STRESEMANN'S LOCARNO- POLITIEK. r«.ïïvi M m I I ECONOMISCHE RAAD IN DE TWEEDE KAMER. Uit de nagelaten geschriften van den grooten staatsman. VRIJDAG 6 MEI 1932 VUURWAPENWET AANGENOMEN. duitschland. f LIBERALISME EN CHRISTENDOM. IS EEN TROLLEY-BUS EEN AUTO WIJZIGING POSTSPAARBANK WET. GOETHE, NAPOLEON EN „WEIMARER TAGEBUcit.» D e staatsman en den dichter. ZWARE BRAND TE UTRECHT. AUTO-ONGELUK MET DOODELIJK GEVOLG LIJK OP DE SPOORBAAN Fabriek van kinderwagens totaal verwoest. DE POSTROOF AAN DEN VAN LENNEPWEG TE DEN HAAG. A De redactie der liberale „Vrijheid", haar Polemiek vervolgend met collega Hans van »De Avondpost", laat o.m. de volgende zin snede uit haar pen vloeien: Juist omdat het liberalisme eiken staat^ godsdienst, elke bevoorrechting van één paalde religie verwerpt, hebben wij bij oa polemiek met den heer Hans gewaarse.b1' tegen het plakken van een of ander gods «tig etiket op den Vrijheidsbond, al eoven_ ^13 nooit onder stoelen en banken ges° rgeejè tot wij in deze partij de groote un Christelijke gedachte terugvinden, Handle indertijd aldus omschreven heeft- eo, dasz du die Mensohheit sowoW u Person als in der Person eines je Jederzeit zugleich als Zweck, nie osz als Mittel brauchst". De tweede helft der uitspraak past volko- öien in de huidige liberale mentaliteit, die het er op toelegt het liberalisme tot eiken prijs een „christelijk" stempel op te drukken. Met dat doel worden dan ook in hetzelfde „Vrijheid"-nummer diegenen onder de libe rale leiders van voorbeen en thans, die zich er op lieten en laten voorstaan, kinderen der Fransche revolutie te zijn, gediskwalifi ceerd. De bakermat van het Nederlandsche liberalisme is volgens de nieuwe opvatting veeleer bij Locke te zoeken. Alsof deze Engel- eche positivist wezenlijk iets dichter staat bij „de groote universeele Christelijke gedachte" dan het ongetwijfeld minder gentlemanlike gezelschap der Parijsche commune. Doch dit voor een oogenblik in het midden latend, mogen wij toch zeker vragen, welken inhoud toch wel die „groote universeele Christelijke gedachte" hebben mag, welke aan het innige verband tusschen Christen dom en liberalisme ten grondslag zou lig gen. Met Je omschrijving van Kant komen wij o.i. heusch geen stap verder. Deze moeilijk te doorgronden wijsheid reikt niet hooger dan het postulaat eener natuurlijke ethica, at bovendien verstaan wij bet goed oor het stellen van de menschheid als doel met de grondgedachte van alle Christendom in strijd schijnt te komen. Zoodat de kwestie open blijft, of we hier wel met iets anders te doen hebben dan het befaamde „Christendom boven geloofsver deeldheid", dat van ouds als paradepaard dienst deed doch practisch evenzeer neer komt op de negatie der Christelijke grond gedachte. In elk geval is een omschrijving dezer „omschrijving" dringend gewenscht, opdat men wete, wat precies de liberalen hier aan het woord verstaan onder de „groote univer seele Christelijke gedachte", die bij den Vrij heidsbond een gastvrij onderdak vond. Wegenbelasting niet verschuldigd. De rechtbank te Groningen heeft Woensdag morgen uitspraak gedaan over de kwestie of voor de Groningse he trolley-bussen al dan niet wegenbelasting moet worden betaald. Tusschen rijk en gemeente is reeds eerder oen proces gevoerd, waarbij het gerechtshof te Leeuwarden den directeur van het tram bedrijf vrijsprak. De Hooge Raad verklaarde het cassatie beroep van den rijksadvocaat niet ontvanke lijk. De administratie in Dan Haag, die meende, dat iin deze procedure geen uitspraak in hoog ste instantie was verkregen is daarom een nieuw proces begonnen. De rijksadvocaat eischte bij de nieuwe be handeling 5 boete subs. 3 dagen hechtenis. Overeenkomstig de conclusie van den Offi cier van Justitie heeft de rechtbank Woensdag morgen den verdachte vrijgesproken, omdat »ij de overtreding van de Wegenbelasting wet niet beweaem acht. Deskundigheid en belangeloosheid „Omdat het wenschelijk is aan de Rijkspost spaarbank rechtspersoonlijkheid te geven", heeft de Kamer