overschie, 30 April. By de heden gehou
den aanbesteding voor den bouw van een school
met 7 lokalen voor 1. o. en onderwyzerswoning
aa.n de Schoolstraat was de laagste inschryver
P. Langeveid Zn alhier met 56.600.
Gedurende de afgeloopen week zjjn volgens
onze statistiek den Nieuwen Waterweg binnen-
geloopen 217 schepen, waarvan 0 zeilschepen en
1 zeelichter, met inbegrip van 7 bunkerboo
ten. Hiervan waren bestemd voor Rotterdam
170 Hoek van Holland 7, Poortershaven 1
Maassluis 2, Vlaardingen 8, Vondelingenplaat
4, Pernis 3, Schiedam 10, andere Nederlandscbe
havens t en üuitschland 11.
Gedurende betzelfde tijdvak van 1931 kwamen
den Nieuwen Waterweg binnen 271 schepen, waar
van 0 zeilschepen en 1 zeelichter.
Sedert 1 Januari zijn aangekomen:
Schepen Netto ree
tons
N WATERWEG 1932 3.705 5.795.483
1931 4.375 7.422.930
ROTTERDAM, 30 April. (Coöp. Tuinbouwvei
ling Rotterdam en Omstreken G. A.) Holl. kas-
komkommers le srt 9.4017, 2e srt 711, 3e art
5.20—8.30 per 100 stuks, Holl. platg. komkom
mers le srt 18—23 ct, 2e srt 13—17 ct, 3e srt 10—13
ct per stuk, komkommerstek 521 ct per kg., sla.
(Meikoning) 3.72—6.30, 2e srt 1.30—3.80 per 100
krop, slavellen 414 ct per kg., spinazie 3.60—0
per 100 kg., tomaten 2242 ct per pond, postelein
1828 ct per kg.
Aanvoer sla 487.000 krop.
ROTTERDAM, 30 April. (Coöp. Tuinbouwvei
ling De 'Zuid-Hollandsche Eilanden G. A.) Bloem
kool le srt 20—28. 2e srt 13—17, sla le srt
3.605.40, 2e srt 1.40—3.30, perziken 16 per
100 stuks, radys 1.806.30, seldery 2.704.30,
rabarber 2.50—7, prei 1.60-^1.10, pieterselie
1.60—3, peen 20, raapstelen 3 per 100 bos,
witlof le srt 2329, 2e srt 1121, spinazie
8.20—14.20, dubbele stamprinsesseboonen 100—
104, peen 1.90—2.30, peentjes 12.80—13, poste
lein 2628, eigenheimers 3.705, stoofsla 6
9.40 per 100 kg., slavellen 37—78 ct, zuring 36 ct
per kist.
RODENRIJS, 30 April. (Coöp. Groentenveiling-
Vereen, Berkel en Rodenrys G. A.) Komkommers
le srt ƒ15—21.30, 2e srt 13—17.40, kaskomkom-
mers le srt 14, 2e srt 11, bloemkool le srt 20,
2e srt 15, sla le srt 2.90—6.20, 2e srt 1.20
3.80 per 100 stuks, stamprinsesseboonen 130,
tomaten A 54.8074, B 1 48—60, C 1 54—67 per
100 kg., komkommerstek 12.30—3.50, slavellen
10.15—1.25 per kist.
Heden werden aangevoerd 195.111 krop sla,
doorsneeprys 4.98 per 100 krop.
W i t
Zwart: 4, 5, 7, 9, 15, 29, dam op 8.
Wit: 20, 22, 28, 37/8, 40/1, 44, 50.
PROBLEEM No. 510.
G. BONNE.
Zwart.
Wit.
Zwart: 1, 6, 8/12. 14/5, 17/8, 21/2, 26, 32.
Wit: 24/5, 28/30, 33/7, 39, 40, 42, 45, 47, 49.
Verschil...
670-
- 1.627.417
ROTTERDAM 1939
3.035
4.597.849
1931
3.476
5.827.123
Verschil...
