STRESEMANN'S LOCARNO-
POLITIEK.
r«.ïïvi
M
m
I
I
ECONOMISCHE RAAD IN DE TWEEDE
KAMER.
Uit de nagelaten geschriften van
den grooten staatsman.
VRIJDAG 6 MEI 1932
VUURWAPENWET
AANGENOMEN.
duitschland.
f LIBERALISME EN
CHRISTENDOM.
IS EEN TROLLEY-BUS EEN AUTO
WIJZIGING POSTSPAARBANK WET.
GOETHE, NAPOLEON EN
„WEIMARER TAGEBUcit.»
D
e staatsman
en den dichter.
ZWARE BRAND TE UTRECHT.
AUTO-ONGELUK MET DOODELIJK
GEVOLG
LIJK OP DE SPOORBAAN
Fabriek van kinderwagens totaal
verwoest.
DE POSTROOF AAN DEN VAN
LENNEPWEG TE DEN HAAG.
A
De redactie der liberale „Vrijheid", haar
Polemiek vervolgend met collega Hans van
»De Avondpost", laat o.m. de volgende zin
snede uit haar pen vloeien:
Juist omdat het liberalisme eiken staat^
godsdienst, elke bevoorrechting van één
paalde religie verwerpt, hebben wij bij oa
polemiek met den heer Hans gewaarse.b1'
tegen het plakken van een of ander gods
«tig etiket op den Vrijheidsbond, al eoven_
^13 nooit onder stoelen en banken ges° rgeejè
tot wij in deze partij de groote un
Christelijke gedachte terugvinden, Handle
indertijd aldus omschreven heeft-
eo, dasz du die Mensohheit sowoW u
Person als in der Person eines je
Jederzeit zugleich als Zweck, nie osz
als Mittel brauchst".
De tweede helft der uitspraak past volko-
öien in de huidige liberale mentaliteit, die
het er op toelegt het liberalisme tot eiken
prijs een „christelijk" stempel op te drukken.
Met dat doel worden dan ook in hetzelfde
„Vrijheid"-nummer diegenen onder de libe
rale leiders van voorbeen en thans, die zich
er op lieten en laten voorstaan, kinderen
der Fransche revolutie te zijn, gediskwalifi
ceerd. De bakermat van het Nederlandsche
liberalisme is volgens de nieuwe opvatting
veeleer bij Locke te zoeken. Alsof deze Engel-
eche positivist wezenlijk iets dichter staat bij
„de groote universeele Christelijke gedachte"
dan het ongetwijfeld minder gentlemanlike
gezelschap der Parijsche commune.
Doch dit voor een oogenblik in het midden
latend, mogen wij toch zeker vragen, welken
inhoud toch wel die „groote universeele
Christelijke gedachte" hebben mag, welke
aan het innige verband tusschen Christen
dom en liberalisme ten grondslag zou lig
gen.
Met Je omschrijving van Kant komen wij
o.i. heusch geen stap verder. Deze moeilijk te
doorgronden wijsheid reikt niet hooger dan
het postulaat eener natuurlijke ethica, at
bovendien verstaan wij bet goed oor
het stellen van de menschheid als doel met
de grondgedachte van alle Christendom in
strijd schijnt te komen.
Zoodat de kwestie open blijft, of we hier
wel met iets anders te doen hebben dan het
befaamde „Christendom boven geloofsver
deeldheid", dat van ouds als paradepaard
dienst deed doch practisch evenzeer neer
komt op de negatie der Christelijke grond
gedachte.
In elk geval is een omschrijving dezer
„omschrijving" dringend gewenscht, opdat
men wete, wat precies de liberalen hier aan
het woord verstaan onder de „groote univer
seele Christelijke gedachte", die bij den Vrij
heidsbond een gastvrij onderdak vond.
Wegenbelasting niet verschuldigd.
De rechtbank te Groningen heeft Woensdag
morgen uitspraak gedaan over de kwestie
of voor de Groningse he trolley-bussen al dan
niet wegenbelasting moet worden betaald.
Tusschen rijk en gemeente is reeds eerder
oen proces gevoerd, waarbij het gerechtshof
te Leeuwarden den directeur van het tram
bedrijf vrijsprak.
De Hooge Raad verklaarde het cassatie
beroep van den rijksadvocaat niet ontvanke
lijk.
De administratie in Dan Haag, die meende,
dat iin deze procedure geen uitspraak in hoog
ste instantie was verkregen is daarom een
nieuw proces begonnen.
De rijksadvocaat eischte bij de nieuwe be
handeling 5 boete subs. 3 dagen hechtenis.
Overeenkomstig de conclusie van den Offi
cier van Justitie heeft de rechtbank Woensdag
morgen den verdachte vrijgesproken, omdat
»ij de overtreding van de Wegenbelasting
wet niet beweaem acht.