met de Regeering goedgevon den en verstaan de Postspaarbank wet in dezen Zin te wijzigen, zoodat deze bank binnenkort als ,,een rechtspersoon, gevestigd te Amster dam" bekend zal zijn. Deize rechtspersoon Is een vrucht van den slechten tijd- Want alleen domme menschen kunnen het een teeken van welvaren achten, dat er zooveel millioenen ge sleept worden naar deze bank, die vroeger e brandkast van den kleinen man heette, maar tegenwoordig heele fortuinen te bewaken fc"]gt. Om zoo veel mogelijk de fondsen van deze bank beleenbaar te maken bij de cirou a ie an- is de rechtspersoonlijkheid aan de spaar an ver leend, daar de centrale bank geen Nederland sche Staatsschuld ln beleentog mag nemen van den Staat zelf. Door de Rijkspostspaarbank tot een zelfstandige rechtspersoon te maken, wordt het wettelijk bezwaar tegen de beleen- baarhei-d van staatsfondsen opgeheven. Bij li quidatie der Bank, gaan alle goederen, rechten en verplichtingen van rechtswege over op den Staat, die onverkort aansprakelijk blijft voor alle verplichtingen van de postspaarbank. De ©enige bedoeling van de wetswijziging is, de beleg®'11® if staatsobligaties op ruimer schaal dan thans geschiedt mogelijk te maken. Alleen mr. de Wilde maakte een korte op merking van bank-technischen aard, Inzake de handteekenin-gen. Deze opmerking was juist en de steller van de memorie van antwoord was er naast. Het gold maar een zeer onderge schikt punt, doch er was een soort argument van gemaakt en deze onnoodtge en foutieve manoeuvre nam Minister de Geer voor zijn re kening en bij bleef dat doen, hoewel de anti- rev. afgevaardigde aantoonde, dat de heele handteekening-kwestie anders is dan ln de schriftelijke stukken was gesuggereerd, daar voor beleening op effecten bij de Ned Bank wel degelijk één handteekening voldoende is. Jhr. de Geer had hier met gerust hart ongelijk mogen bekennen; het ontwerp was toch wel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Zonder stemming heeft de Kamer ook, na Minister Donner's verdediging, de gewijzigde en aangevulde vuurwapenwet 1919 aanvaard. Alleen de communisten waren tegen, omdat de wet naar hun meening, „de ontwapening van het proletariaat" beteekent. Zij leven nog in Domela Nieuwenhuis' dagen. De sancties op het onbevoegd voorhanden hebben van vuurwapenen en munitie zijn uit gebreid, henevens de controle op de aflevering door particulieren. Onder de wet zullen ook bommen vallen en alarmpistolen. Tegen dit laatste had majoor Schaepman bezwaar. Het alarmpistool dat ons hoogste rechtscollege niet als wapen beschouwt, achtte de katholieke afgevaardigde een goed beveiiigingsmlddel en wilde hij buiten de wet houden. Maar de Mi- D1i "r ':atl €eu doos met deze dingetjes mee gebracht en richtte zich uitleggenderwijs en onder ongemeenen toeloop van Kamerleden, tot den voorzitter, die z. Exc. verzocht zich dan maar tot zichzelf te richten. Geheel onge vaarlijk zijn deze alarmpistolen, waarmee op 10 Dec. 1.1. te Rotterdam en twee dagen later te Ginneken, bankroovers hun slag sloegen toch niet. Minister en afgevaardigde vonden elkaar ln zooverre, dat deze pistolenkwestie in den algemeenen maatregel van bestuur zal worden geregeld. De Minister van Economische Zaken en Arbeid zooals Minister Verschuur sinds eenige dagen officieel heet is zijp nieuwe funotie met zwaar geschut begonnen. Met een sneltrein-vaart is de instelling van den Economischen Raad behandeld, dien de Mi nister al aankondigde, toen de economische voorlichtingsdienst ten departement» op het tooneel kwam in den vorm van een aanvul lende begrooting voor 1931. De Economische Raad zal een zuiver advi- seerend lichaam zijn van 10 A 15 personen; deskundigen, te benoemen door de Kroon. De-ze Raad zal in zijn taak worden geholpen door quasi-onafhankelijke colleges, die een zelfstandige taak te vervullen zullen hebben als adviseerende lichamen ter behandeling van speciale vraagstukken. De Minister had de algemeene sympathie der Kamer met zijn plan. Maar het stel onaf