441 -
-1.229.274
VLAARDINGEN 1932
142
235.504
1931
246
515.707
Verschil
104
280.143
167
557.227
186
605.643
Verschil..,
19
49.416
35
85.913
32
54.02'
Verschil..,
-f
A
+31.893
T.4
30.742
1931
124
47.900
Verschil.,,
49
—17.168
38
8.639
1931
5
620
Verschil.,,
33
8019
POORTERSHAVEN 1932
12
20.048
HOEK VAN HOLLAND 1932
121
240.760
VONDELING EN PLAAT 1932
63
86.139
Andere Ned. havens 1932....
4
68
24.601
Naar Rotterdam zijn opgestoomd
2 schepen
met 4628 n. reg. tons welke ojfers zijn inbe
grepen in de statistiek voor de haven van Kol ter-
dam.
Maandstatistiek,
Gedurende de maand April zijn volgens onze
statistiek den Nieuwen Waterweg binnengeJoopen
892 schepen, waarvan 0 zeilschepen en 3 zee'
lichters, met inbegrip van 25 bunkerbooten
Hiervan waren bestemd voor Rotterdam 712
Hoek van Holland 30, Poortershaven 2, Maassluis
8, Vlaardingen 30, Vondelingenplaat 15, Pernis 8,
Schiedam «2. andere NederI. havens lOenüuitsch
land 35.
Gedurende dezelfde maand, van het vorig Jaar
kwamen den Nieuwen Waterweg binnen 1100
schepen, waarvan 0 zeilschepen en 4 lichters.
Naar Rotterdam zijn opgestoomd 18 schepen met
30.503 n. reg. tons welke cijfers zijn inbegrepen in
de statistiek voor de haven van Rotterdam.
ROTTERDAM, 30 April 1932.
BUITENLANDSCHE GRANEN. (Bericht van
de makelaars Broedelet Boaman) De Argen-
tynsche regeering is niet by machte de boeren
voldoende te steunen, dientengevolge heeft de
graanhandel besloten, indien mogelyk te helpen.
Gisteren is er over vergaderd in Buenos-Ayres,
waar verschillende voorstellen ter sprake kwa
men, allereerst vaststelling van een minimum-
prys, een ander voorstel behelsde vernietiging
van een gedeelte van den oogst. Tot definitieve
resultaten sehynt het nog niet gekomen te zyn,
doch voorloopig was de maarkt wat beter ge
stemd.
MAIS. De week werd al direct ingezet met
oploopende malspryzen. De maisnood was hier
het gevolg van. De kooplust nam echter weer
even hard af als de prys steeg. Na een vermoeide
Dinsdagmarkt ging het de volgende dagen
sprongsgewys omlaag. De loco-voorraden, hoewel
abnormaal klein, bleken toch nog voldoende voor
de kleine vraag. Voor de eerstaankomende par
tyen bestond er aanvankelyk flinke belangstel
ling, doch met een flinke verlaging was tegelijk
alle interesse zoek. Op aflading gebeurde wel wat
meer dan de voorafgaande weken, doch kwantum
was nie tte plaatsen. De groote verschepingen
hebben tot gevolg, dat men ernstig gaat twyfelen
aan de berichten betreffende een kleinen mais-
oogst. Is de oogst inderdaad zoo kiein als vermeld
wordt, dan worden de laagste pryzen in het mid
den van den zomer verwacht met weinig aanbod
en hoogere pryzen voor leveringen op najaar.
GERST. Van de disponibele gerst is wederom
meer afgegaan dan bygekomen. Op spoedige afla
ding was Canada zeer concurrent aan de markt,
de meeste zaken kwamen dan ook ten name van
Canada te staan.
HAVER. De afdoeningen in de diverse haver-
soorten waren zeer klein. Vermeldenswaardig zyn
alleen enkele verkoopen in spoedige Da Plata-
haver, die op later tegen iets lageren prys weer
werden ingedekt. Voor de andere soorten wordt
nog steeds het hooge prijsniveau gehandhaafd,
hetgeen de belangstelling op aflading totaal deed
verdwijnen.