Deskundigheid en belangeloosheid
„Omdat het wenschelijk is aan de Rijkspost
spaarbank rechtspersoonlijkheid te geven",
heeft de Kamer met de Regeering goedgevon
den en verstaan de Postspaarbank wet in dezen
Zin te wijzigen, zoodat deze bank binnenkort
als ,,een rechtspersoon, gevestigd te Amster
dam" bekend zal zijn. Deize rechtspersoon Is een
vrucht van den slechten tijd- Want alleen
domme menschen kunnen het een teeken van
welvaren achten, dat er zooveel millioenen ge
sleept worden naar deze bank, die vroeger e
brandkast van den kleinen man heette, maar
tegenwoordig heele fortuinen te bewaken fc"]gt.
Om zoo veel mogelijk de fondsen van deze bank
beleenbaar te maken bij de cirou a ie an- is
de rechtspersoonlijkheid aan de spaar an ver
leend, daar de centrale bank geen Nederland
sche Staatsschuld ln beleentog mag nemen van
den Staat zelf. Door de Rijkspostspaarbank tot
een zelfstandige rechtspersoon te maken,
wordt het wettelijk bezwaar tegen de beleen-
baarhei-d van staatsfondsen opgeheven. Bij li
quidatie der Bank, gaan alle goederen, rechten
en verplichtingen van rechtswege over op den
Staat, die onverkort aansprakelijk blijft voor
alle verplichtingen van de postspaarbank. De
©enige bedoeling van de wetswijziging is, de
beleg®'11® if staatsobligaties op ruimer schaal
dan thans geschiedt mogelijk te maken.
Alleen mr. de Wilde maakte een korte op
merking van bank-technischen aard, Inzake de
handteekenin-gen. Deze opmerking was juist
en de steller van de memorie van antwoord
was er naast. Het gold maar een zeer onderge
schikt punt, doch er was een soort argument
van gemaakt en deze onnoodtge en foutieve
manoeuvre nam Minister de Geer voor zijn re
kening en bij bleef dat doen, hoewel de anti-
rev. afgevaardigde aantoonde, dat de heele
handteekening-kwestie anders is dan ln de
schriftelijke stukken was gesuggereerd, daar
voor beleening op effecten bij de Ned Bank
wel degelijk één handteekening voldoende is.
Jhr. de Geer had hier met gerust hart ongelijk
mogen bekennen; het ontwerp was toch wel
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Zonder stemming heeft de Kamer ook, na
Minister Donner's verdediging, de gewijzigde
en aangevulde vuurwapenwet 1919 aanvaard.
Alleen de communisten waren tegen, omdat de
wet naar hun meening, „de ontwapening van
het proletariaat" beteekent. Zij leven nog in
Domela Nieuwenhuis' dagen.
De sancties op het onbevoegd voorhanden
hebben van vuurwapenen en munitie zijn uit
gebreid, henevens de controle op de aflevering
door particulieren. Onder de wet zullen ook
bommen vallen en alarmpistolen. Tegen dit
laatste had majoor Schaepman bezwaar. Het
alarmpistool dat ons hoogste rechtscollege niet
als wapen beschouwt, achtte de katholieke
afgevaardigde een goed beveiiigingsmlddel en
wilde hij buiten de wet houden. Maar de Mi-
D1i "r ':atl €eu doos met deze dingetjes mee
gebracht en richtte zich uitleggenderwijs en
onder ongemeenen toeloop van Kamerleden,
tot den voorzitter, die z. Exc. verzocht zich
dan maar tot zichzelf te richten. Geheel onge
vaarlijk zijn deze alarmpistolen, waarmee op
10 Dec. 1.1. te Rotterdam en twee dagen later
te Ginneken, bankroovers hun slag sloegen
toch niet. Minister en afgevaardigde vonden
elkaar ln zooverre, dat deze pistolenkwestie in
den algemeenen maatregel van bestuur zal
worden geregeld.
De Minister van Economische Zaken en
Arbeid zooals Minister Verschuur sinds
eenige dagen officieel heet is zijp nieuwe
funotie met zwaar geschut begonnen. Met
een sneltrein-vaart is de instelling van den
Economischen Raad behandeld, dien de Mi
nister al aankondigde, toen de economische
voorlichtingsdienst ten departement» op het
tooneel kwam in den vorm van een aanvul
lende begrooting voor 1931.
De Economische Raad zal een zuiver advi-
seerend lichaam zijn van 10 A 15 personen;
deskundigen, te benoemen door de Kroon.
De-ze Raad zal in zijn taak worden geholpen
door quasi-onafhankelijke colleges, die een
zelfstandige taak te vervullen zullen hebben
als adviseerende lichamen ter behandeling
van speciale vraagstukken.