hankelijke raadjes vond geen genade lp de oogen van Minister's voorganger Prof. Slote- maker de Bruine. Dat arbeiders als deskundigen in Raad en commissies moeten kunnen zitten, daarover is men het eens. Maar men betwijfelt of een evenredige vertegenwoordiging door te voeren is, zooals er ook verschil van inzicht was over de vraag of Kamerleden al dan niet in den Economis-ohen Raad en de commissies zitting behooren te hebben. Al deze onderdeelen zullen echter hij de verschillende amendementen nog ter sprake komen. Minis-ter Verschuur, die ziju ontwerp hel- der en pittig verdedigde, verwacht ook geen wonderen van den komenden Raad, maar wel een zekere eenheid in de toekomstige adviezen over economische kwesties, welke hoe langer hoe belangrijker worden voor het nationale leven. Wèl bezwaar had de Minister tegen het zetelen van kamerleden in Raad en commis sie en nég meer tegen Kuiper's verlangen om in de oommissies 'n indirecte vertegenwoordi ging van representatieve organisaties van werk gevers en werknemers mogelijk te maken. In tegenstelling met Kuiper, maakte Z. Exc. zich sterk, dat hij nog wel voldoende menschen zou kunnen vinden, die deskundigheid aan be langeloosheid paren. Wij gelooven ook, da-t dit mogelijk moet zijn; anders ware het wel heel treurig gesteld. Natuurlijk zal bet voor som-, mige deskundigen moeilijk wezen altijd eigen belangen te vergeten, maar als zij niet zete len als vertegenwoordigers qua tales van be langengroepen, kunnen zij toch hun best doen zoo objectief mogelijk te adviseeren- In dit verband meenen wij ook, dat baron van Voorst tot Voorst te ver ging, toen hij zijn stem over het wetsontwerp nu reeds af hankelijk maakte van het antwoord op d© vraag of de landbouwraad nog zelfstandig zou kunnen adviseeren. De katholieke afgevaar digde zal wel weten, dat er de laatste maan den in veler mentaliteit iets verandeid is en dat aan de belangen onzer landbouwende be volking wel degelijk aandacht wondt geschon ken, ook door niet-agrariërs. Tot onze teleurstelling en waarschijnlijk ook tot leedwezen van mr. Knottenbelt, blijft de bestaande „Oommissie voor de herziening van handelsverdragen" bestaan en onder Buitenlandsche Zaken ressorteeren. Waar dit nu voor noodig is, bleek ons heelemaal niet uit de rede van d-eu Minister, die zelf moest toegerven, dat het instituut wei verbleekea zal. Stresemann was een groote bewonderaar van Goethe. Gedurende den weinigen vrijen tijd, welken hij had, verdiepte Mzich in het leven en het werk van dezen Duitschen dich ter, die tot de grootheid van Duitschland zooveel heeft bijgedragen. dd In een brief aan von Glasen Maart 1923 schreef hij: „Wanneer j al te bar wordt in de politiek of stille roepsleven. dan trek ik mij graag uren in die streken terug, welke zW11= dj al datgene, wat ons anders beroert- onze blikken terugvoeren naar die tij Duitschlands grootheid, welke ons de woordige positie van Duitschland des mgt terder doet ondergaan. Sta mij toe, deze post ook een klein boekje toe te &e dat beschouwingen bevat, welke ik in e lijke uren eens over Goethe en Napoleon n aanleiding van een verblijf in Weimar op Goethes verjaardag onder den titel: „Wei®aiel Tagebuch" heb neergeschreven". In Augustus 1926 hield Stresemann in Heidelberg voor een besloten kring een vooi- iracht cvgr Goeth* en dg yrfiheiflsooxlQS^' waarin hij zeer uitvoerig de verhouding schet ste tusschen Goethe en Napoleon en hetgeen de dichter voor Duitschlands eenheid heeft tot stand gebracht. Aan deze voordracht ont- leenen wij het volgende: „Er waren twee Duitschlanden, het ééne was het na den vrede van Tilsit inééngestorte Pruisen, het andere de in het Rijnland ver bonden vorsten en staten. Vóór den val van Napoleon in Rusland had men nauwelijks een denkbeeld van de zending van Pruisen in den strijd tegen de Welsche onderdrukking. Pruisen was roemloos ten onder gegaan. Het treft ons wel zeer bijzonder, wanneer wij ezen, dat de koning na den slag van Jena Aet Rerlijnsche slot in orde laat brengen en zich 6011 llet ze§sen, dat hij hoopte, dat hij Wel) cleze vertrekken behaaglijk zou voelen, kan 6en indrult dit op andere volken maakte, "Officio"1611 Tolstoï lezen, die Russische loonend6I1|= d® Vraag doet °Pwerpen, of het die zich me' 6en Pruis verbonden te zijn, onder-nr^,.