ROGGE. De geheele week heeft Nonrd-Amerika
op de roggemarkt gedomineerd. De La Tlata en
Russische partyen hebben wel hun pryzen ver
laagd, doch concurrentie met de Amerikaansche
soorten viel er nog niet te bespeuren. De meeste
zaken kwamen tot stand op spoedige aflading
tegen dagelyks lagere pryzen.
ROTTERDAM, 30 April 1932.
MEEL. (Medegedeeld door P. C. C. Bimons,
meelagent) In de afgeloopen week daalden de
noteeringen der tarwe-termijnmarkten dagelyks,
waardoor de stemming niet williger werd, of
schoon zulks op de bloem-offertes niet de gedach
te uitwerking had.
Zoowel in buiten- als binnenlansch ging een
en ander om.
De noteeringen luidden Amerlk. High Patent
ƒ15, Kansas Top-Patent ƒ11.25 boordvrjj vóór
loods na aankomst van Mei zeehaven, exclusief
de 2.25 vervoerconsent-kosten Ned. Meel-Cen-
Inlandsche A 10, inlandsche Patent A 11
franco.
ROTTERDAM, 30 April 1932.
EIEREN. (Weekbericht van de N.V. Eierhan-
del W. J. Krudde, Deventer). De stemming aan
de eiermarkten werd deze week geleidelijk iets
vriendelyker en voor witte eieren werd vlot 2.30
tot 2.50 betaald, terwijl bruine eieren gemak
kelijk 2.50-3 opbrachten.
De vraag uit Duitschland werd weer iets beter;
in Engeland is nog weinig animo, in verband
met de groote binnenlandsche productie, doch
ook vandaar kwamen reeds zeer beduidende
koelhuisorders binnen en het verbruik in het
binnenland blyft nog steeds bevredigend.
In de binnenlandsche koelhuizen wordt wel
wat opgeslagen, doch nog niet veel, in hoofd
zaak omdat de meeste handelaren zich nog af-
zydig houden. In het algemeen voelt men er
terecht weinig voor in het komende najaar te
worden beconcurreerd door met regeeringssteun
opgeslagen coöperatie-eieren, en geeft men er de
voorkeur aan, nog even de kat uit den boom te
kyken.
Het deze week ingediende wetsontwerp betref
fende garantie voor het opslaan van koelhuis
eieren heeft in handelskringen buitengewoon
veel ontstemming gewekt.
De regeering wenscht steun te verleenen aan
den kippenhouder en meent zulks het beste te
kunnen bereiken, door aan enkele groote coöpe
raties, een regeeringsgarantie te verleenen waar
door zy, zonder beduidende risico, zich kunnen
belasten met het koelen van 100 millioen eieren.
De handelaren, die reeds jaren lang dezen tak
van bedrijf hebben uitgeoefend werden voorby-
gegaan, zelfs zonder dat hun gelegenheid gege
ven is, daaromtrent van hunne meening te doen
blyken.
Wanneer mer. nu weet, dat dit koel< van
eieren tot nu toe slechts bij uitzondering door
deze coöperaties is ter hand genomen, dat daaren
tegen verschillende handelaren die hierin reeds
jaren ervaring en relaties hebben, telken jare
voor eigen rekening en risico een hoeveelheid
eieren uit de markt hebben genomen en in koel
huizen hebben opgeslagen, ongeveer even groot
ais wat nu door de regeering wordt voorgesteld,
dat deze handelaren thans geheel worden uitge
schakeld en met hun het personeel werkloos ge
maakt, tenzy 2y den ongelyken stryd willen wa
gen tegen de met regeeringshulp gekoelde eieren,
dan zal men begrypen, dat van oneerlyke con
currentie gesproken wordt.