De Minister had de algemeene sympathie
der Kamer met zijn plan. Maar het stel onaf
hankelijke raadjes vond geen genade lp de
oogen van Minister's voorganger Prof. Slote-
maker de Bruine.
Dat arbeiders als deskundigen in Raad en
commissies moeten kunnen zitten, daarover
is men het eens. Maar men betwijfelt of een
evenredige vertegenwoordiging door te voeren
is, zooals er ook verschil van inzicht was over
de vraag of Kamerleden al dan niet in den
Economis-ohen Raad en de commissies zitting
behooren te hebben.
Al deze onderdeelen zullen echter hij de
verschillende amendementen nog ter sprake
komen.
Minis-ter Verschuur, die ziju ontwerp hel-
der en pittig verdedigde, verwacht ook geen
wonderen van den komenden Raad, maar
wel een zekere eenheid in de toekomstige
adviezen over economische kwesties, welke
hoe langer hoe belangrijker worden voor het
nationale leven.
Wèl bezwaar had de Minister tegen het
zetelen van kamerleden in Raad en commis
sie en nég meer tegen Kuiper's verlangen om
in de oommissies 'n indirecte vertegenwoordi
ging van representatieve organisaties van werk
gevers en werknemers mogelijk te maken. In
tegenstelling met Kuiper, maakte Z. Exc. zich
sterk, dat hij nog wel voldoende menschen
zou kunnen vinden, die deskundigheid aan be
langeloosheid paren. Wij gelooven ook, da-t dit
mogelijk moet zijn; anders ware het wel heel
treurig gesteld. Natuurlijk zal bet voor som-,
mige deskundigen moeilijk wezen altijd eigen
belangen te vergeten, maar als zij niet zete
len als vertegenwoordigers qua tales van be
langengroepen, kunnen zij toch hun best doen
zoo objectief mogelijk te adviseeren-
In dit verband meenen wij ook, dat baron
van Voorst tot Voorst te ver ging, toen hij
zijn stem over het wetsontwerp nu reeds af
hankelijk maakte van het antwoord op d©
vraag of de landbouwraad nog zelfstandig zou
kunnen adviseeren. De katholieke afgevaar
digde zal wel weten, dat er de laatste maan
den in veler mentaliteit iets verandeid is en
dat aan de belangen onzer landbouwende be
volking wel degelijk aandacht wondt geschon
ken, ook door niet-agrariërs.
Tot onze teleurstelling en waarschijnlijk
ook tot leedwezen van mr. Knottenbelt, blijft
de bestaande „Oommissie voor de herziening
van handelsverdragen" bestaan en onder
Buitenlandsche Zaken ressorteeren. Waar dit
nu voor noodig is, bleek ons heelemaal niet
uit de rede van d-eu Minister, die zelf moest
toegerven, dat het instituut wei verbleekea zal.
Stresemann was een groote bewonderaar
van Goethe. Gedurende den weinigen vrijen
tijd, welken hij had, verdiepte Mzich in het
leven en het werk van dezen Duitschen dich
ter, die tot de grootheid van Duitschland
zooveel heeft bijgedragen. dd
In een brief aan von Glasen
Maart 1923 schreef hij: „Wanneer j
al te bar wordt in de politiek of stille
roepsleven. dan trek ik mij graag
uren in die streken terug, welke zW11= dj
al datgene, wat ons anders beroert-
onze blikken terugvoeren naar die tij
Duitschlands grootheid, welke ons de
woordige positie van Duitschland des mgt
terder doet ondergaan. Sta mij toe,
deze post ook een klein boekje toe te &e
dat beschouwingen bevat, welke ik in e
lijke uren eens over Goethe en Napoleon n
aanleiding van een verblijf in Weimar op
Goethes verjaardag onder den titel: „Wei®aiel
Tagebuch" heb neergeschreven".
In Augustus 1926 hield Stresemann in
Heidelberg voor een besloten kring een vooi-
iracht cvgr Goeth* en dg yrfiheiflsooxlQS^'
waarin hij zeer uitvoerig de verhouding schet
ste tusschen Goethe en Napoleon en hetgeen
de dichter voor Duitschlands eenheid heeft
tot stand gebracht. Aan deze voordracht ont-
leenen wij het volgende:
„Er waren twee Duitschlanden, het ééne
was het na den vrede van Tilsit inééngestorte
Pruisen, het andere de in het Rijnland ver
bonden vorsten en staten. Vóór den val van
Napoleon in Rusland had men nauwelijks een
denkbeeld van de zending van Pruisen in den
strijd tegen de Welsche onderdrukking.