„ 3egens den overwinnaar dermate aan dn e,n betoont. Wij behoeven slechts aan de zemn„. - y oenoeven siecms naar Pari™ Prins Wilhelm van Pruisen vrede van Tn -, Pruisische politiek na den „„richt. i! °P. 6en Afbond met Napoleon gericht wa-s, dat door dezen laatste van de iJrlJip gSWezen met de motiveering, dat de middelen van Pruisen te zwak waren om een geschikt bondgenoot van Frankrijk te zijn Twee Duitschlanden stonden dus tegenover elkaar. Het begrip Duitsch als zoodanig be stond ternauwernood: „Zur Nation euch zu pilden, ihr Deutsche* lergebens". Jaap Spaanderman, de nieuwe dirigent van de Arnhemsche Orkest-Vereeniging. DE MOORD OP NOTARIS COURRECH STAAL TE GORINCHEM. Behandeling in hooger beroep. Hef. Gerechtshof te 's.Gravenhage behandelde Woensdag de zaak tegen C. S., 28 jaar laimdbou- wersknecht uit Woerden, thans gedetineerd, die door de Rechtbank te Dordrecht wegens doodslag op notaris Courrech Staal te Gorin- ebem, is veroordeeld tot 15 jaar gevangenis straf tegen welk vonnis verdachte appel heeft aan-geteekend. In deze zaak waren vijf getuigen door den advocaat-generaal, m.r. J. A. de Visser, gedag vaard. Verdachte die in eerste instantie, is verde. digd door mr. A. van Os, uit Dordrecht, werd thans bijgestaan door mr. dr. W. A. Vrolijk uit Arnhem. Verdachte antwoordt op de vraag waarom hij in hooger beroep was gekomen, stotterend dat bij zich ongelukkig gevoelde. Als eerste getuige woidt daarna voorgeroe pen de notarisklerk J. B. Needt, die verklaarde hoe hij na door de dienstbode te zijn gewaar schuwd, zich to den avond van 5 November 1931 naar het kantoor van notaris Oourreoh Staal had begeven en hem daar levenloos in dien-s werkkamer heeft aangetroffen. De commissaris van politie W. v. d. Marei uit Go-rinchem is te ongeveer 8.30 naar het kan. toor van den notaris gegaan om een onderzoek in te stellen. Hij vond alles in wanorde en de brandkast open gebroken, terwijl bij onderzoek bleek 6000 te zijn ontvreemd. De notaris lag dood op den vloer. Door getuige is het lijk ter onderzoek aan dr. Hulst overgedragen. Spoedig viel de verdenking op S. wien hij op 8 Novem ber een verhoor afnam. Na aanvankelijk ont kend te hebben, legde S. ten slotte een volledige bekentenis af en gaf toe naar Gorinchem te zijn gekomen om goedschiks of kwaad- sohiks geld van den notaris los te krijgen Na de pauze wordt gehoord de getuige W. j. Buchner, hoofdagent van politie te Gorin chem die op den avond van den moord den toe stand heeft opgenomen en verschillende voor werpen in beslag heeft genomen. Uit een onder zoek is get. gebleken dat S. in moeilijkheden zat en verschillende personen geld heeft ge leend. Getuige L. v. d. Werf hoofdagent van politie te Woerden heeft op 14 November een onder zoek in de wening van S. ingesteld en toen een bedrag van 4800 in verschillende coupu res ln bed aangetroffen. De commissionnair F. A. Groeneveld uit Rotterdam verklaarde dat S. op 24 October te zijnen kantore is gekomen om over een hypo theek van f 4600 te spreken. S. verzweeg bij die gelegenheid dat hij een tweede hypotheek op zijn huls had. S. heeft naderhand, over den moord gesproken en gezegd dat het een klein kunstje was om iemand te vermoorden. Bij de ondervraging door den president over zijn finantieele transacties, antwoordde S. slechts met een hoofdknik. Óok de verschillen de onderdeelen van de misdaad zelf worden door den president behandeld, o.a. het bezoek van S. per fiets aan Gorinchem tegen 6 uur, by welke gelegenheid de verslagene hem ver zocht had tegen 8 uur terug te komen. Daarna werd nog eens nagegaan wat er bij den notaris besproken was, alsmede hoe na de weigering aan notaris Staal om geld te geven, verdachte woedend is geworden en hij den notaris