Indien zulks nu nog ten goede zou komen aan
den pluimveehouder, doch ook dit is niet het ge
val. De eierpryzen zyn thans reeds op liet niveau
dat door de regeering gesteld is, en ze zouden
daar waarschynlyk ook niet onder geweest zyn,
indien de regeeringsplannen geen ongerustheid
(naar nu blykt, volkomen terecht), hadden ver
oorzaakt.
Een daling is niet te vreezen, zeker niet, indien
de regeering zich terugtrekt, omdat dan iedere
gegadigde, zoowel handel als coöperatie, zich in
onderlinge concurrentie zal dekken.
Het voorgestelde wetsontwerp is thans geen
steun aan den kippenhouder, doch enkel een on
gemotiveerde subsidie aan eenige coöperaties, die
dit jaar een deel hunner eieren aan de regeering
leveren, in plaats van ze te moeten uitvoeren.
ROTTERDAM, 30 April 1932.
VETWAREN. (Weekbericht van de makelaars
F. N. W. H. Montauban van Swyndregt)
OLEO OIL PREMIER JUS. Hiervoor was
de belangstelling zeer gering en bleven de pryzen
geheel onveranderd.
TALK. Door den schommelenden Ponden-koers
ondergingen de noteeringen in de afgeloopen
week nogal eenige verandering. Het begin en het
slot Is echter vrywel geheel onveranderd. Dit
wat betreft de Zuid-Amerikaansche soorten.
Australische kwaliteiten trokken iets aan en
hierin hadden eenige afdoeningen plaats in stoo-
mende partyen betere runder- en schapentalk.
Woensdag a.s. zal er sinds geruimen tyd weer
een veiling gehouden worden, waar ca. 1200 vaten
zullen worden aangeboden, hetwelk een bedui
dend kwantum mag heeten.
PALMOLIE vertoonde ongeveer hetzelfde beeld
als de Zuid-Amerikaansche talk; de belangstel
ling was ook niet groot te noemen.
COCOSOLIE PALMPITOLIE. Laag en onver
anderd met eenige flinke afdoeningen. Import
kwaliteiten zooals Cochin en White Ceylon blyven
nog te hoog in prys.
SOYA-OLIE. Zeer stil met lagere pryzen. Koop
lust miniem.
VETZUREN. Bevredigende omzet in cocos- en
grondnotenvetzuren tot lageren prys.
ROTTERDAM, 30 April 1932.
AMERIK. TERPENTIJNOLIE. (Weekbericht
van de makelaars Cantzlaar Schalkwjjlv)
markt liep deze week iets terug, zoodat Savannan
sluit op 38 c. (v. w. 39V& C.). Voor loco blyft hier
nog goede vraag beBtaanj het aanbod is nog
StN^teebringr Londen 29 April 1932 sh. 56/6, 1931
sh 43/- 1930 sh. 41/3; noteering Savannah 29
Abriite 38 c„ 1931. 46 a 50 c 1930 44% A
Statistiek Rotterdamaangevoerd indirect 250
vaten aangevoerd per s. Co-id water 500, afgels
van 22—29 April 1932 842, 1931 782, afgeleverd
sedert 1 Jan. 12.540 en 12.995, voorraad 29 April
3MStaSsUek Thóofdhavens Amerika Savannah
Jacksonville en Pensacola)voorraad 1 April 1934
73 640 en 1931 45.232. aanvoeren tot 23 April II.81J
en 18.216, totaal 85.512 en 63.448, afleveringen
16.092 en 19.040, voorraad 23 April 69.420 en 44.408
vaten.
„PASSING SHOW".
Bootsman: „Waaraan moest ik ook
weer denken voor m'n vrouw
HOOFDSTUK I.
Het was de avond van Boat-ra6e dag, en het
bekende restaurant Semiramis was overvol.