Pruisen was roemloos ten onder gegaan. Het
treft ons wel zeer bijzonder, wanneer wij
ezen, dat de koning na den slag van Jena
Aet Rerlijnsche slot in orde laat brengen en
zich 6011 llet ze§sen, dat hij hoopte, dat hij
Wel) cleze vertrekken behaaglijk zou voelen,
kan 6en indrult dit op andere volken maakte,
"Officio"1611 Tolstoï lezen, die Russische
loonend6I1|= d® Vraag doet °Pwerpen, of het
die zich me' 6en Pruis verbonden te zijn,
onder-nr^,.„ 3egens den overwinnaar dermate
aan dn e,n betoont. Wij behoeven slechts
aan de zemn„. - y oenoeven siecms
naar Pari™ Prins Wilhelm van Pruisen
vrede van Tn -, Pruisische politiek na den
„„richt. i! °P. 6en Afbond met Napoleon
gericht wa-s, dat door dezen laatste van de
iJrlJip gSWezen met de motiveering, dat
de middelen van Pruisen te zwak waren om
een geschikt bondgenoot van Frankrijk te zijn
Twee Duitschlanden stonden dus tegenover
elkaar. Het begrip Duitsch als zoodanig be
stond ternauwernood: „Zur Nation euch zu
pilden, ihr Deutsche* lergebens".
Jaap Spaanderman, de nieuwe
dirigent van de Arnhemsche
Orkest-Vereeniging.
DE MOORD OP NOTARIS COURRECH
STAAL TE GORINCHEM.
Behandeling in hooger beroep.
Hef. Gerechtshof te 's.Gravenhage behandelde
Woensdag de zaak tegen C. S., 28 jaar laimdbou-
wersknecht uit Woerden, thans gedetineerd,
die door de Rechtbank te Dordrecht wegens
doodslag op notaris Courrech Staal te Gorin-
ebem, is veroordeeld tot 15 jaar gevangenis
straf tegen welk vonnis verdachte appel heeft
aan-geteekend.
In deze zaak waren vijf getuigen door den
advocaat-generaal, m.r. J. A. de Visser, gedag
vaard.
Verdachte die in eerste instantie, is verde.
digd door mr. A. van Os, uit Dordrecht, werd
thans bijgestaan door mr. dr. W. A. Vrolijk uit
Arnhem.
Verdachte antwoordt op de vraag waarom
hij in hooger beroep was gekomen, stotterend
dat bij zich ongelukkig gevoelde.
Als eerste getuige woidt daarna voorgeroe
pen de notarisklerk J. B. Needt, die verklaarde
hoe hij na door de dienstbode te zijn gewaar
schuwd, zich to den avond van 5 November
1931 naar het kantoor van notaris Oourreoh
Staal had begeven en hem daar levenloos in
dien-s werkkamer heeft aangetroffen.
De commissaris van politie W. v. d. Marei
uit Go-rinchem is te ongeveer 8.30 naar het kan.
toor van den notaris gegaan om een onderzoek
in te stellen. Hij vond alles in wanorde en de
brandkast open gebroken, terwijl bij onderzoek
bleek 6000 te zijn ontvreemd. De notaris lag
dood op den vloer. Door getuige is het lijk ter
onderzoek aan dr. Hulst overgedragen. Spoedig
viel de verdenking op S. wien hij op 8 Novem
ber een verhoor afnam. Na aanvankelijk ont
kend te hebben, legde S. ten slotte een volledige
bekentenis af en gaf toe naar Gorinchem te
zijn gekomen om goedschiks of kwaad-
sohiks geld van den notaris los te krijgen
Na de pauze wordt gehoord de getuige W.
j. Buchner, hoofdagent van politie te Gorin
chem die op den avond van den moord den toe
stand heeft opgenomen en verschillende voor
werpen in beslag heeft genomen. Uit een onder
zoek is get. gebleken dat S. in moeilijkheden
zat en verschillende personen geld heeft ge
leend.
Getuige L. v. d. Werf hoofdagent van politie
te Woerden heeft op 14 November een onder
zoek in de wening van S. ingesteld en toen
een bedrag van 4800 in verschillende coupu
res ln bed aangetroffen.
De commissionnair F. A. Groeneveld uit
Rotterdam verklaarde dat S. op 24 October te
zijnen kantore is gekomen om over een hypo
theek van f 4600 te spreken. S. verzweeg bij
die gelegenheid dat hij een tweede hypotheek
op zijn huls had. S. heeft naderhand, over den
moord gesproken en gezegd dat het een klein
kunstje was om iemand te vermoorden.
Bij de ondervraging door den president over
zijn finantieele transacties, antwoordde S.
slechts met een hoofdknik. Óok de verschillen
de onderdeelen van de misdaad zelf worden
door den president behandeld, o.a. het bezoek
van S. per fiets aan Gorinchem tegen 6 uur,
by welke gelegenheid de verslagene hem ver
zocht had tegen 8 uur terug te komen. Daarna
werd nog eens nagegaan wat er bij den notaris
besproken was, alsmede hoe na de weigering
aan notaris Staal om geld te geven, verdachte
woedend is geworden en hij den notaris met
de ruist een slag gaf, waarop deze tegen den
schoorsteenmantel viel, waardoor deze afbrak
en daarna op den grond viel, waarop verdachte
zijn slachtoffer zoo lang bleef slaan totdat hij
geen teekenen van leven meer vertoonde.