met de ruist een slag gaf, waarop deze tegen den schoorsteenmantel viel, waardoor deze afbrak en daarna op den grond viel, waarop verdachte zijn slachtoffer zoo lang bleef slaan totdat hij geen teekenen van leven meer vertoonde. Vervolgens ondervroeg de president S. naar to wijze waarop hij zich van het geld had mees ter gemaakt en het huis en de stad verlaten Reeft en meer speciaal waar de 1500, die niet terecht zijn gekomen, gebleven zijn. L. zeide Rit niet te weten. Requisitoir. De advocaat-generaal mr. J. A. de Visser, bracht hulde aan de activiteit van den getuige van de Marei die den sluier van dit geheim oplichtte. Volgens spr. heeft S. zich na het volvoeren van zijn daad uiterst kalm gehouden, zoodat aiemand iets aan hem merkte. Naar spr.'s mee- nibg is het de bedoeling van S. geweest om ton notaris eerst te dooden en daarna den diefstal te plegen. Tegenover den notaris en zijn neven Huis- man heeft S. steeds gelogen en zijn finantieele positie anders voorgesteld dan deze was. Op 4 November teekende S. een contract waarbij hij zich verbond om op 18 November 1500 te betalen aan zekeren N. voor overna me van een melkzaak terwijl hij geen cent bezat. r Uit een en ander blijkt, dat verdachte, het plan te voren rustig heeft opgevat, te meer waar hij, toen hij gedurende twee uren in Go rinchem moest blijven gezorgd heeft, dat nie mand hem zou zien. Spr. achtte de qualificatie van de Dordtsche Rechtbank onjuist. Naar zijn meening moet die luiden: overtre ding van art. 288 W. v. S. Het speet spr. dat het O. M. niet in hooger beroep is gekomen, omdat verdachte .dan een zwaardere straf zou kunnen worden opgelegd; derhalve vroeg hij vernietiging van het vonnis der Rechtbank en opnieuw veroordeeling van S. tot 15 jaren gevangenisstraf. In een kort pleidooi heeft mr. Vrolijk uit Arnhem betoogd, dat door verschillende om standigheden S. tot zijn vreeselijke misdaad is gekomen. Zijn vrouw, die van heling is vrij gesproken, wordt thans in een krankzinnigen gesticht verpleegd. Pleiter verzoekt clementie. Mr. de Visser zeide toe te geven, dat de straf zwaar is, maar de verdachte heeft de ergste misdaad begaan die het W. v. S. kent, daarom moest ook de straf zwaarder zijn. De krankzinnigheid van de vrouw Is niet permanent, zij is reeds uit de stichting ont- Nadat de verdediger nog op clementie had aangedrongen bepaalde het Hof de uitspraak op 18 Mei a.s. Een inzittende overleden, voor de dokter kwam Op den rijksweg tusschen de kruising Thie- remsweg en de Karnemelksbrug is gisteravond een doodelijk ongeluk gebeurd. De garagehou der v. K. uiit Soest kwam met zijn auto uit Naarden. Hij moest een wagen, welke defect was, halen, doch werd bij het stoppen door een anderen auto aangereden. De ruiten van zijn auto werden verbrijzeld, en het voorstuk werd ingedrukt. Hij zelf kreeg geen letsel. De wagen wiaarm-ede de aanrijding plaats had, viel om. De twee inzrittenden wei-den er uitgeslingerd; een hunner bleek ongedeerd te zijn; de ander was aan towendgle verbloeding overleden toen een dokter aankwam. Het lijk werd maar Bussmm gebracht. De ongedeerd gebleven passagier werd naar Amsterdam vervoerd. Het geweldig drukke verkeer aan beide kan ten werd daarna door eenige inwoners uit Maarden over den grasberm geleid daar het wegdek vol glassplinters lag. Omstreeks kwart over .negen kon het verkeer weer den gewonen voortgang hehben. GROOTE FABRIEKSBRAND. De meubelfabriek „De Hoop" te IJsselstein afgebrand. Hulp,uit de omliggende gemeenten. Woensdagavond om half 10 ie to de Meubel fabriek „De Hoop" te IJsselstein, brand uit gebroken. Nadat de plaatselijke brandweer door het luiden van de klok der R. K. Kerk was gewaarschuwd en een begin had gemaakt met de bestrijding van het vuur bleek spoedig, dat er hulp moest komen van de omliggende gemeenten. Later werd ook de hulp van Utrecht Ingeroepen. Een oogenblik bestond er ernstig gevaar voor de belendende perceelen, maar de meer dan tien stralen, waarmee gespoten werd,, voorkwamen erger. De