Alle tafels waren bezet en hoewel het beroem
de orkest zijn best deed, overstemden het ge
lach en gesnap van vele vroolijke jonge stem
men de muziek bijna geheel. Want dit is de
dag, zooals ledereen weet, waarop de jeugd
gewoon is de bloemetjes eens buiten te zetten,
terwijl hier de natuurlijke uitgelatenheid nog
verhoogd werd door de overvloedig geschonken
champagne. Aan verscheidene tafels werd men
dan ook reeds een beetje luidruchtig en de er
varen oberkelner, die van het eene tafeltje
naar het andere slenterde en al die opgewon
den roode gezichten zag, glimlachte tegen den
zaalchef, terwijl hij opmerkte:
Wij zullen er niet veel last van hebben,
sir, maar de hemel helpe de schouwburgen. In
dien dat volkje straks eens goed loskomt
Ja, stemde de chef vergoelijkend toe, maar
men Is tenslotte maar eenmaal jong.
Dat is zoo, sir, en
Op dat oogenblik kwam een portier van reus
achtige afmetingen, gekleed in een schitterend
uniform, door de deur welke naar de hall
voerde, vanwaar hij den ober een teeken gaf.
Deze liet zijn blikken over de zaal gaan, en
schudde zijn hoofd. Er was geen enkel tafeltje
vrij, zelfs geen enkele stoel meer en hij was
niet van plan zich druk te maken voor de on
mogelijke verlangens van den een of anderen
laatkomer.
Maar de portier ging niet heen. Hij wenkte
nog «ons waarop de ober zich een beetje onge
duldig naar de deur begaf terwijl hij protestee-
rend zeide:
Absoluut geen kans, Charles. De zaal is
opgepakt als een sardineblikje, en
Ik heb geen tafel noodig. Hier is een da
me die mr. Oarrington moet spreken, en zij
«egt dat het dringend is.
Een dame! Charles, je moet toch beter
/weten. Je kent geen discretie. Denk je
U kit«4
zelf oordeelen, viel de portier hem bruusk in
de rode. Zij is op en top een dame en kent den
jongeman hier.
De ober keek in de aangeduide richting en
wijzigde terstond zijn gedragslijn.
Nu, misschien wil mr. Carrington wel
weten dat de dame bier is. Hoe is de naam,
Charles?
Miss Joyce Adderley.
Goed, Charles. Ik zal het mr. Carrington
zeggen.
De ober ging de zaal weer binnen en zocht
zijn weg naar een tafeltje achterin, waaraan
vier jongelui gezeten waren en waar de wijn
blijkbaar nog al royaal gevloeid had, want dit
clubje was een van de luidruchtigste van het
geheele restaurant. De ober was een man van
takt. Terwijl hij naast den vroolijken jonge
man, die tegen den muur zat, kwam staan zei-
de hij zachtjes:
Sir, mag ik U even persoonlijk spreken?
Drommels, Henri, ik ben toch zeker niet
dronken? lachte mr. Carrington.
Neen, sir, antwoordde de ober, maar eT
is een bondschap voor U, sir. Hij liet het
kaartje zien en voegde er nog zachter aan toe:
Van een jonge dame, sir.
Geen geheimen, Henri, lachte een van de
vrienden van den jongeman. Weet je niet dat
het onbeleefd is in gezelschap te fluisteren?
De Honourable William Berkley Carrington
stond op, terwijl hij verbaasd naar het kaartje
staarde. Hij wist niet wat hij er van moest
denken. De ober had verteld, dat de dame jong
was terwijl hij den naam op het kaartje abso
luut niet kende.
De boodschap? vroeg hij kort.
De dame wenscht U te spreken mr. Car
rington.
H'm. Carrington keek nog eens twijfelend
naar het kaartje.
Je zei toch een dame, Henri?
Zeker sir, antwoordde de ober prompt.
Indien ik daaraan had getwijfeld, sir, zou ik
U niet hebben lastig gevallen terwijl ook Char
les niet zoo indiscreet zon zijn geweest om'
Het is goed. Breng mij bij haar, Macduff.
De ober kende zijn plaats. Koning in zijn
eigen domein, volgde bij mr. Carrington tot de
deur, maar hij was daar juist op tijd om die
voor den bezoeker open te houden, toen deze
zich naar de hall begaf.