Vervolgens ondervroeg de president S. naar
to wijze waarop hij zich van het geld had mees
ter gemaakt en het huis en de stad verlaten
Reeft en meer speciaal waar de 1500, die niet
terecht zijn gekomen, gebleven zijn. L. zeide
Rit niet te weten.
Requisitoir.
De advocaat-generaal mr. J. A. de Visser,
bracht hulde aan de activiteit van den getuige
van de Marei die den sluier van dit geheim
oplichtte.
Volgens spr. heeft S. zich na het volvoeren
van zijn daad uiterst kalm gehouden, zoodat
aiemand iets aan hem merkte. Naar spr.'s mee-
nibg is het de bedoeling van S. geweest om
ton notaris eerst te dooden en daarna den
diefstal te plegen.
Tegenover den notaris en zijn neven Huis-
man heeft S. steeds gelogen en zijn finantieele
positie anders voorgesteld dan deze was.
Op 4 November teekende S. een contract
waarbij hij zich verbond om op 18 November
1500 te betalen aan zekeren N. voor overna
me van een melkzaak terwijl hij geen cent
bezat. r
Uit een en ander blijkt, dat verdachte, het
plan te voren rustig heeft opgevat, te meer
waar hij, toen hij gedurende twee uren in Go
rinchem moest blijven gezorgd heeft, dat nie
mand hem zou zien.
Spr. achtte de qualificatie van de Dordtsche
Rechtbank onjuist.
Naar zijn meening moet die luiden: overtre
ding van art. 288 W. v. S.
Het speet spr. dat het O. M. niet in hooger
beroep is gekomen, omdat verdachte .dan een
zwaardere straf zou kunnen worden opgelegd;
derhalve vroeg hij vernietiging van het vonnis
der Rechtbank en opnieuw veroordeeling van
S. tot 15 jaren gevangenisstraf.
In een kort pleidooi heeft mr. Vrolijk uit
Arnhem betoogd, dat door verschillende om
standigheden S. tot zijn vreeselijke misdaad
is gekomen. Zijn vrouw, die van heling is vrij
gesproken, wordt thans in een krankzinnigen
gesticht verpleegd. Pleiter verzoekt clementie.
Mr. de Visser zeide toe te geven, dat de straf
zwaar is, maar de verdachte heeft de ergste
misdaad begaan die het W. v. S. kent, daarom
moest ook de straf zwaarder zijn.
De krankzinnigheid van de vrouw Is niet
permanent, zij is reeds uit de stichting ont-
Nadat de verdediger nog op clementie had
aangedrongen bepaalde het Hof de uitspraak
op 18 Mei a.s.
Een inzittende overleden, voor de
dokter kwam
Op den rijksweg tusschen de kruising Thie-
remsweg en de Karnemelksbrug is gisteravond
een doodelijk ongeluk gebeurd. De garagehou
der v. K. uiit Soest kwam met zijn auto uit
Naarden. Hij moest een wagen, welke defect
was, halen, doch werd bij het stoppen door
een anderen auto aangereden. De ruiten van
zijn auto werden verbrijzeld, en het voorstuk
werd ingedrukt. Hij zelf kreeg geen letsel.
De wagen wiaarm-ede de aanrijding plaats
had, viel om. De twee inzrittenden wei-den er
uitgeslingerd; een hunner bleek ongedeerd te
zijn; de ander was aan towendgle verbloeding
overleden toen een dokter aankwam. Het lijk
werd maar Bussmm gebracht. De ongedeerd
gebleven passagier werd naar Amsterdam
vervoerd.
Het geweldig drukke verkeer aan beide kan
ten werd daarna door eenige inwoners uit
Maarden over den grasberm geleid daar het
wegdek vol glassplinters lag. Omstreeks kwart
over .negen kon het verkeer weer den gewonen
voortgang hehben.
GROOTE FABRIEKSBRAND.
De meubelfabriek „De Hoop" te
IJsselstein afgebrand.
Hulp,uit de omliggende gemeenten.
Woensdagavond om half 10 ie to de Meubel
fabriek „De Hoop" te IJsselstein, brand uit
gebroken. Nadat de plaatselijke brandweer
door het luiden van de klok der R. K. Kerk
was gewaarschuwd en een begin had gemaakt
met de bestrijding van het vuur bleek spoedig,
dat er hulp moest komen van de omliggende
gemeenten. Later werd ook de hulp van
Utrecht Ingeroepen.