fabriek zelf brandde geheel uit. Een groote voorraad eikenhout en meubels, alsmede de in de fabriek aanwezige machines gingen geheel verloren. Fabriek en voorraad waren laag verzekerd. Het blus- schingswerk duurde voort tot lang na twaalven. Naar wij vernamen heeft vooral het buiten gewoon krachtdadig optreden van de brand weer uit Benschop voorkomen, dat de brand een ernstiger vorm heeft aangenomen. Gistermorgen is op de spoorbaan bij Devem ter door den overwegwachter P. gevonden het verminkte lijk van een man die waarschijnlijk Woensdagavond door een trein is overreden, e.jj onderzoek is gebleken, dat de ongelukkige afkomstig is uit Enschede en ongeveer 46 jaar oud is. Woensdagavond omstreeks 6 uur is een uit slaande brand uitgebroken in een pand op den hoek van het Bankaplein en Bankastraat te Utrecht, waarin gevestigd was de kinderwagen fabriek „Stadion" van de fa. van de Brand en Co. Kinderen, die op straat aan het spelen waren, ontdekten den brand en waarschuwden onmiddellijk de omwonenden. Eenige buren hebben, daar de fabriek reeds verlaten bleek te zijn, de deur ingetrapt en de in het kantoor aanwezige meubelen in vei ligheid weten to brengen. Wegens het dreigend gevaar, heeft men zekerheidshalve het naastgelegen woonhuis ontruimd. De inmiddels gewaarschuwde brandweer was spoedig met veel materiaal ter plaatse en ving het blus- scbingswerk aan, waarbij werd gebruik ge maakt van de magirusladder, waarop een der brandweerlieden klom om uit de hoogte een straal op het vuur te richten. In totaal heeft men met twaalf stralen het vuur aangetast en zoodoende mocht men er in slagen in een uur tijds den brand zoo goed als meester te zijn. Men kon evenwel niet voorkomen, dat de fa briek geheel uitbrandde. Bij het nablusschen heeft men een muur om getrokken, daar deze gevaar voor de omgeving opleverde. Omtrent de oorzaak is niets hekend. De in de fabriek aanwezige gummibanden verspreidden een afschuwelijke lucht en veel rook, zoodat de brand reeds op verren af stand was waar te nemen. Gerechtshof gelast nieuw onderzoek. 't Gerechtshof te 's Hage heeft Woensdag morgen arrest gewezen ln de zaak tegen den 40-jarigen koopman J. H. A. K., die op 9 Januari j.l. door de Rechtbank is veroor deeld tot vier Jaar gevangenisstraf, wegens het (in vereenigtog met zekeren F. J. L. J., die ter zake door het O.M. bij de Rechtbank bui- ten vervolging was gesteld) berooven van een postauto in September j.l. nabij bet hulppost- kantoor aan den van Lenmepweg, nabij de Wittebrug te 's Gravenbage. Het Hof achtte het onderzoek niet volledig en gelastte alsnog nieuwe behandeling van deze zaak op de terechtzitting van Woensdag 1 Juni a.s. waarhij dan 7 getuigen, onder wie de politiedeskundige, de heer Waltman, zullen worden gehoord. VOORZITTER NED. R. K. MIJN- i WERKERSBOND. In de hoofdbestuursvergadering van den Ned. R. K. Mijnwerkersbond is met alge meene stemmen tot voorzitter gekozen in de plaats van den dezer dagen overleden heer H. J. Stins de wnd. voorzitter en bonds- secretaris de heer Jos. Pelzer. UIT DE CARTON-INDUSTRIE. Vermoedelijk zal de stroocartonfabriek Da Dollard te N. Schans de volgende week weer met vol personeel kunnen werken. Thans Is de helft van het normale aantal, 80, weer te werk gesteld. De stroocartonfabriek de rijheid Veendam zal vermoedelijk deze week weer bedrijfsklaar gemaakt worden. Op het oogen blik is er, naar men ons meldt, een vijftigtal arbeiders werkzaam. SOLIDARITEIT. Een veehouder to Groningen kon door crisis-omstandigheden zijn huur niet betalen. Zijn buren-collega's brachten echter het be- nood'igde bedrag, 'n kleine 700 gulden bijeen, zoodat de man op zijn boerderij kan blijven ■women. KERKDIEF. De rechtbank te Groningen heeft Woensdag I» de R. die terecht stond wegens het verbreken en lichten van offerbussen in de St. Martinus- kerk te Groningen, veroordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf met aftrek van de preventieve hechtenis en ter beschikkingstelling van de regeering met een