Dat is de dame, sir daar in den stoel bij
den palm.
Dank je wel, Henri.
Met een nieuwsgierigen blik in zijn oogen
begaf Carrington zich in de aangegeven rich
ting, doch spoedig maakte de nieuwsgierig
heid plaats voor verraste bewondering. De da-
gu bij dan na l m -was zeer jong, hoogstens ne
gentien meende hij. Bovendien was zij, niette
genstaande zij op dat moment heel bleek zag,
ontegenzeggelijk buitengewoon aantrekkelijk,
met donkere oogen ondier breede wimpers,
ravenzwart baar en frissche volle lippen, die
hun roode kleur zeker niet dankten aan de
zoo in de mode zijnde lippenstift. Terwijl hij
haar aanzag, kwam er plotseling een zachte
blos op baar gelaat.
Haastig trad hij op haar toe, terwijl hij haar
visitekaartje tusschen vinger en duim hield.
Terwijl hij dit deed, stond zij haastig op en
kreeg hij een vluchtlgen indruk van een slank,
meisjesachtig figuurtje en van een mooi
handje, dat zenuwachtig speelde met een lang
snoer amberkralen, dat zij om haar hals droeg.
Miss Adderley? vroeg hij glimlachend,
zich bewust van het onzekere in haar houding
en er op uit om haar op haar gemak te
brengen.
Ja, mr. Carrington, antwoordde zij zach
tjes. Ik kom namens mijn broer, Selby, van
wien ik U een briefje moest brengen.
Terwijl zij sprak, haalde zij den brief te
voorschijn en, terwijl Carrington dezen aannam
zocht hij zijn geheugen af naar eenigen manne-
1 ijken kennis van den door haar genoemden
naam. Selby Adderley! Selby Hij kon er
niet achter komen en het briefje openend, be
gon hij te lezen.
„Beste Dick
Hij wachtte even. Tenslotte was het briefje
dus toch niet voor hem bestemd maar voor
zijn neef, die ook in het Semiramis zou gedi
neerd hebben maar die des middags van en
thousiasme zijn voet had verstuikt en nu ka
merarrest had. Misschien teekenden zijn ge
dachten zich op zijn gelaat af, want het meisje
zei plotseling heel dringend;
„Oh, ik hoop toch dat U zult kunnen gaan,
mr. Carrington. De zaak is zeer dringend en
indien U niet kunt, moet ik alleen gaan.
Natuurlijk begon de jongeman, ter
wijl hij thans haastig het briefje doorlas.
„Beste Dick!
Ik zit er leelijk in en ben gedwongen
reeds nu een beroep te doen op de mede
werking, die je mij gisteren toezegde. De
bespreking is bepaald op hedenavond, en ik
kan niet gaan, daar ik, zooals je weet, aan
bed gebonden word door malaria. Joyce zal
in mijn plaats de papieren naar Levisohn
brengen maar daar ik haar niet gaarne ge
heel alleen naar Gravesend laat gaan, doe
ik een beroep op jou om haar te vergezellen.
Ik weet dat je je niet aan je belofte zult ont
trekken, vooral niet, omdat er eenig risico
aan verbonden is, zooals ik Je verteld
heb Joyce brengt 4U briefje naar het
Semiramis, waar je zoudt dineeren. Zij heeft
den auto bij zich om terstond te kunnen ver
trekken.
Als altijd je,
SELBY ADDERLEY.
Toen hij het briefje gelezen had, keelk hij an
dermaal naar het meisje, terwijl hij glim
lachte. Zijn besluit stond reeds vast. Hij had
er niet het flauwste vermoeden van, wat er
achter dit verzoek zou kunnen schuilen, maar
aangezien, neef Dick niet in staat was de rol te
spelen, welke hij blijkbaar reeds op zich had
genomen, zou hij in zijn plaats treden.