Een oogenblik bestond er ernstig gevaar
voor de belendende perceelen, maar de meer
dan tien stralen, waarmee gespoten werd,,
voorkwamen erger. De fabriek zelf brandde
geheel uit. Een groote voorraad eikenhout en
meubels, alsmede de in de fabriek aanwezige
machines gingen geheel verloren. Fabriek en
voorraad waren laag verzekerd. Het blus-
schingswerk duurde voort tot lang na
twaalven.
Naar wij vernamen heeft vooral het buiten
gewoon krachtdadig optreden van de brand
weer uit Benschop voorkomen, dat de brand
een ernstiger vorm heeft aangenomen.
Gistermorgen is op de spoorbaan bij Devem
ter door den overwegwachter P. gevonden het
verminkte lijk van een man die waarschijnlijk
Woensdagavond door een trein is overreden,
e.jj onderzoek is gebleken, dat de ongelukkige
afkomstig is uit Enschede en ongeveer 46 jaar
oud is.
Woensdagavond omstreeks 6 uur is een uit
slaande brand uitgebroken in een pand op den
hoek van het Bankaplein en Bankastraat te
Utrecht, waarin gevestigd was de kinderwagen
fabriek „Stadion" van de fa. van de Brand en
Co. Kinderen, die op straat aan het spelen
waren, ontdekten den brand en waarschuwden
onmiddellijk de omwonenden.
Eenige buren hebben, daar de fabriek reeds
verlaten bleek te zijn, de deur ingetrapt en
de in het kantoor aanwezige meubelen in vei
ligheid weten to brengen. Wegens het dreigend
gevaar, heeft men zekerheidshalve het
naastgelegen woonhuis ontruimd. De inmiddels
gewaarschuwde brandweer was spoedig met
veel materiaal ter plaatse en ving het blus-
scbingswerk aan, waarbij werd gebruik ge
maakt van de magirusladder, waarop een der
brandweerlieden klom om uit de hoogte een
straal op het vuur te richten. In totaal heeft
men met twaalf stralen het vuur aangetast en
zoodoende mocht men er in slagen in een uur
tijds den brand zoo goed als meester te zijn.
Men kon evenwel niet voorkomen, dat de fa
briek geheel uitbrandde.
Bij het nablusschen heeft men een muur om
getrokken, daar deze gevaar voor de omgeving
opleverde.
Omtrent de oorzaak is niets hekend.
De in de fabriek aanwezige gummibanden
verspreidden een afschuwelijke lucht en veel
rook, zoodat de brand reeds op verren af
stand was waar te nemen.
Gerechtshof gelast nieuw onderzoek.
't Gerechtshof te 's Hage heeft Woensdag
morgen arrest gewezen ln de zaak tegen
den 40-jarigen koopman J. H. A. K., die op
9 Januari j.l. door de Rechtbank is veroor
deeld tot vier Jaar gevangenisstraf, wegens
het (in vereenigtog met zekeren F. J. L. J., die
ter zake door het O.M. bij de Rechtbank bui-
ten vervolging was gesteld) berooven van een
postauto in September j.l. nabij bet hulppost-
kantoor aan den van Lenmepweg, nabij de
Wittebrug te 's Gravenbage.
Het Hof achtte het onderzoek niet volledig
en gelastte alsnog nieuwe behandeling van
deze zaak op de terechtzitting van Woensdag
1 Juni a.s. waarhij dan 7 getuigen, onder wie
de politiedeskundige, de heer Waltman, zullen
worden gehoord.
VOORZITTER NED. R. K. MIJN- i
WERKERSBOND.
In de hoofdbestuursvergadering van den
Ned. R. K. Mijnwerkersbond is met alge
meene stemmen tot voorzitter gekozen in de
plaats van den dezer dagen overleden heer
H. J. Stins de wnd. voorzitter en bonds-
secretaris de heer Jos. Pelzer.
UIT DE CARTON-INDUSTRIE.
Vermoedelijk zal de stroocartonfabriek Da
Dollard te N. Schans de volgende week weer
met vol personeel kunnen werken. Thans Is
de helft van het normale aantal, 80, weer
te werk gesteld.
De stroocartonfabriek de rijheid
Veendam zal vermoedelijk deze week weer
bedrijfsklaar gemaakt worden. Op het oogen
blik is er, naar men ons meldt, een vijftigtal
arbeiders werkzaam.
SOLIDARITEIT.
Een veehouder to Groningen kon door
crisis-omstandigheden zijn huur niet betalen.
Zijn buren-collega's brachten echter het be-
nood'igde bedrag, 'n kleine 700 gulden bijeen,
zoodat de man op zijn boerderij kan blijven
■women.
KERKDIEF.