proeftijd van 8 Jaar. Weimar stond na den vrede van Tilslt aan de zijde van Napoleon en behalve den hertog, die zijn eigen weg ging en zich hierin ook door Goethe niet liet beïnvloeden en zich tot Pruisen voelde aangetrokken, maakte dit landje in Thürtogen deel van het Rijnland- sche verbond uit. Men denke aan het bezoek van Napoleon in Weimar in aansluiting met het congres in Erfurt De opvatting, dat toentertijd de Duitsche ziel onder de heer schappij van Napoleon gebukt ging en naar vrijheid verlangde en op het oogenblik van to vrijheidsoorlogen opvlamde, kan, uit een geschiedkundig oogpunt, niet verdedigd wor- en. Iq de eerste gevechten, welke Pruisen voeule en waarin het toonde, hoe geheel an ers het leger vocht als in de ongeluk- za ïge eerste oorlogen, stonden echter niet ui sellers en Franschen tegenover elkaar, maar dit was een strijd van Pruisen tegen anteie Duitschers, en gelijk zoo dikwijls ln de geschiedenis is gebeurd, werd Duitsch bloed op uitschen grond gedeeltelijk in dienst van vreemde belangen vergoten. Goethe heeft dit gebrek aan Duitsche een heid als een groot verdriet ondervonden. Hetgeen hij toentertijd over het denkbeeld van een Duitsche tolunie heeft gezegd, maakt op iemand den indruk, alsof deze woorden niet door Duitschlands dichter, maar door Friedrich List werden geschreven. Het komt ons thans als iets gewoons voor, dat de koffers van een Duitscher zonder douane-moeilijk heden door Duitschland komen, maar toenter tijd, toen Duitschland meer dan dertig zelf standige staten omvatte, waren de woorden van Goethe even visionair als wanneer thans iemand van de douane-eenheid van Europa als van een komende werkelijkheid zou spre ken. Dat dit aangesloten Duitschland niet bestond, ging hem zeer aan zijn hart. Op het verwijt, dat hij niet naar de war pens heeft gegrepen of ten minste als dichter invloed uitgeoefend, antwoordde hij: „Wie haette ich die Waffen ergreifen koen- nen ohne Hass, und wie haette ich hassen koennen ohne Jugend! Haette jenes Erelgnis mich als einen Zwanzigjaehrigen getroffen, so waere ich sicher nicht der letzte geblieben; alleia es fand mich als einem, der bereits über die ersten sechzig hinaus war". „Hebben wij een Duitsch-nationaal gevoel, dat een dichter inspireeren kan", zoo vraagt hij en hij antwoordt daarop ontkennend. Daartegenover staan Frankrijk en Enge- ittod hem yoor «ogen, Bovenal Frankrijk. Fascineerend werkt Parijs op hem. Hij ziet een volk, en hij ziet een groote geestelijke invloedssfeer, welke de dichters inspireert en hen er voor behoedt, zelf tot een hoogte te moeten opwerken, die de enkeling kan be- Witnmen, wanneer hij zich door de idee van een volk gedragen voelt. Invloed van Napoleon op Goethe. tie invloed der persoonlijkheid van Napoleon Goethe kan niet sterk genoeg aangeslagen worden. Maar ook hierin lag geen anomalie teu aanzien van 't algemeene Duitsche gevoe- len. Wie, die ooit aan dichterlijken gloed en fan tasie in zijn leven onderhevig is geweest, kan zmh aan den invloed van deze persoonlijkheid onttrekken? De Pruisische patriot Hetorich von Kleist schrijft een „Katechismus der Deutschen" en wat hij schrijft is een kreet voor den val van Napoleon, maar in de „Un- terredung eines deutschen Vaters mit einem deutschen Knabe" geeft hij op de vraag: „Mogen wij hem bewonderen" het antwoord: „Ja, wanneer hij ten val is gebracht". ten tijde van Goethe werden er in één jaar 150 boeken gepubliceerd, welke aan Napoleon waren gewijd. Daarvan waren 90 van Duit schen en slechts 50 van Franschen oorsprong. Nooit was de fantasie der menschen in die mate door een persoonlijkheid bezield gewor den als die der menschen in den tijd van Goethe door Napoleon, en deze aantrekkings kracht, welke van zijn persoonlijkheid uitging, hield lang na zijn dood stand. Voor Goethe's geestelijk oog was Napoleon lang voor de persoonlijke ontmoeting in Erfurt getreden. Hij stond hem voor oogen nis de bedwinger der Fransche revolutie. Willen wij hiervan een indruk krijgen, dan moeten