Wanneer vertrekken wij? vroeg hij vroo-
lijk, terwijl hij een blik van verlichting In de
oogen van het meisje zag.
Indien het U schikt, terstond, mr.' Car
rington.
Hij lachte opgewekt.
Zoodra ik mijn hoed en jas bemachtigd
heb, miss Adderley. Indien U mij even wilt
verontschuldigen. Ik ben in tien seconden
terug.
Het duurde echter langer en terwijl de be
diende in de garderobe hem in zijn jas hielp,
vroeg hij zich verwonderd af wat dit alles te
beteekenen had. Even schoot het hem te bin
nen, dat bij Dick Carrington kon opbellen en
hem om inlichtingen kon vragen maar toen hij
zich herinnerde dat Joyce Adderley zat te
wachten, verwierp hij dat idee.
Eenig risico, zeide het briefje, maar wat
kon dat in 's hemelsnaam beteekenen. En wat
de papieren, die op dit uur van den Zaterdag
avond naar Gravesend gebracht moesten wor
den?
Hij kon op deze vragen geen antwoord vin
den, noch eenige reden voor de belangrijkheid,
waarvan het meisje had gesproken. En er was
geen tijd voor het stellen van vragen. Joyce
Adderley wachtte op hem en hij had een tocht
naar Gravesend in haar gezelschap in 't voor
uitzicht. De gedachte daaraan was zeker ple
zierig genoeg en de mogelijkheid van een risi
co, dat hij met haar zou deelen, had iets op
windends. Het was wel niet bepaald de manier
waarop hij gedacht had zijn verderen avond
door te brengen, maar hij had niet het minste
bezwaar tegen deze programma-wijziging.
Terwijl hij zijn hoed in de hand hield, be
trad hij andermaal do hall en toen hij naar
voren kwam vielen zijn blikken op een man
met onaangename gelaatstrekken. Hij had een
dikke snor, vierkante kin, en glimmend kaal
hoofd en heel bijzondere oogen, licht blauw en
scherp als pijlen.
De man, die in avondtoilet was, met een don
kere overjas en een clacque-hoed, stond bij den
ingang van de htól «o terwDl Oamngton zich
naar het wachtende meisje begaf, werd hij
zich er van bewust dat de vreemdeling hem
onderzoekend aanstaarde. Er lag iets onbe
schaamds in dat staren, dat Carrington hin
derde en na dit eenige oogenblikken verdragen
te hebben keerde hij zich om waarna hij den
man eveneens onderzoekend midden in het
gelaat keek. De ander wendde haastig zijn blik
ken af te haastig, vond Carrington, want het
leek hem niets voor een zoo grof en brutaal
uitziend man om ontsteld te zijn indien hij
betrapt werd een vreemdeling aan te staren.
Het kwam hem voor dat de man niet wilde
laten merken dat hij hem gadegeslagen had
en de haast waarmede de man zijn blikken af
wendde, kwam Carrington nu juist verdacht
voor. Plotseling schoot het hem te binnen, dat
de man mogelijk geïnteresseerd was in Joyce
Adderley en in de boodschap, die zij te ver
richten hadden. De brief aan zijn neef sprak
van een mogelijk risico, dat zij zouden loopen.
Vormde deze man misschien het risico? Doch
spoedig lachte hij ora zijn gedachten.
Nonsens, meende hij, en ziende dat de man
in kwestie zich reeds naar den Piccadilly-uit-
gang begaf, wendde hij zich tot. het meisje.
Ik ben gereed, miss Adderley.
Zij vertrokken door een zij-uitgang, welke
naar een stille straat voerde, waar het meisje
haar auto had geparkeerd. Buiten den hellen
lichtschijn, welke door den uitgang van het
restaurant naar buiten straalde, was de straat
vol schaduwen en bijna zonder verkeer. Er
stonden verschillende auto's voor den uitgang
en het meisje bracht hem naar den achtersten
in de rij. Een flinke open two-seater, met op
geslagen kap. Juist toen zij bij den auto kwa
men sprong er plotseling een man vanuit de
schaduw op haar toe, die haar de tasch, welke
zij ouder den arm droeg, probeerde te ontruk
ken. Hij greep de tasch maar kon deze niet
vast houden en liet haar op den grond vallen.