De rechtbank te Groningen heeft Woensdag I»
de R. die terecht stond wegens het verbreken
en lichten van offerbussen in de St. Martinus-
kerk te Groningen, veroordeeld tot 1 jaar
gevangenisstraf met aftrek van de preventieve
hechtenis en ter beschikkingstelling van de
regeering met een proeftijd van 8 Jaar.
Weimar stond na den vrede van Tilslt
aan de zijde van Napoleon en behalve den
hertog, die zijn eigen weg ging en zich hierin
ook door Goethe niet liet beïnvloeden en zich
tot Pruisen voelde aangetrokken, maakte dit
landje in Thürtogen deel van het Rijnland-
sche verbond uit. Men denke aan het bezoek
van Napoleon in Weimar in aansluiting met
het congres in Erfurt De opvatting, dat
toentertijd de Duitsche ziel onder de heer
schappij van Napoleon gebukt ging en naar
vrijheid verlangde en op het oogenblik van
to vrijheidsoorlogen opvlamde, kan, uit een
geschiedkundig oogpunt, niet verdedigd wor-
en. Iq de eerste gevechten, welke Pruisen
voeule en waarin het toonde, hoe geheel
an ers het leger vocht als in de ongeluk-
za ïge eerste oorlogen, stonden echter niet
ui sellers en Franschen tegenover elkaar,
maar dit was een strijd van Pruisen tegen
anteie Duitschers, en gelijk zoo dikwijls ln de
geschiedenis is gebeurd, werd Duitsch bloed
op uitschen grond gedeeltelijk in dienst van
vreemde belangen vergoten.
Goethe heeft dit gebrek aan Duitsche een
heid als een groot verdriet ondervonden.
Hetgeen hij toentertijd over het denkbeeld
van een Duitsche tolunie heeft gezegd, maakt
op iemand den indruk, alsof deze woorden
niet door Duitschlands dichter, maar door
Friedrich List werden geschreven. Het komt
ons thans als iets gewoons voor, dat de koffers
van een Duitscher zonder douane-moeilijk
heden door Duitschland komen, maar toenter
tijd, toen Duitschland meer dan dertig zelf
standige staten omvatte, waren de woorden
van Goethe even visionair als wanneer thans
iemand van de douane-eenheid van Europa
als van een komende werkelijkheid zou spre
ken. Dat dit aangesloten Duitschland niet
bestond, ging hem zeer aan zijn hart.
Op het verwijt, dat hij niet naar de war
pens heeft gegrepen of ten minste als dichter
invloed uitgeoefend, antwoordde hij:
„Wie haette ich die Waffen ergreifen koen-
nen ohne Hass, und wie haette ich hassen
koennen ohne Jugend! Haette jenes Erelgnis
mich als einen Zwanzigjaehrigen getroffen, so
waere ich sicher nicht der letzte geblieben;
alleia es fand mich als einem, der bereits über
die ersten sechzig hinaus war".
„Hebben wij een Duitsch-nationaal gevoel,
dat een dichter inspireeren kan", zoo vraagt
hij en hij antwoordt daarop ontkennend.
Daartegenover staan Frankrijk en Enge-
ittod hem yoor «ogen, Bovenal Frankrijk.
Fascineerend werkt Parijs op hem. Hij ziet
een volk, en hij ziet een groote geestelijke
invloedssfeer, welke de dichters inspireert en
hen er voor behoedt, zelf tot een hoogte te
moeten opwerken, die de enkeling kan be-
Witnmen, wanneer hij zich door de idee van
een volk gedragen voelt.
Invloed van Napoleon op
Goethe.
tie invloed der persoonlijkheid van Napoleon
Goethe kan niet sterk genoeg aangeslagen
worden. Maar ook hierin lag geen anomalie
teu aanzien van 't algemeene Duitsche gevoe-
len. Wie, die ooit aan dichterlijken gloed en fan
tasie in zijn leven onderhevig is geweest, kan
zmh aan den invloed van deze persoonlijkheid
onttrekken? De Pruisische patriot Hetorich
von Kleist schrijft een „Katechismus der
Deutschen" en wat hij schrijft is een kreet
voor den val van Napoleon, maar in de „Un-
terredung eines deutschen Vaters mit einem
deutschen Knabe" geeft hij op de vraag:
„Mogen wij hem bewonderen" het antwoord:
„Ja, wanneer hij ten val is gebracht".
ten tijde van Goethe werden er in één jaar
150 boeken gepubliceerd, welke aan Napoleon
waren gewijd. Daarvan waren 90 van Duit
schen en slechts 50 van Franschen oorsprong.
Nooit was de fantasie der menschen in die
mate door een persoonlijkheid bezield gewor
den als die der menschen in den tijd van
Goethe door Napoleon, en deze aantrekkings
kracht, welke van zijn persoonlijkheid uitging,
hield lang na zijn dood stand.