wij ons voorstellen, dat thans in Rusland iemand zou opstaan, die het bolschjewisme uit den weg zou ruimen, de orde zou herstellen, door schitterende overwinningen Ruslands wapen roem zou vernieuwen en plotseling het Rus land van heden in enkele jaren tot de beer- schende macht in Europa zou maken. Daarbij komt, dat die tijd, welke veel minder rijk was aan sensaties dan die van thans, den indruk van het gebeurde ook meer op zich liet in werken. Men herinnere zich de woorden, waarin de jonge Goethe van de ontsteltenis sprak, welke het bericht van de aardbeving in Lissabon op hem had gemaakt en men vergelijke daarbij hoeveel sneller de indruk verloren ging, welken de aardbeving in Japan op de menschen van onzen tijd maakte. Men moet bedenken dat Goethe in zijn staatkundige denkbeelden conservatief was. Hij maakte zich niet erg druk om de rechten, waarop de regeering steunde. Maar hij eischte dat er goed geregeerd werd. Hij kwam niet alleen voor het bestaande op, maar wilde ver dere ontwikkeling. Hij eischte eveneens, dat men voor de functie, waarin men werkte, streed. Hij keurde de revolutie niet af, omdat zij zich tegen het bestaande keerde, maar het bestaan de, als het niet in staat was, zich zelf door autoriteit te handhaven. „Warum denn wie mit einem Besen WTrd so ein König hinausgekehrt? Waren es Könige gewesen, Sie standen alle noch unversehrt." Van Napoleon ging niet alleen invloed als staatsman uit, maar ook als geestelijke per soonlijkheid. Zijn gesprekken zijn buitenge woon onderhoudend. De geschiedvorscher en de geschiedschrijver zijn in hem vereenigd. De Code Napoleon getuigt van zijn geest, zijn brieven aan zijn broeders dragen het stem pel van een diepe psychologie. Zijn gesprek met Goethe over de denkfouten in „Werther", over „Casar", waarin niet de eerbiedwaardi ge Brutus, maar Caesar in de hoogte wordt gestoken, wiens vermoording Goethe de meest smakelooze daad der wereldgeschiedenis noemde, staan torenhoog hoven de geestelijke ontwikkeling van andere ons bekende monar chen uit dien tijd. Er is geen dwazer woord dan dat van Wilhelm II van den „Corsikaan- schen parvenu". Om door een geniaal veld heer en een geniaal mensch overwonnen te worden, is geen schande. De wapens echter bij Jena neer te leggen voor eenCorslkaanschen parvenu zou daarentegen een eeuwige schand vlek in de Pruisische geschiedenis geweest zijn. Goethe en Napoleon voelen zich tot elkaar aangetrokken. In hun opvattingen over den dictator, die beter in staat geweest zou zijn het rijk te regeeren dan de epigonen, die met hun macht niets wisten aan te vangen, waren zij het eens. „Sie goennten Casarn das Re-ich nicht und wussten nicht zu regieren". Zoo sprak Goethe, die daarbij zeker niet aan den Ouden Tijd heeft gedacht. Anderzijds zeide Napoleon, nadat hij met Goethe gesproken had, de drie volgende woorden van beteekenis: „Voila un homme". Goethe heeft later datgene wat het gesprek De beroemde ontmoeting van Goethe met Napoleon te Erfurt in Erfurt voor hem beteekende, in de vol* gende woorden samengevat. Dass ein Grosser der Erde mich sozusagen mi't besonderem Zutrauen gleichsam gelten liess und ausdrueckte, dass mein Wesen ihm gemaess war". Tweemaal ontmoetten deze belden elkaar nog in den geest. Toen Napoleon in 1813 op de vlucht van Moskou van paarden verwis selde en ergens ln de morgenschemering liet vragen, waar hij zich bevond en het antwoord kree°-: „in Weimar", zond hij zijn adjudant met een groet naar Goethe. Hij bedacht zich. dat hier een man woonde, die eens jegens bem van Duitschland's geestelijke grootheid bad getuigd. En deze man zelf hoorde in den nacht van 18 October het kanongebulder van het nabij gelegen Leipzig en in den epiloog van „Essex" schreef hij de woorden neer, dia klinken, alsof hij suggestief gevoelde, dat daar de ster van den grooten man onderging: „Der Mensch erfahrt, er sei auch wer er mag, ein letztes Glück und einen letzten Tag.*! (Nadruk verbadeuj.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 5