Hij bukte zich haastig om haar op te rapen
maar op het zelfde oogenblik schoot Carring-
tons voet naar voren en trof hij met de punt
van zijn schoen de ribben van den aanrander.
Deze verloor zijn evenwicht en tuimelde tegen
den auto. Carrington plaatste haastig zijn voet
op de tasch en maakte zich gereed een verde
ren aanval af te wachten. De aanvaller echter
slaagde er met verwonderlijke vlugheid in zijn
evenwicht te hervinden waarop hij haastig
de straat afrende. Carrington lachte en raapte
de tasch op.
Zeker een van die mooie zakkenrollers,
merkte hij op.
Maar gelukkig bad hij geen succes, ant
woordde het meisje haastig. De papieren, web
ke ik naar mr. Levinsohn moet brengen, be-
X vmaen woa U de twesk
Is dat zoo? vroeg de jongeman, terwijl hij
plotseling een heel anderen kijk op den toe
stand kreeg.
Ja, het zou vreeselijk geweest zijn, indien
ik ze verloren had. Zij beteekenen zoo ontzet
tend veel voor mijn broer.
Nu, wij hebben ze behouden, lachte Car
rington, en naar het gevoel in mijn teenen te
oordeelen zal de man morgen weten, dat WJ
ribben heeft!
Hij sprak met geforceerde zorgeloosheid,
maar terwijl hij het meisje in den auto volgde,
vroeg hij zich af of het Incident werkelU ™as
wat het scheen, of dat de dief, bekend ««et den
inhoud van de tasch, misschien tets f
dan de ordinaire zakkenroller waaroP W leek.
Gezien den inhoud van Selby Addeidey s brief,
was dit mogelijk, hoewel, zooals bd Elch voor-
hield, nauwelijks denkbaar, en da Uit zyn
hoofd zettend dacht hij na over den aard van
de papieren, waarvan de aflevering met alleen
met spoed moest geschieden maa!' waaraan
zelfs gevaar verbonden sehe011 te Z13n. Inmid
dels had het meisje den auto in den grooten
verkeersstroom gestuurd e« reden zij in de
richting van West-minster Bridge.
De eerste oogenblikken 8Prak het meisje
niet daar zij al haar aandacht noodig had voor
het besturen van den »uto maar toen zij ne
eentonige lange Old Ke»1 ^ad bereikt hadden,
verbrak zij plotseling het stilzwijgen-
Het is eigenlijk te -erg 0m U op een der.
gelijken avond van U*v vrienden te komen neg
halen, mr. Carringtoh-
Dat wordt mij ruimschoots vergo >d, lach
te hij zonder een verdere verklaring van zijn
woorden te geven. Maar hoe gaat lwt met Uw
broer? Is hij erg riek?
jjy yy heeft een aanval van malaria
antwoordde'zij na een bijna onmerkbare aar
zeling. U weet dat hij daar erg veel last van
li&sft
Carrington die haar aarzeling bemerkt had,
wierp een haastigen Jlaar' HeL 1!cht
van een straatlantaarn toonde hem een blos op
haar wangen en een blik vol kommer in haar
oogen en plotseling kwam de mogelijkheid hem
voor den dat Selby Adderley misschien
in het geh®ri niet zoo ziek was als zijn briefje
voorgaf, O® de gevoelens van het meisje niet
te kwetscn s'ng hierop echter niet verder
in en het volgende oogenblik veranderde zij
zelf reeds van onderwerp.
u zeide, dat U een vergoeding nan. ik
begrijp ulet wat dat kan zijn?
Oh, antwoordde hij, glimlachend om haar
naiveteit en haar gebrek aan ijdelheid. Ik boa
nog nooit in Gravesend geweest.
(Wordt vervolgd), j