Voor Goethe's geestelijk oog was Napoleon
lang voor de persoonlijke ontmoeting in Erfurt
getreden. Hij stond hem voor oogen nis de
bedwinger der Fransche revolutie. Willen wij
hiervan een indruk krijgen, dan moeten wij
ons voorstellen, dat thans in Rusland iemand
zou opstaan, die het bolschjewisme uit den weg
zou ruimen, de orde zou herstellen, door
schitterende overwinningen Ruslands wapen
roem zou vernieuwen en plotseling het Rus
land van heden in enkele jaren tot de beer-
schende macht in Europa zou maken. Daarbij
komt, dat die tijd, welke veel minder rijk was
aan sensaties dan die van thans, den indruk
van het gebeurde ook meer op zich liet in
werken. Men herinnere zich de woorden,
waarin de jonge Goethe van de ontsteltenis
sprak, welke het bericht van de aardbeving
in Lissabon op hem had gemaakt en men
vergelijke daarbij hoeveel sneller de indruk
verloren ging, welken de aardbeving in Japan
op de menschen van onzen tijd maakte.
Men moet bedenken dat Goethe in zijn
staatkundige denkbeelden conservatief was.
Hij maakte zich niet erg druk om de rechten,
waarop de regeering steunde. Maar hij eischte
dat er goed geregeerd werd. Hij kwam niet
alleen voor het bestaande op, maar wilde ver
dere ontwikkeling. Hij eischte eveneens, dat
men voor de functie, waarin men werkte, streed.
Hij keurde de revolutie niet af, omdat zij zich
tegen het bestaande keerde, maar het bestaan
de, als het niet in staat was, zich zelf door
autoriteit te handhaven.
„Warum denn wie mit einem Besen
WTrd so ein König hinausgekehrt?
Waren es Könige gewesen,
Sie standen alle noch unversehrt."
Van Napoleon ging niet alleen invloed als
staatsman uit, maar ook als geestelijke per
soonlijkheid. Zijn gesprekken zijn buitenge
woon onderhoudend. De geschiedvorscher en
de geschiedschrijver zijn in hem vereenigd.
De Code Napoleon getuigt van zijn geest,
zijn brieven aan zijn broeders dragen het stem
pel van een diepe psychologie. Zijn gesprek
met Goethe over de denkfouten in „Werther",
over „Casar", waarin niet de eerbiedwaardi
ge Brutus, maar Caesar in de hoogte wordt
gestoken, wiens vermoording Goethe de meest
smakelooze daad der wereldgeschiedenis
noemde, staan torenhoog hoven de geestelijke
ontwikkeling van andere ons bekende monar
chen uit dien tijd. Er is geen dwazer woord
dan dat van Wilhelm II van den „Corsikaan-
schen parvenu". Om door een geniaal veld
heer en een geniaal mensch overwonnen te
worden, is geen schande. De wapens echter bij
Jena neer te leggen voor eenCorslkaanschen
parvenu zou daarentegen een eeuwige schand
vlek in de Pruisische geschiedenis geweest
zijn.
Goethe en Napoleon voelen zich tot elkaar
aangetrokken. In hun opvattingen over den
dictator, die beter in staat geweest zou zijn
het rijk te regeeren dan de epigonen, die met
hun macht niets wisten aan te vangen, waren
zij het eens. „Sie goennten Casarn das Re-ich
nicht und wussten nicht zu regieren". Zoo
sprak Goethe, die daarbij zeker niet aan den
Ouden Tijd heeft gedacht. Anderzijds zeide
Napoleon, nadat hij met Goethe gesproken
had, de drie volgende woorden van beteekenis:
„Voila un homme".
Goethe heeft later datgene wat het gesprek
De beroemde ontmoeting van Goethe met
Napoleon te Erfurt
in Erfurt voor hem beteekende, in de vol*
gende woorden samengevat.
Dass ein Grosser der Erde mich sozusagen
mi't besonderem Zutrauen gleichsam gelten
liess und ausdrueckte, dass mein Wesen
ihm gemaess war".
Tweemaal ontmoetten deze belden elkaar
nog in den geest. Toen Napoleon in 1813 op
de vlucht van Moskou van paarden verwis
selde en ergens ln de morgenschemering liet
vragen, waar hij zich bevond en het antwoord
kree°-: „in Weimar", zond hij zijn adjudant
met een groet naar Goethe. Hij bedacht zich.
dat hier een man woonde, die eens jegens
bem van Duitschland's geestelijke grootheid
bad getuigd. En deze man zelf hoorde in den
nacht van 18 October het kanongebulder van
het nabij gelegen Leipzig en in den epiloog
van „Essex" schreef hij de woorden neer, dia
klinken, alsof hij suggestief gevoelde, dat daar
de ster van den grooten man onderging:
„Der Mensch erfahrt, er sei auch wer
er mag,
ein letztes Glück und einen letzten Tag.*!
(Nadruk verbadeuj.